Opdracht Wetenschappelijke review met het oog op het formuleren van theoretisch en empirisch onderbouwde aanbevelingen voor leerlingenbegeleiding in Vlaanderen Inleiding Het masterplan hervorming secundair onderwijs vermeldt een audit naar de werking van de CLB’s: Er wordt een audit uitgevoerd teneinde de gehele werking van de CLB’s qua effectiviteit en efficiëntie door te lichten. In de audit wordt ook de samenwerking met en enting op het welzijnsaanbod en de preventieve gezondheidszorg voor kinderen en jongeren in kaart gebracht en geëvalueerd naar efficiëntie en effectiviteit. Concreet gaat het hierbij over de preventieve gezinsondersteuning in de Huizen van het Kind , de strijd tegen kinderarmoede, de IJH, het actieplan suïcidepreventie en de organisatie van de preventieve gezondheidszorg op de eerste lijn. Op dit ogenblik wordt een performance audit door PwC uitgevoerd. De audit focust op de effectiviteit en de efficiëntie van de CLB’s én op de samenwerking tussen de school, het CLB en de andere actoren in de leerlingenbegeleiding.1 Deze performance audit biedt, samen met ander onderzoek naar leerlingenbegeleiding in Vlaanderen dat de afgelopen jaren reeds gebeurd is, een zicht op de huidige Vlaamse praktijk op leerlingenbegeleiding, de begeleidingsdomeinen, de betrokken actoren, de relaties hiertussen en de mate waarin men op het terrein ervaart dat aan de noden tegemoet gekomen kan worden en de lacunes die zich voordoen. Om toekomstig beleid op vlak van leerlingenbegeleiding te onderbouwen, moeten de resultaten van deze performance audit van de CLB’s in een breder kader geplaatst worden van inzichten omtrent leerlingenbegeleiding. Daarom wensen we ook een wetenschappelijke review naar leerlingenbegeleiding te laten uitvoeren. 1 De performance audit CLB bestaat uit vier verschillende onderdelen: (1) een takenpakketregistratie in de CLB’s, (2) een middelenonderzoek, (3) een tevredenheidsonderzoek bij ‘gebruikers’ van het CLB (leerlingen, ouders, leerkrachten, schooldirecties, verantwoordelijken voor de leerlingenbegeleiding in de school, andere actoren waarmee het CLB samenwerkt in het kader van Integrale Jeugdhulp) en (4) een top-down procesonderzoek. Opdracht Er is de afgelopen jaren al heel wat onderzoek gedaan naar zorg en begeleiding van leerlingen in Vlaamse scholen. Zo was er een onderzoek rond zorgbeleid in het gewoon basisonderwijs en secundair onderwijs2. Ook het onderzoek naar het bestedingspatroon van personeelsmiddelen voor de invulling van administratieve, beleids- en pedagogische ondersteunende taken in het Vlaamse onderwijs biedt interessante informatie over leerlingenbegeleiding3. De evaluatie van de efficiëntie en effectiviteit van de implementatie van het decreet betreffende Integrale Jeugdhulp van 7 mei 2004 geeft dan weer een goed beeld van de achterliggende beleidstheorie en het implementatiemodel van het overkoepelende kader van integrale jeugdhulp waarbinnen de CLB’s één van de zes partners zijn, en de knelpunten bij de doorwerking van de inspanningen naar de praktijk van de jeugdhulpverlening4. Deze evaluatie vormde de vertrekbasis van de grondige herwerking van het decreet op de Integrale Jeugdhulp waarvan de implementatie momenteel loopt. Zeer recent werd ook een onderzoek over het profiel van spijbelaars5 opgeleverd, waarin ook schoolkenmerken worden meegenomen. Momenteel lopen er ook nog een aantal OBPWOprojecten die informatie zullen bieden over het zorgbeleid in scholen, namelijk een onderzoek over buitenschoolse hulpverlening en zorg op school6. Ten slotte wordt in juli 2014 een onderzoek naar de toeleiding naar het zorgaanbod opgestart7. Een systematische literatuur review van deze, maar ook van internationale studies naar leerlingenbegeleiding moet de stand van zaken van wetenschappelijke kennis op vlak van leerlingenbegeleiding presenteren, met bijzondere aandacht voor de visie erop en de domeinen die daaronder gerekend worden, de actoren die daarin een rol opnemen met hun onderlinge relaties en verantwoordelijkheden, en de randvoorwaarden waaronder deze systemen werken. Ook de resultaten van de performance audit door PwC moeten hierin mee genomen worden. Het eindrapport moet leiden tot theoretisch en empirisch onderbouwde aanbevelingen voor een meer efficiënte en effectieve organisatie van leerlingenbegeleiding. Dit moet beleidsmakers gefundeerde input leveren voor de ontwikkeling van toekomstig beleid omtrent leerlingenbegeleiding in Vlaanderen. 2 Struyf, E., e.a. (2012). Zorgbeleid in het gewoon basis- en secundair onderwijs in Vlaanderen: kenmerken, predictoren en samenhang met taakopvatting en handelingsbekwaamheid van leerkrachten (OBPWO 09.05). 3 Devos, G. e.a. (2013). Bestedingspatroon van personeelsmiddelen in basis- en secundaire scholen voor de invulling van hun administratieve, beleids- en pedagogisch ondersteunende taken. 4 Van Tomme, N., K. Verhoest & J. Voets i.s.m. B. De Peuter (2011). Evaluatie van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de integrale jeugdhulp. Leuven: Instituut voor de Overheid/KU Leuven. 5 Spruyt, B., e.a. (2014). Van occasionele tot reguliere spijbelaar: een onderzoek naar het profiel van spijbelaars en de invloed van school en omgeving op spijbelen (OBPWO 11.03). 6 Verschueren, K. e.a. (nog lopend). Buitenschoolse hulpverlening en zorg op school: Samenhang, afstemming en verklarende factoren (OBPWO 12.01). 7 Struyf, E. (nog op te starten). Toeleiding naar het zorgaanbod. Een onderzoek naar bestaande praktijken en verklarende factoren op kind-, gezins- en schoolniveau in het gewoon en buitengewoon onderwijs in Vlaanderen (OBPWO 13.01). Timing De onderzoeksresultaten moeten bij voorkeur opgeleverd worden op 30 juni 2015. Gunningsprocedure Instellingen uit het hoger onderwijs komen in aanmerking om een onderzoeksvoorstel in te dienen. De voorstellen moeten uiterlijk op 8 september 2014 worden ingediend bij de afdeling Strategische Beleidsondersteuning van het departement Onderwijs en Vorming. Om ontvankelijk te zijn, dienen de voorstellen volledig en nauwkeurig uitgeschreven te zijn volgens de vormelijke en inhoudelijke vereisten zoals vermeld in het aanvraagformulier en de aanvullende richtlijnen in deze oproep. Elk ontvankelijk verklaard projectvoorstel wordt beoordeeld door een commissie hiervoor samengesteld door de Secretaris-Generaal van het departement Onderwijs en Vorming. De beoordeling zal gebeuren op basis van volgende criteria: • Kwaliteit en haalbaarheid van het onderzoeksvoorstel (40 punten) Hierbij wordt rekening gehouden met enerzijds de mate waarin een antwoord wordt geboden op de beleidsvragen en anderzijds alle componenten van het onderzoeksopzet. • Relevante deskundigheid van de onderzoeksploeg (30 punten) Zowel voor promotoren als voor personeelsleden die zullen instaan voor de effectieve uitvoering van de opdracht zal worden nagegaan in welke mate zij ervaring hebben met de uitvoering van soortgelijke opdrachten. Voor deze opdracht is expertise met betrekking tot leerlingenbegeleiding in Vlaanderen, maar ook kennis van de internationale onderzoeksliteratuur en van visie en organisatie en werking van leerlingenbegeleiding in het buitenland een pluspunt. • Kostprijs (30 punten) Zowel de absolute kostprijs als de verhouding tussen de in te zetten middelen en de verwachte output worden bekeken. Elk onderzoeksvoorstel wordt door de aangeduide beoordelingscommissie voorzien van een score die gebaseerd is op de hierboven vermelde criteria en van een commentaar die de gegeven score verantwoordt. Vanuit de beoordelingen op basis van de bovengenoemde criteria zal de aangeduide beoordelingscommissie een gemotiveerde rangschikking opmaken van de ontvankelijk verklaarde onderzoeksvoorstellen. Die rangschikking zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de minister bevoegd voor Onderwijs en Vorming. De modaliteiten van de financiering van het geselecteerde voorstel zullen worden vastgelegd in een overeenkomst gesloten tussen de Vlaamse minister bevoegd voor Onderwijs en Vorming en de promotor(en) en (indien van toepassing) de betrokken rector(en) en/of algemeen directeur(s). Er wordt een informatiesessie georganiseerd op 22 juli 2014 om 14.00 uur in het Consciencegebouw, Koning Albert II laan 15, te 1210 Brussel. Voor wie hier niet op aanwezig kan zijn, wordt deze informatiesessie herhaald op 18 augustus 2014 om 14.00 uur, eveneens in het Consciencegebouw. Inschrijving voor één van deze infosessies dient te gebeuren via mail naar [email protected] en dit ten laatste op 15 juli 2014 vóór 12.00 uur. Elk voorstel moet in één origineel exemplaar, ingevuld op het bijgevoegde aanvraagformulier, worden ingediend. De promotoren dienen hun door alle partijen ondertekende voorstel op 8 september 2014 aangetekend of met taxipost (datum van toevertrouwen aan de post van de aangetekende zending of van taxipost geldt als enig bewijs) op te sturen naar: Ministerie van Onderwijs en Vorming Afdeling Strategische Beleidsondersteuning t.a.v. Evy Vogeleer Koning Albert II-laan 15 1210 Brussel Om de administratieve verwerking van de procedure te versnellen vragen wij de promotoren hun onderzoeksvoorstellen ook per e-mail te bezorgen aan [email protected] en [email protected]. Dit ontslaat hen niet van de noodzaak om tegen de gestelde deadline en volgens de geciteerde weg ook één origineel ondertekend exemplaar in te sturen. Alle verdere informatie en de nodige documenten zijn terug te vinden via de website van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming: http://www.ond.vlaanderen.be/obpwo.
© Copyright 2024 ExpyDoc