Lees het artikel van Emma Bevers, gepubliceerd HR Rendement

juridisch
alle regels met betrekking tot oproepkrachten op een rijtje
Ook oproepkrachten
hebben rechten
Door te werken met oproepkrachten kunt u goed inspelen op
pieken en dalen in het werkaanbod. Maar deze flexibiliteit is
niet onbegrensd. Ook oproepkrachten hebben namelijk bepaalde rechten. Zorg dat een oproepovereenkomst geen bron van
discussie wordt door rekening te houden met de arbeidsrechtelijke regels.
I
In de praktijk komen verschillende benamingen voor de oproepkracht voor. Denk
aan invalkrachten, nulurenkrachten en
hulpkrachten. Dit zijn geen juridische
termen, de term oproepkracht is dat
evenmin. Met al deze benamingen wordt
op dezelfde constructie gedoeld: de werkgever roept de werknemer op als hij werk
voorhanden heeft en de oproepkracht is
in principe verplicht aan die oproep gehoor te geven. Het contract waarin partijen deze afspraken vastleggen, noemt
men vaak een oproepcontract. Juridisch
gezien is een oproepcontract niets anders
dan een arbeidsovereenkomst, maar dan
eentje met een ‘uitgestelde prestatieplicht’. De werknemer is pas na oproep
verplicht arbeid te verrichten en de werkgever is pas verplicht het loon te betalen
over uren die de werknemer daadwerkelijk heeft gewerkt.
Nulurencontract
Een oproepcontract bevat geen bepalingen over werktijden en arbeidsomvang en
(dus) ook niet over een vast loon. Daarom
noemt men een oproepcontract vaak ook
wel een ‘nulurencontract’. De oproepkracht is in feite voor minimaal nul uur
10
HR Rendement 4-2014
per week in dienst, maar u kunt hem
voor 40 uur in de week oproepen. Een
min-maxcontract bevat wel een afspraak
over het aantal uren per week (of per
maand) dat de werknemer minimaal en
maximaal werkt. Daardoor is een minmaxcontract geen zuivere vorm van een
oproepcontract. Het heeft meer weg van
een parttimecontract met variabele werktijden.
De belangrijkste reden om oproepkrachten in te schakelen is om de loonkosten
te beperken. De werkgever betaalt bij een
oproepkracht immers alleen voor het
werk dat is verricht. Werkt de oproepkracht om welke reden dan ook niet (bijvoorbeeld vanwege ziekte of omdat de
werkgever geen werk voorhanden heeft),
dan ontvangt hij geen loon.
Rechtsvermoeden
Hier zit echter wel een addertje onder het
gras. Als een oproepovereenkomst drie
maanden heeft geduurd, kan de werknemer aanspraak maken op de arbeidsomvang gelijk aan de gemiddelde omvang
van de arbeid per maand in de drie voorafgaande maanden. De werkgever kan dit
vermoeden met tegenbewijs weerleggen.
Slaagt hij daar niet in, dan heeft de werk-
Beschikbaar
Op de oproepovereenkomst zijn in principe alle regels van toepassing die ook
gelden voor een gewone arbeidsovereenkomst, waaronder de normen van goed
werkgever- en goed werknemerschap. Zo
zult u op tijd moeten aankondigen dat u
werk beschikbaar heeft, zodat de oproepkracht niet aan de telefoon gekluisterd
hoeft te wachten op een oproep, om zich
vervolgens op stel en sprong te moeten
melden. De werknemer moet beschikbaar zijn en aan een oproep gehoor geven, tenzij sprake is van zwaarwegende
redenen die dat belemmeren. Op grond
van de regels in de Arbeidstijdenwet zal
de werkgever de oproepkracht niet ongelimiteerd kunnen oproepen.
Voorovereenkomst
Naast de overeenkomst met uitgestelde
prestatieplicht (mup-overeenkomst)
kunt u met de oproepkracht ook een
voorovereenkomst sluiten. De afspraken
uit de overeenkomst gaan dan pas gelden als de oproepkracht daadwerkelijk
voor uw organisatie gaat werken. Bij elke
oproep ontstaat er een nieuwe tijdelijke
overeenkomst. Bij een voorovereenkomst bent u niet verplicht om een oproepkracht op te roepen, ook niet als u
werk voor hem heeft. De oproepkracht
is echter ook niet verplicht om aan uw
oproep gehoor te geven.
nemer recht op deze arbeidsomvang.
Stel, een werkgever heeft een aantal oproepkrachten in dienst. Hij roostert deze
oproepkrachten op dezelfde manier in als
zijn vaste werknemers. De werkgever besluit één van deze oproepkrachten niet
meer in te roosteren. Daardoor verricht
deze oproepkracht geen werk meer en
ontvang hij geen loon. Maar als deze oproepkracht gedurende een periode van 3
maanden gemiddeld 15 uur heeft gewerkt, kan hij met een beroep op het
“
Een oproepkracht kan
een beroep doen op
het rechtsvermoeden
”
rechtsvermoeden stellen dat er sprake
was van een arbeidsomvang van gemiddeld 15 uur per week. Hij kan dan loondoorbetaling vorderen over deze arbeidsomvang. De werknemer kan het
rechtsvermoeden arbeidsomvang onderbouwen met bijvoorbeeld loonstroken,
salarisbetalingen, roosters of getuigenverklaringen. De werkgever kan de stelling proberen te weerleggen door bijvoorbeeld te bewijzen dat de oproepkracht
seizoensarbeid verrichtte en er tijdens de
betreffende drie maanden sprake was van
een piek in het werkaanbod. Als de werkgever de stelling van de oproepkracht niet
kan weerleggen, zal hij de werknemer gedurende vijftien uur per week te werk
moeten stellen of in ieder geval over die
uren loon moeten betalen.
Minimumloongarantie
Datgene wat u in het oproepcontract met
de werknemer heeft vastgelegd, is dus
niet doorslaggevend. Het is daarom belangrijk niet alleen in het contract duidelijk vast te leggen dat er geen sprake is
van een vast of gemiddeld aantal arbeidsuren, maar ook in de praktijk de oproepkracht niet te vaak, te lang achtereenvolgend en te veel volgens een vast patroon
op roepen. Hoe meer de oproepkracht
zijn werkzaamheden als een ‘gewone’
werknemer met een vaste arbeidsomvang
volgens een vast rooster verricht, hoe
sneller de rechter hem als zodanig zal beschouwen.
Niet alleen het rechtsvermoeden, maar
ook de minimumloongarantie beperkt de
flexibele inzet van oproepkrachten. Als
de arbeidsomvang van tevoren niet (duidelijk) is vastgelegd, heeft de oproepkracht volgens de wet per oproep recht op
het loon over tenminste drie uur, dus ook
als hij minder dan drie uur heeft gewerkt. Dit geldt ook als u de oproepkracht
meerdere malen op één dag oproept.
Hierdoor kan het voorkomen dat u bepaalde tijdvakken dubbel moet belonen.
Ontslagrecht
Het lijkt misschien zo dat het ontslagrecht niet op oproepkrachten van toepassing is. Als een oproepkracht niet bevalt,
Een oproepkracht bouwt gewoon vakantiedagen op
Een oproepkracht bouwt zijn vakantieaanspraak op per gewerkt uur. Uitgaande
van 2080 arbeidsuren per jaar (40 uur x
52 weken) en een recht op ten minste 160
uren vakantie per jaar (40 uur x 4 weken)
heeft een oproepkracht na 13 gewerkte
uren aanspraak op 1 uur vakantie. Als de
cao aan ‘gewone’ (voltijd)werknemers
meer dan het wettelijke minimum van
20 vakantiedagen per jaar toekent, geldt
dit ook voor de oproepkracht. Heeft een
werknemer die 40 uur per week werkt
recht op 25 vakantiedagen per jaar, dan
heeft de oproepkracht recht op (2080:
200 vakantie-uren =) 1 uur vakantie per
10,4 gewerkte uren.
Daarnaast heeft een oproepkracht – net
als andere werknemers in uw organisatie
– recht op een vakantiebijslag van ten
minste 8% van het loon over de feitelijk
gewerkte uren die uw werkgever jaarlijks
in juni moet betalen.
Proeftijd
Ook een oproepcontract kan een proeftijd bevatten. Houd wel rekening met de
maximale duur van een proeftijd. Deze
is maximaal één maand bij een tijdelijk
contract dat korter duurt dan twee jaar
en maximaal twee maanden bij een
tijdelijk contract dat twee jaar of langer
duurt of een contract voor onbepaalde
tijd. Als u de oproepkracht pas voor
het eerst oproept als de proeftijd al is
verstreken, kunt u van de proeftijd geen
gebruik meer maken.
of niet meer nodig is, roept u hem toch
gewoon niet meer op? Deze redenering
wordt door rechters niet altijd gevolgd.
“
De ketenbepaling is
ook van toepassing op
oproepkrachten
”
Volgens sommige kantonrechters staat
het niet meer oproepen van een werknemer, die voorheen wel vaak werd opgeroepen, gelijk aan het opzeggen van de arbeidsovereenkomst. En volgens andere
kantonrechters is het zomaar niet oproepen van een werknemer in strijd met
goed werkgeverschap.
Door tijdelijke oproepcontracten af te
sluiten, houdt u het ontslagrecht een
poosje buiten de deur. Maar ook de zogenoemde ketenbepaling is gewoon van
toepassing op een oproepcontract. Dat
betekent dat het vierde oproepcontract als
een vast contract wordt beschouwd, evenals het (opvolgende) oproepcontract dat
langer dan 36 maanden heeft geduurd.
Let dus goed op hoeveel overeenkomsten
u met een oproepkracht sluit en voor welke periode.
Emma Bevers, advocaat arbeidsrecht bij
Clingendael Advocaten te Den Haag,
e-mail: [email protected],
www.clingendaeladvocaten.nl
HR Rendement 4-2014
11