WAARDEAANDELEN WEER IN TREK

32 | BELEGGINGSFONDSEN
BELEGGERS LATEN VOORAL IN DE VS GROEIAANDELEN VALLEN
van bepaalde aandelen zitten. Dan heeft de
markt meer voorkeur voor groei-, daarna
presteren waardeaandelen weer beter.
WAARDEAANDELEN WEER IN
TREK
OMSLAG
In de VS zijn waardeaandelen de laatste maanden bezig aan een grote
‘comeback’, terwijl groeiaandelen over de jaren 2010 tot en met 2013 veel
beter presteerden. Europa volgt, hoewel met minder grote verschillen.
Vergeleken met groei- zijn waardeaandelen nog steeds ondergewaardeerd.
tekst: Harry Geels, partner T&E Inmaxxa
B
ij aandelen wordt een onderscheid
gemaakt tussen aan de ene kant
grote en kleine aandelen (large- en
smallcaps) en aan de andere kant waarde- en
groeiaandelen. Waardeaandelen zijn aandelen die gekenmerkt worden door een lage
‘price-to-book’- en koers-winstverhouding.
Ze zijn in termen van deze fundamentele
ratio’s goedkoper dan groeiaandelen. Beleggers zijn bereid meer te betalen voor groeiaandelen omdat ze verwachten dat deze in
de toekomst – door groei, hoe kan het ook
anders – meer winst gaan maken. Een andere verklaring voor het prijsverschil is dat beleggers waardeaandelen minder interessant
vinden. Ze groeien minder, het verhaal achter het bedrijf is minder spannend en analisten en media schrijven er doorgaans minder
over. Wetenschappelijk onderzoek wijst uit
dat op de lange termijn waardeaandelen beter presteren dan groeiaandelen. Dit wordt
Waardeaandelen
zijn in termen van
fundamentele ratio's
goedkoper dan
groeiaandelen
ook wel de waarde-anomalie genoemd. In
een efficiënt functionerende markt zou het
niet zo moeten zijn dat bepaalde aandelen
het beter doen dan anderen. Maar blijkbaar
zijn veel beleggers bereid (te) veel te betalen voor aandelen die potentieel hard kunnen groeien, wellicht in de hoop eerder rijk
te worden. Het is belangrijk te beseffen dat
er, soms langdurige, cycli in de populariteit
SELECTIE UIT DE BETERE WAARDEFONDSEN, VOOR EUROPA, VS EN DE WERELD
Fonds
EUROPA
Dimensional European Value
Franklin Mutual European
ING (L) Invest Europe Opportunities
VS
iShares DJ U.S. Select Dividend (DE)
PowerShares FTSE RAFI US 1000 ETF
T. Rowe Price US Lg-Cap Value Equity
WERELDWIJD
Schroder ISF QEP Global Core
ASN Duurzaam Aandelenfonds
Orbis SICAV Global Equity
T&E
rendement
3 jr
5 jr
10,1
13,4
10,4
12,8
8,4
14,2
IR
ISIN
-0,66
-0,71
-0,86
IE00B1W6CV70
LU0109981661
LU0262019002
WAARDE GOEDKOOP
7,18
6,51
6,51
1 jr
23,2
18,4
18,7
8,76
7,89
7,43
9,1
13,0
9,5
16,0
17,0
16,2
19,7
20,8
18,3
0,07
0,00
-0,18
DE000A0D8Q49
IE00B23D8S39
LU0133100338
6,98
6,95
6,61
16,9
26,5
32,5
12,0
13,2
16,5
14,9
14,7
16,6
-0,99
-0,57
-0,38
LU0062905749
NL0000441301
LU0334985271
bron: Morningstar Direct, Inmaxxa-multimanagerplatform
Peildatum: 29 mei 2014
T&E: T&E inmaxxa-score: objectieve score (0-10) berekend op basis van 25 prestatiefactoren IR: Information Ratio, meet
hoeveel outperformance een beleggingsfonds heeft ten opzichte van de benchmark, gecorrigeerd voor risico’s
rendement: in procenten, geannualiseerd, in euro's en inclusief herbelegging van dividenden
BELEGGERS BELANGEN | 6 juni 2014
Over de jaren 2010 tot en met begin 2014
presteerden groeiaandelen veel beter, vooral
in de VS. Dat is te zien in de grafiek waarin
de Russell 2000-groeiaandelen worden vergeleken met de Russell 2000-waardeaandelen. Het gaat hier om een relatieve prestatie
ten opzichte van de ‘gewone’ Russell 2000
Index. We zien dat groeiaandelen op een gegeven moment bijna 30% meer rendement
hadden opgeleverd dan de index. Als er winnaars zijn ten opzichte van de markt, dan
moeten er ook verliezers zijn. En dat waren
de waardeaandelen, die het op een gegeven
moment bijna 30% slechter deden dan de
index. De laatste maanden hebben we de
omslag gezien. Overigens gaat het om relatieve prestaties. Als waardeaandelen het de
komende tijd relatief beter blijven doen dan
groeiaandelen, wil dat niet zeggen dat waardeaandelen per se stijgen. Het kan ook zijn
dat ze minder gaan dalen. Het omslagpunt,
waarbij waardeaandelen het dit jaar weer relatief beter zijn gaan doen, viel min of meer
samen met de overname door Facebook
van WhatsApp voor $19 mrd. Dit overnamebedrag, voor een bedrijf dat amper winst
maakt, doet veel beleggers denken aan de
Nasdaq-hype van eind jaren '90.
Rond de afgelopen jaarwisseling werden bepaalde groeiaandelen wel heel erg duur en
de sectoren social media en biotechnologie
spanden de kroon. Zo eindigde LinkedIn
2013 met een k/w van 496 en Facebook van
106. Zelfs als we uitgaan van de geschatte
winsten in 2016, dan nog hebben Linkedin
en Facebook hoge k/w's, van respectievelijk
105 en 29. Logisch dus dat waarde op een gegeven moment relatief gaat herstellen.
De vraag is natuurlijk of er nog meer in het
vat zit. De meningen zijn verdeeld. Nick
Thompson, hoofd aandelen bij Janus, een
van ’s werelds grootste beleggers in Amerikaanse groeiaandelen, gelooft nog steeds
in groei, hoewel het Janus 20 Fund dit jaar
bijna 4% achterloopt op de S&P500. Op basis van de ‘price-to-book’ zijn groeiaandelen
volgens Thompson 1,38 keer duurder dan
waardeaandelen, wat het gemiddelde is van
het afgelopen decennium. In 2000 waren
groeiaandelen op basis van deze ratio vijf
maal duurder. Thompson zegt wel dat een
klakkeloze passieve ‘buy-and-hold’-strategie
in groei nu wel gevaarlijk is. Hij raadt wat betreft groeiaandelen aan kieskeurig te zijn.
BELEGGINGSFONDSEN | 33
F
GROEI VERSUS WAARDE
ranklin Mutual European
FONDS HOUDT VEEL KAS AAN OM BIJ GROTE ‘DISCOUNTS’ TOE TE KUNNEN SLAAN
I
O Russell 2000 Groei
ORussell 2000 Waarde
Groei heeft over de periode 2010-2013 een
duidelijke outperformance geleverd.
bron: CNBC
VERSCHIL K/W GROEI EN WAARDE
OAbsoluut verschil O Hist. gemiddelde
De k/w van groeiaandelen ligt gemiddeld 6,3
punt hoger dan die van waardeaandelen.
bron: Rabobank
Volgens onderzoek van de Rabobank is waarde nu wel degelijk goedkoop. Over een hele
lange periode staat de gemiddelde k/w van
groeiaandelen 6,3 punt hoger dan die van
waardeaandelen. Zie de horizontale lijn in de
grafiek hierboven. Nu is het verschil 8,2 punt
en dus zijn waardeaandelen, hoewel niet zo
goedkoop als tijdens de Dotcom-zeepbel,
aantrekkelijk gewaardeerd. Volgens de wetenschap is stijltiming een utopie. Maar een
overweging in waardeaandelen versus groeiaandelen lijkt, afgezien van het empirische
feit dat ze eigenlijk op lange termijn sowieso
beter presteren, nu aantrekkelijker dan enige jaren geleden. Bovendien, na de omslag,
zit het momentum er weer in. <
n Europa ontlopen waarde- en groeiaandelen elkaar sinds de bodem van
februari 2009 niet veel. Beide zijn ongeveer 130% gestegen. Groei is echter
wel voorbij de top van 2007 gekomen,
waarde nog bepaald niet. Niettemin
staat de MSCI Europe Value sinds
begin 2000 beduidend hoger dan de
MSCI Europe Growth, hetgeen overeenkomt met de wetenschappelijke
bevinding dat waarde het op de lange
termijn beter doet dan groei (zie hiernaast).
Om de prestaties van het Franklin
Mutual European, dat volgens Morningstar een ‘waardegevoelige’-beleggingstijl volgt, goed te kunnen begrijpen moeten we eigenlijk terug naar de
jaren 2008 en 2009. In 2008 bewees
het fonds zijn grote ‘waarde’ door veel
minder te dalen dan de markt. In 2009
bleef het achter, toen de beheerders
wegbleven van de wat sneller groeiende marktsegmenten. Het jaar 2009
bleek over het algemeen een lastig
jaar voor actief beleggen te zijn, omdat toen vooral de zwakke broeders,
enorm afgestraft in de kredietcrisis,
het hardst stegen in wat sommige
analisten een ‘crap rally’ noemden.
Maar een relatief goed 2008 en een
matig 2009 gevolgd door een markt-
FRANKLIN MUTUAL, WAARDE EN GROEI
conforme prestatie in de jaren daarna, zorgen er voor dat het fonds de
marktindices duidelijk voor is gebleven. Door het relatief matige 2009 is
het fonds sinds februari 2009 wel minder gestegen dan de indices.
De fondsbeheerders Katrina Dudley
en Philippe Brugere-Trelat besteden
vooral aandacht aan het verkleinen
van de neerwaartse risico’s. Zo zijn ze
de laatste jaren weggebleven van de
niet-duurzame consumentengoederen,
omdat die te duur werden bevonden.
De beheerders houden ook graag kasgeld aan om, bij flinke dalingen van de
markt, goedkoop in te kunnen kopen.
Tijdens de crap rally van 2009 werd
zelfs gemiddeld 20% kasgeld aangehouden. Het fonds heeft door zijn stijl
een relatief rustige kapitaalsgroei.
Het hart van het beleggingsproces bestaat er uit om alleen aandelen tegen
grote kortingen op de uitgerekende
intrinsieke waardes te kopen. Verder is
de beleggingshorizon in principe lang
en vinden er relatief weinig transacties plaats. Als er zich mogelijkheden
voordoen, mogen de beheerders ook
aan hedgefondsachtige strategieën als
‘distressed debt’ en ‘merger-en-acquisition’-arbitrage doen. De laatste jaren
is dit overigens beperkt gebleven.
TOP-10 HOLDINGS
Aandeel
%
Cash & Other Assets
10,65
A P Møller-Maersk
2,99
Kingfisher PLC
2,66
International Consolidated Airlines Group 2,61
Delta Lloyd N.V
2,57
Dufry AG
2,56
Ageas NV
2,50
Safran SA
2,44
Accor SA
2,39
Tesco PLC
2,28
O Franklin Mutual European
OMSCI Eur. Value OMSCI Eur. Growth
De waarde-index verslaat de groei-index,
maar blijft flink achter bij Franklin Mutual.
ZIE VOOR DE WEBLOGS VAN HARRY GEELS: BELEGGERSBELANGEN.NL
bron grafiek en tabel: Morningstar/MSCI
6 juni 2014 | BELEGGERS BELANGEN