Door het opsplitsen van bouwaanvragen m.b.t. spoorinfrastructuur

Door het opsplitsen van bouwaanvragen m.b.t. spoorinfrastructuur voor De Lijn poogt Stad Gent en De Lijn onrechtmatig
te ontsnappen aan de MER-plicht. Helaas mist men zo het doel van de Mer-plicht ttz het onderzoek naar varianten met
minder nadelen en meer voordelen. Precies deze nalatigheid wordt de studie van ‘Voor een beter Gent’ ondervangen.
Stedelijke spoorinfrastructuur dient te worden beschouwd als één project en niet als een samenvoeging van telkens
kleinere delen vanuit de instelling van een ‘omgekeerde slimmigheid’ om het dossier te vrijwaren van de verplichting
tot een degelijk onderzoek eigen aan de Mer-plicht.
‘Voor een beter Gent’ toont conform het doel van een mer-onderzoek, op schaal van het geheel van stedelijke lijninfrastructuuri, dat het decreet m.b.t. het ‘STOP’-principe ‘ wel degelijk haar toepassing kan vinden.
Als onderdeel van de mobiliteitsstudie ‘Voor een beter Gent’, krijgen fietsers in de Nederkouter en Kortrijksepoortstraat een 3 m breed fietspad.
Gelijktijdig wordt zo de straat opgewaardeerd als winkelstraat en voetgangersas welke het
centrum verbindt met het station.
Op het Koophandelsplein en de Kortrijksesteenweg wordt een wisselspoor voorzien welke
twee sporen naar één spoor brengt. Zo komt er 3.5 meter extra ter beschikking voor het
verbreden van het voetpad en het voorzien van een fietspad waardoor het verbod om te
fietsen van het centrum naar het station wordt omvormd in een aangenaam parcours voor
voetganger en fietser.
Desgewenst kunnen ook de haltes een wisselspoor hebben zodat tegenliggende stadstreinen
elkaar veelvuldiger kunnen kruisen.
Dat er stallingen voor duizenden fietsen worden voorzien aan het treinstation zodat men met
de combinatie trein/fiets vlot het centrum kan bereiken is standaard in de recente geschiedenis van nieuwe stedelijkheid. Dat men evenwel een boete kan krijgen in het terugkeren
met de fiets van dat zelfde centrum naar het station past geen nieuw mobiliteitsplan.
De wens dat de parallelle Leie-route door fietsers gevolgd zal worden getuigt niet van inzicht. Omdat de fietser, en studenten in het bijzonder, die omweg niet zullen maken als men
van de zijde van de Blandijn komt waar de grootste concentratie aan studenten aanwezig is.
Nu er stadstreinen zullen komen voor 386 man die hun gemiddelde snelheid willen en zullen verhogen met de expliciete steun van het nieuwe mobiliteitsplan wordt de as Station
– Centrum extra gevaarlijk. Voetgangers en fietsers zullen onmiskenbaar het gevoel hebben
belaagd te worden. Deze radicale infrastructurele benadering van de stad is fout. Temeer
daar vele steden conform het STOP-principe het compromis hebben aangegaan om tot
voordeel van stappers en trappers twee sporen naar één spoor te brengen.