1.2.2.Strategisch Beleidsplan

Strategisch beleidsplan RSG Enkhuizen 2014-2016
Inleiding
De afgelopen jaren zijn voor het Strategisch Beleidsplan (SBP) de volgende strategische doelen vastgesteld:
1- Strategisch hoofddoel: versterking kwaliteit van ons onderwijs
Hiervan afgeleide strategische doelen:
2- professionalisering en
3- opbrengstgericht werken/kwaliteitsbewustzijn.
De doelen van het Bestuursakkoord 12-15 zijn nog steeds van invloed op het strategisch beleidsplan. Deze doelen
worden bekrachtigd door het Nationaal Onderwijsakkoord (NOA). Dit akkoord stelt doelen voor 2017, maar
verlengt de reikwijdte naar 2020. Hiermee geeft de overheid aan dat de doelen leiden tot veranderingsprocessen
die wellicht zes jaar duren om gerealiseerd te worden.
Doelen SBP 14-16: voortzetting bestaand beleid
De doelen van het Bestuursakkoord zijn ingrijpend voor de lespraktijk en qua tijdpad tamelijk ambitieus. De
overheid verlegt met de doelen van het NOA de focus op 2017 en 2020. Omdat de doelen van het Strategisch
Beleidsplan 14-16 in lijn liggen met deze doelen is het vanzelfsprekend dat de richting van het SBP daarmee
overeenkomt.
Het werkelijk realiseren van deze doelen vraagt veel van (vooral) docenten, waardoor het gehele vermogen tot
veranderen van de school de komende jaren hierop gericht moet zijn.
Een schets van wat deze ontwikkelingen van de school/docenten vraagt:
- onder omgaan met verschillen vallen twee ingrijpende veranderingen in de dagelijkse lespraktijk: meer aandacht
voor excellentie en hoogbegaafdheid en Passend Onderwijs. Niet alleen vragen excellentie en hoogbegaafdheid
aanpassing van de wijze waarop een docent een leerling benadert, maar het verlangt ook aanpassing en
uitbreiding van het curriculum. Passend Onderwijs leidt tot meer leerlingen met een specifieke
ondersteuningsvraag in de klas. Docenten moeten nader worden geschoold in vroegsignalering en uitbreiding van
hun pedagogisch instrumentarium om de doelstelling: zo thuis-nabijmogelijk onderwijs te realiseren.
- Opbrengstgericht werken is meer dan alleen de PDCA-cyclus toepassen op het lesprogramma. Meer kwaliteiten
mbt data-analyse is noodzakelijk om gericht te werken aan kwaliteitsverbetering van het onderwijs.
- de digitalisering van het onderwijs vraagt kennis en vaardigheid van docenten in het benutten van alle
mogelijkheden die vallen onder leermiddelenbeleid. De ontwikkeling van lesmateriaal dat aansluit bij de leefwereld
van leerlingen, komt op gang maar is nog niet voldoende beschikbaar.
- de verplichting dat elke docent in de bovenbouw van het vwo beschikt over een masteropleiding leidt tot een
scholingsbehoefte, omdat nog niet alle docenten in de bovenbouw hierover beschikken. Deze behoefte wordt
versterkt omdat de komende jaren veel universitair-opgeleide docenten vanwege pensionering het onderwijs
verlaten.
- ontwikkelingen bij vto/tto/cambridge vragen de nodige aandacht en tijd van hieraan verbonden vakken.
Het zijn al deze veranderingen die maken dat de komende jaren de ontwikkelagenda van docenten en daarmee
van de school meer dan gevuld is. Het bereiken van deze doelen – vergroting van het onderwijskundig
vakmanschap van docenten - is in de ogen van het CvB de meest wezenlijke voorwaarde voor de nagestreefde
kwaliteitsversterking op de RSG Enkhuizen.
Strategisch hoofddoel: versterking kwaliteit van ons onderwijs
Wat verstaan we hieronder:
a- de leerlingen behalen een diploma dat past bij hun aanleg, interesses, motivatie en ambitie (maatwerk en
excellentie).
b- versterking van taal- en rekenvaardigheid (kernvakken).
c- tweetalig onderwijs wordt zowel op het atheneum als op het havo aangeboden (excellentie).
In 2015 wordt de mogelijkheid van tto voor vmbo-tl onderzocht.
d- waar mogelijk worden leerlingen gestimuleerd te kiezen voor een N-profiel.
e- leraren signaleren verschillen tussen leerlingen en gaan hier op een adequate wijze mee om.
f- veel aandacht blijft voor vormende activiteiten (bv. respect, samenwerking, cultuur).
g- de leerlingen voelen zich veilig op de RSG.
Streefdoelen 2016:
a- minimaal 5% van de leerlingen haalt een hoger diploma dan het advies van de basisschool;
maximaal 5% van de leerlingen haalt een lager diploma dan het advies van de basisschool.
b- leerlingen slagen voor deze vakken met een gemiddeld 0,2 pnt hogere score.
c- het programma voor de onderbouw en voor de bovenbouw atheneum is gereed. Voor de havo
wordt het programma opgezet en ingevoerd. In 2016 is deze invoering gereed.
d- tenminste 55% van de havo/vwo-leerlingen en 30% van de vmbo-tl-leerlingen kiest voor een Nprofiel/sector*.
*Met nadruk: dit betreft een streefdoel. Zie tekst van het bestuursakkoord VO-raad: “De school zal een maximale inzet
plegen (onder andere door de LOB), maar uiteindelijk kan de school niet de individuele keuze voor de leerling zelf maken.”
e- alle leraren stemmen de instructie, de verwerking en de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling van
leerlingen.
f- uit het jaarverslag blijkt dat aan dit streefdoel is voldaan.
g- binnen het tevredenheidonderzoek leerlingen scoort dit subdoel minimaal 7,5 pnt.
Hiervan afgeleide strategische doelen:
1- Professionalisering.
Mensen maken het verschil en dus is permanente ontwikkeling van alle medewerkers van groot belang.
a- binnen de school heerst een ontwikkelingsgerichte cultuur. De leiding stimuleert, faciliteert en waardeert
het ondernemerschap van medewerkers. Zij voeden de leren-met-en-van-elkaar mentaliteit, waardoor
collegiale consultatie en peer-review met collega’s van de school of van andere scholen gemeengoed is.
b- Iedere medewerker werkt in de lijn van de strategische doelen actief aan groei en ontwikkeling van
zichzelf en de groepen waarbinnen hij samenwerkt met andere medewerkers van de school.
c- dmv het actieplan en de teamdoelen wordt duidelijk gemaakt wat de opdracht/taakstelling is waaraan
teams, secties en individuele docenten moeten voldoen. De opdrachten beperken zich tot het “wat”. Het
“hoe” is aan de professional(s).
Streefdoelen 2016:
- mastertrajecten Professioneel Meesterschap worden in regio-verband aangeboden.
- van alle medewerker is een bekwaamheidsdossier aanwezig.
- met elke medewerker wordt twee maal per jaar een formeel gesprek gehouden.
- 50% van de docenten is geregistreerd en onderhoudt systematisch hun bekwaamheden.
- alle schoolleiders voldoen aan de geldende bekwaamheidseisen.
2- Opbrengstgericht werken/kwaliteitsbewustzijn.
Binnen ons onderwijs wordt opbrengstgericht gewerkt met het doel optimalisering van de leerprestaties
van leerlingen.
Portfolio-ontwikkeling, het leerlingvolgsysteem en het docentvenster uit Vensters voor Verantwoording zijn
hierbij belangrijke hulpmiddelen.
Streefdoelen 2016:
- alle docenten werken opbrengstgericht.
- de school werkt opbrengstgericht.
Werkend aan de strategische hoofddoelen komen onderdelen uit de confrontatiematrix aan de orde als goed
werkgeverschap, de gesprekscyclus, invulling geven aan excellentie, financiële positie, etc. samenwerking in de
regio en werving docenten.