HanzeMag, nr. 10 - Hanzehogeschool

HANZEMAG.NL
10
REDACTIONEEL ONAFHANKELIJK MAGAZINE
VAN DE HANZEHOGESCHOOL GRONINGEN
19e jaargang 14 mei 2014
Hanze University
Foundation Photo
Contest 2014
Win a golden ticket
to a bright future!
TOPIC
“Share your talent, move the world”
WHAT TO SUBMIT
Applicants are required to submit a photo supplemented by a short explanation.
The photo should be in good quality: minimum 1 MB.
The explanations can be in Dutch or English and should be no longer than 250 words.
Applicants may wish to focus on any aspects of contribution to developing countries, such as:
•
What was your contribution?
•
What could be your contribution?
•
What does “contributing” to developing countries mean to you?
The entries will be scored according to the following criteria:
•
Concise and clear presentation of your choice
•
Creativity
•
Relevance to developing countries
•
Relevance to social involvement of individuals, companies or organizations.
ELIGIBILITY
All students currently enrolled at the Hanze University of Applied Sciences.
CLOSING DATE
The deadline for students to submit their photo is 12:00 noon on Friday 24th of May.
ENTRIES TO BE SUBMITTED VIA EMAIL TO:
[email protected]
JUDGES
The jury consists of a board member of the Hanze University of Applied Sciences, a board member and the director of the Hanze
University Foundation, an alumnus of the School of Communication, Media and IT, and one of the organizers of the Inspiration
Breakfast 2014.
AWARD / PRIZE
Three winners will be selected. Each winner will get a golden ticket to the Inspiration Breakfast organized by the Hanze University
Foundation, where a small group of talented students get the opportunity to meet and interact with the representatives of top
companies and organizations from the north of the Netherlands. The winners of the contest will be honoured during the breakfast.
In addition, their winning entries will be published in the June edition of HanzeMag.
2
STUDENTEN OVER HUN FAVORIETE DOCENT
ENQUETE: DE PERFECTE DOCENT
14
DE BESTE DOCENT IS EEN BEETJE EEN RARE
8
DE DO'S EN DON'S VAN CROWDFUNDING
DE
PERFECTE
DOCENT
18
26
Op televisie keken 3,2 miljoen mensen naar The Passion, het lijdensverhaal van Christus als tv-musical. Op de Vismarkt in Groningen
volgden twintigduizend toeschouwers het spektakel in levenden lijve.
Een hoogtepunt was de aankomst van het verlichte kruis dat vanaf
voetbalstadion de Euroborg in processie door de stad trok. Onder het
viaduct bij het Winschoterdiep hield het kruis zo’n twintig minuten
halt. De meeste volgers moesten van de EO/RKK-regie in de stromende regen het moment afwachten waarop het zijn tocht naar de
Vismarkt voortzette.
Foto: Luuk Steemers
BIJ DE LES
ODE AAN DE DOCENT
Docenten hebben geen makkelijke positie
in deze maatschappij. Over het algemeen
wordt er op feestjes negatief over hen
gedaan. Of ze hebben iets gedaan wat
leerlingen of studenten niet aanstaat, of
ze hadden juist iets moeten doen. Wat
ook niet helpt is hun niet echt denderende
imago. Het maakt nogal uit of je zegt dat je
docent bent of advocaat. Terwijl je dat best
tegelijk kunt zijn.
Eigenlijk is het jammer. Tot nu toe heb ik
docenten op mijn opleiding gehad waar ik
best een paar uur langer college van had
willen hebben. Niet altijd om de zelfde
reden. Voor sommigen omdat ik respecteer
wat ze buiten de onderwijswereld hebben
bereikt. Voor anderen omdat ze in de klas
inspireren en je aan het denken zetten over
je vooroordelen. En weer anderen omdat
ze een luisterend oor hebben en interesse
tonen voor de student achter het studentnummer. Weer anderen omdat ze van een
verschrikkelijk vak als fiscaalrecht toch iets
leuks kunnen maken. Of omdat je simpelweg elk jaar les van ze hebt gehad en je precies weet wat je aan ze hebt en je daardoor
niet voor verrassingen komt te staan bij het
tentamen.
Docenten zijn er in alle soorten en maten.
Van allrounder tot specialist. Van stille
kracht tot praatkanon. Van sociaal bedreven
tot lui zonder empathisch vermogen.
Van early adopter tot digibeet. Sinds groep
drie tot op heden heb ik ze allemaal voorbij
zien komen. En ik zou het niet anders
willen. Elke docent brengt iets mee wat je
bijblijft. Misschien niet altijd zijn naam,
faam of persoonlijkheid, maar iets anders. Iets dat bijdraagt aan je persoonlijke
ontwikkeling. Ik ben dankbaar voor de
mensen van wie ik les heb gekregen. Ook
voor de minder bekwame docenten. Om in
de woorden van Galileo Galilei te spreken:
‘I never met a man so ignorant that I couldn’t
learn something from him.’
HABON ABDULAHI
www.habon91.wordpress.com
6
‘IK HOOR EEN
MINIMAL
MUSIC VIBE’
Luuk Steemers
Bedenk een alter ego, een fictieve
zanger of band. Creëer daar een
geloofwaardig concept omheen.
Eerstejaars van de opleiding
CMS kregen die opdracht en
presenteerden de resultaten aan
producer en DJ Monte La Rue.
‘Voor artiesten is een alter ego bedenken, en een
heel concept daaromheen, vaak een katalysator:
ze krijgen daardoor andere ideeën, ze kunnen zich
verder ontwikkelen. Denk maar aan Sergeant
Pepper’s Lonely Hearts Club Band, waardoor The
Beatles definitief met hun imago van boy band
afrekenden.’ De van oorsprong Vlaamse producer,
DJ en componist Jan van de Berg, aka Monte
La Rue, is uit Amsterdam naar het Singelhuis
gekomen om de presentaties van drie eerstejaars
Composition, Music & Studio Productions (CMS)
te boordelen. Dat doet hij samen met docent
Daniël Testas.
KLASSIEKE BIG SOUND ROCK
Hugo presenteert zijn concept Noble Lies, een
band die een cd heeft uitgebracht met verschillende songs waarin een wereldreiziger centraal
staat. ‘De nummers hebben etnische invloeden
waardoor rock en wereldmuziek samensmelten.’
Op de hoes van het fictieve album staat de
wereldreiziger op de rand van een enorme kroon.
Hugo laat een Youtube-filmpje zien van de Britse
rockband Muse met stevige gitaarriffs. ‘Klassieke
big sound rock’, zegt Testas. ‘Maar ik hoor geen
etnische invloeden’, constateert Monte La Rue
streng. ‘Ik zie nog niemand voor me, je presenteert
een album, maar ik zie de band niet. Zit er een
Indiase sitarspeler in of een didgeridoo-speler uit
Australië, of zijn het jongens uit een getto die
nooit reizen? Diep dat uit.’ Daniël Testas vraagt
zich af waarom de band Noble Lies heet. ‘Noble
Lies zijn leugens die de elite gebruikt om de vrede
te bewaren, of om paniek te bezweren’, legt de
eerstejaars uit. Monte La Rue schudt zijn hoofd.
‘Dat kroontje, noble, dat snap ik nog, maar die lies
zie ik nog nergens terug. Zorg voor credibility en
logica.’
CASEY EN DE CHINESE KAPSTER
Eerstejaars Troy heeft een uitgebreide biografie bedacht van Casey Rawlin, een Chinese
Amerikaan die blues-rock mixt met Aziatische
pentatonische melodieën. Troy vertelt hoe Caseys
vader als bouwbakker in Louisiana gitaar leerde
spelen en een redelijk succesvolle bluesband,
The Fairweather Bunch, oprichtte. Toen hij een
kapster ontmoette, besloot hij met haar naar haar
geboortestreek in China te emigreren. Zoon Casey
groeide daar op met traditionele Chinese muziek
én met de bluesplaten die zijn vader uit de VS had
meegenomen. Toen Casey later in het Westen
kwam, vond hij de moderne muziek futuristisch en mechanisch. Hij wilde het Westen zijn
oorspronkelijke muziek teruggeven, met Chinese
invloeden.’
Daniël Testas is benieuwd naar de muziek van
Casey Rawlin. ‘Die is er nog niet’, bekent Troy.
Monte La Rue is daar niet tevreden mee. ‘Die bio
is net een filmscript, prachtig, maar daar begint
het pas. Je creëert nu verwachtingen die je nog
niet kunt inlossen. En vraag je ook af of dit project
binnen je mogelijkheden ligt.’
DUISTERE LITTLE MAMMALS
Rik laat een zelf ontworpen album-hoesje van
The Brave Little Mammals zien. Een tekening in
gezellige pasteltinten van een vos en een eekhoorn
met enorme ogen. ‘Puts a smile on your face’, complimenteert Monte La Rue. ‘Je bent handig in het
zelf ontwerpen.’ Rik laat een zelf gecomponeerd
mp3'tje horen: een speelse, geinige melodie, met
veel percussie, belletjes en dramatisch klinkende
violen. ‘Ik hoor een minimal music vibe’, vindt
Testas. ‘Ik weet dat je vaak nogal duistere muziek
componeert. Dit concept kan een kapstok zijn
voor wat lichtere muziek, maar je zou ook weer
andere personages kunnen creëren om de duistere
kant óók te kunnen gebruiken.’ Monte La Rue is
ook al enthousiast. ‘Door beelden te tonen van de
Mammals kun je de mensen voorbereiden op de
muziek. Als die sfeer klopt, win je! Mooi afgebakend, dit concept. Je weet binnen welke bandbreedte je moet werken. Dat is niet beperkend,
maar geeft juist enorm veel vrijheid!’
Foto: Pepijn van den Broeke
8
Illustratie: Lisa-Marie van Barneveld
DE PERFECTE
DOCENT
WERKT OP
DE HANZE
Boudewijn Otten e.a.
Ze ziet er leuk uit, ze is niet
te serieus, ze kan uit de voeten
met moderne media en ze heeft
nog veel meer sterke punten.
Ze is de ideale docent, die ook
best een hij mag zijn, een hunk
zelfs. Dat blijkt allemaal uit het
volstrekt onwetenschappelijke
maar veelzeggende onderzoek van
HanzeMag.
Mark Oenema. Richard Doornbos. Linda Grine.
Dhr. Feldbrugge. Petra van Heugten. Dick Visser.
Ids Kooistra. Thomas Mook (met negen hartjes!).
Mrs. Murphy. Er zijn studenten die op de vraag
naar de Perfecte Docent meteen iemand voor zich
zien. Niek Jonker kan de vlag laten wapperen,
taart laten aanrukken en z’n champagne koud
zetten. Maar liefst vijf studenten vinden in de
26-jarige docent Communicatiesystemen alles wat
ze wensen van de man of vrouw voor de klas.
HanzeMag deed eindelijk het onderzoek dat het
blad al veel eerder had moeten doen. De Hanzehogeschool, de naam wijst al enigszins in die
richting, doet aan onderwijs en iedereen die dat
heeft genoten weet het, onderwijs staat of valt met
de kwaliteit van de centrale figuur in het proces:
de meester, de juf, de onderwijzer, de leraar, de
docent.
Maar… kun je die kwaliteit meten? Niet met een
duimstok of op een goudschaaltje, maar je kunt
er wel naar vragen. Wellicht dat er dan een begin
van antwoord opdoemt. Om niet in het dodelijke
drijfzand van onderwijskundige beschouwingen of
in de zompige mist van gemeenplaatsen verzeild
te raken, legden we een vragenlijst voor aan die
andere centrale figuur in het onderwijsproces, de
student. De opdracht die de studenten kregen,
was simpel: neem de ideale docent in gedachten en
beantwoord de vragen.
NIET TE SERIEUS, ASJEBLIEF
Die vragen vloeiden niet voort uit één of ander
theoretisch kader, we hadden ze gewoon uit
onze duim gezogen. De steekproef namen we
op z’n janboerenfluitjes. Met andere woorden:
wetenschappelijk gezien was het een prul van een
onderzoek.
Maar toch.
De reacties van de 453 studenten bieden aanknopingspunten om iets over de Perfecte Docent te
zeggen. De vrolijkste slotsom is dat de Perfecte
Docent kennelijk gewoon op de Hanze werkt. De
tien docenten aan het begin van dit stukje zijn
beslist niet de enigen die met naam en toenaam
werden genoemd.
9
ZO ZIET HIJ ER UIT
strak in het pak
casual smart
super trendy
onbelangrijk
ZIJN GESLACHT IS
mannelijk
vrouwelijk
onbelangrijk
ZIJN KARAKTER IS
vrolijk
serieus
wisselend
onbelangrijk
ZELF GENOOT HIJ ONDERWIJS
op het hoogste niveau (doctor, PhD)
aan de universiteit (doctorandus, master)
op hbo of lager niveau
vast, maar het onderwijstype is onbelangrijk
MODERNE (ICT-) MIDDELEN
gebruikt hij niet, hij is old school
mixt hij met traditionele middelen
bepalen zijn hele les, hij is up-to-date
ALS JE EEN PRIVÉPROBLEEM HEBT
kun je hem altijd bellen
kun je hem altijd mailen
verwijst hij naar een goed adres
draagt hij concrete oplossingen aan
TIJDENS ZIJN LESSEN
is het een vrolijke boel
is goed opletten pure noodzaak
zet hij je flink aan het werk
leer je meer dan uit een boek
OP EEN FEEST VOOR STUDENTEN
is hij van harte welkom
zie je hem alleen als het iets met de studie te
maken heeft
is hij er wel, maar valt hij niet op
is hij gezellig aanwezig
DE TENTAMENS DIE HIJ GEEFT
zijn pittig maar nooit ondoenlijk
zijn precies zoals hij ze voorspiegelde
zijn niet moeilijk
zijn eigenlijk niet eens nodig
10
HIJ IS OP ZIJN BEST
tijdens hoorcolleges
in werkcolleges
in het persoonlijk contact
als hij opdracht begeleidt
ZIJN LEEFTIJD
is onbelangrijk
ligt tussen 25 en 40
is hoger dan 40
WAAR STEEK JE HET MEEST VAN OP
hij weet ontzettend veel van zijn vak
hij vertelt anekdotes die je bijblijven
hij geeft goede feedback
hij heeft veel aandacht voor me
TIJDENS ZIJN LOOPBAAN
is hij altijd docent geweest
heeft hij eerst ervaring opgedaan in het
werk waarover hij lesgeeft
is hij altijd actief gebleven naast het
onderwijs
Docenten hoeven er niet bijzonder uit te zien
(slechts één op de tien studenten stelt dat wél op
prijs), en de studenten stellen ook geen zware eisen
aan zijn karakter, al is een goed humeur voor bijna
de helft onontbeerlijk. Serieus hoeft hij zeker niet
te zijn (slechts vijf procent van de studenten hecht
daar veel waarde aan).
EEN TOFFE PEER, GEEN MUURBLOEM
Een ideale docent heeft, zo stelt het leeuwendeel
van de ondervraagden, zelf hoger onderwijs
gevolgd. Maar daarbuiten lopen de meningen
flink uiteen. Vijftien procent ziet graag een doctor
voor de klas, maar twee keer zoveel studenten
kan het geen bal schelen welk diploma de Perfecte
Docent op zak heeft.
Een docent is 24 uur per dag docent, altijd
aanspreekbaar en bereikbaar. Zelfs over privéproblemen kun je hem contacten. Het liefst
per mail, dat dan weer wel. Ook op feestjes is
de Perfecte Docent welkom, en hij hoeft niet
voor muurbloem te spelen: van één op de drie
studenten mag hij ‘gezellig aanwezig’ zijn. De
Perfecte Docent staat bijna op gelijke voet met de
studenten. Hij is, zoals een student Informatica
het treffend omschrijft: ‘iemand die je een toffe
peer zou kunnen noemen’.
Opmerkelijk is het oordeel over de docent die
altijd docent is geweest. Die zien de studenten
niet graag: bijna alle studenten waarderen het zeer
als de docent eerst ervaring heeft opgedaan in een
andere functie (twee derde) of zijn docentschap
combineert met andere baan (een derde).
ALLESKUNNER ÉN ALLESWETER
Maar wat een docent pas echt tot een Perfecte
Docent maakt, is natuurlijk wat hij in het klaslokaal uitspookt. Hij leert je méér dan wat er uit
een boek te halen valt, dat is één. Hij combineert
verschillende onderwijsvormen (waarbij hij zich
veelvuldig bedient van de zegeningen van de
informatie- en communicatietechnologie). Maar
hij is ook goed in het geven van hoorcolleges en
het begeleiden van projectgroepen. Anders gezegd:
de Perfecte Docent is een alleskunner. En ook een
allesweter: hij moet heel goed op de hoogte zijn
van z’n vak (42 procent) en die kennis etaleren
door anekdotes die de studenten bijblijven (36
procent).
Eén misverstand kan sowieso de prullenbak in:
een docent die de studenten makkelijke tentamens
voorlegt, is zelden populair (slechts vier procent is
erg blij met zo’n docent). Maar studenten stellen
het wél op prijs als de docent vooraf duidelijk
aangeeft wat de studenten kunnen verwachten als
de docent hun kennis toetst.
steekproef zaten, waardoor een zekere hormonale
vertekening van de reacties niet valt uit te sluiten.
Of, zoals een tweedejaarsstudente van de Pedagogische Academie het verwoordt: ‘De perfecte
docent is een hunk, leuk, spontaan, slim & goed
in contact.’
HORMONALE VERTEKENING
Voor de rest kan het de studenten allemaal weinig
schelen. Jong of oud? Iets liever jong, maar eigenlijk maalt de student er niet om. Man of vrouw?
Hé, dat is opmerkelijk. Natuurlijk maakt het
voor vier op de vijf studenten geen fluit uit, maar
degenen die sekse wél belangrijk vinden, geven
drie keer zo vaak de voorkeur aan… een man.
Hoe komt dat? Misschien doordat er meer meisjes
(zestig procent) dan jongens (veertig procent) in de
11
WAAROM WORD
JE DOCENT?
Rina Tienstra & Luuk Steemers
De Hanzehogeschool heeft
vier lerarenopleidingen. Wat
drijft de studenten om voor de
klas te willen staan in een tijd
waarin het docentschap lijkt in
te boeten aan populariteit, de
carrièremogelijkheden beperkt
zijn en de verdiensten karig?
ROSA HAYE (20)
DERDEJAARS
PEDAGOGISCHE ACADEMIE
‘Ik weet nog niet eens precies wat ik straks ga
verdienen als onderwijzeres. Geld vind ik niet zo
belangrijk. Als klein meisje vroeg ik al aan mijn
moeder: kun je ook mama en juf tegelijk zijn?
‘Mijn moeder geeft Nederlands in het voortgezet
onderwijs. Ik was altijd al bezig om mijn broertje
ELINE MUUSERS (17)
EERSTEJAARS
ACADEMIE LICHAMELIJKE
OPVOEDING
‘Ik sta eigenlijk nog niet echt stil bij een baan als
gymleraar. Ik loop stage in het voortgezet onderwijs en geef nu les in de eerste en tweede klas. Zelf
ben ik nog maar net van de middelbare school af,
FRANK VAN DER VEEN (22)
TWEEDEJAARS
PEDAGOGISCHE ACADEMIE
‘Ik wilde van jongs af aan al het onderwijs in,
maar ik koos toch voor Commerciële Economie.
Daar ben ik best goed in en ik verwachtte dat ik
er meer mee kon verdienen dan als onderwijzer.
Maar helaas, ik voelde me totaal niet op mijn plek
12
en zusje allerlei dingen te leren. M’n buurmeisje
kende alle letters en cijfers al uit haar hoofd
voordat ze naar groep drie ging. Het onderwijzen
zat er dus al vroeg in… De studie bevalt me goed
en de praktijk ook. Een baan vinden wordt misschien lastig in het Noorden, maar ik heb al een
aanbod voor een invalbaan gekregen. Misschien
dat ik de master Special Education ga volgen. Het
omgaan met leerlingen met gedragsproblemen
vond ik tijdens m’n stage al een uitdaging. Maar
eerst maar eens een paar jaar voor de klas.’
maar met orde houden heb ik geen problemen.
Je moet gewoon even streng zijn in het begin.
Daarna kun je dat wel weer wat loslaten. Op de
middelbare school sportte ik al veel en graag. Dus
koos ik voor Sport & Maatschappij, een extra
vak dat je kon volgen. Daar leerde ik veel over de
theorie en praktijk van bijzondere sporten, zoals
schermen, boksen en badminton. Docent wilde
ik eigenlijk altijd al worden, mijn ouders komen
beiden uit het onderwijs.’
en ben overgestapt. Op het introductiekamp van
de PA, toen ik een opdracht deed op een basisschool, wist ik het zeker: dit is het helemaal voor
mij. Nu zit ik zelf in de organisatie van dat kamp.
Iedere keer als ik stage loop, merk ik weer dat
ik me als een vis in het water voel. De middengroepen vind ik het leukst. Ze zijn dan nog een
beetje kneedbaar. Het gaat me natuurlijk vooral
om de omgang met de kinderen. En je kunt iets
wat jij weet aan anderen leren.’
SASKIA KRUIJER (21)
EERSTEJAARS
ACADEMIE LICHAMELIJKE
OPVOEDING
‘Het docentschap is gewoon mijn passie. Dat ontdekte ik al bij mijn mbo-studie Sport & Beweging.
Ik ben dol op sport. Lesgeven op basisscholen vind
ik het leukste wat er is. De studie is pittig en fysiek
best zwaar, elke keer als het nieuwe blok begint,
MEREL WENTINK (20)
VOOROPLEIDING DOCENT MUZIEK
‘Ik wist al heel lang dat ik voor de klas wilde.
Misschien heeft het ermee te maken dat allebei
mijn ouders leraar zijn. Leraar is een heel veelzijdig
en dynamisch beroep. Het is prachtig om kinderen
verder te helpen en een uitdaging om manieren te
vinden om een klas geboeid te houden.
ANTON HUIZENGA (24)
EERSTEJAARS
DOCENT MUZIEK
‘In eerste instantie wilde ik Saxofoon studeren,
maar aan de Rock Academie in Tilburg werd ik
afgewezen. Docent worden was een van de opties
die me daarna aantrekkelijk leken. Na een stage-
ESTHER HIJMANS (22)
DERDEJAARS DOCENT BEELDENDE
KUNST & VORMGEVING
‘Mijn ouders zitten allebei in het onderwijs. Sinds
mijn vijftiende weet ik dat ik zelf ook docent wil
worden. Als leraar kun je echt iets betekenen voor
mensen. Je kunt ze iets bieden waar ze later in hun
leven echt iets aan hebben. Ik vind lesgeven in
JEFFREY LINKER (29)
DERDEJAARS DOCENT BEELDENDE
KUNST & VORMGEVING
‘Ik heb in het verleden veel cursussen gevolgd bij
kunstenaars. Het leek me heel daarom schitterend
om voor de klas te staan. Lesgeven aan volwassenen vind ik leuk, maar de onbevangenheid
van kinderen is ook geweldig. Het idee dat je er
heb ik behoorlijk last van spierpijn. Theorie en
praktijk gaan samen, je noteert achteraf wat de
bedoeling van een oefening is. Het is een mooi
vak. Je bent echt bezig met lichamelijke opvoeding. Vooral in groep vier tot acht wordt dat steeds
leuker. Je leert ze iets motorisch aan, maar ze zijn
ook nieuwsgierig naar het wat, hoe en waarom van
de oefeningen. Als ik de lay-back met ze oefen bij
basketbal en uitleg hoe ze die het beste kunnen
uitvoeren, gaan ze meer scoren.’
Ik heb ook een tijdje aan de Pedagogische
Academie gestudeerd, maar ik wil ook iets met
muziek. Het gaat me niet om het geld. Dat ik iets
doe waar ik me goed bij voel is mijn salaris. Wat
ik wel een probleem vind is dat docenten zoveel
tijd kwijt zijn aan zaken buiten het lesgeven,
vergaderen, rapporteren en zo. Het liefst zou ik
op een Vrije School terecht komen. Daar staat het
lesgeven echt voorop.’
periode op een basisschool in Rolde weet ik zeker
dat ik de goede keuze heb gemaakt. De reacties
van die kids op allerlei opdrachten, daar genoot
ik van. Of je nu vraagt om als zeemeeuw door het
lokaal te vliegen op de muziek om te dirigeren,
ze gaan vaak helemaal los. Ik treed ook regelmatig op in het duo I.K.E.A (Inderdaad Koen en
Anton, red.). Ik wil het lesgeven combineren met
optreden. De toekomst zal leren welke van de twee
het belangrijkste wordt.’
de bovenbouw van het middelbaar onderwijs het
mooist. Daar kunnen de leerlingen al echt bewuste
keuzes maken. Ik vind het niet alleen belangrijk
dat leerlingen zelf aan de slag gaan met kunst,
maar ook dat ze leren kijken. Daarom hou ik ook
erg van theorielessen. Vertellen over schilders en
discussiëren over kunst. Ik wil het lesgeven met
zelf kunst maken blijven combineren. Een goede
kunstdocent moet zelf kunstenaar of vormgever
zijn om mensen mee te nemen in de beleving.’
voor de leerlingen echt toe doet, dat je iets kunt
toevoegen aan hun leven, is erg motiverend. Kunst
is wel wat lastiger te doceren dan andere vakken.
Bij wiskunde is een oplossing goed of fout. Bij
kunst ligt dat veel genuanceerder en dat maakt
het moeilijker. Het belang van kunst is voor veel
mensen ook minder vanzelfsprekend. Het is een
uitdaging om niet in de fout te vervallen dat je
lessen alleen maar leuk, grappig of gezellig zijn. Ik
wil écht wat overbrengen.’
13
STUDENTEN
OVER HUN
FAVORIETE
DOCENT
Rina Tienstra & Luuk Steemers
XIARELLA LEWIS (33)
VIERDEJAARS ALO
WIM VAN DER MARK(52)
ALO- DOCENT
‘Wim inspireert me enorm voor m’n vak. Hij heeft
een eigenzinnige manier om dingen te bekijken.
En dat past goed bij mij. Zijn opvattingen over
de manieren waarop we leren zijn wat anders
dan die van de meeste docenten hier. Hij geeft
je veel ruimte om te experimenteren en stelt zich
kwetsbaar op. Hij gaat uit van het principe dat je
je als student, en als mens natuurlijk ook, moet
focussen op je kwaliteiten en je talenten. Die moet
je ontwikkelen. Aan je beperkingen moet je niet
al te veel tijd besteden: accepteer ze en laat ze zijn
wat ze zijn. Hiermee stelde hij me erg gerust. Ik zal
nooit een punctueel type worden.
‘Ik ken Wim al jaren. Toen ik net studeerde kreeg
ik les in vechtspelen van hem, maar de laatste
jaren werken we intensief samen. Ik zat in het
BOS-sportteam, een groep studenten die lesgaven
in sport en spel in de gemeente Tynaarlo. We
werkten op verschillende scholen en organiseerden
sportinlopen en sportdagen voor de jeugd in
de buurt. De studenten krijgen opdrachten,
verzinnen ideeën en toetsen die op school op
haalbaarheid. Wim begeleidde ons.
14
‘Een regelrechte eye-opener en een opluchting
waren, dat je volgens Wim lang niet altijd volgens
een stramien les hoeft te geven. Het bewegingsonderwijs is nogal opdrachtgestuurd. Zo van: dit is
de leeftijd van een kind of een groep, dus daar past
die en die opdracht bij en dit is de structuur die
daarbij hoort, punt. Als docent beperk je kinderen
daardoor. Er zijn zoveel andere, vaak vrijere
methodes, om kinderen in beweging te krijgen,
dat leerde ik allemaal van Wim. Als je bijvoorbeeld
les geeft in een gymzaal, doe je dat meestal in vier
vakken. Je blaast op je fluitje als de groep moet
wisselen. Ik gaf zo’n les eens in acht vakken. De
kinderen mochten zélf bepalen wannéér en óf ze
een andere activiteit gingen doen. Niets hoefde en
alles mocht. Dan zie je zo iets moois gebeuren…
Natuurlijk waren er regels en afspraken en je groep
moet die manier van werken wel aankunnen. Op
de school voor speciaal onderwijs in Amsterdam
waar ik nu les geef, zou dat een chaos worden. De
mogelijkheden van de kinderen zijn mijn uitgangspunt. Precies zoals Wim het zou willen hebben.’
RENÉ VAN DER WERF (22)
DERDEJAARS AUTONOME
BEELDENDE KUNST
RUUD VENEKAMP (56)
DOCENT TEKENEN EN SCHILDEREN,
ACADEMIE MINERVA
‘Ruud is niet alleen docent, maar is zelf ook een
zeer goede kunstenaar. Daar kun je heel veel van
leren. Bij Ruud kun je altijd terecht met vragen.
Toch heb ik nog het meeste van hem geleerd toen
hij in mijn eerste jaar mijn tutor was.
‘Over het algemeen kreeg ik in het eerste jaar van
docenten goede beoordelingen, maar uitgerekend
van Ruud kreeg ik een onvoldoende omdat ik
naar zijn mening minder deed dan ik kan. Als
vervangende opdracht moest ik een relativiteitsmachine maken. Dat mislukte, maar juist dat falen
triggerde mij om op een andere manier met kunst
bezig te zijn.
‘Ruud is iemand die je zelf een mening laat
vormen. Ik heb met Ruud interessante discussies
gehad over een aantal digitale schilderijen. Is
dat nu nog een schilderij? De informatie bestaat
immers niet uit verf, maar uit gegenereerde
bitcodes. Dat onderzoek beïnvloedt mijn werk nog
steeds enorm. Ook al doe ik nu juist het tegenovergestelde.
‘Ik ben nu, twee jaar later, weer begonnen met de
relativiteitsmachine onder de werktitel Project/
or some case of relativity. De project/or is een
videoprojector die wordt aangedreven door een
fiets. Ook dat idee begon in een gesprek met Ruud,
over Einstein die zich afvroeg hoe het zou zijn om
op een lichtbundel te fietsen. De gekleurde ladder
op de foto wordt het opstapje om op de fiets te
stappen. Die is letterlijk en figuurlijk uit één van
mijn schilderijen gekomen. Ik moet nog een aantal
technische problemen overwinnen, ik loop steeds
tegen mislukkingen aan. Maar dat mislukken is
juist onderdeel van het project. Ik kan wel van
alles in mijn hoofd hebben, maar in dit geval
bepaalt het experiment wat echt is. De machine
heeft nu nog een paar onvolkomenheden, maar hij
werkt wel. Het is een scheppingsproces dat bestaat
uit een dialoog met de werkelijkheid.
‘Wat maakt Ruud een goeie leraar en tutor? Ik
vond hem goed als begeleider van mijn eigen
onderzoek. Hij heeft veel kennis over het vak, en
het zijn ook de persoonlijke dialogen, en die met
de klas die, zeker in mijn geval, zijn uitgebloeid tot
de beginpunten van mijn eigen kunst.’
15
ALKE HÖPKEN
FIRST-YEAR STUDENT OF
INTERNATIONAL BUSINESS &
MANAGEMENT
KOOS FIDDER
LECTURER AND ACADEMIC ADVISOR
AT IBS
‘When I told a couple of classmates that Koos
Fidder was my favourite teacher, they said they’d
have chosen him too. Koos is not an ordinary
teacher, and very much unlike the teachers I had
in Germany who kept much more at a distance.
Koos is like a father, always sympathetic and
always trying to help.
‘Koos is academic advisor in my class. When
students come across problems that interfere with
their studies, they can ask Koos for advice. You
can immediately tell that Koos is very serious
about that. It is really important for him that we
find ways to solve the problems. He told us once
that when he was a lecturer at the university of
Groningen, a student committed suicide. She had
problems that she hadn’t told anyone about. I
think that’s why Koos always encourages us not to
keep our problems to ourselves.
‘Koos always talks about his private life, his
holidays on Crete, for instance, his career at the
Hanze, his observations about how people of other
cultures behave, or his own student life. That way
we get to know him better. And because we do,
it is much easier for us to tell him private things
about ourselves.
‘His classes are never boring because he always
comes up with stories and anecdotes from his
personal experience. At the same time he always
makes funny remarks, small jokes, quick reactions
to a particular situation in the classroom.
‘Maybe the thing I like best is his patience. I know
teachers who become irritated when you do not
immediately understand what they are trying to
explain. Koos never shows any irritation. He just
explains it again until everybody in the class is
happy. That never takes a long time. His explanation are usually so clear and interesting that
everybody quickly understands what he means.’
‘Koos has been my academic advisor since I started
my studies here in February. I certainly hope that
I will continue to see him in the forthcoming
years as academic advisor or as lecturer.’
16
MARLEEN VAN DER LAAN
EERSTEJAARS BIOLOGIE EN MEDISCH
LABORATORIUMONDERZOEK
GERT HOFSTEDE
DOCENT/ONDERZOEKER BIOANALYSEMETHODES EN CHEMIE
‘Als Gert ons uitleg geeft over Hydrofobic Interaction Chromatography, een analysemethode die
je in het laboratorium toepast, vraagt hij direct:
“Waar denk je die methode allemaal voor te
kunnen gebruiken?” Pas nadat hij antwoorden
van ons krijgt, bijvoorbeeld dat je er eiwitten mee
kunt scheiden, komt hij zelf met voorbeelden. Hij
motiveert ons om zelf heel goed na te denken. Je
doet automatisch actief mee in zijn lessen. En als
je dat goed doet, kun je de tentamens ook halen.
Hij vertelt alles uitgebreid in de lessen en maakt
er powerpoint-presentaties bij. Maar vergis je niet.
Het is geen makkie. We moeten er heel hard voor
werken.
‘Ik ken Gert vanaf de eerste schooldag, hij is mijn
studieloopbaanbegeleider. In het tweede kwartaal
kreeg ik voor het eerst les van hem. Chemie. Gert
is heel open in zijn lessen. Je kunt alles gewoon
aan hem vragen. En als je het op de ene manier
nog niet goed begrijpt, dan vertelt hij het nog een
keer op een andere manier. Zijn lessen zijn relaxt.
Maar als hij ergens klaar mee is, dan is het ook
klaar. Hij stelt duidelijke doelen. Als die behaald
zijn en het in het schema past is er tijd voor
gezelligheid en humor. We horen ook wel leuke
verhalen over zijn privéleven. Over zijn vrouw en
kinderen en over de cavia’s. Gert weet ook wie jij
bent. En spontaan is hij ook. Als wij bijvoorbeeld
roepen: “Zullen we zo even gaan picknicken”, dan
zegt hij: “Mag ik ook mee?”
‘Geïnspireerd voor het vak heeft hij me eigenlijk
niet speciaal. Ik wist al dat ik deze opleiding
wilde volgen en toen ik de informatie op internet
las en de recensies was het duidelijk. Ik heb goed
gekozen. Gerts specialiteit is biogas, dat is zijn
vakgebied als onderzoeker. Maar daar ben ik niet
zo in geïnteresseerd. Ik wil de medische kant op.
‘Gert is superslim. Snijd een onderwerp aan en hij
weet er iets vanaf. Hij kan er beeldend over vertellen. En als hij iets niet weet, zegt hij dat gewoon
eerlijk, zoekt het op en komt er op terug. Wat leuk
is aan Gert is dat hij ook feedback van ons vraagt.
Hij zegt vaak dat hij zelf ook nog aan het leren is:
hij wil altijd weten wat we van zijn lessen vinden.’
17
18
Illustratie: Roos Vink
DE DO'S EN DONT'S
VAN CROWDFUNDING
Loes Vader
De sokkel van het Amerikaanse
Vrijheidsbeeld werd rond
1880 al bekostigd door
crowdfunding. Maar nu is
deze wijze van financiering pas
echt booming. Eelco Bakker,
dé crowdfundingman op de
Hanze, over wat je wel en niet
moet doen.
Door internet en sociale media neemt crowdfunding een hoge vlucht. In 2011 ging er in Nederland twee miljoen in om, in 2012 al zo’n zestien
miljoen. Dat verdubbelde nog eens in 2013 en
Eelco verwacht dat die trend zich voortzet. ‘Dit
jaar haalt crowdfunding misschien al zeventig
miljoen euro binnen.’ Onvrede over de financiële
markten en de wijze waarop banken met geld
omgaan, zijn voor investeerders vaak de motieven
om zelf te willen bepalen in welke producten of
bedrijven ze hun geld steken. ‘Mensen willen geen
onpersoonlijk aandelenpakket meer. Ze steken
hun geld liever in projecten die ze sympathiek
vinden. Of ze besteden hun geld aan de voorfinanciering van een product dat ze graag willen
hebben: ik koop er vast één en over een paar
maanden heb ik ’m in huis.’ Daarnaast zijn er
investeerders die het puur om het rendement doen.
‘Hoe je het ook wendt of keert, crowdfunding
brengt meer risico met zich mee dan je centen op
de bank parkeren. En ook hier geldt: hoe hoger het
risico hoe hoger het rendement.’
CROWDABOUTNOW
Aan zijn steigerhouten tafel in Cube050, de broedplaats voor jonge ondernemers, schenkt Eelco
Bakker een dubbele espresso terwijl hij een innovatief kladblok demonstreert dat hij kocht via een
Amerikaans crowdfunding-platform. Zelf is hij
ook partner van zo’n platform, CrowdAboutNow.
‘Dit whiteboard-kladblok kwam in november
voorbij in de nieuwsbrief van Kickstarter. Heel
handig, je kunt er je aantekeningen weer meer
uitwissen.’ Eelco investeerde dertig dollar in het
product en drie maanden later lag het op z’n
bureau. Op de cover prijken de acht duizend
namen van mensen die het product ondersteunden:
ze kochten het vóórdat het op de markt was.
ONVREDE OVER BANKEN
Financiering via crowdfunding is hot. ‘Stel dat een
ondernemer met een project aan de slag wil, maar
onvoldoende startkapitaal heeft. Het is crisis. Als
de bank niet wil investeren, wie dan wel? Oké, je
hebt subsidies, fondsen en microkredieten. Maar
ook crowdfunding: een systeem waarin een grote
groep mensen een project of een bedrijf financiert.’
De Nederlandse markt loopt. Er zijn inmiddels
meer dan twintig platforms, waaronder CrowdAboutNow. ‘In eerste instantie screenen we de
plannen. Eén op de vijf projecten is geschikt.
De rest van de plannenmakers sturen we met
huiswerk naar huis en die zien we meestal niet
terug. Ze vallen door de mand omdat hun plan
niet deugt, de cijfers niet kloppen of omdat de
ondernemer niet overtuigend overkomt.’
In principe komt ieder goed uitgewerkt plan in
aanmerking. ‘Als het plan klopt, gaat het project
online. Het geld dat binnenkomt komt op een
aparte rekening te staan, die wordt beheerd door
het platform. Zolang het geld niet voor de volle
honderd procent binnen is, loopt de investeerder
geen enkel risico. En als het benodigde bedrag niet
wordt gehaald, krijgen de investeerders hun geld
terug.’
Hoe populair ook, het eerste Nederlandse crowdfunding-faillissement is een feit. Stefan Vreugdenburg haalde in twee weken 125 duizend euro op
voor een nieuw Indisch restaurant in Den Haag.
‘Het was zelfs één van de eerste crowdfunding-successen. In eerste instantie bood Vreugdenburg een
rente van zeven procent. Na ruim een week had
hij zestien duizend euro in het laatje. Dat ging
hem niet snel genoeg en hij verhoogde de rente
tot tien procent. Daar kwamen hardcore speculanten op af. Vervolgens had hij binnen de kortste
keren ál het geld bij elkaar. Maar het restaurant
ging binnen een jaar op de fles: Vreugdenburg
kon de hoge rentes niet terugbetalen aan zijn
investeerders. Ik schat in dat dit soort ervaringen
de komende jaren zullen uitmonden in strengere
regels en procedures.’
TOETJESPARADIJS TOET
Aan succesverhalen uit Groningen heeft Eelco
geen gebrek. Toet is een biologisch toetjes- en
taartenparadijs aan het Gedempte Zuiderdiep. De
winkel, bakkerij annex toetjescafé op de hoek van
de Folkingestraat opende in september 2013 de
deuren. ‘Vóór die tijd stond Toet op de Vismarkt.
De ideale plek om marktonderzoek te doen en
een klantenkring op te bouwen. De investeerders
in Toet waren dan ook ware Toet-ambassadeurs.’
Eelco is één van hen. ‘Ik ga er zeer regelmatig de
deur uit met een doos gebakjes.’
De Olijfboom, een Griekse traiteur in de Steentilstraat, ging op een vergelijkbare manier te werk.
De financiering voor deze take-away, eetwinkel en
traiteur was binnen twee dagen rond. ‘Het succes
van crowdfunding begint altijd met een gedreven
en gepassioneerde ondernemer. Iemand die zijn
netwerk mobiliseert. Dertig à veertig procent van
het bedrag dat je voor je plan nodig hebt moet
in principe uit je inner circle komen: vaders,
moeders, tantes, ooms, zussen, broers, vrienden…
bekenden dus. Vervolgens mobiliseer je je
zakelijke netwerk: leveranciers, potentiële klanten,
samenwerkingspartners, winkeliers uit dezelfde
straat… Wees creatief in het zoeken en schroom
niet om deze mensen te benaderen. Vallei Vis, een
duurzame viskwekerij, bezocht lokale restaurants.
Die restaurants legden het plan vervolgens voor
aan hun klanten. Dat werkt! Het ontbrekende
deel, de andere helft van het bedrag, komt dan
van onbekenden, van de crowd.’
INVESTEERDERS ZIJN AMBASSADEURS
Bedrijven die door crowdfunding tot stand
zijn gekomen, bieden hun investeerders vaak
meer dan een vergoeding. ‘De Olijfboom gaf
haar investeerders bijvoorbeeld een fles olijfolie
als ze voor honderd euro investeerden. Bij 250
euro krijg je een cadeaubon, enzovoorts. Bij Bar
Oldenhof in Amsterdam kregen topinvesteerders
een barkruk met hun naam erop. Maar er zijn
ook bedrijven die een smoothie of een broodje
naar hun financiers noemen.’
Een absolute must voor succes is volgens Eelco
een goede persoonlijke presentatie op het platform. ‘Laat jezelf zien. Jij bent het gezicht van
de campagne. Crowdfunding is geen anonieme
aangelegenheid. Investeerders willen zíen met
wie ze in zee gaan. Zorg dus voor goede foto’s en
filmpjes.’
Crowdfunding stopt ook niet als de financiering
rond is. ‘Denk niet: de poet is binnen en de
groeten. Je nazorg is essentieel: betrek je financiers bij de uitvoering van je project. Organiseer
een openingsfeestje, zorg voor extra aanbiedingen, kortingscodes. Als ondernemer heb je die
mensen altijd wel weer een keer nodig. En het is
natuurlijk ook gewoon sympathiek. ’
19
Foto:Luuk
LuukSteemers
Steemers
Foto:
‘Toen Sari penningmeester werd in het bestuur
van onze studievereniging Facides Dione zag ik
haar voor het eerst. Ze nam het stokje over van
mijn broertje. In de KEI-week gingen we met de
vereniging op stap en raakten aan de praat. Wel
een leuk meisje, dacht ik. Ik ging erachter aan.
Die week hebben we een paar keer gezoend. In het
begin was het gewoon een beetje gescharrel. Het
punt was dat we ons allebei eigenlijk nog helemaal niet wilden binden. Ik stond bekend als de
eeuwige vrijgezel, maar ik ging voor de bijl.
‘Ik moest er best veel voor doen om haar te
veroveren, Sari stuurde me iedere keer weer weg.
Maar de aanhouder wint… We sliepen steeds
vaker samen en we dachten allebei na een tijdje:
waar wij mee bezig zijn, dat lijkt toch wel erg veel
op een echte relatie. Op het oud-en-nieuwfeest
van 2014 hebben we er een titel aan gegeven. Ik
heb haar toen gevraagd. Niet serieus op de knieën,
maar op een grappige en lacherige manier. Ze zei
ja.
‘Sari is lief, zelfstandig en vrolijk. We zien elkaar
vaak, ook al hebben we het allebei druk met
de studie en ons bestuurswerk. Zeker nu: ik sta
nummer zes op de kieslijst van de Hanze Studentenbelangen Vereniging en ben iedere dag
bezig met campagne voeren. Je kunt nog op me
stemmen!
‘Sari en ik houden allebei van feestvieren, gezelligheid en ouwehoeren. We whatsappen elkaar vaak
gekke afbeeldingen. We zijn gewoon allebei een
beetje gek. Ook in andere opzichten lijken we op
elkaar. We lachen om dezelfde grappen en hebben
schijt aan dezelfde dingen.
‘We doen niet alles samen. We hebben ook een
eigen leven. Ik ben wedstijdzeiler in Friesland
en bij Mayday. Ik kom uit een zeilersfamilie uit
Goingarijp. Mijn moeder zeilde, terwijl ze zwanger
van mij was, nog vrolijk rond over het IJsselmeer.
Sari kan niet mee met wedstrijden, passagiers
passen niet op de wedstrijdboten. Maar ze komt
vaak langs in Friesland.’
20
ITEM
Rina Tienstra
In de KEI-week liepen Joost en
Sari elkaar tegen het lijf. Op een
oud-en-nieuwfeest kreeg hun
scharrelrelatie een officiële titel.
‘Voor de liefde bezwijk je.’
JOOST
HANSELAAR
24
Tweedejaars
Facility
Management
SARI
VERHEY
21
Tweedejaars
International
Facility
Management
‘Ik kan me niet meer precies herinneren wanneer
ik eindelijk toegaf dat ik verliefd was. Het viel me
op dat ik steeds vaker tegen mijn vriendinnen zei:
Joost zei dit, of Joost deed dat. Of: kijk eens wat
hij me nu weer stuurt. Voor de liefde bezwijk je
dus...
‘Joost zegt altijd dat we elkaar tijdens de KEI-week
leerden kennen, maar dat klopt niet. We hadden
elkaar al eens gesproken op een verenigingsborrel.
Dat kan hij zich gewoon niet herinneren. Oorzaak
bier, denk ik… Hij was de broer van de penningmeester en ik had niet direct zoiets van: ooh, Joost!
‘In de KEI hingen we met de vereniging rond op
de Grote Markt. Ik merkte wel dat hij moves aan
het maken was, maar ik zag er nog niets in.
‘We zoenden voor het eerst in de Twister en zagen
elkaar steeds vaker. Ik dacht: wat moet ik hiermee?
Ik zit in mijn bestuursjaar en hier heb ik helemaal
geen tijd voor. In de weken daarna bracht hij me
vaak naar huis en dan stuurde ik hem steeds weg.
Ik hield mezelf lang voor de gek.
‘Dit is mijn eerste serieuze relatie. Joost is een
spontane, lieve jongen. Hij kan goed luisteren en
is positief ingesteld. Hij maakt zware dingen wat
luchtiger en ik kan heel hard om hem lachen. Het
is wel serieus, maar niet té serieus. Wel slapen we
iedere avond bij elkaar.’
‘We zijn nou niet bepaald een burgerlijk stelletje
dat hand in hand naast elkaar op de bank zit. Ik
ga nog steeds naar Almere om met mijn vriendinnen te stappen. We laten elkaar vrij in de
dingen die we willen doen, daarin heb ik in Joost
een hele goeie. Hij vraagt me vaak mee, af en toe
ben ik aanhang bij zijn zeilwedstrijden. We zijn
allebei niet claimerig en we hebben het allebei
druk. Joost gaat vaak mee naar mijn verenigingsborrels en -uitjes en ik naar de zijne. Maar samen
aan de bar zie je ons maar zelden zitten. We gaan
onze eigen gang. Laatst zei iemand op een feestje
tegen mij: “Ik wist dat jullie een stel zijn, maar
jullie zijn totaal niet klef en bef.” Zo is het, we
houden niet van klef.’
‘VEEL MENSEN
VINDEN DE E.U. EEN
VER-VAN-HUN-BEDSHOW’
Martine Zeijlstra
De gemeenteraadsverkiezingen
zijn net achter de rug en de
stembussen voor de Europese
verkiezingen staan alweer klaar.
Maar steeds minder mensen
gaan ernaar toe. Heel jammer,
vindt David Westerink (21),
tweedejaars student Sociaal
Juridische Dienstverlening.
Maar weinig studenten zijn politiek betrokken of
actief voor een politieke partij, maar voor David
Westerink is het volkomen logisch. Tijdens een
reis door Australië kwam hij tot de ontdekking dat
hij graag politiek actief wilde zijn. ‘Op mijn reis
kwam ik heel veel verschillende soorten mensen
tegen met heel andere denkbeelden dan ik. Ik
sprak met iemand die de rol van de natuur veel
groter wilde maken. De mens moest bijvoorbeeld
meer terugtreden en de natuur haar gang laten
gaan. Heel bijzonder.’ Ook sprak David een
communist uit Zuid-Amerika. ‘Daar heb ik lange
discussies mee gevoerd omdat ik van mening was
dat het communisme allang achterhaald was.’
Terug in Nederland sloot hij zich aan bij het CDA
en zette hij zich in voor het CDJA. ‘Ik vind dat de
wereld steeds verder individualiseert en materialistischer wordt. Het CDA kiest meer voor de
samenleving, samen dingen doen. Die visie op het
leven deel ik. Ik vind dat je als jongere niet langs
de zijlijn moet staan als je dingen wilt veranderen.
Ik studeer SJD omdat ik later mensen wil helpen
Foto: Luuk Steemers
en ben politiek actief omdat ik denk dat de politiek mensen verder helpt. In de politiek worden
besluiten genomen. Met het CDJA probeer ik
jeugdwerkloosheid te voorkomen en het sociaal
leenstelsel tegen te gaan.’
Westerink begrijpt de lauwe verwachtingen voor
de opkomst bij de Europese verkiezingen. ‘Voor
veel mensen is de Europese Unie een ver-van-hunbedshow. Dat begrijp ik heel goed. De politici
van de Europese Unie moeten veel beter uitleggen
wat ze doen, want kiezers snappen het nu niet
goed. Ze moeten hun werk dichter bij de mensen
brengen. Dat kan via sociale media, via internet.
Maakt niet uit hoe ze het doen, als ze het maar
doen. Heel veel mensen weten bijvoorbeeld niet
dat de fietsenstalling op de Centraal Station is
gebouwd met geld van de EU. Soms is het dus
heel eenvoudig om het werk van de EU zichtbaar
te maken. Maar dan moet je niet vergeten om dat
te vertellen.’
21
HOREN
& ZIEN
SOOF
HOUSE OF CARDS
SEIZOEN 1
ALL IS LOST
Soof is een gezellige luchtige romcom over het
leven van Sophie. Lies Visschedijk, Roelien uit
Gooische vrouwen, maakt van Soof een geloofwaardige Nederlandse Bridget Jones.
Soof is de chaotische moeder van drie leuke kinderen en vrouw van de overwerkte Kasper (Fedja
van Huet), die iets belangrijks op de Amsterdamse
Zuidas doet en weinig tijd voor z’n gezin heeft.
Soof kookt de sterren van de hemel, maar haar
cateringbedrijfje komt niet echt van de grond.
Haar leven raakt in een stroomversnelling als
Kasper een sabbatical neemt en zich op het huishouden stort, ‘hoe moeilijk kan dat zijn’, en Soof
op een feestje de glad charmante choreograaf Jim
(Dan Karaty) tegen het goddelijke lijf loopt. Jim
valt als een blok voor Soof en haar kookkunsten.
Voor ze het weet vult ze niet alleen de magen op
grachtengordelfeestjes, maar ook de foodiecolumns in de Telegraaf. Terwijl Soof haar uiterste
best doet er niet als een groentetaart bij te lopen,
verruilt Kasper zijn pak voor een slonzige joggingbroek en slobbertrui…
Soof is een leuke pretentieloze film met een prima
cast. De BN-dichtheid is hoog, doch relativerend
en niet storend. Drie hartjes voor de film plus één
extra voor Lies Visschedijk.
Frank Underwood overstijgt alle definities van
‘meedogenloos’, schrapt het uit het woordenboek,
en schrijft z’n eigen naam ervoor in de plaats.
House of Cards is een serie vol intrige en vuil spel
in het politieke hart van de Verenigde Staten.
Underwood is House Majority Whip voor de
Democraten. Zijn taak in het Amerikaanse Congress is er voor te zorgen dat iedere afgevaardigde
in het gareel blijft. In werkelijkheid heeft hij geen
enkele andere behoefte dan pure macht, en veegt
het bloed van zijn handen af aan de Amerikaanse
vlag.
Zijn bedenkelijke partner-in-crime is de jonge
journalist Zoë Barnes. Ze hebben elkaar nodig
om hun eigen agenda erdoor te drukken en het
wordt steeds minder duidelijk wie nou precies
wie gebruikt. Achter Underwood staat zijn vrouw
Claire, die met haar inktzwarte ziel een perfecte
twee-eenheid vormt met haar echtgenoot.
De serie wordt gedragen door het fantastische
spel van Kevin Spacey en Robin Wright. Spacey
keert zich vaak rechtstreeks naar de kijker, om in
zijn eindeloos charismatische southern drawl zijn
overwegingen uiteen te zetten. ‘As we used to say in
Gaff ney… five stars.’
Vertalers en ondertitelaars hadden weinig werk aan
de film All is Lost uit 2013. Fuck is zo’n beetje het
enige gesproken woord. Na een botsing met een
drijvende scheepscontainer, midden op de Indische
Oceaan, kampt een anonieme solozeiler (Robert
Redford) met defecte elektronica en een lek in de
romp van zijn zeiljacht. Er steekt er een enorme
storm op, de mast knapt af, en de lekke boot
wordt speelbal van de woeste wateren. Uiteindelijk
rest Redford niets anders dan z’n reddingsbootje.
Maar het noodlot blijft toeslaan. Hemeltergend
zijn de oceaanstomers die de schipbreukeling op
enkele meters passeren zonder hem op te merken.
De ruim anderhalf uur durende film verveelt geen
seconde. Het filmwerk is indrukwekkend, met als
hoogtepunt het bijna abstracte spel van vormen
en kleuren als de opblaasboot van onderaf wordt
gefilmd met op de voorgrond waaierende scholen
vissen en op prooi beluste haaien.
All is Lost is een minimalistisch meesterwerkje
van regisseur J.C. Chandor, met een geweldige
Redford (inmiddels 78 jaar!). Alleen het wat
onwerkelijke einde staat haaks op het rauwe
realisme van de rest van de film.
LV
♥♥♥
JMX
♥♥♥♥♥
LS
♥♥♥♥
ADVERTENTIES
22
ADVERTENTIES
23
24
Illustratie: Pirmin Rengers
DE BESTE
DOCENT
IS EEN
BEETJE
EEN
RARE
Boudewijn Otten
Vrijwel iedereen heeft in z’n
hart een warm plekje voor die
ene leraar of lerares die… ja,
wat eigenlijk? Wat maakte
die docent zo speciaal? Van
wetenschapper tot cabaretier:
iedereen geeft min of meer
hetzelfde antwoord.
Een goede docent heeft passie voor z’n vak, hij verruimt en ontregelt het denken, hij heeft intensief
contact met z’n studenten, hij creëert een vruchtbaar leerklimaat en een duidelijke leerstructuur,
hij opereert consistent en hij leert voortdurend bij.
Dat zijn de vijf kenmerken waardoor een goede
docent opvalt. Dat blijkt niet alleen uit Excellente Docenten Inspireren dat onderzoekers van
de Radboud Universiteit in 2011 publiceerden.
Die kenmerken komen naar voren in vrijwel alle
betogen over de vraag wat nou een goede docent
is. En die betogen zijn verrassend eensluidend.
Trouw, het dagblad dat bekend staat om z’n grote
aandacht voor onderwijs, interviewde in 2005
vier kenners en tien bekende Nederlanders over
de eigenschappen van de goede docent. De beste
docenten, zo stellen de mensen die aan de tand
werden gevoeld, hebben lol in de klas, lol in het
vak en lol in het werk. Goede docenten zijn vaak
‘een beetje raar’. Dat lijkt verdacht veel op die
ontregelaar uit Excellente Docenten Inspireren.
Goede docenten zijn een beetje anders dan anders.
Niet voor niets verscheen het Trouw-artikel
onder de kop Een goede docent is een beetje gek.
Het maakt niet eens zoveel uit op welke manier.
Ex-burgemeester Job Cohen waardeert achteraf de
strenge aanpak van zijn leraren op de middelbare
school en actrice Viktorija Koblenko zal de lessen
van haar mysterieuze juf in de Oekraïne niet snel
vergeten.
EEN KENNISCADEAUTJE
Het overdragen van kennis gaat niet alleen om de
kennis, zo weten onderwijs- en andere deskundigen, maar ook om de overdracht. Die kennis
moeten docenten natuurlijk wél hebben (anders
kun je wel ophouden), maar de verpakking is cruciaal. Vlot geformuleerd: goede docenten maken
van kennis een cadeautje.
De Universiteit van Nederland heeft dat goed
begrepen. Iedere dag verschijnt op de website van
deze online universiteit een kort flitsend college
van een Nederlandse hoogleraar of een dito
universitair docent. De opnamen van deze flitscolleges vinden plaats in de Amsterdamse nachtclub
AIR. De opbouw van een UvN-betoog volgt
min of meer een vast stramien waarop de man of
vrouw op het podium grondig wordt voorbereid.
Opmerkelijk is dat het niet alleen de bekende
namen zijn die voor de UvN-camera verschijnen.
Hoofdredacteur Frauke van Goethem: ‘Eigenlijk
werkt het op het aloude principe van mond-totmond. We krijgen gewoon tips. Vooral van studenten, maar af en toe kloppen hoogleraren zelf
aan.’ Van Goethem krijgt al die tips onder ogen.
KEIHARDE-GRAPPENMAKER
‘Sommige studenten zijn vreselijk enthousiast. Er
zijn studenten die van studie veranderen, puur en
alleen om bij die ene hoogleraar te studeren. Ik
krijg ook mail van studenten die schrijven dat ze
het onderwijs in willen omdat de man of vrouw
die ze op onze website willen zien schitteren, in
alles uitstraalt dat lesgeven een geweldig vak is.’
Een goede docent, zo heeft Van Goethem inmiddels ondervonden, is iemand die qua inhoud en
presentatie weet te inspireren. ‘Iemand die je kijk
op de wereld verandert. Dát is een goede docent.’
Voor ervarings- en andere deskundigen is de
wijze waarop docenten hun kennis overbrengen
dus heel belangrijk. Dat vraagt van docenten een
zeker acteertalent: een goede docent moet soepel
kunnen inspelen op z’n studenten. Dat aanpassingsvermogen is volgens de geïnterviewden in
Trouw zelfs zijn belangrijkste eigenschap. ‘Een
goede docent weet voor iedere student een eigen
leerroute uit te zetten’, stelt ex-volleybalprof Bas
van der Goor. Cabaretier Theo Maassen: ‘Een
goede docent gaat uit van de eigenheid van de
student.’ Kijk eens aan, de Goede Docent, zelfs
het hart van een keiharde-grappenmaker wordt
een beetje warm als hij eraan denkt.
25
26
Illustratie: Donny van der Velden
HOE DIGI MAG
HET HBO ZIJN?
Boudewijn Otten
Nieuw is het allang niet meer,
ICT in het onderwijs. Maar
nieuwer kan het wél, zo blijkt
op de studiemiddag Blended
Learning. Hanzedocenten
lopen massaal warm voor digionderwijs. Hoog tijd, vindt de
student anno 2014.
drukke gelaptop, getwitter, gewhatsapp en wat
voor gedigivirtueel gedoe dan ook.
Blended Learning? Wat is dat? Als iemand het
weet, is het wel Wilfred Rubens. Stafdirecteur
Onderwijs & Onderzoek Rob Verhofstad kondigt
de keynote speaker van vandaag aan als de ‘vleesgeworden blended learning’. Rubens houdt zich al
bijna twintig jaar bezig met het verschijnsel ICT
& Leren (momenteel verdient hij z’n brood als
projectleider en e-learning-adviseur op het Welten
Instituut van de Open Universiteit). Om duidelijk
te maken wat blended learning is, toont Rubens
een foto van een paar mooie… blenders. ‘Blended
learning vindt plaats als de docent face-to-face
lesgeven mixt met methoden waarin hij ICT-middelen toepast.’
DE TOETSEN OP DE SMARTPHONE
Donderdag 10 april. Het auditorium van de Van
DoorenVeste zit om één uur ’s middags helemaal
vol. De organisatoren van de studiemiddag
Blended Learning hebben zelfs tientallen mensen
moeten teleurstellen. Marian van Os, lid van het
College van Bestuur van de Hanzehogeschool, is
blij verrast. Zo blij dat het haar bij haar inleidende
praatje verleidt tot een gebbetje. ‘Blended Learning
is niet alleen voor jong en hip, maar ook voor, hoe
zeg ik dit nou netjes… ook voor mensen van mijn
leeftijd.’
GEDIGIVIRTUEEL GEDOE
Zo vreemd is die stampvolle zaal niet, want de studiemiddag gaat over onderwijs. Daar zijn docenten
natuurlijk wel voor te porren. En voor het gebruik
van de zegeningen van informatie- en communicatietechnologie (ICT) loopt het onderwijsvolk
ook al warm. De zaal zit vol real and heavy users.
Mensen voor wie het gebruik van ICT allang geen
sciencefiction meer is, maar een stevig in hun
gewone leven verankerde manier van doen. Van de
toch nog besmuikte blik op de smartphone tot en
met de aan onbeleefdheid grenzende nonchalance
waarmee sommige aanwezigen van hun stoel
opstaan om met hun iPad foto’s te maken van de
sheets die de spreker op het witte doek beamt,
het is hier allemaal doodgewoon. Net als al dat
Dat kan op allerlei manieren en, het moet gezegd,
het is hartstikke leuk en vaak ook nog eens
doodeenvoudig. Toetsen in elkaar steken gaat
bijvoorbeeld in een poep en een scheet, zo toont
Wilko Peper aan. De docent op het Instituut voor
Communicatie & IT is een voorstander van het
zogeheten formatief toetsen: tijdens een leerperiode toetsen studenten de hoeveelheid kennis
die ze hebben opgedaan. ‘Ontdekken hoe ver ze
zijn gevorderd, motiveert studenten om zich in te
zetten op de punten waarin ze nog tekortschieten.’
Pepers toetsen kunnen studenten ook op hun
smartphone maken.
Een flitscollege opnemen en verspreiden vergt
ietwat meer inspanning, maar het kan wel (en
zeker sinds de Hanze daar opnamevoorzieningen
voor heeft ingericht). Jan Schuurmans van de Academie voor Verpleegkunde zweert erbij. ‘In mijn
flitscolleges behandel ik de theorie. De camera
dwingt je om je verhaal snel en duidelijk over
te brengen. De studenten bekijken die filmpjes
wanneer ze maar willen en ik borduur er in de les
op voort. In de klas kunnen we meteen aan het
werk.’ Schuurmans wordt zelf ook wijzer van z’n
flitscolleges en niet alleen bij de opname. ‘Als ik
iets uitleg in de klas, hoor ik wel eens: “Meneer,
als dit een filmpje was, had ik u nú teruggespoeld.”
Dat is hartstikke leuk én gratis feedback.’
Schuurmans en Peper zijn twee van de tien
docenten van de Hanzehogeschool die op 10
april een workshop geven. Voor de ogen van hun
collega’s berijden ze hun stokpaardjes. Van de met
het virtuele klaslokaal weglopende Loes Damhof
tot facebookadept Wim Oostindiër. Overal in de
Van DoorenVeste lopen docenten te broeden: hoe
kunnen we de aangereikte ideeën zelf toepassen?
Rogier Koopmans en Gerjan van der Laan
hebben na hun twee workshops een goed beeld
van de waterscheiding tussen docenten die wel
en docenten die geen affiniteit hebben met de
doorsnee, en dus van digi doordesemde, student
anno 2014. De twee studenten, beiden lid van de
in de medezeggenschapsraad vertegenwoordigde
Hanze Studentenbelangen Vereniging, boden de
docenten een inkijkje in de wijze waarop studenten samenwerken. En ja, dat is dus volkomen
digitaal. Gerjan: ‘Ik ken geen student die geen
smartphone of laptop heeft.’
MAIL IS ALWEER VERLEDEN TIJD
De kern van de workshop van Gerjan en Rogier
bestaat uit een ogenopener: de werkstukken
die studenten inleveren, kunnen tot stand zijn
gekomen zónder dat ze elkaar hebben gezien.
Google Docs heet het wondermiddel dat ze daarvoor aanwenden: vanachter hun computer werken
studenten aan één en hetzelfde document. Als het
een student uitkomt, plaatst hij zijn bijdrage. De
anderen reageren, vullen aan, plaatsen een ander
stuk tekst en hup, na verloop van tijd ontstaat één
werkstuk. Veel woorden maken de studenten er
tussentijds niet aan vuil. Alle communicatie kan
via Docs, whatsapp en mail gaan. Mail? Nee, dat
lijkt ook alweer verleden tijd, ouderwets en uit de
mode.
EEN REISJE NAAR BERLIJN
Rogier: ‘Docenten kunnen niet om de nieuwe
communicatievormen heen. De meesten kunnen
er ook goed mee uit de voeten, maar er zaten er
ook nog een paar die een drempel over moeten.
Die huiver is nergens voor nodig, er is altijd wel
een student die ze kan helpen.’
De digitalisering nam de afgelopen jaren een
hoge vlucht, maar het kan nog hoger en dat zal
ook gebeuren. O&O-directeur Rob Verhofstad
kondigt de start van een Blended Learning
Community aan, een digitaal platform voor
Hanzedocenten.
Marian van Os biedt één van de aanwezigen op de
studiemiddag Blended Learning, degene die voor
september met de beste ICT-onderwijstoepassing
op de proppen komt, een reisje aan naar de Online
Educa in Berlijn. Op deze conferentie komt al wat
nieuw is in de wereld van ICT en Leren aan bod.
De vleesgeworden blended learning Wilfred
Rubens is daar natuurlijk ook. ‘Ieder jaar komen
alle Nederlandse deelnemers een avond bij elkaar
om samen te eten. Ik ben benieuwd wie van u ik
daar zal zien aanschuiven.’
27
28
LOCO
Luuk Steemers
ULI MATHIES
IS LECTURER AT IBS
AND SKYDIVER
Foto: Ben Wojtas
‘Due to my fear of heights and flying, we always went
to the nearby island of Borkum for our vacation. Two
years ago a skydive club came to the island to offer
tandem jumps. I had to go. It felt unreal. I knew
I was not going to jump, but still I was there, the
money for the jump in my pocket. I panicked during
the first attempt, but the second one was great.
Afterwards I felt I had to go on to prevent the fear
from coming back. Now I jump almost every week at
Hoogeveen, for fun but also for the spiritual exercise.’
http://skydivehoogeveen.nl.
23
30
LIEVE
LOES
[email protected]
Heeft je beste vriendin gezoend met de jongen waar jij al
tijden vlinders van in je buik krijgt? Ben je verliefd op je
docent en kun je je niet meer op je studie concentreren?
Lig je niet lekker in je projectgroep en begrijp je niet
waarom? Mail Loes, onze enige echte ervaringsdeskundige. Inzenden mag zelfs anoniem.
Lieve Loes,
Ik heb me voor deze zomer opgegeven als docentvrijwilliger in Cambodja. In een weeshuis ga ik de kinderen een maand Engelse les geven. Mijn vriendin
vond het een prima idee, maar kon niet met me mee
omdat ze al een bijbaan heeft als animator op een
camping. Maar nu het dichterbij komt, begint ze
ineens tegen te sputteren. Via via heeft ze verhalen
gehoord dat het er niet veilig is en ze is bezorgd dat
me iets overkomt. Ze ligt er zelfs van wakker. Wat
vind jij, moet ik het maar afzeggen?
Victor
Beste Victor,
Jouw vriendin is overbezorgd. Als je nou op jihad
naar Syrië zou gaan of ontvoerde meisjes wilde
redden in Nigeria, dat zijn andere verhalen. Maar
Cambodja is al vijftien jaar veilig. Daarvoor was
het gevaarlijk vanwege de dertig jaar durende
burgeroorlog. Toch zou ik nooit in een weeshuis
in Cambodja gaan werken vanwege het gesjoemel
met kinderen. Toeristen worden naar weeshuizen
gelokt en betalen grof geld voor de kinderen. Het
schijnt ook dat zeventig procent van de wezen nog
minstens één levende ouder heeft. De kinderen
worden bij hun ouders weggelokt met beloftes over
scholing en opvoeding, maar uitbuiting en prostitutie zijn de keiharde realiteit. Als de kinderen niet
meewerken worden ze gestraft. In maart zond de
KRO een documentaire uit over weeshuistoerisme.
Als je die gezien hebt, wil je echt niet meer. Mijn
reisadvies luidt dan ook: wil je naar Zuidoost-Azië,
ga backpacken en sla Combodja niet over. Het
land is nog niet ontdekt door het massatoerisme en
dus nog redelijk ongerept en goedkoop. Maar laat
je vooral niet verleiden door de weeshuisindustrie.
REDACTIE-ADRES
Zernikeplein 7
T0.01 / T0.02, Groningen
Lieve Loes,
Ik woon sinds kort samen met mijn superlieve
vriendin, maar we hebben een klein probleem. Zij
is namelijk superallergisch voor huisstofmijt en ik
ben ‘allergisch’ voor schoonmaken. Zij heeft geen zin
om altijd alles maar schoon te moeten maken, ik heb
geen zin om iedere dag te moeten poetsen. Daarnaast
heb ik flink moeten betalen voor allerlei anti-allergiehoezen en een superdeluxe zakloze stofzuiger, dus
geld voor een schoonmaakhulp is er ook niet meer.
Wat moet ik doen?
Groetjes, S. Loddervos
Lieve Loddervos,
Een klassiek relatieprobleem: het wie-maakt-watschoon-syndroom. Maar, ik heb goed nieuws voor
je: je vriendin is niet allergisch voor huisstof, maar
voor huisstofmijt. Huisstofmijt is een minuscuul creepje uit de familie van de spinachtigen.
Huisstofmijten zijn onschadelijk behalve als je
er allergisch voor bent. De beestjes gedijen het
best op vochtige plaatsen met een temperatuur
van rond de 25 graden. Doordat ze zich voeden
met huidschilfers zijn matrassen, dekbedden en
kussens ideale plekken. In een gemiddeld matras
leven wel een miljoen huisstofmijten. Dus met
jouw anti-allergie-hoezen en je superdeluxe
zakloze stofzuiger zit je helemaal goed. Als je eens
in de week je beddengoed op 60 graden wast,
en de verwarming niet te hoog zet, snottert je
vriendin niet meer.
POSTADRES
Postbus 30030
9700 RM Groningen
telefoon: 050 5955588
e-mail: [email protected]
REDACTIE
Chris Wind - hoofdredacteur
050 5955585 [email protected]
Boudewijn Otten - (eind)redacteur
050 5955582 [email protected]
Luuk Steemers - redacteur
050 5955581 [email protected]
Rina Tienstra - redacteur
050 5952570 [email protected]
Loes Vader - redacteur
050 5957184 [email protected]
FOTOGRAFIE
Pepijn van den Broeke
Annie Smetanenko
Luuk Steemers
VORMGEVING & ART DIRECTION
Jean-Maxim van Dijk
[email protected]
www.jmxcorp.net
ILLUSTRATIE COVER
Pirmin Rengers
PRODUCTIE
Redactie HanzeMag &
Grafische Industrie De Marne B.V.
Oplage: 7.000
ADVERTENTIES
Bureau Nassau
020 6230905
[email protected]
ABONNEMENTEN
60 euro per jaar
050 5955588
[email protected]
31
SMALL-SCALE
GLOBALIZATION IN A
VIRTUAL CLASSROOM
Chris Wind
Loes Damhof teaches
21st Century Skills at the
School of Communication,
Media & IT. In 2012
she developed The Global
Village, an interdisciplinary
honours course in which
students from the
Netherlands and the
U.S.A. tried to figure out
what it means to be part of
the Global Community in
a virtual class room.
Photo: Frank de Kleine
‘At the start of the course I asked the students
which kind of person they considered a global
citizen. “Someone who travels a lot”, was the
first answer. “Why someone who travels a lot?”, I
asked. “Someone who does not travel to save the
climate can also be considered a global citizen,
right?” I wanted them to realize that it was mostly
about connectivity: how much we are all connected
with each other in the global village.
‘I set up the course with Dr. Janine DeWitt,
my American partner-in-crime, of Marymount
University, a university in Arlington, Virginia. We
gave classes simultaneously. Our classes could see
each other through a screen. Half of the class was
“really” there, the other half was virtually present.
‘In the Netherlands it is a new concept, but in
America it already exists for a while. It’s an initiative of the State University of New York. They
thought it would be a great idea to bring different
parts of the world together in a cloud-classroom.
Interested universities around the world could
apply for a grant. Our Lectorate Excellence in
Education & Society developed the idea for Hanze
UAS, in cooperation with Marymount.
A FREE INTERNATIONAL EXPERIENCE
‘The difference with other participating universities is that our classes cooperated in a much
more interactive way. The other teams mostly
connected existing courses. For instance, a class
4int
of Russian students would create something,
and a class of American students would provide
feedback. They worked together, but they didn’t
create a team culture. We really did everything
together, even the assessments. We wanted to
create the experience of a real classroom. Next to
that, we made the students heavily reflect on their
cooperation.
‘We started the course specifically for students
who do not have the opportunity to go abroad
during their studies. This way we could offer
them an international experience after all. Half a
year of internship on a tropical island like Aruba
doesn’t necessarily have to be more valuable than
this course.’
A VERY STRANGE EXPERIENCE
‘What they learned was also how they learned
it, and how they learned it was also what they
learned. Sounds very cryptic, I know, but
it means that the most important teachable
moments did not come from books or our lectures, but were included in the learning process.
For instance, we gave students room to fail. When
the cooperation did not work out as planned, we
later used this as a teachable moment.
‘It is not easy to teach two classes at the same
time, especially when one of them is virtual. You
do not “feel” the other group, it’s a very strange
experience. That’s why we did not give many
regular lectures. We tried to create as much
discussion and debate as possible, that worked
much better.
HORRIBLY WRONG
‘Especially in the beginning, students had the idea
that the cloud was a kind of culture-free zone.
That cultural differences would somehow magically disappear in a virtual environment. That the
cloud was some kind of place where prejudices did
not exist. Of course that wasn’t the case. On the
contrary, if you work from your own comfort zone,
you are not physically confronted with the reaction
of the students on the other side of the world.
‘The reactions among teams differed immensely.
Some teams would chat every Sunday night,
intercontinental friendships even started among
members of teams. But there were also teams in
which the communication went horribly wrong,
in which characters and cultures really clashed.
“Always have faith in each other’s good intentions” was our mantra when things did not go as
planned.
‘Globalization is mostly how interdependent and
interconnected we all are. Not reacting to an email
could have immediate consequences for a team and
therefore for the class. We were all so connected to
each other that when one person failed to do something, it would have consequences on multiple
levels. That is small-scale globalization.’
LEGAL
ALIEN
Antonio Hernández
LAURA PAGANO (21)
INTERNATIONAL
COMUNICATION
ITALY,
7.5 TIMES THE SIZE OF THE
NETHERLANDS
‘I’m from Genoa, a very cultural and historic city
located in the northwest of Italy. Although there
are not so many parties there, I like it a lot because
it is at the sea so you can find beautiful cliffs,
beaches, really nice villages on the coast and,
at the same time, you have the possibility to do
mountain excursions.
Photo: Annie Smetanenko
‘Here, in Groningen, I live in Korno, the international student house in Kornoeljestraat. I prefer
living here to living in a flat because I mingle
with a lot of people from different countries that
I wouldn’t meet otherwise. To me, it is awesome
living with people from Asia, for example. I’m
lucky to meet them and try their typical dishes.
Here you live like a big family with so many
people. However, some days you don’t want to see
anybody because you had a bad day, but that can
be difficult because you share a lot of common
space.
‘I’ve been travelling a bit around The Netherlands,
I went to Poland also and I’m going to Berlin
because I participate in the Hitchhike Battle of
ESN-Groningen. I would say that one of the best
experiences until now has been King’s Day. On
this day, I met up with my friends at my student
house and we dressed up in orange. We walked
around all the stages and parades in the city and
we danced and drank a lot until one o’clock at
night. It was like twelve hours non-stop partying
and the night before, King’s Night, the same. I
enjoyed it a lot.
‘There is a similar celebration in Genoa. It is called
The White Night. During this night all the shops
are open and there are a lot of stages all over the
city. Every place is crowded and everybody is drinking and having fun. The only difference is that in
Italy the party starts later and ends later, like at six
o’clock in the morning more or less.
‘I don’t know if I am going to finish my degree at
Hanze because I have applied for International
Relations at the University of Groningen. But in
any case, I don’t want to come back to Italy when
I finish my studies, I would like to travel around,
especially to a place with a very different culture
and language. The east of Europe, Russia, or India
could be cool destinations.’
STUDENT INQUIRY:
THE PERFECT
TEACHER WORKS
AT HANZE
Boudewijn Otten & Chris Wind
Mark Oenema. Richard Doornbos. Linda Grine.
Dhr. Feldbrugge. Petra van Heugten. Dick Visser.
Ids Kooistra. Thomas Mook (with nine hearts!).
Mrs. Murphy. There are students who, when confronted with the question what the perfect teacher
is, immediately envision a specific teacher. Niek
Jonker can order a cake and some champagne,
because no less than five students think that the
26-year-old Communication Systems teacher is all
they ever wished for in front of their class.
HanzeMag finally did the inquiry that it should
have done a long time ago. Hanze University
of Applied Sciences is, after all, an educational
institution, and anyone who has ever been in
school, knows that education wholly depends on
the quality of the man or woman in front of the
class: the teacher, the lecturer, the educator, the
professor.
But can you measure that quality? Well, maybe
not with a ruler, but you could at least ask students
what they expect from their lecturer. So we gave
students a simple task: imagine the Perfect Teacher
and answer our fourteen questions.
NOT TOO SERIOUS, PLEASE
She looks good, but is not
too serious, she has a good
grasp of digital media
and she has several more
strengths. She is the ideal
teacher, although she can
also be a he, or even a
hunk. Those are just some
of the many conclusions
from a very unscientific,
but nonetheless revealing,
survey by HanzeMag.
2int
The reactions of the 453 students we asked to
fill out the survey, gave us a starting point to
provide some general statements about The Perfect
Teacher. The most joyful conclusion, at least
for Hanze, is that the perfect teacher is actually
already teaching at Hanze. The ten teachers we
mentioned at the beginning of this article are
certainly not the only ones whose names were
written down.
Teachers do not have to look special (only one
in ten does appreciate a teacher who looks either
very trendy or wears a suit), and students do not
have stringent requirements when it comes to
their character, although they must be cheerful.
It is definitely not a requirement that teachers are
serious (only five percent of the students considered that important).
A COOL DUDE, NOT A WALLFLOWER
The ideal lecturer has, according to the majority of the students surveyed, at least graduated
from a university. Fifteen percent is even more
demanding, and wants to have a doctor or PhD in
front of the class. Twice as many students (thirty
percent) could not care less at which institution, if
any, the Perfect Teacher graduated.
Being a teacher is a 24/7 job, one always has to
be available. Even when a student has private
problems, he can contact the Perfect Teacher.
Preferably by email, though. Perfect Teachers are
also welcome at parties, and do not have to be
wallflowers: one in three students likes it when
they are ‘the life of the party’. Perfect Teachers are
on an equal footing with their students. They are,
as an Information Technology student pointed
out: ‘someone you might call a cool dude’.
Remarkable is the result of the question about the
teacher’s work history. Almost all students appreciate it when lecturers have previous experience in
a job related to the field. They are teaching in (67
percent) or combine their teaching activities with
another job (thirty percent).
A WISE JACK-OF-ALL-TRADES
But what really makes The Perfect Teacher, is
of course what he or she does in the classroom.
They have to teach you more than you’d learn
from a book, that’s for sure. They blend modern
ICT technology with more traditional teaching
methods. They are great at giving lectures and coaching students with their assignments. In short:
Perfect Teachers are Jack-of-all-trades. And also
some sort of walking encyclopaedias: they have to
know an awful lot about the subject they teach (42
percent) and show their knowledge by coming up
with anecdotes that stick in the student’s minds
(36 percent).
And, surprise, surprise: a lecturer that creates easy
exams is NOT popular (only four percent is happy
with such a type)! Students do appreciate a teacher
who makes exams that are just what they were
made to expect.
HORMONAL DISTORTION
About other characteristics students do not seem
to care too much. Young or old? A slight preference for a younger teacher over an older one, but
72 percent do not care at all about the teacher’s
age. Man or woman? Well, that’s slightly remarkable. Of course four out of five students do not
bother, but the ones that dó have a gender preference, three times as many choose for… a man.
How come? Well, it might have something to do
with the fact that more girls (sixty percent) than
boys filled out the survey. Maybe this caused a
slight hormonal distortion. Or, as a second-year
student of the School of Education pointed out:
‘The perfect teacher is a hunk, fun, spontaneous,
smart & social.’
THIS IS WHAT YOUR IDEAL
TEACHER LOOKS LIKE
a smart dresser in tailor-made costume
casual smart
super trendy
irrelevant
HIS/HER CHARACTER IS
IF YOU HAVE PERSONAL PROBLEMS
you can always call him/her
you can always send him/her an email
he/she will refer you to someone who can help you
he/she will come up with concrete solutions
cheerful
serious
sometimes serious, sometimes cheerful
irrelevant
AT A STUDENT PARTY
MODERN ICT TECHNOLOGY
is not his/her cup of tea, he is old school
he/she blends with traditional technology and
teaching methods
is at the core of his/her classes, he/she is totally
up-to-date
HIS/HER CLASSES
are a regular party
are so difficult that it is important not to miss
anything
involve lots of work
teach you more than you'd learn from a book
HIS/HER EXAMS
are difficult, but not impossible to pass
are just what you were made to expect
are not difficult
are not really necessary, you would have learned the
same without them
he/she would be very welcome, but he does not
show up
you only see him/her at study-related events
he/she will show up, but keeps a low profile
he/she is the life of the party
HE/SHE SHINES
at lectures
at seminars
through his/her empathy
when he/she coaches students with their assignments
WHAT DO YOU LEARN MOST FROM?
He/she knows an awful lot about the subject
he/she teaches
the anecdotes he/she sticks in your mind
he/she gives good feedback
the attention he/she gives you
HIS/HER AGE
is irrelevant
is between 25 and 40
is over 40
HIS/HER GENDER IS
male
female
irrelevant
DURING HIS/HER WORKING LIFE
HIS/HER PREVIOUS
EDUCATION WAS
at the highest level (PhD)
at a research university (master)
at a university of applied sciences, or not even that
fine probably, but the level is irrelevant to me
he/she has always been a teacher
he/she gained experience in the work he/she
teaches about
he/she always had a career in addition to teaching
3int
HANZEMAG.COM
10
INDEPENDENT MAGAZINE OF
HANZE UNIVERSITY OF APPLIED SCIENCES
14 May 2014