Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van

10 juni 2014
Corr.nr. 2014-22.094, PPM
Zaaknr. 520518
Nummer 31/2014
Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van
Groningen ter vaststelling van het Keuzedocument voor de nieuwe
Omgevingsvisie.
1. Samenvatting
Het huidige Provinciale Omgevingsplan (POP) is geldig tot 17 juni 2015.
Daarna dient een herzien POP/Omgevingsvisie van kracht te worden. Op
12 maart 2014 heeft u met de voordracht nr. 7a/2014 de startnotitie
vastgesteld met daarin de kaders voor de Omgevingsvisie en de
vertrekpunten voor de dialoogfase. Deze dialoogfase is afgerond en de
resultaten hiervan hebben wij verwerkt in het Keuzedocument.
Het Keuzedocument vormt de laatste tussenstap naar de ontwerpOmgevingsvisie. In het Keuzedocument doen wij inhoudelijke voorstellen
voor de uitwerking van de provinciale belangen in doelen en voor
beleidsonderwerpen welke wij in de Omgevingsvisie willen uitwerken.
2. Doel en wettelijke grondslag
Het huidige Provinciale Omgevingsplan (POP) is met inachtneming van uw verlengingsbesluit d.d.
17 juni 2013 geldig tot 17 juni 2015. Daarna dient een herzien POP van kracht te worden, die in het
licht van de in voorbereiding zijnde Omgevingswet de Omgevingsvisie wordt genoemd.
De nieuwe Omgevingsvisie krijgt, net als het huidige POP, de status van een structuurvisie. De
noodzaak om een nieuwe structuurvisie op te stellen komt onder meer voort uit de huidige Wet
ruimtelijke ordening (Wro). Daarnaast is het in het kader van de Wet milieubeheer noodzakelijk dat
de provincie een milieubeleidsplan vaststelt, een provinciaal verkeers- en vervoersplan in het kader
van de Planwet verkeer en vervoer en een regionaal waterplan in het kader van de Waterwet. Net
als het huidige POP bundelen wij dit in een document, die wij in het kader van de in ontwikkeling
zijnde Omgevingswet, de Omgevingsvisie van de Provincie Groningen noemen.
Het Keuzedocument is een vorm-vrij document. Hier is geen wettelijke grondslag voor. Wel vormt
het inhoudelijk een belangrijke opmaat naar de nieuwe Omgevingsvisie. Op 12 maart 2014 heeft u
met de vaststelling van de startnotitie (voordracht nr. 7a/2014) de kaders voor de Omgevingsvisie
en de vertrekpunten voor de dialoogfase vastgesteld. Deze dialoogfase is afgerond en de
resultaten hiervan hebben wij verwerkt in het Keuzedocument. Het Keuzedocument vormt de
laatste tussenstap naar de ontwerp-Omgevingsvisie.
In het Keuzedocument doen wij inhoudelijke voorstellen voor de uitwerking van de provinciale
belangen in doelen en doen wij voorstellen welke beleidsonderwerpen in de Omgevingsvisie uit te
werken. Het doel van deze voordracht is het vaststellen van:
a) de uitwerking van de provinciale belangen,
b) de voorstellen voor nieuw beleid en
c) de voorstellen voor de nieuwe gebiedsopgaven.
d) het mandateren van het college van GS met de uitvoering van de m.e.r.-procedure.
3. Procesbeschrijving en planning
Met de vaststelling van de startnotitie, voordracht nr. 7a/2014, zijn vijftien provinciale belangen
alsmede acht kaders als vertrekpunt voor het verdere proces door u vastgesteld. Wij hebben u
tevens geïnformeerd over de wijze waarop wij het vervolgproces in zouden richten. De volgende
31-1
stap uit dit, grotendeels externe, vervolgproces, heeft in co-creatie plaatsgevonden. De uitkomsten
van dit proces zijn verwerkt in het Keuzedocument.
Het externe proces bestond uit drie onderdelen:
1) Gesprekstafels
Wij hebben vijf thematische gesprekstafels georganiseerd voor belanghebbenden,
geïnteresseerden en burgers. Deze zijn goed bezocht met gemiddeld ongeveer 70 aanwezigen per
avond. Een korte weergave van de gesprekstafels hebben wij als bijlage 1 opgenomen in het
Keuzedocument.
2) Gesprekken met stakeholders
Wij hebben met de VGG, NMFG, LTO-Noord en de drie betrokken waterschappen regelmatig
overleg gevoerd over de uitwerking van de provinciale belangen en over het conceptKeuzedocument. Een korte weergave van de gesprekstafels hebben wij als bijlage 2 opgenomen in
het Keuzedocument.
3) Fotowedstrijd 'Grunnen in twijen'.
Flankerend aan de twee hoofdzakelijk inhoudelijke trajecten hebben wij een fotowedstrijd
uitgeschreven om in een tweeluik de provincie vanuit twee contrasterende foto´s in beeld te
brengen. Dit heeft in totaal 114 tweeluiken opgeleverd. De prijsuitreiking vindt op 1 september om
16.00 plaats in het Atrium van het provinciehuis en een selectie van de foto's zal de hele maand
september in het Atrium te bezichtigen zijn. Na de tentoonstelling in het provinciehuis zal deze tot
en met december 2014 te bezichtigen zijn in een aantal grote Groningse bibliotheken. De
fotowedstrijd en ook de gesprekstafels hebben wij in samenwerking met Stichting Noorderbreedte
georganiseerd. Noorderbreedte heeft een speciale editie over de Groningse Omgevingsvisie
ontwikkeld, die vooral ook ingaat op de uitkomsten van de gesprekstafels. Deze uitgave is op
1 september 2014 beschikbaar.
Met het Keuzedocument geven wij een verdere uitwerking van de provinciale belangen en geven
wij aan welke nieuwe beleidsvoornemens er zijn. Die werken wij nader uit in de ontwerpOmgevingsvisie en de bijbehorende Omgevingsverordening. De planning is dat wij beide
documenten in maart 2015 aan u zullen aanbieden.
1
Ter voorbereiding op de definitieve besluitvorming wordt er een plan-m.e.r.-procedure gestart en is
vervolgens wettelijke inspraak van toepassing op de ontwerp-Omgevingsvisie en de ontwerpOmgevingsverordening. Mede op basis van de resultaten van de inspraak en het advies van
2
commissie voor de m.e.r. en met inachtneming van het planMER wordt de definitieve
Omgevingsvisie vastgesteld.
Wij zijn initiatiefnemer om tot vaststelling van de Omgevingsvisie te komen. Uw staten zijn bevoegd
gezag om de definitieve Omgevingsvisie vast te stellen. Dat betekent dat u in het kader van de uit
te voeren plan-m.e.r.-procedure eveneens het bevoegd gezag vormt. Gelet op de relatief korte tijd
waarbinnen zowel de ontwerp-Omgevingsvisie en het daarvoor benodigde Milieu Effect Rapport
(MER) tot stand moeten komen, verzoeken wij u de uitvoering van de plan-m.e.r.-procedure geheel
aan ons te mandateren. Wij zullen u periodiek informeren over de voortgang, inhoud en uitkomsten
van deze procedure. De uiteindelijke Omgevingsvisie en bijbehorende herziene Omgevingsverordening worden door u vastgesteld. In de Omgevingsvisie kan door u in een
verantwoordingsparagraaf worden aangegeven op welke wijze met de uitkomsten van het
planMER in de besluitvorming is omgegaan.
4. Inspraak/participatie
Bij de totstandkoming van het bijgevoegde Keuzedocument heeft een uitgebreid traject van
informele inspraak en participatie. Er zijn vijf inhoudelijke thematische gespreksavonden geweest.
1
Het doel van m.e.r. is om het milieubelang een volwaardige plaats te geven in de besluitvorming
over activiteiten met mogelijk belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu. Het betreft een planm.e.r. omdat het hier om een plan gaat.
2
PlanMER is het uiteindelijke product: het Milieu Effect Rapport; bij de definitieve besluitvorming
door PS wordt de PlanMER betrokken.
31-2
Verslagen van deze bijeenkomsten staan op de website van de provincie Groningen onder het
thema 'Omgevingsvisie'.
Daarnaast is op ambtelijk en bestuurlijk niveau uitvoerig overleg geweest met de VGG/gemeenten,
NMFG, LTO en de waterschappen over de uitwerking van de provinciale belangen en de inhoud
van het Keuzedocument. Een korte weergave van deze gesprekken vindt u terug in bijlage 2 van
het Keuzedocument.
Formele inspraak op het Keuzedocument is niet van toepassing. Inspraak is wel mogelijk op de
uiteindelijke (ontwerp)-Omgevingsvisie en bijbehorende (ontwerp)-Omgevingsverordening.
5. Nadere toelichting
Het Keuzedocument is bedoeld om de hoofdlijnen voor de nieuwe Omgevingsvisie te bepalen. De
provinciale belangen zijn uitgewerkt met behulp van een toelichting en er wordt aangegeven wat de
relatie met de fysieke leefomgeving is. Daarna geven wij bij elk provinciaal belang de bijbehorende
provinciale doelen aan en doen we voorstellen voor nieuw beleid. Tot slot doen wij voorstellen voor
een nieuwe invulling van het gebiedenbeleid.
- Provinciale belangen
In de startnotitie, voordracht nr. 7a/2014, zijn vijftien provinciale belangen opgenomen. Deze
golden, net als de door u vastgestelde kaders, als vertrekpunt voor nadere uitwerking en de
dialoog. Wij zijn tot de conclusie gekomen dat er tussen een aantal belangen veel inhoudelijke
overlap aanwezig was.
Dat gold in het bijzonder voor de provinciale belangen 1, 2 en 4 uit de startnotitie, die allemaal
betrekking hadden op de sturing en inrichting van onze fysieke leefomgeving. Het creëren van
goede vestigingsvoorwaarden en het concentreren van (ruimtelijke) ontwikkelingen kwam in elk
van deze belangen terug. Wij stellen om die reden voor deze drie ruimtelijke belangen tot één
provinciaal belang terug te brengen. Deze is in het Keuzedocument opgenomen als provinciaal
belang 2: aantrekkelijk vestigingsklimaat.
Een vergelijkbare situatie kwamen wij tegen bij de twee provinciale belangen over het onderwerp
energie. Deze hadden ook dusdanig veel overlap in de uitwerking dat wij deze eveneens hebben
samengevoegd tot één provinciaal belang over de ruimtelijke consequenties van onze
energievoorziening.
Een laatste inhoudelijke toevoeging is bij het provinciaal belang over bereikbaarheid (provinciaal
belang 9 in het Keuzedocument) is dat wij naast bereikbaarheid over weg, water spoor, ook
bereikbaarheid door de lucht voorstellen hierin op te nemen.
Bij de uitwerking van alle belangen hebben wij veel aandacht besteed aan de te bereiken doelen.
Deze doelen zien wij als provinciale doelen. Maar dat betekent zeker niet dat deze doelen niet
tegelijk ook doelen van andere overheden zoals gemeenten en waterschappen kunnen zijn. Veel
doelen zijn gezamenlijke doelen, die zich op verschillende schaalniveaus manifesteren en in
samenwerking moeten worden gerealiseerd. Op sommige onderwerpen kunnen ook in het verdere
proces van de gemeentelijke herindeling afwegingen worden gemaakt om dit geheel of gedeeltelijk
als gemeentelijk doel te zien.
- Proces in relatie tot herindeling en overdracht van taken aan gemeenten
In de Statenvergadering van 12 maart 2014 heeft u expliciet gewezen op het risico van het
faseverschil tussen de ontwikkeling van dit proces en het traject van de gemeentelijke herindeling.
Wij hebben in de voordracht aangegeven rekening te willen houden met de toekomstvisies van de
nieuwe grote gemeenten en hebben aangegeven dat het niet onwaarschijnlijk is dat deze niet of
niet allemaal tijdens de ontwikkeling van de Omgevingsvisie gereed zullen komen.
Wij zullen hier, zowel vanuit dit proces als vanuit de gemeentelijke herindeling zelf, in de komende
maanden veel oog voor houden. Waar het gaat om de discussie over (mogelijk) over te dragen
taken zullen wij dat ook zo veel mogelijk gelijk op laten lopen. In de gesprekken met de VGG
hebben wij hierover steeds aangegeven dat wij bereid zijn taken en de zorg voor een aantal, nu
nog provinciale belangen, over te dragen en hierin ook stappen te zetten, op basis van het principe
'warme overdracht, warme ontvangst'.
31-3
In bijlage 3 van het Keuzedocument is de inhoudsopgave van het huidige POP 2009-2013
opgenomen. In de tabel vermelden wij welke beleidsonderwerpen in beginsel wel of niet worden
opgenomen in de Omgevingsvisie en/of welke onderwerpen geactualiseerd dienen te worden.
Daarnaast geven wij aan welke onderwerpen zich lenen voor gesprek over (deels of geheel) over
te dragen aan gemeenten.
- Gebiedsopgaven
In het vigerend POP 2009-2013 staat een aantal geografisch ingedeelde gebiedsopgaven
opgenomen. In het Keuzedocument vindt u een voorstel voor nieuwe gebiedsopgaven die een
meer thematisch karakter hebben. Dit heeft enerzijds te maken met de aanstaande herindeling
waarbij een aantal opgaven binnen de grenzen van een nieuwe gemeente zou komen te liggen.
Anderzijds komt dit voort uit de inhoud: daar waar grote opgaven over gemeentegrenzen heengaan
(ook na de herindeling) kan dat aanleiding zijn om als provincie hierin een rol te spelen.
Dit geldt expliciet voor de opgaven Energyport, Waddenkust, Krimp en Gaswinningsgebied.
Daarnaast vinden wij dat de stad Groningen, ingebed in de Regio Groningen-Assen, vanwege het
belang en de majeure stedelijke opgaven waar ook de provincie vaak bij betrokken is en de
Blauwestad door de rol die de provincie hier heeft, een plek moeten houden in onze
gebiedenaanpak. De uitvoering van de resterende opgaven uit het POP 2009-2013 zal volgens
plan worden gedaan (Veenkoloniën) of (ten dele) worden ondergebracht (Eemsdelta, Regiovisie
Groningen-Assen, Lauwersoog/Lauwersmeer) in de nieuwe opgaven.
Tot slot staan in het Keuzedocument nog twee bijlagen met respectievelijk een toelichting op
grensoverschrijdende onderwerpen (bijlage 4) en vastgesteld beleid sinds het POP 2009-2013
(bijlage 5). Deze bijlagen geven aan waar wij naast het vigerend POP-beleid rekening mee houden
bij het opstellen van de ontwerp-Omgevingsvisie en de ontwerp-Omgevingsverordening. Wij
hebben getracht u een zo volledig mogelijk overzicht te bieden met deze twee bijlagen.
6. Voorstel
Wij stellen u voor het in ontwerp bij deze voordracht voorgestelde besluit vast te stellen en hiermee
het keuzedocument als uitgangspunt vast te stellen voor de nadere uitwerking in de ontwerpOmgevingsvisie en ontwerp-Omgevingsverordening.
Groningen,
Gedeputeerde Staten van Groningen:
M.J. van den Berg
, voorzitter.
H.J. Bolding
, secretaris.
Behandeld door :
Telefoonnummer :
e-mail
:
Bijlagen bij de voordracht
geen
31-4
Nr.
31/2014
Provinciale Staten van Groningen:
Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van 10 juni 2014, 2014-22.094, PPM;
Gelet op
- artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening,
- artikel 4.9 van de Wet Milieubeheer,
- artikel 5 van de Planwet verkeer en vervoer;
- artikel 4.4 van de Waterwet
- de in ontwikkeling zijnde Omgevingswet,
Besluiten:
1. Het bij dit besluit behorende Keuzedocument van 10 juni 2014 vast te stellen, waarin de
volgende kernelementen zijn opgenomen voor de uitwerking in een Ontwerp-Omgevingsvisie:
a)
provinciaal belang 1 (ruimtelijke kwaliteit), inclusief de uitwerking in doelen en de bijbehorende
voorstellen voor nieuw beleid en/ of aanpassing rol provincie;
b) provinciaal belang 2 (aantrekkelijk vestigingsklimaat), inclusief de uitwerking in doelen en de
bijbehorende voorstellen voor nieuw beleid en/ of aanpassing rol provincie;
c) provinciaal belang 3 (ruimte voor energie), inclusief de uitwerking in doelen en de
bijbehorende voorstellen voor nieuw beleid en/ of aanpassing rol provincie;
d) provinciaal belang 4 (vitale landbouw), inclusief de uitwerking in doelen en de bijbehorende
voorstellen voor nieuw beleid en/ of aanpassing rol provincie;
e) provinciaal belang 5 (beschermen landschap), inclusief de uitwerking in doelen;
f)
provinciaal belang 6 (beschermen biodiversiteit), inclusief de uitwerking in doelen en de
bijbehorende voorstellen voor nieuw beleid en/ of aanpassing rol provincie;
g) provinciaal belang 7 (beschermen tegen water), inclusief de uitwerking in doelen en de
bijbehorende voorstellen voor nieuw beleid en/ of aanpassing rol provincie;
h) provinciaal belang 8 (schoon water), inclusief de uitwerking in doelen;
i)
provinciaal belang 9 (bereikbaarheid), inclusief de uitwerking in doelen en de bijbehorende
voorstellen voor nieuw beleid en/ of aanpassing rol provincie;
j)
provinciaal belang 10 (afstemming van bereikbaarheid), inclusief de uitwerking in doelen en de
bijbehorende voorstellen voor nieuw beleid en/ of aanpassing rol provincie;
k) provinciaal belang 11 (tegengaan milieuhinder), inclusief de uitwerking in doelen en de
bijbehorende voorstellen voor nieuw beleid en/ of aanpassing rol provincie;
l)
provinciaal belang 12 (gebruik van de ondergrond), inclusief de uitwerking in doelen en de
bijbehorende voorstellen voor nieuw beleid en/ of aanpassing rol provincie;
m) de aanwijzing van zes gebiedsopgaven, te weten Energyport, Stad Groningen, Waddenkust,
Gaswinningsgebied, Krimpgebieden en Blauwestad;
31-5
2. Gedeputeerde Staten te mandateren tot de uitvoering van de m.e.r.-procedure.
Groningen,
Provinciale Staten voornoemd:
, voorzitter.
, griffier.
Bijlagen bij het besluit
Nr. Titel
1
Keuzedocument 10 juni 2014
Soort bijlage
Rapport
31-6