Koffiebranderijen MJA3

MJA-Sectorrapport 2013
Koffiebranderijen
Colofon
Projectnaam:
Datum:
Status:
Kenmerk:
Locatie:
Contactpersoon:
Ondersteunend adviesbureau:
MJA-monitoring Koffiebranderijen
5 juni 2014
definitief
1235678/223/RHA/AB/158004
Utrecht
Rineke Hakkens
ARCADIS Nederland BV
Inhoud
Hoofdstuk 1.
Inleiding .......................................................................... 1
Hoofdstuk 2.
Overzicht ontwikkeling energieverbruik ............................... 1
Hoofdstuk 3.
Verklaring verandering energieverbruik ............................... 2
Hoofdstuk 4.
Spiegeling aan het MJP ...................................................... 3
Hoofdstuk 5.
Resultaten per pijler.......................................................... 4
Hoofdstuk 6.
Tabellen .......................................................................... 6
Databaseversie d.d.: 30-04-2014 17:38
Samenvatting
Kerngegevens
Sectorgegevens
Koffiebranderijen
Aantal MJA-deelnemers in 2013
Aantal beschouwde bedrijven voor 2013 in dit rapport
Aantal toetreders in 2013
Aantal uittreders in 2013
Werkelijk energieverbruik 2013 (TJ)
Effecten van maatregelen
Procesefficiencyverbetering
Besparing in de keten [TJ]
Duurzame energie [TJ]
2013 t.o.v. 2012
0,4%
71,4
28,5
10
10
0
0
1.175,8
2013 t.o.v. 2005
13,4%
102,4
147,8
Resultaten
Energieverbruik
Het totale werkelijke energieverbruik van de sector bedroeg 1.175,8 TJ in 2013. Dit is ongeveer 1,7% hoger dan in 2012. De lichte stijging in het energieverbruik is niet te verklaren door
gestegen productie, daar deze met circa 119.000 ton gebrande koffiebonen in 2013
vergelijkbaar is met 2012 (eveneens 119.000 ton). De verklaring moet gezocht worden in een
productietoename van dark roasts (koffiesoorten die langer gebrand worden en bij een hogere
temperatuur) en een toename van de vraag naar single portions producten, waarvan de productie energie-intensief is.
Uitvoering van het meerjarenplan van de sector
In het meerjarenplan (MJP) heeft de sector toegezegd maatregelen te treffen die in 2016 tot
een jaarlijkse besparing van 311,0 TJ leiden. Na één jaar bedraagt het jaarlijkse effect van
maatregelen 104,4 TJ. Hiermee is 34% van de MJP-doelstelling gerealiseerd.
Opvallend hierin is dat voor ketenefficiency de MJP-doelstelling nagenoeg al in 2013 is gerealiseerd.
Energiebesparing in het proces
Procesmaatregelen in 2013 hebben een besparing van 4,5 TJ opgeleverd. De belangrijkste
procesmaatregelen zijn:
•
•
•
•
Energiezuiniger ontijzeringsproces grondwater t.b.v. koelwater;
Optimalisatie van perslucht- en vacuüminstallatie;
Energiezorg: bewustwording energiegebruik;
Optimalisatie persluchtcompressoren.
Energiebesparing in de keten
Ketenmaatregelen hebben in 2013 een totale besparing van 102,6 TJ opgeleverd. Dit is 71,4
TJ meer dan in 2012, en 102,4 TJ meer dan in 2005. De belangrijkste ketenmaatregelen zijn:
I
• Toename inkoop duurzaam gecertificeerde koffie;
• Vervanging van koffiemachines bij de klant door energiezuiniger variant;
• Samenwerking met derden op gebied van stoomvoorziening.
Inzet duurzame energie
De totale inzet van duurzame energie in de sector bedraagt 281,2 TJ in 2013. Dit is 28,5 TJ
meer dan in 2012, en 147,8 TJ meer dan in 2005. De belangrijkste duurzameenergiemaatregelen zijn:
• Koffiedik verbranding;
• Inkoop groene stroom;
• nieuwe koffiedik gestookte stoomketel.
Vooruitblik
Algemene ontwikkelingen
De koffieconsumptie in Nederland is al enige jaren relatief stabiel. De Nederlander drinkt
gemiddeld 148 liter koffie per jaar, dit is ruim drie kopjes per dag. Wel zien we de afgelopen
jaren een sterke toename in de kennis en beleving omtrent koffie, waardoor de consument
steeds hogere eisen aan haar kopje koffie stelt. Dit blijkt uit de herwaardering van de
traditionele filterkoffie: de pure smaak en het bijbehorende zetritueel maakt de hedendaagse
koffiebeleving compleet. Daarnaast zet de groei van één-kop-zetmethodes en de verkoop van
losse koffiebonen ook in 2013 door. Nederlanders willen snel en gemakkelijk een vers kopje
koffie kunnen zetten.
Convenantactiviteiten
In november 2010 heeft de koffiesector haar plannen voor verdere verduurzaming van de
koffieketen vastgelegd in een intentieverklaring. Deze intentieverklaring is uitgewerkt in het
actieplan ‘Verduurzaming: van Oorsprong tot Kopje.” Dit plan vormt de basis voor de branchemaatregelen in het kader van het MJA3 convenant.
In 2012 was de KNVKT medeoprichter van het IDH Sustainable Coffee Program (SCP), dat is
gericht op het versnellen en opschalen van duurzame koffieproductie. De verantwoordelijkheid
van koffiebedrijven voor een duurzame productie beperkt zich echter niet alleen tot de teelt en
de zogenaamde primaire bewerking in de landen van oorsprong, maar geldt tevens voor het
transport, de verdere verwerking (productie) in Nederland, en de consumptie.
Door middel van slim transport door de keten heen streeft de Nederlandse koffiesector naar
een reductie van met name het aantal vrachtwagen kilometers. Via het project ‘Slim Transport’
worden de deelnemende bedrijven op weg geholpen bij de invoering van concrete logistieke
verbetermaatregelen.
Om de vermindering van de milieubelasting door verpakkingen mee te nemen bij
productinnovatie heeft de KNVKT in 2013, in samenwerking met CE Delft, RVO.nl en experts
vanuit de sector, de 'Rekentool Milieudruk Verpakkingen' (RMV) ontwikkeld.
In het kader van constante ontwikkelingen binnen de ‘biobased economy’, blijft de KNVKT
geïnteresseerd in nieuwe, duurzame en winstgevende toepassingen voor organische
reststromen. Hiertoe heeft de KNVKT, met behulp van RVO.nl en de Alliantie Verduurzaming
II
Voedsel, eind 2013 een inventarisatie gemaakt van relevante stakeholders/initiatieven op het
gebied van verwaarding van reststromen.
Tot slot wordt momenteel binnen de Nederlandse koffiesector een zogenaamde
levenscyclusanalyse (LCA) tool ontwikkeld, waarmee aangesloten bedrijven de milieu-impact
binnen de keten inzichtelijk kunnen maken. In de tool wordt ook aandacht besteed aan de
‘consumptiefase’. Deze ketenstap is een ‘hotspot’ in de koffieketen waar het gaat om
milieudruk, aangezien bijna de helft van het totale energieverbruik in de koffieketen
plaatsvindt bij het zetten en warm houden van koffie.
III
Hoofdstuk 1. Inleiding
Dit rapport bevat de resultaten van de sector Koffiebranderijen in het kader van het MJA3convenant. De grafieken in hoofdstuk 2 tot en met 5 geven u overzichten van:
•
•
•
•
de ontwikkeling van het energieverbruik van de sector vanaf 2009;
de verklaring van de verandering in energieverbruik ten opzichte van vorig jaar;
de spiegeling ten opzichte van het meerjarenplan (MJP) 2013-2016 van uw sector;
de ontwikkeling van het effect van de PE-, KE- en DE1-maatregelen vanaf 2009, waarbij alle
relevante gegevens vanaf 2005 zijn meegenomen.
Hoofdstuk 6 geeft de achterliggende informatie weer in tabellen. De cijfers van voorgaande
jaren kunnen afwijken van de cijfers gerapporteerd in eerdere sectorrapporten. Doordat bedrijven na het verschijnen van deze rapportages door voortschrijdend inzicht energie(besparing)cijfers hebben aangepast in het elektronisch milieujaarverslag (e-MJV), zijn ook de geaggregeerde cijfers in het huidige sectorrapport gewijzigd. Deze wijzigingen hebben echter geen
invloed op de conclusies van voorgaande verslagjaren. Indien deze wijzigingen wel een significante invloed hebben, dan is dit expliciet in de rapportage vermeld.
Dit sectorrapport is opgesteld op basis van de door bedrijven aangeleverde gegevens in het
kader van de jaarlijkse MJA-monitoring. De berekeningen in dit rapport zijn gebaseerd op de
methodiek energie-efficiency zoals die is afgesproken in het MJA3-convenant. Details over de
methodiek kunt u vinden in de Handreiking Monitoring op de website van RVO.nl.
Hoofdstuk 2. Overzicht ontwikkeling energieverbruik
Onderstaande grafiek laat het jaarlijkse energieverbruik van uw sector vanaf 2009 zien.
Jaarlijks primaire-energieverbruik
Elektriciteitsverbruik
Aardgasverbruik
Verbruik overige brandstoffen
Energieverbruik [TJ primair]
1.400
1.200
1.000
800
600
400
200
0
2009
1
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
PE = procesefficiency, KE = ketenefficiency en DE = duurzame energie inzet
| definitief | MJA-Sectorrapport 2013 Koffiebranderijen |
Pagina 1 van 6
Hoofdstuk 3. Verklaring verandering energieverbruik
Onderstaande grafiek geeft aan in welke mate verschillende factoren de verandering in het
energieverbruik tussen het verslagjaar en het jaar daarvóór verklaren.
Verklaring verandering energieverbruik 2013 t.o.v. 2012
Maatregelen in het proces (PE-maatregelen) hebben een besparend effect tot doel (het
relatieve energieverbruik wordt minder). Het Volume-effect (effect door verschil in productiehoeveelheid) is verhogend (meer energieverbruik) bij hogere productie of verlagend bij lagere
productie. Het deel Overige invloedsfactoren is de optelsom van alle invloedsfactoren die de
sector heeft gerapporteerd, zoals hogere/lagere capaciteitsbezetting ten opzichte van vorig
jaar of gunstige/ongunstige weersomstandigheden ten opzichte van vorig jaar. Deze optelsom
kan uiteindelijk besparend of ontsparend zijn. De post Onverklaard is de restpost. Deze restpost is besparend wanneer het berekende energieverbruik in het monitoringjaar (de optelsom
van de eerste vier posten in de grafiek) hoger is dan het werkelijke energieverbruik. De restpost is ontsparend wanneer het berekende energieverbruik lager is dan het werkelijke energieverbruik. Hoe kleiner de restpost, des te beter het werkelijke energieverbruik in de sector is
verklaard.
De restpost van onverklaard meerverbruik (ontsparend effect) in 2013 bedraagt 8,6 TJ ten
opzichte van 2012 en bedraagt hiermee 0,7 % van het totaalverbruik. Met andere woorden,
99,3 % van het verschil in energieverbruik van de sector tussen 2012 en 2013 is onderbouwd
met de gerapporteerde effecten van alle bedrijven samen, ten opzichte van het totaalverbruik.
Dit is een uitstekend onderbouwingspercentage.
| definitief | MJA-Sectorrapport 2013 Koffiebranderijen |
Pagina 2 van 6
Hoofdstuk 4. Spiegeling aan het MJP
Onderstaande grafiek geeft de jaarlijkse ontwikkeling aan van het effect van de getroffen EEPmaatregelen binnen de sector ten opzichte van 2012, het jaar voorafgaand aan de beschouwde
EEP-periode. De horizontale lijn is de MJP-doelstelling voor 2016 op basis van zekere en voorwaardelijke maatregelen.
Voortschrijdend resultaat versus MJP-doelstelling
Doelstelling
Resultaat
Aandeel van energieverbruik
30,0%
25,0%
20,0%
15,0%
10,0%
5,0%
0,0%
2013
2014
2015
2016
De MJA3 kent drie pijlers: procesefficiency, ketenefficiency en duurzame energie. Ketenefficiency kan nog worden onderverdeeld in twee categorieën: deelketen productie en deelketen product. Voor duurzame energie is eveneens een splitsing mogelijk: inkoop en (eigen)
opwekking. Uitsplitsing van de resultaten naar de verschillende pijlers levert onderstaande
grafiek op. Ook hier worden de jaarlijkse cijfers gepresenteerd ten opzichte van 2012.
Voortschrijdend resultaat per pijler
PE
KE-productie
KE-product
DE-inkoop
DE-opwekking
Aandeel van energieverbruik
6,0%
5,0%
4,0%
3,0%
2,0%
1,0%
0,0%
2013
2014
2015
2016
-1,0%
| definitief | MJA-Sectorrapport 2013 Koffiebranderijen |
Pagina 3 van 6
Hoofdstuk 5. Resultaten per pijler
De grafieken geven de jaarlijkse effecten per pijler vanaf 2009 weer, met de kanttekening dat
alle relevante gegevens vanaf 2005 in berekeningen van de resultaten zijn verwerkt. Deze
resultaten zijn aangegeven als percentage van het energieverbruik van de sector.
PE-maatregelen (cumulatief berekend vanaf 2006)
16%
PE-besparing
14%
12%
10%
8%
6%
4%
2%
0%
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
KE-maatregelen (jaarlijks effect ten opzichte van 2005)
Productieketen
Productketen
10,0%
9,0%
KE-besparing
8,0%
7,0%
6,0%
5,0%
4,0%
3,0%
2,0%
1,0%
0,0%
2009
2010
2011
| definitief | MJA-Sectorrapport 2013 Koffiebranderijen |
2012
2013
2014
2015
2016
Pagina 4 van 6
DE-maatregelen (jaarlijks effect ten opzichte van 2005)
Inkoop
Opwekking
10,0%
8,0%
Aandeel DE
6,0%
4,0%
2,0%
0,0%
-2,0%
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
-4,0%
-6,0%
In vorige rapportages is voor de opwekking van duurzame energie voor het jaar 2005 de
waarde van 210 TJ gerapporteerd. Bij de monitoring over 2013 is gebleken dat deze waarde
niet juist is aangezien de omvang nog niet was omgerekend naar de standaard stookwaarde
voor biomassa. De juiste waarde voor opwekking DE in het jaar 2005 is 127,1 TJ. Deze
rapportage is hierop gebaseerd.
| definitief | MJA-Sectorrapport 2013 Koffiebranderijen |
Pagina 5 van 6
Hoofdstuk 6. Tabellen
De eerste tabel hieronder bevat de gerapporteerde gegevens over het jaarlijkse energieverbruik en de uitgevoerde maatregelen vanaf 2009. De tweede tabel geeft een overzicht van
het effect van geplande en gerealiseerde maatregelen op jaarbasis ten opzichte van 2012. Er is
daarbij niet gecorrigeerd voor gewijzigde omstandigheden (bijvoorbeeld het productieniveau).
De derde tabel geeft een overzicht van alle bedrijven die vanaf 2005 hebben gerapporteerd.
Van deze bedrijven zijn alle beschikbare cijfers vanaf 2005 tot en met 2013 in het sectorrapport verwerkt. In de derde kolom is per bedrijf aangegeven of de gegevens over 2013 in dit
rapport zijn meegenomen. Alle waarden zijn in TJ primair per jaar.
Tabel 1 Energie- en besparingscijfers.
Resultaten per jaar [TJ]
2009
2010
2011
2012
2013
In Nederland gebrande koffie (kton)
Werkelijk energieverbruik
Besparing door PE-maatregelen
KE-besparing in de productieketen
KE-besparing in de productketen
Inkoop van duurzame energie
Opwekking van duurzame energie
120
1.104
15
5
2
17
113
118
1.115
4
9
1
40
130
119
1.156
4
9
22
113
140
119
1.176
5
15
88
110
171
118
894
78
3
0
2
114
2014
2015
2016
Tabel 2 Effecten van uitgevoerde maatregelen in 2013.
Effect [TJ] ten opzichte van 2012
Categorie
Subcategorie
Procesefficiency
Ketenefficiency
Duurzame energie
Verwacht eindresultaat
in 2016 (MJP)
Gerealiseerd jaarlijks
effect t/m verslagjaar
Procesmaatregelen
Installaties en gebouwen
Energiezorg en gedragsmaatregelen
Strategische projecten
Subtotaal procesefficiency
68,0
18,0
3,0
0,0
89,0
3,0
1,3
0,3
0,0
4,5
Maatregelen in de productieketen
Maatregelen in de productketen
Subtotaal ketenefficiency
Inkoop van duurzame energie
14,0
62,0
76,0
7,0
6,0
65,4
71,4
-3,2
Opwekking van duurzame energie
139,0
31,7
Subtotaal duurzame energie
146,0
28,5
311,0
104,4
Totaal
Tabel 3 Deelnemende bedrijven binnen de sector inclusief (historische) uittreders.
Meegenomen
Bedrijfsnaam
Status in 2013
Toelichting
in 2013?
Ahold Coffee Company BV
Deelnemer
Ja
Geen bijzonderheden
Autobar Coffee Roasters b.v.
Deelnemer
Ja
Geen bijzonderheden
Douwe Egberts Master Blenders 1753
Joure Coffee Factory
Deelnemer
Deelnemer
Ja
Ja
Geen bijzonderheden
Geen bijzonderheden
Neuteboom Coffeeroasters BV
Simon Lévelt BV
Deelnemer
Deelnemer
Ja
Ja
Geen bijzonderheden
Geen bijzonderheden
Smit & Dorlas Koffiebranders
UCC Coffee Benelux bv site Bolsward
Deelnemer
Deelnemer
Ja
Ja
Geen bijzonderheden
Geen bijzonderheden
Koffiebranderij G. Peeze BV
Starbucks Manufacturing EMEA BV
Deelnemer
Deelnemer
Ja
Ja
Geen bijzonderheden
Geen bijzonderheden
| definitief | MJA-Sectorrapport 2013 Koffiebranderijen |
Pagina 6 van 6