interview

|
Actief in Oost
September 2014
Wijkbureau Oost
Adres F.C. Dondersstraat 1
Postadres Postbus 8395
3503 RJ Utrecht
Telefoon 030 – 286 00 00
E-mail [email protected]
www.utrecht.nl/oost
Polderen op de basisschool
Je in een ander verplaatsen. Het klinkt eenvoudig, maar het
lukt zelden. Zeker op het schoolplein gaat het nogal eens
mis. Om basisschoolleerlingen van jongs af aan bewust te
maken van de eigen verantwoordelijkheid voor de
omgeving, is de Vreedzame School bedacht. Hierin wordt
de school beschouwd als een oefenplaats voor actief en
democratisch burgerschap. Leerlingen krijgen een stem,
mogen meedenken over allerlei zaken, en krijgen
verantwoordelijkheden voor het sociale klimaat in klas en
school. Uiteindelijk is het de bedoeling dat het principe van
de Vreedzame school uitgroeit naar een Vreedzame wijk.
Vast onderdeel van dit pedagogische programma is de
Kinderraad. Om het jaar mogen vier leerlingen per school
ideeën aandragen voor een betere buurt. In Oost doen de
Maliebaan, de Notenboom- en de Professor
Kohnstammschool mee.
Foto en tekst: Jan Erik Keman
Overal rotzooi
‘Ik keek om me heen en zag alleen maar troep,’ meldt de
tienjarige Sem vol afschuw. ‘Echt smerig: drie dooie vogels
en echt een heleboel verdorde bomen.’ Aangezien de
meester zijn leerlingen net had gevraagd om een
motivatiebrief voor de Kinderraad te schrijven en het thema
‘groen, open en sociaal’ was, bedacht Sem zich geen
moment en schreef hij hoe als vertegenwoordiger zou
zorgen voor ‘een groener en schoner Utrecht.’ Electoraal een
meesterzet. In een heuse verkiezing, ‘wel anoniem’, werd hij
door zijn klasgenoten gekozen.
Vele handen maken licht werk
Ook bij de Kohnstamm vond men dat de wijk wel een
opfrisbeurt kon gebruiken. ‘We googleden wat en vonden
eigenlijk meteen wat we zochten,’ legt de elfjarige Alou uit.
Via de Stichting Vrijwillige Zwerfafval Opruimers werden
gratis prikstokken geregeld. In nauw overleg met de
schoolleiding planden de Kinderraadsleden vervolgens de
schoonmaakdag. Gewapend met prikstokken en
vuilniszakken trokken de leerlingen van groep zes en zeven
er gezamenlijk op uit om de buurt van het vele zwerfafval te
verlossen. Een hels karwei volgens Demi: ‘Nu is het niet meer
zo erg, maar ja toen we begonnen was het niet normaal
meer hoor.’
Praatjes vullen geen gaatjes
Gouden bergen, de leerlingen geloven er niet zo in. ‘Een
meisje zei iets van: stem op mij dan word je blij,’ zegt Janna
van elf. ‘Tja, dat vind ik dus een beetje makkelijk.’ Keuzes
horen er nu eenmaal bij. ‘Je kan wel zeggen: ik wil een
trapveldje én een speelrek,’ voert Pjot (11 jaar) aan. ‘Het is
of het één of het ander. Dat snapt iedereen wel, denk ik. ’
Zonder dat het saai wordt, krijgen de leerlingen uit Oost zo
al vroeg iets mee van democratie. Het samen zoeken naar
een oplossing, het neerleggen bij een meerderheidsbesluit,
maar vooral het kunnen verplaatsen in andermans
gevoelens, zijn hierbij essentiële vaardigheden.
Inlevingsvermogen kan je leren
‘Echt pesten? Nou ze sloegen hem niet ofzo,’ zegt de
tienjarige Bredi. ‘Maarja hij was zo stil. In de pauze liep hij
maar wat alleen. Werd buitengesloten. Dus op een gegeven
moment zei ik: ‘Hé, kom er lekker bij. Trap gewoon een
balletje mee.’ Zo zien de denkers achter de Vreedzame
School het graag. ‘Elkaar beter leren begrijpen daar gaat het
om,’ geeft Alou aan. ‘In groep vijf hadden we van die petjes:
rood, blauw en geel. Als er iets was, deed je die op. Elke
kleur stond voor een oplossing.’
Het kan verkeren
‘Een beetje werkt het wel,’ zo meldt de elfjarige Casper
voorzichtig. ‘Door te praten blijft het niet eeuwig in de lucht
hangen.’ Soms lijken de leerlingen zelfs te vergeten dat ze
ooit kemphanen waren. ‘Die wilden stoer doen, dat begrijp ik
wel,’ zegt Rachella (11 jaar). Dat zij door haar lengte een
makkelijk slachtoffer was, logisch. Dat ze na de vakantie met
haar vroegere vijanden vrede sloot, even logisch: ‘Waarom
weet ik ook niet meer precies hoor. Chairmaine heeft me
erbij getrokken, dat wel. Maar het is nu echt zo gezellig.
Beetje whatsappen met mijn nieuwe bff’s, helemaal geweldig
ja toch?’