Inspectierapport Kidtopia (BSO) Marcantilaan 496 499 1051 MK AMSTERDAM Registratienummer: 852825523 Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Stadsdeel West Datum inspectie: 06-03-2014 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 31-03-2014 Kidtopia - Jaarlijks onderzoek 06-03-2014 1/12 Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht Kidtopia - Jaarlijks onderzoek 06-03-2014 2/12 Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 6 maart 2014 is een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd, op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Op grond van het risicoprofiel van de locatie zijn slechts een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht. Beschouwing De organisatie Kidtopia bestaat uit een kinderdagverblijf en een buitenschoolse opvang. Kidtopia heeft drie leidinggevenden, namelijk één van de houders, de locatiemanager en de assistentleidinggevende. Zij zijn verantwoordelijk voor de gang van zaken op de locatie. Op de buitenschoolse opvang staat dagelijks één vaste beroepskracht op de groep die regelmatig met vaste invalkrachten werkt. Ten tijde van het inspectieonderzoek wordt er gezocht naar een tweede vaste beroepskracht. Ten tijde van het inspectiebezoek komt naar voren dat er een actueel veiligheids- en gezondheidsbeleid op de locatie is vastgesteld. De actuele beleidsstukken zijn echter niet op de groep aanwezig; er zit verouderd beleid in de groepsmappen die ten tijde van het inspectieonderzoek aan de toezichthouder werden overhandigd. De houder dient ervoor te zorgen dat de beroepskrachten over de actuele beleidsstukken kunnen beschikken. Vertrouwenspersoon, klachtencoördinator en aandachtsfunctionaris kindermishandeling In december 2013 is er een externe vertrouwenspersoon voor het personeel aangesteld. Deze persoon is per brief voorgesteld aan het personeel en ouders. Het kindercentrum is voor klachten van ouders of de oudercommissie aangesloten bij de Stichting Klachtencommissie Kinderopvang (sKK). Voor interne klachten is de locatiemanager klachtencoördinator. De locatiemanager is tevens aandachtsfunctionaris kindermishandeling. Eén van de houders is GZ-psycholoog en fungeert als klankbord voor de locatiemanager, dit met betrekking tot vragen over ontwikkelingsproblematiek en vragen die voortkomen uit de functie van aandachtsfunctioanris kindermishandeling. De oudercommissie De toezichthouder heeft meerdere malen geprobeerd telefonisch contact op te nemen met de oudercommissie maar dit is helaas niet gelukt. Advies aan college van B&W De toezichthouder adviseert om op de geconstateerde overtredingen handhavend op te treden conform het handhavingsbeleid van de gemeente. Kidtopia - Jaarlijks onderzoek 06-03-2014 3/12 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan en handelen conform dit plan. De beroepskrachten dragen zorg voor het waarborgen van de emotionele veiligheid van de kinderen, het stimuleren van de ontwikkeling van de persoonlijke en sociale competenties van de kinderen en de overdracht van normen en waarden. Het waarborgen van de emotionele veiligheid van de kinderen blijkt uit de volgende voorbeelden. Bij het ophalen begroet de beroepskracht alle kinderen individueel. Tijdens het lopen heerst er een vrolijke sfeer doordat de beroepskracht voorstellen doet om liedjes te zingen, rijmpjes te zeggen, grapjes te maken en spelletjes te beginnen zoals 'ik zie ik zie wat jij niet ziet'. Alle kinderen komen aan de beurt. Wanneer een kind valt stopt iedereen met lopen en wordt het kind getroost. De persoonlijke competentie van de kinderen wordt gestimuleerd door het aanbieden van uitdagende activiteiten. Zo verzorgt de beroepskracht elke twee à drie weken een nieuw thema. Het thema sluit aan op wat de kinderen voorstellen. De beroepskracht zorgt voor uitdagende activiteiten binnen dit thema. Ten tijde van het inspectiebezoek is het thema 'waar kom je vandaan?' net afgesloten. In de groepsruimte hangen schilderijen van vlaggen. Binnen dit thema hebben de kinderen elkaar leren tellen en woordjes in hun tweede taal geleerd. Het thema 'dieren' is net gestart. Het volgende thema zal 'vlinder' zijn omdat de beroepskracht heeft opgemerkt dat dit van veel kinderen het lievelingsdier is. Binnen dit thema zal de beroepskracht een 'vlinderhotel' maken met vlinderlarven waarin de kinderen de ontwikkeling van rups tot vlinder in levende lijve zullen kunnen zien. Situaties in het dagelijks leven worden aangegrepen om de kinderen iets te leren. Zo vraagt de beroepskracht tijdens het ophalen aan welke kant van de weg je hoort te lopen en naar welke kant je kijkt bij het oversteken. Er vindt overdracht van normen en waarden plaats doordat de beroepskracht de kinderen aanspreekt op ongewenst gedrag. Wanneer een groepje kinderen ongewenste woorden zegt, spreekt de beroepskracht het groepje kinderen hierop aan door te zeggen dat dit geen nette woorden zijn. Er gelden duidelijke afspraken op de groep: zo beginnen de kinderen pas met eten wanneer iedereen een bord heeft; de kinderen worden hieraan herinnerd. Op de groep is een papieren boom opgehangen waarop de groepsregels staan. Er heerst een sfeer waarbij ook de kinderen de beroepskracht kunnen aanspreken. Wanneer de beroepskracht enthousiast een tweede keer de beurt neemt met het spel 'ik zie ik zie wat jij niet ziet' spreekt een kind de beroepskracht daarop aan; de beroepskracht geeft hier gehoor aan en geeft een kind de beurt. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Gesprek met de beroepskracht - Observaties tijdens het ophalen en op de groepen - Pedagogisch plan BSO (d.d. 18 juni 2013) Kidtopia - Jaarlijks onderzoek 06-03-2014 4/12 Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Deze steekproef is gehouden onder het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden en het personeel dat op de groep werkzaam was ten tijde van het inspectiebezoek. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een passende beroepskwalificatie conform de CAO Kinderopvang. Deze steekproef is gehouden onder het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden. Beroepskracht-kind-ratio Dagelijks worden op de groepen maximaal tien kinderen opgevangen door één beroepskracht of maximaal negentien kinderen door twee beroepskrachten. Er is één vaste beroepskracht in dienst en er zijn drie vaste invalkrachten. Ten tijde van het inspectieonderzoek zijn er geen vacatures. Bij ziekte, vakantie en verlof worden invalkrachten van de eigen invalpool of in geval van nood van een uitzendbureau ingezet. De beroepskrachten hebben de volgende werktijden: van 14.30 tot 18.30 uur; ze pauzeren op deze dagen niet. Op woensdag werkt er één beroepskracht van 11.30 tot 18.30 uur. Tijdens schoolvrije dagen worden de kinderen, afhankelijk van het kindaantal, door één of twee beroepskrachten opgevangen. Indien er één beroepskracht werkt, werkt deze van 9.30 tot 18.30 uur. Indien er kinderen vóór 9.30 uur starten, worden zij opgevangen op de inpandige 3+groep van het kinderdagverblijf Kidtopia. De beroepskracht verklaart dat dit nauwelijks voorkomt; de afgelopen schoolvakantie is dit bijvoorbeeld niet voorgekomen. Indien er twee beroepskrachten werken, werken ze van 8.30 tot 17.30 uur en van 9.30 tot 18.30 uur. De beroepskrachten pauzeren 30 minuten tussen 13.00 en 15.00 uur. Op basis van deze werktijden wordt er voldaan aan de kwaliteitseisen omtrent het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio. Het komt niet voor dat een beroepskracht alleen in het kindercentrum aanwezig is omdat er altijd beroepskrachten van het kinderdagverblijf dat zich in hetzelfde pand bevindt en kantoorpersoneel aanwezig is. Daarnaast is er regelmatig, ook in schoolvakanties, een stagiaire op de buitenschoolse opvang aanwezig. Opvang in groepen Er zijn twee stamgroepen. De groep Windmolen bestaat uit maximaal veertien kinderen tussen de vier en zeven jaar oud. De groep Bliksem bestaat uit maximaal negentien kinderen tussen de acht en twaalf jaar oud. Elk kind behoort bij één stamgroep. Op de woensdag en de vrijdag worden de groepen, in verband met het lage kindaantal, structureel samengevoegd. De opvang vindt, buiten het samenvoegen en (spel)activiteiten om, plaats in deze stamgroepen. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Afschriften van verklaringen omtrent het gedrag, ingezien op locatie - Afschriften van diploma's, ingezien op locatie - Gesprek met de beroepskracht - Gesprek met de locatiemanager - Roosters en presentielijsten van januari en februari 2014 Kidtopia - Jaarlijks onderzoek 06-03-2014 5/12 Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Er vindt wekelijks groepsoverleg plaats met de locatiemanager. Op de groep staat een groepsmap met protocollen en de risico-inventarisaties. Deze documenten zijn echter verouderd: de risico-inventarisaties in deze map dateren van 2011. In de gang staat een andere map, hierin zijn de risico-inventarisaties van 2012 en is de risico-inventarisatie veiligheid van 2013 opgeborgen. De risico-inventarisatie gezondheid is echter gedateerd, maar de locatiemanager verklaart dat deze in 2013 nog is uitgevoerd. De locatiemanager is in de gelegenheid gesteld de risico-inventarisaties uit 2013 toe te sturen. Op 10 maart 2014 zijn de actuele risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid toegestuurd. De beroepskrachten zijn op de hoogte van het de veiligheids- en gezondheidsrisico's. Zo draagt de beroepskracht er zorg voor dat de kinderen de handen wassen voor en na het eten. Tijdens het ophalen van de kinderen hebben de beroepskrachten mapjes met presentielijsten van de kinderen per school en de looproute naar de desbetreffende school bij zich. De beroepskracht draagt een herkenbaar hesje van de organisatie en neemt hesjes mee voor de kinderen. De jongere kinderen lopen aan de hand van een 'Hold-a-ring evacuatietouw' zodat de kinderen bij de groep blijven. De beroepskracht verklaart bezig te zijn met het inventariseren van de actuele telefoonnummers van de ouders van de kinderen om deze te te voegen aan de mapjes zodat ouders in geval van nood snel te bereiken zijn. Tot die tijd loopt het contact met de ouders via het kantoor op de vestiging. Tijdens het buiten spelen op het de aangrenzende openbare plein dragen de beroepskrachten en de kinderen een herkenbaar hesje van de organisatie. Meldcode kindermishandeling Er wordt bij het kindercentrum gebruikgemaakt van een meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld die gebaseerd is op die van de Brancheorganisatie Kinderopvang. Ten tijde van het inspectiebezoek zit er een verouderde versie van het protocol in de groepsmap die niet meer voldoet aan de huidige wet- en regelgeving. De leidinggevende verklaart dat er een nieuwere versie is vastgesteld; zij is in de gelegenheid gesteld om deze op te sturen. Op 10 maart 2014 heeft de leidinggevende de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld die in het kindercentrum wordt gehanteerd toegestuurd. De meldcode is gebaseerd op de meldcode van de Brancheorganisatie Kindermishandeling (versie juli 2013) en deze voldoet aan de wet- en regelgeving. De meldcode is toegespitst op de locatie en bevat een ingevulde sociale kaart. De locatiemanager is aandachtsfunctionaris kindermishandeling. Uit de notulen van werkoverleg blijkt dat in juli 2013 de meldcode is besproken en in november 2013 is besproken wie de aandachtsfunctionaris kindermishandeling is. De beroepskracht is op de hoogte van fysieke en gedragsmatige signalen van kindermishandeling en van de eerste stappen van de meldcode. De beroepskracht is alert op mogelijke signalen. Zo heeft de beroepskracht bij signalen een anoniem verslag opgesteld en heeft aan de hand hiervan de eerste stappen van de meldcode ondernomen. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Gesprek met de beroepskracht - Gesprek met de locatiemanager - Toegestuurde risico-inventarisatie veiligheid (d.d. 15 mei 2013, ontvangen op 10 maart 2014) - Toegestuurde risico-inventarisatie gezondheid (d.d. 1 mei 2013, ontvangen op 10 maart 2014) - Toegestuurde meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld (zonder versievermelding, ontvangen op 10 maart 2014) - Notulen locatieoverleg (d.d. 17 juni 2013 en 5 november 2013) Kidtopia - Jaarlijks onderzoek 06-03-2014 6/12 Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Het kindercentrum beschikt over twee stamgroepsruimtes die passend en in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen zijn ingericht. De groepsruimte van de oudste kinderen is ingericht met onder andere een tafelvoetbalspel, een televiesie, een zithoek en een knustel- en boekenkast op kindhoogte. De groepsruimte van de jongste kinderen is ingericht met onder andere een winkelkraam, speelgoedauto's en blokken, speelkussens en een knutsel- en boekenkast op kindhoogte. Ten tijde van het inspectiebezoek zijn de tafel en speelblokken op zodanige wijze opgestapeld vóór de knutsel- en boekenkast dat de knutel- en boekenkast niet meer toegankelijk is voor de kinderen. Het beschikbare materiaal is op deze manier niet vrij toegankelijk en uitnodigend opgesteld voor de kinderen. Buitenspeelruimte De buitenschoolse opvang maakt gebruik van de toegankelijke en aangrenzende openbare buitenruimte. Hier is geen vast speelmateriaal beschikbaar. Er is wel voldoende los speelmateriaal beschikbaar zoals pionnen, ballen, fietsjes, auto's en stoepkrijt. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek. Kidtopia - Jaarlijks onderzoek 06-03-2014 7/12 Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders door middel van de eigen website, een informatieboekje aan ouders, nieuwsbrieven die maandelijks verstuurd worden en het whiteboard op de groep. In de map bij de ingang is onder andere het pedagogisch beleidsplan ter inzage te vinden. Op de website van de locatie is het meest recente inspectierapport te downloaden. Deze informatiebronnen zijn toegankelijk voor alle ouders. Ouders worden echter onvoldoende geïnformeerd over de opvang van de kinderen in groepen. Zo worden de groepen elke woensdag en vrijdag samengevoegd in verband met een lager kindaantal. Dit gebeurt structureel. In het pedagogisch beleidsplan staat echter beschreven dat er per dag gekeken wordt of er in twee groepen of in één samengevoegde groep wordt opgevangen; dit is niet toegestaan. De opvang dient in vaste basisgroepen plaats te vinden. Indien er wordt samengevoegd dient dit structureel te zijn waarbij ouders hiervan op de hoogte worden gebracht. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. (art 1.54 lid 1 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen.) Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie die bestaat uit vijf leden ingesteld. Uit de notulen blijkt dat de houder adviesaanvragen bij de oudercommissie heeft neergelegd met betrekking tot het prijsbeleid, het oudercommissiereglement, een eventuele uitbreiding met een peuterspeelzaal, en het huishoudelijk reglement. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Website www.kidtopia.nl - Informatieboekje Kidtopia Kinderopvang BSO (versie juli 2013) - Pedagogisch plan BSO (d.d. 18 juni 2013) - Gesprek met de locatiemanager - Notulen Vergadering Oudercommissie (d.d. 18 maart 2013) - Notulen Vergadering oudercommissie (d.d. 18 oktober 2013) - Notulen oudercommissievergaderingdinsdag (d.d. 4 februari 2014) Kidtopia - Jaarlijks onderzoek 06-03-2014 8/12 Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO Kinderopvang is opgenomen. Beroepskracht-kind-ratio A. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. OF B. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen, kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen, kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 uur en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 uur en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. A. De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Of B. De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. Kidtopia - Jaarlijks onderzoek 06-03-2014 9/12 De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling die voldoet aan de beschreven eisen. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld. De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. Kidtopia - Jaarlijks onderzoek 06-03-2014 10/12 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang : : : : : Kidtopia 000005785618 http://www.kidtopia.nl 33 Nee Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website : : : : : Kidtopia V.O.F. Marcantilaan 499 1051 MJ AMSTERDAM 34310634 www.kidtopia.nl : : : : : GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. E.A. Leyen, MSc. Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats : Stadsdeel West : Postbus 57239 : 1020 BC AMSTERDAM Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport Kidtopia - Jaarlijks onderzoek 06-03-2014 : : : : : 06-03-2014 19-03-2014 31-03-2014 31-03-2014 07-04-2014 : 07-04-2014 : 11/12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze behorende bij het inspectierapport Kidtopia (BSO) MARCANTILAAN 496-499 1051 MK AMSTERDAM DATUM INSPECTIE: 06-03-2014 DATUM HOOR EN EN WEDERHOOR: 31 MAART 2014 DATUM INDIENEN ZIENSWIJZE: 31 MAART 2014 Betreft het onderdeel ‘OUDERRECHT’ Wij informeren ouders door middel van de eigen website, een informatieboekje aan ouders,nieuwsbrieven die maandelijks verstuurd worden en het whiteboard op de groep. In de map bij de ingang is onder andere het pedagogisch beleidsplan ter inzage te vinden. Tevens is op onze website het meest recente inspectierapport in te zien. (Deze kunnen ouders ook ter inzage op de locatie inzien). Deze informatiebronnen zijn toegankelijk voor alle ouders. Geciteerd uit het GGD rapport. In het rapport word vermeld dat wij ouders onvoldoende hebben geïnformeerd over de structurele samenvoeging van de bso groepen op de woensdag en de vrijdag vanwege het lage kind aantal. Dit was namelijk niet terug te lezen in het pedagogisch beleidsplan. Wij hebben naar aanleiding van deze opmerking het pedagogisch beleidsplan aangepast en dit duidelijk vermeld. Zie verder pedagogisch plan Kidtopia BSO 31 maart 2014. Tevens willen wij hierbij aan toevoegen dat de oudercommissie van Kidtopia wel hier van op de hoogte was. En dat bij de intake met nieuwe ouders dit wordt verteld en toegelicht. En als laatste toevoeging is dat wij dit in een nieuwsbrief d.d. februari/maart 2013 tevens kort hebben beschreven en we hebben dit tijdens een ouderavond op 18 juni 2013 besproken. Directie Kidtopia 31 maart 2014 Kidtopia - Jaarlijks onderzoek 06-03-2014 12/12
© Copyright 2024 ExpyDoc