Position Paper Rondetafelgesprek Langer

Position Paper Rondetafelgesprek Langer zelfstandig thuiswonen,
10 september 2014
Inleiding
De hervorming van de langdurige zorg gaat voor ggz cliënten in Nederland grote
gevolgen hebben. In het Bestuursakkoord GGZ zijn afspraken gemaakt over
afbouw van een groot aantal intramurale plaatsen in de ggz.
Voor een goed begrip: de meeste ggz cliënten wonen zelfstandig in een eigen
woning. De meest kwetsbare groep verblijft in beschermende woonvormen
(RIBW) en in ggz- of forensische klinieken. Ook treffen we hen aan in de
maatschappelijke opvang en in gevangenissen. Het zijn deze groepen waar we
ons zorgen om maken als het gaat om passende en betaalbare huisvesting.
Zowel GGZ Nederland als de RIBW Alliantie en de Federatie Opvang
onderstrepen hun ambities om cliënten zo gewoon als mogelijk te laten wonen
en deelnemen aan de samenleving. Herstel en participatie zijn breed gedragen
uitgangspunten van alle partijen.
Zorg:
Het advies van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur en de
Transitieagenda betreffen vooral ouderen en hun toekomstperspectief. Het Rli
Advies en de Transitieagenda geven onvoldoende handvatten aan partijen voor
succesvolle ambulantisering van ggz cliënten: er is geen overzicht van aantallen
en randvoorwaarden om langer zelfstandig thuis wonen voor ggz cliënten mee te
onderbouwen. In onze sector gaat het, naast langer thuis wonen, ook om
jongeren die voor het eerst gaan wonen (afkomstig uit jeugdinrichting of kliniek)
en om volwassenen die voor het eerst gaan wonen: ‘nieuwkomers op de
woningmarkt’. De vraag is wat nodig is, zowel voor ggz cliënten die zelfstandig
willen blijven wonen, als voor ggz cliënten die voor het eerst zelfstandig gaan
wonen.
Randvoorwaarden:
Voor ggz cliënten geldt dat zij te maken hebben met een aantal voorwaarden
voordat zij een woning kunnen huren. Het gaat dan niet alleen om
betaalbaarheid en beschikbaarheid, maar ook over toewijzingsbeleid van
gemeenten en risicotaxatie van nieuwe huurders door corporaties.
Bijkomende vraagstukken zijn vestigingsbeleid en belastbaarheid van wijken: nu
al zijn significant meer woonvoorzieningen (RIBW) voor ggz cliënten gevestigd in
sociaal zwakkere buurten (zo blijkt uit Amsterdams onderzoek).
De maatschappelijke inzet van corporaties wordt op dit moment beperkt door
kabinetsbeleid: de verhuurdersheffing en de harmonisatie van huren leiden tot
afname van nieuwbouw en tot verhoging van huren voor starters op de
woningmarkt. Op dit moment krijgen ggz cliënten in Amsterdam die uitstromen
uit RIBW of kliniek een woning met een huur van €695,- aangeboden. De
bijstandsuitkering bedraagt ongeveer €900. Bij deze woningen is sprake van een
kwaliteitskorting op de huurtoeslag. Dit leidt ertoe dat ggz cliënten niet
uitstromen vanwege een niet passend aanbod aan woningen. Dat resulteert in
stagnatie van de ambulantisering in de ggz.
Wat is nodig?
In elk geval zijn voldoende geschikte en betaalbare woningen nodig voor ggz
cliënten die met ambulante zorg zelfstandig gaan wonen. Daarbij speelt een rol
dat ggz cliënten in de langdurige ggz gemiddeld een inkomen op minimum
niveau hebben.
Ook gaat het om het creëren van een veilige woonomgeving voor ggz cliënten in
beschermd en begeleid wonen en voor hun omgeving. Cliënten in de ggz hebben
vaker dan gemiddeld te maken met stigmatisering en zijn vaker slachtoffer van
geweld of misbruik. Een veilige woonomgeving betekent ook dat gemeenten met
zorgaanbieders en corporaties werken aan een integrale aanpak ter voorkoming
van huisuitzettingen, wegpesten en woonoverlast.
Welke mogelijkheden zien wij?
Een onderzoek is zeer noodzakelijk - in aanvulling op het Rli advies - naar het
aantal ggz/MO/RIBW cliënten (jongvolwassenen en volwassenen) dat jaarlijks
(weer) zelfstandig gaat wonen en passende huisvesting nodig heeft. Met het
resultaat kunnen gemeenten en corporaties beleid voor ggz cliënten ontwikkelen
en onderbouwen:
kan het kabinet opdracht geven tot dit onderzoek?
Wij willen de bewindslieden vragen om nadrukkelijker de stelselherziening zorg
te verbinden met de herziening van de woningmarkt.
Kunnen de bewindslieden hun stelselverantwoordelijkheid op dit punt vormgeven
door interdepartementaal prestatie afspraken op het gebied van passende
huisvesting en zorg voor deze groep cliënten te ontwikkelen?
We willen partijen vragen het Plan van Aanpak voor de behandeling en
ondersteuning bij ernstige psychiatrische aandoeningen, te benutten. Dit Plan
van Aanpak is opgesteld op verzoek van de partijen betrokken bij het Bestuurlijk
Akkoord GGZ en wordt dit najaar openbaar wanneer het aan de Tweede Kamer
wordt gezonden.