140929 Concept uitvoeringsovk Stadsfonds Hilversum

CONCEPT Uitvoeringsovereenkomst inzake Stadsfonds Hilversum
Ondergetekenden,
De Gemeente Hilversum, hierna te noemen ‘de gemeente’, vertegenwoordigd door haar
wethouder, de heer W. Jaeger,
En
De Stichting Stadsfonds Hilversum, hierna te noemen het ‘ stadsfonds’, vertegenwoordigd
door de heer/ mevrouw………………, voorzitter,
Nemen in overweging dat:
1. Vanuit een samenwerking tussen bedrijfsleven en instellingen in Hilversum in 2014
het plan gemaakt is om een stadsfonds in te richten, gevoed met een subsidie ter
hoogte van circa € 790.000,-;
2. De gemeente daar een cofinanciering van € 110.000,-, vastgelegd in een in separate
beschikking met separate voorwaarden, bij doet;
3. De gemeenteraad in november 2014 heeft vastgesteld dat voor dit plan zoals
beschreven in een rapport d.d. 29 september 2014 van de toenmalige Stuurgroep
Stadsfonds Hilversum een overtuigend draagvlak is;
4. Dat de raad akkoord is gegaan met de komst van het fonds conform het voorstel van
de stuurgroep en de geprognostiseerde opbrengst van de OZB voor niet-woningen
daartoe met 10,25% heeft verhoogd;
5. Dat de gemeente deze meeropbrengsten OZB niet-woningen één-op-één in de vorm
van een subsidie met bijbehorende subsidiebeschikking verstrekt aan het stadsfonds;
6. Dat bedrijven en organisaties en raad gezamenlijk verwachten dat de komst van het
fonds zal leiden tot een betere behartiging van de collectieve belangen van de
ondernemers en instellingen en daarmee tot een beter ondernemingsklimaat;
7. Door vanuit een collectief belang verschillende gebieden te verbeteren, de
samenwerking en cohesie in Hilversum wordt bevorderd;
8. Dat met ‘ondernemers’ met grote nadruk wordt bedoeld de gehele OZB-plichtige
categorie niet-woningen, dus ook alle ‘not for profit’ en nonprofit-organisaties in
cultuur, zorg, onderwijs, sport, defensie, justitie en ‘overige’ overheid en zowel
eigenaren als gebruikers van het onroerend goed;
Stellen vast:
9. Dat er een Stichting Stadsfonds Hilversum bestaat, opgericht bij notariële akte d.d.
xxxxxxxxx… en ingeschreven in het register van de Kamer van Koophandel onder
[nummer], met een tot handelen bevoegd bestuur;
10. Dat deze stichting beoogt de behartiging van de collectieve belangen van de
ondernemers in Hilversum te bevorderen door
i. Ondersteuning bij de oprichting van verenigingen van ondernemers en
instellingen op bedrijventerreinen, kantorenparken, winkelcentra,
buitengebied en in andere OZB-plichtige complexen, dan wel met een
vereniging vergelijkbaar samenwerkingsverband dat aan eisen van
democratische sturing en transparantie voldoet;
ii. Ondersteuning van de verenigingen en samenwerkingsverbanden voor
het maken van plannen ter behartiging van de collectieve belangen
iii. Financiering van de activiteiten van de verenigingen en
samenwerkingsverbanden, waarbij er een rechtstreekse relatie bestaat
tussen de OZB-meeropbrengst per gebied en het voor dat gebied
beschikbare budget uit het fonds.
11. Dat het fonds belangen van privaatrechtelijke aard gaat dienen en daartoe de
Financiering gaat inzetten;
12. Dat daarom van het fonds ten allen tijde een transparante en democratisch
verantwoorde werkwijze mag worden verlangd;
Spreken af:
13. Dat het fonds in 2015 kan beschikken over een subsidie ter hoogte van xx% van de
verwachte OZB opbrengst in de categorie niet-woningen;
14. Dat de gemeente jaarlijks vanaf 2015 tot en met 2019 een extra cofinanciering levert
van €110.000,-;
15. Dat deze cofinanciering wordt ingezet voor Hilversum brede activiteiten;
16. Dat de adviesraad bindend adviseert aan het fonds over de inzet van deze
cofinancieringsmiddelen, altijd vanuit het collectieve belang en de geest van het fonds
en deze overeenkomst;
17. Dat er in de subsidiebeschikking een bevoorschotting wordt opgenomen, met dien
verstande dat er in 2015 voor 15 maart 10% van het subsidiebedrag wordt uitgekeerd,
voor 1 juli 80% van het subsidiebedrag wordt uitgekeerd en na verantwoording over
2015 de resterende 10% van het subsidiebedrag wordt uitgekeerd uiterlijk 15 april
2016 door de gemeente aan het fonds;
18. Dat de definitieve subsidie wordt vastgesteld na definitieve vaststelling van de OZBopbrengst over het kalenderjaar, waarbij voorschotten die de geprognostiseerde
meeropbrengst van de OZB-opbrengst te boven gaan, door het fonds worden
teruggestort aan de gemeente en een eventueel positief verschil tussen prognose en
opbrengst door de gemeente aan het fonds wordt uitgekeerd;
19. Dat er uiterlijk 1 april van het lopende kalenderjaar waarin de subsidie is verstrekt, op
basis van een nacalculatie de verrekening tussen gemeente en fonds van de verwachte
en werkelijke OZB opbrengsten plaatsvindt;
20. Dat het fonds jaarlijks vóór [15 september], voor het eerst vóór [15 september 2015]
een subsidieverzoek indient bij de gemeente;
21. Dat de gemeente jaarlijks vóór 31 december, voor het eerst voor 31 december 2015,
de subsidiebeschikking op basis van het verzoek van het fonds verstrekt;
22. Dat het fonds uiterlijk [18 weken] na het einde van het kalenderjaar een jaarrekening
met accountantsverklaring bij de gemeente indient;
23. Dat uitstel van deze termijn alleen mogelijk is na overleg met de wethouder
Economische Zaken;
24. Dat de gemeente de bevoegdheid heeft voor eigen rekening aanvullend
accountantsonderzoek te verrichten, wanneer zij daar aanleiding toe ziet;
25. Dat de gemeente controleert of het fonds zich houdt aan de bovengenoemde taken;
26. Dat de gemeente voor het overige het beginsel ‘voor en door ondernemers’ respecteert
en zich onthoudt van het uitoefenen van druk op de verenigingen en
samenwerkingsverbanden als het gaat om de besteding van de middelen, anders dan in
de privaatrechtelijke hoedanigheid van de gemeente als partij die aan het fonds
bijdraagt;
27. Dat substitutie van gemeentelijke (financiering van) activiteiten door financiering
vanuit het fonds door geen van beide partijen beoogd, nagestreefd of uitgevoerd wordt
en dat de gemeente de vrijheid van de verenigingen en samenwerkingsverbanden om
zelf hun collectieve belangen te definiëren, zal respecteren, zulks binnen eisen van
transparantie en democratische verantwoording;
28. Dat de oprichting en instelling van het fonds geen aanleiding of reden vormt voor de
gemeente om wijzigingen in haar huidige dienstverleningsniveau en
verantwoordelijkheden aan te brengen en deze af te wentelen op het fonds en/of
partijen die belastingplichtig zijn voor OZB niet-woningen in Hilversum;
29. Dat de gemeente alle informatie die het fonds nodig heeft om tot een goede begroting
en vaststelling van werkgebieden te komen zal aanleveren, waarbij het fonds zich
verplicht tot een geanonimiseerde en discrete behandeling van deze informatie;
30. Dat indien na de evaluatie blijkt dat het fonds beëindigd dient te worden, de stichting
een voorstel doet voor besteding van een eventueel restant aan middelen dat op
draagvlak kan rekenen bij de trekkingsgerechtigden. Mocht voor een dergelijk voorstel
geen draagvlak bij de trekkingsgerechtigden te vinden zijn, dan zal het restant aan
middelen door de stichting aan de gemeente worden terugbetaald en zal de gemeente
een bestedingsdoel vaststellen. Voorwaarde hierbij is dat het bestedingsdoel direct
bijdraagt aan de economische ontwikkeling en het ondernemersklimaat in zijn
algemeenheid binnen de gemeente Hilversum;.
31. Indien er vanuit een gebied na drie jaar geen bestedingsvoorstellen komen, ondanks de
ondersteuning en inzet vanuit het fonds, en het fonds doorgang vindt, het fonds na
herhaaldelijke, formele en transparante communicatie naar en met het betreffende
gebied uiteindelijk zelf het trekkingsrecht in kan zetten, eventueel voor zaken die het
betreffende trekkingsgebied overstijgen. Een gebied mag wel middelen reserveren en
labellen voor een concreet bestedingsdoel zonder het al besteed te hebben, ook na drie
jaar;
32. Het fonds de regels van good governance van toepassing acht op haar en haar partners
en deze nader zal omschrijven en vastleggen;
33. Dat dit concreet betekent dat goed bestuur, adequaat toezicht en transparante
verantwoording te allen tijde worden toegepast;
34. Dit zich uit in een slank en uitvoeringsgericht stichtingsbestuur en een brede
adviesraad, waarin alle betalende partijen van de OZB-niet woning heffing, profit, not
for profit, nonprofit, eigenaren, gebruikers, kunst en cultuur, kantoren, winkels,
horeca, onderzoek en onderwijs hun vertegenwoordiging kunnen vinden dan wel
kunnen toetreden;
35. Dat ook de gemeente plaats neemt in de adviesraad;
36. De adviesraad gevraagd en ongevraagd het stichtingsbestuur adviseert bij de
uitvoering van haar taken en bevoegdheden;
37. De adviesraad een vetorecht heeft als het gaat om (her) benoemingen van (nieuwe)
bestuursleden;
38. De adviesraad minimaal eenmaal per jaar bijeenkomt;
39. In de evaluatie in ieder geval op te nemen; de mate van organisatiegraad, de verhoging
van eigen inkomsten van de verenigingen, de eventuele groei van de werkgelegenheid
als gevolg van het fonds, het oplossend vermogen van het fonds bij eventuele voor
gekomen geschillen, de dankzij het fonds behaalde resultaten en effecten, de
wenselijkheid, toegevoegde waarde en het functioneren van het fonds volgens de
trekkingsgerechtigden;
40. En dat nadere evaluatie onderdelen door beide partijen kunnen worden aangedragen;
41. Het fonds minimaal eenmaal per jaar met de trekkingsgerechtigden de werking van het
fonds bespreekt, naast de individuele gesprekken met de trekkingsgerechtigden
42. Het fonds een pilotperiode kent van vijf jaar;
43. Het fonds in 2017 een tussentijdse evaluatie en in 2019 een eindevaluatie kent;
44. Het fonds na de pilotfase van vijf jaar automatisch stopt;
45. Er een nieuw raadsbesluit nodig is voor continuering van het fonds.
Tekenen aan:
46. Dat de gemeente zelf ook participeert in het fonds en dat de gemeente in haar
privaatrechtelijke gedaante (als vastgoedpartij) van harte is uitgenodigd om invloed te
laten gelden op de bestedingen en daartoe deel te nemen in de verenigingen en
allianties waar de bestedingsbesluiten vallen;
47. Dat het fonds geschillen tussen haar en de trekkingsgerechtigden in eerste instantie in
goed onderling overleg probeert op te lossen;
48. Indien de betrokken partijen er onderling niet uitkomen, zal een onafhankelijke derde
partij met instemming van beide partijen aangewezen worden om te bemiddelen om
uiteindelijk tot een oplossing van het geschil te komen;
49. De uitspraak danwel oplossing van deze onafhankelijke derde wordt door zowel de
gemeente als het fonds als de betrokken trekkingsgerechtigden als bindend ervaren.
50. Dat fonds en gemeente, met inachtneming van de verschillende
verantwoordelijkheden, alles zullen doen om geschillen te voorkomen en eventuele
geschillen in goede samenwerking en afstemming op te lossen.
51. Dat fonds en gemeente, met inachtneming van de verschillende
verantwoordelijkheden, alles zullen doen om in goede samenwerking te komen tot
versterking van het werk- en ondernemingsklimaat in Hilversum.
Voor akkoord:
Gemeente Hilversum
W.Jaeger
Hilversum, [datum]
Stichting Stadsfonds Hilversum
xxxxxxxxxxxxx