MEE-Sectorrapport PKI def 140710 - Rijksdienst voor Ondernemend

MEE-Sectorrapport 2013
Papier- en kartonindustrie
Colofon
Projectnaam:
Datum:
Status:
Kenmerk:
Locatie:
Contactpersoon:
MEE-monitoring Papier- en kartonindustrie
140710
Definitief
1235678/223/HVDK/CC/156028
Utrecht
Ir. J. M. van der Knaap
Inhoud
Hoofdstuk 1. Inleiding ........................................................................ 1
Hoofdstuk 2. Overzicht ontwikkeling energieverbruik ........................ 2
Hoofdstuk 3. Verklaring verandering energieverbruik ........................ 3
Hoofdstuk 4. Spiegeling aan het MJP .................................................. 4
Hoofdstuk 5. Resultaten per pijler ...................................................... 6
Hoofdstuk 6. Tabellen ......................................................................... 7
Samenvatting
Kerngegevens
Sectorgegevens
Papier- en kartonindustrie
Aantal MEE-deelnemers in 2013
Aantal beschouwde bedrijven voor 2013 in dit rapport
Aantal toetreders in 2013
Aantal uittreders in 2013
Werkelijk energieverbruik 2013 (TJ)
Effecten van maatregelen
Procesefficiencyverbetering
Besparing in de keten [TJ]
Duurzame energie [TJ]
2013 t.o.v. 2012
1,5%
-795
418
19
19
0
0
23.702
2013 t.o.v. 2009
7,7%
2.998
1.366
Resultaten
Energieverbruik
Het totale werkelijke energieverbruik van de sector bedroeg 23.702 TJ in 2013. Dit is 2,4%
hoger dan in 2012. Deze toename is de resultante van besparingen door middel van procesmaatregelen, van volume van produktie en van overige invloedfactoren.
Uitvoering van de EEP's van de sector
In de EEP's heeft de sector toegezegd maatregelen te treffen die in 2016 tot een jaarlijkse geaggregeerde besparing van 4.118 TJ leiden. Na één jaar bedraagt het jaarlijkse effect van
maatregelen -424 TJ ten opzichte van 2012.
Ten opzichte van 2012 is het totaal resultaat -0,5 %, licht negatief. Dit wordt geheel veroorzaakt door minder besparingen op het gebied van ketenenergie.
Energiebesparing in het proces
Procesmaatregelen in 2013 hebben een besparing van 371 TJ opgeleverd.
In 2013 komen de cumulatieve besparingen aan PE-maatregelen op 7,7% van het energieverbruik ten opzichte van 2009.
De belangrijkste procesmaatregelen zijn:
• Verlaging verliezen als gevolg van breuk en afkeur
• Gebruik lagere druk bij de voordroogpartij
• slimmer gebruik van de vacuümpompen
• Verlagen thermisch gebruik kartonmachine / papiermachine
• Verlagen temperatuur van opslagsilo’s met 5 0C
I
Energiebesparing in de keten
Ketenmaatregelen hebben in 2013 een totale besparing van 4.651 TJ opgeleverd.
In 2012 is een totaal van 5446 TJ genoteerd, waardoor de besparingen in 2013 een achteruitgang betekenen van 795 TJ. (-3,7 %) ten opzichte van 2012.
De besparing door ketenmaatregelen komt overeen met een intensivering ten opzichte van het
basisjaar 2009 van 2998 TJ. ( 5,3 %)
11 Bedrijven rapporteren een achteruitgang in besparing in de keten ten opzichte van 2012.
Inzet duurzame energie
De totale gerapporteerde inzet van duurzame energie in de sector bedraagt 1.524 TJ in 2013.
Dit is een toename van de inzet van duurzame energie van 418 TJ ten opzichte van 2012.
( +1,7% )
De inzet van duurzame energie betreft voor 1282 TJ de inzet van biomassa en alternatieve
niet-fossiele brandstof in plaats van aardgas van een enkel bedrijf. Verder wordt gerapporteerd
de inzet van biogas voor 170 TJ en de inkoop van groene elektriciteit en groen gas.
In totaal is dit ten opzichte van basisjaar 2009 een intensivering van 1368 TJ.
Volgens afspraak telt duurzame energie bij MEE-sectoren niet mee in de ambitie.
Vooruitblik
Algemene ontwikkelingen
De Nederlandse papier- en kartonsector is een branche waarin op collectief gebied veel gebeurt. Bedrijven trekken onder leiding van de Koninklijke VNP samen op. Dit gebeurt op het
gebied van energiebesparing, verduurzaming, veilig werken en het positioneren van de sector.
De gezamenlijke agenda voor de komende jaren herbergt een aantal uitdagende ambities: de
sector gaat meer waarde halen uit biomassa, vermindert energieverbruik en CO2-uitstoot,
streeft naar meer toegevoegde waarde van de producten en focust op het behouden en aantrekken van getalenteerd (technisch) personeel. De papier- en kartonindustrie streeft ernaar
om het schoolvoorbeeld van een circulaire, biobased sector te zijn en te blijven.
In 2013 is een aantal aansprekende resultaten geboekt. Het ketenproject ‘Duurzaam Boek’
werd afgerond: het blijkt mogelijk boeken te maken met een 50 procent lagere CO2-footprint
dan een traditioneel boek. In Europees verband werd de innovatiewedstrijd voor een koolstofarme economie afgerond. Het Two Team project gaf inzicht in spraakmakende innovaties en
doorbraaktechnologieën die noodzakelijk zijn om in 2050 een CO2-reductie van 80 procent te
behalen; het winnende concept, ‘deep eutectic solvents’, is een gloednieuwe technologie
waarmee hout en andere biomassa bij lage temperaturen wordt gescheiden in haar zuivere
polymeren. Zo levert het hoge kwaliteit cellulose, dat bruikbaar is in de papier- en kartonindustrie, en zuivere lignine als basis voor biobased chemicaliën. Introductie van dit concept wijzigt het productieproces voor cellulose voor papier en karton drastisch en maakt energieefficiënte productie van pulp uit hout en agrarische reststromen op kleine schaal mogelijk. De
TU/e tekende een intentieovereenkomst met 14 Europese papierbedrijven, waaronder zeven
Nederlandse, om de oplosmiddelen verder te ontwikkelen en de weg te plaveien voor de bouw
van een proeffabriek, die in Nederland moet komen te staan.
II
Een ander interessant concept van Nederlandse bodem is het gebruik van superkritisch CO2,
dat het energieverbruik bij het drogen en kleuren van papier drastisch kan reduceren. Hiervoor
wordt ook verder gekeken naar het inpassen in het huidige productieproces.
Deze doorbraaktechnologieën bieden de sector kansen en helpen bij het realiseren om de doelstelling – halvering van het energieverbruik in 2020 – waar te maken. Tel daarbij op dat volop
wordt geëxperimenteerd met nieuwe vezels (tomaat, paprika, gras) en dat de sector onverminderd hoog scoort op het gebied van recycling en het wordt duidelijk dat weinig sectoren
groener zijn dan papier en karton.
Convenantactiviteiten
2013 was voor de sector een overgangsjaar. Het jaar dat het formele Energietransitie traject
met het ministerie van Economische zaken werd afgerond en tegelijkertijd een start werd gemaakt met een hernieuwde toekomstambitie. In Fort Voordorp werd er uitgebreid teruggeblikt
op de ervaringen van de energiebesparingen in de papierindustrie. De bedrijven uit de papierindustrie en andere maakindustriebedrijven presenteerden de beste praktijken op het gebied
van energiemanagement. Veel waardevolle lessen en overeenstemming over zo mogelijk nog
grotere uitdagingen voor de industrie op het vlak van energie efficiëntie en verduurzaming. De
energie-ambitie van een halvering van het energieverbruik binnen de hele keten van papier en
karton in 2020 blijft het belangrijkste streven.
Het jaar ook waarin een nieuwe samenwerking tussen VNP en RVO werd ondertekend. De samenwerkingsovereenkomst biedt kansen voor een sector overstijgende samenwerking tussen
ketenpartijen uit de grafische, papier-, voedings- en genotmiddelensectoren en zet in op meer
winst voor alle partijen op energiebesparing, materiaalgebruik en CO2-uitstoot.
Daarnaast werd en wordt er verder gewerkt aan de onderlinge samenwerking in de sector om
voortuitgang te boeken op het vlak van energiebesparing. Individuele bedrijven hebben een
eerste start gemaakt met de implementatie van hun EEP’s.
III
Hoofdstuk 1. Inleiding
Dit rapport bevat de resultaten van de sector in het kader van het MEE-convenant.
De grafieken in hoofdstuk 2 tot en met 5 geven overzichten van:
• de ontwikkeling van het energieverbruik van de sector vanaf 2009;
• de verklaring van de verandering in energieverbruik ten opzichte van vorig jaar;
• de spiegeling ten opzichte van de geaggregeerde energie-efficiencyplannen (EEP's)
2013-2016 van de sector;
• de ontwikkeling van het effect van de PE-, KE- en DE-maatregelen vanaf 2010.
Hoofdstuk 6 geeft de achterliggende informatie weer in tabellen.
Dit sectorrapport is opgesteld op basis van de door bedrijven aangeleverde gegevens in het
kader van de jaarlijkse MEE-monitoring. De berekeningen in dit rapport zijn gebaseerd op de
methodiek energie-efficiency zoals die is vastgelegd in de Handreiking monitoring MEE. Details
over de methodiek kunt u vinden op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl).
| Definitief | MEE-Sectorrapport 2013 Papier- en kartonindustrie |
Pagina 1 van 10
Hoofdstuk 2. Overzicht ontwikkeling energieverbruik
Onderstaande grafiek laat het jaarlijkse energieverbruik van de sector vanaf 2009 zien.
In 2009 wordt het energieverbruik als primaire energie getoond, en wordt niet in de verschillende energiedragers uitgesplitst omdat deze gegevens niet bekend zijn.
Vanaf 2010 wordt het energieverbruik wel gesplitst in verschillende energiedragers.
Hieronder wordt ingegaan op het energieverbruik van 2013 in relatie tot dat van 2012.
Wat opvalt in het energieverbruik van de sector, is dat voor het eerst sinds jaren de sector
geen netto leverancier van elektriciteit aan het net is.
Het elektriciteitsverbruik is in totaal toegenomen met 1826 TJ, waartegen het gasverbruik
overall is afgenomen met 1609 TJ. Nadere analyse laat zien dat dit voor het grootste deel verklaard wordt door een andere inzet van energie bij voornamelijk 2 bedrijven. Beide bedrijven
hebben verklaard dat dit veroorzaakt wordt door een mindere inzet van de WKK, hetgeen te
maken heeft met de tegengestelde ongunstige prijsontwikkeling van de energiedrager gas ten
opzichte van electra.
| Definitief | MEE-Sectorrapport 2013 Papier- en kartonindustrie |
Pagina 2 van 10
Hoofdstuk 3. Verklaring verandering energieverbruik
Onderstaande grafiek geeft aan in welke mate verschillende factoren de verandering in het
energieverbruik tussen het verslagjaar en het jaar daarvóór verklaren.
Maatregelen in het proces (PE-maatregelen) hebben een besparend effect tot doel (het energieverbruik wordt minder).
In totaal hebben bedrijven in 2013 371 TJ op aan besparende PE-maatregelen genomen.
Het Volume-effect (effect door verschil in productiehoeveelheid) is verhogend (meer energieverbruik) bij hogere productie of verlagend bij lagere productie. Alle bedrijven samen rapporteerden een hoger energiegebruik van 769 TJ ten gevolge van een hogere productiehoeveelheid.
Het deel Overige invloedsfactoren is de optelsom van alle invloedsfactoren die de sector heeft
gerapporteerd, zoals hogere/lagere capaciteitsbezetting ten opzichte van vorig jaar of gunstige/ongunstige weersomstandigheden ten opzichte van vorig jaar. Deze optelsom kan uiteindelijk besparend of ontsparend zijn.
14 bedrijven rapporteerden in totaal 22 invloedsfactoren, waarvan 18 ontsparend en 4 besparend. Het overall effect van deze invloedsfactoren is 80 TJ ontsparend.
De post Onverklaard is de restpost. Deze restpost is besparend wanneer het verwachte energieverbruik in het monitoringjaar (de optelsom van de eerste vier posten in de grafiek) hoger
is dan het werkelijke energieverbruik. De restpost is ontsparend wanneer het verwachte energieverbruik lager is dan het werkelijke energieverbruik. Hoe kleiner de restpost, des te beter
het werkelijke energieverbruik in de sector is verklaard.
In deze sector is deze restpost 85 TJ en ontsparend, relatief klein evenals vorig jaar.
Ook ten opzichte van het energieverbruik in de sector is deze post relatief klein ( 0,4% ).
| Definitief | MEE-Sectorrapport 2013 Papier- en kartonindustrie |
Pagina 3 van 10
Hoofdstuk 4. Spiegeling aan de geaggregeerde EEP's
Onderstaande grafiek geeft de jaarlijkse ontwikkeling aan van het effect van de getroffen
maatregelen binnen de sector ten opzichte van 2012. De horizontale lijn is de sectordoelstelling voor 2016 op basis van zekere en voorwaardelijke maatregelen van PE en KE.
Uit de grafiek blijkt dat de PE- en KE-maatregelen, die als zeker of voorwaardelijk gepland zijn
in de EEP’s, 17,8% vertegenwoordigen van het energieverbruik van de sector.
Na één jaar van de huidige EEP-periode 2013- 2016, is gerapporteerd dat aan PE-maatregelen
371 TJ (1,5%) is uitgevoerd.
Aan KE-maatregelen is 4651 TJ in 2013 gerapporteerd. Dit laatste is een achteruitgang ten
opzichte van de gerapporteerde hoeveelheid KE-maatregelen in 2012 met 795 TJ (- 3,7%).
Opgeteld levert dit een negatieve besparing ten opzichte van de doelstelling: -2,2 %.
Ten opzichte opzichte van de MJP-doelstelling van 4118 TJ is -424 TJ gerealiseerd (- 10%)
Indien duurzame energie wel zou worden meegeteld ( besparing 2013 1524 TJ), hetgeen 418
TJ meer is dan in 2012, dan is op basis van PE-, KE- en DE-maatregelen in totaal -5 TJ
bespaard en is het resultaat 0 %.
| Definitief | MEE-Sectorrapport 2013 Papier- en kartonindustrie |
Pagina 4 van 10
Om de inspanningen van de sector in het juiste perspectief te plaatsen is op wens van de OGE
een grafiek toegevoegd die tevens de doelstelling MJP 2013-2016 combineert met de bereikte
resultaten van de voorgaande periode.
Uitgaande van een resultaat van 22,2% in de voorgaande EEP-periode, die in 2012 is afgesloten, leidt de cumulatieve doelstelling van beide periode’s tot 40 % op basis van zekere en
voorwaardelijke maatregelen op PE- en KE-gebied.
Van deze gecombineerde MJP-doelstelling van 40 % is na 4 jaar de helft gerealiseerd.
Er volgen in deze EEP-periode nog 3 jaar.
| Definitief | MEE-Sectorrapport 2013 Papier- en kartonindustrie |
Pagina 5 van 10
Hoofdstuk 5. Resultaten per pijler
Het MEE-convenant kent twee pijlers: procesefficiency en ketenefficiency. De grafieken geven
de jaarlijkse effecten per pijler vanaf 2010 weer. Deze resultaten zijn aangegeven als percentage van het energieverbruik van de sector in het jaar 2013. DE-inspanningen tellen niet mee
in het realiseren van de ambitie, maar zijn voor de volledigheid wel weergegeven.
PE-maatregelen (cumulatief berekend vanaf 2010)
9%
PE-besparing
8%
7%
6%
5%
4%
3%
2%
1%
0%
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
Uit de resultaten voor procesefficiency blijken de besparingen door middel van maatregelen
in 2013 371 TJ meer dan in 2012. In 2013 besparen maatregelen zo’n 1,5% van het energieverbruik in de sector. Bovenop de eerdere besparingen van 6,2 %, komt de cumulatieve besparing daarmee op 7,7%.
De belangrijkste procesmaatregelen zijn:
•
•
•
•
•
Voordroogpartij bedrijven op lagere druk
Herconfigureren vacuümpompen
Verlagen thermisch gebruik kartonmachine / papiermachine
Verlagen temperatuur van opslagsilo’s met 5 0C
Verlaging verliezen als gevolg van breuk en afkeur
| Definitief | MEE-Sectorrapport 2013 Papier- en kartonindustrie |
Pagina 6 van 10
KE-maatregelen (jaarlijks effect ten opzichte van 2009)
Productieketen
Productketen
18%
16%
KE-besparing
14%
12%
10%
8%
6%
4%
2%
0%
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
De besparing door ketenmaatregelen is in 2013 4651 TJ, bijna 795 TJ lager dan in 2012.
Het overgrote deel van de ketenmaatregelen valt onder de productieketen.
17 bedrijven voeren in 2012 ketenmaatregelen op, tegen alle 19 bedrijven in 2013.
Bij 11 bedrijven zijn de besparingen in 2013 achteruit gegaan in vergelijking met 2012, bij 6
bedrijven zijn de besparingen ongeveer gelijk gebleven.
De besparing in 2013 is 12,3 % tegenover 16,0 % in 2012.
| Definitief | MEE-Sectorrapport 2013 Papier- en kartonindustrie |
Pagina 7 van 10
DE-maatregelen (jaarlijks effect ten opzichte van 2009)
Inkoop
Opwekking
2012
2013
7%
6%
Aandeel DE
5%
4%
3%
2%
1%
0%
2010
2011
2014
2015
2016
Vier bedrijven voeren duurzame energie op. Het betreft grotendeels eigen opwekking van
duurzame energie, voor in totaal 1454 TJ in 2013. Daarnaast koopt een bedrijf groene energie
voor in totaal 70 TJ.
Ten opzichte van 2012 is dit een toename 418 TJ.
Ten opzichte van 2009 is dit een intensivering van 1366 TJ.
De toepassing van duurzame energie in de sector bedraagt daarmee in 2013 6 % van het
totale energieverbruik.
De besparingen op het gebied van duurzame energie in 2013 zijn 5,8% tegenover 4,1% in
2012.
| Definitief | MEE-Sectorrapport 2013 Papier- en kartonindustrie |
Pagina 8 van 10
Hoofdstuk 6. Tabellen
De eerste tabel hieronder bevat de gerapporteerde gegevens over het jaarlijkse energieverbruik en de uitgevoerde maatregelen vanaf 2009.
Tabel 1 Energie- en besparingscijfers.
Resultaten per jaar [TJ]
2009
Werkelijk energieverbruik
Besparing door PE-maatregelen
KE-besparing in de productieketen
KE-besparing in de productketen
Inkoop van duurzame energie
Opwekking van duurzame energie
23.421
1.115
1.653
0
0
156
2010
2011
2012
2013
24.095
583
3.121
166
0
322
23.376
430
5.285
144
0
1.074
23.139
523
5.013
433
0
1.106
23.702
371
4.292
359
70
1.454
2014
2015
2016
De tweede tabel geeft een overzicht van het effect van geplande en gerealiseerde maatregelen
op jaarbasis ten opzichte van 2012. Er is daarbij niet gecorrigeerd voor gewijzigde omstandigheden (bijvoorbeeld het productieniveau). Alle waarden zijn in TJ primair per jaar.
De OGE heeft verzocht na te gaan of de KE-maatregelen volgens de juiste methodiek zijn opgenomen. Een eerste onderzoek heeft uitgewezen dat de KE cijfers van de monitoring rapportage over 2013 goed lijken te zijn. Daarnaast zijn er wel enige vraagtekens over de juistheid
van de kwantificering van enige KE-maatregelen in de EEP’s. Dit laatste wordt nog verder uitgezocht maar zal niet voor beëindiging van de monitoring in 2014 afgerond zijn.
Eventuele aanpassingen in Tabel 2 zullen dan plaatsvinden in het monitoring rapport van de
sector P&K van 2014.
Tabel 2 Effecten van uitgevoerde maatregelen in 2013.
Effect [TJ] ten opzichte van basisjaar 2012
Categorie
Subcategorie
Procesmaatregelen
Installaties en gebouwen
Energiezorg en gedragsmaatregelen
Procesefficiency
Strategische projecten
Subtotaal procesefficiency
Maatregelen in de productieketen
Maatregelen in de productketen
Ketenefficiency
Subtotaal ketenefficiency
Inkoop van duurzame energie
Opwekking van duurzame energie
Duurzame energie
Subtotaal duurzame energie
Totaal
| Definitief | MEE-Sectorrapport 2013 Papier- en kartonindustrie |
Verwacht eindresultaat
in 2016 (MJP)
Gerealiseerd jaarlijks
effect t/m verslagjaar
1.135
210
552
87
152
46
375
29
2.214
371
1.241
-721
663
-74
1.904
-795
0
70
2
348
0
418
4118
-5
Pagina 9 van 10
De derde tabel geeft een overzicht van alle bedrijven die vanaf 2010 hebben gerapporteerd.
Van deze bedrijven zijn alle beschikbare en relevante cijfers vanaf 2009 tot en met 2013 in het
sectorrapport verwerkt. In de derde kolom is per bedrijf aangegeven of de gegevens over 2013
in dit rapport zijn meegenomen.
Tabel 3 Deelnemende bedrijven binnen de sector inclusief (historische) uittreders.
Bedrijfsnaam
Status in 2013
Meegenomen
in 2013?
Coldenhove Papier B.V.
Deelnemer
Ja
Crown van Gelder N.V.
Deelnemer
Ja
Eska Graphic Board B.V. locatie Sappemeer
Deelnemer
Ja
Eska Graphic Board B.V. locatie Hoogezand
Deelnemer
Ja
SCA Nederland B.V.
Deelnemer
Ja
Huhtamaki Nederland B.V
Deelnemer
Ja
Mayr-Melnhof Eerbeek B.V.
Deelnemer
Ja
Parenco B.V.
Deelnemer
Ja
Papierfabriek Doetinchem B.V.
Deelnemer
Ja
Sappi Maastricht B.V.
Deelnemer
Ja
Sappi Nijmegen B.V.
Deelnemer
Ja
DS Smith Paper De Hoop
Deelnemer
Ja
Smurfit Kappa Solid Board locatie Coevorden
Deelnemer
Ja
Smurfit Kappa Solid Board locatie Hoogkerk
Deelnemer
Ja
Smurfit Kappa Bad Nieuweschans
Deelnemer
Ja
Smurfit Kappa Oude Pekela KM4
Deelnemer
Ja
Smurfit Kappa Roermond Papier B.V.
Deelnemer
Ja
Solidpack B.V.
Deelnemer
Ja
Van Houtum B.V.
Deelnemer
Ja
Toelichting
***
| Definitief | MEE-Sectorrapport 2013 Papier- en kartonindustrie |
Pagina 10 van 10