B-14-3332 Brief aan NVN - doorverwijzing GGZ

Sparrenheuvel 16
Nederlandse Vereniging voor Neurologie
Th.F.M. Fennis
Postbus 20050
3502 LB UTRECHT
Postbus 520
3700 AM ZEIST
Telefoon (030) 698 89 11
Telefax (030) 698 83 33
E-mail [email protected]
Contactpersoon
Doorkiesnummer
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Datum
Onderwerp
Drs. J.J. van der Rijst
(030) 698 83 43
B-14-3332-lvos1
JV/14-1356
23 december 2014
Doorverwijzing GGZ
Geachte heer Fennis,
Mede namens de Nederlandse Internisten Vereniging, de Nederlandse Vereniging
voor Klinische Geriatrie en de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie vraagt u
aandacht voor het feit dat medisch specialisten – waaronder neurologen, klinische
geriaters en internisten ouderengeneeskunde – door een aantal zorgverzekeraars wel
en een aantal zorgverzekeraars niet worden geaccepteerd als directe verwijzer naar
de geneeskundige GGZ. U stuurde deze brief ook aan het Zorginstituut Nederland
(ZiNL) en heeft inmiddels antwoord van hen ontvangen. Het Zorginstituut Nederland
stelt in haar antwoord (kenmerk 2014159105, dd. 11 december 2014) dat u terecht
stelt dat de wetgeving de medisch specialist niet uitsluit als verwijzer naar een andere
medisch specialist, maar dat - om een juiste uitvoering van de Zvw te waarborgen verzekeraars procedurele voorwaarden kunnen opnemen in hun polis, onder andere
met betrekking tot de verwijzing.
Namens de zorgverzekeraars kunnen wij u melden dat vereisten die worden gesteld
aan verwijzingen een belangrijk onderwerp van bespreking is geweest bij de discussie
omtrent de jaarrekeningen in de GGZ. Deze intensieve besprekingen hebben geleid
tot een “Plan van Aanpak verantwoording Zvw-behandelingen en jaarrekeningen
curatieve GGZ naar aanleiding van de NBA audit alert 32, dd. 21 november 2014”. In
hoofdstuk 4 van dit plan van aanpak zijn afspraken gemaakt over verwijzingen en
verwijsregistratie. Deze afspraken hebben betrekking op de jaren 2014 en verder.
In het Plan van Aanpak wordt geconcludeerd dat “.. op een aantal aspecten de
publieke regelgeving de ruimte aan verzekeraars geeft om tot een nadere private
invulling van de publieke norm inzake de verwijzing en verwijsregistratie te komen.
Verzekeraars zijn hierbij bereid om een gezamenlijke uniforme lijn te hanteren (een
‘uniforme basisnorm”). Deze zal door hen als ondergrens worden gerespecteerd.
Individuele verzekeraars kunnen desgewenst nog wel (binnen de publieke kaders
zoals geschetst door de NZa) een ruimere norm hanteren. Als zij dit doen, zullen zij
hier duidelijk over communiceren naar hun verzekerden en zorgaanbieders.”
Op pagina 10 van het Plan van Aanpak staat vermeld welke beroepen/instanties [door
verzekeraars] worden erkend als beroepen/instanties die een geldige verwijzing
kunnen geven:
1. Huisarts
2. Medisch specialist (inbegrepen zijn: de psychiater van een GGZ-instelling of
PAAZ, specialist ziekenhuis, specialist ouderengeneeskunde)
3. Straatdokter
4. Tot 1-1-2015: schoolarts (= arts voor jeugdgezondheidszorg)
5. Tot 1-1-2015: bureau jeugdzorg
Met de totstandkoming van het bovengenoemde Plan van Aanpak voor de GGZ is uw
opmerking dat de praktijk verschillen laat zien over hoe zorgverzekeraars afspraken
maken over de verwijzing, wat betreft de verwijzing vanuit medische specialisten niet
langer van toepassing. Wij hopen hiermee een bijdrage te leveren aan het wegnemen
van de door u gesignaleerde onduidelijkheden en extra belasting van patiënt, medisch
specialist en huisarts.
Hopende u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben, verblijven wij,
Met vriendelijke groet,
Zorgverzekeraars Nederland
dr. P.F. Hasekamp
algemeen directeur
C.c.: Zorginstituut Nederland
2