Retailsector moet zichzelf weer opladen Inspelen op verandering De retailsector is fundamenteel in verandering door drie factoren: People, Economy, Technology (PET). Om een antwoord op deze veranderingen te bieden, moet de sector zichzelf opnieuw opladen. De tot nu toe ingeslagen wegen lopen dood en zullen de batterij eerder verder doen leeglopen dan opladen. Er wordt veel geschreven over de retailsector. Vaak gaat het om korte termijn indicatoren zoals consumentenvertrouwen en omzet of gebeurtenissen zoals faillissementen. Wij denken dat onder de oppervlakte van deze zaken er belangrijke fundamentele veranderingen gaande zijn in de retailsector. Er zijn drie structurele ontwikkelingen die als ‘PET’ kunnen worden samengevat: People, Economy, Technology. ‘People’ heeft betrekking op demografische factoren en veranderingen in consumentengedrag. De bevolkingsgroei is laag en de samenstelling van de bevolking verandert: vergrijzing, meer eenpersoonshuishoudens. De bevolking trekt naar de grote steden wat tot een ‘leegloop’ van de overige gebieden leidt. De mobiliteit is toegenomen (meer auto’s) maar consumenten zullen kritischer worden ten aanzien van het privé gebruik van deze auto’s en zullen minder bereid zijn om ver te reizen naar winkels. Er is een paradox van keuze en tijd: consumenten hebben aan de ene kant meer keuze (merken, winkels, kanalen) maar aan de andere kant minder tijd. Dit biedt kansen voor retailers die de klant helpen om tijd te besparen. Bij ‘Economy’ gaat het vooral om de lange termijn vooruitzichten. Wij verwachten een langere periode van hooguit beperkte groei. De risico’s en onzekerheden die er nu zijn (werkloosheid, koopkracht, huizenmarkt, pensioenen) zullen voorlopig aanhouden. De Nederlandse consument heeft een hoog niveau van schulden ten opzichte van andere landen (zie figuur 1) en zal zijn inkomen dus eerder besteden aan afbouw van die schulden dan aan consumptie. Verder verwachten wij dat andere categorieën van consumentenbestedingen een groter beslag op de particuliere consumptie zullen leggen, waaronder gezondheidszorg en brandstof/energie. Dit alles zal vooral ten koste gaan van non food retail omdat deze uitgaven sterk discretionair zijn en de consument veel keuzes en alternatieven heeft. De ‘Technology’ heeft al een grote invloed gehad op het consumentengedrag en daarmee op de retailsector. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de verschuiving van verkopen in fysieke winkels naar online. In onze visie gaat deze ontwikkeling door en zelfs in een nog hoger tempo dan in het verleden. Consumenten zullen meer technologie gaan gebruiken en retailers zullen bestaande en nieuwe technologieën steeds meer in hun (online en offline) winkels gaan integreren. De technologische ontwikkeling zal ook leiden tot meer transparantie in de markt en tot meer concurrentie. Figuur 1: Hoog schuldniveau Nederlandse huishoudens 300% 250% 200% 150% 100% 50% 0% Frankrijk Duitsland Belgie Schuld vs. inkomen 2001 Eurogebied Verenigd Koninkrijk Nederland Schuld vs. inkomen 2012 Bron: Eurostat Ingeslagen wegen lopen dood Naar onze mening is een aantal strategieën van de retailsector meer gericht op de korte termijn dan op het vinden van een fundamenteel antwoord op de geschetste veranderingen. Zo hebben veel retailers hun kosten verlaagd. Dit is vanuit korte termijn optiek begrijpelijk, maar op langere termijn kan het de waarde van de retailformule aantasten. Immers de technologische ontwikkeling vraagt juist investeringen van de retailer, niet alleen in een webshop maar ook in integratie van technologie in de winkel, bijvoorbeeld internetzuilen, tablets voor het verkooppersoneel of virtuele passpiegels. Ook moet geïnvesteerd worden in vaardigheden van het personeel omdat de nieuwe retailomgeving andere, veelal hogere eisen stelt. De klant is via internet vaak beter op de hoogte van de producten dan de verkoper in de winkel. De verkoper moet de klant begeleiden in zijn oriëntatie- en koopproces door vragen te Pagina 1 van 4 Retailsector moet zichzelf weer opladen | maart 2014 Nieuwe wegen nodig om op te laden stellen en samen met de klant verschillende (online) informatiebronnen te raadplegen die dan wel in de winkel voorhanden moeten zijn (bijvoorbeeld vergelijkingssites en consumenten reviews). Opvallend is dat het aantal m2 in vrijwel alle sectoren is gestegen tussen 2004 en 2012. Alleen in consumentenelektronica is sprake geweest van een daling door een aantal faillissementen, waaronder It’s, PrijsTopper en Megapool. Wellicht nog opvallender is dat de trend van een toenemend aantal m2 doorzet op basis van de huidige plannen die in de pijplijn zitten, vooral in de non-food sector (verwachte stijging van 25% in 2020 ten opzichte van 2010). Door de verdere groei van online en de integratie van online in de winkels, zou een daling van het aantal winkels en de gemiddelde grootte van winkels meer voor de hand liggen. Een stijging van het verkoopvloeroppervlak heeft een dramatisch effect op de vloerproductiviteit en daarmee op de winstgevendheid van de retailsector. Figuur 2: Groei aantal m2 2004-2012 Mode 21% Schoenen 15% Doe-Het-Zelf 13% Non-food total 12% Food retail 11% Wonen Consumentenelektronica -10% 8% -5% -5% 0% 5% 10% 15% 20% 25% Toename vloeroppervlak 2004-2012 Bron: Q&A Research & Consultancy, CBS, Locatus Veel retailers hebben als reactie op de marktomstandigheden naar het prijs- en kortingswapen gegrepen. Dit heeft belangrijke nadelen. In een competitieve markt moeten alle retailers mee met de lagere prijzen wat een drukkend effect op de markt als geheel heeft. Het wordt steeds moeilijker om deze trend te keren. Het prijsgevecht leidt tot een vlak formulelandschap omdat iedereen naar het midden van de markt opschuift. Lage prijzen werken verslavend, zowel voor de consumenten als voor de retailers. De consumenten zijn niet meer gevoelig voor zaken als assortimentskeuze en service en de retailers zijn niet meer gewend om zich op andere zaken dan prijs te richten. De prijzenslag is ook steeds lastiger te winnen: dit vergt grote volumes of een extreme prijsfocus. Tot slot is er nog een risico voor de winkels. Als prijs de enige onderscheidende factor is, waarom zou de consument dan nog naar de winkel gaan? Internet is dan veel makkelijker. De focus op prijs zal daarom de klant uiteindelijk naar het online kanaal leiden. De retailsector moet zichzelf opnieuw opladen om een antwoord te bieden op de fundamentele veranderingen. Bestaande wegen lopen dood en nieuwe wegen zijn noodzakelijk. Wij zien een vijftal strategische opties voor de retailers, waarbij de opties ook gecombineerd kunnen worden. 1) Bouwen van excellente formules: Product, Klant, Systeem De retailmarkt wordt steeds meer concurrerend. Klanten hebben veel keuze en weinig tijd en kiezen voor formules die de meeste relevantie voor hen hebben. Dit geldt niet alleen voor fysieke winkelformules, maar ook voor online. Er zijn ongeveer 45.000 webshops in Nederland, waarvan een derde nog nooit winst heeft gemaakt. Wij denken dat het aantal webshops zal gaan afnemen en dat consumenten kiezen voor een beperkt aantal webshops met een breed aanbod, aangevuld met een aantal specialisten in niches die voor hen relevant zijn. Daarom moeten zowel online als offline retailers uitblinken op een bepaald aspect. Daarbij kan de retailer kiezen uit drie aspecten: Product, Klant, Systeem. Op één van deze aspecten moet hij uitblinken en op de andere twee moet hij tenminste voldoen aan minimale marktverwachtingen. Bij de focus op Product gaat het om het leveren van unieke producten via een verticaal geïntegreerd bedrijfsmodel. Veel retailers handelen in producten van anderen (merkeigenaren). Dit is kwetsbaar omdat die producten op meerdere plaatsen verkrijgbaar zijn (zowel online als in winkels) en er altijd het risico van een prijzenslag bestaat. Bij het kiezen voor de Product focus is de retailer minder kwetsbaar omdat hij producten in zijn assortiment heeft die nergens anders te verkrijgen zijn. De retailer kan zich focussen op Product door eigen merken of labels te ontwikkelen en in de markt te zetten of door in samenwerking met anderen (ontwerpers, beroemdheden, merkeigenaren) speciale producten te maken die alleen bij de retailer te krijgen zijn. Voorbeelden van retailers met een Product focus zijn Hunkemöller, HEMA, H&M en Rituals. De retailer die kiest voor een focus op Klant, bouwt een sterke klantrelatie door interactie met de klant en wordt daarmee voor de klant meer relevant. Om dit te doen moet de retailer veel informatie over de klant verzamelen en deze informatie omzetten in gepersonaliseerde aanbiedingen. Veel online retailers zoals eBay, Amazon en Wehkamp kiezen voor de Klant focus. Via hun websites verzamelen zij automatisch al veel klantinformatie en op basis hiervan kunnen zij ‘persoonlijk’ met hun klanten communiceren en bijvoorbeeld gerichte aanbiedingen doen op basis van koopgedrag of bij speciale gelegenheden zoals verjaardagen. Voor fysieke retailers ligt in het verzamelen en vervolgens benutten van deze klantgegevens nog wel een grote uitdaging. Bij de focus op Systeem gaat het om het zodanig optimaliseren van de gehele supply chain dat kostenvoordelen ontstaan die (gedeeltelijk) aan de klant kunnen worden doorgegeven. Retailers die kiezen voor deze focus zijn regisseur van hun supply chain en kunnen de andere spelers (producenten, groothandelaren, logistieke Pagina 2 van 4 Retailsector moet zichzelf weer opladen | maart 2014 dienstverleners) zodanig aansturen dat een optimale verhouding ontstaat tussen kwaliteit en kosten. Voorbeelden van retailers met een dergelijke focus zijn Action, Primark, Lidl en Walmart. Figuur 4: Omnichannel 2.0 – de klant centraal Winkels 2) Omnichannel 2.0: het gaat niet om kanalen maar om klanten Het kiezen voor meerdere kanalen is inmiddels ‘common sense’ in de retailsector. Voor een dergelijk bedrijfsmodel bestaan verschillende benamingen waaronder multichannel, crosschannel en omnichannel. Deze benamingen gaan echter teveel uit van het bieden van kanalen en te weinig van de klantbehoeften. Klanten denken niet in kanalen maar in oplossingen. De klant wil ‘winkelen’, los van tijdstip (24/7), plaats en onafhankelijk van het apparaat dat hij al dan niet tot zijn beschikking heeft (desktop, tablet, mobiel). Hij (of zij) wil altijd en overal dezelfde winkelervaring hebben: producten, informatie, voorwaarden (waaronder prijzen). Op weg naar het bieden van deze ‘naadloze winkelervaring’ zijn er voor de meeste retailers nog veel stappen te nemen. Zo heeft de klant zich wel geregistreerd als hij de website van de retailer bezoekt, maar als hij over de drempel van de winkel stapt, is hij weer anoniem. Wellicht bevat de website van de retailer veel meer producten dan de winkel (de ‘long tail’) maar in de winkel is dit extra aanbod vaak niet online benaderbaar. Online heeft de consument toegang tot reviews van andere klanten en tot vergelijkingssites, maar is deze informatie ook beschikbaar in de winkel? Vaak niet. Figuur 3: Focus op Product, Klant of Systeem Product Minimaal vereist niveau Perf ormance marktleiders Klant Bron: Rabobank, Treacy & Wiersema Systeem Call center Webshop Voorwaarden Klant Informatie Producten Folders Mobiel Sociale media Bron: Rabobank 3) Flexibiliteit: snel schakelen De marktomstandigheden zijn onzeker en wisselend en de retailer moet in staat zijn om snel te reageren. Flexibiliteit is nodig op meerdere onderdelen. Er zijn retailers die meerdere formules hebben binnen een bepaalde categorie, bijvoorbeeld Beter Bed Holding in slapen en Macintosh Retail Group in schoenen. Andere retailers hebben meerdere uitvoeringen (groottes) van hun formule, bijvoorbeeld Albert Heijn en HEMA. Dit ‘multi formula’ of ‘multi format’ aanbod stelt retailers in staat om in te spelen op verschillende locale marktomstandigheden en om bij wijziging van die locale omstandigheden snel te kunnen reageren met een nieuwe formule of een ander format. Ook binnen formules is een modulaire opbouw nodig waarbij modules groter of kleiner kunnen zijn al naar gelang de locale marktomstandigheden dat vragen. Voorbeeld: een supermarkt in een gebied met veel eenpersoonshuishoudens zal een grotere module verse en ‘ready-to-eat’ maaltijden hebben dan dezelfde supermarkt in een gebied met veel gezinnen en minder koopkracht. Ook in winkelvastgoed is flexibiliteit nodig, onder meer in verband met de technologische ontwikkeling die invloed heeft op het aantal winkels en de grootte daarvan. Huur geeft meer flexibiliteit dan eigendom. Maar ook bij ‘huur’ zijn veranderingen noodzakelijk: overeenkomsten moeten korter en de huursom moet meer gerelateerd zijn aan de wederzijdse performance. Deze performance gerelateerde huur kan op meerdere manieren worden uitgewerkt. De eigenaar kan beloond worden voor de inspanningen die hij levert en die tot meer traffic hebben geleid (bijvoorbeeld parkeervoorzieningen). De retailer kan beloond worden als hij een traffic generator is voor een winkelgebied, bijvoorbeeld op basis van een hoge Net Promotor Score. De praktische uitwerking hiervan vergt nogal wat creativiteit, maar het is belangrijk dat zowel de Pagina 3 van 4 Retailsector moet zichzelf weer opladen | maart 2014 vastgoedeigenaar als de retailer zich realiseren dat zij een gezamenlijk belang hebben in het winnen van de gunst van de consument. Ook winkelinrichting moet modulair opgebouwd worden en flexibel zijn om in te spelen op kleinere of grotere winkels, afhankelijk van het marktgebied. Om goed in te spelen op snelle technologische ontwikkelingen moeten retailers beschikken over snelle en flexibele projectorganisaties die ontwikkelingen verkennen, pilots organiseren en succesvolle trends verder uitrollen binnen de organisatie. Figuur 5: Visie retailers op vastgoedontwikkeling 70% 60% 65.5% 55.2% 50% 41.4% 40% 34.5% 31.0% 27.6% 30% 24.1% 20.7% 20% Door aan te sluiten bij een online platform van bijvoorbeeld Amazon, bol.com of Zalando kunnen retailers relatief snel online aanwezigheid realiseren zonder zelf in systemen te hoeven investeren. Het risico van uitschakeling door deze online platforms moet daarbij wel worden meegewogen. Een sterk retail- of productmerk of de aanwezigheid in een specifieke nichemarkt geeft bescherming tegen het uitschakelingrisico. Winkelgebieden moeten uitgroeien tot vastgoedplatforms om meer relevant te worden voor de consument. Immers: net als retailers concurreren winkelgebieden met elkaar om de schaarse middelen van de consument (tijd en geld). Samenwerking tussen retailers, vastgoedeigenaren en gemeenten kan een winkelgebied op een hoger plan brengen, evenals het toevoegen van online diensten en van logistieke dienstverlening. 5) Actief management van de winkelportefeuille Retailers moeten hun winkelportefeuille continue evalueren, ongeacht of deze gehuurd is of in eigendom. Daarbij gaat het om de eigen winkel: wat is de functie van de winkel (flagship, ophaal/servicepunt, verkooppunt) en hoe is de winstgevendheid in relatie tot de grootte, de functie en de eigen criteria. Er moet ook gekeken worden naar de kwaliteit van het omliggende winkelgebied. Immers: een goede winkel in een slecht winkelgebied of een winkelgebied dat de concurrentieslag met andere gebieden dreigt te verliezen, zal op langere termijn niet succesvol zijn. Op grond van deze evaluatie moet actie worden genomen, bijvoorbeeld het verbeteren van de samenwerking met collega retailers en vastgoedeigenaren, heronderhandelen van huren en voorwaarden of het heralloceren van winkels. 10% Verwachte ontwikkeling aantal winkels Dalen Gelijk blijven Toenemen Nee Ja 0% Dalen In 2013 hebben wij een Thema Update gepubliceerd over het 3D samenwerkingsmodel: Zonder samenwerking geen groei. De daarin gesignaleerde noodzaak om samen te werken is nog steeds actueel. Het gaat dan met name om twee vormen van platform samenwerking: online en vastgoed. Gelijk blijven Samenwerking: online en vastgoed Toenemen 4) Herallocatie Verwachte ontwikkeling wordt verwacht gemiddeld vloeroppervlak Bron: Rabobank, online enquête onder retailers Retailers zijn optimistisch over hun winkels Rabobank heeft een online enquête gehouden onder retailers, waarin een aantal vragen is opgenomen over vastgoedontwikkeling: de verwachte ontwikkeling van het aantal winkels en van de gemiddelde oppervlakte van de winkels en de verwachtingen over het heralloceren van winkels. De resultaten zijn in figuur 5 opgenomen. Deze getuigen naar onze mening van optimisme onder retailers over de vooruitzichten van hun winkelportefeuille en de kwaliteit van hun locaties in relatie tot de winkelgebieden. Meer dan 75% van de retailers verwacht dat hun aantal winkels gelijk zal blijven (20%) of zelfs zal groeien (55%). Gezien alle ontwikkelingen rond technologie en online retail ligt een daling van het aantal winkels naar onze mening meer voor de hand. Ruim 72% van de retailers verwacht dat het gemiddeld vloeroppervlak van de winkels gelijk blijft (41%) of zelfs stijgt (31%). Dit is een opmerkelijke verwachting gezien de online ontwikkeling en de overcapaciteit die er nu al in de markt is. Slechts 35% van de retailers verwacht een herallocatie van de winkels. Dit geeft naar onze mening een wat te rooskleurig beeld van de kwaliteit van de winkellocaties in relatie tot de verwachte dynamiek in winkelgebieden. Contactgegevens Jos Voss Sectorspecialist Retail, Rabobank International [email protected] Alexander Heijkamp Sectormanager Detailhandel, Rabobank Nederland [email protected] Deze publicatie is een uitgave van Rabobank International. De in deze publicatie gepresenteerde visie is gebaseerd op gegevens uit door ons betrouwbaar geachte bronnen die worden genoemd in de bronvermelding. Deze bronnen zijn op zorgvuldige wijze in onze analyse verwerkt. Rabobank International aanvaardt echter geen enkele aansprakelijkheid voor het geval dat de in deze publicatie neergelegde gegevens of prognoses onjuistheden bevatten noch voor eventuele (zet-)fouten en onvolledigheden. Het betreft algemene informatie die aan veranderingen onderhevig is. Aan de verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Pagina 4 van 4
© Copyright 2024 ExpyDoc