Inspectierapport Blink bso bv (BSO) David Nivenweg 1 1325KE ALMERE Registratienummer 406969425 Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport: GGD Flevoland ALMERE 21-08-2014 Regulier onderzoek Definitief 30-09-2014 Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang...............................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................5 Personeel en groepen....................................................................................................7 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................8 Accommodatie en inrichting ......................................................................................... 10 Ouderrecht................................................................................................................ 11 Inspectie-items.............................................................................................................. 13 Gegevens voorziening..................................................................................................... 19 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 19 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 20 2 van 20 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 21-08-2014 Blink bso bv te ALMERE Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. In verband met een houderwisseling heeft de toezichthouder BSO Blink bezocht. Beschouwing Blink BSO b.v. staat sinds 1 januari 2010 geregistreerd in het LRKP. Voorgeschiedenis Sinds 23 oktober 2009 (inspectie voor registratie) zijn er diverse inspecties geweest met handhaving. 9 februari 2010: inspectie na registratie = Handhaving ivm ontbreken van VOG's. 4 juni 2012: reguliere inspectie = Handhaving ivm het ontbreken van VOG's, een diploma en actuele veiligheid en gezondheidsbeleid, alsmede de meldcode. 22 oktober 2012 = Nader onderzoek. Handhavingstraject is beeindigd. Geen overtredingen meer geconstateerd. 26 maart 2013 = Incidenteel onderzoek. Er zijn diverse klachten / signalen bij de GGD neergelegd ivm het ongediplomeerd personeel; personeel zonder VOG; overschrijding beroepskracht kind ratio; onvoldoende beleid veiligheid en gezondheid. 18 juni 2013 = Nader onderzoek. Handhavingstraject is beeindigd. Geen overtredingen meer geconstateerd. 7 november 2013 = Reguliere inspectie. Wederom handhavingsadvies op beleid veiligheid en gezondheid en het kindaantal moest terug gebracht worden. 11 februari 2014 = Nader onderzoek. De GGD adviseerde handhaving. Er werden overtredingen geconstateerd op beleid veiligheid. 25 maart 2014 = Reguliere inspectie. Er werd handhaving geadviseerd op grond van onvoldoende kwaliteit op de pedagogische praktijk en geen actuele risico inventarisatie veiligheid en gezondheid. Tijdens de laatste inspectie waren er spanningen op de BSO. De beroepskrachten hadden het zwaar omdat Blink midden in een faillissement zat. Het was niet duidelijk of er een doorstart zou komen of niet. De gemeente heeft daarom geen handhavingstraject opgestart. Uiteindelijk is er een doorstart gekomen en heeft een andere houder Blink BSO overgenomen. Een nieuwe houder betekent een nieuwe inspectie. De overtredingen uit de vorige inspectie zijn in dit rapport meegenomen. De nieuwe houder heeft een geldig VOG naar de gemeente verstuurd iv, de aanvraag (houderwisseling). Huidige inspectie Tijdens de huidige inspectie zijn er overtredingen geconstateerd. Deze overtredingen betreffen voornamelijk het beleid inzake veiligheid en gezondheid en ouderrecht. De beroepskrachten hebben geprobeerd om een aantal zaken in orde te maken. Dat was zichtbaar voor de toezichthouder. Echter, de beroepskracht en leidinggevende zijn bewust van het feit dat ze er nog niet zijn en dat er nog werk te verrichten is. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. 3 van 20 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 21-08-2014 Blink bso bv te ALMERE Observaties en bevindingen Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Binnen dit domein wordt er gekeken naar de geldende eisen voor het exploiteren van een kindercentrum. Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving Er loop momenteel geen handhaving op de BSO. Naar aanleiding van de vorige inspectie (25 maart 2014), zijn er overtredingen geconstateerd. Echter in verband met een houderwisseling is er geen handhavingsbrief afgegeven, maar zijn de overtredingen in de huidige inspectie meegenomen. Gebruikte bronnen: Inspectiegeschiedenis Handhavingsgeschiedenis 4 van 20 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 21-08-2014 Blink bso bv te ALMERE Pedagogisch klimaat In de praktijk dienen voorwaarden te worden vervuld voor het waarborgen van de emotionele veiligheid van kinderen, de ontwikkeling van de persoonlijke- en de sociale competentie van kinderen en de overdracht van normen en waarden. Bij de observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (januari 2014). Daarin staan specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd. Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk wordt het beleidsplan gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleidsplan van 28 november 2013 is ingezien. De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun basisgroep verlaten. De kinderen spelen op het Polygoonschoolplein, het Lumierepark, de Beatrixpark en in de Speeltuin in Almere Haven. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. Dit heeft betrekking op stagiaires. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft dat er 5 dagen in de week een achterwacht aanwezig is op kantoor. Wanneer er niemand op kantoor is, kan de locatiemanager gebeld worden. In het pedagogisch beleidsplan staat de naam van de voormalige houder (als zijnde achterwacht). Dit dient aangepast te worden. In het pedagogisch beleidsplan staat dat er ruimte is voor maximaal 30 kinderen. De groepsruimte biedt opvang voor maximaal 20 kinderen. De houder dient dit aan te passen. In het pedagogisch beleidsplan wordt geen informatie gegeven over de mogelijkheden inzake het afnemen van extra dagdelen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft het volgende: "Ouders kunnen flexibel met hun afgenomen dagen omgaan. Wij verzoeken wel zo spoedig mogelijk aan te geven hoe je deze flexibiliteit verwacht in te vullen. Wij zijn van mening dat alles mogelijk is, mits het niet de kind-leidster-ratio overschrijd". Dit is niet hetzelfde als het aanbieden van een mogelijkheid van extra dagdelen. De houder voldoet hiermee niet aan alle voorwaarden van het domein pedagogisch beleid. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 5 van 20 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 21-08-2014 Blink bso bv te ALMERE Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Pedagogische praktijk Tijdens de inspectie van 25 maart 2014 werd de pedagogische praktijk negatief beoordeeld. Dit had te maken met het feit dat de beroepskracht onzeker was over haar baan en de inspectie als beangstigend op dat moment ervaarde. Nu duidelijk is dat Blink een doorstart heeft gemaakt en dat de beroepskrachten hun baan behouden, lijkt de rust weer terug te zijn op de groep. Dit was ook duidelijk zichtbaar tijdens het observatiemoment. Observatie Meer dan de helft van de kinderen waren op deze donderdagmiddag al van school (vanaf 14.00 uur). De kinderen waren op de grond aan het spelen met nieuw speelgoed. De kinderen zijn vrij om te kiezen met welk speelgoed zij willen spelen. Op de achtergrond stond de radio aan. De beroepskrachten gingen op de grond zitten om samen met de kinderen te spelen. Vanaf 15.00 uur zou er wat gegeten en gedronken worden omdat de groep dan compleet is. De kinderen eten crackers en drinken limonade. De beroepskracht vroeg wie er met haar mee wilde om het laatste kind van school te halen. Er waren een 3- tal tal meisjes die mee wilden gaan. De meiden kregen een body warmer met het logo van Blink aan. De beroepskracht zegt tegen de jongere kinderen: "de nieuwe treinen zijn een succes he". De kinderen knikken van ja. Wanneer alle kinderen binnen zijn, en zij hun handen gewassen hebben, gaan ze met zijn allen aan tafel. De kinderen eten 2 crackers en drinken limonade. Tijdens het eetmoment wordt er met de kinderen gesproken over de dag. De beroepskracht zegt:"wie heeft er iets leuks op school gedaan?". Er wordt gesproken over op kamp gaan en over de sportdag. De beroepskrachten betrekken de kinderen, ook de stille kinderen bij het eetmoment. Een kind had stiekem kaas gegooid achter zijn zitplek. De beroepskracht vroeg het kind of hij zijn kaas had weggegooid. Hij zei van niet. De beroepskracht heeft het een paar keer gevraagd en uiteindelijk zei het kind dat hij het achter zich had gegooid. De beroepskracht pakte het stukje kaas op en legde het op tafel. Ze zei tegen het kind, "als je het niet lust, dan leg je het op je bord. Er wordt hier niet met eten gegooid.". Wanneer de kinderen bijna klaar zijn, vraagt de beroepskracht wat zij voor activiteit willen doen. Normaliter wordt er buiten gespeeld, maar het was de dag van de inspectie regenachtig weer. De meisjes wilden graag afwassen, een aantal kinderen wilden een film kijken en een aantal wilden met de nieuwe treinen verder spelen. Na het eten brengen de kinderen zelf hun bord en beker naar de keuken. De toezichthouder concludeert dat er aan de voorwaarden van de pedagogische praktijk wordt voldaan. Gebruikte bronnen: ! Interview anderen (beroepskracht) ! Observaties (praktijk donderdagmiddag 21 augustus 2014) ! Pedagogisch beleidsplan 6 van 20 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 21-08-2014 Blink bso bv te ALMERE Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht- kind-ratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de theorie overeenkomt met de praktijk. Eveneens is binnen dit domein gekeken of de voorgeschreven voertaal wordt gebruikt Verklaring omtrent het gedrag De nieuwe houder heeft een juiste VOG afgegeven (rechtspersoon). De beroepskrachten beschikken over een nieuw VOG. Er wordt hiermee voldaan aan de voorwaarden van het domein Verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie Beide beroepskrachten beschikken over de juiste beroepskwalificatie. Er wordt hiermee voldaan aan het domein Passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen Blink BSO heeft een basisgroep waar maximaal 20 kinderen opgevangen kunnen worden binnen een verticale groep. Beroepskracht-kindratio Er werken twee beroepskrachten op de BSO. Daar er verschillende schooltijden zijn, zal er altijd een beroepskracht op de groep moeten blijven, wanneer de andere beroepskracht kinderen ophaalt. De locatiemanager dient als achterwacht. Er wordt voldaan aan de voorwaarden van het domein Beroepskracht - kind- ratio. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Op de locatie wordt Nederlands gesproken. De houder voldoet hiermee aan de voorwaarde van dit domein. Gebruikte bronnen: ! Interview anderen (beroepskracht) ! Observaties (praktijk donderdagmiddag 21 augustus 2014) ! Verklaringen omtrent het gedrag ! Diploma's beroepskrachten 7 van 20 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 21-08-2014 Blink bso bv te ALMERE Veiligheid en gezondheid Binnen dit domein zijn de risico inventarisatie veiligheid en gezondheid gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Onder andere is gekeken naar de datum van de inventarisatie en of de inhoud de huidige situatie betreft. In de praktijk wordt gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de risico inventarisaties en de mogelijkheden die worden geboden om ervan kennis te kunnen nemen. Ook is binnen dit domein gekeken naar de meldcode kindermishandeling. In de praktijk is gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de meldcode en de mogelijkheden om kennis te kunnen nemen van de meldcode. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. Risico inventarisatie veiligheid is afgenomen op 18 februari 2014. De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. De houder heeft een plan van aanpak en de beroepskrachten zijn op de hoogte van het beleid veiligheid. De beroepskracht geeft aan dat er soms wat meubilair verschoven wordt. De risico inventarisatie veiligheid wordt dan niet bekeken of deze nog klopt. Onlangs is er niets verschoven. In het plan van aanpak staat dat de tassen van de beroepskrachten hoog in de kast opgeborgen dienen te zijn. Op de dag van inspectie was dit niet het geval. Mogelijk dat dit een incident was. De beroepskracht vertelt dat er geen ernstige ongevallen hebben plaats gevonden op Blink. De toezichthouder geeft aan dat ook de kleine ongevallen geregistreerd moeten worden. Hier zal nog wat aandacht aan besteed moeten worden. De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. De houder heeft een aantal risico's niet realistisch ingevuld. Er worden veel risico's uitgesloten, terwijl dat niet mogelijk is. Risico's mbt ziektekiemen kunnen nooit uitgesloten worden. Bijvoorbeeld uit de inventarisatie Blink: Kind komt in contact met ziektekiemen door hoesten of niezen van de groepsleiding=uitgesloten. Kind krijgt door onhygiënisch bereid voedsel ziektekiemen naar binnen= uitgesloten. In de huisregels worden risico's verder uitgesplitst met de bijhorende acties en als afspraken vastgelegd. Naar aanleiding van de vorige inspectie zijn er een aantal zaken verbeterd inzake het beleid gezondheid. De wc bril is vervangen; er wordt nu gebruik gemaakt van papieren handdoeken en zeepdispensers (toilet en keuken). De brandblusser die achter de koelkast stond is vervangen door een kleine blusser die binnen handbereik bevestigd is. De beroepskrachten koken zelf op de groep. Rond een uur of 17.00 wordt er warm gegeten. De beroepskrachten bepalen onderling wie er die dag kookt. Het menu wordt niet van te voren bepaald. Er wordt de kinderen gevraagd waar zij trek in hebben (nadat er in de vriezer ook gekeken is). Er zijn weinig eters. De beroepskrachten vinden het belangrijk om te vragen wat de kinderen lusten, zodat zij hun bord ook leeg eten. De toezichthouder concludeert naar aanleiding van bovenstaande dat er niet aan alle voorwaarden van dit domein wordt voldaan. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) 8 van 20 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 21-08-2014 Blink bso bv te ALMERE In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Meldcode kindermishandeling De houder heeft in de map de Meldcode liggen van het jaar 2011. Vorig jaar is de Meldcode van de branchevereniging Juli 2013 uitgekomen. Deze nieuwe Meldcode vervangt alle voorgaande documenten inzake Kindermishandeling. De beroepskracht geeft aan dat zij in een geval van kindermishandeling altijd de locatiemanager eerst op de hoogte zal brengen. Daarna zal er een vergadermoment komen en zal de casus besproken worden. De beroepskracht vertelt dat er geen vaste vergadermomenten zijn. Mogelijk dat er binnenkort een vergadering gepland zal worden. Er wordt niet aan de voorwaarden voldaan van het domein Meldcode kindermishandeling. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Gebruikte bronnen: ! Interview anderen (beroepskracht) ! Observaties (praktijk donderdagmiddag 21 augustus 2014) ! Risico-inventarisatie veiligheid (d.d. 18 februari 2014) ! Risico-inventarisatie gezondheid (d.d. 18 februari 2014) ! Actieplan veiligheid ! Actieplan gezondheid ! Ongevallenregistratie ! Huisregels/groepsregels ! Meldcode kindermishandeling (Meldcode kindermishandeling 2011) 9 van 20 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 21-08-2014 Blink bso bv te ALMERE Accommodatie en inrichting Binnen dit domein zijn zowel de binnen – als de buitenruimte beoordeeld. Hierbij gaat het om het aantal vierkante meters beschikbaar per kind en de inrichting van de ruimten. Binnenruimte Op de locatie kunnen er maximaal 20 kinderen opgevangen worden. Ten tijde van de inspectie waren er 9 kinderen. De jongens waren druk aan het spelen met nieuwe treinen (Duplo en Thomas locomotief). Tijdens de vorige inspectie werd al geconstateerd dat de BSO er verouderd uit ziet. De ruimte kan wat nieuwe verf en/of indeling gebruiken. De beroepskracht geeft aan dat het verven van de ruimte onder de aandacht van de nieuwe houder is gebracht. Het kantoor en het atelier op de eerste verdieping zien er nog steeds rommelig uit. Verder zijn er volle prullenbakken en ligt het bureau vol met papier / brieven. In het pedagogisch beleidsplan staat dat er op de overloop een voetbaltafel staat. Dit is niet het geval. Op de overloop ligt er verkleedkleding in een hoek met wat knutselmateriaal. Naast deze aandachtspunten, voldoet de houder aan de voorwaarden van het domien Binnenruimte. Buitenspeelruimte De kinderen maken gebruik van het schoolplein van basisschool Het Polygoon (overkant van de BSO). Deze schoolplein heeft een voor- en achterkant waar de kinderen vrij kunnen spelen. De ouders kunnen de kinderen zien spelen, wanneer zij de kinderen op komen halen. Verder maakt de BSO gebruik van het Lumiere park, het strand en andere speelparken. Tijdens de zomervakantie hebben de kinderen diverse uitjes gehad. Ze zijn naar Het Amsterdamse bos geweest, Artis, Oud Valkeveen, Schiphol en diverse schoolpleinen. Het vervoer en de dagjes uit werden met de ouders gecommuniceerd. Het aantal kinderen tijdens de vakantie varieerden van 2 tot 8. Er wordt voldaan aan de voorwaarden van het domein Buitenspeelruimte. Gebruikte bronnen: ! Observaties (praktijk donderdagmiddag 21 augustus 2014) gesprek met de beroepskracht 10 van 20 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 21-08-2014 Blink bso bv te ALMERE Ouderrecht Binnen dit domein is beoordeeld hoe de houder eisen stelt voor het instellen van een oudercommissie, het reglement, de samenstellingen werkwijze van de oudercommissie, het adviesrecht van de oudercommissie en de informatieverstrekking aan ouders. De wet Klachtrecht cliënten zorgsector stelt eisen aan het kindercentrum. Het gaat hier om een klachtenregeling met waarborgen voor een onafhankelijke afhandeling en het vastleggen in een openbaar verslag. De Wet kinderopvang stelt eisen aan het treffen van een klachtenregeling voor de oudercommissies. Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. Alle zaken die betrekking hebben op de organisatie en het personeel wordt in het pedagogisch beleidsplan beschreven. Het gaat hier om: het organiseren van de kinderopvang op zodanige wijze dat dit leidt tot verantwoorde kinderopvang; het pedagogisch beleid; het aantal beroepskrachten in relatie tot het aantal kinderen per leeftijdscategorie; de groepsgrootte; de opleidingseisen van de beroepskrachten; het beleid met betrekking tot de voorwaarden waaronder en de mate waarin beroepskrachten in opleiding kunnen worden belast met de verzorging en opvang van kinderen; het te voeren beleid inzake veiligheid en gezondheid, waaronder de risico-inventarisatie en het vierogenpincipe (alleen bij een KDV); het te voeren beleid inzake de te gebruiken voertaal, voor zover geen Nederlands Het rapport van 7 november 2013 staat op de website. Dat is niet de meest recente GGD inspectierapport. Op 25 maart 2014 is er nog een reguliere inspectie geweest. Er wordt niet voldaan aan beide voorwaarden van het domein Informatie. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Oudercommissie De houder heeft een reglement oudercommissie. In het reglement staan de afspraken over het formeren van een oudercommissie en hun adviesrecht. De locatie manager heeft op 29 augustus aangegeven dat 2 ouders zich gemeld hebben om in de oudercommissie deel te nemen. Er zijn nog geen vergaderingen geweest. Een aantal voorwaarden zijn daardoor niet beoordeeld. Er wordt hiermee aan 9 van de 13 voorwaarden voldaan. Klachten Blink BSO is aangesloten bij de externe klachtencommissie stichting Klachtencommissie Kinderopvang (sKK) voor klachten van ouders en voor de klachtenregeling oudercommissie. De toezichthouder heeft het jaarverslag over 2013 van de SKK gezien. De toezichthouder heeft geen eigen jaarverslag van de houder ontvangen. (De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag ouders / oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven). Hiermee wordt er aan 10 van de 12 voorwaarden van dit onderdeel voldaan. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: 11 van 20 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 21-08-2014 Blink bso bv te ALMERE De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector) De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Gebruikte bronnen: ! Website ! Klachtenregeling (Stichting Klachtencommissie Kinderopvang) ! Jaarverslag Wet klachtrecht cliënten zorgsector (van de sKK jaar 2013) ! Klachtenregeling oudercommissie (Stichting Klachtencommissie Kinderopvang) ! Jaarverslag klachtenregeling oudercommissie (van de skk jaar 2013) 12 van 20 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 21-08-2014 Blink bso bv te ALMERE Inspectie-items Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Kinderopvang in de zin van de wet De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder) Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder) De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd dat ze naar het basisonderwijs kunnen gaan. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder) Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder. (art 1.49 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 3 Beleidsregels werkwijze toezichthouder) De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn vestiging(en) te voorkomen. (art 1.49 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 3 Beleidsregels werkwijze toezichthouder) Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun basisgroep verlaten. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 13 van 20 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 21-08-2014 Blink bso bv te ALMERE Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 14 van 20 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 21-08-2014 Blink bso bv te ALMERE Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3, 4, 5 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De afwijking op vrije dagen of tijdens schoolvakanties betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 15 van 20 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 21-08-2014 Blink bso bv te ALMERE Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 16 van 20 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 21-08-2014 Blink bso bv te ALMERE Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Accommodatie en inrichting Binnenruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Buitenspeelruimte De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is in de directe nabijheid van het kindercentrum. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen goed bereikbaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen veilig bereikbaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. (art 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Oudercommissie De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld. (art 1.59 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden. (art 1.59 lid 2 sub a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden. (art 1.59 lid 2 sub b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden. (art 1.59 lid 2 sub c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie. (art 1.59 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie. (art 1.59 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 17 van 20 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 21-08-2014 Blink bso bv te ALMERE De houder heeft een oudercommissie ingesteld. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder en personen werkzaam bij het kindercentrum zijn geen lid. (art 1.58 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De leden worden gekozen uit en door de ouders. (art 1.58 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector) De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector) De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement. (art 2 lid 3 Wet klachtrecht cliënten zorgsector) De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie. (art 2 lid 5 Wet klachtrecht cliënten zorgsector) De houder leeft geheimhoudingsplicht na. (art 2 lid 4 Wet klachtrecht cliënten zorgsector) De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector) De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector) De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 1.60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder brengt de klachtenregeling oudercommissie op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder zorgt voor naleving van de klachtenregeling oudercommissie. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 18 van 20 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 21-08-2014 Blink bso bv te ALMERE Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen : Blink bso bv : http://www.blink-bso.nl : 20 Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer : : : : Blink BSO B.V. David Nivenweg 1 1325KE ALMERE 60452315 Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door : : : : : GGD Flevoland Postbus 1120 8200BC LELYSTAD 088-0029910 R. Ramsanjhal Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats : ALMERE : Postbus 200 : 1300AE ALMERE Gegevens toezicht Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport : : : : 21-08-2014 10-09-2014 30-09-2014 30-09-2014 : 30-09-2014 : 19 van 20 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 21-08-2014 Blink bso bv te ALMERE Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze inspectierapport Blink-BSO. Wij herkennen de punten genoemd door de inspecteur. En zullen die op zeer korte termijn aanpassen. blink heeft een nieuwe start gemaakt en bij een nieuwe start hoort een nieuwe look en aanpak. Het thuisgevoel vinden wij heel belangrijk. Na een lange schooldag moet een kind lekker kunnen ontspannen. Bijvoorbeeld door neer te ploffen op de loungebank. Even lekker wat eten en drinken. En daarna lekker spelen, lezen, puzzelen, meedoen aan een activiteit of vast op een rustige plek zelfstandig huiswerk maken. Keuze en mogelijkheden genoeg. Om ervoor te zorgen dat de kinderen het naar hun zin hebben bij blink vragen we regelmatig wat zij graag willen of wellicht missen. Wij vinden hun mening belangrijk en spelen hier zoveel mogelijk op in. Uiteraard is alles mogelijk mits het past binnen het beleid dat wij hebben opgesteld. Zo hebben we bijvoorbeeld sinds kort treinen en treinbanen omdat hier om werd gevraagd. Heel leuk om te zien dat er naar harte lust mee wordt gespeeld. We hebben ook stepjes aangeschaft, zodat de kinderen lekker op het plein kunnen steppen. Op zeer korte termijn wordt blink ook opgefrist met verse verf en nieuwe meubels om het voor de kinderen nog gezelliger te maken. blink werkt nauw samen met het Polygoon en we overleggen regelmatig met de directie. Op deze manier proberen we zoveel mogelijk in te spelen op de planning en activiteitenagenda van het Polygoon. Binnenkort is het bijvoorbeeld Kinderboekenweek met als thema 'Feest'. Wij voeren dit thema ook door in de activiteiten bij blink. Uiteraard denken we zoveel mogelijk mee met ouders en zijn we zeer flexibel. blink hanteert geen strenge regels voor het afnemen van extra dagen of ruilen van dagen. Ieder contract is maatwerk en voldoet aan alle wensen en eisen van de ouders. Heeft je zoon/dochter na school activiteiten zoals dansen, zwemmen of voetbal? We bieden de mogelijkheid je kind hierheen te brengen! blink hanteert streng de regels van de wet. Zo mag het kindaantal nooit overschreden worden. Maar laat het kindaantal het toe, dan is je kind altijd welkom! Er wordt uitsluitend gewerkt met gediplomeerde pedagogische medewerkers. Stagiaires staan nooit alleen op de groep. d.d. 24 september 2014 20 van 20 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 21-08-2014 Blink bso bv te ALMERE
© Copyright 2024 ExpyDoc