ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER opleiding Geneeskunde A. Facultair deel B. Opleidingsspecifiek deel Studiejaar 2014-2015 Augustus 2014 Onderwijs- en examenregeling Master Deel A: facultair deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid regeling Artikel 1.2 Begripsbepalingen 2. Vooropleiding en toelating Artikel 2.1 Vooropleiding Artikel 2.2 Aanmelding en inschrijving Artikel 2.3 Facultaire toelatingscommissie Artikel 2.4 Toelatingsprocedure Artikel 2.5 Weigering of beëindiging inschrijving (iudicium abeundi) 3. Inrichting opleiding Artikel 3.1 Indeling studiejaar Artikel 3.2 Inrichting van de opleiding Artikel 3.3 Honoursprogramma Artikel 3.4 MD/PhD programma 4. Tentaminering en examinering Artikel 4.1 Intekening voor tentamens Artikel 4.2 Vorm van tentaminering Artikel 4.3 Mondelinge tentamens Artikel 4.4 Vaststelling en bekendmaking van de uitslag Artikel 4.5 Herkansing Artikel 4.6 Cijfers Artikel 4.7 Vrijstelling Artikel 4.8 Geldigheidsduur resultaten Artikel 4.9 Inzagerecht Artikel 4.10 Nabespreking Artikel 4.11 Masterexamen Artikel 4.12 Getuigschrift en verklaring Artikel 4.13 Fraude en plagiaat 5. Studiebegeleiding en studievoortgang Artikel 5.1 Studievoortgangsadministratie en studiebegeleiding Artikel 5.2 Aanpassingen ten behoeve van een student met een functiebeperking 6. Hardheidsclausule Artikel 6.1 Hardheidsclausule 7. Overgangs- en slotbepalingen Artikel 7.1 Wijziging en periodieke beoordeling Artikel 7.2 Overgangsbepalingen Artikel 7.3 Bekendmaking Artikel 7.4 Inwerkingtreding Pagina 2 Onderwijs- en examenregeling Master Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2 Gegevens opleiding Artikel 1.3 Instroommoment 2. Doelstellingen en eindtermen van de opleiding. Artikel 2.1 Doelstelling opleiding Artikel 2.2 Eindtermen 3. Nadere toelatingseisen Artikel 3.1 Toelatingseisen Artikel 3.2 Schakel-/premasterprogramma Artikel 3.3 Beperkte opleidingscapaciteit Artikel 3.4 Uiterste termijn aanmelding Artikel 3.5 Taaleisen Nederlands bij Nederlandstalige masteropleidingen Artikel 3.6 Vrij programma 4. Opbouw van het curriculum Artikel 4.0 Deelname aan het onderwijs en voorrangregels Artikel 4.1 Samenstelling opleiding Artikel 4.2 Verplichte onderwijseenheden Artikel 4.3 Praktische oefening - n.v.t. Artikel 4.4 Keuzeruimte Artikel 4.5 Volgorderlijkheid tentamens Artikel 4.6 Deelname aan verplicht onderwijs en coschappen Artikel 4.7 Maximale vrijstelling Artikel 4.8 Geldigheidsduur resultaten Artikel 4.9 Graad 5. Studiebegeleiding en studieadvies Artikel 5.1 Studiebegeleiding 6. Overgangs- en slotbepalingen Artikel 6.1 Wijziging en periodieke beoordeling Artikel 6.2 Overgangsbepalingen Artikel 6.3 Bekendmaking Artikel 6.4 Inwerkingtreding Pagina 3 Onderwijs- en examenregeling Master Deel A: facultair deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid regeling 1. Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de masteropleiding Geneeskunde (hierna ook te noemen: de opleiding) die worden verzorgd aan de Faculteit der Geneeskunde (hierna ook te noemen: de faculteit) van de Universiteit van Amsterdam. 2. Deze regeling bestaat uit een facultair (A) deel en een opleidingsspecifiek deel (B). Deel A bevat algemene bepalingen en is van toepassing op het onderwijs en de examens van de masteropleiding Geneeskunde van de Faculteit der Geneeskunde. Deel B bevat opleidingsspecifieke bepalingen. Deel A en deel B samen vormen de onderwijs- en examenregeling van de opleiding. 3. Deze regeling kan van overeenkomstige toepassing worden verklaard op de gezamenlijke opleidingen en onderwijseenheden, bedoeld in artikel 7.3c WHW, die mede door de faculteit worden verzorgd. 4. Deze regeling is van toepassing op een ieder die voor de opleiding is ingeschreven, ongeacht het studiejaar, waarin de student voor het eerst voor de opleiding werd ingeschreven. 5. Deel B van deze onderwijs- en examenregeling kan voor de desbetreffende opleiding aanvullende algemene bepalingen omvatten. Artikel 1.2 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. coschappakket: een vast en bindend pakket van onderwijsonderdelen van ruim twee jaar dat in de voorgeschreven volgorde, inclusief vaste vakantiemomenten, wordt doorlopen door een student b. EC (European Credit) een studiepunt met een studielast van 28 uren studie; c. examen: het masterexamen van de opleiding; d. fraude en plagiaat: het handelen of nalaten van een student waardoor een juist oordeel over zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt; e. joint degree: een graad die een instelling verleent, samen met een of meer instellingen in binnen- of buitenland, nadat de student een studieprogramma (een opleiding, afstudeerrichting of specifiek programma binnen een opleiding) heeft doorlopen waarvoor de samenwerkende instellingen samen verantwoordelijk zijn; f. onderdeel: een onderwijseenheid van de opleiding in de zin van de wet; g. periode: een deel van een semester; h. praktische oefening: het deelnemen aan een practicum of andere onderwijsleeractiviteit, die gericht is op het bereiken van bepaalde (academische) vaardigheden. Voorbeelden van een praktische oefening: • het maken van een scriptie of thesis • het uitvoeren van een onderzoekopdracht, • het deelnemen aan veldwerk of een excursie • het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit die gericht is op het verwerven van bepaalde vaardigheden of • het doorlopen van een stage; i. programma: het totaal en de samenhang van de onderdelen, de onderwijsvormen, de contacturen, de toets- en tentamenvormen, de voorgeschreven literatuur; Pagina 4 Onderwijs- en examenregeling Master j. scriptie: k. SIS: l. studiegids: m. studielast: n. studiejaar: o. tentamen: p. toelatingscommissie q. universiteit: r. wet: r. opleidingsstatuut: een onderdeel dat bestaat uit literatuuronderzoek en/of een bijdrage aan wetenschappelijk onderzoek, in alle gevallen leidend tot een schriftelijk verslag daarover; het Studenten Informatie Systeem; de gids van de opleiding die een nadere uitwerking van de opleidingsspecifieke bepalingen en overige opleidingspecifieke informatie bevat. De studiegids is elektronisch beschikbaar via http://studiegids.uva.nl de studielast van de onderwijseenheid waarop een tentamen betrekking heeft, uitgedrukt in studiepunten = EC. (De studielast van 1 jaar (1680 uur) is 60 studiepunten/EC; het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daarop volgende kalenderjaar; onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student betreffende een onderdeel. De beoordeling wordt uitgedrukt in een eindcijfer. Een tentamen kan in gedeeltes worden afgenomen met behulp van één of meer deeltentamens. Een hertentamen bestrijkt altijd dezelfde materie als het tentamen. Het begrip toets wordt in de master als equivalent van (deel)tentamen gebruikt; de commissie die namens de decaan beoordeelt of een gegadigde aan de eisen voldoet om toegelaten te worden tot de masteropleiding van zijn keuze; de Universiteit van Amsterdam; de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek; het opleidingsspecifieke deel van het studentenstatuut conform artikel 7.59 van de wet. De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent. 2. Vooropleiding en toelating Artikel 2.1 Vooropleiding 1. Voor de inschrijving voor een masteropleiding is een bachelorgraad vereist, behaald in het wetenschappelijk onderwijs. Aan welke eisen de bachelorgraad moet voldoen, is bepaald in Deel B. 2. Ingeval een gegadigde niet beschikt over een bachelorgraad, zoals bedoeld in het eerste lid, beoordeelt de toelatingscommissie van de opleiding de geschiktheid om tot de opleiding toegelaten te worden aan de hand van de vereisten, bepaald in Deel B. Artikel 2.2 Aanmelding en inschrijving Een student kan zich inschrijven voor de masteropleiding Geneeskunde op studielink na het behalen van de bachelor opleiding Geneeskunde aan de UvA. Aanvullende ingangseisen staan vermeld in deel B van deze regeling. De uiterste datum voor aanmelding voor de masteropleiding staat vermeld in artikel 3.4 (deel B). Artikel 2.3 Facultaire toelatingscommissie De decaan stelt een toelatingscommissie in. De decaan wijst de leden daarvan aan na overleg met het bestuur van het onderwijsinstituut Geneeskunde en examencommissie van de desbetreffende opleiding. Pagina 5 Onderwijs- en examenregeling Master Artikel 2.4 Toelatingsprocedure 1. De toelating tot de opleiding is opgedragen aan de toelatingscommissie. 2. Met het oog op de toelating tot de opleiding stelt de toelatingscommissie een onderzoek in naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de kandidaat. In aanvulling op schriftelijke bewijzen van de gevolgde opleiding(en) kan de commissie bepaalde kennis, inzicht en vaardigheden laten toetsen door deskundigen in of buiten de universiteit. De commissie betrekt bij haar onderzoek de kennis van de taal waarin het onderwijs wordt verzorgd. 3. Het toelatingsonderzoek vindt twaalf maal per jaar plaats. Binnen een termijn van 6 weken ontvangt de kandidaat een reactie op het toelatingsonderzoek. 4. De kandidaat ontvangt een toelatingsbewijs dan wel een afwijzende beslissing. Hiertegen is binnen zes weken beroep mogelijk bij het college van beroep voor de examens. 5. Een kandidaat die in bezit is van een verklaring Toelating Master Geneeskunde AMC-UvA kan zich inschrijven voor de masteropleiding en aanmelden voor het onderwijs. Artikel 2.5 Weigering of beëindiging inschrijving (iudicium abeundi) 1. Op grond van het bepaalde in artikel 7.42a van de wet kan de decaan of de examencommissie in uitzonderlijke gevallen het College van Bestuur verzoeken de inschrijving van een student voor een opleiding te beëindigen dan wel te weigeren, als die student door zijn gedragingen of uitlatingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een of meer beroepen waartoe de door hem gevolgde opleiding hem opleidt, dan wel voor de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening. 2. Indien jegens een student vermoedens van ongeschiktheid bestaan zoals omschreven in het eerste lid, stelt de examencommissie of de decaan een onderzoek in, waarvan de student onverwijld op de hoogte wordt gesteld. De examencommissie of de decaan brengt geen advies uit dan na zorgvuldige afweging van de betrokken belangen en nadat de betrokken student in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord. 3. Inrichting opleiding Artikel 3.1 Indeling studiejaar De indeling van een studiejaar van de masteropleiding Geneeskunde staat beschreven in paragraaf 4.2, deel B en staat voor de student grotendeels beschreven in het coschappakket van de betreffende student. Artikel 3.2 Inrichting van de opleiding 1. De opleiding omvat de onderwijseenheden die in deel B zijn opgenomen. 2. De omvang van de opleiding in EC is vastgelegd in deel B. 3. De opleiding bestaat uit een verplicht deel inclusief een individuele wetenschappelijke stage en, indien van toepassing, een facultatief deel, zoals nader bepaald in het opleidingsspecifieke deel B van deze regeling. 4. Voorafgaande toestemming van de examencommissie is vereist, indien de student zijn keuzeruimte in wenst te vullen met een andere onderwijseenheid dan is bepaald in deel B. 5. Indien intekening vereist is voor deelname aan een onderwijseenheid, kan de intekening slechts plaatsvinden in de daartoe aangewezen periodes. Artikel 3.3 Honoursprogramma Het AMC-UvA biedt studenten die meer willen en kunnen dan het reguliere studieprogramma van hen vraagt, de mogelijkheid om deel te nemen aan een Honours-masterprogramma Geneeskunde van 21 EC verspreid over 3 jaar. Voorwaarden voor deelname, programma en eisen voor afronding worden beschreven in het Reglement voor het Honours-masterprogramma Geneeskunde op Blackboard. Pagina 6 Onderwijs- en examenregeling Master Artikel 3.4 MD/PhD programma Het AMC-UvA MD/PhD programma biedt studenten de mogelijkheid om binnen 5,5 jaar zowel het masterdiploma als het doctoraat te verkrijgen. Voorwaarden voor deelname, programma en eisen voor afronding worden beschreven in het programma op de website van de Graduate School (www.amc.nl/graduateschool) en de Onderwijsregeling MD/PhD studenten van het onderwijsinstituut Geneeskunde. 4. Tentaminering en examinering Artikel 4.1 Intekening voor toetsen 1. Een student kan alleen deelnemen aan een toets indien hij/zij over een geldige inschrijving bij de Universiteit van Amsterdam beschikt. 2. Een student die zich heeft aangemeld voor een pakketuitgifte en vervolgens een coschappakket heeft (toegewezen) gekregen is automatisch aangemeld voor de toetsen die plaatsvinden tijdens het voor de eerste keer gevolgde onderwijsonderdeel. 3. Indien een student opnieuw dient deel te nemen aan een (deel van een) onderwijsonderdeel of aan een toets wordt de student hiervoor aangemeld. Artikel 4.2 Vorm van tentaminering 1. De wijze waarop en de vorm waarin een onderwijseenheid wordt afgesloten, zijn bepaald in Deel B. 2. Op verzoek van de student kan de examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan in de studiegids is bepaald, wordt afgenomen. Nadere regels hieromtrent zijn, indien van toepassing, opgenomen in de Regels en richtlijnen van de examencommissie. 3. Van een onderwijseenheid die niet meer wordt verzorgd, wordt in het studiejaar na beëindiging van dat onderwijs, ten minste eenmaal de gelegenheid gegeven de (deel)tentamen(s) af te leggen en wordt voor de navolgende tijd een overgangsregeling in het opleidingsspecifieke deel opgenomen. Artikel 4.3 a Mondelinge toetsen – Tussen- en eindbeoordelingsgesprek coschappen 1. De tussen- en eindbeoordelingsgesprekken zijn niet openbaar. 2. Op een gemotiveerd schriftelijk verzoek van de student en examinator kan de examencommissie bepalen dat anderen dan de examinator en de student bij een tussen- of eindbeoordelingsgesprek aanwezig mogen zijn of kunnen geluidsopnamen van het tussen of eindbeoordelingsgesprek worden gemaakt. 3. Het tussen- en eindbeoordelingsgesprek wordt afgenomen in de Nederlandse taal, met uitzondering van het tussen- en eindbeoordelingsgesprek van een coschap dat bij een affiliatie ziekenhuis in het buitenland wordt gevolgd. 4. In een tussen- en eindbeoordelingsgesprek krijgt niet meer dan één persoon tegelijk de beoordeling. Artikel 4.3 b Mondelinge toetsen – Overige toetsen 1. Het mondeling afnemen van een toets, anders dan genoemd in artikel 4.3 a, is openbaar, tenzij de examencommissie of de examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald. Een student kan een gemotiveerd verzoek indienen bij de examencommissie om af te wijken van het openbare karakter van de zitting. De examencommissie weegt het belang van de student tegen het belang van de openbare zitting af. 2. De mondelinge toets, uitgezonderd de presentatie van de Wetenschappelijke stage, wordt afgenomen in de Nederlandse taal, tenzij tevoren door examinator en student anders is Pagina 7 Onderwijs- en examenregeling Master overeengekomen. 3. De presentatie van de wetenschappelijke stage wordt afgenomen in het Engels. 4. Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de examinator en de studenten anders overeenkomen. Artikel 4.4 Vaststelling en bekendmaking van de uitslag 1. De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen tien werkdagen vast. In afwijking van het bepaalde in de eerste volzin is de beoordelingstermijn voor verslag van de wetenschappelijke stage is niet langer dan twintig werkdagen. De examinator verschaft binnen dezelfde beoordelingstermijn de onderwijsadministratie van de opleiding de nodige gegevens en de onderwijsadministratie draagt direct hierna zorg voor registratie van de beoordeling. De onderwijsadministratie draagt tevens zorg voor onverwijlde bekendmaking van de beoordeling aan de student, met in achtneming van de geldende normen van vertrouwelijkheid. 2. De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en maakt deze bekend aan de student. De examinator verschaft uiterlijk binnen 8 werkdagen de onderwijsadministratie van de opleiding de nodige gegevens en de onderwijsadministratie draagt direct hierna zorg voor registratie van de beoordeling. De onderwijsadministratie draagt tevens zorg voor onverwijlde bekendmaking van de beoordeling aan de student, met in achtneming van de geldende normen van vertrouwelijkheid. 3. Ten aanzien van een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen bepaalt de examencommissie vooraf op welke wijze en binnen welke termijn de student in kennis wordt gesteld van de uitslag. 4. Bij de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzage- en nabesprekingsrecht als bedoeld in de artikelen 4.9 en 4.10, alsmede op zijn beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens. 5. Een student kan beroep aantekenen tegen de wijze waarop de uitslag tot stand is gekomen bij het College van beroep voor de examens binnen een termijn van zes weken na bekendmaking van de uitslag. Ook kan een verzoek tot herbeoordeling worden ingediend bij de examinator. Een verzoek tot herbeoordeling schort de termijn voor het indienen van een beroepschrift niet op. Artikel 4.5 Herkansing 1. Voor elk onderwijsonderdeel, met uitzondering van het onderwijsonderdeel Klinisch redeneren I en II, geldt dat in de periode van 12 maanden, gerekend vanaf de aanvang van het onderwijs dat voorbereidt op een bepaalde eindbeoordeling, de student één hertentamengelegenheid heeft. De eerste tentamengelegenheid is binnen de onderwijsperiode waarin het onderdeel is aangeboden; de hertentamengelegenheid wordt aangeboden binnen 12 maanden nadat het betreffende onderwijs is gevolgd. 2. Voor het onderwijsonderdeel ‘Klinisch redeneren I en II’ geldt dat in de periode van 12 maanden, gerekend vanaf de eerste keer dat de toets wordt afgelegd, de student twee herkansingsmogelijkheden heeft. 3. Ingeval van een herkansing geldt de laatste beoordeling. Artikel 4.6 Cijfers 1. Cijfers worden gegeven op een schaal van 1 tot en met 10. Cijfers worden gegeven met maximaal 1 decimaal achter de komma. 2. De eindcijfers 5,1 tot en met 5,9 worden niet toegekend. 3. Bij het behalen van een voldoende beoordeling voor een toets, tentamen of een onderwijsonderdeel vervalt het recht op een herkansing daarvan. Pagina 8 Onderwijs- en examenregeling Master Artikel 4.7 Vrijstelling 1. De examencommissie kan op schriftelijk verzoek van een student vrijstelling verlenen voor het afleggen van een of meer examenonderdelen, indien de student: a) een qua inhoud en niveau overeenkomstig onderdeel van een universitaire of hogere beroepsopleiding heeft voltooid, of b) aantoont door werk- en/of beroepservaring over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken op het desbetreffende onderdeel. Voor informatie over de procedure voor het aanvragen van een vrijstelling wordt verwezen naar de Regels en Richtlijnen van de examencommissie. 2. De examencommissie beslist en informeert de student over het besluit binnen twintig werkdagen na ontvangst van het verzoek. 3. De semi-artsstage is van deze vrijstellingsmogelijkheid uitgezonderd. Artikel 4.8 Geldigheidsduur resultaten 1. De geldigheidsduur van behaalde tentamens en vrijstellingen voor tentamens is beperkt tot vijf jaar, tenzij in deel B anders is bepaald. 2. De geldigheidsduur van een deeltentamen is beperkt tot het studiejaar waarin het is afgelegd, of tot het einde van het betreffende vak, zoals in deel B voor de desbetreffende onderwijseenheid is bepaald. 3. De examencommissie kan de beperkte geldigheidsduur van een tentamen of vrijstelling verlengen, indien een student daarom gemotiveerd verzoekt. De examencommissie kan besluiten de verlenging van de geldigheid slechts toe te staan nadat de verzoeker een aanvullend tentamen van de desbetreffende stof met goed gevolg heeft afgelegd. Artikel 4.9 Inzagerecht 1. Gedurende ten minste twintig werkdagen na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeelde werk, de gestelde vragen en opdrachten, alsmede zo mogelijk van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. 2. De examencommissie kan bepalen dat de in het eerste lid bedoelde inzage of kennisneming uitsluitend geschiedt op een bepaalde plaats en een bepaald tijdstip. De in de vorige volzin bedoelde plaats en tijd worden bij het tentamen en op de website van de faculteit bekendgemaakt. 3. Indien de student buiten zijn schuld verhinderd was op de in het tweede lid bedoelde plaats en tijdstip te verschijnen, wordt hem een alternatieve mogelijkheid geboden. 4. Indien een student voornemens is beroep aan te tekenen tegen de wijze waarop zijn werk is beoordeeld, kan hem op zijn verzoek tegen niet meer dan kostprijs (met een maximum van 2 euro per tentamen) een kopie van zijn beoordeelde werk worden verstrekt. Artikel 4.10 Nabespreking 1. Indien een collectieve nabespreking is georganiseerd, vindt individuele nabespreking pas plaats indien de student bij de collectieve bespreking aanwezig is geweest of wanneer hem niet kan worden verweten niet bij de collectieve bespreking aanwezig te zijn geweest. 2. De student die voldoet aan het vereiste in het eerste lid, kan aan de desbetreffende examinator om een individuele nabespreking verzoeken. De nabespreking geschiedt op een door de examinator te bepalen plaats en tijdstip. 3. In uitzondering op lid 1 en 2 geldt dat in het eindbeoordelingsgesprek van een coschap het eindoordeel (eindcijfer) op het coschap wordt toegelicht. Artikel 4.11 Masterexamen 1. De examencommissie stelt de uitslag en de datum van afstuderen vast, indien zij heeft vastgesteld dat de student de tot de opleiding behorende onderwijseenheden met goed gevolg heeft afgelegd. Pagina 9 Onderwijs- en examenregeling Master 2. Een getuigschrift kan slechts worden uitgereikt, nadat het College van Bestuur heeft verklaard dat de student aan alle procedurele vereisten heeft voldaan, waaronder de betaling van het collegegeld. 3. Het College van Bestuur bepaalt dat de officiële afstudeerdatum altijd op de laatste werkdag van de maand valt. 4. De masteropleiding wordt afgesloten met het afleggen van de artseneed of -belofte (KNMG, 2003). Artikel 4.12 Getuigschrift en verklaring 1. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de examencommissie een getuigschrift uitgereikt. Het model van het getuigschrift is vastgesteld door het College van Bestuur. Aan het getuigschrift voegt de examencommissie een diplomasupplement toe dat inzicht verschaft in de aard en de inhoud van de afgeronde opleidingen de behaalde resultaten van de onderwijsonderdelen. Het diplomasupplement is gesteld in het Nederlands of in het Engels en voldoet aan het Europese format. 2. Degene die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift als bedoeld in het eerste lid kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd een door de desbetreffende examencommissie af te geven verklaring waarin in elk geval de tentamens zijn vermeld die door hem met goed gevolg zijn afgelegd, met daarbij vermeld welke onderwijseenheden dit betrof, het aantal EC dat daarmee is verkregen en wanneer de tentamens zijn behaald. 3. De student kan onder opgave van redenen de examencommissie verzoeken nog niet over te gaan tot uitreiking van het getuigschrift, tenzij hij het verzoek tot afgifte zelf heeft ingediend. Artikel 4.13 Fraude en plagiaat 1. Het bepaalde in de fraude- en plagiaatregeling studenten is onverkort van toepassing. 2. Bij de detectie van plagiaat in teksten kan gebruik worden gemaakt van elektronische detectieprogramma’s. Met het aanleveren van de tekst geeft de student impliciet toestemming tot het opnemen van de tekst in de database van het betreffende detectieprogramma. 3. Ter aanvulling op de Fraude en plagiaat regeling studenten UvA gelden de Regels en Richtlijnen van de examencommissie Geneeskunde, zoals vermeld op Blackboard. 5. Studiebegeleiding en studievoortgang Artikel 5.1 Studievoortgangsadministratie en studiebegeleiding 1. De decaan van de faculteit is verantwoordelijk voor een goede registratie van de studieresultaten van de studenten in SIS. Iedere student heeft na de registratie van de beoordeling van een examenonderdeel via SIS inzage in de uitslag van dat onderdeel en beschikt via SIS tevens over een overzicht van de behaalde resultaten. 2. Ingeschreven studenten kunnen aanspraak maken op studiebegeleiding. De vormen van studiebegeleiding worden vermeld in deel B. Artikel 5.2 Aanpassingen ten behoeve van een student met een functiebeperking 1. Een student met een functiebeperking kan op basis van een daartoe strekkend schriftelijk verzoek, in te dienen bij de studieadviseur, in aanmerking komen voor aanpassingen in het onderwijs, de practica en tentamens. Deze aanpassingen worden zoveel mogelijk op de individuele functiebeperking afgestemd, maar mogen de kwaliteit of moeilijkheidsgraad van een vak of een tentamen niet wijzigen. In alle gevallen zal de student moeten voldoen aan de eindtermen van de opleiding. 2. Het in het eerste lid bedoelde verzoek wordt vergezeld van een aanbeveling van een studentendecaan. De aanbeveling is niet ouder dan twaalf weken en is mede gebaseerd op een recente verklaring van een arts of psycholoog of, indien er sprake is van dyslexie, van een BIG-, Pagina 10 Onderwijs- en examenregeling Master 3. 4. 5. 6. 7. NIP-, of NVO- geregistreerd testbureau. Indien mogelijk geven deze verklaringen een schatting van de mate waarin de studievoortgang wordt belemmerd. Op verzoeken over aanpassingen van onderwijsorganisatie en -logistiek beslist de decaan of namens deze het bestuur van het onderwijsinstituut Geneeskunde. Op verzoeken voor aanpassingen die de tentaminering betreffen beslist de examencommissie. Indien positief op een in het eerste lid bedoelde verzoek is beslist, maakt de student een afspraak met de studieadviseur om te bespreken hoe de voorzieningen worden vormgegeven. Een verzoek tot aanpassing wordt geweigerd indien toekenning ervan een buitenproportioneel beslag legt op de organisatie of de middelen van de faculteit of universiteit. Indien de beperking aanleiding geeft tot verlenging van de tijd waarbinnen het tentamen dient te worden afgelegd, verstrekt de studentendecaan van de UvA een verklaring, waaruit het recht op die verlenging blijkt. Indien een beperking aanleiding is tot het treffen van andere voorzieningen, kan de studieadviseur de nodige maatregelen initiëren. De verklaring, zoals bedoeld in het zesde lid is [zijn] ten hoogste één jaar geldig. Op aanbeveling van een studieadviseur kan de geldigheidsduur door de examencommissie worden verlengd. 6. Hardheidsclausule Artikel 6.1 Hardheidsclausule In gevallen waarin de onderwijs- en examenregeling niet voorziet, en in gevallen waarin sprake is van onevenredige benadeling of onbillijkheid van overwegende aard, beslist de decaan waaronder de opleiding valt, tenzij het de bevoegdheid van de examencommissie betreft. 7. Overgangs- en slotbepalingen Artikel 7.1 Wijziging en periodieke beoordeling deel A 1. Een wijziging van deel A van de onderwijs- en examenregeling wordt door de decaan vastgesteld na advies van de desbetreffende opleidingscommissie. Het advies wordt in afschrift verzonden aan de facultaire studentenraad. 2. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling behoeft de instemming van de facultaire studentenraad op de onderdelen die niet de onderwerpen van artikel 7.13, tweede lid onder a t/m g en v, alsmede het vierde lid WHW betreffen. 3. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling kan slechts betrekking hebben op een lopend studiejaar, indien de belangen van de studenten daardoor aantoonbaar niet worden geschaad. 4. Wijzigingen kunnen voorts niet van invloed zijn: - op de geldigheidsduur van afgelegde tentamens, vastgesteld bij het bepaalde in artikel 4.8, deel A; - op enige andere beslissing krachtens deze regeling ten aanzien van een student genomen. Artikel 7.2 Overgangsbepalingen Voor de student die op de datum van de inwerkingtreding van deel A of deel B van deze regeling een of meer examenonderdelen met goed gevolg heeft afgelegd, maar het examen nog niet geheel met goed gevolg heeft afgelegd en die in zijn belangen geschaad wordt door bepalingen in de delen A of B van deze regeling die afwijken van bepalingen in oudere regelingen, wordt door de examencommissie een overgangsregeling vastgesteld, met inachtneming van hetgeen aangaande examens en examenonderdelen in de wet bepaald is. Overgangsregelingen zijn opgenomen in de Regels en Richtlijnen van de examencommissie. Pagina 11 Onderwijs- en examenregeling Master Artikel 7.3 Bekendmaking 1. Het bestuur van het onderwijsinstituut draagt onder gedelegeerde verantwoordelijkheid van de decaan zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, alsmede van elke wijziging daarvan. 2. De onderwijs- en examenregeling wordt geplaatst op de Blackboardomgeving (AMC Algemeen) van de faculteit en wordt opgenomen in de studiegids (studiegids.uva.nl). Artikel 7.4 Inwerkingtreding Deel A van deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 2014. Aldus vastgesteld door de decaan van de Faculteit der Geneeskunde op 6 augustus 2014 Advies opleidingscommissie, d.d. 24 juli 2014 Advies examencommissie, d.d. 4 augustus 2014 Instemming facultaire studentenraad, d.d. 27 juli 2014 Vastgesteld door de decaan van de Faculteit der Geneeskunde op 6 augustus 2014 Pagina 12 Onderwijs- en examenregeling Master Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Opleidingsspecifieke begrippen: a. aangepast pakket: b. bestuur: c. CanMeds model: d. coassistent: e. coschap: f. coschappakket: g. deeltijdpakket: h. keuzeonderwijs: i. nominaalpakket: j. onderwijsinstituut Geneeskunde: k. portfolio: l. semi-artsstage: m. toets: n. zij-instromer: Pagina 13 een coschappakket dat niet volgens het vaste tijdsstramien is gepland; het bestuur van het onderwijsinstituut Geneeskunde, gedelegeerd verantwoordelijk voor het geneeskundeonderwijs aan de faculteit; model met zeven competentiegebieden, te weten Medisch handelen, Communicatie, Samenwerking, Kennis en wetenschap, Maatschappelijk handelen, Organisatie en Professionaliteit: aan elk van deze competenties is een rol gekoppeld zoals medische deskundige en academicus; student van de masteropleiding geneeskunde die een coschap doet; een onderwijssituatie waarin een student geneeskundige praktijkervaring opdoet door middel van een stage in een ziekenhuis of andere gezondheidszorginstelling; een vast en bindend pakket van onderwijsonderdelen van ruim twee jaar dat in de voorgeschreven volgorde, inclusief vaste vakantiemomenten, wordt doorlopen door een student; een coschappakket waarin de coschappen van 4 weken of langer in deeltijd worden gevolgd. Een deeltijdpakket kan slechts onder strikte voorwaarden worden verkregen; keuzeonderwijs is een overkoepelende term voor keuzecoschappen, andere stages en onderwijsmodules in het laatste masterjaar; een coschappakket dat onder bepaalde voorwaarden, beschreven in de Regeling nominaal studeren, beschikbaar wordt gesteld aan een bachelorstudent die de bacheloropleiding heeft doorlopen en direct wil doorstromen naar de masteropleiding, alsmede aan een zij-instroom student die het zij-instroomprogramma heeft doorlopen en direct wil doorstromen naar de masteropleiding; het bestuur en alle docenten en artsen betrokken bij het onderwijs in het kader van de masteropleiding Geneeskunde; de verzameling van onderwijsproducten, prestaties, feedback op prestaties en feedback op onderwijsproducten (schriftelijk en/of elektronisch) van de student binnen een coschap; de semi-artsstage (SAS) is het laatste verplichte klinische coschap onderzoek naar de kennis, het inzicht en/of de vaardigheden van de student betreffende een onderwijsonderdeel; een geselecteerde deelnemer van het zij-instroomtraject voor de masteropleiding Geneeskunde AMC-UvA. Onderwijs- en examenregeling Master Artikel 1.2 Gegevens opleiding 1. De opleiding Geneeskunde CROHO nummer 66551wordt in voltijdse vorm verzorgd, en in het Nederlands uitgevoerd. 2. De opleiding heeft een omvang van 180 EC. Artikel 1.3 Instroommoment Aanvang van de opleiding is in principe mogelijk met ingang van elke 1e dag van de maand (12 instroommomenten) bij de UvA. Het daadwerkelijke moment van instroom van een individuele student wordt bepaald door het onderwijsprogramma dat de student zal gaan volgen (zie deel B, artikel 4.5). Elke student volgt een eigen onderwijsprogramma via een zogenaamd coschappakket. Het coschappakket wordt verkregen tijdens een maandelijkse pakketuitgifte, volgens vastgestelde regels en lotingsprocedure (beschikbaar op Blackboard). Onder bepaalde voorwaarden kan de student wetenschappelijke stage en/of keuzeonderwijs vóór de start van het eigen coschappakket doen; voorwaarden staan beschreven in de Onderwijsregelingen wetenschappelijke stage en keuzeonderwijs. In deze gevallen start de opleiding in de maand dat gestart wordt met wetenschappelijke stage en/of keuzeonderwijs. 2. Doelstellingen en eindtermen van de opleiding. Artikel 2.1 Doelstelling opleiding Na afronding van de masteropleiding bezit de student de competenties uit het Raamplan Artsopleiding 2009 die voorbereiden op de beroepsuitoefening als arts conform de eisen als gesteld in de Wet BIG. Tevens voldoet de student na afronding van de masteropleiding aan het profiel van de AMC arts zoals beschreven in de studiegids. Artikel 2.2 Eindtermen Na afronding van de opleiding beschikt de student over de noodzakelijke kennis, inzichten, vaardigheden en attitude voor de beroepsuitoefening van arts als beschreven in Raamplan Artsopleiding 2009 dat op verzoek van de ministeries Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Volksgezondheid, Welzijn en Sport door de gezamenlijke faculteiten is opgesteld. De opleiding bevordert voorts de academische vorming van de student, in het bijzonder met betrekking tot: • het hanteren van vakwetenschappelijke kennis in een bredere c.q. wijsgerige en maatschappelijke context; • het zelfstandig wetenschappelijk denken en handelen; • het wetenschappelijk communiceren. De opleiding besteedt aandacht aan de persoonlijke en professionele ontwikkeling van de student. Voorts bevordert zij het maatschappelijke verantwoordelijkheidsbesef en de uitdrukkingsvaardigheid in het Nederlands van de studenten. De opleiding voldoet aan de regels als gesteld in de EU richtlijn 93/16/EER en aan de eisen als gesteld in de Wet BIG. Het hebben van een mastergetuigschrift Geneeskunde is een primaire toelatingseis voor alle Nederlandse medische vervolgopleidingen 3. Nadere toelatingseisen Artikel 3.1 Toelatingseisen 1. Toelaatbaar tot de masteropleiding Geneeskunde is de bezitter van een bachelordiploma van een Nederlandse of een buitenlandse instelling van hoger onderwijs, die aantoont te beschikken over kennis, inzicht en vaardigheden op het niveau van de bacheloropleiding Geneeskunde van de Universiteit van Amsterdam, inclusief de benodigde taalvaardigheid. 2. Aan de vereisten, bedoeld in het eerste lid, voldoet in ieder geval degene die een graad in het Pagina 14 Onderwijs- en examenregeling Master 3. 4. 5. 6. 7. wetenschappelijk onderwijs heeft behaald van een van de onderstaande opleidingen aan de UvA: a. bachelordiploma Geneeskunde van de faculteit der Geneeskunde behaald aan de UvA; b. doctoraaldiploma Geneeskunde van de faculteit der Geneeskunde behaald aan de UvA; c. studenten die na het doorlopen van het zij-instroomtraject een verklaring toelating master Geneeskunde van de UvA hebben verkregen. In geval van aantoonbare onredelijkheid of onbillijkheid van overwegende aard kan door de desbetreffende examencommissie van het vereiste van een behaald bachelordiploma voor een te bepalen periode worden afgeweken. Voor studenten met een doctoraaldiploma Geneeskunde van de faculteit der Geneeskunde behaald aan de Universiteit van Amsterdam, geldt de Overgangsregeling Curius naar Masteropleiding Curius+ Geneeskunde & Regeling Coschapprogramma Curius. In aanvulling op lid 1 en lid 2 geldt dat studenten met een vrije bachelor Geneeskunde niet rechtstreeks toelaatbaar zijn tot de masteropleiding. In aanvulling op lid 2 geldt dat de klinisch lijntoets uit het 3e bachelorjaar en de stationstoets van het Vaardigheidsonderwijs uit het 3e bachelorjaar, niet langer dan 3 jaar voor de (her)start van de masteropleiding is behaald. Indien dit wel het geval is, gelden aanvullende ingangseisen, bepaald door de examencommissie. In aanvulling op lid 1 geldt dat het equivalent van de in lid 6 genoemde onderwijsonderdelen, niet langer dan 3 jaar voor de start van de masteropleiding zijn behaald. Indien dit wel het geval is, gelden aanvullende ingangseisen, bepaald door de examencommissie. Artikel 3.2 Schakel-/premasterprogramma Niet van toepassing. Artikel 3.3 Beperkte opleidingscapaciteit 1. De decaan maakt, indien noodzakelijk, voor 1 mei, voorafgaande aan het begin van het studiejaar de maximale opleidingscapaciteit van de opleiding bekend. 2. De selectie van de gegadigden vindt op de volgende manier plaats: a) Studenten met een bachelordiploma of doctoraaldiploma Geneeskunde behaald aan de Universiteit van Amsterdam alsmede studenten die na het doorlopen van het zijinstroomtraject een verklaring toelating master hebben verkregen, hebben gezien de beperkte capaciteit, voorrang bij plaatsing in de masteropleiding. b) Een bezitter van een bachelordiploma van een Nederlandse of een buitenlandse instelling van hoger onderwijs, die aantoont te beschikken over kennis, inzicht en vaardigheden op het niveau van de bacheloropleiding Geneeskunde van de Universiteit van Amsterdam, inclusief de benodigde taalvaardigheid, kan, indien de capaciteit het toelaat en de student in het bezit is van een toelatingsbewijs tot de masteropleiding Geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam, ook worden toegelaten tot de opleiding. Artikel 3.4 Uiterste termijn aanmelding Een gegadigde dient uiterlijk de maand vóór de maand waarin de opleiding begint (zie deel B, artikel 1.3), via Studielink een verzoek in te dienen om te worden toegelaten tot de opleiding. Artikel 3.5 Taaleisen Nederlands bij Nederlandstalige masteropleidingen De student die zijn vooropleiding niet in een Nederlandstalig land heeft genoten, toont aan dat hij het Nederlands voldoende beheerst om het wetenschappelijk onderwijs met succes te kunnen volgen en zonder taalbarrière met patiënten te kunnen communiceren. Aan de eis kan worden voldaan door het met goed gevolg afleggen van één van de volgende examens: • het staatsexamen Nederlands Tweede Taal, examen II (NT2 II); • dan wel door het verkrijgen van een vrijstelling voor het afleggen van dit examen. Voor buitenlandse artsen gelden tevens de eisen zoals gesteld door de Commissie Buitenslands Gediplomeerden Volksgezondheid. Pagina 15 Onderwijs- en examenregeling Master Artikel 3.6 Vrij programma 1. De student heeft de mogelijkheid om, onder bepaalde voorwaarden, een eigen onderwijsprogramma samen te stellen dat afwijkt van het onderwijsprogramma zoals vermeld in artikel 2.5 deel B. Dit leidt alleen tot een mastergetuigschrift. 2. De samenstelling van een dergelijk programma behoeft de voorafgaande goedkeuring van de examencommissie die daarvoor het meest in aanmerking komt. 3. Een vrij onderwijsprogramma geeft geen toelating tot een Nederlandse medische vervolgopleiding. Ook kan een student met een afgerond vrij onderwijsprogramma niet als arts geregistreerd worden in het BIG-register. 4. Opbouw van het curriculum Artikel 4.0 Deelname aan het onderwijs en voorrangregels 1. Toelating tot onderwijsonderdelen in de masteropleiding met een beperkte capaciteit vindt plaats op basis van vooraf vastgestelde en gepubliceerde toelatingscriteria en voorrangsregels (lotingsprocedure), regeling nominaal studeren, onderwijsregeling Semi-artsstage, onderwijsregeling Wetenschappelijke stage en onderwijsregeling Keuzeonderwijs. 2. Elke student wordt middels een coschappakket ingedeeld voor de onderwijsonderdelen van masterjaar 1, 2 en een deel van jaar 3. De coschappakketten worden tijdens de pakketuitgifte aan studenten toegewezen volgens een vooraf vastgestelde en op Blackboard gepubliceerde lotingsprocedure. Nominaalpakketten, deeltijdpakketten en aangepaste pakketten worden zonder loting toegewezen aan studenten die volgens vastgestelde criteria hiervoor in aanmerking komen. Deze criteria kunnen worden nagelezen in de regeling nominaal studeren Bachelor Curius+ en zij-instroom, de onderwijsregeling MD/PhD studenten, en Informatie voor studenten met bijzondere omstandigheden op Blackboard. 3. Degene die niet bij de universiteit is ingeschreven heeft geen recht op deelname aan het onderwijs of aan tentamens. Artikel 4.1 Samenstelling opleiding De opleiding omvat de volgende onderdelen: a. Verplichte onderwijsonderdelen: 118 EC b. Verplichte onderwijsonderdelen in een nader te bepalen discipline: 50 EC c. Nader in te vullen onderdelen (zie differentiatiepakketten derde studiejaar): 12 EC Artikel 4.2 Verplichte onderwijseenheden Eerste studiejaar Naam onderwijsonderdeel vakcode Introductie 4514MC001Y 1 WG, PR Coschap dermatologie, incl. inleidend onderwijs (Pre-D) Coschap oogheelkunde, incl. inleidend onderwijs (Pre-O) Coschap KNO, incl. inleidend onderwijs (Pre-K) Coschap IHK* 1, incl. inleidend onderwijs (Pre-IHK) 4514MC002Y 6 4514MC003Y 6 4514MC004Y 6 WG, PR, coschap/stage WG, PR, coschap/stage Coschap/stage Meerdere codes 16 WG, PR, coschap/stage Portfolio Coschap IHK* 2 Meerdere codes Meerdere codes 12 Coschap/stage Portfolio 12 Coschap/stage Portfolio 1 Coachgroep, PR Aanwezigheid, Coschap IHK* 3 MPV** I Pagina 16 EC’s werkvorm Toetsvorm Aanwezigheid en praktijktoets Portfolio Portfolio Portfolio Onderwijs- en examenregeling Master participatie, verslag *IHK = interne geneeskunde of heelkunde of kindergeneeskunde ** MPV = medisch professionele vorming WG = Werkgroep, PR = practicum Tweede studiejaar Naam onderwijsonderdeel vakcode Klinisch redeneren I 4524MA001Y 1 Zelfstudie Coschap neurologie 4524MC003Y 8 Coschap/stage Schriftelijke/ digitale toets Portfolio Coschap psychiatrie 4524MC004Y 8 Coschap/stage Portfolio Coschap verloskunde / gynaecologie 4524MC005Y 12 Coschap/stage Portfolio 1 Coachgroep, PR MPV** II EC’s werkvorm Toetsvorm Coschap poli interne geneeskunde 4534MC001Y 6 Coschap/stage Aanwezigheid, participatie, verslag Portfolio Coschap poli heelkunde 4534MC002Y 6 Coschap/stage Portfolio Coschap huisartsgeneeskunde 4534MC003Y 7 Coschap/stage Portfolio Coschap sociale geneeskunde 4534MC004Y 4 Coschap/stage Portfolio Klinisch redeneren II 4534MA001Y 1 Zelfstudie 6 Coschap/stage Schriftelijke/digital e toets Portfolio Verbredend coschap ** MPV = medisch professionele vorming WG = Werkgroep, PR = practicum Derde studiejaar Naam onderwijsonderdeel vakcode Differentiatiepakket EC’s werkvorm Toetsvorm 56 MPV** III 4 Coachgroep, PR Aanwezigheid, participatie, verslag 22 coschap/stage Portfolio 22 Scriptie 12 Afhenkelijk van keuze Wetenschappelijk verslag, presentatie Portfolio 22 coschap/stage Portfolio 34 Scriptie Wetenschappelijk verslag, presentatie Differentiatiepakket variant a Semi-artsstage Wetenschappelijke stage 4544MWS01Y Keuzeonderwijs Differentiatiepakket variant b Semi-arts stage Verlengde wetenschappelijke stage 4544MWS01Y ** MPV = medisch professionele vorming WG = Werkgroep, PR = practicum Artikel 4.3 Praktische oefening Niet van toepassing. Artikel 4.4 Keuzeruimte Zie onderwijsregeling Keuzeonderwijs master Geneeskunde. Pagina 17 Onderwijs- en examenregeling Master Artikel 4.5 Volgordelijkheid tentamens 1. De volgorde van de onderwijsonderdelen voor de student is vastgelegd in het zogenaamde coschappakket van de student. De volgorde van de onderwijsonderdelen staat beschreven in het onderwijsprogramma (artikel 4.2). Ten behoeve van aangepaste of deeltijdpakketten kan de onderwijsadministratie volgens door de examencommissie vastgestelde regels afwijken van deze vaste volgorde. 2. Onder bepaalde voorwaarden mag de wetenschappelijke stage (van standaard of verlengde duur) en (een deel van) het keuzeonderijs ook vóór de coschappen gedaan worden. Zie hiervoor de regelingen Wetenschappelijke stage en Keuzeonderwijs. 3. In zeer bijzondere gevallen kan de examencommissie op gemotiveerd verzoek van de student al dan niet onder voorwaarden afwijken van de hierboven genoemde volgorde. 4. Aan de hierna te noemen onderwijsonderdelen kan slechts worden deelgenomen indien de hierna vermelde examenonderdelen van de Masteropleiding Geneeskunde met goed gevolg zijn afgelegd: Naam onderwijsonderdeel Examenonderdeel van de Masteropleiding Geneeskunde dat met goed gevolg dient te zijn afgelegd Coschap dermatologie Introductie Coschap oogheelkunde Introductie Coschap KNO Introductie Coschap IHK 1 Introductie Coschap IHK 2 Coschap dermatologie, coschap oogheelkunde, coschap KNO, coschap IHK 1 Coschap IHK 3 Coschap dermatologie, coschap oogheelkunde, coschap KNO, coschap IHK 1 Klinisch redeneren I Coschap dermatologie, coschap oogheelkunde, coschap KNO, coschap IHK 1 Coschap neurologie Coschap dermatologie, coschap oogheelkunde, coschap KNO, coschap IHK 1, MPV I Coschap psychiatrie Coschap dermatologie, coschap oogheelkunde, coschap KNO, coschap IHK 1, MPV I Coschap verloskunde/gynaecologie Coschap dermatologie, coschap oogheelkunde, coschap KNO, coschap IHK 1, MPV I Coschap poli interne geneeskunde Coschap IHK 2, coschap IHK 3, coschap neurologie, coschap psychiatrie, coschap verloskunde/gynaecologie Coschap poli heelkunde Coschap IHK 2, coschap IHK 3, coschap neurologie, coschap psychiatrie, coschap verloskunde/gynaecologie Coschap huisartsgeneeskunde Klinisch redeneren I, coschap poli interne geneeskunde, coschap poli heelkunde Coschap sociale geneeskunde Klinisch redeneren I, coschap poli interne geneeskunde, coschap poli heelkunde Klinisch redeneren II Klinisch redeneren I, coschap poli interne geneeskunde, coschap poli heelkunde Verbredend coschap Klinisch redeneren I, coschap poli interne geneeskunde, coschap poli heelkunde Semi-artsstage Coschap huisartsgeneeskunde, coschap sociale geneeskunde, verbredend coschap, Klinisch redeneren II, MPV II Keuzeonderwijs Coschap huisartsgeneeskunde, coschap sociale geneeskunde, verbredend coschap, MPV II* Wetenschappelijke stage Coschap huisartsgeneeskunde, coschap sociale geneeskunde, verbredend coschap, MPV II* * Uitzonderingen hierop zijn opgenomen in de regelingen Wetenschappelijke stage en Keuzeonderwijs. Artikel 4.6 Deelname aan verplicht onderwijs en coschappen 1. Voor de onderwijsonderdelen zoals genoemd in artikel 4.2 is de student verplicht het onderwijs/coschap bij te wonen en zich op deze bijeenkomsten/coschapactiviteiten terdege voor te bereiden. Indien de student door ziekte of andere overmacht een deel van het verplichte onderwijs/coschap niet heeft kunnen volgen wordt door de examinator bepaald of en, zo ja, op welke wijze voor deze afwezigheid gecompenseerd kan worden. Indien een te groot deel van het verplichte onderwijs/coschap gemist is naar beoordeling van de examinator, kan de student niet beoordeeld worden en moet (een deel van) het onderwijsonderdeel opnieuw gedaan worden. 2. In bijzondere gevallen kan de examencommissie, op verzoek van de student, van deze verplichting vrijstelling verlenen in geval het onderzoek naar en de beoordeling van de beoogde Pagina 18 Onderwijs- en examenregeling Master competenties naar haar oordeel ook kan plaatsvinden bij een geringer deelnamepercentage, al dan niet onder oplegging van aanvullende eisen. 3. Tijdens de coschappen gelden de richtlijnen zoals opgenomen in de werktijdenregeling voor coassistenten, na te lezen op Blackboard. 4. Studenten met zorg voor minderjarige (pleeg)kinderen of met een zwangerschap, kunnen in aanmerking komen voor een deeltijdpakket. Zij dienen daarvoor een afspraak te maken met de studieadviseurs voor een intakegesprek. 5. Studenten met een functiebeperking kunnen in aanmerking komen voor een deeltijdpakket. Zij dienen daarvoor een schriftelijk verzoek aan de examencommissie te richten. De examencommissie beoordeelt het verzoek en zal daarbij het advies van de studieadviseur vragen. Artikel 4.7 Maximale vrijstelling Maximaal 90 studiepunten van het onderwijsprogramma kunnen worden behaald op basis van verleende vrijstellingen. Artikel 4.8 Geldigheidsduur resultaten Zie artikel 4.8 deel A. Artikel 4.9 Graad Aan de student die het masterexamen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad Master of Science verleend. De verleende graad wordt op het getuigschrift vermeld. Degene die het Master examen heeft behaald, kan in het kader van de Wet BIG, verzoeken om registratie als arts in het BIG-register (www.bigregister.nl). 5. Studiebegeleiding en studieadvies Artikel 5.1 Studiebegeleiding 1. De studiebegeleiding bij deze opleiding bestaat uit: - begeleiding door de mentoren - begeleiding door de studieadviseurs is op verzoek van de student mogelijk 6. Overgangs- en slotbepalingen Artikel 6.1 Wijziging en periodieke beoordeling 1. Een wijziging van deel B van de onderwijs- en examenregeling wordt door de decaan vastgesteld na advies van de desbetreffende opleidingscommissie. Het advies wordt in afschrift verzonden aan de facultaire studentenraad. 2. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling behoeft de instemming van de facultaire studentenraad op de onderdelen die niet de onderwerpen van artikel 7.13, tweede lid onder a t/m g en v, alsmede het vierde lid WHW betreffen. 3. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling kan slechts betrekking hebben op een lopend studiejaar, indien de belangen van de studenten daardoor aantoonbaar niet worden geschaad. 4. Wijzigingen kunnen voorts niet van invloed zijn: - op de geldigheidsduur van afgelegde tentamens, vastgesteld bij het bepaalde in artikel 4.8, deel A; - op enige andere beslissing krachtens deze regeling ten aanzien van een student genomen. Artikel 6.2 Overgangsbepalingen Voor de student die op de datum van de inwerkingtreding van deel A of B van deze regeling een of meer examenonderdelen met goed gevolg heeft afgelegd, maar het examen nog niet geheel met goed gevolg heeft afgelegd en die in zijn belangen geschaad wordt door bepalingen in de delen A of B van deze regeling die afwijken van bepalingen in oudere regelingen, wordt door de examencommissie Pagina 19 Onderwijs- en examenregeling Master een overgangsregeling vastgesteld, met inachtneming van hetgeen aangaande examens en examenonderdelen in de wet bepaald is. Overgangsregelingen zijn opgenomen in de Regels en Richtlijnen van de examencommissie. Artikel 6.3 Bekendmaking 1. Het bestuur van het onderwijsinstituut draagt onder gedelegeerde verantwoordelijkheid van de decaan zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, alsmede van elke wijziging daarvan. 2. De onderwijs- en examenregeling wordt geplaatst op de Blackboardomgeving (AMC Algemeen) van de faculteit en wordt opgenomen in de studiegids (studiegids.uva.nl). Artikel 6.4 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 2014 Aldus vastgesteld door de decaan van de Faculteit der Geneeskunde op 6 augustus 2014 Advies opleidingscommissie, d.d. 24 juli 2014 Advies examencommissie, d.d. 4 augustus 2014 Instemming facultaire studentenraad, d.d. 27 juli 2014 Vastgesteld door de decaan van de Faculteit der Geneeskunde op 6 augustus 2014 Pagina 20 Onderwijs- en examenregeling Master Bijlage I Overzicht artikelen waarvan in de WHW is bepaald dat deze in de OER moeten worden opgenomen (omkaderde artikelen): Deel A art. 1.1 art. 2.1 art. 3.2 art. 4.2 art. 4.3 art. 4.4 art. 4.5 art. 4.7 art. 4.8 art. 4.9 art. 4.10 art. 4.11 art. 5.1 art. 5.2 7.13 lid 1 WHW 7.13 lid 2 sub w 7.13 lid 2 sub e 7.13 lid 2 sub h en l 7.13 lid 2 sub n 7.13 lid 2 sub o 7.13 lid 2 sub j, h 7.13 lid 2 sub r 7.13 lid 2 sub k 7.13 lid 2 sub p 7.13 lid 2 sub q 7.13 lid 2 sub a 7.13 lid 2 sub u 7.13 lid 2 sub m Deel B art. 1.2 art. 2.1 art. 2.2 art. 3.1 art. 4.1 art. 4.2 art. 4.3 art. 4.4 art. 4.5 art. 4.6 art. 4.8 7.13 lid 2 sub i 7.13 lid 1 sub b, c 7.13 lid 2 sub c 7.25 lid 4 7.13 lid 2 sub a 7.13 lid 2 sub e, h, j, l, 7.13 lid 2 sub t 7.13 lid 2 sub e, h, j, l, 7.13 lid 2 sub s 7.13 lid 2 sub d 7.13 lid 2 sub k note: Over de vetgedrukte artikelen heeft de SR adviesrecht, geen instemmingsrecht. Pagina 21 Onderwijs- en examenregeling Master Bijlage II Overzicht richtlijnen ex. 9.5 WHW UvA: De indeling is een format dat als richtlijn is vastgesteld: Deel A art. 4.5 lid 3 art. 4.6 laatste uitslag geldt Cijfers (5,5 als voldoendegrens) datum besluit: 20 november 2012 inwerking getreden:1 september 2013 datum besluit: 14 februari 2008 inwerking getreden: 14 maart 2008 datum besluit: 14 februari 2008 inwerking getreden: 14 maart 2008 (5,1 t/m 5,9 worden niet gegeven als eindcijfer) datum besluit: 27 januari 2014 inwerking getreden:1 september2014 art. 4.11 lid 3 Examendata 12 per jaar datum besluit: 14 februari 2008 inwerking getreden: 14 maart 2008 art. 4.13 Fraude en plagiaat datum besluit: 25 mei 2010 inwerking getreden:1 september 201 Deel B art. 3.1 lid 6 Ingangseisen masteropleiding datum besluit: 22 juni 2006 inwerking getreden: 22 juni 2006 ingetrokken per 1 september 2014 Pagina 22
© Copyright 2024 ExpyDoc