MEMO: daadkracht grensoverschrijdende arbeidsmarkt

MEMO: daadkracht grensoverschrijdende arbeidsmarkt
Van: Joost van den Akker (VVD-fractie)
Aan: Statencommissie Economie, Bestuur en Duurzaamheid
Datum: 3 oktober 2014
In Limburg gaat het weliswaar iets beter met de werkgelegenheid, maar de verbeteringen gaan
langzamer dan in de rest van het land: nog altijd zitten 29.400 Limburgers in de WW (5,8% t.o.v. 5,4%
landelijk). Sinds augustus 2013 zijn er zelfs 2.600 werklozen bijgekomen, zo blijkt uit recente cijfers
van het UWV. Het is daarom de hoogste tijd om te bezien hoe Limburgse werkzoekenden ook dichtbij- over de grens aan de slag kunnen. De ‘tussenevaluatie actieplan grensoverschrijdende
arbeidsmarkt Zuid-Limburg’ voorziet dat Provinciale Staten pas in april 2015 worden geïnformeerd
over de resultaten van het actieplan. De VVD-fractie wil bespreken hoe wij de actiepunten kunnen
versnellen.
Enerzijds zijn er veel vacatures bijgekomen in de ouderenzorg in Nordrhein-Westfalen en trachten
werkgevers als de Arbeiter Wohlfart en Meander Zorggroep om deze vacatures ook vanuit Limburg in
te vullen. Anderzijds verliezen honderden zorgverleners in de regio Gennep hun baan en wordt ook
in Maastricht zorgpersoneel boventallig, dat wellicht in NRW kunnen worden herplaatst.
Op dit moment echter lopen vele werkzoekenden grensoverschrijdende vacatures mis door – soms
onterechte – bureaucratie bij diplomaerkenning in bijvoorbeeld zorg en kinderopvang, maar ook in
de bouw en bij technici, ingenieurs of ICT. De grootste obstakels zijn echter taal, mobiliteit (files en
OV), diplomaerkenning en belastingverschillen. Daarbij betalen sommige grenswerkers dubbele
belasting en verzekeringspremies, ontvangen uit meerdere landen pensioen en moeten daarover
weer dubbel belasting betalen. Dit maakt het werken over de grens onaantrekkelijk.
Groeien aan de grens
Het recent verschenen rapport Groeien aan de grens van Gerard Marlet e.a. (met gegevens uit de
Atlas voor Gemeenten) liet al zien dat zonder grensbelemmeringen de bereikbaarheid van banen in
Nederland, inclusief het aanbod in België en Duitsland, net zo groot is als in de randstad. Voor ZuidLimburg neemt het aantal banen binnen acceptabele reistijd toe van 275.000 tot ruim een miljoen.
Die potentie wordt op dit moment echter niet benut: Zo’n 10.000 grenswerkers, ca. 3% van de
beroepsbevolking, in Zuid-Limburg werken in het buitenland. Dit terwijl het buitenland meer dan
70% van het aantal banen binnen acceptabele reistijd voor Zuid-Limburgers voorziet (een
onderbenutting, ofwel ‘grensweerstand’, van 96%). Ook voor Noord- en Midden-Limburg neemt het
aantal banen toe van elk 400.000 tot meer dan een miljoen. De kans op werk neemt daarmee voor
Zuid-, Noord- en Midden-Limburgers toe met resp. 7,6%, 6,9% en 4,2%. Door het slechten van
grensbarrières stijgt vooral dankzij de toename van het aantal banen de aantrekkingskracht van ZuidLimburg bovengemiddeld: het heeft na de agglomeratie-Amsterdam de grootste aantrekkingskracht.
Noord- en Midden-Limburg volgen als vierde en vijfde na de regio’s Haarlem en het Gooi, en scoren
daarbij hoger dan bijvoorbeeld Brabant, Gelderland en Twente.
Met deze wetenschap legt de VVD-fractie daarom ter bespreking in de Statencommissievergadering
van 9 oktober de volgende vragen/actiepunten voor:
1. Databases: Een eerste actiepunt is het koppelen van de databases van VDAB, Arbeitsagentur
en UWV (begeleiding van werkzoekenden), Kamers van Koophandel en interne
werkbegeleidings-organisatie. Zo krijgen werkzoekenden in beide Limburgen een beter beeld
van vacatures die open staan aan de andere kant van de landsgrens.
2. Arbeidsbemiddeling: Kunnen we de pilot grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling VenloKrefeld daadwerkelijk uitrollen over heel Limburg, inclusief het aanbieden van taalcursussen
Duits/Frans/Nederlands?
3. Grensinformatie: Kunnen we het voorziene grensinfopunt Limburg in samenhang met het
instituut ‘ITEM’ vestigen bij de expatdesk aan het ‘Europa Forum’ te Maastricht zodat we de
versnippering aan grensinfo-punten en Bureaus Belgische en Duitse Zaken verminderen?
4. Zorgcoördinatie: Kan de provincie via het grensinfopunt als coördinatiepunt fungeren om
structuur in de Euregionale zorgarbeidsmarkt krijgen? Deze is momenteel een ‘mierenhoop’:
Diplomaerkenning: Een Nederlandse gediplomeerde verpleegkundige kan bij verkrijging van
een aanstelling niet meteen bij een Duitse werkgever beginnen. Dit geldt ook voor
gediplomeerden als bejaardenverzorging en ziekenverzorging. Het Landesprüfungsamt te
Düsseldorf en het Gesundheitsamt in de plaats van de werkgever controleert namelijk eerst
nog of er een Gleichwertigkeitsbescheinigung kan worden afgegeven (de zgn. Begläubigung
van diploma’s). Hiervoor zijn vertaalde diploma’s, cijferlijsten en soms zelfs
huwelijksorkondes nodig. Tot die tijd kan de werknemer alleen als niet-gediplomeerde aan
de slag (met alle beloningsconsequenties van dien).
5. Hoe kunnen we spoedig grensoverschrijdend, boventallig, zorgpersoneel uit Nederland
plaatsen in Duitsland en daarmee de bureaucratie m.b.t. diploma’s wegnemen?
6. Hoe kunnen we spoedig communiceren dat bij veel vacatures diplomaerkenning niet nodig
is?
7. De EU-richtlijn 2013/55 ‘Erkenning van beroepskwalificaties’ moet worden omgezet in
nationale regelgeving. Is bij het Rijk zich bewust van de urgentie van deze doorvertaling (vóór
18/1/2016) en wanneer is deze voorzien?
Pagina 2 van 2