Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014

Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014 Deel 1: Hulp en ondersteuning aan inwoners het Haarlemmermeers model vanaf 1 januari 2015
- operationeel kader -
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
Hulp en ondersteuning
Het Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014 bestaat uit de volgende
onderdelen:
A:
1: Haarlemmermeers model voor hulp en ondersteuning
2: Contractering en inkoop
3: Sturing en bekostiging
4: Interne organisatie
5: Leren en ontwikkelen
6: Communicatie en participatie
B:
Projectplanningen
Financiën
Algemene bijlagen
Versiebeheer
3 juli 2014
2
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
Hulp en ondersteuning
Inhoud
1. Inleiding
3
2. Het Haarlemmermeerse model in een notendop
4
2.1 Een schematische weergave
4
2.2 De belangrijkste elementen
4
3. Gebiedsgericht werken
7
3.1 Uitgangspunten
7
3.2 Gebiedsindeling
7
4. Professionals met extra mandaat: aanspreekpunt voor inwoners
9
4.1 Inwoners ondersteunen waar vraag zich voordoet
9
4.2 Wie zijn het en wat doen ze
9
4.3 Ondersteuning van de professional
11
4.4 Kwaliteitseisen
13
5. Meer-teams: bij complexe vraagstukken
14
5.1 Drie hoofdtaken Meer-teams
14
5.2 Samenstelling van het team
18
6. Partners in de gemeente
20
6.1 Het expertnetwerk
20
6.2 De Beschermingstafel
20
6.3 Het AMHK/crisismeldpunt
22
6.4 De Haarlemmermeer Werkorganisatie
23
7. Rechten van de inwoners
26
7.1 Cliëntondersteuning
26
7.2 Onafhankelijk vertrouwenspersoon
26
7.3 Zienswijze, beroep en bezwaar
26
7.4 Klachten
27
Bijlagen:
-
Meer-teams
28
-
Partners
34
-
Tabel: wie kan welke specialistische ondersteuning inzetten?
36
-
Tabel: overzicht van ondersteuning op niveau 1 en 2
38
3
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
Hulp en ondersteuning
1. Inleiding
Deze notitie beschrijft het Haarlemmermeers model voor het bieden van hulp en ondersteuning aan
onze inwoners. Het model is een operationele uitwerking van het in januari 2014 unaniem door de
gemeenteraad vastgestelde koersdocument ‘Meer voor elkaar’. We beschrijven de situatie per 1-1-2015.
Wat staat er op deze datum om de nieuwe taken te kunnen uitvoeren? Daarbij formuleren we de
ontwikkelopgave voor de periode 2015 – 2017.
De bedoeling
In deze uitwerking staat de al eerder geformuleerde bedoeling centraal.
Een inwoner is (weer) in staat op eigen kracht,
met behulp van het eigen netwerk,
naar vermogen mee te doen aan de samenleving
en krijgt passende ondersteuning waar nodig.
De notitie geeft antwoord op vragen als: hoe werken professionals samen om de zelfredzaamheid van
inwoners te bevorderen? Wie neemt de beslissing voor het verlenen van specialistische hulp en
ondersteuning? We beschrijven de belangrijkste spelers die er samen voor zorgen dat inwoners die
hulp en ondersteuning nodig hebben, deze ook snel, eenvoudig en met goede kwaliteit ontvangen.
Gebiedsgerichte aanpak
Haarlemmermeer kiest voor een gebiedsgerichte aanpak, dichtbij onze inwoners, waarbij de huidige
professionals de ruimte krijgen om te doen wat nodig is om inwoners de weg te wijzen en te
ondersteunen. Integraal en generalistisch werkende Meer-teams steunen hen waar nodig. De
mogelijkheden van onze inwoners en het bevorderen van gebruik van algemene voorzieningen en het
eigen netwerk van de inwoner, staan hierbij centraal. We realiseren hiermee kwalitatief goede
maatschappelijke ondersteuning, die uitgaat van de eigen kracht en verantwoordelijkheid van onze
inwoners en ruimte geeft aan de professionals. Zij ‘de-escaleren’ waar mogelijk en beperken onnodige
inzet van specialistische, dure zorg.
Dit Haarlemmermeers model is leidend voor interne betrokkenen bij de gemeente Haarlemmermeer,
medewerkers en gemandateerde professionals van de Meer-teams en geeft eenheid in taal en
handelen richting de overige betrokken professionals en instellingen. We focussen ons op de taken van
de belangrijkste betrokkenen bij de beslissing over hulp, de casusregie, het geven van informatie &
advies, het opschalen naar drang en dwang, het afschalen waar mogelijk, en het uitvoeren van hulp.
4
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
Hulp en ondersteuning
2. Het Haarlemmermeers model in een notendop
Dit hoofdstuk geeft een beknopt overzicht van de belangrijkste elementen van het Haarlemmermeers
model.
2.1 Een schematische weergave
2.2 De belangrijkste elementen
Inwoners vinden zelf de weg naar algemene voorzieningen en ondersteuning
Het gaat hier ook om ondersteuning en dienstverlening in de buurt (niveau 1). Instellingen toetsen zelf
of de inwoner tot de doelgroep behoort (lichte toets).
Alle professionals in het sociaal domein helpen inwoners de weg te vinden
Het gaat hier om de weg naar algemene voorzieningen en ondersteuning en dienstverlening in de buurt
(niveau 1), zoals welzijn.
Een deel van de professionals krijgt per 1 januari 2015 mandaat om te beslissen over
specialistische ondersteuning (niveau 2) en wordt hiermee ‘gemandateerde professional’
De gemandateerde professionals hebben hun eigen functie en zijn géén medewerker van het Meerteam. Wel hebben zij dezelfde bevoegdheden als consulenten van het Meer-team voor bepaalde
5
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
Hulp en ondersteuning
vormen van specialistische ondersteuning en dienstverlening. Ook gebruiken zij dezelfde instrumenten,
werkwijze en hanteren zij dezelfde kwaliteitseisen als het Meer-team. De gemandateerde professionals
en de consulenten van het Meer-team zorgen samen voor eenduidige communicatie met andere
professionals.
We starten met professionals:
-­‐
rond de gezondheidscentra: huisartsen (en praktijkondersteuners) en wijkverpleegkundigen
-­‐
rond kinderopvang en onderwijs: zorgcoördinator Stichting Kinderopvang Haarlemmermeer
(SKH), leerplicht, schoolmaatschappelijk werk en jeugdgezondheidszorg.
-­‐
Huisartsen zijn op grond van de wet bevoegd tot beslissen over de inzet van jeugdhulp.
Het gaat ook hier overigens om maatwerk: de professionals krijgen mandaat, passend bij hun
achtergrond en deskundigheid. Zie hiervoor bijlage 3 op pagina 37.
Het Meer-team ondersteunt betrokken professionals en/of huishoudens:
-­‐
met vragen op meerdere leefgebieden en/of
-­‐
die specialistische ondersteuning en/of ondersteuning op maat vergen en/of
-­‐
waarvan de regie niet goed belegd is en/of
-­‐
met vragen die al ingeschakelde professionals in de buurt niet (kunnen) oplossen
-­‐
bij doorgeleiding naar de Haarlemmermeer Werkorganisatie wanneer participatie in de
samenleving of re-integratie naar werk gewenst is.
Wanneer de gemandateerde professionals te weinig expertise, invloed, middelen en/of mandaat
hebben om een huishouden op alle leefgebieden te kunnen helpen, kunnen zij het Meer-team
(voorheen: sociaal team) inschakelen. Het Meer-team is bevoegd alle vormen van specialistische hulp
in te zetten, casusregie te voeren en ook zelf hulp te bieden. Waar nodig met drang.
Meer-teams waken over onnodig opschalen van zorg. Zij ondersteunen professionals met informatie en
advies en zoeken zo veel mogelijk, samen met de betrokken professional en inwoner, naar oplossingen
binnen de algemene voorzieningen.
Consulenten van Meer-teams en gemandateerde professionals gebruiken expertise van
specialisten.
Deze expertise is soms nodig om te kunnen beslissen over hulp. Voor bepaalde vormen van hulp is de
consultatie van bepaalde experts verplicht (zie verder). De gemeente organiseert hiervoor een netwerk
van experts.
De gemeente is ook zelf verantwoordelijk voor de toewijzing van bepaalde vormen van
ondersteuning (niveau 2)
6
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
Hulp en ondersteuning
Het gaat hier onder meer om inkomensondersteuning en vormen van participatie en re-integratie van
huidige en nieuwe bijstand cliënten en de nieuwe instroom arbeidsgehandicapten via de
Haarlemmermeer Werkorganisatie.
In de ‘Beschermingstafel’ borgt de gemeente samenwerking van organisaties om veiligheid van
inwoners te borgen.
Een specifiek onderdeel van het expertisenetwerk is de Beschermingstafel, een netwerk van
veiligheidsexperts (voor jeugd en volwassenen, van -9 maanden tot 100+) met daarin, in geval van een
jeugdige, de gecertificeerde instelling voor jeugdbescherming en de Raad voor de Kinderbescherming.
Voor volwassenen nemen (ook) andere organisaties aan deze tafel deel. Op verzoek kan de
Beschermingstafel professionals, gemandateerde professionals of het Meer-team adviseren bij
veiligheidsvraagstukken. De Beschermingstafel beslist over de inzet van dwang en wie de regie op zich
neemt en adviseert over het inzetten van drang en het borgen van veiligheid in een gezin of huishouden.
De Meer-teams en de professionals in de wijk, zijn partners in het gebied.
Zij kennen elkaar, vinden elkaar en voelen zich verantwoordelijk om samen alle inwoners goed
(genoeg) te ondersteunen en het beroep op specialistische hulp te verminderen.
Het netwerk van experts, waaronder de Beschermingstafel en de specialistische ondersteuning
en dienstverlening (niveau 2), functioneren op gemeentelijk niveau.
Alle gemandateerde professionals en consulenten van de Meer-teams, uit alle gebieden, maken gebruik
van dit netwerk en de beschermingstafel waar en wanneer dat nodig is.
De expertise en werkwijze van de in de Veiligheidsregio Kennemerland georganiseerde
veiligheidsfuncties (Veiligheidshuis, de gecertificeerde instellingen voor Jeugdbescherming, het AMHK
en crisisfunctie) worden voor Haarlemmermeerse inwoners gemeentelijk ingezet.
Te ontwikkelen van 2015 – 2017
2015
Punt 1 en 2: gezamenlijke presentatie op wijkniveau van het aanbod (niveau 0 en 1)
Er is veel, maar inwoners weten de weg vaak niet.
2016
2017
7
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
3.
Hulp en ondersteuning
Gebiedsgericht werken
Een belangrijke pijler van het Haarlemmermeers model is het gebiedsgericht werken, waarin Meerteams en professionals elkaar kennen en als partners in het gebied samenwerken. Zij vormen ook daar waar nodig - de toegang en toeleiding naar hulp en ondersteuning.
3.1
Uitgangspunten gebiedsindeling
Vanaf 1 januari 2015 is er een dekkend stelsel van gemandateerde professionals en Meer-teams. De
Meer-teams zijn er voor huishoudens met meervoudige problematiek en verminderde zelfredzaamheid,
waar een integrale aanpak en/of specialistische ondersteuning nodig is. Dit vergt een besluit over de
gebiedsindeling waarmee de Meer-teams en de gemandateerde professionals vanaf 1 januari 2015
heel Haarlemmermeer bestrijken. De functie en doelgroep van de Meer-teams in Haarlemmermeer
maakt dat er in aantal en omvang een beperkte capaciteit nodig is; de meeste inwoners kunnen of
zelfstandig, of via professionals in de wijk (professionals met extra mandaat) toegang en toeleiding tot
de benodigde zorg en ondersteuning verkrijgen.
Bij het kiezen van een gebiedsindeling hanteren we de volgende uitgangspunten:
-
Aansluiting bij de huidige infrastructuur en bij de huidige gebiedsindeling. Dit geldt zowel voor
de huidige gebieden van het gebiedsmanagement als de huidige twee Meer-teams.
-
Starten met beperkt aantal gebieden en werkende weg opsplitsen als de span of control te
groot wordt.
-
Balans tussen de gebieden qua aantal inwoners en zorggebruik.
-
Aanpassing van de samenstelling van een Meer-team op basis van de vraag in het gebied en
de sociale kenmerken.
3.2
Gebiedsindeling
Voor de Meer-teams sluiten we aan bij de
indeling van de huidige zes gebieden die de
gemeente ook hanteert voor het
gebiedsmanagement. Elke wijk in
Haarlemmermeer past in een van de zes
gebieden. Voor onderzoek en analyse zijn de
zes gebieden dus ook hanteerbaar.
In 2014 zijn er twee Meer-teams werkzaam; het
team Nieuw-Vennep heeft als werkterrein
gebied Nieuw-Vennep (5). Het team
Hoofddorp-Oost heeft als werkterrein CentrumOost en Zuidwest Hoofddorp (2 en 3).
8
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
Hulp en ondersteuning
Om vanaf 1 januari 2015 de Meer-teams de gehele Haarlemmermeer te laten bedienen breiden we de
teams zodanig uit dat er drie teams functioneren. Ieder team bedient twee gebieden. Dit leidt tot een
evenwichtige startindeling in drie gebieden qua inwoners en zorggebruik.
Team Noord bedient Hoofddorp-West en het gehele noordelijke gebied (1 en 4)
Team Midden bedient Hoofddorp-centrum, -Oost en -Zuidwest (2 en 3)
Team Zuid bedient Nieuw-Vennep en het zuidelijk landelijk gebied (5 en 6)
De indeling is dan als volgt (met het aantal inwoners per gebied):
Nieuw-Vennep dorp
5.284
Hoofddorp oude kern
Nieuw-Vennep Welgelegen
4.080
Hoofddorp Graan voor Visch
3.319
Nieuw-Vennep Linquenda
3.935
Hoofddorp Pax
5.117
Nieuw-Vennep Getsewoud
17.162
Hoofddorp Bornholm
8.016
Burgerveen / Leimuiderbrug
367
Weteringbrug
363
Abbenes
898
Buitenkaag
439
Lisserbroek
3.571
Beinsdorp
Zwaanshoek
980
1.580
12.480
Hoofddorp Toolenburg
15.157
Meer-team Haarlemmermeer Midden
44089
Hoofddorp Overbos
10.491
Hoofddorp Floriande
18.093
Zwanenburg
Badhoevedorp
7.489
10.841
Cruquius
929
Nieuwe Meer
412
Aalsmeerderbrug / Rozenburg / Oude
Meer
783
Lijnden / Boesingheliede
894
Vijfhuizen
Rijsenhout
4.020
Landelijk gebied
2.491
Meer-team Haarlemmermeer Zuid
Schiphol
Meer-team Haarlemmermeer Noord
4.025
140
52385
46.882
9
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
4.
Hulp en ondersteuning
Professionals met extra mandaat: aanspreekpunt voor inwoners
In dit hoofdstuk beschrijven we de rol die huidige professionals krijgen wanneer zij, na scholing en
opleiding, extra mandaat krijgen vanaf 1 januari 2015. We noemen hen ‘professionals met extra
mandaat’.
4.1
Inwoners ondersteunen waar de vraag zich voordoet
De meeste inwoners participeren in de maatschappij. Zij komen regelmatig in vrij toegankelijke
voorzieningen waar ook professionals werken. De professionals bij deze voorzieningen zijn het eerste
aanspreekpunt voor inwoners die behoefte hebben aan ondersteuning. Ze hebben daarnaast een grote
signalerende rol. Zij kennen de inwoner vanuit hun professie en kunnen - na vraagverheldering inschatten of er meer ondersteuning nodig is. Ze leveren zelf (lichtere vormen van) ondersteuning
(niveau 0 of 1) en/of kunnen de inwoner wegwijs maken om hun zelfredzaamheid te bevorderen.
We maken onderscheid tussen de volgende type organisaties:
•
(voor)school(se opvang)
•
CJG / consultatiebureau
•
(para)medische voorzieningen
•
welzijn
•
vrije tijd
•
politie en justitie
•
wonen
•
werk en inkomen
4.2
Professionals met extra mandaat: wie zijn het, waar en wat doen ze?
Een aantal van de professionals in de wijken en kernen, geven we vanaf 1 januari 2015 de
bevoegdheid om inwoners specialistische ondersteuning toe te wijzen als dat nodig is.
NB. De taken van deze professionals zijn in essentie gelijk aan die van het Meer-team (zie hoofdstuk
5). Dat geldt ook voor de kwaliteitseisen.
a. De volgende professionals krijgen extra mandaat:
•
wijkverpleegkundigen
•
(praktijkondersteuners van) huisartsen
•
schoolmaatschappelijk werkers
•
JGZ-verpleegkundigen en JGZ-artsen
•
leerplichtambtenaren
•
zorgcoördinator SKH
•
poortwachters/casemanagers sociale dienstverlening (SDV)
Wettelijk is daarnaast vastgelegd dat huisartsen en medisch specialisten gemandateerd zijn voor het
inzetten van specialistische jeugdhulp.
10
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
Hulp en ondersteuning
b. De taken van de professionals met extra mandaat:
-­‐
Ondersteuning van (andere) professionals door het geven van informatie en advies over de
sociale kaart en de gewenste werkwijze.
-­‐
Het uitdragen van de wenselijkheid en noodzaak van het de-escaleren.
-­‐
Het breed uitvragen van de ondersteuningsvraag, de situatie overzien en analyseren, samen
met het huishouden (keukentafelgesprek).
-­‐
Het voeren van casusregie wanneer het huishouden hier ondersteuning bij nodig heeft.
-­‐
Het bieden van hulp en/of ondersteuning aan de inwoner op het gebied van zijn/haar eigen
specialisme.
-­‐
Het inzetten van gespecialiseerde hulp (snelle inzet van hulp, het voorkomen van bureaucratie).
Als het nodig of verplicht is: het consulteren van en/of opschalen naar het Meer-team, het
expertnetwerk en de Beschermingstafel, en waar mogelijk afschalen.
c. Het verschil met (consulenten van) het Meer-team
De professional met extra mandaat werkt voor de eigen organisatie en heeft de eigen functie als
hoofdtaak. Daarnaast ondersteunt deze professional het huishouden, zo nodig door het voeren van de
regie over de ondersteuning. Hij of zij is gemandateerd om specialistische ondersteuning (niveau 2) in
te zetten voor zover deze ondersteuning binnen zijn/haar eigen expertise/kennisgebied valt. De
consulenten van het Meer-team zijn gemandateerd te beslissen over álle vormen van ondersteuning.
d. De verdeling van de gemandateerde professionals over de drie gebieden
Onderstaand overzicht geeft de verdeling van deze functionarissen over de drie gebieden weer.
Van één functiegroep van gemandateerde professionals, de wijkverpleegkundige, hebben we nog
onvoldoende gegevens om in dit overzicht op te nemen.
Tabel: aantal medewerkers (personen, niet fte), professionals met extra mandaat
gebied/team
Huisartsen
POH
JGZ arts/vpk
Leerplicht
SMW
Noord. land. geb
16
7
3
1
4
Hoofddorp west
11
13
7
4
5
Noord
16
7
9*
3*
5*
Hoofddorp Cntr/Oost
7
2
9
6
4
Hoofddorp Zuid-west
12
4
9
2
5
Midden
23
9
12*
7*
7*
Nieuw-Vennep
18
13
6
2
2
Zuid. land. geb.
9
12
7
2
2
41
22
11*
2*
2*
Zuid
* Gemandateerde professionals JGZ, Leerplicht en SMW zijn gekoppeld aan scholen, daarom telt het
totaal van twee kleinere gebieden niet op tot het totaal van een groter gebied.
** Van Leerplicht zijn 8 gemandateerde professionals werkzaam voor scholen binnen gemeente
Haarlemmermeer, één gemandateerde professional richt zich uitsluitend op leerlingen uit
Haarlemmermeer die buiten de gemeente onderwijs volgen.
11
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
Hulp en ondersteuning
e. Indeling geeft inzicht in ‘span of attention’
Inwoners bezoeken niet altijd een huisarts in dat gebied. Ook kinderen gaan vaak in een ander gebied
naar school. Er is dus sprake van verkeer tussen de gebieden: professionals & huisartsen werkzaam in
het ene gebied begeleiden ook inwoners woonachtig in een ander gebied of buiten de gemeente. Toch
geeft de indeling inzicht in de ‘span of attention’ van elk Meer-team. Deze professionals:
•
onderhouden contacten met het Meer-team in dit gebied
•
werken gezamenlijk aan hun professionele ontwikkeling
•
hebben gezamenlijk inzicht (samen met overige professionals) in de problematiek waar de
huishoudens in dat gebied mee te kampen hebben en
•
zoeken gezamenlijk naar oplossingen voor de ondersteuningsvragen.
Het team Midden heeft beduidend minder huisartsen en POH-ers in hun netwerk zitten en het team
Zuid heeft met een kleiner aantal schoolmaatschappelijk werkers te maken. Voor het overige is het
omringende netwerk van gemandateerde professionals vergelijkbaar.
4.3
Ondersteuning van de professionals
De ondersteuning van de professionals door de gemandateerde professional richt zich op gedegen
kennis van de sociale kaart en inhoudelijk advies op casusniveau. Daarnaast besteedt de
gemandateerde professional aandacht aan de werkwijze van professionals: het bevorderen van de
zelfredzaamheid van de inwoner/het huishouden, vraaggericht en oplossingsgericht werken.
a. Casusregie: de gemandateerde professional voert (tijdelijk) regie als de inwoner dit zelf niet kan
Uitgangspunt is dat de inwoner zelf de regie houdt over zijn ondersteuningsvraag. Als de inwoner dit
niet zelf kan, zal de gemandateerde professional de inwoner hierin ondersteunen of de regie (tijdelijk)
overnemen. Er kunnen redenen zijn waarom de gemandateerde professional de regie niet zelf kan
voeren en de inzet van het Meer-team nodig is. Dit gebeurt altijd in overleg met de inwoner.
Het Meer-team inschakelen kan als:
•
er sprake is van problematiek op meerdere leefgebieden;
•
het huishouden en de gemandateerde professional zelf aangeven de regie niet te kunnen
voeren;
•
de gemandateerde professional of het Meer-team inschat dat de veiligheid in het gedrang is;
•
na eerste verwijzing meer hulp op meerdere domeinen nodig is;
•
ingezette zorg niet werkt (vermoeden dat er meer aan de hand is).
Om snel te kunnen schakelen tussen de gemandateerde professionals en het Meer-team is het nodig
dat de werkwijze van de gemandateerde professional gelijk is aan die van het Meer-team.
b. Inwoner/huishoudens hulp en ondersteuning bieden
De gemandateerde professional krijgt de rol vanuit de functie waarin hij werkzaam is. Dit betekent dat
het uitvoeren van deze functie de hoofdtaak van de professional is.
12
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
Hulp en ondersteuning
Om het mogelijk te maken om jeugdhulp voor kinderen en hun ouders vanuit de school uit te voeren,
vergroten we de mogelijkheden en de capaciteit van de schoolmaatschappelijk werkers. Deze functie
groeit daarmee uit tot de functie van schoolhulpverlener, tevens gemandateerde professional. In 2014
verkennen we wat hiertoe de beste uitvoeringsmogelijkheid is, zodat de gemeente dit per 2015 kan
invoeren.
c.
Specialistisch hulp toewijzen
De gemandateerde professional is bevoegd om specialistische hulp (niveau 2) in te zetten. De
gemandateerde professionals bij de (voor)school(se opvang) en het CJG/consultatiebureau zijn
gemandateerd voor het bieden van ondersteuning op het gebied van jeugd. Hierbij zijn zij gebonden
aan dezelfde kwaliteitseisen en werkwijze als het Meer-team. Over het mandaat van de
wijkverpleegkundige en de huisartsen of hun praktijkondersteuners (POH’s) om specialistische
ondersteuning voor volwassenen met een beperking in te zetten vindt nog overleg plaats met de
zorgverzekeraar en de huisartsen. Over de toewijzing van jeugdhulp door de huisartsen zijn al
afspraken gemaakt. Deze houden in, dat huisartsen zelf doorverwijzen naar de jeugd-GGZ en dat alle
andere vormen van jeugdhulp via de jeugdarts van de GGD laten lopen. Elke huisarts krijgt hiertoe een
vaste jeugdarts toegewezen.
d. Experts inschakelen voor afgewogen besluit
Als de gemandateerde professional ondersteuning nodig heeft bij de keuze van inzet, betrekt hij/zij het
expertnetwerk voor advies. Voor bepaalde vormen van hulp (zie bij Meer-team) is het verplicht om het
expertnetwerk te raadplegen. Het advies van de experts is niet bindend. In voorkomende gevallen kan
de gemandateerde professional, goed gemotiveerd, afwijken van het advies.
e. Verlengingen specialistische ondersteuning en bijstellen plan van aanpak.
Als het gaat om meer specialistische hulp binnen de eigen discipline is de behandelend professional de
meest deskundige. De behandelend professional geeft in dat geval een advies aan de gemandateerde
professionals of consulenten van het Meer-team (degene die oorspronkelijk de inwoner heeft geholpen)
over de vervolghulp. Die stelt het plan van aanpak bij waarin de benodigde vervolghulp is opgenomen.
Te ontwikkelen van 2015 – 2017
2015
2016
•
Ervaring opdoen met werkwijze met gemandateerde professionals.
•
Tussentijdse monitoring.
•
Mogelijkheid tot uitbreiden van aantal gemandateerde professionals.
Evaluatie werkwijze met gemandateerde professionals en waar nodig aanpassing van het
model. Ontwikkelen indicatoren voor succes.
2017
Waar nodig implementatie aangepast model en invoeren permanente monitoring.
13
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
4.4
Hulp en ondersteuning
Kwaliteitseisen professionals met extra mandaat
Om de functie van gemandateerde professional te kunnen uitoefenen zijn bepaalde kennis en expertise
noodzakelijk. Voor een benoeming als gemandateerde professional is het nodig dat de professional:
•
de werkwijze van het Meer-team kent en kan toepassen;
•
de noodzakelijke inhoudelijke kennis heeft.
Deze voorwaarden vertaalt de gemeente naar een introductie en opleidingsaanbod, waar de
professionals op maat gebruik van kunnen maken.
Te ontwikkelen van 2015 – 2017
2015
2016
2017
Door ontwikkelen werkwijze met Meer-teams en gemandateerde professionals
•
Evaluate kwaliteit gemandateerde professionals
•
Vaststellen initieel opleidingsaanbod en onderhoud ervan
Professionals met extra mandaat voldoen aan vastgestelde kwaliteitseisen.
14
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
5.
Hulp en ondersteuning
De Meer-teams: bij complexe vraagstukken
In dit hoofdstuk beschrijven we de taken van de Meer-teams per 1 januari 2015 en wat hun rol is ten
opzichte van de professionals (met en zonder extra mandaat). De voorbereidingen hiertoe zijn gaande
in 2014.
5.1
Drie hoofdtaken Meer-teams
Haarlemmermeer kiest voor een model waarbij de Meer-teams het aanspreekpunt zijn voor
professionals. We bieden geen rechtstreekse toegang naar specialistische hulp- en dienstverlening en
inloop voor inwoners. Dit is de rol van de gemandateerde professionals (hoofdstuk 4) en andere
professionals in het sociaal domein. Zij brengen, wanneer nodig, een huishouden in contact met het
Meer-team. Bij inschakeling van het Meer-team heeft het team in hun gebied - onder gemeentelijke
verantwoordelijkheid – de volgende drie hoofdtaken.
1. Ondersteunen huishoudens
Het ondersteunen van inwoners en/of de al daarbij betrokken professionals met een vraag
-­‐
die meerdere leefgebieden omvat en/of
-­‐
die specialistische ondersteuning en/of ondersteuning op maat vergt en/of
-­‐
waarvan de regie niet goed belegd is en/of
-­‐
die al ingeschakelde professionals in de buurt niet (kunnen) oplossen.
-­‐
bij doorgeleiding naar de Haarlemmermeer Werkorganisatie wanneer participatie in de
samenleving of re-integratie naar werk gewenst is.
Ondersteuning kan bestaan uit: informatie en advies, uitvoeren van ondersteuning, casusregie en waar
nodig opschalen (naar dwang).
2. Toewijzen (specialistische) hulp
Het verlenen van individuele beslissingen voor toewijzing van hulp en specialistische voorzieningen
(niveau 2).
3. Bevorderen ‘gedachtegoed Meer voor elkaar’ bij professionals en inwoners (transformatie)
Het bevorderen van een gedeelde werkwijze, het ‘gedachtegoed Meer voor elkaar’ bij de professionals
en instellingen in het werkgebied die uitgaat van de eigen kracht en verantwoordelijkheid van de
inwoners en integrale oplossingen bewerkstelligt. Dit om onnodig beroep op specialistische
voorzieningen te voorkomen.
In de start- en ontwikkelfase tot 1 januari 2015 bereiden de Meer-teams zich primair voor op de eerste
twee taken zodat zij operationeel goed functioneren.
15
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
5.1.1
Hulp en ondersteuning
Ondersteunen huishoudens
De Meer-teams bekrachtigen zo veel mogelijk het zelf-oplossend vermogen van inwoners. De teams
werken met een oplossingsgerichte methodiek die uitgaat van de eigen kracht van inwoners. Zodra zij
zijn ingeschakeld, zijn de taken/activiteiten van het Meer-team:
a. Het breed uitvragen van de situatie van het huishouden (keukentafelgesprek)
De consulent brengt met de cliënt in kaart op welke leefgebieden er problemen zijn en wat juist
de kracht is van de cliënt of het gezin. Een genogram (overzicht van familiesysteem), de
hulpverleningshistorie, inzicht in omgevingsfactoren en (wettelijke) mogelijkheden, zijn
noodzakelijk om de hulpvraag en wensen in de juiste context te kunnen plaatsen.
b. Samen met de cliënt of het gezin de opties om tot duurzame oplossingen te komen verkennen
Deze fase is tijdrovend. Welke ondersteuning is nodig en mogelijk? Op welke onderdelen is
activering van de cliënt mogelijk? Wie kan er helpen? In hoeverre kunnen algemene
voorzieningen en het eigen netwerk benut worden om dure specialistische hulp te voorkomen?
c.
Samen komen tot één samenhangend plan, uitgaande van zelfredzaamheid en passende hulp.
De context is bepalend voor de inhoud van het plan en de te bieden hulp en ondersteuning.
Situaties kunnen ogenschijnlijk met elkaar overeenkomen, maar de context is altijd anders. Dat
maakt dat er altijd een andere uitkomst zal zijn en de Meer-teams werkelijk maatwerk bieden.
d. Casusregie: als de inwoner hiertoe zelf niet in staat is
Het Meer-team neemt tijdelijk de casusregie op zich, als een inwoner zelf niet in staat is de
regie te voeren en de regie niet belegd kan worden bij een van de betrokken professionals. De
inschatting van de betrokken professional is hierbij leidend.
Het voeren van casusregie
-­‐
-­‐
zorgen dat alle relevante informatie over het gezin beschikbaar is
betrokken partijen, inclusief de inwoner zelf, om de tafel brengen met als doel: een
gezamenlijke analyse van de situatie
-­‐ het opstellen van een plan en een fasering
-­‐ bepalen wat aan ondersteuning nodig is en het inzetten van die ondersteuning
-­‐ het maken van afspraken
-­‐ het monitoren van de voortgang en effectiviteit van de ondersteuning
-­‐ het aanspreken van deelnemers aan het plan op het uitvoeren van de afspraken
-­‐ het waar nodig bijstellen van het plan
-­‐ het borgen dat het huishouden weer zelf de regie heeft of indien nodig, dat er daarbij
duurzame ondersteuning is belegd.
NB. Als de regie belegd is bij het huishouden of de professional, dan kan het Meer-team de rol
van procesbegeleider op zich nemen. Dit houdt in: het begeleiden van het proces om tot een
passend plan van aanpak te komen.
e. Het zelf uitvoeren van (niet-specialistische) hulp en ondersteuning.
16
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
Hulp en ondersteuning
Het gaat om kortdurende ondersteuning (niveau 0 en 1), die past binnen de kennis, kunde en
capaciteit van het Meer-team, waarvoor geen (zeer) specialistische kennis of kunde vereist is
en waarbij uitvoering door het Meer-team kostenefficiënt is.
De teams voeren niet zelf uit wanneer:
-
de betreffende ondersteuning rondom de casus effectief belegd is bij/uitgevoerd wordt door
een betrokken professional en een overdracht naar het Meer-team ineffectief is;
-
de gevraagde kennis en kunde niet beschikbaar is in het team;
-
het Meer-team onvoldoende capaciteit heeft om de ondersteuning uit te voeren;
-
het (naar verwachting) langdurige ondersteuning betreft.
Nadere uitwerking uitvoerende hulp- en dienstverlening
•
Opgroei- en opvoedondersteuning in het gezin
•
Ambulante ondersteuning in het huishouden (structuur bieden, voordoen, praktische tips,
ondersteuning bij regie over eigen leven, toezicht houden op/correctie van gedrag, doelgericht
vergezellen van inwoner
f.
•
Activeren en adviseren van ouderen
•
informeren en adviseren over regelingen op sociaaljuridisch terrein.
•
Hulp bij levensvraagstukken en psychosociale problemen
•
Budgetadviesgesprekken en besluit over inzet schuldhulpverlening
•
Toekennen uitkering inkomensvoorziening
•
Toekennen van Minimaregelingen
•
Toekennen individuele bijzondere bijstand
•
Toekennen inzet van/ en begeleiding naar Haarlemmermeers Werkbedrijf
Het zorgdragen voor de juiste interventie wanneer er sprake is van onveiligheid (‘opschalen’)
Het Meer-team krijgt, net als alle andere lokale professionals, te maken met casussen waarin
een bepaalde mate van drang nodig kan zijn om de situatie te doorbreken en veiligheid te
borgen. We gebruiken het woord ‘drang’ bij onveilige situaties als er formeel nog sprake is van
vrijwillige hulp- en dienstverlening maar hulpverleners meer dwingend optreden in het
huishouden. Door de doelgroep van het Meer-team zal de hoeveelheid casussen waar drang
nodig is, hoger zijn dan bij andere professionals (vindplaatsen).
Vier opties na herkennen onveilige situatie
Het Meer-team herkent (tijdig) casuïstiek waar mogelijk meer inzet nodig is dan de lichte vorm
van drang die zij of andere professionals toepassen. Er zijn dan de vier opties:
•
zelf de regie voeren en dus drang uitoefenen;
•
drang uit laten voeren door professionals bij vindplaatsen (als dit gewenst is met de hulp
van het Meer-team);
17
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
Hulp en ondersteuning
•
casuïstiek inbrengen bij de Beschermingstafel;
•
casuïstiek inbrengen bij het AMHK, wanneer er sprake is van (acute) onveiligheid door
kindermishandeling of huiselijk geweld.
Zie paragraaf 6.2 ‘De Beschermingstafel’ voor een uitgebreide beschrijving van drang en dwang
binnen de sociale infrastructuur en de rol en positie van de Beschermingstafel.
g. Nazorg: met inwoner bepalen of er nazorg nodig is (‘afschalen’)
Na afronding van (een periode van) bemoeizorg, gedwongen hulp of uithuisplaatsing, kunnen
de betrokken hulpverleners het Meer-team inschakelen om samen met de inwoner te bepalen of
er nazorg nodig is en een plan van aanpak opstellen. Het kan hier ook gaan om jongeren die
e
jeugdhulp hebben ontvangen om na hun 18 jaar verder te begeleiden naar zelfstandigheid en
om het zogenaamde ‘vinger aan de pols’ houden bij gezinnen met chronische complexe
problematiek.
Schakel het Meer-team in ieder geval in bij:
•
terugkeer uit verblijf in een instelling buiten gemeente Haarlemmermeer met het oog op een
check op werk, inkomen, wonen, school en/of vrijetijd;
•
afschalen vanuit een situatie waarbij de Jeugdbescherming is betrokken;
•
situatie waarin een jongere die jeugdhulp ontvangt 18 jaar wordt. Dit in verband met de
vraag of voortzetting van jeugdhulp of ondersteuning gewenst is.
5.1.2
Specialistische hulp toewijzen
Het Meer-team is bevoegd om te beslissen over alle vormen van hulp, ook de specialistische hulp. (Zie
ook bijlage en paragraaf 6.1). Zij houden zich daarbij aan kwaliteitseisen en betrekken experts uit het
netwerk voor diagnose en advies. Dit laatste is gewenst waar nodig en verplicht als het gaat om de
volgende vormen van hulp:
•
specialistische begeleiding;
•
specialistische jeugd-GGZ;
•
hulp die uithuisplaatsing met zich meebrengt (pleegzorg, residentiële hulp);
•
veiligheidsissues, jeugdbescherming, jeugdhulp plus, kindermishandeling.
5.1.3
Bevorderen gedachtegoed Meer voor elkaar (transformatie)
Netwerk van professionals in het werkgebied onderhouden
Alleen als álle professionals in het sociaal domein zich het gedachtegoed van Meer voor elkaar eigen
maken en sturen op het gewenste resultaat, is het mogelijk van de koers ‘Meer voor elkaar’ een succes
te maken. Dit betekent:
-­‐
snel helpen waar nodig op een manier die aansluit bij de vraag en uitgaat van de eigen
verantwoordelijkheid van de inwoner
18
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
Hulp en ondersteuning
-­‐
onnodige kosten besparen
-­‐
een netwerk opbouwen met de belangrijkste actoren in het gebied om samen de voortgang te
monitoren en de aanpak bij te sturen.
Het gaat de eerste jaren om do-check-do-check.
Dat betekent:
-­‐
doen we als gemeente, professionals en instellingen samen het goede en doen we het goed:
positieve en negatieve signalen uit het gebied.
-­‐
(ontwikkelingen in de) bijzondere kenmerken van de populatie in het gebied en doorvertalen
naar gewenste aanpak.
Professionals ondersteunen bij de implementatie van het Haarlemmermeerse model
Dit model vergt dat alle professionals die werken met inwoners op het gebied van maatschappelijke
vraagstukken, zich het gedachtegoed van Meer voor elkaar eigen maken en kunnen uitdragen.
De consulenten in het Meer-team doen dat door:
-­‐
hun ervaring met vraaggericht werken actief met de professionals in de wijk te delen;
-­‐
het ondersteunen van professionals met informatie en advies ten aanzien van de vraaggerichte
werkwijze en met het versterken van de zelfredzaamheid;
-­‐
samen met de aanbieders een plan op te stellen om de leer- en ontwikkeltrajecten voor
professionals in het sociale domein te ondersteunen.
5.2
Samenstelling Meer-team
In elk Meer-team werken professionals, die zowel regie kunnen voeren, kunnen beslissen over hulp, als
hulp kunnen bieden. Zij werken integraal. Daarom zijn in elk Meer-team kennis en vaardigheden
beschikbaar op minimaal de volgende terreinen.
•
inkomen, financiële problematiek, minimabeleid
•
werk en (sociale) participatie
•
Gezin, opvoeden en opgroeien
•
Geestelijke gezondheidszorg
•
Lichamelijke of verstandelijke beperkingen
•
(Ouderen)zorg en wonen
•
Welzijn, maatschappelijke dienstverlening
•
Veiligheid en drangaanpak, bemoeizorg.
De aanwezigheid van deze expertise in het Meer-team bevordert de integrale afweging en
kennisopbouw die noodzakelijk is om als generalist goed te kunnen functioneren.
Gedragswetenschapper in Meer-team
In elk Meer-team werkt een gedragswetenschapper. Deze levert een bijdrage aan het vergroten van de
deskundigheid van de consulenten van het team en aan de ontwikkeling van de werkwijze. Hij/zij is ook
beschikbaar voor de gemandateerde professionals. Hi/zij doet dit door middel van:
19
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
Hulp en ondersteuning
•
intervisie
•
consultatie bij beslissingen
•
specialistische kennis
•
diagnostiek
•
advies bij veiligheidscheck
•
consult bij inzetten en afschalen van specialistische zorg
Betekenis ‘nieuw voor oud’
Haarlemmermeer formeert de Meer-teams volgens het principe van ‘nieuw-voor-oud’. Dit betekent dat
de werkzaamheden in het Meer-team (en dus ook de formatie) in de plaats komen van huidige
werkzaamheden die organisaties nu leveren. Enerzijds door het verleggen van bestaande
werkzaamheden naar het Meer-team, zoals het uitvoeren van bepaalde vormen van ondersteuning.
Anderzijds door het vervangen van bestaande werkwijzen door werkwijzen die meer in lijn zijn met de
uitgangspunten, o.a. het versterken van de zelfredzaamheid. Als onderdeel van het contract dat de
gemeente met de partners aangaat, detacheren onze partners een aantal medewerkers vanaf 2015
voor hun volledige dienstverband in de Meer-teams. Hierdoor functioneren de medewerkers ‘los’ van
hun organisatie zodat zij volledig toegewijd zijn aan de opdracht van het Meer-team. Dat is een
belangrijke succesfactor gebleken.
Te ontwikkelen van 2015 – 2017
2015
•
Door-ontwikkelen werkwijze Meer-team voor uitvoering en beslissen over hulp
•
Ontwikkelen van werkwijze voor onderhouden netwerk met het oog op een
gezamenlijke aanpak in het gebied.
•
Meer-teams doen ervaring op met caseload, de samenstelling van het team en het
werken in het gebied.
2016
Waar nodig aanpassen werkwijze, omvang, samenstelling van Meer-team.
Blijvend uitvoeren van een ontwikkelagenda voor professionals-, gemeente en per gebied.
2017
Bestendiging ontwikkelde werkwijze, omvang en samenstelling van de teams.
20
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
6.
Hulp en ondersteuning
Partners in de gemeente
De Meer-teams en de professionals in de wijk zijn partners in het gebied. Het netwerk van experts, de
Beschermingstafel, het AMHK, de Haarlemmermeer Werkorganisatie en de ondersteuning en
dienstverlening op het gebied van specialistische zorg en ondersteuning (niveau 2), functioneren ten
behoeve van de hele gemeente.
6.1
Het expertnetwerk
Het expertnetwerk bestaat uit professionals die expert zijn op een deelgebied. Gemandateerde
professionals en het Meer-team raadplegen het expertnetwerk voor consultatie/advies en diagnostiek.
In beginsel is dit onderdeel van het werk van iedere specialist. We koppelen dit expliciet (ook) aan een
netwerk, met aangewezen personen, en maken deze functie zichtbaar en toegankelijk voor alle
onderdelen in het Haarlemmermeers model. Ook veiligheid is expliciet onderdeel van dit expertnetwerk.
De gemandateerde professionals en het Meer-team gebruiken de experts om te komen tot een
gewogen beslissing
Bij de volgende inzet van specialistische ondersteuning is raadpleging van een expert verplicht:
-­‐
specialistische begeleiding
-­‐
hulp die uithuisplaatsing met zich meebrengt (pleegzorg, residentiële hulp)
-­‐
specialistische jeugd-GGZ
-­‐
veiligheidsissues, jeugdbescherming, jeugdhulp plus en kindermishandeling
De beschikbaarheid en bereikbaarheid van deze experts is per 1 januari 2015 geregeld. In overleg met
de betreffende organisaties werken we de manier van werken uit.
Te ontwikkelen van 2015 – 2017
2015
2016
•
Onderzoeken welke expertise in welke omvang nodig is in de praktijk
•
Bijsturen van de benodigde capaciteit
Mogelijk het bevorderen van het gebruik van dit expertisenetwerk aan ‘de voorkant’ door
professionals op vindplaatsen.
2017
6.2
De Beschermingstafel (BT)
De Beschermingstafel is een specifiek onderdeel van het Haarlemmermeers expertnetwerk en een
manier van samenwerken om de veiligheid van inwoners te borgen. De gemeente zit de
Beschermingstafel voor. De voorzitter heeft mandaat en doorzettingsmacht en is bevoegd alle vormen
van hulp in te zetten.
De Beschermingstafel adviseert over drang, beslist over dwang en wie daarbij de regie op zich neemt
en adviseert over het borgen van veiligheid in het gezin of huishouden. Het doel is om
21
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
Hulp en ondersteuning
dwangmaatregelen te voorkomen en er zorg voor te dragen dat kinderen/jongeren zo veilig mogelijk
opgroeien en ontwikkelen. De Beschermingstafel beschermt personen ouder dan 18 als zij zelf niet in
staat zijn om voor hun eigen veiligheid, of die van anderen, zorg te dragen.
Dwang wil zeggen dat de Beschermingstafel een wettelijk instrument inzet - ongevraagd / tegen de wil
van betrokkenen - om een onveilige situatie te normaliseren. Voorbeelden van dwangmaatregelen zijn
een ondertoezichtstelling voor jeugdigen, huisverbod bij huiselijk geweld, bewindvoering/curatele,
uithuisplaatsing of inbewaringstelling (IBS), inkomensmaatregelen.
De Beschermingstafel bestaat uit experts op het gebied van veiligheid voor jong en oud. Voor jeugd
wordt de tafel gevormd door de gecertificeerde instellingen voor jeugdbescherming en de Raad voor de
Kinderbescherming. Voor inwoners boven de 18 jaar wordt de Beschermingstafel gevormd door
organisaties als de GGD (bemoeizorg), GGZ-instellingen (o.a. FACT) en gemeentelijke afdelingen (o.a.
OOV). Op verzoek kan de Beschermingstafel professionals, gemandateerde professionals of het Meerteam adviseren bij veiligheidsvraagstukken.
De Beschermingstafel heeft vier taken:
-­‐
is de toegang tot (zwaardere vormen van) drang door bepaalde professionals, zoals de
gecertificeerde instelling voor jeugd, de bemoeizorgfunctie voor volwassenen en de toegang tot
dwangmaatregelen;
-­‐
neemt een besluit over het wel of niet verzoeken een dwangmaatregel vast te stellen en over
het aanwijzen van een casusregisseur;
-­‐
brengt een advies uit aan het gezin/systeem en aan de inbrenger, wanneer er nog
mogelijkheden zijn binnen het vrijwillig, dan wel drang kader;
-­‐
biedt expertise aan op het gebied van verslavingszorg, GGZ jeugd en volwassenen,
woningbouw/huisvesting, veiligheid, politie/strafrecht.
De Beschermingstafel doet zelf geen uitvoering, regie of monitoring van de casuïstiek.
Belangrijke uitgangspunten voor de Beschermingstafel:
1. De betreffende inwoner(s) nemen deel aan het gesprek. We praten altijd met en niet over
inwoners. Dit basisprincipe passen we ook toe bij de Beschermingstafel. De betrokken inwoners
zitten in beginsel altijd aan tafel. Verder is de inbrengende professional aanwezig en een
vertegenwoordiger van het Meer-team uit het gebied waar de inwoner woont.
2. Iedere casus kan – wanneer nodig - bij de Beschermingstafel worden ingebracht. Professionals
van zorgaanbieders, gemandateerde professionals en consulenten van het Meer-team kunnen
een casus inbrengen bij de Beschermingstafel. De Beschermingstafel is alleen effectief als er
een gedegen veiligheidsanalyse ligt en een scherpe vraagstelling. Goede voorbereiding is
nodig. Tegelijkertijd mag de voorbereiding niet belemmeren om snel te handelen om de
veiligheid te borgen. Gemandateerde professionals of consulenten van het Meer-team
ondersteunen de inbrengende professional (als ze dat niet zelf zijn) bij de voorbereiding. Op
deze manier wordt er op een eenduidige manier casuïstiek ingebracht. Daarnaast kunnen ook
22
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
Hulp en ondersteuning
de bovenregionale meldpunten AMHK en crisisdienst of de Raad voor de Kinderbescherming
casussen inbrengen.
‘Nieuw voor oud’
Met de komst van de Beschermingstafel vervalt het Beter Beschermd overleg (Jeugd). Het Extreem
Overlast overleg integreren we in de nieuwe werkwijze (zowel van Meer-teams als de
Beschermingstafel) vanaf 1 januari 2015. In 2015 onderzoeken we hoe we het huidige Meldpunt zorg
en overlast kunnen inbedden in deze werkwijze en of en hoe we de overige lokale casus-overleggen
kunnen integreren. We verkennen hoe en wanneer wij de verbinding kunnen leggen tussen het AMHK,
de Beschermingstafel en het Veiligheidshuis. Hiervoor zijn wij mede afhankelijk van het tempo in de
regio.
Te ontwikkelen van 2015 – 2017
2015
Beschermingstafel voor 18 jaar en ouder start per 1 januari 2015
Extreem overlast overleg, Meldpunt zorg en overlast en eventuele andere casusoverleggen integreren
2016
Integratie met veiligheidsfuncties bovenregionaal
2017
Werkwijze wordt geëvalueerd en waar nodig aangepast.
6.3
AMHK/crisismeldpunt
Het AMHK is een samenvoeging van het Advies en Meldpunt Kindermishandeling(AMK) en Steunpunt
Huiselijk Geweld (SHG). Het is voor melding, advies en consult bij huiselijk geweld en
kindermishandeling en toegankelijk voor iedereen: inwoners, professionals, specialisten en het Meerteam. De werkwijze is kortweg als volgt:
Na de melding stelt het AMHK een plan van aanpak op.
Wanneer een melding binnenkomt doet het AMHK aan de hand van vraagverheldering, screening en
triage met partners een voorstel voor een plan van aanpak. Wanneer dit nodig is, schakelt het AMHK,
tijdelijk, hulpverlening in nabij het gezin/huishouden en/of een onderzoek naar de melding.
Het AMHK is regisseur, tot de casusregie bij een andere professional belegd is
(waarschijnlijk bij het Meer-team of bij de gecertificeerde instelling)
Bij crises en huiselijk geweld zorgt het AMHK voor snelle inzet van hulp zodat (eventuele) mishandeling
stopt en het crisismoment wordt aangegrepen als kans voor noodzakelijke verandering.
Te ontwikkelen van 2015 – 2017
2015
•
Onderzoek naar mogelijkheden verdere integratie met crisisdiensten
volwassenen (bovenregionaal)
23
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
•
Hulp en ondersteuning
Besluit over definitieve organisatievorm AMHK en start inregeling
2016
Integratie crisisdiensten
2017
Werkwijze wordt geëvalueerd en waar nodig aangepast.
6.4
De Haarlemmermeer Werkorganisatie
De Haarlemmermeer Werkorganisatie is de beoogde organisatie die verantwoordelijk wordt voor de
regie op het aan het werk en/of participeren krijgen van inwoners. In de Haarlemmermeer
Werkorganisatie werken professionals vanuit verschillende organisaties om er samen voor zorg te
dragen dat cliënten zorgvuldig, in één keer, direct op een goede plek terecht komen. Dat kan de directe
match naar (beschut) werk zijn, maar ook naar een opleiding, werktraject of (arbeidsmatige)
dagbesteding. De makel functie is cruciaal.
De werkzaamheden en taken van de Haarlemmermeer Werkorganisatie zijn:
•
Dienstverlening op basis van casemanagement: re-integratie, matching en bemiddeling van
bijstandsgerechtigden naar een duurzame arbeidsrelatie;
•
Diagnose/indicatiestelling van nieuwe instroom arbeidsgehandicapten.
De werkorganisatie is bedoeld voor de huidige en nieuwe bijstand cliënten en de nieuwe instroom
arbeidsgehandicapten die niet langer een indicatie krijgen op basis van de Wet sociale werkvoorziening
of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong), maar vanaf 2015 direct
onder de Participatiewet komen vallen. Zij worden in principe nadat het recht op een bijstandsuitkering
is vastgesteld - dit gebeurt bij de gemeente of het Meer-team - doorgeleid naar de Haarlemmermeer
Werkorganisatie.
Binnen de werkorganisatie wordt geïndiceerd in welke mate een persoon tot arbeid in staat is
(verdiencapaciteit) waarbij de volgende grove indeling geldt:
-­‐
0 %-20%; zorg /arbeidsmatige dagbesteding
-­‐
20%-35%; beschut werken;
-­‐
35%-80%; met ondersteuning aan de slag op de arbeidsmarkt;
-­‐
80%-100%; zelfredzaam, maar ondersteuning is mogelijk.
Te ontwikkelen van 2014 -2017
Tot augustus 2014
Verkenning; het maken van een business case; vergelijking kosten en
efficiency beoogde uitvoeringsstructuur Haarlemmermeer Werkorganisatie
met de huidige uitvoeringskosten
Tot 2015
Keuze maken over juridische structuur Haarlemmermeer Werkorganisatie
Opstarten eerste samenwerking
Afspraken inkoop
2015
Implementatie functionaliteiten binnen Haarlemmermeer Werkorganisatie
door kwartiermaker
24
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
Hulp en ondersteuning
Monitoring samenwerking en resultaten Haarlemmermeer Werkorganisatie
2016
Structuur, functionaliteiten, samenwerking met partners optimaliseren.
Monitoring en bijstellen.
Onderstaand schema beschrijft het proces dat een potentiele kandidaat doorloopt op weg naar
werk/participatie in de samenleving. Door middel van de kleuren wordt aangegeven waar de taken
gepositioneerd zijn. We maken onderscheid tussen:
-­‐
Taken die de gemeente uitvoert (blauw)
-­‐
Taken die in de Haarlemmermeer werkorganisatie worden samengebracht (groen)
-­‐
Taken die de markt uitvoert (geel)
25
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
7.
Hulp en ondersteuning
Rechten van de inwoners
Cliënten hebben rechten. Deels zijn deze rechten bij gemeenten bekend, omdat we er al ervaring mee
hebben, zoals met de Bezwaar en Beroep procedure en een interne klachtenregeling op basis van de
Algemene Wet Bestuursrecht (AWB). Deels hebben gemeenten op 1 januari 2015 te maken met
rechten van cliënten die voor hen minder bekend zijn, zoals de onafhankelijke cliëntondersteuning in het
kader van de nieuwe WMO en de onafhankelijke vertrouwenspersoon die beschikbaar moet zijn voor
jeugdigen, ouders en pleegouders.
In 2014 werken wij verder uit hoe inhoud te geven aan deze verschillende rechtsprocedures,
om de rechten van cliënten optimaal te borgen.
7.1
Cliëntondersteuning
Cliëntondersteuning definiëren wij als “onafhankelijke ondersteuning bij vraagverheldering en bij het
vinden van de weg in het beschikbare zorg- en ondersteuningsaanbod”.
Voldoen aan wettelijke eisen
De wijze waarop wij inhoud geven aan cliëntondersteuning voldoet aan de volgende wettelijke eisen:
•
kosteloos beschikbaar voor de burger (een algemene voorziening);
•
laagdrempelig en beschikbaar voor het hele sociaal domein (ook voor aanpalende terreinen
waarvoor de gemeente niet zelf/deels verantwoordelijk is);
•
beschikbaar voor aanvragers van een PGB en voor mantelzorgers;
•
uitgangspunt is het belang van de betreffende cliënt;
•
als de cliënt twijfelt aan de objectiviteit van de ondersteuning heeft hij recht op een andere
ondersteuner.
Aandachtspunten
•
Cliëntondersteuning kan zowel informeel/vrijwillig als professioneel geboden worden.
•
We bevorderen dat mensen geen beroep doen op professionele ondersteuning als adequate
informele/vrijwillige ondersteuning beschikbaar is.
Afspraken over informele en formele cliëntondersteuning
In de Programma’s van Eisen van de belangrijkste subsidiepartners maken we voor 2015 afspraken
over de inzet van informele cliëntondersteuning. Met MEE maken wij afspraken over professionele
cliëntondersteuning aan mensen met verstandelijke en lichamelijke beperkingen.
7.2
Onafhankelijk vertrouwenspersoon
Op grond van de Jeugdwet zorgen gemeenten ervoor dat er een onafhankelijke vertrouwenspersoon
beschikbaar is voor jeugdigen, ouders en pleegouders. Om de overgang naar de nieuwe situatie
zorgvuldig te kunnen doen, kopen de gemeenten dit voor maximaal 3 jaar landelijk in. Hieraan is de
voorwaarde gesteld dat de organisaties voor vertrouwenswerk vanaf 2015 anders gaan werken.
26
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
Hulp en ondersteuning
Dit betekent dat zij op lokaal/regionaal niveau in staat zijn om samen te werken los van sectoren of
instellingen en zorgdragen voor een landelijk aanspreekpunt voor gemeenten en burgers wat betreft
mensen en middelen.
7.3
Zienswijze, beroep en bezwaar
Cliënten krijgen, voorafgaand aan een officieel besluit over het al dan niet toekennen van een bepaald
ondersteunings-, hulp-, -zorgaanbod, de mogelijkheid voor het indienen van een zienswijze. Een
zienswijze wordt gevraagd om tot een gewogen besluit op basis van de juiste feiten en omstandigheden
te komen.
Mogelijkheid second opinion onderzoeken
Daarnaast kijken we naar de mogelijkheid van een ‘second opinion’ in dit proces. Dit is een onbekend
fenomeen in het bestuursrecht maar doet wel recht aan de wens van de gemeenteraad en het
gedachtengoed van het ‘koersdocument Meer voor elkaar’. De gemeente wil inwoners
keuzemogelijkheden bieden. Voorwaarde voor het inzetten van een second opinion is dat de
onderzoeksperiode met instemming van de cliënt wordt verlengd en de melder zelf een second opinion
verzorgt.
7.4
Klachten
Een klachtenregeling gaat altijd over bejegeningsvraagstukken. Wij onderzoeken het volgende.
Daar de consulenten van het Meer-team ook hulp en ondersteuning bieden aan huishoudens, behoort
het Meer-team een klachtenregeling te hebben. Hoe richten we deze klachtenregeling in?
Is het mogelijk aan te sluiten bij de gemeentelijke klachtenregeling?
Haarlemmermeer kent een gemeentelijke klachtenregeling. Indien een cliënt het niet eens is met een
uitspraak op een klacht kan hij/zij zich wenden tot de Nationale ombudsman. Is er een meerwaarde om
een lokale ombudsman aan te stellen? En indien deze functie vervuld gaat worden, komt deze dan in
plaats van of bovenop de interne klachtenregeling? Staat de weg naar een Nationale ombudsman nog
open, indien wij een lokale ombudsman aanstellen?
Te ontwikkelen van 2014 -2017
2014
-­‐
Afspraken maken over formele en informele cliëntondersteuning.
-­‐
Onderzoeken mogelijkheden klachtenregeling Meer-team, second
opinion en aanstellen lokale ombudsman.
-­‐
2015
Besluitvorming en vaststelling regelingen.
Implementatie
2016
27
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
Hulp en ondersteuning
Bijlage 1. Het Meer-team
Hieronder beschrijven we volgende operationele aspecten van de Meer-teams:
1) Samenstelling
2) Omvang
3) Capaciteit per gebied
4) Organisatorische inbedding
5) Juridische status
6) Huisvesting
Samenstelling van de teams
De Meer-teams worden samengesteld uit professionals van organisaties en domeinen waar zorg en
ondersteuning wordt geleverd in huishoudens met meervoudige problemen. Een deel van deze zorg en
ondersteuning, nl voor dit beperkt aantal huishoudens, wordt voortaan vanuit het Meer-team uitgevoerd.
Domeinen/type ondersteuning dat in het team gewenst is:
•
inkomen, financiële problematiek, minimabeleid
•
werk en (sociale) participatie
•
Gezin, opvoeden en opgroeien
•
Geestelijke gezondheidszorg
•
Lichamelijke of verstandelijke beperkingen
•
(Ouderen)zorg en wonen
•
Welzijn, maatschappelijke dienstverlening
•
Veiligheid en drangaanpak, huiselijk geweld, bemoeizorg.
Elk Meer-team heeft een ondersteunend systeem nodig om professioneel te kunnen werken, zich te
ontwikkelen en bij voortduring het werk te evalueren en te verbeteren. Een goed functionerend team
heeft verschillende randvoorwaarden en rollen nodig die elkaar versterken om die professionaliteit waar
te maken.
-
professionals die voldoen aan het competentieprofiel van ‘integraal ondersteuner’ dan wel in een half
jaar zich kunnen ontwikkelen tot dat niveau.
-
professionals die minimaal 24 uur in het team werken en onafhankelijk kunnen opereren van hun
oorspronkelijke of moederorganisatie
-
professionele ruimte voor iedere professional: o.a. het hebben van mandaat en doorzettingskracht en
een lerend systeem, waarbij belemmeringen worden opgelost.
-
diverse rollen in en om het team die de professionals in staat stellen te reflecteren, te leren
-
beschikbaarheid van inhoudelijke deskundigheid ten behoeve van casuïstiek
28
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
Hulp en ondersteuning
Om die reden wordt een team van professionals direct ondersteund door:
-
een teamleider die hoofdgedelegeerde is voor het mandaat van het team, sturing geeft aan het
methodisch werken en de professionele ontwikkeling van de consulenten en de verandering in
houding en gedrag die nodig is om de transformatieresultaten te bereiken.
-
gedragsdeskundige voor consult en adviserende rol in casuïstiek, om de specialistische expertise
nabij en direct beschikbaar te hebben.
De professionaliteitsontwikkeling wordt daarnaast ondersteund door het netwerk van experts in
Haarlemmermeer, het gezamenlijke leer- en ontwikkeltraject binnen de teams en samen met de
netwerkpartners en de collega-afdelingen binnen de gemeentelijke organisatie.
De teams en teamleiders zullen daarnaast ondersteuning nodig hebben op de bedrijfsvoering;
financiën, ICT, communicatie, HR (waaronder leren & ontwikkelen) zijn ondersteunende functies die
beschikbaar moeten zijn.
Omvang van de teams
De teams moeten voldoende slagkracht hebben om de drie taken te kunnen uitvoeren zoals
beschreven in het haarlemmermeers model. De benodigde capaciteit moet – naast een diversiteit aan
kennis en competenties – ook van een bepaalde omvang zijn om de verwachte instroom aan
ondersteuningsvragen te kunnen beantwoorden en begeleiden en uitvoeren. Ook is er in de eerste
jaren voldoende ‘ontwikkeltijd’ nodig: voor het eigen professionaliseringstraject, voor de gezamenlijke
netwerkontwikkeling in het gebied, en voor het vormgeven aan de transformatie (zoals kostenbewustzijn
en de-escaleren).
Om de benodigde capaciteit te kunnen voorspellen werken we met een aantal aannames. We doen
uitspraken over aspecten waarvan we nog geen zekerheid hebben over hoe dat in werkelijkheid er uit
zal zien:
1. Voor hoeveel huishoudens in Haarlemmermeer zal een beroep worden gedaan op de Meer-teams?
En wat is het aantal huishoudens dat per maand de ondersteuning van het Meer-team benut?
2. Hoe vaak leidt een ondersteuningsvraag tot het voeren van regie en uitvoeren van ondersteuning
door het Meer-team (en hoe vaak is de inzet van het Meer-team beperkt tot informatie en advies)?
3. Hoeveel inzet van het Meer-team (in tijd) is er gemiddeld nodig om de ondersteuningsvraag van
inwoners te beantwoorden/op te lossen?
4. Hoeveel procent van de tijd van een professional is nodig voor ‘ontwikkeltijd’.
Ad 1
In het Haarlemmermeerse model gaan we er van uit dat het merendeel van de inwoners met een
ondersteuningsvraag door de professionals op de vindplaatsen geholpen en doorgeleid (de-escaleren)
kan worden als de vraag zich tot één of enkele domeinen beperkt en binnen de deskundigheid en
mandaat van de professionals op de vindplaatsen kan worden opgelost. Het Meer-team is bij uitstek
29
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
Hulp en ondersteuning
bedoeld voor huishouden waar de problemen zich uitstrekken over meerdere domeinen en
deskundigheid en mandaat vanuit meerdere domeinen nodig is om het huishouden effectief te kunnen
ondersteunen. Voor de berekening van de capaciteit van de Meer-teams nemen we per gebied het
aantal huishoudens dat gebruik maakt van regelingen en ondersteuning vanuit 3 of meer clusters van
ondersteuning (dus bijv. én zorg & welzijn én jeugdzorg én werk en inkomen). Dit aandeel huishoudens
ligt in totaal op op 3,1%, maar is niet in elk gebied even hoog. We gebruiken dit aantal als een
referentiegegeven, niet als een inkadering van de doelgroep. In de praktijk zal niet ieder huishouden dat
gebruik maakt van regelingen in drie of meer domeinen het Meer-team nodig hebben. En er zullen ook
huishoudens zijn waar het Meer-team wel nodig is, waar sprake is van regelingen uit slechts één of
twee domeinen.
Een deel van deze groep huishoudens zal ondersteuning ontvangen waarbij sprake is van gedwongen
hulpverlening of bemoeizorg. Omdat de regie & uitvoering hiervan, voorlopig, niet (geheel) door het
Meer-team wordt uitgevoerd is ook een inschatting nodig van de omvang van deze groep. Dit wordt in
2015 op 1% ingeschat.
Tenslotte is er een inschatting nodig van de instroom; voor hoeveel van deze huishoudens wordt per
maand een beroep op het Meer-team gedaan? We hebben daar weinig referentiegegevens voor; de
instroom in de afzonderlijke regelingen zeggen weinig over de verwachte instroom voor het Meer-team.
De ervaringen in de proeftuinen laten zien dat het tijd en investering in samenwerking kost voordat de
meerwaarde van het Meer-team duidelijk is en wordt benut. We nemen als uitgangspunt dat het Meerteam elke maand ingezet zal worden voor 4-5% van deze groep huishoudens.
Ad 2 en 3
We hebben een aantal gegevens en praktijkervaringen om als referentiegegeven te gebruiken. Huidige
normeringen in de bestaande praktijk (o.a. MPG en van zorginstellingen), de LPBL- meta analyse waar
meerdere proeftuinen worden vergeleken en onze eigen ervaringen in het CJG –frontlijnteam. Let wel;
we gaan er vanuit dat er maatwerk wordt geleverd en dat iedere casus iets anders vraagt aan inzet. De
onderstaande gemiddelden zijn bedoeld om een capaciteitsberekening te maken, niet om te hanteren
als normen. Als we dat wel doen, gaan hier perverse prikkels uit ontstaan die het werken vanuit de
bedoeling belemmeren.
variabelen
cliëntgebonden uren per jaar
kengetallen
1320
aantal uur regie + uitv
60
aantal uur advies
10
duur regie + uitv in dgn
180
duur advies dgn
30
verhouding advies/regie
40/60
instroom% per jaar van doelgroep
50%
Ad 4
30
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
Hulp en ondersteuning
Voor de tijdsbesteding van professionals voor het ontwikkelen en professionaliseren in hun nieuwe
functie als generalist hanteren we de volgende uitgangspunten:
-
Voor het inwerken op deze nieuwe functie is een professional een kwart van zijn tijd bezig in het
eerste jaar (bijv. halftime het eerste half jaar).
-
Er is voortdurend training en deskundigheidsbevordering nodig; 200 uur per jaar.
-
Voor de samenwerking in het gebied en de ontwikkelingen in het sociaal domein is gemiddeld 100
uur per jaar per medewerker nodig.
De benodigde capaciteit per gebied
Met bovenstaande kengetallen als uitgangspunt komen we tot de volgende omvang van de Meer-teams
per gebied:
# huishoudens # gezinnen
(kk<18)
Haarlemmermeer
57.054
# huishoudens % minima # huishoudens % >= 3
instroom ST # huishoudens aantal
aantal
aantal fte aantal fte totaal fte
minima
>= 3 domeinen domeinen per jaar 50% dwang/drang huishoudens huishoudens regie+uitv advies
ST
advies ST
regie ST
25.116
3.390
5,9%
2.235
3,9%
1.118
285
333
499
18,9
2,5
21,4
50%
26%
3.103
630
6,8%
377
4,0%
189
48
56
84
3,2
0,4
3,6
gebied 2
9.312
gebied 3
9.195
4.289
500
5,4%
450
4,9%
225
57
67
101
3,8
0,5
4,3
Sociaal team Midden
18.507
7.392
1.130
6,1%
827
4,5%
414
106
123
185
7,0
0,9
7,9
gebied 1
10.705
5.662
640
6,0%
205
1,9%
103
26
31
46
1,7
0,2
2,0
gebied 4
10.744
4.073
650
6,0%
504
4,7%
252
64
75
113
4,3
0,6
4,8
Sociaal team Noord
21.449
9.735
1.290
6,0%
709
3,3%
355
90
106
158
6,0
0,8
6,8
gebied 5
11.464
5.690
630
5,5%
484
4,2%
242
62
72
108
4,1
0,5
4,6
5.634
2.299
340
6,0%
216
3,8%
108
28
32
48
1,8
0,2
2,1
17.098
7.989
970
5,7%
699
4,1%
350
89
104
156
5,9
0,8
6,7
gebied 6
Sociaal team Zuid
De omvang van de teams in deze beginfase is beperkt. Het opknippen van die personele capaciteit in
zes eenheden is niet efficiënt. Een goed functionerend team heeft idealiter een omvang van 6- 8
personen. Om die reden formeren we drie teams.
Om per 1 januari de Meer-teams in alle gebieden operationeel te hebben starten we in september met
e
de teamvorming en inwerk- en introductieprogramma van het 3 team en eventueel nieuwe consulenten
in de twee bestaande teams. Het huidige CJG frontlijnteam en het ambulante jeugdhulpteam zullen
onderdeel worden van Meer-teams.
Het plan van aanpak voor de werving van consulenten, de verdeling van teamleden over de drie teams,
het inwerkprogramma en de samenwerking met de professionals in de vier gebieden die nu nog niet
aangesloten zijn op de huidige teams zal voor de zomer gereed zijn.
Organisatorische inbedding van de teams
In de ontwikkelfase functioneert het Meer-team onder directe gemeentelijke verantwoordelijkheid. We
besteden deze dienst nu niet uit en maken er nog geen aparte entiteit of organisatie van. Vanuit het
nieuw te vormen cluster Maatschappelijke ondersteuning zullen de teams worden aangestuurd. Tot die
tijd fungeert het Programma Sociaal Domein als verantwoordelijke eenheid.
31
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
Hulp en ondersteuning
Elk team wordt aangestuurd door 1 teamleider. De teamleiders kunnen meerdere teams aansturen.
De ondersteunende en managementfuncties kunnen ingezet worden voor de drie teams gezamenlijk.
Indirect cliëntgebonden ondersteuning:
-
teammanagement
-
gedragsdeskundigen
gebied 1 -
gebied 4 gebied 6 Niet-cliëntgebonden ondersteuning
-
ondersteuning, sturing & monitoring secretariële ondersteuning/
managementassistent
gebied 5 -
communicatie
-
HR/opleidingen
-
ICT
-
financiën
gebied 2 gebied 3 Onder verantwoordelijkheid van de kwartiermaker (cluster) maatschappelijke ondersteuning & zorg zal
deze organisatorische inbedding worden ontworpen. De bedrijfsmatige ondersteuning wordt nu nog
geleverd vanuit het programma en de lijnorganisatie middels projectafspraken. Ook deze ondersteuning
wordt ingebed in de nieuwe lijnorganisatie.
Of en in welke vorm de Meer-teams later wat meer op afstand van de gemeentelijke organisatie zullen
functioneren zal pas in de loop van 2016 worden besloten.
Er is een aantal belangrijke aspecten om te borgen in deze organisatorische inrichting:
-
flexibele inzet van capaciteit: we onderzoeken op welke wijze we met de organisaties samen tot een
flexibele schil van inzetbaar personeel kunnen komen om de beschikbare capaciteit van in de sociale
infrastructuur als geheel te benutten op de onderdelen waar het op dat moment nodig is.
-
de benodigde inzet in de zes gebieden kan variëren dus Meer-teams moeten dit gezamenlijk
kunnen opvangen met de gemandateerde professionals op de vindplaatsen, waarbij ook
‘overloop’ tussen de drie Meer-teams mogelijk moet zijn.
-
de benodigde inzet op veiligheid/bemoeizorg kan variëren waar de Meer-teams en de
betreffende organisaties gezamenlijk verantwoordelijk voor zijn.
-
regie op de samenwerking tussen professionals en de organisaties in de zes gebieden.
-
schakelen van en naar de functies en organisaties die gemeentelijk of bovenregionaal georganiseerd
zijn
32
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
Hulp en ondersteuning
Juridische status van de teams
Het Meer-team werkt als eenheid onder gemeentelijke verantwoordelijkheid. De juridische
aansprakelijkheid ligt bij de gemeente. Om dit ook in te regelen zijn een aantal randvoorwaarden nodig:
-
Consulenten in het team zijn ofwel in dienst bij de gemeente en worden tewerkgesteld in het Meerteam, ofwel worden formeel gedetacheerd vanuit de organisatie die de capaciteit levert. In deze
arbeids- of detacheringsovereenkomsten worden afspraken over de opdracht en de
verantwoordelijkheid vastgelegd.
-
De gemeente verzekert zich tegen eventuele schade; de aansprakelijkheidsverzekering wordt
daarvoor aangepast.
-
Voor bepaalde beroepsgroepen gelden regels omtrent beroepscode en tuchtrecht. Dat verandert niet
door het werken in of met een Meer-team.
-
Voor uitvoering van bepaalde vormen hulpverlening kunnen specifieke eisen worden gesteld op het
gebied van opleidingseisen en kwaliteitseisen. Dit wordt onderzocht en afhankelijk daarvan worden
eventuele aanpassingen gemaakt (bijv in profiel, samenstelling, opleidingsplan) om de uitvoerende
taken van het Meer-team daarop te laten aansluiten.
-
In het mandaatbesluit wordt formeel vastgelegd welke bevoegdheden en mandaat het Meer-team en
de consulenten hebben.
-
In een privacyreglement worden de afspraken vastgelegd tussen de organisaties die in het kader van
de functie van het Meer-team gegevens met elkaar uitwisselen en wordt helder beschreven op welke
wijze de rechten van cliënten omtrent privacy worden geborgd.
-
Er zal een klachtenregeling gelden voor cliënten van de Meer-teams.
Huisvesting van de teams
Het team Hoofddorp Oost is en blijft gehuisvest in het CJG Graan voor Visch. Uitgangspunt is dat het
voor het Meer-team Nieuw Vennep gezocht wordt naar een passende alternatieve locatie, maar dat dit
team vooralsnog op de huidige locatie gehuisvest blijft.
e
Voor het 3 team moet voor 1 januari 2015 een geschikte locatie ingericht zijn. Om dit te realiseren is
een Programma van Eisen opgesteld, aan de hand waarvan onderzocht wordt welke locatie
beschikbaar en geschikt is. Doel is uiterlijk 1 december 2014 de nieuwe locatie in gebruik te nemen.
33
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
Hulp en ondersteuning
Bijlage 2: Partners
Expertnetwerk
We gaan uit van professionele ruimte. Dat betekent ook dat een professional zelf inschat in welk geval
en wanneer welke expertise nodig is bij het bepalen van de inzet van hulp en ondersteuning. De
gemeente zal dit faciliteren door dit – waar nodig en waar kan - via de contractering mogelijk te maken
en door een overzicht (namen, organisaties en foto) beschikbaar te stellen van experts, die
geraadpleegd kunnen worden. Het gaat dan in ieder geval om experts op het gebied van psychiatrie
(waaronder verslaving), (L)VB, Veiligheid. Maar ook expertise op het terrein van bijvoorbeeld schulden
en huisvesting zal nodig zijn om de professionals te ondersteunen in hun taak. Als het gaat om vormen
van jeugdhulp waarbij uithuisplaatsing aan de orde is, dan is het verplicht om een onafhankelijke, d.w.z.
niet reeds bij de casus betrokken, gedragswetenschapper mee te laten kijken. Overigens zal dit niet
vaak voorkomen, omdat doorgaans zaken waarbij uithuisplaatsing aan de orde is al bij de
beschermingstafel is ingebracht, waardoor de besluitvorming over de in te zetten hulp via de
beschermingstafel loopt.
Met het Meer-team en de gemandateerde professionals bepalen we wie we in het expertnetwerk willen
opnemen en welke gedragswetenschappers beschikbaar zijn. In de inkoop- of subsidieringstrajecten of
samenwerkingsprogramma’s komen we met de organisaties hierover tot afspraken. Voor de
professionals wordt dit netwerk inzichtelijk gemaakt; wie, wat, waarover, wanneer. In het leer- en
ontwikkelingstraject van de consulenten Meer-teams en de gemandateerde professionals wordt dit
meegenomen.
Beschermingstafel
Met de Beschermingstafel willen we de beweging van dwang naar drang in gang zetten. Omdat de
toegangstaak per 1 januari 2015 verdwijnt bij Bureau Jeugdzorg beginnen we met het overnemen van
het Casus Overleg Beter Beschermd (COB). De partners aan tafel zijn BJAA, Raad voor de
Kinderbescherming, de melder en een medewerker van het Meer-team.
De gemeente levert de voorzitter, de secretaris en secretariële ondersteuning. De beschermingstafel
start midden juni met het jeugd-deel.
Er wordt “in de luwte” gestart met het overnemen van het COB. We willen eerst ervaring op doen hoe
het gaat om met de gezinnen aan tafel te praten over dwang en drang. In de zomer wordt ook het
overleg schoolverzuim (nu nog in het Veiligheidshuis) overgebracht naar de Beschermingstafel. De
beweging die we daarmee in gang willen zetten, is om te kijken of een vorm van jeugdreclassering (“JR
light”) aangeboden kan worden zodat een justitieel traject (proces-verbaal) niet gevolgd hoeft te worden
(van straf-JR naar zorg-JR).
In september worden de lokale partners en ook de sociale teams geïnformeerd over de
Beschermingstafel, welke zaken daar aangemeld kunnen worden, hoe aangemeld kan worden en wat
34
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
Hulp en ondersteuning
de uitkomsten van de Beschermingstafel kunnen zijn. Tot 1 januari loopt de Beschermingstafel dan als
pilot door. De Beschermingstafel voor Jeugd wordt ook in Zuid-Kennemerland en in de IJmond opgezet.
De tafels verschillen van elkaar qua opzet. In het najaar wordt de Beschermingstafel geëvalueerd en
wordt bepaald in welke vorm hij doorgaat na 1 januari.
De uitbreiding van de Beschermingstafel naar 18+ volgt in het najaar. Daarvoor wordt een afzonderlijk
plan van aanpak opgesteld, met de te doorlopen stappen en het tijdpad. AHMK
Per 1 januari 2015 wordt het huidige SHG (aansturing centrumgemeente Haarlem) en het AMK van
BJZ-NH (voor regio Zuid Kennemerland en IJmond) en het AMK van BJAA (voor Haarlemmermeer)
samengevoegd tot één projectorganisatie. De regio heeft de ambitie om nog in 2014 te starten met het
AMHK. Om dit te realiseren is per 1-4-2014 een kwartiermaker aangesteld. Gemeente
Haarlemmermeer is namens de regio trekker van het nog op te richten AMHK en daarmee
opdrachtgever van de kwartiermaker.
De kwartiermaker heeft als opdracht om per 1-9-2014 de samenwerking tussen partijen die het AMHK
gaan vormen te laten bekrachtigen. Vervolgens zal er een groeipad worden ontwikkeld naar 1-1-2015
en verder. In het najaar zal er sprake zijn voor de uitrol van de werkprocessen en de start van een leer
en ontwikkeltraject voor de medewerkers in het nieuwe AMHK. Uiteindelijk zal de projectorganisatie
overgaan naar een meer geformaliseerd verband binnen een stichting of gemeenschappelijke regeling.
Naar 1 september toe zal de kwartiermaker o.a. de reeds opgestelde schets van het AMHK verder
uitwerken, een begroting opstellen, verwervingsdocumenten opstellen met programma van eisen,
huisvesting realiseren, werkprocessen vastleggen en leer en ontwikkeltraject opstellen, verbinding met
het lokale veld borgen. Verder zal er onder zijn leiding een onderzoek naar het verregaand integreren
van crisisafhandeling worden gedaan en een vindt er een eerste verkenning naar de toekomstige
organisatievorm plaats.
Haarlemmermeer Werkorganisatie
In een oriëntatiefase met spelers zoals AM Groep, aanbieders van (arbeidsmatige) dagbesteding,
werkgevers en het werkgeversservicepunt hebben wij verkend, waaraan een uitvoeringsorganisatie zou
moeten voldoen. Wij willen de uitvoeringsstructuur nadrukkelijk met onze partners gezamenlijk
vormgeven. Op basis van deze oriëntatie, heeft de directie op 3 april 2014 haar intentie uitgesproken
om te komen tot een Haarlemmermeer Werkorganisatie.
Wij onderzoeken of deze uitvoeringsstructuur ook werkelijk de noodzakelijke financiële efficiencyslag
gaat leveren die wij beogen. In een verkenning worden de kosten die nu met de huidige uitvoering
gepaard gaan naast die van de business case van de nieuwe uitvoeringsstructuur. De resultaten van de
verkenning verwachten wij in juli.
35
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
Hulp en ondersteuning
Indien de uitkomsten van de verkenning aangeven dat een aanzienlijke efficiencyslag gemaakt kan
worden in de uitvoering zal wordt een kwartiermaker aangesteld die vorm gaat geven aan de
organisatie en implementatie van deze uitvoeringsstructuur. De uiteindelijke gehele organisatie moet er
dan op 1 januari 2016 staan.
36
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
Hulp en ondersteuning
Bijlage 3. Wie kan welke specialistische ondersteuning inzetten?
Het college wijst de te mandateren externe (niet-ondergeschikte) functionarissen aan en besluit
waarvoor hun mandaat geldt. Dit collegebesluit is een aanvulling op het bestaande mandaatbesluit van
de gemeente. Het college legt vast aan welke kwalificaties de te mandateren professionals moet
voldoen. Professionals uit de betreffende beroepsgroepen overleggen daartoe aan de gemeente de
bewijzen voor het voldoen aan de kwalificaties. De gemeente houdt een register bij van gemandateerde
professionals. Wettelijk is daarnaast vastgelegd dat huisartsen en medisch specialisten gemandateerd
zijn voor het inzetten van specialistische jeugdhulp.
In onderstaande tabel (1) zijn de professionals in de gebieden benoemd. In de derde kolom staat
aangegeven welke van deze professionals worden gemandateerd.
Vindplaats
Professional
Kinderopvang
Peuterspeelzalen
School (PO/VO/MBO)
Leidsters
Zorgcoördinator (SKH)
Leerkrachten
IB-er / Zorgcoördinator
Schoolmaatschappelijk werk
Schooljeugdhulpverlener
Verpleegkundige (JGZ)
Leerplicht ambtenaar
CJG / GGD
(consultatiebureau)
Gemeente/Wmo
Wettelijk bevoegde
professionals
(para)medische
Professionals
Welzijns professionals
Vrije tijd
Politie en Justitie
Poortmanager
Huisarts
Medisch specialist
Jeugdarts
Praktijkondersteuners
huisarts
Wijkverpleegkundige
Ergotherapeut
Fysiotherapeut
Revalidatie-arts
Transferverpleegkundige
Verpleegkundige (JGZ)
Verloskundige
Maatschappelijk werker
Opbouwwerkers
Thuiszorgmedewerker
Ouderenadviseur
Sociaal raadslieden
Clientondersteuners
MEE-medewerker
Sporttrainers
Medewerkers buurthuizen
Sociaal cultureel werker
Politie
37
Gemandateerde
professional
Schoolmaatschappelijk werk
Verpleegkundige (JGZ)
Leerplicht ambtenaar
Zorgcoördinator SKH
Verpleegkundige (JGZ)
Jeugdarts (JGZ)
Poortmanager
Attributie
Praktijkondersteuners
Wijkverpleegkundige
Kinderrechter
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
Wonen, werk en inkomen
Uitvoerende instellingen
Beschermingstafel
Hulp en ondersteuning
Kinderrechter
Medewerker OM
Onderzoekers Raad voor de
Kinderbescherming
Onderzoekers AMK
Gezinsvoogden en
jeugdreclasseerders
UWV-medewerkers
Woningbouwvereniging
Energieleveranciers
Medewerker
thuisadministratie
Medewerker Stichting
Leergeld
Medewerkers
schulphulpverlening
Medewerker voedselbank
Professionals
Voorzitter
Leden
Jeugdbeschermers
(op basis van de wet)
Poortmanager SDV
Voorzitter
In onderstaande tabel (2) is aangegeven welke professionals voor welke wettelijke taken
worden gemandateerd. Het is een verdieping van tabel 1.
Omdat het mandateren van professionals voor de nieuwe WMO-voorzieningen geleidelijk zal gebeuren
en doorloopt tot en met 2015 zal er –in ieder geval in 2015- een aantal –aan de Meer-teams gelieerdedeskundigen beschikbaar zijn. Deze kunnen ondersteunen bij en beslissen over de toegang tot de
nieuwe WMO-voorzieningen. Inwoners melden zich vaak bij huisartsen of direct bij de instelling zelf. Zij
kunnen in 2015 een beroep doen op deze deskundigen om hen te ondersteunen bij de toegang en om
het plan dat de instelling samen met de inwoner heeft opgesteld te beoordelen en goed te keuren.
38
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
Hulp en ondersteuning
In onderstaande tabel (3) is per taak binnen de drie wetten aangegeven welke professional
gemandateerd wordt.
Specialistische hulp of ondersteuning
Wie is gemandateerd?
Jeugdhulp
Generalistische basis ggz
-
consulenten Meer-team
Persoonlijke verzorging, begeleiding (groep en
-
schoolmaatschappelijk werker
individueel) jeugdigen met een beperking of met
-
leerplichtambtenaar
psychische stoornis
-
artsen en verpleegkundigen JGZ
Specialistische ambulante jeugdhulp en
-
Zorgcoördinator St. Kinderopvang
Haarlemmermeer
gezinsbegeleiding (bv MST, FFT, Families First)
-
Praktijkondersteuner jeugd
-
Jeugdbeschermers/Kinderrechter
-
Huisarts, jeugdarts, medisch specialist
(= attributie)
Residentiele jeugdhulp, waaronder orthopedagogische
Idem, maar alleen na inschakeling experts uit netwerk
behandelcentra
en gedragswetenschapper Meer-team
Jeugdhulp Plus*
* alleen na besluit Kinderrechter
Pleegzorg en gezinshuizen
Specialistische ggz
Crisisopvang
-
Meldpunt AMHK/crisisdienst
Ondersteuning voor inwoners met een beperking
maatwerkvoorzieningen Wmo
-
Sociale dienstverlener gemeente
individuele begeleiding
-
Praktijk ondersteuner huisarts
Individueel vervoer
-
Wijkverpleegkundige
-
Huisarts (advies)
-
Consulenten Meer-team
specialistische dagbesteding
Idem, maar alleen na inschakeling expert uit netwerk
specialistisch kortdurend verblijf
Beschermd wonen
Werk en Inkomen
Uitkeringsverstrekking
-
Sociale dienstverlener gemeente
Re-integratievoorziening
-
Consulenten Meer-team
Individuele bijzondere bijstand
Collectieve ziektekosten
Computerregeling
Langdurigheidstoeslag
Schuldhulpverlening
39
Bijlage 4.
Indeling hulp en ondersteuning in lichte ondersteuning (niveau 1)
en specialistische ondersteuning (niveau 2)
Lichte ondersteuning (niveau 1):
• Deelname aan deze voorzieningen vergt geen officieel besluit of een individuele
verleningsbeslissing.
• Dat wil niet zeggen dat deze voorzieningen per definitie gratis zijn
• Toeleiding blijft beperkt tot een ‘lichte toets’ door de instelling (“bieden wij inderdaad datgene
waar de inwoner om vraagt”)
• Er is sprake van weinig bureaucratie en gemakkelijke toegang
• Omdat je de toegang overlaat aan de aanbieder, vergt dit wel specifieke sturingsinstrumenten
om gebruik/kosten te beheersen
Specialistische ondersteuning: (niveau 2):
• Hierbij gaat het om ondersteuning op maat waarvoor een individuele verleningsbeslissing
noodzakelijk is.
• Hiervoor zijn verschillende argumenten mogelijk: zorginhoudelijk, veiligheid of financiële
overwegingen
• Er wordt een formeel besluit genomen op basis van de persoonlijke behoefte en situatie van de
aanvrager.
• Er wordt een beschikking afgegeven, waarmee de rechtsbescherming van de burger wordt
gewaarborgd.
• Tegen de beschikking staat in beginsel bezwaar en beroep open voor de betrokkene.
Onderstaand een tabel met criteria waarmee de gemeente Haarlemmermeer bepaalt of de
ondersteuning op niveau 1 of niveau 2 ingedeeld wordt. Het wordt niveau 2 als één van de
onderstaande aspecten op niveau 2 uitkomt
Afweging
Kosten
Aanbod
Veiligheidsrisico’s
Uithuisplaatsing
Mogelijkheid tot bezwaar wenselijk
Beslissing kan alleen door de gemeente genomen
worden
Licht
Niveau 1
Globaal/op doelgroep
Relatief laag: < PM
Algemeen/lichte zorg
Nee/zeer beperkt
Nee
Nee
Nee
Specialistisch
Niveau 2
Individueel/triage
Hoog: > PM
Specialistisch
Ja
Ja
Ja
Ja
Categorie
Type ondersteuning
Lichte ondersteuning (niveau 1)
Specificatie
Voorbeelden
Groepsondersteuning
Financiële
ondersteunin
g
Niet-arbeidsmatig
Dagsociëteit Nieuw Vennep
Algemene dagbesteding
/inloopfunctie
Voorzieningen ter
verlichting
armoedeproblematiek
Haarlemmermeer doet mee! Sporten en
culturele activiteiten voor gezinnen
(Gemeente is loket)
Voedselbank (toetst inkomen via
gemeente)
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
Preventieve
zorg
Hulp en ondersteuning
Ondersteuning aan
leidsters kinderopvang en
docenten
Preventieve (of lichte)
opvoed- en
opgroeiondersteuning
Groepsaanbod op
scholen en
kinderopvang
Lichte ambulante j&o
ondersteuning
Diverse
opvoedcursussen en
trainingen voor ouders
Hulp op
school
Schooljeugdhulp (aanbod
door combi SMW en
jeugdhulp)
individueel
groep
Sociaal
netwerk
Diverse opvoed- en opgroei
spreekuren
Lichte vormen van
ondersteuning en advies
Ondersteuning i.k.v.
AWBZ-pakketmaatregel
Netwerkond
ersteuning
Woningtoezicht
Maatschap
pelijke
opvang
Clientondersteuning
Mantelzorgondersteuning
Kinderen die opvallen
Preventieve logopedie
Alert4you
Triple P Niveau 3
KOPP(kinderen van ouders met
psychiatrische problemen
Plezier op school’(Jeugdriagg)
’Piep zei de muis’ (club voor kinderen
die het thuis moeilijk hebben)
VVE (toetsing bij loket SKH)
IndiviIndividuele begeleiding tot
dueel
max. 5 gesprekken
Voorbeeld: Julia &
Move2learn Individueel
Traject Licht Ambulante Zorg
(Spirit & Meerwaarde), max. 5
gesprekken
Budgettraining
Omgangsgesprekken (Spirit)
Groep
Move2learn – groep
Julia
Stevig ouderschap (JGZ: voor ouders
met baby die extra steun kunnen
gebruiken)
Triple P3 (individueel en groep)
4 (individueel en groep)
Opstap(je)
VIPP SD (video interactie positief
ouderschap kinderen 1-3 jaar
(jeugdriagg) 6 sessies
Homestart (opvoedhulp door
vrijwilligers)
SMW
Individuele begeleiding tot max. 5
gesprekken
12+ aanbod individueel kort (max.5
gesprekken)
12+ aanbod groep-kort
Rots en Water (junior)
Faalangsttraining
Preventief Logopedie spreekuur CJG
Spreekuren JGZ, Meerwaarde, GGZ
Ouderenadvies
Algemeen maatschappelijk werk
Sociaal raadslieden
Vangnet en advies
Thuiszorg gehandicapten, EHBA,
netwerkcoaches, Zorgambassadeurs
Aanbod MEE
Aanbod Mantelzorg Steunpunt
Hygiënisch Woningtoezicht
Maatschappelijke opvang
41
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
Hulp en ondersteuning
Specialistische ondersteuning (niveau 2)
Hulpmiddele
n
Behandeling
jeugd
Ondersteuni
ng thuis
Hulpmiddelen
Scootmobiel, woningaanpassingen
Hulp bij het huishouden
Ondersteuning bij licht
regieverlies
Behandeling
jeugd
Ambulante begeleiding
Persoonlijke verzorging
jeugdigen
Trajecten i.k.v. de awbzpakketmaatregel
Ambulante Jeugd- &
Opvoedhulp (J&O)
Voor volwassenen
Thuisbegeleiding
Groep
Individ
ueel
12+ aanbod Altra groep (lang)
Julia
Atos en Atos +, Julia
12+ aanbod Altra individueel
(lang)
Julia (intiensief/lang)
Move2learn individueel (bij
meer dan 5 bijeenkomsten)
Omgangsbemiddeling
Specialistische ambulante
hulp/behandeling
Specialistische
Dyslexiezorg (lichte hulp
dyslexie wordt binnen
school aangeboden)
Generalistische basis
ggz voor jeugdigen
Diverse vormen van
jeugd- en opvoedhulp
Behandeling
jeugd
Specialistische ggz
Groepsonder
steuning
Specialistische
dagbesteding
Vervoer
Vervoer
Loopbaan
Werk, re-integratie
Zorg voor jeugdigen met
licht verstandelijke
beperking (LVB)
Multifocale bemoeizorg
(combi van J&O,LVB
en/of GGZ)
Arbeidsmatige
dagbesteding
Dagbesteding specifieke
doelgroepen
Individueel
Collectief
Alle vormen van re42
Triple P5
Nieuwe perspectieven, Nieuwe
perspectieven Plus en Intensieve
Forensische Aanpak Move2learn
criminele jongeren risicojongeren (allen
door Spirit)
Langdurige compenserende hulp
gezinnen
Intensieve begeleiding gezinnen met
meervoudige problematiek
MDFT (intensieve gezinstherapie voor
jongeren met ernstige
gedragsproblemen)
Okidos (kinderen van 0-7 met
gedragsproblemen)
MOC kabouterhuis, Triversum, Bascule.
Jeugdriagg
Lijn 5, ‘s Heerenloo
FACT team
OTT, de Linde
OTT, Roads, Amstelring
Deel 1 Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2014
begeleiding
Inkomens
voorziening
Inkomensvoorziening,
financiële ondersteuning
Pleegzorg
Parttime en fulltime
Residentiele
zorg
Jeugd en opvoedhulp
Hulp en ondersteuning
integratie en structurele
werkondersteuning
lopen via het
Werkbedrijf
Haarlemmermeer
Alle vormen van
inkomensvoorziening en
financiële ondersteuning
lopen via Sociaal Team
en Gemeente
Jeudg-GGZ
LVB
Gesloten jeugdhulp
Beschermd
wonen
Kortdurend
verblijf
RIBW
Crisishulp
Crisishulp
AMHK
Jeugdbescherming
en Jeugdreclassering
J&O
GGZ
LVB
Multifocaal
Kortdurend verblijf
Ambulante
crisisinterventie
Crisisopvang
Crisispleegzorg
AMHK
Jeugdbescherming en
jeugdreclassering
Pleegzorg hulpverleningsvariant
Pleegzorg opvoedingsvariant
Pleegzorg Voogdij
Therapetische pleegzorg
J&O
MOC Kabouterhuis
Beter met thuis (Spirit)
Samen Anders
Leer/Leefgroep
XL groep
Hoenderloo
Orthopsychiatrie
GGZ
MOC Kabouterhuis,Triversum,
Bascule
LBV
OTT
De Koppeling/Spirit
Bascule, Triversum
Lijn 5
De Koppeling en de Waag
Respijtzorg in de vorm van
logeerhuizen, vakantie opvang
OTT (vakantie logeren en kinderopvang)
Altra, Spirit
Meisa, Leger des Heils, Bascule
Spirit
Jeugdbescherming Amsterdam, William
Schrikkerstichting, leger des Heils
43