Spi, Iesoese, spi

Spi, Iesoese, spi
1.
Спи, Ісусе,
Spi, Iesoese,
Slaap, Jezus,
Я
Ja
Ik
тя
tja
jou
спи, очка зажмури.
spi,
otsjka zazjmoeri.
slaap, ogen dichtknijp.
буду
boedoe
zal
колисати,
kolisati,
wiegen,
пісеньками присипляти.
piesen'kami prisipljati.
Met liedjes in slaap brengen
Спи, Ісусе,
Spi, Iesoese,
Slaap, Jezus,
спи маленький,
spi
malen'kij,
slaap kleine,
спи, серденько, спи.
spi, serden'ko, spi.
Slaap, hartje,
slaap.
2.
Спи, Лелійко,
спи, головку
Spi, Leliejko,
spi, holovkoe
Slaap, Gekoesterde, slaap, hoofdje
Ти
Ti
Jij
на
na
op
рученьки
roetsjen'ki
de handen
склони
skloni
neerbuig
Марії,
Mariejie,
van Maria,
бач, вона тебе леліє
batsj, vona tebe lelieje.
Zie je, zij
jou koesterd.
3.
Спи, Терпіння,
Spi, Terpiennja,
Slaap, Lijdzaamheid,
спи, очка зажмури.
spi, otsjka zazjmoeri.
slaap, ogen dichtknijp.
Не
колись
питай,
що
буде,
Ne
Niet
pitaj,
vragen,
sjtsjo kolis'
wat ooiet
що
зготовлять
sjtsjo zhotovljat'
Wat voorbereiden
boede,
zal gebeuren,
Тобі люди.
Tobie ljoedi.
voor jou
mensen.
4.
Спи, Надіє,
Spi, Nadieje,
Slaap, Hoop,
спи, серце відчини,
spi, sertse viedtsjini,
slaap, hart openmaak,
Щоб
Sjtsjob
Zodat
ньому
njomoe
hem
при
pri
bij
відпочили
viedpotsjili
uitrusten
люди
вбогі,
нещасливі.
ljoedi
vbohie,
nesjtsjaslivie.
Mensen
arme,
ongelukkige.
5.
Спи, Ісусе,
спи, серце відчини.
Spi, Iesoese,
spi, sertse viedtsjini.
Slaap, Jesuz,
slaap, hart openmaak.
Най при
Naj
pri
Zodat bij
ньому
njomoe
hem
спочивають
spotsjivajoet'
uitrusten
тут
toet
Hier
землі
zemlie
aarde
і
ie
en
на
na
op
там, в
tam, v
daar, in
раю.
rajoe.
paradijs.