HANDBOEK pedagogische visie op kinderopvang voor 0 tot 4 jarigen Datum: februari 2014 Kinderdagverblijf het Amsterdamse poortje Pagina 1 Inhoudsopgave Voorwoord pag. 3 1. Visie en doel pag. 5 2. Praktische werkwijze pag. 7 3. Opvoeddoelen pag. 15 4. Overige informatie pag. 26 Kinderdagverblijf het Amsterdamse poortje Pagina 2 5. VOORWOORD ________________________________________________________________ Voor u ligt het pedagogische beleid van kinderdagverblijf ‘het Amsterdamse Poortje’. Ons kinderdagverblijf heeft als doel dat kinderen zich moeten kunnen ontwikkelen tot evenwichtige, zelfstandige mensen. Om dit doel te bereiken is het belangrijk om kwalitatief goede en verantwoorde kinderopvang te bieden. Voorwaarden hiervoor zijn onder andere accommodatie, professioneel personeel, materialen en uiteraard pedagogische uitgangspunten en werkwijze. Deze zullen in dit beleid verder beschreven worden. VIER PEDAGOGISCHE BASISDOELEN Ons pedagogisch beleid is gebaseerd op de vier pedagogische basisdoelen die in de wet kinderopvang zijn omschreven. Deze doelen zijn er op gericht om kinderen het volgende aan te bieden: 1. Een gevoel van emotionele veiligheid. 2. Gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke vaardigheden. 3. Gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale vaardigheden. 4. De kans om zich waarden en normen van de samenleving eigen te maken. VOOR‐ EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE Op veel kinderdagverblijven wordt er gewerkt met een VVE methode. Er zijn verschillende methodes zoals Kaleidoscoop, Puk en Co, Piramide, enz. Wij werken met Piramide. Werken met zo’n methode zorgt er onder andere voor dat er ruime aandacht is voor de Nederlandse taal. Het is al lang bekend dat als kinderen de taal niet voldoende beheersen zij op de basisschool een flinke achterstand kunnen oplopen. Ook aan de andere basisdoelen wordt bij ons ruime aandacht aan besteed. In ons stadsdeel Zuidoost zitten veel kinderen op de kinderdagverblijven die anderstalig en van niet Nederlandse afkomst zijn. Kinderdagverblijven werden in de gelegenheid gesteld om met een VVE programma te starten. Voor kinderen vanaf twee en half jaar werd er Kinderdagverblijf het Amsterdamse poortje Pagina 3 subsidie gegeven om mee te doen aan een VVE programma. Dit voorstel hebben wij toen met beide handen aangegrepen en zo zijn wij in 2006 begonnen met het VVE programma. In 2009 werken we op alle groepen met dit programma: dit houdt concreet in dat pw’ers de mogelijkheid krijgen om de methode te leren en er materialen, lectuur enz. aangeschaft kan worden die voor de methode nodig zijn. Kinderdagverblijf het Amsterdamse poortje Pagina 4 1. VISIE EN DOEL ________________________________________________________________ VISIE EN DOEL Ieder kind is uniek en heeft een natuurlijke drang tot ontwikkelen. Deze ontwikkeling is bij elk kind verschillend. Om deze ontwikkeling zo goed mogelijk te laten verlopen is een goede sfeer van veiligheid en vertrouwen nodig, komend van mensen uit zijn omgeving. Wij vinden zelfstandigheid van kinderen belangrijk voor hun zelfvertrouwen. leder kind moet de vrijheid krijgen om zijn eigen mogelijkheden te ontdekken gestimuleerd door de pedagogisch medewerker(s). Wij laten kinderen in hun waarde en proberen het kind zo een positief zelfbeeld mee te geven. De pedagogisch medewerkers hebben de taak om evenwicht te scheppen tussen de groepsregels en de individuele vrijheid van ieder kind. Dit om kinderen de gelegenheid te bieden hun nieuwsgierigheid te bevredigen en te prikkelen. De omgeving moet hieraan tegemoet komen. In de opvoedingssituatie staat zelfstandigheid van het kind en het begrijpen van het kind centraal. Door actief te luisteren naar kinderen kun je de behoefte van een kind helder krijgen. Bij kinderen die (nog) niet praten gebeurt dit door non ‐ verbale communicatie. Door gevoelens van kinderen te verwoorden laat je merken dat je het kind begrijpt en kun je rekening houden met zijn gevoelens en behoeften. Dit is bij elk kind anders en dus moet er naar elk kind persoonlijk gekeken worden. Via de zogenaamde ik ‐ boodschap waarin je als opvoeder jouw eigen behoeften en gevoelens uitlegt aan een kind, geef je het kind de vrijheid om daarop te reageren en met zijn eigen oplossingen te komen. Kinderen zullen op deze manier eerder bereid zijn om rekening met de pw’er te houden. Ook in de groep zullen kinderen eerder zelf met oplossingen komen en bereid zijn om rekening met elkaar te houden. Op deze manier creëren wij een opvoedingssituatie waarin het gezag van de opvoeder en de vrijheid en zelfstandigheid van het kind elkaar in evenwicht houden. Kinderdagverblijf het Amsterdamse poortje Pagina 5 PEDAGOGISCH DOEL Kinderen moeten zich kunnen ontwikkelen tot evenwichtige, zelfstandige mensen. Mensen met zelfvertrouwen die hun eigen mogelijkheden onderkennen en gebruiken. Het Amsterdamse Poortje wil dit realiseren door situaties in ons kinderdagverblijf te creëren die ervoor zorgen dat de kinderen zich prettig voelen, vertrouwen hebben in eigen kunnen, voor zichzelf op kunnen komen, respect ontwikkelen voor zichzelf en voor anderen, positief in de maatschappij staan, zelfstandig zijn en sociaal vaardig. Kinderdagverblijf het Amsterdamse poortje Pagina 6 2. PRAKTISCHE WERKWIJZE ________________________________________________________________ GROEPEN EN WEN/DAGSCHEMA Een stamgroep is de groep van het kind. Hier eet en speelt hij, daar zijn ook zijn vaste pedagogisch medewerkers en stagiaires. GROEPSGROOTTE LOCATIE ‘HOPTILLE’ Stamgroep Leeftijd Max. aantal kinderen Beroepskrachten Babygroep 0‐2 jaar 9 2 Peuter 2‐4 jaar 14 2 GROEPSGROOTTE LOCATIE ‘VENSERPOLDER, BOENINLAAN’ Stamgroep Leeftijd Max. aantal kinderen Beroepskrachten Babygroep 0‐2 jaar 9 2 Verticaal 0‐4 jaar 12 2 Overgang naar een volgende leeftijdsgroep (bij horizontale groepen) De leeftijd is niet bepalend voor het overzetten van een kind naar de volgende groep, de ontwikkeling van een kind en het welbevinden wel. Er wordt altijd van te voren overlegd met de ouder. Vervolgens wordt er met de ouders besproken wat er op de nieuwe groep gaat gebeuren indien het kind overgaat. VERLATEN VAN DE STAMGROEP Alle groepen Met uitstapjes naar bijv. een kinderboerderij of naar onze aangrenzende buitenruimte. Horizontale groep Hoptille: In de ochtend (voor 09:30) en middag (na 16:30 uur) worden alle kinderen bij elkaar opgevangen op een vaste groep en tussen 09:30‐16:30 uur gaat elke groep naar de eigen ruimte. Kinderdagverblijf het Amsterdamse poortje Pagina 7 Boeninlaan babygroep: In de ochtend (voor 09:30) en middag (na 16:30 uur) worden alle kinderen bij elkaar opgevangen op een vaste groep en tussen 09:30‐16:30 uur gaat elke groep naar de eigen ruimte. Op de woensdagen voegen we de groepen de hele dag samen. Boeninlaan verticale groep: idem als bij babygroep. De groepen spelen buiten de tijden zoals hierboven aangegeven niet meer bij elkaar of zijn niet meer bij elkaar op de groep. Wenperiode Wanneer er een nieuw kindje op de opvang komt, wordt er met ouders en de pedagogisch medewerker een intake gesprek gehouden. Er wordt uitgelegd hoe onze opvang werkt. Ons pedagogisch beleid wordt uitgelegd, er wordt iets over Piramide verteld en er worden huisregels uitgedeeld. Verder wordt het wenschema afgesproken. Eerst een ochtend, dan een ochtend met een slaapje en vervolgens een hele dag. Deze wenperiode kan per kind verschillen. Het ene kind zal makkelijker wennen dan een ander kind. Extra opvangdag Het Amsterdamse Poortje biedt de mogelijkheid van een extra dag of halve dag opvang aan. Voorwaarde is dat de bezetting het toe moet laten. DAGSCHEMA WERKWIJZE BABYGROEP Onze jonge baby’s hebben geen vast dagritme. Elke baby wordt gevoed en slaapt wanneer het behoefte eraan heeft. Op de babygroep komt het verzorgen en knuffelen op de eerste plaats. Maar ook worden er kleine 1‐op‐1 activiteiten gedaan of kleine spelletjes met een paar kinderen tegelijk. We zingen, kiekeboe spelen, helpen met lopen, klimmen en zitten. We hebben loopstoeltjes, loopfietsjes etc. We bouwen blokken met ze en met goed weer gaan wij naar buiten. In de kindermap houden we wekelijks de ontwikkeling van het kind bij. We vragen aan de ouders om dat ook te doen. Zo volgen we samen de ontwikkelingen van het kind. Kinderdagverblijf het Amsterdamse poortje Pagina 8 Als een kindje ongeveer een jaar is proberen we het eet‐ en slaapritme van de dreumesgroep aan te houden, dit om de overgang naar deze groep zo soepel mogelijk te laten verlopen. WERKWIJZE De groepen zijn volgens de Piramidemethode ingericht in hoekjes met o.a. bouwhoek, puzzelhoek, poppenhoek, etc.. In de ochtend en middag is er tijd voor vrijspelen. De kinderen mogen kiezen waar ze willen spelen en blijven hier dan een tijdje. Zo leren ze dat er aan een keuze ook consequenties zitten. In deze subgroepjes wordt gemiddeld twee keer één uur per dag gespeeld. We gaan elke dag –als het weer het toelaat‐ even naar buiten om te rennen, steppen of fietsen. Eén maal per week kijken we televisie. Een video van peuterfiguren die dan “in” zijn. Soms brengt een kind een video van thuis mee. Er wordt soms popcorn gemaakt om de bioscoopmiddag te volmaken. Een deel van de dag wordt er vrij gespeeld en aan de fijne motoriek gewerkt door bijvoorbeeld te knutselen, kralen rijgen, etc.. Voor het uitvoeren van Piramide hebben we een activiteitenschema die we jaarlijks opstellen. Dagindeling DREUMES/PEUTERS 06:45 ontvangst van de kinderen 09:30 aan tafel voor thee met een tussendoortje (cracker, wafel, etc.) 10:00 verschoonmoment 10:00 kringactiviteiten 10:30 hoekjes kiezen De kinderen kiezen waar en met wie ze willen spelen, of we gaan naar buiten. 11:30 we gaan aan tafel voor de lunch 12:00 kinderen worden verschoond en klaargemaakt voor het slapen De grote peuters die niet meer slapen spelen op de groep. Ze doen een “moeilijk werkje” of een spel met een pedagogisch medewerker. 15:00 verschoonmoment Kinderdagverblijf het Amsterdamse poortje Pagina 9 15:30 we gaan aan tafel voor fruit eten met een zuivelhapje (yoghurt of vla) en een koekje 16:00 Na het eten is het tijd voor spelen of een gezamenlijke activiteit 17:00 aan tafel voor een koekje en wat te drinken 17:30 vrije activiteiten 18:30 sluiting Zieke kinderen Als het kind ziek is, kan het niet opgevangen worden in ons kindercentrum. Dit is in het belang van het zieke kind zelf. Mocht het kind ziek worden tijdens zijn of haar verblijf op de opvang, dan zullen onze pedagogisch medewerkers de situatie proberen in te schatten om te bepalen of het kind kan blijven of niet. Dus kan het kind blijven of moet het opgehaald worden. Bij onderstaande situaties moet het kind worden opgehaald; • 38 graden koorts of hoger; • Hoofdluis (tenzij behandeld); • Besmettelijke ziekten; • In alle andere gevallen dat de medewerker van mening is dat het beter is voor het kind om thuis te zijn. We hanteren en raadplegen ons ziekteprotocol en hanteren de GGD richtlijnen. Kinderdagverblijf het Amsterdamse poortje Pagina 10 Vierogenbeleid Brancheorganisatie: • ‘de uitvoering van het vier ogenprincipe moet pedagogisch verantwoord en bedrijfseconomisch haalbaar zijn; • de wijze waarop invulling wordt gegeven dient opgenomen te worden in het pedagogisch beleidsplan; • oudercommissies worden jaarlijks geïnformeerd over de invulling van het vier ogenprincipe op hun locatie’. Op het Amsterdamse Poortje doen we dit door: • • De oudercommissie jaarlijks te informeren. Een open, professioneel werkklimaat te bevorderen waarbij de drempel om elkaar op bepaalde gedragingen binnen het werk aan te spreken zo laag mogelijk is. • Het aan de randen van de dag samenvoegen van stamgroepen (Venserpolder). • Boventallige inzet, als extra paar ogen, van pedagogisch medewerkers in opleiding of vrijwilligers. • Inzet van moderne audiovisuele middelen zoals een camera met beeld/geluid waarop er toezicht is op een groep door de ander groep en vice versa. De beelden worden niet bewaard en zijn alleen voor intern gebruik. De privacywetgeving wordt in acht genomen en er wordt een protocol gemaakt. Pedagogisch medewerkers Veiligheid Veiligheid is natuurlijk één van de belangrijkste punten op de opvang. De pedagogisch medewerkers dienen het beleid ten aanzien van dit punt gedegen te kennen en zullen regelmatig daarover bevraagd worden. We verwachten dat de pedagogisch medewerkers verantwoordelijkheidsgevoel kennen op dit punt en er naar handelen. Wij begeleiden hen door het verschaffen van informatie, coaching en training. Pw’er ‐kindratio (Pkr) Het aantal beroepskrachten, zoals hiervoor beschreven, wordt bij het Amsterdamse Poortje aan de hand van de voor de aanwezige leeftijdscategorieën geldende maximale aantallen kinderen, vastgesteld. Per groep beschikken wij over voldoende pedagogisch medewerkers. Volgens de PKR: Kinderdagverblijf het Amsterdamse poortje Pagina 11 • kinderen in de leeftijd van 0 tot 1 jaar: 1 pedagogisch medewerker per 4 kinderen. Vanaf 12 weken zijn kinderen bij ons welkom. • kinderen in de leeftijd van 1 tot 2 jaar: 1 pedagogisch medewerker per 5 kinderen; • kinderen in de leeftijd van 2 tot 3 jaar: 1 pedagogisch medewerker per 6 kinderen; • kinderen in de leeftijd van 3 tot 4 jaar: 1 pedagogisch medewerker per 8 kinderen. Schema voor de berekening van de pedagogisch medewerker/kindratio (PKR) en maximale groepsgroottes bij groepen dagopvang van samengestelde leeftijd. Bij een verticale groep is sprake van een groep met samengestelde leeftijden. Leeftijd PM‐ ers Maximale aantal PM‐ er Maximale aantal PM‐ er Maximale aantal PM‐ er Maximale aantal 0 tot 1 1 4 2 8 3 12 ‐‐‐‐ ‐‐‐‐ 1 tot 2 1 5 2 10 3 15 4 16 2 tot 3 1 6 2 12 3 16 ‐‐‐‐ ‐‐‐‐ 3 tot 4 1 8 2 16 ‐‐‐‐ ‐‐‐‐ ‐‐‐‐ ‐‐‐‐ 0 tot 2 1 5 2 9 * 3 14 * 4 16 * 0 tot 3 1 5 2 10 * 3 15 * 4 16 * 0 tot 4 1 6 2 12 * 3 16 * ‐‐‐‐ ‐‐‐‐ 1 tot 3 1 6 2 11 3 16 ‐‐‐‐ ‐‐‐‐ 1 tot 4 1 7 2 13 3 16 ‐‐‐‐ ‐‐‐‐ 2 tot 4 1 7 2 14 3 16 ‐‐‐‐ ‐‐‐‐ • * Waarvan maximaal acht kinderen van 0 jaar Voor de berekening van het gemiddelde op groepsniveau, maken wij gebruik van de http://1ratio.nl/ Een rekentool ontwikkeld door branchevereniging kinderopvang en Boink. Het rooster is zo ingedeeld dat er voldoende gediplomeerde medewerkers zijn per dag op basis van het aantal kinderen. Ook in de vakanties van de medewerkers zorgen we dat dit gewaarborgd is door inzet van invallers bijv. Aanname van personeel ‐ ervaring met groepen en samenwerken met anderen; ‐ inhoudelijke pedagogische kennis en handelwijze; ‐ enthousiasme, kunnen relativeren, improviseren; ‐ kennis van activiteiten: ervaringen, initiatieven; Kinderdagverblijf het Amsterdamse poortje Pagina 12 ‐ zelfstandigheid en verantwoordelijkheid; ‐ diploma’s, VOG en referenties. Kennis van VVE is een pre. Kwalificaties De opleiding voor Sociaal Pedagogisch Werker niveau 3 (SPW3) geldt als de gangbare startkwalificatie voor het werken in de kinderopvang. In het functieboek kinderopvang staan de vergelijkbare opleidingen die kwalificeren. Inzet en begeleiding van andere volwassenen, stagiaires en assistenten We werken met stagiaires voornamelijk bollers. Zij worden boventallig ingezet op de groep. De taken die een stagiaire uitvoert zijn afhankelijk van hun opleidingsniveau. We hebben een takenlijst per leerjaar. Er kunnen ook andere volwassenen worden ingezet zoals vrijwilligers. De taak van een vrijwillig kan zijn om bijv. huishoudelijke werkzaamheden te verrichten of boodschappen te doen. De houder staat niet op de groep. Zij doet de administratie en de begeleiding van de medewerkers. Achterwacht De achterwachtregeling is van kracht als er een calamiteit is, een volwassene alleen is; en waarbij een tweede volwassene gewenst is. Venserpolder: Sharina Hoptille: Anna Mama‐Sistina Ondersteuning bij inzet van een beroepskracht en afwijking PKR Als er één beroepskracht in het pand aanwezig is, moet er een volwassene in het pand aanwezig zijn als tweede volwassene. Deze persoon behoeft niet gekwalificeerd te zijn. Deze persoon wordt ingeroosterd in onze planning. Inval Er zal gebruik worden gemaakt van invalkrachten als de vaste krachten met vakantie zijn of anders. OUDERS Kinderdagverblijf het Amsterdamse poortje Pagina 13 Als de communicatie niet goed verloopt tussen ouder en Pw’er, zal de samenwerking ook niet goed gaan. Pedagogisch medewerkers en ouders hebben elkaar nodig. De opvoeding, begeleiding en de verzorging doen we samen, er zal evenwicht moeten zijn tussen thuis en de opvang. Dit komt de ontwikkeling van het kind ten goede. De mapjes Elk kind dat bij ons op de opvang komt krijgt een eigen mapje. In dit mapje komen verslagen die door de pedagogisch medewerkers worden geschreven. Ook komen daar de observatielijsten in die nodig zijn voor een ouder ‐ kind gesprek. Vanaf de dreumesgroep worden ouders een paar maal per jaar uitgenodigd voor zo’n gesprek. Nieuwsbrief Wij geven vier maal per jaar een nieuwsbrief (elk seizoen één). Hierin staan nieuwtjes over de groepen en de locatie. Oudercommissie In de wet staat dat elk kinderdagverblijf een oudercommissie moet hebben. Zij hebben een adviserende rol naar de houder toe. Wij als kinderdagverblijf zijn aangesloten bij de oudervereniging BOinK. Per vestiging hebben we een oudercommissie. Kinderdagverblijf het Amsterdamse poortje Pagina 14 3. OPVOEDDOELEN ________________________________________________________________ PIRAMIDE METHODE Allereerst natuurlijk de inrichting van de groep. Deze moet inspirerend maar ook veilig en uitdagend zijn. Piramide werkt met hoekjes. Dit realiseren wij in onder andere een knutselhoek, poppenhoek, bouwhoek, leeshoek, puzzelhoek enz. te maken. Hierdoor kan het kind geholpen worden met zijn spelkeuze, en door hoekjes te creëren voelt het zich veilig en niet bekeken Dit komt zijn fantasie weer ten goede. Ook de interactie met de pedagogisch medewerker is van groot belang. Zij helpt het kind door bijvoorbeeld mee te spelen als de fantasie even op is. Ook tijdens het meespelen krijgt de pedagogisch medewerker een goed beeld van het spel van het kind. Piramide werkt niet alleen met hoekjes maar ook met thema’s. Met een thema zijn de kinderen een aantal weken bezig in de vorm van spel, lied, en knutselactiviteiten. Enkele thema’s zijn: water, groot en klein, mijn lichaam, verkeer enz. Aan de hand van de thematafel staan voorwerpen die met dat thema te maken hebben. Elke groep is met hetzelfde thema bezig. Elke dag is er een vast dagritme met speel‐, leer‐, eet‐ en slaapmomenten. Dit geeft zekerheid aan het kind waardoor het niet verrast wordt door teveel onverwachte gebeurtenissen. Dit dagritme wordt met dagritmekaarten bij gehouden zodat het kind weet wat de volgende stap gaat worden. De ontwikkeling van elk kind wordt aan de hand van observatielijsten door de pedagogisch medewerkers bijgehouden. Kinderen die achterstand hebben of dreigen op te lopen, krijgen extra begeleiding van hun pedagogisch medewerker. De samenwerking tussen pedagogisch medewerker en ouder is van groot belang. Daarom vragen wij ook participatie van de ouders. Door middel van meedenken en meedoen en door te overleggen met de pedagogisch medewerkers. Toon als ouder interesse in wat uw kind bij ons doet. Als laatste willen wij nog een groot misverstand wegwerken, wij spelen geen schooltje! Kinderdagverblijf het Amsterdamse poortje Pagina 15 Wij en Piramide stellen spelen, gezelligheid en een goede samenwerking centraal. Kindvolgsysteem: we werken met een kindvolgsysteem, het ELKK. SOCIAAL EMOTIONELE VEILIGHEID Jonge kinderen moeten zich veilig en beschermd voelen om zich te kunnen ontwikkelen. Het gevoel van veiligheid wordt bepaald door de groepsleiding, de ruimte/ omgeving en het contact met de andere kinderen. Hoe doen wij, de pedagogisch medewerkers dat • Wij bieden de kinderen een vaste structuur gedurende de dag, dit zorgt voor rust en een veilig gevoel. • We besteden veel aandacht aan ieder kind teneinde een goede band met het kind op te kunnen bouwen. • De kinderen krijgen onvoorwaardelijk onze steun en aandacht. • Aanwezigheid van bekende leeftijdsgenootjes. • Aanwezigheid van vaste pedagogisch medewerkers en vaste invalkrachten. • Zorg dragen voor een consistente groep, m.b.v. kinderen en pedagogisch medewerkers die op vaste dagdelen aanwezig zijn. De pedagogisch medewerkers reageren sensitief en responsief op de kinderen en accepteren de gevoelens van het kind. • Passen ons aan bij de ontwikkeling van het kind. WELBEVINDEN Ons streven is om te zorgen dat de kinderen zich prettig en op hun gemak voelen in de kinderopvang. Het welbevinden van alle kinderen staat centraal. Welbevinden is de basis en voorwaarde voor een gezonde ontwikkeling. Het gedrag van het kind laat zien of het kind zich prettig voelt en zich op zijn gemak voelt in de kinderopvang. Oudere kinderen kunnen dit zelf vertellen. Ook uit reacties thuis kunnen ouders een indruk krijgen hoe hun kind de kinderopvang ervaart. Door de voortdurende observaties van de groepsleiding en ouders kan er een goed beeld gevormd worden van het kind. Kinderdagverblijf het Amsterdamse poortje Pagina 16 Praktijkvoorbeelden De pedagogisch medewerker verschoont Sam en praat en knuffelt ondertussen met hem. De pedagogisch medewerker noemt alle kinderen bij de naam. PERSOONLIJKE COMPETENTIE Het stimuleren van veerkracht, zelfstandigheid en zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit bij een kind waardoor een kind in staat is om allerlei type problemen adequaat aan te pakken en zich aan te passen aan veranderende omstandigheden. Zelfstandigheid van het kind Wij vinden het belangrijk om de zelfstandigheid van het kind te bevorderen. Dit is belangrijk voor de eigenwaarde van het kind. Het kind kan zelf bepalen en ontdekken wat het wil en kan. Zo leert het kind omgaan met zijn eigen mogelijkheden en ontwikkelt het een positief zelfbeeld. Hoe doen we dat Wij gaan ervan uit dat een kind veel zelf kan. De activiteiten die een kind aangeboden krijgt moeten dus uitvoerbaar zijn. Soms zullen we een kind echter ook dingen aanbieden die net boven zijn capaciteit liggen om het kind te stimuleren om een oplossing te zoeken voor nieuwe problemen en activiteiten. Praktijkvoorbeelden De kinderen krijgen stukjes fruit aangeboden op een bord. Het bord gaat rond en de kinderen mogen hier zelf een stukje van pakken. De peuters worden door de pedagogisch medewerker uitgenodigd om haar te helpen een moeilijke puzzel te maken. Dit stimuleert het zelfvertrouwen. De peuters smeren zelf hun boterham. Kinderdagverblijf het Amsterdamse poortje Pagina 17 Stimuleren van de eigen inbreng van een kind en het maken van keuzes Wij vinden het belangrijk dat een kind zelf keuzes leert maken en de kans krijgt om eigen ideeën in te brengen. Dit bevordert de zelfstandigheid van het kind. Het wordt op die manier gestimuleerd om zelf initiatief te nemen. Het kind ontwikkelt zo een positief zelfbeeld en krijgt zelfvertrouwen. Hoe doen we dat Wij bevorderen dit door het kind zelf te laten kiezen en door te reageren op de keuze en inbreng van het kind. Praktijkvoorbeelden Het speelgoed staat laag zodat de kinderen zelf speelgoed kunnen pakken. De kinderen mogen zelf kiezen wat ze op hun boterham willen. Taalontwikkeling Op Het Amsterdamse Poortje wordt er veel aandacht besteed aan de ontwikkeling van de taal bij de kinderen om bijv. hun gevoelens te verwoorden. De voertaal op Het Amsterdamse Poortje is Nederlands . De pedagogisch medewerkers praten, lezen en vertellen veel. Ze drukken zich exact uit, en brengen geduld en respect op voor de behoeften van de kinderen. Zij bekijken het kind en zijn attent op de gevoelige periode waarin deze verkeert. Hoe doen we dat, de pedagogisch medewerker • doet mee met het kind op hun niveau; • observeert, verzamelt informatie en luistert naar het kind; • behandelt het kind als gelijkwaardige gesprekspartner en past zich qua taal aan het kind aan; • respecteert wat kinderen zeggen; • moedigt de kinderen aan het gesprek aan te gaan; • stelt niet zomaar vragen. • door de ervaringen van een kind te benoemen (‘je vindt dat leuk hé?’) en de pogingen van het kind aan te moedigen (‘wat kun jij dat goed’) stimuleer je een kind om zijn ervaringen uit te breiden en nieuwe dingen te blijven proberen. Je kunt een kind ook aanmoedigen door zelf deel te nemen aan een activiteit. Kinderdagverblijf het Amsterdamse poortje Pagina 18 • kinderen hebben zelf ook veel te vertellen. Het is waardevol om aan te sluiten bij de geluidjes die een kind maakt, of bij de dingen die het zegt. Op deze manier wordt de taalontwikkeling gestimuleerd. Elk kind wordt als individu benaderd. De pedagogisch medewerker stimuleert de kinderen om zich verbaal uit te drukken, door: • het spelen van taalspelletjes: hierbij wordt gebruik gemaakt van kijkboekjes en illustratie‐ kaarten; • de getallen te oefenen door middel van met de kinderen telspelletjes. Bijvoorbeeld met rozijntjes. • het voorlezen en kinderen vragen het verhaaltje na te vertellen. Hierbij let de PM’er erop dat alle kinderen actief deelnemen; • met de kinderen met thema’s te werken zoals jaargetijden of dieren; • spelletjes met de kinderen te spelen waarbij het leren van vormen, kleuren, cijfers, letters, dagen, maanden en seizoenen centraal staat. We gebruiken hiervoor o.a. illustratiekaarten, boeken en puzzels; • met de kinderen gesprekken te voeren, in een kring of individueel; • met de kinderen muziek te spelen en te zingen. Hierbij kunnen de kinderen zich geheel uitleven met zang en dans. Ook dit stimuleert het taalgevoel. Praktijkvoorbeelden De pedagogisch medewerker benoemt de dieren van de boerderij voor de baby. Nick wijst een trein aan, maar benoemt de trein niet. De pedagogisch medewerker benoemt de trein voor hem. Lichamelijke ontwikkeling Lichamelijke ontwikkeling van kinderen wordt onderverdeeld in de grove en fijne motoriek en het ontwikkelen van de zintuigen. Onder grove motoriek wordt verstaan de samenhang en bewegingen van de armen, benen en het romp zoals trappelen, steunen, zitten, kruipen, rollen, gooien, lopen, buigen en springen. Om de ontwikkeling van deze motoriek te stimuleren/bevorderen worden er dansspelen en bewegingsspelen door de pedagogisch medewerkers met de grote kinderen uitgevoerd. Zo zijn er lichamelijke oefeningen (op de plek en door de ruimte bewegen, met voorwerpen bewegen, opvolgen/uitvoeren van beweging). Kinderdagverblijf het Amsterdamse poortje Pagina 19 Er wordt per sessie spelletjes gedaan waar voornamelijk één beweging centraal staat. Daarnaast dansen de kinderen (ervaren en beoefenen van maat en ritme) vrij op muziek dat dagelijks wordt gespeeld en wordt er voor de grotere kinderen balletles gegeven. Voor de baby’s zijn er oefeningen zoals het rollen of kruipen. Onder fijne motoriek verstaan we de fijne oog‐ hand coördinerende bewegingen zoals vasthouden, aankleden, zelfstandig eten, kralen rijgen, blokken opstapelen, enz. Om de ontwikkeling van deze motoriek te stimuleren/bevorderen worden er dagelijks activiteiten door de pedagogische medewerkers met de grote kinderen ondernomen. Zo wordt er dagelijks geknutseld met klei of verf. Het tekenen met de kinderen gebeurt veelvuldig, maar ook het samen puzzelen met de kinderen. Met de baby’s is het gericht op het aangeven van iets of het rollen van een bal naar de baby en het terugrollen ervan of ze iets laten vasthouden. Het herkennen van voorwerpen zoals ze klinken, aanvoelen, smaken en ruiken en hoe ze eruitzien als ze een deel aan het zicht onttrokken zijn, is een belangrijke ervaring voor kinderen. Het legt de basis voor het vormen en begrijpen van symbolen. Kinderen zien bijv. een metalen handvat uit het zand steken en denken meteen aan een schop. Ze horen een geronk in de lucht en stellen zich een vliegtuig voor. Voor de grotere kinderen kunnen de kleuren geleerd worden, er kan met materialen in verschillende blikjes een bepaald geluid gemaakt worden of voelen aan macaroni als het gekookt of ongekookt is (grotere kinderen).Voor de baby’s wordt er gewerkt met allerlei soorten materialen waaronder houten of pluchen voorwerpen. Natuurlijk wordt er dagelijks geluisterd naar leesboeken op cassette of liedjes voor klein en groot en daarop gedanst. Er wordt gewerkt met geuren door een kind te laten ruiken aan een doos waarin bijv. chocolade heeft gezeten. De diversiteit aan materialen die we op het dagverblijf hebben zijn erop gericht de drie categorieën van de lichamelijke ontwikkeling te stimuleren en worden leeftijdsspecifiek aangeboden. Daarbij biedt de buitenspeelplaats veel mogelijkheden voor bijvoorbeeld fietsen of op één been te kunnen hinkelen. Zindelijkheidstraining Op het kinderdagverblijf werken we mee aan de zindelijkheid. Kinderdagverblijf het Amsterdamse poortje Pagina 20 Cognitieve ontwikkeling Door met veel verschillende materialen te werken en alle zintuigen te stimuleren, wordt het leren aangemoedigd. Dit komt terug in bijv. de schudkokers met verschillende geluiden,de zelfgemaakte voelzakjes,en de spulletjes in de winkel die ruiken naar de artikelen (zie ontdekhoek). Een kind leert eerst van concrete materialen en door te doen. Vervolgens vormt het beelden en woorden. Met de aard van de ‘werkjes’ wordt ingespeeld op de van nature aanwezige drang van kinderen om dingen te onderzoeken en te ontdekken Hoe doen we dat, de pedagogisch medewerker • begeleidt spelenderwijs het spel met taal op basis van de Piramide methode; • biedt spelmateriaal dat passend is bij de fase van het kind; • geeft uitleg van iets of informatie te geven. Creatieve ontwikkeling Een pedagogisch medewerker brengt vooraf aan het spel ordening aan in de ruimte. Spelen is zeer belangrijk voor een kind. Door middel van spel bepalen kinderen zelf de situaties en geven ze het zelf vorm zoals zij dat willen. Elk kind is uniek. Sommige kinderen weten echter niet wat ze met een werkje moeten doen of pakken niet zelf iets. De pedagogisch medewerker stimuleert het kind door het kind bij de hand te nemen en te vragen: “Zullen we een werkje pakken? Ja? Uit welke kast wil je dan iets? Pak het zelf maar.” De pedagogisch medewerker blijft er even bij en neemt vervolgens afstand als het kind het zelf verder kan. Andere kinderen zijn juist weer zo druk bezig, dat ze helemaal vergeten om iets te eten. Deze kinderen moeten juist er weer aan herinnerd worden, dat ze dan even niet kunnen spelen. Hoe doen we dat, de pedagogisch medewerker • laat het kind fantaseren; • zorgt ervoor dat het kind gebruik kan maken van verschillende materialen; • laat het kind zelf ontdekken; • laat het kind rollen spelen; • laat het kind verhalen verzinnen; • laat het kind kennis maken met voorwerpen. Kinderdagverblijf het Amsterdamse poortje Pagina 21 De pedagogisch medewerker ondersteunt de speelsheid van het kind. De kinderen zijn degene die het doen en de pedagogisch medewerkers doen mee met de kinderen. De pedagogisch medewerker breidt het spel van een kind soms uit door het bijvoorbeeld nieuw materiaal te geven. SOCIALE COMPETENTIE Hiermee wordt bedoeld sociale kennis en vaardigheden, bijvoorbeeld het zich in een ander kunnen verplaatsen, kunnen communiceren, samenwerken, anderen helpen, conflicten voorkomen en oplossen. De interactie met leeftijdsgenoten, het deel zijn van een groep en het deelnemen aan groepsgebeurtenissen biedt kinderen een leeromgeving voor het opdoen van sociale competenties. Het geeft aan kinderen kansen om zich te ontwikkelen tot personen die goed kunnen functioneren in de samenleving. Hoe doen we dat, de pedagogisch medewerker • communiceert met de kinderen en stimuleert de kinderen ook onderling te communiceren; • begeleidt in de samenwerking van de kinderen aan activiteiten zoals binnen en buiten spelen, puzzels maken, knippen, plakken en verven, liedjes zingen, ‘klusjes’ doen, gezamenlijk eten en drinken; • let erop dat kinderen zijn voortdurend deel van een groep en nemen op die manier deel aan groepsgebeurtenissen; • is zich ervan bewust dat kinderen de gehele dag door leren, leert de kinderen wat voor elkaar over te hebben, elkaar te helpen en elkaar te stimuleren en prikkelen. OVERBRENGEN VAN WAARDEN EN NORMEN Als kinderopvang doen we onze best om kinderen vertrouwd te maken met onze waarden en normen. Dit doen we o.a. door zelf het goede voorbeeld te geven. De pedagogisch medewerkers realiseren zich dat ze “model” staan. Door zelf op een verantwoorde wijze met waarden en normen om te gaan zoals eerlijk zijn, saamhorigheid, elkaar geen pijn te doen en kinderen deze ook uit te leggen. Kinderdagverblijf het Amsterdamse poortje Pagina 22 Hoe doen wij dat, de pedagogisch medewerker • probeert spelenderwijs en in de dagelijkse omgang met de kinderen ze bij te brengen hoe ze kunnen functioneren in een groter geheel: in de groep, in de kinderopvang, in de maatschappij. Dit basisdoel beschouwen we als de kern van de opvoeding; • laat de kinderen kennismaken met grenzen, normen en waarden maar ook met de gebruiken en omgangsvormen in onze samenleving; • laat kinderen ervaren dat door middel van het met meerdere personen spelen van een gezelschapsspel, kun je het wachten op je beurt oefenen; • leert kinderen bij het gezamenlijk deelnemen aan de maaltijden, kunnen normen en waarden, zoals netjes aan tafel zitten en bestek leren hanteren, aangeleerd worden; • leert kinderen het speelgoed op te ruimen en er respectvol mee om te gaan; • leert kinderen om het goed (netjes) en duidelijk te vragen wanneer ze iets van een ander gedaan willen hebben; • leert kinderen om elkaar te helpen; • leert kinderen om aan een ander te zeggen wat ze wel en niet prettig vinden. • Geeft aan wat wel en wat niet mag. Praktijkvoorbeelden De jongere baby's zitten gezellig in een wipstoeltje om de tafel heen als de oudere baby's fruit gaan eten. Sam duwt Jos, Jos gaat huilend naar de pedagogisch medewerker toe en vertelt wat er gebeurt is. De pedagogisch medewerker gaat met Jos naar Sam toe en legt uit dat hij Jos pijn doet als hij hem duwt en Jos dan erg verdrietig wordt en niet meer met hem wil spelen. Aandacht voor rituelen: feestdagen en verjaardagen Wij vinden het belangrijk dat een kind zich prettig voelt. Sfeer en gezelligheid kunnen hier aan bijdragen. We hebben daarom bewust voor felle kleuren in de inrichting gekozen. Dit straalt vrolijkheid en warmte uit. Het gezellig maken van de groep doen we door tekeningen te maken op de ramen, door werkjes van de kinderen op te hangen. Ook wordt de groep aangekleed volgens het thema van Piramide van dat moment. Kinderdagverblijf het Amsterdamse poortje Pagina 23 Ook de bijzondere dagen krijgen veel aandacht. Zo wordt er bijvoorbeeld carnaval gevierd. De kinderen mogen dan verkleed komen en er wordt gedanst, spelletjes gespeeld en natuurlijk wordt er wat extra gesnoept! Voor Koninginnedag wordt er geknutseld. Pasen vieren wij met een paasbrunch met alle kinderen op één groep. Voor moederdag en vaderdag wordt er iets moois geknutseld. Sinterklaas vieren we ook met alle kinderen op één groep. Sint komt zelf of alleen zijn pieten. Met de kerstviering brengen alle kinderen iets mee voor de lunch en dit eten we met alle kinderen gezamenlijk op. Aandacht voor rituelen: vieren van verjaardagen kinderen en pw’ers Wanneer een kindje jarig is, wordt dit in overleg met de ouders gevierd. Er wordt een feestmuts gemaakt, er wordt gezongen en er mag getrakteerd worden. Ook krijgt het kind een cadeautje van ons. Als er een ouder bij de viering wil zijn dan kunnen er op de groep andere afspraken met de pedagogisch medewerkers gemaakt worden. De verjaardag van een pedagogisch medewerker wordt ook gevierd met een muts, traktatie, cadeautje en zingen. Alleen worden deze dagen met alle kinderen gevierd. Iedereen komt naar de groep van de desbetreffende pedagogisch medewerker. In principe worden de verjaardagen in de ochtend gevierd. Soms komt het beter uit om dit in de middag te doen. Het belonen van een kind Wat bevordert zijn zelfvertrouwen? Veel complimentjes maken als het kind iets goeds heeft gedaan bv. Opgeruimd, gekleurd, geholpen met iets. Het maakt niet zoveel uit wat hij gedaan heeft, soms is het al fijn voor een kind om te horen dat het leuk gekleed is. Een knuffel, een aai over zijn bol, alle aandacht is goed. Let vooral ook op stille kinderen dat zij voldoende aandacht krijgen. Er zijn kinderen die om aandacht vragen, maar niet allemaal! Sommige groepen, en dan vooral de peutergroep, kunnen werken met een “hulpje van de dag” Dit houdt in dat elke dag een ander kind de pedagogisch medewerkers mag helpen met taken, zoals tafel dekken, afwassen, spullen klaarzetten enz. Alle kinderen vinden dit erg plezierig. Ze krijgen zo veel aandacht en ze voelen zich heel bijzonder! Het heeft ook een pedagogisch doel: de kinderen leren zo om op hun beurt te wachten. Dit kun je als pedagogisch medewerker zichtbaar maken met een kalender met alle namen van de Kinderdagverblijf het Amsterdamse poortje Pagina 24 kinderen erop en stickers zodat iedereen kan zien wie er wanneer aan de beurt is. Zo vergeet je niemand. Het straffen van een kind Op de babygroep zijn de non‐verbale en je stemtoon erg belangrijk, een jong kind weet nog niet wat wel of niet mag hij weet ook niet dat hij door bijten of slaan een ander kind pijn doet. Toch is het belangrijk om bij jonge kinderen in te grijpen. Bij de dreumesen en peuters is het erg belangrijk om duidelijk en consequent te zijn. Deze leeftijd heeft veel baat bij regels en de handhaving daarvan dit geeft rust en duidelijkheid. Allereerst gaat een pedagogisch medewerker op ooghoogte van het kind zitten. Ze spreekt het kind aan met een boos gezicht en schudt met haar hoofd en zegt nee, dat mag je niet doen. Ze laat hem het ander kind troosten door zijn handje te pakken en met dat handje het andere kind te aaien en zegt hem dat dat kindje lief is (spreek ook de namen van de kinderen uit). Laat hem ook sorry zeggen. Sommige groepen werken met een nadenkstoel. Hierop zitten de kinderen een paar minuten dan na te denken. Dan wordt het kind aangesproken als hierboven (de nadenkstoel heeft alleen zin als het kind oud genoeg is om de bedoeling van de stoel te begrijpen) Het bespreken met het kind moet gebeuren met de pedagogisch medewerker die hem ook als eerste heeft aangesproken of op de stoel heeft gezet. Laat als pedagogisch medewerker ook weer snel merken dat het kind weer lief is! Kinderdagverblijf het Amsterdamse poortje Pagina 25 4. OVERIGE INFORMATIE ________________________________________________________________ Klachten Indien u als ouder een klacht heeft kan de ouder natuurlijk bij ons terecht. Ze kunnen met de vraag of opmerking de pedagogische medewerker informeren of de directie. We zijn ook aangesloten bij SKK, de klachtenorganisatie voor de kinderopvang. Adresgegevens SKK Telefoonnummer: 0900 0400034 E‐mail: [email protected] Voor meer informatie kunt u kijken op: www.klachtkinderopvang.nl Een ouder kan ook rechtstreeks contact opnemen met SKK. Toezicht, veiligheid en hygiëne Het Amsterdamse Poortje voldoet aan de regels zoals deze gesteld zijn in de Wet Kinderopvang en aanverwante regelgeving. Jaarlijks controleert de Inspectie van de GGD het kindercentrum voldoet aan het inspectiekader waaronder de uitgevoerde risico‐inventarisatie voor gezondheid en veiligheid en actieplannen. Het inspectierapport, de risico inventarisaties veiligheid en gezondheid, de huisregels, protocollen en de actieplannen liggen ter inzage op het kindercentrum. Het Amsterdamse Poortje werkt met duidelijke protocollen en huisregels om de veiligheid en gezondheid in de praktijk goed te kunnen waarborgen. Deze worden regelmatig besproken en getoetst aan de praktijk en eventueel bijgesteld. Daarnaast houden wij jaarlijks een ontruimingsoefening en krijgen de beroepskrachten een (herhalings‐) cursus kinder EHBO en/of BHV. Het personeel heeft duidelijke instructies gekregen over de te volgen werkwijze op ons kindercentrum inzake veiligheid, gezondheid en ons pedagogisch beleid. Kinderdagverblijf het Amsterdamse poortje Pagina 26
© Copyright 2024 ExpyDoc