Alternatieve Niveau 2 en 3 Cursussengids Periode 4 UTRECHT, JANUARI 2014 Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen Vereniging 1 Voordat je begint met lezen… De alternatieve studiegids is anders dan de reguliere studiegids van het departement Biologie. De informatie in deze gids is afgestemd op die in de reguliere, maar het kan gebeuren dat ze minder up to date is. Kijk dus vooral ook naar de reguliere studiegids op de site van de Universiteit. De directe link er naartoe is als volgt: http://www.uu.nl/faculty/science/nl/informatievoorstudenten/bachelor/studenten/opleidingen/biol ogie/studiepunt/naslag/studiegids/Pages/default.aspx Wil je meer weten over de veranderingen in het onderwijsmodel van de komende jaren, kijk dan op: www.uu.nl/studenten/onderwijsmodel 2 Voorwoord Lieve medebiologen, Wanneer je dit leest is het waarschijnlijk ergens in februari, de helft van het jaar zit er al weer op. Misschien ligt er wel sneeuw en jij staat op het punt om invulling te geven aan de laatste periode van dit studiejaar. De laatste periode… Ja, dat zijn die laatste 10 weken van het collegejaar bikkelen terwijl buiten de zon schijnt en de barbecue al op je staat te wachten. Want precies wanneer jij in de bieb zit te blokken, dan is het buiten 25 graden met een zacht briesje. En wanneer jij een middag alle tijd voor jezelf hebt, dan regent het natuurlijk. Dat is hoe ik mij de vierde periode altijd herinner. Oké, nu moet ik wel toegeven dat ik afgelopen jaar ook op een hete woensdagmiddag met een aantal biologen (en mijn neuro boek) in het Wilhelminapark heb gezeten. Mijn schouders waren 2 weken daarna nog steeds pijnlijk van het verbranden maar het was een heerlijke middag. Helaas kan ik met dit boekje niet zorgen dat het regent als je in de bieb moet blokken en dat het lekker weer is wanneer je even vrije tijd hebt. Waar dit boekje wel bij kan helpen, is het kiezen van cursussen die bij je passen en waar je best een zonnestraatje voor wilt opgeven. Dan kom je de vierde en laatste periode net iets lekkerder door en zul je wellicht ook een beetje van de bieb genieten. Dan nog even iets anders, graag wil ik van dit moment gebruik maken om Berber te bedanken voor haar inzet binnen onze commissie. Helaas heeft ze door haar master geen tijd meer om stukjes te verzamelen en zal ze ons voorgoed verlaten. Berber, bedankt voor alle dingen die je voor de commissie hebt gedaan! We zullen je aanwezigheid en verhalen tijdens onze vergaderingen missen. Tot snel op de UBV-kamer! Iedereen heel veel plezier met het lezen van dit boekje en succes met het kiezen van je laatste cursussen voor dit studiejaar! Ook namens de rest van de commissie, Tot op de UBV! Milou Arts P.s. Zouden jullie eerst even de enquête van je afgelopen cursus in willen vullen? Deze informatie is heel waardevol voor het verbeteren van onze eigen studie en wordt onder andere gebruikt voor het samenstellen van deze gids. 3 Toelichting Beste student, Het kiezen van de juiste vakken voor de volgende periode blijft altijd moeilijk. Voor veel studenten biedt deze alternatieve studiegids dan ook een helpende hand. Veel van jullie kennen de gids inmiddels, maar voor degene waarbij hij wat minder bekend is volgt hier een korte uitleg over wat de alternatieve studiegids precies is. De alternatieve studiegids lijkt in principe erg veel op de gewone studiegids: over elke cursus staat een stukje tekst waarin beschreven wordt wat deze cursus precies inhoudt. Het grote verschil met de gewone studiegids is dat deze stukjes geschreven zijn door studenten. Deze studenten hebben het vak vorig jaar gevolgd en delen op deze manier hun ervaringen met jullie. Zij beschrijven het verloop van de cursus, de onderwerpen die aan bod komen en geven bijvoorbeeld aan hoe zwaar zij het vonden om de desbetreffende cursus te volgen. Dit is natuurlijk wel de mening van één enkele student, maar het geeft je in ieder geval een beeld van hoe het vak in elkaar zit. Dit kan je helpen bij je beslissing. Bij iedere cursus wordt ook het slagingspercentage van de cursus vermeld. Deze slagingspercentages berusten op de studenten die het vak in een keer halen. Daarnaast worden sinds kort ook gemiddelde beoordelingen die uit de OAC-B onderwijsenquêtes zijn gekomen onder elke cursus vermeld. Dit geeft een algemeen beeld van hoe de cursus wordt beoordeeld door studenten. Let wel op, sommige cursussen zijn maar door een relatief klein deel van de deelnemers beoordeeld. Jij kunt helpen om deze cijfers nog betrouwbaarder te maken door ook de enquête in te vullen! Volg je deze periode cursussen bij Biologie? Of volg je een cursus bij een andere studie waar meer biologen over zouden moeten horen? En wil jij een nieuw stukje schrijven voor de gids van volgend jaar? Laat het ons weten! Stuur een mailtje naar [email protected] met daarin het vak waarover jij een stukje zou willen schrijven. Je kunt natuurlijk ook iemand van ons aanspreken! Ben jij een ouderejaars bioloog en wil je beginnen aan je scriptie/onderzoeksproject? Ook hiervoor kun je bij ons terecht. Kijk achter in deze alternatieve studiegids voor meer informatie! Heel veel succes met het maken van je keuze en natuurlijk veel plezier bij het volgen van je cursussen! De onderwijscommissie van de UBV, Linde Berg Kahren van Eer Milou Arts Yeszamin Onderwater Iris Hameleers Pim van Caspel Jonas Jonker 4 Inhoudsopgave Voordat je begint met lezen… 1 Voorwoord 2 Toelichting 3 Inhoudsopgave 4 Blokjesrooster 5 Voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen 6 De Onderwijscommissie van de UBV (OcUBV) 7 Studieadviespaden 8 Periode 4 - timeslot A + D - Niveau 2 De Cel (B-B2CEL09) Neurobiologie (B-B2NEUR10) Wetenschaps- en techniekcommunicatie (BETA-B2WTC) - Niveau 3 Immunobiologie (B-B3IMMB09) Geschiedenis en wijsbegeerte (B-B3GESB05) 9 9 9 9 10 11 11 11 Periode 4 - timeslot B + C - Niveau 2 Moleculaire genetica (B-B2MOLG05) Natuurbehoud, duurzaamheid en plantendiversiteit (B-B2NADU11) - Niveau 3 Aquatische ecologie (B-B3AQEC05) Cognitie en gedrag (B-B3CEG05) Biologische mechanismen in een ‘biobased’ ecomomie (B-B3BMBC13) 13 13 13 13 14 14 15 15 Periode 4 - timeslot A + D of B + C - Niveau 3 Scriptiecursus (B-B3AFST05) 16 16 16 Periode 4 - fulltime Onderzoeksproject (B-B3ONSCR en B-B3ONST) 17 17 Dankwoord 18 5 Blokjesrooster 6 Voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen Er zijn voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen. De regels hiervoor staan genoemd in de Onderwijsexamen regeling (OER). In het artikel uit de OER dat de toelating tot het onderwijs van niveau 2 en 3 bepaalt, staat: art. 4.2 – ingangseisen cursussen; voorkennis 1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die van het eerste jaar van de opleiding onderdelen met een studielast van tenminste 45 studiepunten heeft behaald. 2. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het gevorderde niveau (niveau 3) van de opleiding heeft de student die van de keuzeonderdelen van de opleiding op verdiepend niveau (niveau 2) van het 2e jaar onderdelen met een studielast van tenminste 15 studiepunten heeft behaald. 3. Toegang tot de cursussen Afstudeeropdracht (scriptiecursus) en Onderzoeksproject heeft de student die tenminste 120 studiepunten van de major van de opleiding heeft afgerond met een voldoende eindcijfer, waarvan het verplichte deel van de major (67½ studiepunten) geheel moet zijn behaald. 4. Vanwege gewetensbezwaren kan de student verzoeken om deel te nemen aan de cursus Biologie van dieren (niveau 1) waarbij van de cursus de verplichte dissectiepractica worden vervangen door een andere opdracht. 5. Aan de niveau 2 cursus gedragsbiologie kan eerst worden deelgenomen nadat een voldoende is behaald voor de niveau 1 cursus Biologie van dieren met dissectie en de cursus Evolutie en biodiversiteit. 6. De cursus Biologie van dieren met dissectie is verplicht voor alle cursussen van niveau 2 en 3 met practica waarbij gebruik wordt gemaakt van dieren. 7. Onverminderd het bepaalde in het vijfde en zesde lid wordt in de Universitaire Onderwijscatalogus (en de studiegids) bij elke cursus aangegeven welke voorkennis vereist is om daaraan met goed gevolg te kunnen deelnemen. De volledige OER kan je inzien en downloaden op de website van de Universiteit: http://www.uu.nl/faculty/science/nl/onderwijs/bachelor/studenten/opleidingen/biologie/studiepun t/naslag/oer/Pages/default.aspx 7 De Onderwijscommissie van de UBV (OcUBV) De onderwijscommissie van de UBV is de commissie die service op onderwijsgebied levert aan alle Utrechtse biologiestudenten. De commissie heeft ook jou een heleboel te bieden! Aan wat voor services kun je zoal denken? - Tentamenbank op internet Tentamenbundel voor eerstejaars Alternatieve studiegidsen Alternatieve mastergids Stagebank Studie-informatie De producten van de OcUBV kun je vinden op de website van de UBV: www.ubv.info onder het kopje onderwijs. Ook over de commissie zelf staat informatie op de website. Klik hiervoor vanaf de hoofdpagina door naar het kopje commissies. Voor meer algemene informatie en nieuws op onderwijsgebied kun je ook altijd een email sturen naar [email protected] of bellen naar de UBV-kamer (030-2536741). Natuurlijk kun je ook een onderwijscommissie- of UBV-bestuurslid aanspreken, vragen staat vrij! Zin om te helpen met het maken van deze gids? Wil je in een commissie, maar er niet al te veel tijd aan kwijt zijn? Kom de OcUBV versterken! Hoe? Zoals hierboven: mail/bel/spreek iemand aan NB: Ben jij op zoek naar een gezellige commissie die niet te veel tijd kost maar wel belangrijk werk verzet? Kom ons dan versterken! Stuur een mailtje naar [email protected] en wie weet zien wij jou op de volgende vergadering! NB 2: Wil je een bijdrage leveren aan de tentamenbank? Vraag je docent of je het tentamen mee mag nemen voor de tentamenbank en geef het aan de vice-voorzitter van de UBV. Hier heeft iedereen profijt van! 8 Studieadviespaden De Bachelor Biologie kent vier studieadviespaden. Een studieadviespad is een cluster van cursussen die je een goede basis geeft voor bepaalde masterprogramma’s. Je bent niet verplicht deze cursussen te volgen maar het wordt geadviseerd een pad te volgen als je een bepaalde richting op wilt. Hieronder staan de studieadviespaden genoemd met de bijbehorende cursussen van periode 3. Meer informatie over de studieadviespaden vind je in de reguliere studiegids. Organismen, Ecosystemen en Biodiversiteit Niveau 2 Natuurbehoud, duurzaamheid en plantendiversiteit Niveau 3 Aquatische ecologie Gedragsbiologie Niveau 2 Neurobiologie Niveau 3 Cognitie en gedrag Moleculaire Levenswetenschappen Niveau 2 De Cel Neurobiologie* Niveau 3 Moleculaire genetica Immunobiologie* Educatie, Communicatie en Management Niveau 2 Wetenschaps- en techniekcommunicatie Niveau 3 *Cursussen sluiten goed aan bij dit studieadviespad maar maken er, volgens de reguliere studiegids, officieel geen deel van uit. 9 Periode 4 - timeslot A + D - - Niveau 2 De Cel (B-B2CEL09) Deze cursus wordt afwisselend gegeven door Anna Aknmanova, Adri Thomas, Fons Cremers en Jan Andries Post. De cursus borduurt voort op de cursus Moleculaire biologie uit het eerste jaar en gaat dieper in op veel processen die hier zijn behandeld. Naast de hoorcolleges heb je ook werkcolleges en een aantal COO’s. Een aantal werkcolleges moet worden voorbereid met snippers, dit zijn kleine stukjes college die je online kunt bekijken. Het is zeker handig om dit te doen, want over deze stukjes stof wordt vaak geen hoorcollege gegeven. Zonder deze voorbereiding zijn de werkcolleges erg pittig en omdat de stof in kleine groepen wordt behandeld, valt het ook echt op wanneer je de snippers niet hebt bekeken. Daarnaast is het voor deze cursus handig als je de stof gedurende de periode goed bijhoudt. Dit moet eigenlijk wel, want door de drie tentamens en de grote hoeveelheid stof wordt je flink aan het werk gezet. Vooraf aan de tentamens is goed duidelijk wat je precies moet weten en wat er bij de toetsing van je wordt verwacht. Wanneer je dit allemaal weet zijn de tentamens best te doen. De tentamens waren dit jaar allemaal computertoetsen, iets wat ik persoonlijk niet heel fijn vind. De drie tentamens bepalen samen voor 75% je eindcijfer. Het laatste deel wordt bepaald door een literatuuropdracht die je met een groep moet maken. De opdracht bestaat uit het schrijven van een essay over een onderwerp dat boven het niveau van de cursus uit stijgt. Samen met je groep haal je de informatie uit wetenschappelijke artikelen en sluit je de opdracht af met een presentatie die je geeft tijdens het symposium. Wanneer je houdt van de moleculaire kant van de biologie en alle stof goed bijhoudt is deze cursus leuk en goed te doen. Beoordeling(door 17 van de 56 deelnemers): 7,6 Slagingspercentage(zonder herkansing): 56,8% Neurobiologie (B-B2NEUR10) De cursus Neurobiologie valt binnen het studiepad Gedragsbiologie, maar is ook zeker aan te raden voor mensen die dat studiepad niet volgen. De cursus wordt gecoördineerd door Esther de Graaff en Corette Wierenga. Daarnaast zijn er nog wat andere docenten die één of meer colleges geven. Deze docenten geven colleges over hun eigen specialisme binnen de neurobiologie en ook over hun eigen onderzoek. De docenten zijn allemaal goed te volgen en geven duidelijk college. Zowel in de pauze als na het college staan ze open voor vragen die ze dan ook uitgebreid en met veel enthousiasme beantwoorden. De cursus bestaat vooral uit hoorcolleges waarbij het in het eerste deel gaat over de neurobiologische processen in het zenuwstelsel. Het tweede deel gaat meer over de koppeling van deze processen naar zintuigen, motoriek, emoties, geheugen en seks. De volgorde van de colleges is logisch opgebouwd waardoor je aan het einde een totaalplaatje hebt over de verschillende aspecten binnen de neurobiologie. Naast de hoorcolleges krijg je een computerpracticum waarbij je met behulp van een computerprogramma meer inzicht krijgt in het verloop van actiepotentialen. Gedurende de cursus moet je ook een groepsopdracht ‘check the facts’ maken. Tijdens deze opdracht moet je een actueel neurobiologische stelling (bijvoorbeeld van nu.nl) controleren op waarheid. Hiervan moet je in groepjes van 5 een “verslag” van ongeveer 1000 woorden schrijven, dit zal komend jaar in kleinere groepjes van 1-3 personen zijn. Tijdens de cursus wordt gebruik gemaakt van het boek Neuroscience van Purves. In het boek staat vrijwel alles wat ook in de colleges ook wordt behandeld, dus wanneer je iets niet snapt kun je dit goed teruglezen. Ook staan er veel figuren 10 in waardoor de stof duidelijker wordt. Persoonlijk vond ik de cursus niet erg zwaar, de hoeveelheid stof valt mee maar het is wel nodig om het bij te houden. Het tentamen wordt op de computer gemaakt waarbij je meerkeuze-, open-, foto- en invulvragen krijgt. Als je gewoon aanwezig bent bij de colleges en daarnaast het boek goed doorneemt, dan zijn de tentamens goed te maken. Neurobiologie is een interessante cursus die voor studenten met interesse voor gedrag, maar ook voor veel biologen met moleculaire interesse, leuk is om te volgen. Beoordeling(door 18 van de 91 deelnemers): 7,2 Slagingspercentage(zonder herkansing): 75,3% Wetenschaps- en techniekcommunicatie (BETA-B2WTC) Deze cursus is afgelopen jaar niet gegeven maar is dit jaar in aangepaste vorm terug. Omdat de coördinator en de docenten niet meer hetzelfde zijn is ook de opzet van de cursus veranderd ten opzichte van twee jaar geleden. Er is daarom geen stukje van een student voor deze cursus beschikbaar. Het onderstaande stukje is een korte toelichting over de cursus, geschreven door de coördinator. Voor de verdere inhoud van het vak kun je de reguliere studiegids raadplegen. Kennis over en inzicht in wetenschapscommunicatie is altijd handig, of je nu onderzoeker wilt worden, of een baan gaat zoeken in de wetenschapscommunicatie. Vandaar dat de cursus wetenschapscommunicatie terug van weggeweest is. De vernieuwde opzet is bèta-breed en de cursus kan dus ook door studenten van andere disciplines gevolgd worden. De cursus wordt dit jaar gegeven door Liesbeth de Bakker en Frans van Dam van het Freudenthal Instituut, beide docenten die jarenlang als wetenschapscommunicator gewerkt hebben voordat ze les gingen geven aan de Universiteit Utrecht. In de cursus draait het vooral om het hoe, wat en waarom van wetenschapscommunicatie. We kijken naar wat wetenschap is, en hoe er door verschillende groepen, op verschillende manieren, en met verschillende doelen over gecommuniceerd wordt. De theorie leer je vooral aan de hand van de hoofdstukken uit een nieuw uit te komen basisboek voor bachelorstudenten over wetenschaps- en technologiecommunicatie. Hoe de theorie in de praktijk werkt, wordt duidelijk in de cases die de revue zullen passeren en aan de hand van gesprekken met professionals uit het werkveld van de wetenschaps- en technologiecommunicatie, zoals bijvoorbeeld een wetenschapsjournalist, een museummedewerker of een gezondheidsvoorlichter. De theoretische kennis zul je vervolgens inzetten bij verschillende opdrachten, zoals een zelfreflectieopdracht – wat betekent wetenschapscommunicatie voor mij en welke rol zal het spelen in mijn toekomst? - , en een ontwerpopdracht. Bij deze ontwerpopdracht werk je in groepsverband met grote zelfstandigheid aan een wetenschapscommunicatief product over synthetische biologie. Je mag zelf je doel, je doelgroep en je communicatievorm kiezen. Belangrijk is dat je je ontwerpkeuzes zo goed mogelijk onderbouwt door middel van literatuur en/of kleine onderzoekjes. Je sluit het vak af met een 3-uur-durend tentamen over de literatuur en de stof uit de interactieve hoorcollege’s. Het tentamen telt voor 60% en de ontwerpopdracht voor 40%. Het idee is dat je aan het eind van de cursus weet wat wetenschapscommunicatie is, waar je rekening mee moet houden als je effectief wilt communiceren, en wat voor rol dit vak in je vervolgopleiding en -carrière zal gaan spelen. Het is bij uitstek dus een vak voor de student die zich in zijn studie breed wil oriënteren en buiten z’n vakgebied durft te kijken. 11 - Niveau 3 Immunobiologie (B-B3IMMB09) Immunobiologie wordt hoofdzakelijk gegeven door Can Kesmir en Rob de Boer. Zij verzorgen de hoorcolleges en de computerpractica. Daarnaast worden een aantal colleges gegeven door PhD studenten. Zij geven college over hun eigen vakgebied en daarbij laten ze zien waar zij precies onderzoek naar doen. Ook zijn er gewone practica, deze worden gegeven door Alex Klarenbeek en Erik Hofman. Can Kesmir geeft college in het Engels maar het is wel mogelijk om vragen in het Nederlands te stellen. Beide docenten nemen de tijd wanneer je iets niet begrijpt. Dat heb ik als heel positief ervaren, want de computerpractica zijn af en toe best onduidelijk. Je moet met programma’s leren werken waarmee je nog niet eerder hebt gewerkt. Ook bij de gewone practica probeert Alex ervoor te zorgen dat je begrijpt wat je aan het doen bent en als het niet meteen helemaal duidelijk is legt hij het met plezier nog een keer uit. Je schrijft een verslag van de gewone practica en het bijbehorende computerpracticum. De cursus gaat in het algemeen over het immuunsysteem en haar verschillende reacties op indringers. De hoorcolleges volgen elkaar goed op en behandelen elke keer een ander aspect. Er wordt veel stof behandeld in een college, dus het is aan te raden om de stof bij te houden. Het boek kun je hier goed bij gebruiken, over het algemeen staat alles wat in de hoorcolleges besproken wordt ook in het boek. Tijdens de gehele periode worden presentaties verzorgd door groepjes studenten waarbij een relevant wetenschappelijk artikel wordt besproken. Hierbij ben je soms verplicht de presentatie te beoordelen of vragen te stellen. Dit maakt deel uit van je cijfer. Het tentamen bestaat uit een eindtoets die dit jaar voor het eerst bestond uit een aantal meerkeuze vragen en een grote open vraag waarin je een proces moest uitleggen en daarin verschillende aangegeven begrippen moest noemen. Het lijkt raar om 15 meerkeuze vragen te beantwoorden terwijl je een heel boek hebt moeten leren, maar het is ook een mogelijkheid om een goed cijfer te halen. Mijn algemene conclusie is dat het een heel interessante cursus is waarbij het immuunsysteem van alle kanten belicht wordt en waarmee je modellen leert maken om een systeem of reactie te visualiseren. Je moet niet schrikken van het computergedeelte. Het is een leuke manier om de reactie van het immuunsysteem op bepaalde dingen na te bootsen. Het is een pittige cursus, maar als je de colleges volgt en de stof bijhoudt is de cursus goed te volgen. Beoordeling(door 10 van de 35 deelnemers): 7,4 Slagingspercentage(zonder herkansing): 94,7% Geschiedenis en wijsbegeerte (B-B3GESB05) Laten we er even vanuit gaan dat je enigszins geïnteresseerd bent in hoe biologie is ontstaan als natuurwetenschap en hoe filosofen in de loop van de jaren tegen biologische vraagstukken hebben aangekeken. Dan is dit een fantastisch vak om te volgen! Het gevaar met wetenschapsfilosofie voor biologen is dat zij er snel kritisch tegenaan kijken en misschien snel geneigd zijn om het iets te vaag en zweverig te vinden. Vandaar dat een goede docent ontzettend veel uitmaakt. Bert Teunissen geeft deze cursus en hij kan fantastisch vertellen! Hierdoor ben je vanaf het eerste college geboeid en lukt het hem zelfs om de colleges redelijk interactief te maken. Wat betreft de cursusopbouw; per week heb je zo’n vijf contacturen, verspreid over twee colleges. Eén daarvan is geweid aan de geschiedenis van de biologie, de ander aan het wijsbegeerte onderdeel. Het studiemateriaal bestaat uit een reader, een boek en een grote hoeveelheid artikelen. Qua contacturen is het niet bepaald een zware cursus, maar het is wel aan te raden om de literatuur bij te houden en de stof buiten de colleges om nog eens te bestuderen. De cursus wordt getoetst door een eindtentamen over alle stof, hier moet je 12 zeker goed voor leren! Het wijsbegeerte deel begint met onderwerpen zoals hoe je volgens de oude Grieken het beste meer te weten kunt komen over hoe het leven in elkaar zit; moet je dit doen door te redeneren en de levende natuur vooral met rust te laten, of zijn juist experimentele methoden nodig en moet je planten en dieren juist opensnijden om erachter te komen hoe ze zichzelf reguleren? De opvatting van veel filosofen over het leven en natuurwetenschap komen voorbij en vraagstukken zoals hoe mutaties in een populatie kunnen ontstaan en zich kunnen verspreiden worden vanuit de ogen van enkele filosofen behandeld. Het geschiedenisdeel legt uit hoe de biologie als wetenschap tot stand is gekomen en er worden verschillende filosofische vraagstukken behandeld. Bijvoorbeeld over hoe het leven en organismen in elkaar zitten (Kant, Descartes). Verschillende onderwerpen uit de biologie worden één voor één behandeld; embryonale ontwikkeling, plantfysiologie, evolutie, ecologie, en als laatste genetica. Het tentamen bestaat uit tien vragen over beide onderdelen, en indien je de colleges bezocht hebt en je je enigszins verdiept hebt in de stof dan is het goed te doen. Achteraf ben ik erg blij dat ik het vak gevolgd heb, gezien het zeker iets heeft toegevoegd aan de manier waarop ik tegen biologie aankijk. Beoordeling(door 11 van de 52 deelnemers): 8,2 Slagingspercentage(zonder herkansing): 62,2% 13 Periode 4 - timeslot B + C - - Niveau 2 Moleculaire genetica (B-B2MOLG05) De cursus Moleculaire genetica wordt voornamelijk gegeven door Renze Heidstra. Hij gaat ervan uit dat je voordat je aan deze cursus begint al een aardige basiskennis hebt van zijn vakgebied. De colleges zitten vol met informatie en dit moet je ook echt allemaal kennen voor het tentamen. Het is erg handig als je voordat je deze cursus gaat volgen al meer moleculaire vakken met labwerk hebt gedaan. Daar zul je veel profeit van hebben, zowel bij het tentamen als tijdens de practica. De cursus begint met een paar weken theorie in de vorm van colleges om daarna volledig over te gaan op practica. Bij de practica ga je verschillende proefjes doen en zit je hele dagen in het Kruyt. Dit is echter helemaal niet vervelend, want de practica zijn interessant en uitdagend. Je doet ze in tweetallen en er is tussendoor genoeg tijd voor koffie als je bijvoorbeeld een PCR moet laten runnen. Tijdens deze practica dien je ook een labjournaal bij te houden, deze wordt gecontroleerd dus zorg ervoor dat je dit echt altijd doet! Voor deze cursus hadden wij vorig jaar geen boek. De leerstof voor het tentamen bestond uit de hand-outs van de colleges en de practica. Het tentamen is best pittig en de cursus is dus zeker geen inkoppertje. Concluderend vind ik het een moeilijke cursus maar zeker een ‘must-do’ voor de biologen onder ons die geïnteresseerd zijn in labwerk en het doen van onderzoek in de moleculaire richting. Beoordeling(door 9 van de 64 deelnemers): 6,4 Slagingspercentage(zonder herkansing): 59,6% Natuurbehoud, duurzaamheid en plantendiversiteit (B-B2NADU11) Deze jonge niveau 2 cursus, door de studenten vaak afgekort tot ‘NDP’, is vorig jaar pas voor de tweede keer gegeven maar trekt al wel een groot aantal studenten aan. Het onderwijs wordt gegeven door verschillende docenten waaronder Hans Persoon en Vijko Lukkien, die beide met veel enthousiasme over hun vakgebied vertellen. Hans gaf het overgrote deel van de colleges over de indeling van planten in genera en families en Vijko gaf colleges over onder andere de evolutie van landplanten en zaadplanten en de diversiteit binnen het plantenrijk. De cursus is in feite in twee delen te verdelen. Het eerste deel laat de student kennis maken met verschillende plantenfamilies, zowel inheemse- als tropische. Tijdens dit deel krijg je in de ochtend colleges over de kenmerken van de verschillende families en in de middag ga je aan de slag met het maken van morfologische beschrijvingen van deze families. Ook ga je naar de Botanische Tuinen, waardoor je de families ook levend kunt aanschouwen. Het tweede deel van de cursus gaat in op ‘natuurbehoud en duurzaamheid’ waarbij er elke week een gastdocent komt vertellen over zijn vakgebied. In de middag wordt er steeds in groepsverband aan een ‘mini-project’ gewerkt dat dezelfde middag af moet zijn, denk hierbij aan het geven van een presentatie of het schrijven van een kort essay. Je sluit de cursus af met een literatuuronderzoek waar je gedurende de hele cursus aan hebt moeten werken. Samen met je groepje presenteer je het onderzoek middels een posterpresentatie, die gegeven worden op het hoofdkantoor van het WNF in Zeist. Het is een cursus met veel contacturen. Naast de tijd die je bezig bent met het werk op de practicumzalen en met het voorbereiden van presentaties, moet je ook werken aan de eindopdracht. Hier zijn geen contacturen voor ingepland maar het is belangrijk deze zelf in te plannen zodat je de opdracht zeker niet tot aan het einde van de periode laat liggen! 14 Al met al heb ik heb de cursus als leuk ervaren, vooral om meer zicht te krijgen in de verschillende families en te leren hoe je deze op basis van morfologische kenmerken van elkaar kan onderscheiden. Het is in die zin een unieke cursus. Beoordeling(door 29 van de 77 deelnemers): 7,1 Slagingspercentage(zonder herkansing): 100% - Niveau 3 Aquatische ecologie (B-B3AQEC05) Het bijzondere aan de cursus Aquatische ecologie is dat het op het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO) in Wageningen gegeven wordt. Er is beperkte plek, in 2013 mochten er 16 mensen deelnemen aan de cursus, omdat er anders niet genoeg begeleiding vanuit het NIOO gegeven kon worden. Het is een erg leuke cursus waarbij je kennis maakt met het NIOO, leert hoe het is om een (mini-) stage te doen en daarbij ook veel praktische ervaring opdoet. In groepjes van twee krijg je een begeleider die je in feite laat meewerken aan zijn/haar onderzoek. Ieder tweetal krijgt een ander onderwerp om te onderzoeken, waarbij je bijvoorbeeld moet denken wat overstroming voor effect heeft op oevervegetatie, in hoeverre zaadverspreiding door vissen plaatsvindt en wat voor stoffen waterplanten kunnen uitscheiden om ongewenste algengroei tegen te gaan. Het leuke is dat je echt bezig bent met lopend onderzoek aan het NIOO, hierdoor voel je je nuttig en dat motiveert ontzettend. Het uiteindelijke doel is het schrijven van een artikel. De cursus heeft geen boek en geen tentamen. Het eindcijfer bestond afgelopen jaar uit twee presentaties, je artikel en je inzet maar de vormgeving van de groepsprojecten zal komend jaar iets worden aangepast. De presentaties en het artikel moeten in het Engels en de feedback die je erop krijgt is zeer uitgebreid en daarom erg leerzaam. Dat er geen tentamen is wil niet zeggen dat het geen pittige cursus is of dat je er weinig tijd mee kwijt bent. Wekelijks ben je een halve dag bezig met zelfstudie in Utrecht of thuis, en twee volle dagen met je onderzoek in Wageningen. De dagen bij het NIOO beginnen stipt om 9 uur ’s ochtends, dus je moet geen hekel hebben aan vroeg opstaan of ver reizen. Al met al ben je dus best veel tijd kwijt en maak je lange dagen. Je werkzaamheden hangen logischerwijs af van je onderwerp, maar denk aan labwerk waarbij je algen telt of plantjes kweekt. Zelf deed ik mee aan een onderzoek waarbij we een aantal dagen veldwerk hebben gedaan in de omgeving van Utrecht. Hiervoor stonden we ook wel eens een hele dag met een waadpak aan in de sloot om de bedekking van planten te schatten of bodemmonsters te verzamelen. Dit vond ik geweldig om te doen! Niet elk onderwerp heeft echter veldwerk, dus reken daar niet op. Naast het praktische werk ben je bezig met het analyseren van je data en het schrijven van je artikel. Elke week was er ook een dag die begon met een lezing van 45 minuten van een van de begeleiders of medewerkers van het NIOO, waarbij ze vertelden over hun onderzoek. Ik vond dit altijd erg interessant en hierdoor krijg je tevens een goed beeld van wat er allemaal te doen is bij het NIOO en de mogelijkheden van het (aquatisch) ecologisch onderzoek. Kortom, een erg leuk en leerzame cursus die ik iedereen aan kan raden! Beoordeling(door 6 van de 16 deelnemers): 8,7 Slagingspercentage(zonder herkansing): 100% 15 Cognitie en gedrag (B-B3CEG05) Tijdens de cursus Cognitie en gedrag worden de colleges voornamelijk gegeven door Marie José Duchateau en Liesbeth Sterck. De cursus is opgedeeld in twee delen. Het eerste deel word je aan de hand van colleges klaargestoomd voor het tentamen (dat na 5 weken plaatsvindt) om vervolgens te beginnen aan het schrijven van een research paper en het doen van een ministage bij het Biomedical Primate Research Centre (BPRC). Het is een niveau 3 cursus en dat merk je zeer zeker. Het is echt wel even aanpoten en de vaart zit er goed in. Daarom is het ook erg fijn dat de cursus opgedeeld is, zodat je je kan focussen op één onderwerp per keer. Het eerste deel van de cursus krijg je als eerste college van Marie José. Zij bespreekt vooral de algemene gedragingen van dieren, waarna Liesbeth het stokje overneemt en dieper in zal gaan op de gedragingen bij primaten. De stijl waarin Liesbeth uitlegt is simplistisch, dat was in het begin erg wennen maar aan de andere kant ook wel fijn, omdat alles duidelijk uitgelegd wordt. Tijdens dit eerste deel wordt er ook van je verwacht dat je het boek “Denken dieren na” leest. Hier wordt na ongeveer vier weken een discussie over gehouden, welke erg interessant kan zijn. Het tweede gedeelte van de cursus ben ik begonnen met de ministage bij het BPRC, wat zacht uitgedrukt echt super vet is! Je gaat drie dagen lang kijken naar een groep hyperactieve makaken. In het begin kan je de apen voor geen meter uit elkaar houden en zie je het eigenlijk niet meer zo zitten, maar op de tweede dag krijg je er al veel meer grip op. En na de laatste dag is het toch wel erg jammer om de makaken weer achter te laten omdat je dan de hiërarchie binnen de groep redelijk door hebt en toch een soort van band met ze hebt opgebouwd (al is dat wel eenzijdig….). Na het verzamelen van data schrijf je een wetenschappelijk artikel over een zelf gekozen onderwerp, hier moet je zelf de statistische analyses op uitvoeren. Als laatste moet je een research paper schrijven waar je twee weken de tijd voor hebt. Je kunt kiezen tussen vijf onderwerpen, elk over een andere diersoort. Na het schrijven van een goede inleiding werk je uit hoe je je onderzoek vorm zou willen geven en hoe je proefopstelling precies in elkaar zit. Hier moet je na afloop een presentatie over houden. Kortom, het is een tijdrovende cursus met een theoriedeel en twee uitdagende opdrachten. Wel is het prima te halen mits je gemotiveerd bent om er wat voor te doen. En puur voor de ministage alleen al is deze cursus een aanrader om te volgen! Beoordeling(door 7 van de 43 deelnemers): 7,3 Slagingspercentage(zonder herkansing): 76,9% Biologische mechanismen in een ‘biobased’ ecomomie (B-B3BMBC13) Deze cursus wordt voor het eerst gegeven dus er zijn nog geen ervaringen beschikbaar van studenten die de cursus vorig jaar hebben gevolgd. Wat we al wel over de cursus kunnen vertellen is dat het waarschijnlijk een zeer praktische cursus wordt, met veel onderzoekscomponenten. Er zal veel gebruik worden gemaakt van wetenschappelijke literatuur en je zult naast de colleges en de ministage aan de slag gaan met een posterpresentatie en het schrijven van een onderzoeksvoorstel. Het onderwijs zal gedeeltelijk in het Engels worden gegeven en voorkennis vergelijkbaar met de niveau 2 cursus Metabolisme is noodzakelijk. Voor de inhoud kun je het beste de reguliere studiegids raadplegen. 16 Periode 4 - timeslot A + D of B + C - - Niveau 3 Scriptiecursus (B-B3AFST05) Deze cursus is de laatste verplichte cursus die je in je bachelor zal doen. Dat maakt hem er echter niet minder belangrijk op: het is de parel op de kroon die je bachelor is. Een mooi resultaat voor je bachelor kan zich terug betalen in wellicht een stagemogelijkheid bij de vakgroep waarbij je je scriptie hebt geschreven, maar boven alles leidt een goed resultaat tot een goed gevoel. De inschrijfprocedure voor dit vak is iets anders dan dat je gewend bent bij andere vakken. De inschrijving gebeurt eerst via Osiris, maar daarna zal je van de cursuscoördinator een e-mail krijgen met een formulier waarop je je eerste drie voorkeuren voor een vakgroep moet aangeven. Vervolgens zal er wat gepuzzeld worden om zoveel mogelijk mensen aan hun wensen tegemoet te komen. Er zijn altijd vakgroepen die veel populairder zijn dan andere, zoals gedragsbiologie. De kans dat daarvan je eerste keuze wordt gehonoreerd is lager dan bij andere vakgroepen en sta er dus niet van te kijken als je niet wordt ingeloot. Na het eerste college zal je kennis maken met je begeleider. Afhankelijk van je begeleider en zijn/haar manier van kijken zul je een onderwerp krijgen of een onafgebakende richting. Dit is vaak ook af te stemmen aan je eigen voorkeur. Er zijn een paar verplichte colleges die gegeven worden door de coördinator. Daarnaast is het boek “een leesbare scriptie” verplicht voor de cursus en er is ook een werkcollege waarin je bibliotheekinstructie krijgt. Dat heb je vaak al in je tweede jaar gehad maar het is zeer verfrissend om het allemaal nog een keer te horen. Je leert effectiever te zoeken naar literatuur (Web of Science, Scopus etc.) en je leert je gevonden literatuur beter te bewaren en te organiseren (RefWorks). Dan de scriptie zelf nog schrijven, je zou het haast vergeten maar daar gaat het uiteindelijk om. Reken er op dat je veel meer dan de 20 uur per week die er officieel voor staan mee bezig zal zijn. Het is wel te combineren met een andere cursus zolang die niet te zwaar is. In uitzonderlijke gevallen loont het ook om je andere vak te laten vallen om al je aandacht te kunnen richten op je scriptie. Je scriptie schrijven is dus geen makkelijke taak, maar wanneer je eenmaal klaar bent houd je er een zeer goed en voldaan gevoel aan over. Dat maakt alle tegenslagen die je tegenkomt, lange dagen, en RSI helemaal goed! 17 Periode 4 - fulltime - Onderzoeksproject (B-B3ONSCR en B-B3ONST) Wanneer je voor deze cursus kiest, kun je het schrijven van de scriptie combineren met een ministage. Je mag zelf bepalen hoe je de tijd indeelt, zolang je maar ongeveer vijf weken aan beide onderdelen besteed. Zelf heb ik ervoor gekozen om eerst vijf weken fulltime aan het onderzoek te werken, om vervolgens de resterende vijf weken aan het schrijven van mijn scriptie te besteden. Bij nader inzien is het wellicht slimmer om deze werkzaamheden wat meer af te wisselen, want vijf weken van 9:00 tot 17:00 aan een scriptie werken kost erg veel geestelijke inspanning. De meeste studenten zullen tijdens het onderzoeksproject iemand (bv. een aio) assisteren bij zijn/haar onderzoek. Ik mocht echter een eigen onderzoek verrichten, namelijk naar de evolutie van corbiculate bijen (zoals honingbijen en hommels). Dit onderzoek deed ik op het moleculaire laboratorium van Roy Erkens, omdat ik de DNA-sequentie van een bepaald gen wilde verkrijgen voor verschillende soorten bijen. Het werk was erg gevarieerd, namelijk van het vangen van bijen tot het sequencen van DNA tot het analyseren van de data achter de computer. Helaas bleek het onderzochte gen niet geschikt, waardoor ik geen bruikbare onderzoeksresultaten verkreeg. Dit zeg ik om aan te geven dat je niet teleurgesteld moet zijn wanneer er geen harde conclusies uit je onderzoek komen. Het doel van het Onderzoeksproject is daarentegen om ervaring op te doen met onderzoek en dat doe je wel degelijk. Bij het Onderzoeksproject hoort ook het houden van een presentatie voor je werkgroep. Hierin zullen de resultaten van je onderzoek besproken worden. Afhankelijk van je begeleider dien je ook een verslag in te leveren van het verrichte onderzoek. Naast het onderzoek werk je aan je scriptie. Deze thesis is geen uitgebreide uitwerking van het onderzoek, maar je moet eerder als een losstaand geheel zien. Het is echter wel mogelijk om je eigen onderzoeksresultaten erin te verwerken. Ik vond deze cursus zeer leuk en leerzaam. Aangezien het onderwerp van de scriptie gerelateerd is aan het onderzoek, was ik extra gemotiveerd om aan mijn scriptie te werken. Een bijkomend voordeel is dat de benodigde wetenschappelijke literatuur zowel betrekking heeft op de scriptie als op het onderzoek, waardoor het lezen een veel leukere bezigheid wordt. Daarnaast ben je tijdens deze cursus veel op jezelf aangewezen: je zult zelf tijdig contact op moeten nemen met je begeleider(s), je moet een degelijke tijdsplanning aanhouden en je dient creatief te zijn met het bedenken van oplossingen. Het is daarmee een uitstekende voorbereiding op de onderzoeksprojecten tijdens je master. Het Onderzoeksproject is dus echt een aanrader, zeker wanneer je het leuk vindt om onderzoek te verrichten. Graag wil ik nog als tip meegeven dat je veel uren aan het onderzoek kwijt kunt zijn. Houdt daarom een strakke planning aan, zodat je scriptie niet in het gedrang komt. 18 Dankwoord De Onderwijscommissie wil de volgende personen hartelijk bedanken voor hun bijdrage aan het tot stand komen van deze gids: Maarten Brouwer Koen Vriends Matyas Bittenbinder Eeke Haanstra Daan Laméris Immy Riethorst Lotte Scholten Steffie Rijpkema Lian Smeets Bedankt!
© Copyright 2025 ExpyDoc