pedagogisch beleid - Kinderdagverblijf het Amsterdamse Poortje


HANDBOEK
pedagogische
visie
op
kinderopvang
voor
0
tot
4
jarigen
Datum:
februari
2014
Kinderdagverblijf
het
Amsterdamse
poortje
Pagina
1
Inhoudsopgave
Voorwoord
pag.
3
1.
Visie
en
doel
pag.
5
2.
Praktische
werkwijze
pag.
7
3.
Opvoeddoelen
pag.
15
4.
Overige
informatie
pag.
26
Kinderdagverblijf
het
Amsterdamse
poortje
Pagina
2
5. VOORWOORD
________________________________________________________________
Voor
u
ligt
het
pedagogische
beleid
van
kinderdagverblijf
‘het
Amsterdamse
Poortje’.
Ons
kinderdagverblijf
heeft
als
doel
dat
kinderen
zich
moeten
kunnen
ontwikkelen
tot
evenwichtige,
zelfstandige
mensen.
Om
dit
doel
te
bereiken
is
het
belangrijk
om
kwalitatief
goede
en
verantwoorde
kinderopvang
te
bieden.
Voorwaarden
hiervoor
zijn
onder
andere
accommodatie,
professioneel
personeel,
materialen
en
uiteraard
pedagogische
uitgangspunten
en
werkwijze.
Deze
zullen
in
dit
beleid
verder
beschreven
worden.
VIER
PEDAGOGISCHE
BASISDOELEN
Ons
pedagogisch
beleid
is
gebaseerd
op
de
vier
pedagogische
basisdoelen
die
in
de
wet
kinderopvang
zijn
omschreven.
Deze
doelen
zijn
er
op
gericht
om
kinderen
het
volgende
aan
te
bieden:
1. Een
gevoel
van
emotionele
veiligheid.
2. Gelegenheid
tot
het
ontwikkelen
van
persoonlijke
vaardigheden.
3. Gelegenheid
tot
het
ontwikkelen
van
sociale
vaardigheden.
4. De
kans
om
zich
waarden
en
normen
van
de
samenleving
eigen
te
maken.
VOOR‐
EN
VROEGSCHOOLSE
EDUCATIE
Op
veel
kinderdagverblijven
wordt
er
gewerkt
met
een
VVE
methode.
Er
zijn
verschillende
methodes
zoals
Kaleidoscoop,
Puk
en
Co,
Piramide,
enz.
Wij
werken
met
Piramide.
Werken
met
zo’n
methode
zorgt
er
onder
andere
voor
dat
er
ruime
aandacht
is
voor
de
Nederlandse
taal.
Het
is
al
lang
bekend
dat
als
kinderen
de
taal
niet
voldoende
beheersen
zij
op
de
basisschool
een
flinke
achterstand
kunnen
oplopen.
Ook
aan
de
andere
basisdoelen
wordt
bij
ons
ruime
aandacht
aan
besteed.
In
ons
stadsdeel
Zuidoost
zitten
veel
kinderen
op
de
kinderdagverblijven
die
anderstalig
en
van
niet
Nederlandse
afkomst
zijn.
Kinderdagverblijven
werden
in
de
gelegenheid
gesteld
om
met
een
VVE
programma
te
starten.
Voor
kinderen
vanaf
twee
en
half
jaar
werd
er
Kinderdagverblijf
het
Amsterdamse
poortje
Pagina
3
subsidie
gegeven
om
mee
te
doen
aan
een
VVE
programma.
Dit
voorstel
hebben
wij
toen
met
beide
handen
aangegrepen
en
zo
zijn
wij
in
2006
begonnen
met
het
VVE
programma.
In
2009
werken
we
op
alle
groepen
met
dit
programma:
dit
houdt
concreet
in
dat
pw’ers
de
mogelijkheid
krijgen
om
de
methode
te
leren
en
er
materialen,
lectuur
enz.
aangeschaft
kan
worden
die
voor
de
methode
nodig
zijn.
Kinderdagverblijf
het
Amsterdamse
poortje
Pagina
4
1. VISIE
EN
DOEL
________________________________________________________________
VISIE
EN
DOEL
Ieder
kind
is
uniek
en
heeft
een
natuurlijke
drang
tot
ontwikkelen.
Deze
ontwikkeling
is
bij
elk
kind
verschillend.
Om
deze
ontwikkeling
zo
goed
mogelijk
te
laten
verlopen
is
een
goede
sfeer
van
veiligheid
en
vertrouwen
nodig,
komend
van
mensen
uit
zijn
omgeving.
Wij
vinden
zelfstandigheid
van
kinderen
belangrijk
voor
hun
zelfvertrouwen.
leder
kind
moet
de
vrijheid
krijgen
om
zijn
eigen
mogelijkheden
te
ontdekken
gestimuleerd
door
de
pedagogisch
medewerker(s).
Wij
laten
kinderen
in
hun
waarde
en
proberen
het
kind
zo
een
positief
zelfbeeld
mee
te
geven.
De
pedagogisch
medewerkers
hebben
de
taak
om
evenwicht
te
scheppen
tussen
de
groepsregels
en
de
individuele
vrijheid
van
ieder
kind.
Dit
om
kinderen
de
gelegenheid
te
bieden
hun
nieuwsgierigheid
te
bevredigen
en
te
prikkelen.
De
omgeving
moet
hieraan
tegemoet
komen.
In
de
opvoedingssituatie
staat
zelfstandigheid
van
het
kind
en
het
begrijpen
van
het
kind
centraal.
Door
actief
te
luisteren
naar
kinderen
kun
je
de
behoefte
van
een
kind
helder
krijgen.
Bij
kinderen
die
(nog)
niet
praten
gebeurt
dit
door
non
‐
verbale
communicatie.
Door
gevoelens
van
kinderen
te
verwoorden
laat
je
merken
dat
je
het
kind
begrijpt
en
kun
je
rekening
houden
met
zijn
gevoelens
en
behoeften.
Dit
is
bij
elk
kind
anders
en
dus
moet
er
naar
elk
kind
persoonlijk
gekeken
worden.
Via
de
zogenaamde
ik
‐
boodschap
waarin
je
als
opvoeder
jouw
eigen
behoeften
en
gevoelens
uitlegt
aan
een
kind,
geef
je
het
kind
de
vrijheid
om
daarop
te
reageren
en
met
zijn
eigen
oplossingen
te
komen.
Kinderen
zullen
op
deze
manier
eerder
bereid
zijn
om
rekening
met
de
pw’er
te
houden.
Ook
in
de
groep
zullen
kinderen
eerder
zelf
met
oplossingen
komen
en
bereid
zijn
om
rekening
met
elkaar
te
houden.
Op
deze
manier
creëren
wij
een
opvoedingssituatie
waarin
het
gezag
van
de
opvoeder
en
de
vrijheid
en
zelfstandigheid
van
het
kind
elkaar
in
evenwicht
houden.
Kinderdagverblijf
het
Amsterdamse
poortje
Pagina
5
PEDAGOGISCH
DOEL
Kinderen
moeten
zich
kunnen
ontwikkelen
tot
evenwichtige,
zelfstandige
mensen.
Mensen
met
zelfvertrouwen
die
hun
eigen
mogelijkheden
onderkennen
en
gebruiken.
Het
Amsterdamse
Poortje
wil
dit
realiseren
door
situaties
in
ons
kinderdagverblijf
te
creëren
die
ervoor
zorgen
dat
de
kinderen
zich
prettig
voelen,
vertrouwen
hebben
in
eigen
kunnen,
voor
zichzelf
op
kunnen
komen,
respect
ontwikkelen
voor
zichzelf
en
voor
anderen,
positief
in
de
maatschappij
staan,
zelfstandig
zijn
en
sociaal
vaardig.
Kinderdagverblijf
het
Amsterdamse
poortje
Pagina
6
2.
PRAKTISCHE
WERKWIJZE
________________________________________________________________
GROEPEN
EN
WEN/DAGSCHEMA
Een
stamgroep
is
de
groep
van
het
kind.
Hier
eet
en
speelt
hij,
daar
zijn
ook
zijn
vaste
pedagogisch
medewerkers
en
stagiaires.
GROEPSGROOTTE
LOCATIE
‘HOPTILLE’
Stamgroep
Leeftijd
Max.
aantal
kinderen
Beroepskrachten
Babygroep
0‐2
jaar
9
2
Peuter
2‐4
jaar
14
2
GROEPSGROOTTE
LOCATIE
‘VENSERPOLDER,
BOENINLAAN’
Stamgroep
Leeftijd
Max.
aantal
kinderen
Beroepskrachten
Babygroep
0‐2
jaar
9
2
Verticaal
0‐4
jaar
12
2
Overgang
naar
een
volgende
leeftijdsgroep
(bij
horizontale
groepen)
De
leeftijd
is
niet
bepalend
voor
het
overzetten
van
een
kind
naar
de
volgende
groep,
de
ontwikkeling
van
een
kind
en
het
welbevinden
wel.
Er
wordt
altijd
van
te
voren
overlegd
met
de
ouder.
Vervolgens
wordt
er
met
de
ouders
besproken
wat
er
op
de
nieuwe
groep
gaat
gebeuren
indien
het
kind
overgaat.
VERLATEN
VAN
DE
STAMGROEP
Alle
groepen
Met
uitstapjes
naar
bijv.
een
kinderboerderij
of
naar
onze
aangrenzende
buitenruimte.
Horizontale
groep
Hoptille:
In
de
ochtend
(voor
09:30)
en
middag
(na
16:30
uur)
worden
alle
kinderen
bij
elkaar
opgevangen
op
een
vaste
groep
en
tussen
09:30‐16:30
uur
gaat
elke
groep
naar
de
eigen
ruimte.
Kinderdagverblijf
het
Amsterdamse
poortje
Pagina
7
Boeninlaan
babygroep:
In
de
ochtend
(voor
09:30)
en
middag
(na
16:30
uur)
worden
alle
kinderen
bij
elkaar
opgevangen
op
een
vaste
groep
en
tussen
09:30‐16:30
uur
gaat
elke
groep
naar
de
eigen
ruimte.
Op
de
woensdagen
voegen
we
de
groepen
de
hele
dag
samen.
Boeninlaan
verticale
groep:
idem
als
bij
babygroep.
De
groepen
spelen
buiten
de
tijden
zoals
hierboven
aangegeven
niet
meer
bij
elkaar
of
zijn
niet
meer
bij
elkaar
op
de
groep.
Wenperiode
Wanneer
er
een
nieuw
kindje
op
de
opvang
komt,
wordt
er
met
ouders
en
de
pedagogisch
medewerker
een
intake
gesprek
gehouden.
Er
wordt
uitgelegd
hoe
onze
opvang
werkt.
Ons
pedagogisch
beleid
wordt
uitgelegd,
er
wordt
iets
over
Piramide
verteld
en
er
worden
huisregels
uitgedeeld.
Verder
wordt
het
wenschema
afgesproken.
Eerst
een
ochtend,
dan
een
ochtend
met
een
slaapje
en
vervolgens
een
hele
dag.
Deze
wenperiode
kan
per
kind
verschillen.
Het
ene
kind
zal
makkelijker
wennen
dan
een
ander
kind.
Extra
opvangdag
Het
Amsterdamse
Poortje
biedt
de
mogelijkheid
van
een
extra
dag
of
halve
dag
opvang
aan.
Voorwaarde
is
dat
de
bezetting
het
toe
moet
laten.
DAGSCHEMA
WERKWIJZE
BABYGROEP
Onze
jonge
baby’s
hebben
geen
vast
dagritme.
Elke
baby
wordt
gevoed
en
slaapt
wanneer
het
behoefte
eraan
heeft.
Op
de
babygroep
komt
het
verzorgen
en
knuffelen
op
de
eerste
plaats.
Maar
ook
worden
er
kleine
1‐op‐1
activiteiten
gedaan
of
kleine
spelletjes
met
een
paar
kinderen
tegelijk.
We
zingen,
kiekeboe
spelen,
helpen
met
lopen,
klimmen
en
zitten.
We
hebben
loopstoeltjes,
loopfietsjes
etc.
We
bouwen
blokken
met
ze
en
met
goed
weer
gaan
wij
naar
buiten.
In
de
kindermap
houden
we
wekelijks
de
ontwikkeling
van
het
kind
bij.
We
vragen
aan
de
ouders
om
dat
ook
te
doen.
Zo
volgen
we
samen
de
ontwikkelingen
van
het
kind.
Kinderdagverblijf
het
Amsterdamse
poortje
Pagina
8
Als
een
kindje
ongeveer
een
jaar
is
proberen
we
het
eet‐
en
slaapritme
van
de
dreumesgroep
aan
te
houden,
dit
om
de
overgang
naar
deze
groep
zo
soepel
mogelijk
te
laten
verlopen.
WERKWIJZE
De
groepen
zijn
volgens
de
Piramidemethode
ingericht
in
hoekjes
met
o.a.
bouwhoek,
puzzelhoek,
poppenhoek,
etc..
In
de
ochtend
en
middag
is
er
tijd
voor
vrijspelen.
De
kinderen
mogen
kiezen
waar
ze
willen
spelen
en
blijven
hier
dan
een
tijdje.
Zo
leren
ze
dat
er
aan
een
keuze
ook
consequenties
zitten.
In
deze
subgroepjes
wordt
gemiddeld
twee
keer
één
uur
per
dag
gespeeld.
We
gaan
elke
dag
–als
het
weer
het
toelaat‐
even
naar
buiten
om
te
rennen,
steppen
of
fietsen.
Eén
maal
per
week
kijken
we
televisie.
Een
video
van
peuterfiguren
die
dan
“in”
zijn.
Soms
brengt
een
kind
een
video
van
thuis
mee.
Er
wordt
soms
popcorn
gemaakt
om
de
bioscoopmiddag
te
volmaken.
Een
deel
van
de
dag
wordt
er
vrij
gespeeld
en
aan
de
fijne
motoriek
gewerkt
door
bijvoorbeeld
te
knutselen,
kralen
rijgen,
etc..
Voor
het
uitvoeren
van
Piramide
hebben
we
een
activiteitenschema
die
we
jaarlijks
opstellen.
Dagindeling
DREUMES/PEUTERS
06:45
ontvangst
van
de
kinderen
09:30
aan
tafel
voor
thee
met
een
tussendoortje
(cracker,
wafel,
etc.)
10:00
verschoonmoment
10:00
kringactiviteiten
10:30
hoekjes
kiezen
De
kinderen
kiezen
waar
en
met
wie
ze
willen
spelen,
of
we
gaan
naar
buiten.
11:30
we
gaan
aan
tafel
voor
de
lunch
12:00
kinderen
worden
verschoond
en
klaargemaakt
voor
het
slapen
De
grote
peuters
die
niet
meer
slapen
spelen
op
de
groep.
Ze
doen
een
“moeilijk
werkje”
of
een
spel
met
een
pedagogisch
medewerker.
15:00
verschoonmoment
Kinderdagverblijf
het
Amsterdamse
poortje
Pagina
9
15:30
we
gaan
aan
tafel
voor
fruit
eten
met
een
zuivelhapje
(yoghurt
of
vla)
en
een
koekje
16:00
Na
het
eten
is
het
tijd
voor
spelen
of
een
gezamenlijke
activiteit
17:00
aan
tafel
voor
een
koekje
en
wat
te
drinken
17:30
vrije
activiteiten
18:30
sluiting
Zieke
kinderen
Als
het
kind
ziek
is,
kan
het
niet
opgevangen
worden
in
ons
kindercentrum.
Dit
is
in
het
belang
van
het
zieke
kind
zelf.
Mocht
het
kind
ziek
worden
tijdens
zijn
of
haar
verblijf
op
de
opvang,
dan
zullen
onze
pedagogisch
medewerkers
de
situatie
proberen
in
te
schatten
om
te
bepalen
of
het
kind
kan
blijven
of
niet.
Dus
kan
het
kind
blijven
of
moet
het
opgehaald
worden.
Bij
onderstaande
situaties
moet
het
kind
worden
opgehaald;
•
38
graden
koorts
of
hoger;
•
Hoofdluis
(tenzij
behandeld);
•
Besmettelijke
ziekten;
•
In
alle
andere
gevallen
dat
de
medewerker
van
mening
is
dat
het
beter
is
voor
het
kind
om
thuis
te
zijn.
We
hanteren
en
raadplegen
ons
ziekteprotocol
en
hanteren
de
GGD
richtlijnen.
Kinderdagverblijf
het
Amsterdamse
poortje
Pagina
10
Vierogenbeleid
Brancheorganisatie:
•
‘de
uitvoering
van
het
vier
ogenprincipe
moet
pedagogisch
verantwoord
en
bedrijfseconomisch
haalbaar
zijn;
•
de
wijze
waarop
invulling
wordt
gegeven
dient
opgenomen
te
worden
in
het
pedagogisch
beleidsplan;
•
oudercommissies
worden
jaarlijks
geïnformeerd
over
de
invulling
van
het
vier
ogenprincipe
op
hun
locatie’.
Op
het
Amsterdamse
Poortje
doen
we
dit
door:
•
•
De
oudercommissie
jaarlijks
te
informeren.
Een
open,
professioneel
werkklimaat
te
bevorderen
waarbij
de
drempel
om
elkaar
op
bepaalde
gedragingen
binnen
het
werk
aan
te
spreken
zo
laag
mogelijk
is.
•
Het
aan
de
randen
van
de
dag
samenvoegen
van
stamgroepen
(Venserpolder).
•
Boventallige
inzet,
als
extra
paar
ogen,
van
pedagogisch
medewerkers
in
opleiding
of
vrijwilligers.
•
Inzet
van
moderne
audiovisuele
middelen
zoals
een
camera
met
beeld/geluid
waarop
er
toezicht
is
op
een
groep
door
de
ander
groep
en
vice
versa.
De
beelden
worden
niet
bewaard
en
zijn
alleen
voor
intern
gebruik.
De
privacywetgeving
wordt
in
acht
genomen
en
er
wordt
een
protocol
gemaakt.
Pedagogisch
medewerkers
Veiligheid
Veiligheid
is
natuurlijk
één
van
de
belangrijkste
punten
op
de
opvang.
De
pedagogisch
medewerkers
dienen
het
beleid
ten
aanzien
van
dit
punt
gedegen
te
kennen
en
zullen
regelmatig
daarover
bevraagd
worden.
We
verwachten
dat
de
pedagogisch
medewerkers
verantwoordelijkheidsgevoel
kennen
op
dit
punt
en
er
naar
handelen.
Wij
begeleiden
hen
door
het
verschaffen
van
informatie,
coaching
en
training.
Pw’er
‐kindratio
(Pkr)
Het
aantal
beroepskrachten,
zoals
hiervoor
beschreven,
wordt
bij
het
Amsterdamse
Poortje
aan
de
hand
van
de
voor
de
aanwezige
leeftijdscategorieën
geldende
maximale
aantallen
kinderen,
vastgesteld.
Per
groep
beschikken
wij
over
voldoende
pedagogisch
medewerkers.
Volgens
de
PKR:
Kinderdagverblijf
het
Amsterdamse
poortje
Pagina
11
•
kinderen
in
de
leeftijd
van
0
tot
1
jaar:
1
pedagogisch
medewerker
per
4
kinderen.
Vanaf
12
weken
zijn
kinderen
bij
ons
welkom.
•
kinderen
in
de
leeftijd
van
1
tot
2
jaar:
1
pedagogisch
medewerker
per
5
kinderen;
•
kinderen
in
de
leeftijd
van
2
tot
3
jaar:
1
pedagogisch
medewerker
per
6
kinderen;
•
kinderen
in
de
leeftijd
van
3
tot
4
jaar:
1
pedagogisch
medewerker
per
8
kinderen.
Schema
voor
de
berekening
van
de
pedagogisch
medewerker/kindratio
(PKR)
en
maximale
groepsgroottes
bij
groepen
dagopvang
van
samengestelde
leeftijd.
Bij
een
verticale
groep
is
sprake
van
een
groep
met
samengestelde
leeftijden.
Leeftijd
PM‐
ers
Maximale
aantal
PM‐
er
Maximale
aantal
PM‐
er
Maximale
aantal
PM‐
er
Maximale
aantal
0
tot
1
1
4
2
8
3
12
‐‐‐‐
‐‐‐‐
1
tot
2
1
5
2
10
3
15
4
16
2
tot
3
1
6
2
12
3
16
‐‐‐‐
‐‐‐‐
3
tot
4
1
8
2
16
‐‐‐‐
‐‐‐‐
‐‐‐‐
‐‐‐‐
0
tot
2
1
5
2
9
*
3
14
*
4
16
*
0
tot
3
1
5
2
10
*
3
15
*
4
16
*
0
tot
4
1
6
2
12
*
3
16
*
‐‐‐‐
‐‐‐‐
1
tot
3
1
6
2
11
3
16
‐‐‐‐
‐‐‐‐
1
tot
4
1
7
2
13
3
16
‐‐‐‐
‐‐‐‐
2
tot
4
1
7
2
14
3
16
‐‐‐‐
‐‐‐‐
• *
Waarvan
maximaal
acht
kinderen
van
0
jaar
Voor
de
berekening
van
het
gemiddelde
op
groepsniveau,
maken
wij
gebruik
van
de
http://1ratio.nl/
Een
rekentool
ontwikkeld
door
branchevereniging
kinderopvang
en
Boink.
Het
rooster
is
zo
ingedeeld
dat
er
voldoende
gediplomeerde
medewerkers
zijn
per
dag
op
basis
van
het
aantal
kinderen.
Ook
in
de
vakanties
van
de
medewerkers
zorgen
we
dat
dit
gewaarborgd
is
door
inzet
van
invallers
bijv.
Aanname
van
personeel
‐
ervaring
met
groepen
en
samenwerken
met
anderen;
‐
inhoudelijke
pedagogische
kennis
en
handelwijze;
‐
enthousiasme,
kunnen
relativeren,
improviseren;
‐
kennis
van
activiteiten:
ervaringen,
initiatieven;
Kinderdagverblijf
het
Amsterdamse
poortje
Pagina
12
‐
zelfstandigheid
en
verantwoordelijkheid;
‐
diploma’s,
VOG
en
referenties.
Kennis
van
VVE
is
een
pre.
Kwalificaties
De
opleiding
voor
Sociaal
Pedagogisch
Werker
niveau
3
(SPW3)
geldt
als
de
gangbare
startkwalificatie
voor
het
werken
in
de
kinderopvang.
In
het
functieboek
kinderopvang
staan
de
vergelijkbare
opleidingen
die
kwalificeren.
Inzet
en
begeleiding
van
andere
volwassenen,
stagiaires
en
assistenten
We
werken
met
stagiaires
voornamelijk
bollers.
Zij
worden
boventallig
ingezet
op
de
groep.
De
taken
die
een
stagiaire
uitvoert
zijn
afhankelijk
van
hun
opleidingsniveau.
We
hebben
een
takenlijst
per
leerjaar.
Er
kunnen
ook
andere
volwassenen
worden
ingezet
zoals
vrijwilligers.
De
taak
van
een
vrijwillig
kan
zijn
om
bijv.
huishoudelijke
werkzaamheden
te
verrichten
of
boodschappen
te
doen.
De
houder
staat
niet
op
de
groep.
Zij
doet
de
administratie
en
de
begeleiding
van
de
medewerkers.
Achterwacht
De
achterwachtregeling
is
van
kracht
als
er
een
calamiteit
is,
een
volwassene
alleen
is;
en
waarbij
een
tweede
volwassene
gewenst
is.
Venserpolder:
Sharina
Hoptille:
Anna
Mama‐Sistina
Ondersteuning
bij
inzet
van
een
beroepskracht
en
afwijking
PKR
Als
er
één
beroepskracht
in
het
pand
aanwezig
is,
moet
er
een
volwassene
in
het
pand
aanwezig
zijn
als
tweede
volwassene.
Deze
persoon
behoeft
niet
gekwalificeerd
te
zijn.
Deze
persoon
wordt
ingeroosterd
in
onze
planning.
Inval
Er
zal
gebruik
worden
gemaakt
van
invalkrachten
als
de
vaste
krachten
met
vakantie
zijn
of
anders.
OUDERS
Kinderdagverblijf
het
Amsterdamse
poortje
Pagina
13
Als
de
communicatie
niet
goed
verloopt
tussen
ouder
en
Pw’er,
zal
de
samenwerking
ook
niet
goed
gaan.
Pedagogisch
medewerkers
en
ouders
hebben
elkaar
nodig.
De
opvoeding,
begeleiding
en
de
verzorging
doen
we
samen,
er
zal
evenwicht
moeten
zijn
tussen
thuis
en
de
opvang.
Dit
komt
de
ontwikkeling
van
het
kind
ten
goede.
De
mapjes
Elk
kind
dat
bij
ons
op
de
opvang
komt
krijgt
een
eigen
mapje.
In
dit
mapje
komen
verslagen
die
door
de
pedagogisch
medewerkers
worden
geschreven.
Ook
komen
daar
de
observatielijsten
in
die
nodig
zijn
voor
een
ouder
‐
kind
gesprek.
Vanaf
de
dreumesgroep
worden
ouders
een
paar
maal
per
jaar
uitgenodigd
voor
zo’n
gesprek.
Nieuwsbrief
Wij
geven
vier
maal
per
jaar
een
nieuwsbrief
(elk
seizoen
één).
Hierin
staan
nieuwtjes
over
de
groepen
en
de
locatie.
Oudercommissie
In
de
wet
staat
dat
elk
kinderdagverblijf
een
oudercommissie
moet
hebben.
Zij
hebben
een
adviserende
rol
naar
de
houder
toe.
Wij
als
kinderdagverblijf
zijn
aangesloten
bij
de
oudervereniging
BOinK.
Per
vestiging
hebben
we
een
oudercommissie.
Kinderdagverblijf
het
Amsterdamse
poortje
Pagina
14
3.
OPVOEDDOELEN
________________________________________________________________
PIRAMIDE
METHODE
Allereerst
natuurlijk
de
inrichting
van
de
groep.
Deze
moet
inspirerend
maar
ook
veilig
en
uitdagend
zijn.
Piramide
werkt
met
hoekjes.
Dit
realiseren
wij
in
onder
andere
een
knutselhoek,
poppenhoek,
bouwhoek,
leeshoek,
puzzelhoek
enz.
te
maken.
Hierdoor
kan
het
kind
geholpen
worden
met
zijn
spelkeuze,
en
door
hoekjes
te
creëren
voelt
het
zich
veilig
en
niet
bekeken
Dit
komt
zijn
fantasie
weer
ten
goede.
Ook
de
interactie
met
de
pedagogisch
medewerker
is
van
groot
belang.
Zij
helpt
het
kind
door
bijvoorbeeld
mee
te
spelen
als
de
fantasie
even
op
is.
Ook
tijdens
het
meespelen
krijgt
de
pedagogisch
medewerker
een
goed
beeld
van
het
spel
van
het
kind.
Piramide
werkt
niet
alleen
met
hoekjes
maar
ook
met
thema’s.
Met
een
thema
zijn
de
kinderen
een
aantal
weken
bezig
in
de
vorm
van
spel,
lied,
en
knutselactiviteiten.
Enkele
thema’s
zijn:
water,
groot
en
klein,
mijn
lichaam,
verkeer
enz.
Aan
de
hand
van
de
thematafel
staan
voorwerpen
die
met
dat
thema
te
maken
hebben.
Elke
groep
is
met
hetzelfde
thema
bezig.
Elke
dag
is
er
een
vast
dagritme
met
speel‐,
leer‐,
eet‐
en
slaapmomenten.
Dit
geeft
zekerheid
aan
het
kind
waardoor
het
niet
verrast
wordt
door
teveel
onverwachte
gebeurtenissen.
Dit
dagritme
wordt
met
dagritmekaarten
bij
gehouden
zodat
het
kind
weet
wat
de
volgende
stap
gaat
worden.
De
ontwikkeling
van
elk
kind
wordt
aan
de
hand
van
observatielijsten
door
de
pedagogisch
medewerkers
bijgehouden.
Kinderen
die
achterstand
hebben
of
dreigen
op
te
lopen,
krijgen
extra
begeleiding
van
hun
pedagogisch
medewerker.
De
samenwerking
tussen
pedagogisch
medewerker
en
ouder
is
van
groot
belang.
Daarom
vragen
wij
ook
participatie
van
de
ouders.
Door
middel
van
meedenken
en
meedoen
en
door
te
overleggen
met
de
pedagogisch
medewerkers.
Toon
als
ouder
interesse
in
wat
uw
kind
bij
ons
doet.
Als
laatste
willen
wij
nog
een
groot
misverstand
wegwerken,
wij
spelen
geen
schooltje!
Kinderdagverblijf
het
Amsterdamse
poortje
Pagina
15
Wij
en
Piramide
stellen
spelen,
gezelligheid
en
een
goede
samenwerking
centraal.
Kindvolgsysteem:
we
werken
met
een
kindvolgsysteem,
het
ELKK.
SOCIAAL
EMOTIONELE
VEILIGHEID
Jonge
kinderen
moeten
zich
veilig
en
beschermd
voelen
om
zich
te
kunnen
ontwikkelen.
Het
gevoel
van
veiligheid
wordt
bepaald
door
de
groepsleiding,
de
ruimte/
omgeving
en
het
contact
met
de
andere
kinderen.
Hoe
doen
wij,
de
pedagogisch
medewerkers
dat
•
Wij
bieden
de
kinderen
een
vaste
structuur
gedurende
de
dag,
dit
zorgt
voor
rust
en
een
veilig
gevoel.
•
We
besteden
veel
aandacht
aan
ieder
kind
teneinde
een
goede
band
met
het
kind
op
te
kunnen
bouwen.
•
De
kinderen
krijgen
onvoorwaardelijk
onze
steun
en
aandacht.
•
Aanwezigheid
van
bekende
leeftijdsgenootjes.
•
Aanwezigheid
van
vaste
pedagogisch
medewerkers
en
vaste
invalkrachten.
•
Zorg
dragen
voor
een
consistente
groep,
m.b.v.
kinderen
en
pedagogisch
medewerkers
die
op
vaste
dagdelen
aanwezig
zijn.
De
pedagogisch
medewerkers
reageren
sensitief
en
responsief
op
de
kinderen
en
accepteren
de
gevoelens
van
het
kind.
•
Passen
ons
aan
bij
de
ontwikkeling
van
het
kind.
WELBEVINDEN
Ons
streven
is
om
te
zorgen
dat
de
kinderen
zich
prettig
en
op
hun
gemak
voelen
in
de
kinderopvang.
Het
welbevinden
van
alle
kinderen
staat
centraal.
Welbevinden
is
de
basis
en
voorwaarde
voor
een
gezonde
ontwikkeling.
Het
gedrag
van
het
kind
laat
zien
of
het
kind
zich
prettig
voelt
en
zich
op
zijn
gemak
voelt
in
de
kinderopvang.
Oudere
kinderen
kunnen
dit
zelf
vertellen.
Ook
uit
reacties
thuis
kunnen
ouders
een
indruk
krijgen
hoe
hun
kind
de
kinderopvang
ervaart.
Door
de
voortdurende
observaties
van
de
groepsleiding
en
ouders
kan
er
een
goed
beeld
gevormd
worden
van
het
kind.
Kinderdagverblijf
het
Amsterdamse
poortje
Pagina
16
Praktijkvoorbeelden
De
pedagogisch
medewerker
verschoont
Sam
en
praat
en
knuffelt
ondertussen
met
hem.
De
pedagogisch
medewerker
noemt
alle
kinderen
bij
de
naam.
PERSOONLIJKE
COMPETENTIE
Het
stimuleren
van
veerkracht,
zelfstandigheid
en
zelfvertrouwen,
flexibiliteit
en
creativiteit
bij
een
kind
waardoor
een
kind
in
staat
is
om
allerlei
type
problemen
adequaat
aan
te
pakken
en
zich
aan
te
passen
aan
veranderende
omstandigheden.
Zelfstandigheid
van
het
kind
Wij
vinden
het
belangrijk
om
de
zelfstandigheid
van
het
kind
te
bevorderen.
Dit
is
belangrijk
voor
de
eigenwaarde
van
het
kind.
Het
kind
kan
zelf
bepalen
en
ontdekken
wat
het
wil
en
kan.
Zo
leert
het
kind
omgaan
met
zijn
eigen
mogelijkheden
en
ontwikkelt
het
een
positief
zelfbeeld.
Hoe
doen
we
dat
Wij
gaan
ervan
uit
dat
een
kind
veel
zelf
kan.
De
activiteiten
die
een
kind
aangeboden
krijgt
moeten
dus
uitvoerbaar
zijn.
Soms
zullen
we
een
kind
echter
ook
dingen
aanbieden
die
net
boven
zijn
capaciteit
liggen
om
het
kind
te
stimuleren
om
een
oplossing
te
zoeken
voor
nieuwe
problemen
en
activiteiten.
Praktijkvoorbeelden
De
kinderen
krijgen
stukjes
fruit
aangeboden
op
een
bord.
Het
bord
gaat
rond
en
de
kinderen
mogen
hier
zelf
een
stukje
van
pakken.
De
peuters
worden
door
de
pedagogisch
medewerker
uitgenodigd
om
haar
te
helpen
een
moeilijke
puzzel
te
maken.
Dit
stimuleert
het
zelfvertrouwen.
De
peuters
smeren
zelf
hun
boterham.
Kinderdagverblijf
het
Amsterdamse
poortje
Pagina
17
Stimuleren
van
de
eigen
inbreng
van
een
kind
en
het
maken
van
keuzes
Wij
vinden
het
belangrijk
dat
een
kind
zelf
keuzes
leert
maken
en
de
kans
krijgt
om
eigen
ideeën
in
te
brengen.
Dit
bevordert
de
zelfstandigheid
van
het
kind.
Het
wordt
op
die
manier
gestimuleerd
om
zelf
initiatief
te
nemen.
Het
kind
ontwikkelt
zo
een
positief
zelfbeeld
en
krijgt
zelfvertrouwen.
Hoe
doen
we
dat
Wij
bevorderen
dit
door
het
kind
zelf
te
laten
kiezen
en
door
te
reageren
op
de
keuze
en
inbreng
van
het
kind.
Praktijkvoorbeelden
Het
speelgoed
staat
laag
zodat
de
kinderen
zelf
speelgoed
kunnen
pakken.
De
kinderen
mogen
zelf
kiezen
wat
ze
op
hun
boterham
willen.
Taalontwikkeling
Op
Het
Amsterdamse
Poortje
wordt
er
veel
aandacht
besteed
aan
de
ontwikkeling
van
de
taal
bij
de
kinderen
om
bijv.
hun
gevoelens
te
verwoorden.
De
voertaal
op
Het
Amsterdamse
Poortje
is
Nederlands
.
De
pedagogisch
medewerkers
praten,
lezen
en
vertellen
veel.
Ze
drukken
zich
exact
uit,
en
brengen
geduld
en
respect
op
voor
de
behoeften
van
de
kinderen.
Zij
bekijken
het
kind
en
zijn
attent
op
de
gevoelige
periode
waarin
deze
verkeert.
Hoe
doen
we
dat,
de
pedagogisch
medewerker
•
doet
mee
met
het
kind
op
hun
niveau;
•
observeert,
verzamelt
informatie
en
luistert
naar
het
kind;
•
behandelt
het
kind
als
gelijkwaardige
gesprekspartner
en
past
zich
qua
taal
aan
het
kind
aan;
•
respecteert
wat
kinderen
zeggen;
•
moedigt
de
kinderen
aan
het
gesprek
aan
te
gaan;
•
stelt
niet
zomaar
vragen.
•
door
de
ervaringen
van
een
kind
te
benoemen
(‘je
vindt
dat
leuk
hé?’)
en
de
pogingen
van
het
kind
aan
te
moedigen
(‘wat
kun
jij
dat
goed’)
stimuleer
je
een
kind
om
zijn
ervaringen
uit
te
breiden
en
nieuwe
dingen
te
blijven
proberen.
Je
kunt
een
kind
ook
aanmoedigen
door
zelf
deel
te
nemen
aan
een
activiteit.
Kinderdagverblijf
het
Amsterdamse
poortje
Pagina
18
•
kinderen
hebben
zelf
ook
veel
te
vertellen.
Het
is
waardevol
om
aan
te
sluiten
bij
de
geluidjes
die
een
kind
maakt,
of
bij
de
dingen
die
het
zegt.
Op
deze
manier
wordt
de
taalontwikkeling
gestimuleerd.
Elk
kind
wordt
als
individu
benaderd.
De
pedagogisch
medewerker
stimuleert
de
kinderen
om
zich
verbaal
uit
te
drukken,
door:
•
het
spelen
van
taalspelletjes:
hierbij
wordt
gebruik
gemaakt
van
kijkboekjes
en
illustratie‐
kaarten;
•
de
getallen
te
oefenen
door
middel
van
met
de
kinderen
telspelletjes.
Bijvoorbeeld
met
rozijntjes.
•
het
voorlezen
en
kinderen
vragen
het
verhaaltje
na
te
vertellen.
Hierbij
let
de
PM’er
erop
dat
alle
kinderen
actief
deelnemen;
•
met
de
kinderen
met
thema’s
te
werken
zoals
jaargetijden
of
dieren;
•
spelletjes
met
de
kinderen
te
spelen
waarbij
het
leren
van
vormen,
kleuren,
cijfers,
letters,
dagen,
maanden
en
seizoenen
centraal
staat.
We
gebruiken
hiervoor
o.a.
illustratiekaarten,
boeken
en
puzzels;
•
met
de
kinderen
gesprekken
te
voeren,
in
een
kring
of
individueel;
•
met
de
kinderen
muziek
te
spelen
en
te
zingen.
Hierbij
kunnen
de
kinderen
zich
geheel
uitleven
met
zang
en
dans.
Ook
dit
stimuleert
het
taalgevoel.
Praktijkvoorbeelden
De
pedagogisch
medewerker
benoemt
de
dieren
van
de
boerderij
voor
de
baby.
Nick
wijst
een
trein
aan,
maar
benoemt
de
trein
niet.
De
pedagogisch
medewerker
benoemt
de
trein
voor
hem.
Lichamelijke
ontwikkeling
Lichamelijke
ontwikkeling
van
kinderen
wordt
onderverdeeld
in
de
grove
en
fijne
motoriek
en
het
ontwikkelen
van
de
zintuigen.
Onder
grove
motoriek
wordt
verstaan
de
samenhang
en
bewegingen
van
de
armen,
benen
en
het
romp
zoals
trappelen,
steunen,
zitten,
kruipen,
rollen,
gooien,
lopen,
buigen
en
springen.
Om
de
ontwikkeling
van
deze
motoriek
te
stimuleren/bevorderen
worden
er
dansspelen
en
bewegingsspelen
door
de
pedagogisch
medewerkers
met
de
grote
kinderen
uitgevoerd.
Zo
zijn
er
lichamelijke
oefeningen
(op
de
plek
en
door
de
ruimte
bewegen,
met
voorwerpen
bewegen,
opvolgen/uitvoeren
van
beweging).
Kinderdagverblijf
het
Amsterdamse
poortje
Pagina
19
Er
wordt
per
sessie
spelletjes
gedaan
waar
voornamelijk
één
beweging
centraal
staat.
Daarnaast
dansen
de
kinderen
(ervaren
en
beoefenen
van
maat
en
ritme)
vrij
op
muziek
dat
dagelijks
wordt
gespeeld
en
wordt
er
voor
de
grotere
kinderen
balletles
gegeven.
Voor
de
baby’s
zijn
er
oefeningen
zoals
het
rollen
of
kruipen.
Onder
fijne
motoriek
verstaan
we
de
fijne
oog‐
hand
coördinerende
bewegingen
zoals
vasthouden,
aankleden,
zelfstandig
eten,
kralen
rijgen,
blokken
opstapelen,
enz.
Om
de
ontwikkeling
van
deze
motoriek
te
stimuleren/bevorderen
worden
er
dagelijks
activiteiten
door
de
pedagogische
medewerkers
met
de
grote
kinderen
ondernomen.
Zo
wordt
er
dagelijks
geknutseld
met
klei
of
verf.
Het
tekenen
met
de
kinderen
gebeurt
veelvuldig,
maar
ook
het
samen
puzzelen
met
de
kinderen.
Met
de
baby’s
is
het
gericht
op
het
aangeven
van
iets
of
het
rollen
van
een
bal
naar
de
baby
en
het
terugrollen
ervan
of
ze
iets
laten
vasthouden.
Het
herkennen
van
voorwerpen
zoals
ze
klinken,
aanvoelen,
smaken
en
ruiken
en
hoe
ze
eruitzien
als
ze
een
deel
aan
het
zicht
onttrokken
zijn,
is
een
belangrijke
ervaring
voor
kinderen.
Het
legt
de
basis
voor
het
vormen
en
begrijpen
van
symbolen.
Kinderen
zien
bijv.
een
metalen
handvat
uit
het
zand
steken
en
denken
meteen
aan
een
schop.
Ze
horen
een
geronk
in
de
lucht
en
stellen
zich
een
vliegtuig
voor.
Voor
de
grotere
kinderen
kunnen
de
kleuren
geleerd
worden,
er
kan
met
materialen
in
verschillende
blikjes
een
bepaald
geluid
gemaakt
worden
of
voelen
aan
macaroni
als
het
gekookt
of
ongekookt
is
(grotere
kinderen).Voor
de
baby’s
wordt
er
gewerkt
met
allerlei
soorten
materialen
waaronder
houten
of
pluchen
voorwerpen.
Natuurlijk
wordt
er
dagelijks
geluisterd
naar
leesboeken
op
cassette
of
liedjes
voor
klein
en
groot
en
daarop
gedanst.
Er
wordt
gewerkt
met
geuren
door
een
kind
te
laten
ruiken
aan
een
doos
waarin
bijv.
chocolade
heeft
gezeten.
De
diversiteit
aan
materialen
die
we
op
het
dagverblijf
hebben
zijn
erop
gericht
de
drie
categorieën
van
de
lichamelijke
ontwikkeling
te
stimuleren
en
worden
leeftijdsspecifiek
aangeboden.
Daarbij
biedt
de
buitenspeelplaats
veel
mogelijkheden
voor
bijvoorbeeld
fietsen
of
op
één
been
te
kunnen
hinkelen.
Zindelijkheidstraining
Op
het
kinderdagverblijf
werken
we
mee
aan
de
zindelijkheid.
Kinderdagverblijf
het
Amsterdamse
poortje
Pagina
20
Cognitieve
ontwikkeling
Door
met
veel
verschillende
materialen
te
werken
en
alle
zintuigen
te
stimuleren,
wordt
het
leren
aangemoedigd.
Dit
komt
terug
in
bijv.
de
schudkokers
met
verschillende
geluiden,de
zelfgemaakte
voelzakjes,en
de
spulletjes
in
de
winkel
die
ruiken
naar
de
artikelen
(zie
ontdekhoek).
Een
kind
leert
eerst
van
concrete
materialen
en
door
te
doen.
Vervolgens
vormt
het
beelden
en
woorden.
Met
de
aard
van
de
‘werkjes’
wordt
ingespeeld
op
de
van
nature
aanwezige
drang
van
kinderen
om
dingen
te
onderzoeken
en
te
ontdekken
Hoe
doen
we
dat,
de
pedagogisch
medewerker
•
begeleidt
spelenderwijs
het
spel
met
taal
op
basis
van
de
Piramide
methode;
•
biedt
spelmateriaal
dat
passend
is
bij
de
fase
van
het
kind;
•
geeft
uitleg
van
iets
of
informatie
te
geven.
Creatieve
ontwikkeling
Een
pedagogisch
medewerker
brengt
vooraf
aan
het
spel
ordening
aan
in
de
ruimte.
Spelen
is
zeer
belangrijk
voor
een
kind.
Door
middel
van
spel
bepalen
kinderen
zelf
de
situaties
en
geven
ze
het
zelf
vorm
zoals
zij
dat
willen.
Elk
kind
is
uniek.
Sommige
kinderen
weten
echter
niet
wat
ze
met
een
werkje
moeten
doen
of
pakken
niet
zelf
iets.
De
pedagogisch
medewerker
stimuleert
het
kind
door
het
kind
bij
de
hand
te
nemen
en
te
vragen:
“Zullen
we
een
werkje
pakken?
Ja?
Uit
welke
kast
wil
je
dan
iets?
Pak
het
zelf
maar.”
De
pedagogisch
medewerker
blijft
er
even
bij
en
neemt
vervolgens
afstand
als
het
kind
het
zelf
verder
kan.
Andere
kinderen
zijn
juist
weer
zo
druk
bezig,
dat
ze
helemaal
vergeten
om
iets
te
eten.
Deze
kinderen
moeten
juist
er
weer
aan
herinnerd
worden,
dat
ze
dan
even
niet
kunnen
spelen.
Hoe
doen
we
dat,
de
pedagogisch
medewerker
•
laat
het
kind
fantaseren;
•
zorgt
ervoor
dat
het
kind
gebruik
kan
maken
van
verschillende
materialen;
•
laat
het
kind
zelf
ontdekken;
•
laat
het
kind
rollen
spelen;
•
laat
het
kind
verhalen
verzinnen;
•
laat
het
kind
kennis
maken
met
voorwerpen.
Kinderdagverblijf
het
Amsterdamse
poortje
Pagina
21
De
pedagogisch
medewerker
ondersteunt
de
speelsheid
van
het
kind.
De
kinderen
zijn
degene
die
het
doen
en
de
pedagogisch
medewerkers
doen
mee
met
de
kinderen.
De
pedagogisch
medewerker
breidt
het
spel
van
een
kind
soms
uit
door
het
bijvoorbeeld
nieuw
materiaal
te
geven.
SOCIALE
COMPETENTIE
Hiermee
wordt
bedoeld
sociale
kennis
en
vaardigheden,
bijvoorbeeld
het
zich
in
een
ander
kunnen
verplaatsen,
kunnen
communiceren,
samenwerken,
anderen
helpen,
conflicten
voorkomen
en
oplossen.
De
interactie
met
leeftijdsgenoten,
het
deel
zijn
van
een
groep
en
het
deelnemen
aan
groepsgebeurtenissen
biedt
kinderen
een
leeromgeving
voor
het
opdoen
van
sociale
competenties.
Het
geeft
aan
kinderen
kansen
om
zich
te
ontwikkelen
tot
personen
die
goed
kunnen
functioneren
in
de
samenleving.
Hoe
doen
we
dat,
de
pedagogisch
medewerker
•
communiceert
met
de
kinderen
en
stimuleert
de
kinderen
ook
onderling
te
communiceren;
•
begeleidt
in
de
samenwerking
van
de
kinderen
aan
activiteiten
zoals
binnen
en
buiten
spelen,
puzzels
maken,
knippen,
plakken
en
verven,
liedjes
zingen,
‘klusjes’
doen,
gezamenlijk
eten
en
drinken;
•
let
erop
dat
kinderen
zijn
voortdurend
deel
van
een
groep
en
nemen
op
die
manier
deel
aan
groepsgebeurtenissen;
•
is
zich
ervan
bewust
dat
kinderen
de
gehele
dag
door
leren,
leert
de
kinderen
wat
voor
elkaar
over
te
hebben,
elkaar
te
helpen
en
elkaar
te
stimuleren
en
prikkelen.
OVERBRENGEN
VAN
WAARDEN
EN
NORMEN
Als
kinderopvang
doen
we
onze
best
om
kinderen
vertrouwd
te
maken
met
onze
waarden
en
normen.
Dit
doen
we
o.a.
door
zelf
het
goede
voorbeeld
te
geven.
De
pedagogisch
medewerkers
realiseren
zich
dat
ze
“model”
staan.
Door
zelf
op
een
verantwoorde
wijze
met
waarden
en
normen
om
te
gaan
zoals
eerlijk
zijn,
saamhorigheid,
elkaar
geen
pijn
te
doen
en
kinderen
deze
ook
uit
te
leggen.
Kinderdagverblijf
het
Amsterdamse
poortje
Pagina
22
Hoe
doen
wij
dat,
de
pedagogisch
medewerker
•
probeert
spelenderwijs
en
in
de
dagelijkse
omgang
met
de
kinderen
ze
bij
te
brengen
hoe
ze
kunnen
functioneren
in
een
groter
geheel:
in
de
groep,
in
de
kinderopvang,
in
de
maatschappij.
Dit
basisdoel
beschouwen
we
als
de
kern
van
de
opvoeding;
•
laat
de
kinderen
kennismaken
met
grenzen,
normen
en
waarden
maar
ook
met
de
gebruiken
en
omgangsvormen
in
onze
samenleving;
•
laat
kinderen
ervaren
dat
door
middel
van
het
met
meerdere
personen
spelen
van
een
gezelschapsspel,
kun
je
het
wachten
op
je
beurt
oefenen;
•
leert
kinderen
bij
het
gezamenlijk
deelnemen
aan
de
maaltijden,
kunnen
normen
en
waarden,
zoals
netjes
aan
tafel
zitten
en
bestek
leren
hanteren,
aangeleerd
worden;
•
leert
kinderen
het
speelgoed
op
te
ruimen
en
er
respectvol
mee
om
te
gaan;
•
leert
kinderen
om
het
goed
(netjes)
en
duidelijk
te
vragen
wanneer
ze
iets
van
een
ander
gedaan
willen
hebben;
•
leert
kinderen
om
elkaar
te
helpen;
•
leert
kinderen
om
aan
een
ander
te
zeggen
wat
ze
wel
en
niet
prettig
vinden.
•
Geeft
aan
wat
wel
en
wat
niet
mag.
Praktijkvoorbeelden
De
jongere
baby's
zitten
gezellig
in
een
wipstoeltje
om
de
tafel
heen
als
de
oudere
baby's
fruit
gaan
eten.
Sam
duwt
Jos,
Jos
gaat
huilend
naar
de
pedagogisch
medewerker
toe
en
vertelt
wat
er
gebeurt
is.
De
pedagogisch
medewerker
gaat
met
Jos
naar
Sam
toe
en
legt
uit
dat
hij
Jos
pijn
doet
als
hij
hem
duwt
en
Jos
dan
erg
verdrietig
wordt
en
niet
meer
met
hem
wil
spelen.
Aandacht
voor
rituelen:
feestdagen
en
verjaardagen
Wij
vinden
het
belangrijk
dat
een
kind
zich
prettig
voelt.
Sfeer
en
gezelligheid
kunnen
hier
aan
bijdragen.
We
hebben
daarom
bewust
voor
felle
kleuren
in
de
inrichting
gekozen.
Dit
straalt
vrolijkheid
en
warmte
uit.
Het
gezellig
maken
van
de
groep
doen
we
door
tekeningen
te
maken
op
de
ramen,
door
werkjes
van
de
kinderen
op
te
hangen.
Ook
wordt
de
groep
aangekleed
volgens
het
thema
van
Piramide
van
dat
moment.
Kinderdagverblijf
het
Amsterdamse
poortje
Pagina
23
Ook
de
bijzondere
dagen
krijgen
veel
aandacht.
Zo
wordt
er
bijvoorbeeld
carnaval
gevierd.
De
kinderen
mogen
dan
verkleed
komen
en
er
wordt
gedanst,
spelletjes
gespeeld
en
natuurlijk
wordt
er
wat
extra
gesnoept!
Voor
Koninginnedag
wordt
er
geknutseld.
Pasen
vieren
wij
met
een
paasbrunch
met
alle
kinderen
op
één
groep.
Voor
moederdag
en
vaderdag
wordt
er
iets
moois
geknutseld.
Sinterklaas
vieren
we
ook
met
alle
kinderen
op
één
groep.
Sint
komt
zelf
of
alleen
zijn
pieten.
Met
de
kerstviering
brengen
alle
kinderen
iets
mee
voor
de
lunch
en
dit
eten
we
met
alle
kinderen
gezamenlijk
op.
Aandacht
voor
rituelen:
vieren
van
verjaardagen
kinderen
en
pw’ers
Wanneer
een
kindje
jarig
is,
wordt
dit
in
overleg
met
de
ouders
gevierd.
Er
wordt
een
feestmuts
gemaakt,
er
wordt
gezongen
en
er
mag
getrakteerd
worden.
Ook
krijgt
het
kind
een
cadeautje
van
ons.
Als
er
een
ouder
bij
de
viering
wil
zijn
dan
kunnen
er
op
de
groep
andere
afspraken
met
de
pedagogisch
medewerkers
gemaakt
worden.
De
verjaardag
van
een
pedagogisch
medewerker
wordt
ook
gevierd
met
een
muts,
traktatie,
cadeautje
en
zingen.
Alleen
worden
deze
dagen
met
alle
kinderen
gevierd.
Iedereen
komt
naar
de
groep
van
de
desbetreffende
pedagogisch
medewerker.
In
principe
worden
de
verjaardagen
in
de
ochtend
gevierd.
Soms
komt
het
beter
uit
om
dit
in
de
middag
te
doen.
Het
belonen
van
een
kind
Wat
bevordert
zijn
zelfvertrouwen?
Veel
complimentjes
maken
als
het
kind
iets
goeds
heeft
gedaan
bv.
Opgeruimd,
gekleurd,
geholpen
met
iets.
Het
maakt
niet
zoveel
uit
wat
hij
gedaan
heeft,
soms
is
het
al
fijn
voor
een
kind
om
te
horen
dat
het
leuk
gekleed
is.
Een
knuffel,
een
aai
over
zijn
bol,
alle
aandacht
is
goed.
Let
vooral
ook
op
stille
kinderen
dat
zij
voldoende
aandacht
krijgen.
Er
zijn
kinderen
die
om
aandacht
vragen,
maar
niet
allemaal!
Sommige
groepen,
en
dan
vooral
de
peutergroep,
kunnen
werken
met
een
“hulpje
van
de
dag”
Dit
houdt
in
dat
elke
dag
een
ander
kind
de
pedagogisch
medewerkers
mag
helpen
met
taken,
zoals
tafel
dekken,
afwassen,
spullen
klaarzetten
enz.
Alle
kinderen
vinden
dit
erg
plezierig.
Ze
krijgen
zo
veel
aandacht
en
ze
voelen
zich
heel
bijzonder!
Het
heeft
ook
een
pedagogisch
doel:
de
kinderen
leren
zo
om
op
hun
beurt
te
wachten.
Dit
kun
je
als
pedagogisch
medewerker
zichtbaar
maken
met
een
kalender
met
alle
namen
van
de
Kinderdagverblijf
het
Amsterdamse
poortje
Pagina
24
kinderen
erop
en
stickers
zodat
iedereen
kan
zien
wie
er
wanneer
aan
de
beurt
is.
Zo
vergeet
je
niemand.
Het
straffen
van
een
kind
Op
de
babygroep
zijn
de
non‐verbale
en
je
stemtoon
erg
belangrijk,
een
jong
kind
weet
nog
niet
wat
wel
of
niet
mag
hij
weet
ook
niet
dat
hij
door
bijten
of
slaan
een
ander
kind
pijn
doet.
Toch
is
het
belangrijk
om
bij
jonge
kinderen
in
te
grijpen.
Bij
de
dreumesen
en
peuters
is
het
erg
belangrijk
om
duidelijk
en
consequent
te
zijn.
Deze
leeftijd
heeft
veel
baat
bij
regels
en
de
handhaving
daarvan
dit
geeft
rust
en
duidelijkheid.
Allereerst
gaat
een
pedagogisch
medewerker
op
ooghoogte
van
het
kind
zitten.
Ze
spreekt
het
kind
aan
met
een
boos
gezicht
en
schudt
met
haar
hoofd
en
zegt
nee,
dat
mag
je
niet
doen.
Ze
laat
hem
het
ander
kind
troosten
door
zijn
handje
te
pakken
en
met
dat
handje
het
andere
kind
te
aaien
en
zegt
hem
dat
dat
kindje
lief
is
(spreek
ook
de
namen
van
de
kinderen
uit).
Laat
hem
ook
sorry
zeggen.
Sommige
groepen
werken
met
een
nadenkstoel.
Hierop
zitten
de
kinderen
een
paar
minuten
dan
na
te
denken.
Dan
wordt
het
kind
aangesproken
als
hierboven
(de
nadenkstoel
heeft
alleen
zin
als
het
kind
oud
genoeg
is
om
de
bedoeling
van
de
stoel
te
begrijpen)
Het
bespreken
met
het
kind
moet
gebeuren
met
de
pedagogisch
medewerker
die
hem
ook
als
eerste
heeft
aangesproken
of
op
de
stoel
heeft
gezet.
Laat
als
pedagogisch
medewerker
ook
weer
snel
merken
dat
het
kind
weer
lief
is!
Kinderdagverblijf
het
Amsterdamse
poortje
Pagina
25
4.
OVERIGE
INFORMATIE
________________________________________________________________
Klachten
Indien
u
als
ouder
een
klacht
heeft
kan
de
ouder
natuurlijk
bij
ons
terecht.
Ze
kunnen
met
de
vraag
of
opmerking
de
pedagogische
medewerker
informeren
of
de
directie.
We
zijn
ook
aangesloten
bij
SKK,
de
klachtenorganisatie
voor
de
kinderopvang.
Adresgegevens
SKK
Telefoonnummer:
0900
0400034
E‐mail:
[email protected]
Voor
meer
informatie
kunt
u
kijken
op:
www.klachtkinderopvang.nl
Een
ouder
kan
ook
rechtstreeks
contact
opnemen
met
SKK.
Toezicht,
veiligheid
en
hygiëne
Het
Amsterdamse
Poortje
voldoet
aan
de
regels
zoals
deze
gesteld
zijn
in
de
Wet
Kinderopvang
en
aanverwante
regelgeving.
Jaarlijks
controleert
de
Inspectie
van
de
GGD
het
kindercentrum
voldoet
aan
het
inspectiekader
waaronder
de
uitgevoerde
risico‐inventarisatie
voor
gezondheid
en
veiligheid
en
actieplannen.
Het
inspectierapport,
de
risico
inventarisaties
veiligheid
en
gezondheid,
de
huisregels,
protocollen
en
de
actieplannen
liggen
ter
inzage
op
het
kindercentrum.
Het
Amsterdamse
Poortje
werkt
met
duidelijke
protocollen
en
huisregels
om
de
veiligheid
en
gezondheid
in
de
praktijk
goed
te
kunnen
waarborgen.
Deze
worden
regelmatig
besproken
en
getoetst
aan
de
praktijk
en
eventueel
bijgesteld.
Daarnaast
houden
wij
jaarlijks
een
ontruimingsoefening
en
krijgen
de
beroepskrachten
een
(herhalings‐)
cursus
kinder
EHBO
en/of
BHV.
Het
personeel
heeft
duidelijke
instructies
gekregen
over
de
te
volgen
werkwijze
op
ons
kindercentrum
inzake
veiligheid,
gezondheid
en
ons
pedagogisch
beleid.
Kinderdagverblijf
het
Amsterdamse
poortje
Pagina
26