Verslag audit schoolondersteuningsprofiel Willem van Oranjeschool

Verslag audit schoolondersteuningsprofiel
naam van de school:
contactpersoon directie:
naam auditor:
datum audit:
1.
Willem van Oranjeschool
Kees Hendriksen
Theo te Brake
06-03-2014
Inleiding
In het kader van Passend Onderwijs hebben de scholen aangesloten bij SWV Barneveld e.o. hun
schoolondersteuningsprofiel opgesteld aan de hand van de methodiek van de Q3-groep. Deze methodiek behelst
een systeem van zelfbeoordeling met de mogelijkheid de scores te vergelijken met de andere scholen in het
samenwerkingverband. De eerste afname heeft in 2012 plaatsgevonden. Alle scholen beoordeelden zichzelf in
2013 nogmaals via dezelfde methodiek. Deze laatste beoordeling vormt het uitgangspunt voor de audit.
Het samenwerkingsverband hecht er waarde aan dat er naast de zelfbeoordeling een externe audit per school
plaatsvindt. De audit heeft uitdrukkelijk niet het karakter van een beoordeling. De audit moet ondersteunend zijn
in het proces van de ontwikkeling en bepaling van het schoolondersteuningsprofiel in de vorm van reflectie voor
het team. In hoeverre komt het beeld dat de zelfbeoordeling oplevert overeen met het beeld dat de externe
auditor heeft naar aanleiding van het schoolbezoek? Zijn er aandachtspunten met betrekking tot het profiel die
nog niet of onvoldoende door het team in kaart zijn gebracht? Heeft de school zicht op de ontwikkelagenda die op
termijn moet worden samengesteld. Is de prioritering van aandachtspunten in de planvorming in overeenkomst
met de belangrijkste vragen waar de school zich voor ziet gesteld in het kader van de wet Passend Onderwijs?
2.
Afstemming
onderwerp
Afspraken
datum van uitvoering:
06-03-2014
datum oplevering verslag:
06-03-2014
rooster schoolbezoek
In overleg vastgesteld
te bezoeken klassen
Groep 7 en groep 3
vaste kijkpunten auditor
Veiligheid, afstemming en beleid
3.
Rapportage
I Algehele indruk van de school, mede naar aanleiding van de rondleiding
(Korte rondleiding door de school met als referentie de korte typering van de school uit het profiel en/ of
zichtbare aspecten van huisvesting en onderwijs in relatie tot passend onderwijs)
De Willem van Oranjeschool ligt samen met twee andere basisscholen in een rustige wijk van Barneveld.
Rondom de school ligt een ruim plein dat is verdeeld in een onderbouw en een bovenbouw plein met
voldoende speelmogelijkheden. In het gebouw is ook een peuterspeelzaal gehuisvest die 4 morgens per week
open is. In de gangen hangen de 6 school/leefregels. De school beschikt over een ruime speelzaal. De
gemeenschapsruimte kan vergroot worden door het wegschuiven van een wand die het gebouw verbindt met
het hervormd wijkgebouw “De Garve” waardoor er nog meer ruimte ontstaat. Op twee locaties in de gangen
op school zijn ict werkplekken aanwezig waar een groep leerlingen tegelijkertijd gebruik van kan maken. In de
relatief ruime leslokalen zijn pc’s aanwezig die ingezet worden voor bijvoorbeeld “Kurzweil” of educatieve
software, al dan niet verbonden aan de lesmethodes van school. Een vacant lokaal wordt ingezet als
flexruimte voor allerlei onderwijskundige doeleinden. Er is een apart overblijflokaal. Bij de kleuters worden de
gangen ook betrokken bij het onderwijs. Daarnaast zijn er diverse nevenruimtes beschikbaar voor directie,
interne begeleiding enzovoort.
II Klassenbezoek groep 7 en groep 3
Uit het domein onderwijs worden in ieder geval de volgende indicatoren geobserveerd:
Wij differentiëren in ons aanbod en de materialen die we gebruiken
De methoden voor de basisvaardigheden geven de mogelijkheden voor differentiëren in aanbod en materiaal.
Wij stemmen de onderwijstijd af op verschillen tussen leerlingen
Naar aanleiding van de toetsresultaten krijgen leerlingen meer of minder onderwijstijd voor de
basisvaardigheden aangeboden.
Wij stemmen instructie en verwerking af op de verschillen tussen de leerlingen
Volgens het model basisstof, weer en meer en hantering van het model effectieve instructie wordt hieraan
voldaan. In de geobserveerde lessen is dit daadwerkelijk aan de orde.
Wij werken in doorgaande leerlijnen voor taal/lezen, rekenen/wiskunde
Methoden vormen de kapstok voor de doorgaande leerlijnen.
Uit het domein zorg worden meegenomen:
Wij passen groepsplannen en ontwikkelingsperspectieven aan op basis van toetsgegevens
Groepsoverzichten en groepsplannen worden gehanteerd. Ontwikkelingsperspectieven worden vanaf groep 6
ingezet als leerlingen niet in staat worden geacht de leerstof van eind groep 8 te halen.
Wij voeren de zorg volgens de plannen uit
De zorg wordt planmatig uitgevoerd op basis van groepsoverzicht, groepsplan en ontwikkelingsperspectief.
Algeheel beeld lesobservaties:
Groep 7. In het lokaal is een dagrooster met activiteiten en een wekenrooster aanwezig. Achter in de klas zijn
5 pc’s beschikbaar. Leerlingen hebben de blokjes “zelfstandig werken” op hun tafeltje. Na de pauze komen
de leerlingen de klas in. Na een signaal van de leerkracht is het snel rustig. Er wordt gestart met taal/spelling.
De leerkracht haalt de voorkennis op. Het lesdoel wordt op het digibord vertoont. De groep is ingedeeld in
drie niveaugroepen. Na een korte uitleg mag groep A direct starten met de opdracht. De leerkracht
controleert of de leerlingen weten wat ze moeten doen als ze de opdracht af hebben. Groep B en C krijgen
instructie/begeleide inoefening. Bij het gezamenlijk maken van de opdracht loopt de leerkracht een
hulprondje. Daarna krijgen de leerlingen meer uitleg over het maken van de opdracht. Groep B kan starten
met het werk en groep C (vier kinderen) krijgt verlengde instructie. Twee leerlingen gaan aan de slag met
“Kurzweil” op de pc’s achter in de klas. Groep C gaat nu ook zelfstandig werken. Er heerst een rustige
effectieve werksfeer. Opdrachten voor de drie niveaugroepen staan op het bord vermeld. Leerlingen leggen
hun blokje met vraagteken neer als ze vragen hebben over de verwerkingsopdracht.
Groep 3. Voor in de groep is een planbord en een materialenkast aanwezig met kleuraanduiding. De
leerkracht hanteert het grote (stoplicht)blok en de leerlingen hebben de blokjes voor zelfstandig werken op
hun tafeltje. In deze groep is een leerling aanwezig met een ernstige vorm van suikerziekte. Daarnaast zij er
twee ex-leukemie patiëntjes in de groep. Twee leerlingen hebben aangepaste leerling setjes. Eén dag in de
week assisteert een stagiaire de leerkracht in deze groep. Een groep leerlingen werkt in hun werkboekje, de
anderen zijn aan het technisch lezen. De leerkracht laat leerlingen hardop lezen en geeft positieve feedback.
2/4
De leerkracht evalueert met de kinderen dit deel van de les. Daarna gaan ze aan het werk onder andere met
het planbord. Leerlingen pakken zelfstandig materiaal. Het stoplicht gaat op rood. De klok wordt ingesteld
zodat kinderen weten hoeveel tijd ze nog voor de opdrachten hebben. De leerkracht vraagt aan de leerling
met suikerziekte of ze al wil meten of wil wachten tot haar timer afgaat. De leerling geeft aan nog even te
willen wachten. De leerkracht zet eigen blok op vraagteken en gaat leerlingen helpen. Twee leerlingen komen
daarna bij het digibord en krijgen extra leesoefeningen. Twee kinderen zijn met het zelfstandig werken
zachtjes aan het praten. De leerkracht vraagt of de kinderen een oplossing weten om stil zelfstandig te
werken. De leerlingen schuiven daarop hun tafeltjes uit elkaar. Twee leerlingen gaan zelfstandig oefenen met
VLL software op de pc’s achter in de klas. De leerkracht richt zich even op “de roze groep” met uitleg over
een opdracht. Wekkertje suikerpatiëntje gaat, stagiaire legt meetspulletjes klaar. Uitslag is goed. Leekracht is
een tijdje uit de groep. De leerlinegn werken rustig door aan hun taak.
Leerkrachten zorgen voor een ontspannen, effectieve werksfeer. Ze tonen en bevorderen respect voor
leerlingen en ondersteunen het zelfvertrouwen van leerlingen. De lessen verlopen volgens een adequate
planning. Er is sprake van doelmatig klassenmanagement. De gewenste leerhouding wordt door de
leerkrachten duidelijk gemaakt. Er wordt aangesloten bij voorgaande lessen, voorkennis wordt opgehaald.
Het lesdoel wordt expliciet vermeld en doorgesproken. Uitleg van leerstof en de opdrachten is duidelijk. Alle
leerlingen worden bij de les betrokken. Leerkrachten stimuleren reflectie door middel van interactieve
instructie- en werkvormen. Leerkrachten laten leerlingen hardop denken. Het aanbod en de instructie worden
afgestemd op relevante verschillen tussen leerlingen. Zwakke leerlingen wordt extra leer- en instructietijd
geboden. Er is een goede individuele betrokkenheid bij de instructie. Leerlingen wordt geleerd hun leerproces
te evalueren.
III Reflectiegesprek met directie en IB
In het gesprek komen aspecten aan de orde van de basisondersteuning zoals die is beschreven in het
schoolondersteuningsprofiel.
Veiligheid. De school hanteert zes basis leef/gedragsregels. Deze regels hangen op de gang in school. Iedere
maand staat er één regel centraal in de groep. In de groep worden door de kinderen naar aanleiding van
gebeurtenissen zelf subregels geformuleerd die met elkaar besproken worden. Aan sociaal-emotionele
competenties van leerlingen wordt aandacht gegeven door onderwerpen te kiezen uit “SEO-prikkels” en
lessen uit de sociale vaardigheidstraining. De school heeft ook een pestprotocol dat gehanteerd wordt als de
situatie hier om vraagt. Men hoopt inzet van dit protocol te voorkomen door preventieve interventies. De
sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen in groep 3 tot en met 8 wordt twee keer per jaar vastgelegd
via het invullen van een vragenlijst waarbij opvallende zaken worden gescoord. Groep 1 en 2 werken volgens
een eigen systematiek. Over het algemeen voelen leerkrachten zich voldoende competent om om te gaan
met speciale gedragskenmerken van kinderen die de school bezoeken. Bij externaliserende
gedragsproblematiek kan en beroep worden gedaan op adviezen vanuit de Vogelhorst of de Donnerschool. In
de speelzaal van school vindt ook psychomotorische training plaats door een externe organisatie. Momenteel
heeft de school zeven kinderen in school met leerling gebonden financiering. Een leerling met PDD-NOS is
vanuit het speciaal onderwijs teruggeplaatst in groep 4.
Afstemming. De school werkt volgens de cyclus van handelingsgericht werken. Naar aanleiding van de tweejaarlijkse toetsen wordende groepsoverzichten samengesteld. Voor spelling wordt naar aanleiding van dit
overzicht een groepsplan gemaakt. Volgend schooljaar volgt rekenen. In de groepen 3 t/m 8 wordt gewerkt
volgens het model basisstof, meer en weer. Voor twee leerlingen wordt gewerkt volgens een
ontwikkelingsperspectief omdat zij naar verwachting de eindstof van groep 8 niet gaan halen. De school heeft
intern een plusklas geformeerd. Voor leerlingen die “meerbegaafd” zijn wordt een uur per week extra
uitdagende leerstof aangeboden. Voor hoogbegaafde leerlingen functioneert er op verenigingsniveau een
plusgroep aan de Prins Willem Alexanderschool. Voor deze klas bestaan vastgelegde toelatingseisen, zoals
een IQ>130. De school stemt niet expliciet af op leerstijlen van kinderen. Aspecten daarvan komen wel
impliciet aan de orde in het aanbod van de diverse methoden.
Begeleiding en Zorg. De school werkt opbrengst gericht. De extra ondersteuning in de groep wordt door de
leerkrachten zelf gegeven. In bijzondere situaties wordt remedial teaching verzorgd, bijvoorbeeld bij dyslexie
waarbij vergoeding in het spel is, bij rugzakondersteuning en bij een tweede leerweg. De school volgt het
ontwikkelingsproces van de leerlingen met het LVS van Parnassys waarbij is vastgelegd aan welke normen
leerlingen moeten voldoen om voor extra ondersteuning in aanmerking te komen. Door het hanteren van
klassenmanagement, directe instructie en zelfstandige werkvormen worden leerkrachten in staat gesteld om
de extra ondersteuning in de groep te geven. Twee keer per jaar wordt door directie en interne begeleiding
een trendanalyse gemaakt van de resultaten. Deze wordt met het team doorgesproken. De groepsresultaten
worden ook aan de orde gesteld in de groepsbespreking die één keer in de zes weken plaatsvindt.
Leerkrachten voelen zich veilig en zijn in staat om te reflecteren over hun eigen handelen.
Ontwikkelingsperspectieven worden door de intern begeleiders opgesteld in samenwerking met de leerkracht.
De overdracht van voorschoolse voorzieningen naar de Willem van Oranjeschool verloopt goed, in het
3/4
bijzonder met de interne peuterspeelzaal waarmee de lijntjes kort zijn. Deze psz is VVE gecertificeerd.
Kinderen met een bijzondere ondersteuningsbehoefte worden warm overgedragen. Tussen de leerkrachten
vindt er een overdrachtsgesprek plaats rond de zomervakantie aan de hand van de groepsoverzichten en de
gegevens uit het leerlingvolgsysteem. Naar het VO toe wordt een onderwijskundig rapport via het digitale
overdrachtssysteem O.S.O verstuurd. Voor leerlingen met bijzonderheden wordt ook telefonisch contact
gelegd tussen VO en de leerkracht groep 8. In enkele gevallen begeleidt de intern begeleider de schoolkeus
voor leerlingen met een ondersteuningsbehoefte.
Ouders zijn betrokken bij de voortgang van hun kind en bij schoolorganisatorische activiteiten en vieringen.
Steeds meer worden ouders betrokken bij besprekingen rond hun kind met het zorgadviesteam of met de
ambulante begeleiding. In die zin wordt voldaan aan het inspectiekijkpunt van ouders als educatief partner.
Beleid en organisatie. Het schoolondersteuningsprofiel is twee jaar geleden opgesteld door het
managementteam en besproken met het schoolteam. Ook de MR is betrokken geweest. De update die in het
najaar zou plaatsvinden is door omstandigheden niet uitgevoerd waardoor sommige kengetallen en
beoordelingen niet meer van toepassing zijn. De school is al verder in haar ontwikkeling. Het zorgplan van de
school beschrijft precies de taken en verantwoordelijkheden van betrokkenen bij de ondersteuning.
Onderwijsbehoeften van leerlingen staan centraal bij de ontwikkeling van de zorg. Passend Onderwijs wordt
integraal meegenomen in het schoolplan, er is geen aparte ontwikkelagenda Passend Onderwijs. Voor de
Willem van Oranjeschool is “Goed Onderwijs”, het doorontwikkelen van het schoolbeleid rond handelings- en
opbrengstgericht werken, het beste fundament voor het bieden van ondersteuning aan kinderen die dat nodig
hebben.
IV Algeheel beeld van de auditor nav van de zelfbeoordeling door de school
De Willem van Oranjeschool heeft de interne ondersteuning goed georganiseerd en gedocumenteerd.
Handelingsgericht werken, opbrengst gericht werken, zelfstandig werken en toepassing van het model directe
instructie vormen de basis voor kwalitatief goed onderwijs dat rekening houdt met relevante verschillen in
onderwijsbehoeften van kinderen. Zaken die beschreven staan in schooldocumenten en in het
schoolondersteuningsprofiel worden daadwerkelijk uitgevoerd in de dagelijkse lessen op school. Het
schoolondersteuningsprofiel is daarom een realistische weergave van de dagelijkse werkelijkheid op de
Willem van Oranjeschool.
V Aanbevelingen voor de ontwikkelagenda
• Doorontwikkeling van het huidige schoolbeleid rond HGW.
• Verkennen van mogelijkheden rond coöperatieve werkvormen om leerkrachten verder te ontlasten
en gelegenheid te geven om extra ondersteuning te bieden.
VI Afsluiting
De aangegeven groeimogelijkheden bieden kansen om meer leerlingen met speciale onderwijsbehoeften
onderwijs te kunnen bieden, maar ook om de ‘gewone’ leerlingen meer aan hun specifieke
onderwijsbehoeften aangepast onderwijs te bieden. De Willem van Oranjeschool toont zich een open,
gastvrije school die de discussie rond de onderwijszorg naar aanleiding van de ontwikkelingen rond Passend
Onderwijs graag aangaat. Hopelijk ondersteunt dit rapport het team bij deze ontwikkeling.
Met dank voor de gastvrije ontvangst,
Theo te Brake
4/4