Liturgie 20 april 2014 Avond

Liturgie Zondagavond 20-04-2014
Westerkerk Veenendaal
Gezang 207 : 1, 3, 4, 6 en 12
1.Hoort aan, gij die Gods kind'ren zijt:
der heem'len hoogste majesteit
verrees vandaag in heerlijkheid.
Halleluja.
3.Door Magdalena 's angstig woord
zijn twee discip'len aangespoord
en haastten ademloos zich voort.
Halleluja.
4.Johannes is over het veld
sneller dan Petrus voortgesneld,
om zelf te zien wat werd gemeld.
Halleluja.
6.Aan de discipelen bijeen
was 't Christus zelve die verscheen
en vrede wenste als voorheen.
Halleluja.
12. Voor alles wat Hij heeft gedaan,
roepen wij God ootmoedig aan
nu onze Heer os opgestaan.
Halleluja.
Psalm 118: 11, 12 (OB)
11.De steen, dien door de tempelbouwers
Verachtlijk was een plaats ontzegd,
Is, tot verbazing der beschouwers,
Van God ten hoofd des hoeks gelegd.
Dit werk is door Gods alvermogen,
Door 's HEEREN hand alleen geschied;
Het is een wonder in onz' ogen:
Wij zien het, maar doorgronden 't niet.
12.Dit is de dag, de roem der dagen,
Dien Isrels God geheiligd heeft.
Laat ons verheugd, van zorg ontslagen,
Hem roemen, die ons blijdschap geeft.
Och HEER', geef thans Uw zegeningen;
Och HEER', geef heil op dezen dag;
Och, dat men op deez' eerstelingen
Een rijken oogst van voorspoed zag.
Schriftlezing: Johannes 20 : 19-23
19 Toen het nu avond was op die eerste dag van de
week en de deuren van de plaats waar de discipelen
bijeenwaren, uit vrees voor de Joden gesloten waren,
kwam Jezus en Hij stond in hun midden en zei tegen
hen: Vrede zij u!
20 En nadat Hij dit gezegd had, liet Hij hun Zijn
handen en Zijn zij zien. De discipelen dan verblijdden
zich toen zij de Heere zagen.
21 Jezus dan zei opnieuw tegen hen: Vrede zij u!
Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u.
22 En nadat Hij dit gezegd had, blies Hij op hen en
zei tegen hen: Ontvang de Heilige Geest.
23 Als u iemands zonden vergeeft, worden ze hem
vergeven; als u ze hem toerekent, blijven ze hem
toegerekend
Gezang 82 : 1, 2 en 5
1.Terwijl wij Hem bewenen,
omdat Hij van ons ging,
is Hij aan ons verschenen
in zijn verheerlijking.
2.Terwijl wij om Hem treuren,
toont Hij ons hand en voet.
Hij komt door dichte deuren,
Hij spreekt zijn vredegroet.
5.Hij is de Heer en Koning,
die eeuwig bij ons is.
Zijn woorden zijn als honing,
zijn naam is als een vis.
Psalm 149 : 3 en 5 (NB)
3.De Heer gedenkt in gunst de zijnen.
Hij kroont de zwakken en de kleinen.
Hij kent de stillen in den lande,
het heil is nu ophanden.
Weest verheugd, die den Heer verbeidt,
nu Hij komt en u zelf bevrijdt.
Prijst dan zijn naam bij dag en nacht
en roemt zijn grote macht.
5.Nu zal, gelijk er staat geschreven,
Gods volk in volle vrede leven.
De boze vijand is verslagen.
Prijs 's Heren welbehagen!
Na het duister der wereldnacht
blinkt de luister van Gods geslacht.
Hemel en aarde stemmen saam
en prijzen 's Heren naam.
Psalm 72 : 1 en 11 (OB)
1.Geef, HEER', den Koning Uwe rechten,
En Uw gerechtigheid
Aan 's Konings zoon om Uwe knechten,
Te richten met beleid.
Dan zal Hij al Uw volk beheren,
Rechtvaardig, wijs en zacht;
En Uw ellendigen regeren;
Hun recht doen op hun klacht.
11.Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen;
Men loov' Hem vroeg en spa;
De wereld hoor', en volg' mijn zangen,
Met amen, amen na.
Gezang 214 : 1, 3 en 4
1.O morgen van verblijden,
o dageraad, o licht!
Zie, na de nacht van lijden
toont God zijn aangezicht,
Hij, machteloos geknecht,
als wij in 't graf gelegd,
blijkt in zijn onmacht sterk
en doet een heerlijk werk.
3.O, nu ik mocht aanschouwen,
uw overwinningsfeest,
kan mij niet meer benauwen
het duister van mijn geest.
Ik zal vol goede moed
behouden 't kostbaar goed,
dat mij verworven heeft
de Heer die eeuwig leeft.
4.Met Hem ben ik in vrede;
Hij noemt mij met zijn naam.
Ik ben een van zijn leden,
waar Hij ging kan ik gaan.
Daar leidt Hij zelve mij,
waar ik ben daar is Hij.
't Zij wereld, dood of hel,
Hij is mijn metgezel.