Belangrijkste wijzigingen Invoeringswet Jeugdwet Staatssecretaris van Rijn (VWS) heeft vrijdag 4 juli jl. het wetsvoorstel Invoeringswet Jeugdwet naar de Tweede Kamer gestuurd. Het wetsvoorstel bevat diverse wijzigingen ten opzichte van de Jeugdwet zoals die 14 maart 2014 gepubliceerd is in het Staatsblad (Stb. 2014, 105). De meeste wijzigingen zijn van technische aard. Er zijn echter ook wijzigingen aangebracht om inhoudelijke redenen. Hieronder een overzicht van de opvallendste wijzigingen. Let wel: De Invoeringswet moet nog behandeld worden door het parlement. Het is de bedoeling dat de Invoeringswet Jeugdwet tegelijk in werking treedt met de Jeugdwet op 1 januari 2015. Begrippen In artikel 1.1 Jeugdwet wijzigen onder andere de volgende begrippen: begeleiding: komt te vervallen. Begeleiding valt namelijk inhoudelijk onder het begrip jeugdhulp. jeugdige: in onderdeel 3° van de begripsomschrijving is de formulering '...voor wie het college...heeft bepaald...' verwijderd. Dit om rekening te houden met gevallen waarin niet het college bepaalt dat jeugdhulp noodzakelijk is, maar een gecertificeerde instelling, huisarts, medisch specialist of jeugdarts. machtiging gesloten jeugdhulp: dit begrip wordt gewijzigd in 'machtiging'. woonplaats: onderdeel 1° en 2° worden verduidelijkt. Onderdeel 4° voegt een regeling toe voor de 'woonplaats' van een meerderjarige jeugdige. Aanwijzingsbevoegdheid minister vervalt Artikel 2.15 geeft een aanwijzingsbevoegdheid aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en van Veiligheid en Justitie (V&J). Dit artikel is in werking getreden op 15 maart 2014. Per 1 januari 2015 komt het artikel te vervallen. Geen medezeggenschap voor alleenstaande minderjarige asielzoekers Aan artikel 4.2.4 Jeugdwet wordt een lid 3 toegevoegd dat bepaalt dat de medezeggenschapsbepalingen (§ 4.2.b Jeugdwet) niet van toepassing zijn op Nidos. Nidos vangt alleenstaande minderjarige vreemdelingen op die recent in Nederland aangekomen zijn en een verblijfsvergunning op asielgronden aangevraagd hebben. Voor deze groep kan redelijkerwijs geen goede medezeggenschap tot stand komen. 'Pleegkind' wordt: jeugdige In de artikelen 5.1 en 5.3 Jeugdwet over pleegzorg wordt de term 'pleegkind' vervangen door: jeugdige. College kan niet om machtiging gesloten jeugdhulp verzoeken bij ondertoezichtstelling Lid 1 van artikel 6.1.8 Jeugdwet wordt opgesplitst in een lid 1 en lid 2. In het nieuwe lid 2 wordt het college uitgesloten van de bevoegdheid om bij een ondertoezichtstelling een verzoek te doen tot machtiging gesloten jeugdhulp. Deze bevoegdheid hoort enkel toe aan de uitvoerder van jeugdbescherming (kinderbeschermingsmaatregelen). Toestemming niet nodig voor jeugdhulp bij uitvoering JB/JR De jeugdige of zijn ouders moeten in de meeste gevallen toestemming geven voordat de jeugdhulp gegeven kan worden. Bij gesloten jeugdhulp is deze toestemming niet nodig. Ook voor jeugdhulp bij de uitvoering van jeugdbescherming en jeugdreclassering is toestemming niet nodig. Deze laatste uitzondering is nu ook toegevoegd in lid 1 van artikel 7.3.4 Jeugdwet. PGB ook mogelijk in gedwongen kader De mogelijkheid om een persoonsgebonden budget (PGB) te verstrekken wordt uitgebreid. Ook jeugdigen en hun ouders die jeugdhulp krijgen binnen het gedwongen kader kunnen een PGB krijgen. Om deze reden is lid 2 van artikel 8.1.1 Jeugdwet geschrapt. Verwerking van persoonsgegevens bij inning ouderbijdrage De volgende paragraaf wordt ingevoegd: § 8.4 Verwerking van persoonsgegevens. De paragraaf regelt waarborgen en bevoegdheden bij de verwerking van persoonsgegevens bij inning van de ouderbijdrage. De invoeging van deze paragraaf hangt samen met de invoering van de Wmo 2015 (ook op 1 januari 2015). Overgangsrecht Het overgangsrecht wordt uitgebreid met enkele artikelen. Het gaat vooral om overgangsrecht voor het gedwongen kader (jeugdbescherming en jeugdreclassering). Uitgangspunt hierbij is dat dezelfde instelling die de kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering onder de Wet op de jeugdzorg uitvoert, dit ook onder de Jeugdwet blijft doen. Het gaat om de huidige bureaus jeugdzorg, landelijk werkende instellingen (LWI) met mandaat van bureau jeugdzorg en Nidos (zie artikelen 10.6 t/m 10.9 Jeugdwet). Onder de Jeugdwet mag een uitvoerder van jeugdbescherming en jeugdreclassering geen jeugdhulp aanbieden. LWI's hebben deze mogelijkheid in het huidige stelsel wel. Artikel 10.10 Jeugdwet regelt dat LWI's dit maximaal 1 jaar kunnen blijven combineren. Alle gemeenten hebben afspraken gemaakt met de huidige bureaus jeugdzorg in verband met de continuïteit van jeugdhulp per 1 januari 2015. De gemeenten geven de bureaus jeugdzorg (of hun rechtsopvolgers) een budgetgarantie van 80% voor de uitvoering van zijn wettelijke taken. Artikel 10.11 Jeugdwet legt dit regime wettelijk vast. Dit artikel gaat gelden in die gevallen waarin een gemeente deze afspraken onvoldoende geregeld heeft. Achtergrond en uitleg van deze artikelen evenals alle andere zaken die de Jeugdwet regelt is te vinden in Grip op Jeugd van KluwerSchulinck (www.kluwerschulinck.nl).
© Copyright 2024 ExpyDoc