Schoolgids 2014-2015 rkbs De Brummelbos Omhaal 33 7887 CD Erica Postbus 21 7887 ZG Erica tel .0591-302200 email: [email protected] www. debrummelbos-skod. 1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 2 4 Hoofdstuk 1 De school 5 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 Naam en richting Stichting - bestuurlijke organisatie Directie en team Situering van de school Schoolgrootte Schoolgebouw 5 5 5 5 5 6 Hoofdstuk 2 De SKOD 7 2.1 2.2 Missie en visie Visie van de school 7 8 Hoofdstuk 3 De organisatie 11 3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.1.5 Organisatie Stichting Raad van Toezicht College van Bestuur Directieberaad Managementoverleg – directieclusters Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) 11 12 12 13 13 13 Hoofdstuk 4 Afspraken en beleid op Stichtingsniveau 15 4.1 Beleid toelating, verzuim/spijbelen, schorsing/verwijdering Informatie over Passend Onderwijs Omstandigheden die in aanmerking komen voor extra verlof Informatie (gescheiden) ouders Leerlingdossier Verzekeringen Veiligheidsbeleid Klachtenregeling Ongewenste intimiteiten, pesten Tussenschoolse en buitenschoolse opvang Oudervereniging en ouderbijdrage De Medezeggenschapsraad (MR) Schooladviescommissie (SAC) 15 15 17 17 19 19 20 20 21 21 21 23 23 Hoofdstuk 5 Overige zaken Informatie over stichting leergeld 25 25 Hoofdstuk 6 Belangrijke adressen en telefoonnummers 27 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11 4.12 2 Hoofdstuk 7 Praktische informatie 29 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8 7.9 7.10 Schooltijden Groepsindeling Vakantie en vrije dagen Margedagen Gymrooster Zwemmen Tussenschoolse opvang (TSO) Buitenschoolse opvang (BSO) De jeugdgezondheidszorg Verdere kleine praktische zaken 29 29 30 30 30 31 31 31 32 33 Hoofdstuk 8 Het onderwijs op De Brummelbos 34 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.5.1 8.5.2 8.6 8.7 8.8 8.9 Verdeling in groepen Bouwen aan een adaptieve school (BAS) Digitale schoolborden en computergebruik Werkvormen Vak- en vormingsgebieden Vak- en vormingsgebieden in groep 1 en 2 Vak- en vormingsgebieden in groep 3 t/m 8 De Brummelbos geeft elk kind de ruimte Cito leerlingvolgsysteem Zorg Overgang naar het voortgezet onderwijs 34 34 35 35 35 35 36 38 38 38 40 3 Voorwoord Iedere school binnen onze Stichting maakt jaarlijks de schoolgids. Door middel van de schoolgids willen we enerzijds de ouders/verzorgers van de kinderen die nu reeds op de school zitten en anderzijds ook de ouders van toekomstige leerlingen uitleggen wat men van de school kan verwachten wanneer men zijn/haar kind aan ons toevertrouwt. De schoolgids bestaat uit een officieel deel en een praktisch deel. Dit officiële deel is voor alle scholen behorende tot de Stichting gelijk. Het praktische deel voor onze school kunt u vinden in hoofdstuk 7. Arjan Aalbregt, directeur 4 Hoofdstuk 1: De school. 1.1 Naam en richting De Brummelbos is een katholieke basisschool De Brummelbos is voortgekomen uit de vroegere kleuterschool Het Mierennest en de St. Gerardusschool. In 1982 is gekozen voor de naam R.K. basisschool De Brummelbos. Zoals u weet staat brummelbos in ons dialect voor braamstruik. Vooral toen hier nog uitgestrekte heidevelden waren, kwamen ze hier veel voor. Ook nu zijn ze op verschillende plaatsen te vinden. 1.2 Stichting - bestuurlijke organisatie De Brummelbos maakt deel uit van de Stichting Katholiek Onderwijs Drenthe (SKOD), een Stichting die met 12 basisscholen (10 katholieke, 1 RK/PC en 1 RK/PC basisschool voor speciaal onderwijs), 250 personeelsleden (vast en tijdelijk) onderwijs verzorgt aan zo‟n 2200 kinderen in Emmen en omgeving. 1.3 Directie en team Per 1 augustus 2014 zijn er naast de directeur nog 15 leerkrachten aan de school verbonden, parttimers en fulltimers. Verder is er nog een onderwijsassistent. Daarnaast is er onderwijs ondersteunend personeel in de vorm van drie conciërges en twee schoonmaaksters, waarvan een in eigen dienst. De directeur is de heer Arjan Aalbregt. 1.4 Situering van de school De school is gelegen in een rustige wijk van Erica midden in het groen. De ongekend royale speelplaats biedt meer dan voldoende speelruimte aan alle kinderen. De naastgelegen, recent gerenoveerde kinderboerderij “De Naoberhoeve” maakt het geheel nog sfeervoller. 1.5 Schoolgrootte De school start dit schooljaar met ongeveer 240 leerlingen verdeeld over 10 groepen. Gedurende het schooljaar zal het leerlingenaantal nog gaan groeien. De prognoses van de gemeente geven een lager aantal geboortes aan in de afgelopen jaren. Die zijn vaak bepalend voor het te verwachten leerlingaantal, ook spelen de ontwikkelingen op de woningmarkt en de daarmee gepaard gaande verhuizingen natuurlijk een rol. 5 1.6 Schoolgebouw De school beschikt over 14 lokalen, een speelzaal, ict lokaal, een multifunctionele ruimte, personeelskamer, orthotheek en twee ruimten voor IB en schoolarts. De kinderen maken voor de gymlessen gebruik van de gymzaal aan de Semsstraat of de sporthal. De school beschikt over een groot buitenterrein. 6 Hoofdstuk 2: De SKOD. 2.1 Missie en visie De missie en visie van de SKOD luidt als volgt: Missie. Alvorens aandacht te besteden aan de brede visie willen we eerst graag stil staan bij de algehele kaders voor zover deze binnen de Stichting zijn vastgesteld, verwoord in het navolgende mission statement: De SKOD staat voor hoog gekwalificeerd, meetbaar en eigentijds onderwijs en opvoeding sterk gericht op de katholieke identiteit, waarin school en ouders vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid kinderen vormen in de volle breedte van het menszijn. Deze missie is ons bestaansrecht en moet ons onderscheiden in het onderwijsveld. Op basis van deze missie hebben we onderstaande kernaspecten van de visie geformuleerd: Visie van de SKOD. Onze visie omvat de volgende kernaspecten: Katholiciteit/ opvoeding: De Stichting geeft aan wat zij waardevol en belangrijk vindt voor de opvoeding en vorming van de kinderen op haar scholen (normatief kader) en hoe dat binnen haar scholen gestalte krijgt. De SKOD is een katholieke Stichting. Het voorvoegsel “Katholiek” houdt in, dat we de waarden en normen die aan het katholieke geloof verbonden zijn, in ons handelen door laten klinken. In een open dialoog met de katholieke geloofsgemeenschap ondersteunt men elkaar om de identiteit van kinderen te ontwikkelen. Onderwijsondersteuning: De Stichting kenmerkt zich door een zodanige organisatie dat scholen maximaal in staat worden gesteld om kwalitatief goed onderwijs te geven aan kinderen in diverse onderwijskundige richtingen en stromingen, afgestemd op de diverse behoeften, talenten en mogelijkheden. Kwaliteit/ deskundigheid: In alle geledingen van de Stichting zijn gekwalificeerde mensen aanwezig die vanuit hun taken en verantwoordelijkheden de organisatie goed vorm geven. Ondernemerschap binnen gestelde kaders: De Stichting kenmerkt zich door ondernemerschap en daadkracht waarin een ieder op zijn niveau verantwoordelijkheid neemt binnen de gestelde kaders. Partnerschap: 7 Binnen de Stichting ondersteunen school en ouders elkaar om de ontwikkeling van de school en de kinderen te bevorderen. De gedeelde opvoedings- en vormingsdoelen zijn daarbij het uitgangspunt. Deze vorm van participatie noemen we educatief partnerschap en heeft betrekking op de ouderbetrokkenheid. Daarnaast hechten we veel waarde aan het betrekken van de kinderen bij de ontwikkeling van de school, de leerlingenparticipatie. Openheid/ transparantie: De Stichting staat voor transparantie en openheid, zowel in- als extern, dat zich kenmerkt in een pro-actieve houding in heldere communicatie. Innovatief: De Stichting heeft zicht op de ontwikkelingen in de samenleving en zet vanuit haar maatschappelijke verantwoordelijkheid op actieve wijze (onderwijskundige) vernieuwingen in gang, waarbij samenwerking met andere partijen zeker niet wordt uitgesloten. Integrale verantwoordelijkheid / afstemming: Binnen de gehele organisatie wordt integraal beleid ontwikkeld. Afstemming tussen de diverse organisatielagen waarbij taken en bevoegdheden zo laag mogelijk in de organisatie worden gelegd vanuit het principe “Decentraal wat kan, centraal wat moet” is hierbij een voorwaarde. Slagvaardigheid: De Stichting heeft een structuur waarin beleidsontwikkeling en beleidsuitvoering maximaal geëffectueerd worden, op basis van het Stichtingsondernemingsplan hetgeen richtinggevend is voor de schoolondernemingsplannen. De besluitvorming is doelmatig en slagvaardig. Strategisch beleid. De missie en visie van de SKOD worden vertaald in het Stichtingsondernemingsplan, beschrijvende het meerjaren strategisch beleid. 2.2 Visie van de school Visie van De Brummelbos Wij hebben onze visie uitgebreid beschreven. De visie is heel belangrijk: deze bepaalt hoe je tegen het kind en onderwijs aankijkt. Onze visie is gebaseerd op het begrip betrokkenheid. Betrokkenheid bij alle partijen binnen en rondom de school. Betrokkenheid kun je vertalen met: wij vinden het belangrijk wat je bezighoudt, wat je belangrijk vindt en wat je nodig hebt. Je wordt serieus genomen, met respect behandeld en er wordt goed naar je geluisterd. Vanuit deze betrokkenheid komen onnoemelijk veel aspecten vanzelfsprekend naar voren. Kijken naar de behoeften van de ander is daarbij wel de belangrijkste en meest omvattende. Elk mens heeft zijn eigen behoeften. Behoefte aan zelfstandigheid (autonomie) en aan een goede 8 verstandhouding, samenwerking, aan waardering en veiligheid(relatie). Verder wil elk mens het gevoel hebben dat hij of zij goed is op bepaalde gebieden (competentie). Vanuit deze behoeften wil iedereen op een bepaalde manier benaderd worden. Een voorbeeld: het is bewezen dat kinderen een sterkere wens hebben om te leren als zij een bepaalde inspraak in het programma hebben of in het werk. Middels dagtaken en weektaken is dit te bereiken. De Brummelbos gaat dan ook werken met dag- en weektaken. Al onze hieronder genoemde kernwaarden zijn terug te leiden naar betrokkenheid. Wij staan voor kwaliteit van onderwijs Kwaliteit van onderwijs is onze kernactiviteit. We willen zo hoog mogelijke resultaten met de kinderen bereiken. We leggen de lat hoog. We respecteren hierbij wel de verschillen die er tussen kinderen zijn. We willen uitgaan van kansen en succeservaringen binnen ieders mogelijkheden. We hebben hierbij niet alleen aandacht voor het cognitieve. Het creatieve en het sociaalemotionele aspect krijgen mede de aandacht die zij verdienen. De Brummelbos werkt met professionals. Wij zijn een lerende organisatie, d.w.z. iederéén blijft zich met elkaar ontwikkelen. Wij zorgen ervoor dat we ook de dag van morgen nog eigentijds en duurzaam onderwijs kunnen geven aan de kinderen Het passend onderwijs vindt bij ons op school een passend antwoord. Er wordt gekeken naar de capaciteiten van de kinderen en daar wordt zo veel mogelijk rekening mee gehouden. Uiteraard worden de capaciteiten van de school hierbij niet uit het oog verloren. We vinden het belangrijk dat de kinderen een goede plek in onze maatschappij vinden. Hiervoor is alleen onderwijs niet voldoende. We streven ernaar om kinderen zelfstandig, weerbaar en verantwoordelijk voor eigen handelen te maken. Culturele vorming en maatschappelijk bewustzijn behoren dan ook tot ons onderwijsprogramma. Wij zijn een katholieke school met sterke waarden en normen Wij zijn een katholieke school en dragen dat uit zoals dat past binnen onze omgeving in de ruime zin van het woord. Onze normen en waarden zijn gebaseerd en geïnspireerd op de verhalen uit de bijbel. Gezamenlijk leven, beleven en vieren vinden we belangrijk. Wij gaan zorgvuldig met elkaar om. Ieder mens is uniek, heeft zijn eigen talenten en zijn tekortkomingen. We spreken liever van verbeterpunten. Ieder mag zijn wie hij of zij is. We hebben wederzijds respect voor elkaar Wij gaan uit van een duidelijke structuur. Dit vind je terug in de schoolregels. Verder bieden wij rust, regelmaat en reinheid, de drie jarenoude, maar nog steeds geldende regels. Structuur zie je in de klassen aan de dagritmekaarten en andere tekenen van voorspelbaar leerkrachtgedrag. 9 Wij zijn gastvrij en er is een gemoedelijke werksfeer Wij zijn een gastvrije school. Iedereen voelt zich vóór de deuropening al welkom. Wij zijn laagdrempelig. Je stapt dan ook makkelijk de school in. Uiteraard ervaren de kinderen deze gastvrijheid minstens net zo sterk. Deze gastvrijheid stopt niet na schooltijd: de BSO vindt in onze school een welkome plek. In de school heerst een gemoedelijke en prettige werksfeer. Dit proef je in de klassen, in de gangen, tussen de leerkrachten onderling, tussen de ouders onderling en tussen alle partijen. We willen een school zijn waar kinderen zich thuis en veilig voelen, waar ze vertrouwen kunnen hebben en zichzelf kunnen zijn. Met plezier naar school gaan staat bij ons hoog in het vaandel. Wij zijn open in communicatie met en staan open voor feedback van alle partners De Brummelbos wil open en transparant zijn. Het is duidelijk wat wij voor ogen hebben, het is duidelijk welke kant wij opgaan. Open en transparant wil ook zeggen, dat alle partijen weten wat ze aan ons hebben. Een goede communicatie staat bij ons op een hoog plan. Niets zo moeilijk als een volmaakte communicatie. Toch is ons streven om zo hoog mogelijk te eindigen op deze ladder. De openheid, transparantie en goede communicatie die de Brummelbos nastreeft, maakt een feedback van alle partijen, maar ook onderling, tot een vanzelfsprekend fenomeen. Je mag en kunt elkaar aanspreken op onvolkomenheden. Deze zijn gericht op het gedrag en nooit op de persoon. Complimenten horen daar uiteraard zeker bij! Zelfreflectie op ons eigen handelen is daarnaast even natuurlijk. Wij werken samen met onze partners School en ouders zijn partners in de opvoeding van de kinderen. Dit educatieve partnerschap en de daaruit voortvloeiende nauwe samenwerking met alle betrokkenen is voor ons onontbeerlijk. Samenwerking en partnerschap met de omgeving is voor De Brummelbos belangrijk. Daar waar wij belangrijke contacten kunnen leggen, zullen we dat doen. De Brede School Erica, waar we deel van uitmaken, vindt steeds meer vorm. Onze slogan: De Brummelbos geeft iedereen de ruimte 10 Hoofdstuk 3: De organisatie 3.1 Organisatie Stichting De SKOD is een onderwijsorganisatie die statutair gevestigd is te Emmen en vanaf 1 augustus 2011 kantoorhoudend te Oude Pekela. Zij is ontstaan vanuit diverse bestuurlijke schaalvergrotingsprocessen midden en eind jaren negentig van de vorige eeuw. De SKOD bestaat momenteel uit 11 scholen voor primair onderwijs (10 RK en 1 RK/PC) en 1 school voor speciaal basis onderwijs (RK/PC), alle gevestigd in de gemeente Emmen (provincie Drenthe). Zij werken samen aan eigentijds, innovatief en dynamisch onderwijs. Iedere school heeft zijn eigen culturele achtergrond en onderwijsconcept. De vertrouwde beginselen, subsidiariteit, solidariteit en spiritualiteit zijn referentiepunten voor goed bestuurlijk handelen. Iedere afzonderlijke school vormt een belangrijke eenheid in de organisatie, met een eigen plaats en gezicht naar buiten en binnen haar omgeving. Onderstaand ziet u het organisatiemodel. Op stichtingsniveau is het College van Bestuur het bevoegd gezag en de Raad van Toezicht is toezichthouder. Op schoolniveau is de directeur intergraal verantwoordelijk voor de leiding en het beleid van de school. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden op zowel stichtingsniveau als schoolniveau, worden vastgelegd in het bestuursreglement en managementstatuut. Naast de taken en verantwoordelijkheden op schoolniveau zullen directeuren middels het directieberaad en de 3 directieclusters (Identiteit/Onderwijs, Personeel/Organisatie, Financiën/Materieel/Huisvesting) een actieve bijdrage leveren aan het stichtingsbeleid. De 3 coördinatoren van de clusters vormen samen met het College van Bestuur het Managementteam. Ouders hebben in dit model een wezenlijke rol ten aanzien van de kwaliteit van het onderwijs en de identiteit van de school. Zij worden op schoolniveau middels de School Advies Commissie nauw betrokken bij schoolbeleid. Daarnaast zijn de ouders op iedere school verenigd in de oudervereniging van de school. Organogram van de Stichting: 11 3.1.1 Raad van Toezicht Op grond van de statuten van de SKOD is de Raad van Toezicht belast met het houden van een toezicht. Het doel van het toezicht is: a. toetsen en bevorderen dat het College van Bestuur het doel van de Stichting doelgericht en effectief, doelmatig en efficiënt realiseert; b. realiseren van maatschappelijke doelen, die door de Stichting zijn vastgesteld dan wel door de overheid in wet en regelgeving zijn vastgelegd en voorgeschreven De Raad van Toezicht kent een samenstelling die voldoende spreiding van deskundigheden en maatschappelijke achtergronden waarborgt. Samenstelling Raad van Toezicht: Naam Mevr. M.G. Sterkenburgh De heer G.H. Fühler De heer W.J. Renkema Mevr. M. Keurs Functie Voorzitter Lid Financiële zaken Lid Lid Identiteit 3.1.2 College van Bestuur (bevoegd gezag) Het College van Bestuur heeft de volgende samenstelling: Naam Dhr. J.A.C.H. van Meekeren Functie Voorzitter Staf en administratieve ondersteuning. Voor de dagelijkse bestuurlijke werkzaamheden en contacten zijn aangesteld: Naam Mevr. A. Neinders Mevr. M. Hamar de la Brethonière Mevr. Y. de Bruin Dhr. H. Visser Mevr. R. Jongstra-Reckers Mevr. R. van der Kraan Mevr. A. Hein Functie Management Assistent Management Assistent P&O adviseur P&O adviseur Senior Beleidsadviseur Beleidsmedewerker Coördinator Stichting Kinderopvang Tamariki De algehele administratieve en financiële administratie wordt verzorgd door het Onderwijsbureau te Meppel. 12 MIB. Binnen de Stichting is de Interne Begeleiding (van de leerkrachten) bovenschools georganiseerd d.m.v. Meerschoolse Interne Begeleiders (MIB-er). De coördinator MIB is Sandra Wolken. ICT. Iedere school heeft een eigen school-ICT-er die zorg draagt voor de schoolse zaken. Bovenschools zijn er 2 ICT-ers aangesteld voor de overkoepelende zaken, te weten Gert Breider voor de onderwijskundige (software) kant en Gerard Heijnen voor de hardware kant. 3.1.3 Directieberaad De betrokkenheid van de directeuren bij de Stichting in de adviserende en ondersteunende zin krijgt vorm in het directieberaad. Het directieberaad vormt een belangrijk overlegorgaan voor het CvB daar waar het gaat om stichtingsbrede beleidsvoorbereiding en –evaluatie. De adviesrol van het directieberaad ligt verankerd in de planning- en controlcyclus en is voor het CvB niet vrijblijvend. 3.1.4 Managementoverleg – directieclusters Teneinde de samenwerking en samenhang tussen de diverse gelederen ten gunste van het onderwijs te versterken, werken de directeuren in clusters. Ieder cluster bestaat uit 4 directeuren. Elk clusterlid is verantwoordelijk voor eigen inbreng binnen het cluster op het betreffende beleidsterrein, in het belang van de Stichting. Gezamenlijk behandelen zij de gestelde doelen en resultaten vanuit het Stichtingsplan. In het MO laat het cluster zich vertegenwoordigen door de coördinator. Deze 3 coördinatoren vormen samen met het College van Bestuur het Managementoverleg. Clustercoördinatoren: Naam Dhr. A. Heemskerk vacature Mevr. A. van Manen Cluster Personeel en Organisatie Financiën, Materieel en Huisvesting Onderwijs en Identiteit 3.1.5 Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) Het CvB overlegt met de GMR over bovenschoolse zaken conform het vastgestelde GMR-reglement, regelende het advies- en instemmingsrecht van de GMR conform de WMO. De bezetting van de GMR vindt u op de volgende pagina. 13 Bezetting GMR: Naam Mevr. H. Bouwland Mevr. A. Spangemacher Mevr. F. Lesman De heer R. Gerdes Mevr. M. Bos - Obdeijn Mevr. T. Wessel – Oosting Dhr. B. Herder Functie Voorzitter (personeel) Ambtelijk secretaris Lid (ouder) Lid (ouder) Lid (personeel) Lid (personeel) Lid (ouder) 14 Hoofdstuk 4: Afspraken en beleid op Stichtingsniveau De SKOD heeft op een groot aantal terreinen op bovenschools niveau beleid geformuleerd dan wel afspraken gemaakt. Een aantal wordt hieronder genoemd. Deze beleidstukken kunt u vinden op de website van de Stichting: www.skod.nl. 4.1 Beleid toelating, verzuim /spijbelen, schorsing /verwijdering Toelating/aanname/schorsing Per 1 augustus 2014 treedt de wet Passend Onderwijs in werking. Het beleid Toelating, verwijdering en schorsing kunt u vinden op de website. Verzuim en spijbelbeleid. Wij voeren op school beleid om schoolverzuim van de leerlingen terug te dringen en/of tegen te gaan. Dit om ervoor te zorgen dat: - Alle leerlingen optimaal gebruik kunnen maken van hun recht op onderwijs en de vastgestelde leertijd; - Alle leerlingen zo veel mogelijk de bij hun capaciteiten passende leerresultaten behalen; - Het onderwijs in een zo effectief mogelijk pedagogisch-didactisch klimaat gegeven kan worden; - En tot slot: wij zien op tijd komen als een gewenste sociale vaardigheid. Leerplicht Vanaf het moment dat een kind 4 jaar wordt, mag het naar de basisschool. Vanaf de leeftijd van 3 jaar en 10 maanden mag het kind tot het 4 jaar geworden is in totaal 5 dagdelen naar school. Deze 5 dagdelen hoeven niet aaneengesloten te zijn. Van laatstgenoemde regeling kan in overleg met de betreffende leerkracht gebruikt worden gemaakt. Bij ons op De Brummelbos is het de gewoonte dat kinderen één dagdeel komen kijken. De ervaring leert dat dat voldoende is om uw kind een prettige start te bieden. Het kind moet naar school, en is dus leerplichtig, op de eerste dag van de maand na de maand waarin het 5 jaar wordt. Voor kinderen die nog geen 6 jaar zijn, is ontheffing van de leerplicht mogelijk. Wanneer ouders dat nodig vinden, mogen zij voor hun kind gebruik maken van deze ontheffing, onder mededeling aan de directeur, voor ten hoogste 5 uur per week. Deze uren mogen niet worden opgespaard. Wanneer nog verdere ontheffing wenselijk is, moet overleg met de directeur plaatsvinden. Passend Onderwijs Op 1 augustus 2014 wordt de wet Passend Onderwijs van kracht. Kernpunten uit deze nieuwe wet zijn dat: Reguliere en speciale scholen op het gebied van ondersteuning aan leerlingen samenwerken; Scholen zorgplicht hebben (de school waar de leerling schriftelijk is aangemeld dient te zorgen voor een passende plek indien er sprake is van zeer specifieke onderwijsbehoeften van een kind); Scholen en gemeenten / jeugdhulpverlening werken samen aan de integrale ondersteuning aan leerlingen vanuit onderwijs en zorg; 15 Er minder regelgeving vanuit Den Haag komt, maar dat er meer in de eigen regio kunnen regelen. Samenwerkingsverband De school van uw kind maakt deel uit van het schoolbestuur SKOD De scholen van de SKOD vallen onder Samenwerkingsverband 22.02. Voor meer informatie hierover kunt u te allen tijde terecht bij de directeur van de school. Speciaal (basis)onderwijs Voor een plaatsing in het speciaal onderwijs (*) moet de school, samen met u als ouders / verzorgers, een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen bij de Commissie van Advies van het samenwerkingsverband. Meer informatie over het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring vindt u op de website van het samenwerkingsverband of via de school. Meer informatie voor ouders Voor u als ouders geldt dat de scholen de belangrijkste informatiebron zijn als het gaat om Passend Onderwijs en extra ondersteuning aan uw kind. De school heeft dagelijks contact met de leerling en vervult daarmee in de ogen van het samenwerkingsverband een belangrijke rol in de adequate informatievoorziening aan ouders. De stichtingen Fidarda en SKOD hebben gezamenlijk een ondersteuningsteam, het Kompas, zie voor meer info op www.kom-pas.info. Het samenwerkingsverband 22.02 heeft een eigen website: http://swv.passendonderwijs.nl/PO2202 Op deze website vinden ouders / verzorgers een apart tabblad met meer informatie over het ondersteuningsplan en de ondersteuningsprofielen van de verschillende scholen. Op www.passendonderwijs.nl (website van ministerie OCW) en op www.passendonderwijsenouders.nl kunnen ouders / verzorgers meer informatie vinden over de samenwerkingsverbanden e over Passend Onderwijs. Daarnaast is er het Steunpunt Passend Onderwijs, onderdeel van informatiepunt 5010. Hier kunnen ouders / verzorgers terecht met alle vragen over extra ondersteuning binnen het onderwijs. Het Steunpunt Passend Onderwijs is telefonisch bereikbaar via 5010: (0800) 5010 (vaste telefoon, gratis) of (0900) 5010 123 (€ 0,45 per gesprek + kosten mobiel), of via internet: www.5010.nl Tot slot heeft iedere school een eigen intern begeleider (ib‟er). Deze onderwijsmedewerker is in staat verdere vragen van u te beantwoorden over de uitvoer van Passend Onderwijs op de school. U bent van harte welkom contact op te nemen. Toetsen. Het toetsen (eindtoets) is onderdeel van de onderwijsactiviteiten die in het schoolondernemingsplan zijn beschreven. Iedere leerling moet daaraan meedoen. U kunt als ouder dus niet van de school eisen dat uw kind niet mee hoeft te doen aan 16 de eindtoets. U kunt immers ook niet afdwingen dat uw kind niet meedoet aan de taal- of rekenles. Wel kan het bestuur op uw verzoek vrijstelling verlenen van het meedoen aan een onderwijsactiviteit, bijvoorbeeld aan een (eind)toets. De beslissing daarover ligt bij het bestuur. Ziekte en verzuim Als uw kind ziek is moet u dat „s morgens voor 8.30 uur aan de school doorgeven. Wij verwachten dat afspraken voor doktersbezoek en dergelijke zoveel mogelijk buiten schooltijd gepland worden. Wij vragen u om –als u uw kind in de klas brengthet lokaal te verlaten bij de aanvang van de les. Iedere dag worden de absentielijsten ingevuld. Bij onduidelijke reden van verzuim wordt contact opgenomen met de ouders. Bij eventuele problemen kan dan een oplossing worden gezocht. Ongeoorloofd schoolverzuim wordt bij de leerplichtambtenaar gemeld. Aanvraag voor extra verlof Wanneer u andere dringende redenen heeft (dan ziekte) om uw kind de school te willen laten verzuimen, dient u dat 8 weken van tevoren schriftelijk aanvragen bij de directeur van de school. Aanvraagformulieren zijn op school verkrijgbaar. Uitgangspunt bij toekenning van extra verlof is dat er sprake is van externe omstandigheden die buiten de wil van ouders en/of kind plaatsvinden. 4.2 Omstandigheden die in aanmerking komen voor extra verlof: - Verhuizing: max. 1 dag; - Huwelijk van bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad binnen de woonplaats: max. 1 dag, buiten de woonplaats: max. 2 dagen; - 12,5 -, 25- ,40- , 50- of 60-jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders: max. 1 dag; - 25-, 40-, of 50-jarig ambtsjubileum van ouders of grootouders: max. 1 dag; - Ernstige ziekte van bloed- en aanverwanten tot en met de 3e graad: periode in overleg met de directeur; - Overlijden van bloed- en aanverwanten in de eerste graad: max. 4 dagen; - Overlijden van bloed- en aanverwanten in de tweede graad: max. 2 dagen; - Overlijden van bloed- en aanverwanten in de derde en vierde graad: max. 1 dag; - Naar het oordeel van de directeur belangrijke redenen anders dan vakantieverlof en deelname aan sportieve of culturele evenementen buiten schoolverband. Bij een aanvraag voor meer dan 10 dagen beslist de leerplichtambtenaar. Dit is alleen mogelijk bij omstandigheden waarbij sprake is van een medische of sociale indicatie. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de leerplichtambtenaar van de gemeente Emmen. 4.3 Informatie (gescheiden) ouders Alle ouders hebben recht op informatie over hun kind. Kinderen hebben recht op ouders, die samen een gesprek met de groepsleerkracht voeren over zijn of haar ontwikkeling. Dit geldt ook voor kinderen van ouders die gescheiden zijn. 17 We gaan er van uit dat ouders elkaar op de hoogte houden. Dit is zelfs een verplichting voor de ouder die belast is met het ouderlijk gezag. Hij of zij moet de andere ouder op de hoogte houden van gewichtige aangelegenheden die het kind betreffen ( artikel 1: 377 b Burgerlijk Wetboek). Gegevens over de schoolloopbaan van het kind moeten dus door de met het gezag belaste ouder doorgegeven worden. Helaas is dit niet altijd mogelijk. Om er als school voor te zorgen dat beide ouders voorzien worden van informatie over hun kind bestaat de mogelijkheid voor extra informatievoorziening. In een dergelijk geval kan de betreffende ouder het beste aan het begin van het schooljaar, of zo snel mogelijk na een scheidingsuitspraak, contact opnemen met de school om afspraken te maken over de informatieverstrekking. De schriftelijke informatie kan dan toegestuurd worden. Ook op de website van onze school is natuurlijk veel informatie te vinden (activiteiten, schoolgids, data 10 minuten gesprekken e.d.) Daar waar het gaat om rapportgesprekken of gesprekken die voortvloeien uit speciale zorg voor het kind, gaan we er van uit dat er één gesprek plaats vindt met de beide ouders samen: het gaat om het kind. Op deze manier is er een waarborg dat dezelfde informatie op dezelfde manier gegeven wordt. Zo voorkomen we misverstanden. Hiervan kan alleen incidenteel, bij zwaarwegende omstandigheden van afgeweken worden om objectiviteit van informatie te kunnen waarborgen. De gesprekken op school zullen dan gevoerd worden in het bijzijn van een lid van de directie om zo te voorkomen dat de groepsleerkracht in het conflict van de ouders betrokken wordt. Tijdstip van het gesprek is dan ook altijd kort na afloop van de lessen. Informatie die door de school gegeven moet worden betreft belangrijke feiten en omstandigheden die betrekking hebben op het kind of zijn verzorging en opvoeding. Het gaat dan om informatie over schoolvorderingen en eventueel sociaalpedagogische ontwikkelingen op school. Alleen als de vader het kind niet heeft erkend, heeft hij geen enkel recht op wat voor informatie dan ook (wel staat dan de weg van artikel 8 EVRM open). Een verzoek om informatie kan ook geweigerd worden. Bijvoorbeeld als de rechter dit heeft bepaald. Tevens als de informatie in het belang van het kind niet aan de ouder die met het gezag is belast, gegeven zou worden. Daar waar de school gegevens over het kind door moet geven aan derden, voor bijvoorbeeld het aanvragen van nader onderzoek in het belang van de schoolloopbaan van het kind, wordt aan beide ouders toestemming gevraagd. De verzorgende ouder wordt belast met het verkrijgen van toestemming van de nietverzorgende ouder voor de bemoeienis van een derde. Mocht wederzijdse toestemming uitblijven, dan stuurt de school beide ouders een brief. Ouders zijn zelf verantwoordelijk voor het doorgeven van wijzigingen aan school, als er bijvoorbeeld sprake is van wijzingen betreffende gezag, omgangsregeling, informatieverstrekking of adresgegevens. Zij moeten de school hiervan dus uit zichzelf op de hoogte stellen. Verlofaanvragen kunnen worden gedaan door de ouder bij wie het kind in huis woont. Ouders bij wie het kind niet in huis woont, kunnen alleen een verlofaanvraag 18 indienen met schriftelijke toestemming van de andere ouder. In geval van coouderschap houdt dit in dat de ouders alleen verlof kunnen aanvragen voor de dagen dat het kind bij de betreffende ouder in huis woont. Voor de andere dagen kan alleen verlof aangevraagd worden met schriftelijke toestemming van de andere ouder. Ouders die geen ouderlijk gezag hebben kunnen geen verlof aanvragen. 4.4 Leerlingdossier. Van iedere leerling op onze school wordt een leerling-dossier bijgehouden. Daarin worden alle gegevens m.b.t. de leerling opgenomen; de leerling-besprekingen, gesprekken met ouders, speciale onderzoeken, handelingsplannen, toets- en rapportgegevens van de verschillende jaren. De bepalingen hieromtrent zijn vastgelegd in het beleid Leerlingdossier welke u op school kunt inzien dan wel een kopie van krijgen. In het kader van de privacy is tevens op stichtingsniveau vastgesteld het Privacyreglement leerlinggegevens, hetgeen eveneens via de school is in te zien. NB.: Elders in deze schoolgids vindt u de namen van de contactpersoon van de school, als ook van de vertrouwenspersoon van de Stichting, waar u terecht kunt in geval u een klacht heeft over de informatieverstrekking door de school. 4.5 Verzekeringen Het bestuur van de SKOD, waaronder onze school valt, heeft een pakketpolis afgesloten bij de Bond KBO (besturenbond katholiek primair onderwijs). Deze pakketpolis bestaat uit de volgende onderdelen: aansprakelijkheidsverzekering voor onderwijsinstellingen bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering schoolongevallenverzekering Deze verzekering heeft betrekking op het schoolbestuur als exploitant van scholen met alle bijkomende en bijbehorende activiteiten in de ruimste zin. Verzekerd is het personeel dat voor het schoolbestuur werkzaamheden verricht. Hieronder worden ook verstaan stagiaires, vrijwilligers, inleenkrachten, en al degenen die aan schoolse dan wel buitenschoolse met de school min of meer verband houdende activiteiten deelnemen. Leerlingen Dekking voor het particuliere aansprakelijkheidsrisico van leerlingen tijdens het verblijf op school of tijdens evenementen in schoolverband, voor zover niet elders verzekerd door bijvoorbeeld een W.A.-verzekering die door de ouders van de betreffende leerling is afgesloten. Motorrijtuigen Schade veroorzaakt door motorrijtuigen is uitgesloten van de aansprakelijkheidsverzekering van de school. De wetgever heeft bepaald dat de eigenaar of houder van een motorrijtuig aansprakelijk is voor schade veroorzaakt met zijn motorrijtuig. Ook hier gaat het om risicoaansprakelijkheid en deze is dan ook niet overdraagbaar aan derden. 19 Leerkrachten, ouders of vrijwilligers die tijdens schoolse evenementen (bijv. schoolreisjes, excursies) gebruik maken van hun eigen voertuig zijn aansprakelijk voor schade die ze aan derden veroorzaken. De wet aansprakelijkheidsverzekering verplicht de eigenaar of houder van het motorrijtuig tot het sluiten van een aansprakelijkheidsverzekering. Voor de schade aan de eigen auto is de school ook niet verzekerd. Inzittendenverzekering De schoolongevallenverzekering die is afgesloten, is ook van kracht tijdens het vervoer per auto. Deze verzekering staat los van de schuldvraag (aansprakelijkheid) en keert conform de voorwaarden uit. Ook kunnen inzittenden een beroep doen op de aansprakelijkheidsverzekering van de bestuurder, die het ongeluk heeft veroorzaakt. Het is gunstig als ouders een inzittendenverzekering hebben afgesloten, maar de school kan dit niet verplichten. 4.6 Veiligheidsbeleid Scholen zijn met ingang van 1 augustus 2006 verplicht het veiligheidsbeleid van de school te vermelden in de schoolgids. Op Stichtingsniveau is het schooloverstijgende Veiligheidsbeleid ontwikkeld hetgeen u kunt vinden op de website van de Stichting (www.skod.nl). Op grond van de Arbo-wet moeten de scholen een veiligheidsplan hebben, hetgeen u kunt vinden op de website van de school. 4.7 Klachtenregeling De Klachtenregeling is sinds 1998 wettelijk geregeld. De kwaliteitszorg binnen onze scholen heeft onze voortdurende aandacht; zowel wat betreft de leerstof als het welzijn van de kinderen en de leerkrachten. Natuurlijk komt het wel eens voor dat er bepaalde zaken te weinig aandacht krijgen of over het hoofd worden gezien. Ook kan er een verschil van mening ontstaan. Meestal wordt in goed overleg een oplossing gevonden. Als dat niet het geval is, is het mogelijk een klacht in te dienen. Elke school heeft een contactpersoon aangewezen in het kader van de klachtenregeling. Voor onze school is dit: Contactpersoon school: mevr. Berdieke Wieringa Kerklaan 15 7887 AT Erica [email protected] Ons bestuur heeft als vertrouwenspersoon mevr. Annie Wemer (adres zie hoofdstuk 6). Als bestuur zijn we aangesloten bij het Landelijke bureau van de geschillen- en klachtencommissies voor het Katholiek onderwijs. De klachtenregeling kunt u eveneens vinden op de website van de Stichting. 20 4.8 Ongewenste intimiteiten / seksuele intimidatie / pesten / agressie / discriminatie In het Veiligheidsbeleid van de Stichting staan gedragscodes en protocollen hoe te handelen in geval van ongewenst seksueel gedrag, seksuele intimidatie, agressie, discriminatie en pesten. 4.9 Tussenschoolse en buitenschoolse opvang. Per 1 augustus 2006 is het bevoegd gezag verantwoordelijk voor de Tussen Schoolse Opvang (TSO) van leerlingen. De organisatie hiervan is per school verschillend, echter iedere school biedt een vorm van TSO aan. U kunt het als ouder natuurlijk ook zelf regelen, u bent niet verplicht gebruik te maken van de mogelijkheden die de school biedt. Per 1 januari 2014 heeft de SKOD tezamen met Fidarda de Stichting Kinderopvang Fidarda – SKOD, roepnaam Tamariki, opgericht. Tamariki betekent kind in het Maori‟s. 4.10 Oudervereniging en ouderbijdrage Op alle scholen binnen de Stichting zijn de ouders verenigd in een oudervereniging. Statutair hebben de verenigingen tot doel - gelet op de primaire verantwoordelijkheid van de ouders voor de opvoeding van hun kinderen - de samenwerking tussen de ouders en het personeel met betrekking tot onderwijs en vorming van de leerlingen binnen de school en in verband met de school te bevorderen. Voor de complete statuten en het huishoudelijk reglement van de vereniging kunt u terecht bij de secretaris van de oudervereniging en op de website van de school. In de praktijk verleent de oudervereniging gedurende het schooljaar ondersteuning bij de uitvoering van allerlei schoolactiviteiten. Hierbij valt te denken aan: Sinterklaasen Kerstfeest, Pasen, musical, tentoonstellingen, pleinfeest e.d. Tevens zal de vereniging trachten de deelname van de ouders in de ouderadviescommissie te bevorderen. Alle kosten die voortkomen uit het organiseren van bovengenoemde activiteiten worden gedekt door de contributie. Jaarlijks ontvangen alle ouders een schrijven, waarop vermeld staat, hoe hoog de contributie is en op welke wijze deze kan worden betaald. De hoogte van dit bedrag wordt tijdens de jaarvergadering vastgesteld. Tijdens de jaarvergadering wordt er door de penningmeester een financieel jaarverslag gepresenteerd waarin u kunt zien waaraan de bijdrage is besteed. Indien ouders om welke reden dan ook géén lid zijn van de oudervereniging worden zij wel verzocht om een vrijwillige bijdrage – ter hoogte van de contributie van de vereniging – te voldoen, zodat hun kind(eren) kan/kunnen deelnemen aan de georganiseerde schoolactiviteiten. Indien een leerling, tijdens schooltijden, om welke reden dan ook, niet deelneemt aan de betreffende activiteiten, dan is betreffende leerling verplicht om aan het vervangende lesprogramma deel nemen dat door de school wordt verzorgd. 21 De oudervereniging van onze school bestaat uit: Voorzitter Penningmeester Secretaris Leden : Vacature : Monique Tholen : Esther Moorman : Cindy de Vries Monique Knigge Christel van Mispelaar Nancy Sikkes Irene Hanenbergh Melany Diepeveen Anita Geraets Manon Zwiggelaar Sylvia Bergsma Claudi Temmen De oudervereniging behartigt de belangen van de kinderen op school (in de ruimste zin van het woord). De oudervereniging is praktisch ingesteld en steunt de school met de dagelijkse gang van zaken. Het gaat in zijn algemeenheid om allerlei zaken die te maken hebben met het welzijn in en rond de school. De oudervereniging helpt bij de organisatie en uitvoering van het Sinterklaasfeest, Kerstfeest, kleuterfeest, schoolkamp en schoolreis, projecten, extra schoonmaak, Nieuwjaarsborrel voor de kinderen, brigadieren en organiseert acties om extra budget voor dit soort activiteiten te creëren of andere dingen die ten goede komen aan de kinderen te bekostigen. Alle hulp die de school op deze manier van de ouders krijgt is zeer waardevol. Vele handen maken licht werk. De oudervereniging bestaat uit 13 leden. De oudervereniging vergadert minimaal 6x per jaar, waarvan ook een aantal keren samen met de directie, de SchoolAdviesCommissie en de MR, aan het begin van het schooljaar is er een jaarvergadering waarvoor alle ouders/verzorgers worden uitgenodigd. Het e-mailadres van de oudervereniging is [email protected]. Ouderbijdrage Een van de taken van de oudervereniging is het innen en beheren van de jaarlijkse ouderbijdrage. Dit geld is o.a. bestemd voor de kosten van schoolkampen, Sinterklaasfeest, Kersviering, kleuterfeest en kleine traktaties. Voor het huidige schooljaar zijn de kosten per kind Voor de kleuters is dit €50,00 €35,00 Komt uw kind na 1 januari (maar voor 1 april) op school, dan betaalt u de helft. Na 1 april bent u geen bijdrage verschuldigd. 22 De eigen bijdrage voor het schoolkamp van groep 8 is vastgesteld op €25,00 per kind. De nota voor het schoolgeld kunt u half oktober verwachten. Indien u de nota niet kunt betalen kunt u zich richten tot de directie. Samen zal er naar een oplossing gezocht worden, zodat uw kind ook aan de activiteiten kan meedoen. Onder bepaalde voorwaarden kan Stichting leergeld hierin misschien een rol spelen. Voor meer informatie kunt u kijken op www.leergeld.nl. Het rekeningnummer van de oudervereniging is: 317605313 (Rabobank Erica) 4.11 De Medezeggenschapsraad (MR) De Wet Medezeggenschap Scholen (afgekort WMS) bepaalt dat elke school een MR moet hebben. Op stichtingsniveau hebben we de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) waarin een vertegenwoordiging zit van de schoolmedezeggenschapsraden (in totaal bestaat de GMR uit 7 ouders en 7 leerkrachten). De bevoegdheden van de MR bestaan uit een advies- en/of een instemmingsrecht op een aantal beleidsterreinen van het bevoegd gezag en de School Advies Commissie. Deze bevoegdheden zijn vastgelegd in een medezeggenschapsreglement. Onze MR bestaat uit zes personen; drie uit de ouder- en drie uit de personeelsgeleding. De MR vergaderingen zijn in principe openbaar, dus u bent bij deze van harte welkom. Wij zouden het op prijs stellen, als u het van te voren kenbaar maakt, wanneer u bij een vergadering aanwezig wilt zijn. Er kunnen agendapunten zijn die vertrouwelijk moeten worden behandeld. De MR maakt van haar activiteiten melding in haar jaarverslag. De (G)MR-reglementen als mede de verdeling van de bevoegdheden kunt u vinden op de website van de stichting www.skod.nl. De MR van onze school bestaat uit: Namens de ouders: Gerry Hake Vacature Vacature Namens de leerkrachten: Janine Gosseling (voorzitter) Anneke Nuninga Anne-Marie Beuker 4.12 Schooladviescommissie (SAC) De schooladviescommissie (hierna te noemen “SAC”) is de schoolnabije geleding die de belangen behartigt van voornamelijk ouders. Deze ouderbetrokkenheid krijgt vorm en inhoud door een adviserende rol richting de directie van de school aangaande de (meerjaren) beleidsvoorbereiding en -evaluatie op de volgende terreinen: 23 o Opvoeding o De onderwijskundige identiteit van de school o De invulling van de levensbeschouwelijke identiteit van de school Voorts signaleert de SAC operationele knelpunten en draagt d.m.v. advies aan de directeur, oplossingen aan. De SAC is daarvoor naast het team de belangrijkste gesprekspartner van de directeur. De SAC draagt geen bestuurlijke verantwoordelijkheid, maar is het panel van ouders dat meedenkt en adviseert. De directeur kan een beroep doen op de SAC voor beleidsondersteunende werkzaamheden en analyses. Dit gebeurt telkens op basis van een concrete afgebakende opdracht. Bijvoorbeeld met betrekking tot de invulling van accommodatiebeleid in de gemeente, de samenwerking met parochie of samenwerking met andere scholen. Ouders kunnen op dat punt de school een dienst bewijzen door de contacten die zij hebben en locale netwerken te benutten. De directeur stelt in overleg met de SAC jaarlijks vast welke activiteiten en evenementen georganiseerd worden en wie daarin de regie heeft (het team of de oudervereniging). Ook wordt vastgesteld ten laste van welk budget activiteiten georganiseerd worden. De organisatie van de evenementen als zodanig is geen taak van de SAC. De SAC bestaat uit 4 leden, zijnde ouders, van één of meerdere kinderen op de betreffende school, waaronder 1 op voordracht van de MR en 1 op voordracht van de oudervereniging. Er wordt gestreefd naar een zo goed mogelijke afspiegeling van de schoolorganisatie. De SAC van onze school bestaat uit: Voorzitter: Secretaris: Jos Harms Diane Huirne Leden: Raymond Rolink Rik Rolink 24 Hoofdstuk 5: Overige zaken Inspectie van het Onderwijs De Inspectie van het Onderwijs is belast met het toezicht op het onderwijs. Zij houdt toezicht op naleving van de wettelijke voorschriften en bevordert de ontwikkelingen van het onderwijs in overleg met de schooldirectie. Wanneer u hierover vragen of klachten heeft, dan kunt u contact opnemen met de Inspectie van het Onderwijs (zie hoofdstuk 6). De inspecteur die op onze school de inspectie uitvoert is mevr. L. de Groot. Stichting Leergeld Ouders / verzorgers van schoolgaande kinderen in de leeftijd van 4 t/m 18 jaar kunnen een beroep doen op een lokale stichting Leergeld indien zij voor hun kind(eren) bepaalde schoolse of buitenschoolse activiteiten niet kunnen betalen en een aantoonbaar inkomen hebben dat beneden 120% van het bijstandsniveau ligt. Ouders / verzorgers kunnen dan telefonisch contact opnemen met de lokale Stichting Leergeld of een e-mail sturen (adres zie hieronder en hoofdstuk 6). 25 26 Hoofdstuk 6: Belangrijke adressen en telefoonnummers. SKOD Postbus 12 9665 ZG Oude Pekela Bezoekadres: Scholtenswijk 10, Oude Pekela tel. 0591-667 010 (alle werkdagen van 8.00 - 16.30 uur) [email protected] www.skod.nl Centrum Jeugd en Gezin Bezoekadres Parallelweg 36, 7822 GM Emmen Telefoon 0800 - 850 50 50 Intern vertrouwenspersoon (Contactpersoon) van de school mevr. Berdieke Wieringa Kerklaan 15 7887 AT Erica [email protected] Zorg Advies Team (ZAT)(landelijk steunpunt) Postbus 19221 3501 DE Utrecht tel . 030-2306481 [email protected] Vertrouwenspersoon: Mevr. Annie Wemer De lange jacht 9 9244 HM Beetsterzwaag Email: [email protected] JGZ Emmen 0591-656573 op werkdagen tussen 08.30 – 14.00 uur Tel.: 06-19492023 [email protected] (Door scholen in de gemeenten BorgerOdoorn, Coevorden, Emmen, Hoogeveen, Meppel, Westerveld en De Wolden) Inspectie van het onderwijs tel. 0800-8051 (gratis, voor vragen over onderwijs) [email protected] www.onderwijsinspectie.nl Informatie- en advieslijn voor leerlingen Advies- en meldpunt Kindermishandeling tel. 0900-1231230 (€ 0,05 per min.) Informatie- en advieslijn voor ouders tel. 0800-5010 (gratis, op schooldagen tussen 10.00 en 15.00 uur) www.50tien.nl Kindertelefoon 0800-0432 (gratis) 27 Landelijke bureau van de geschillenen klachtencommissies voor het Katholiek onderwijs Bezoekadres: Raamweg 2, 2596 HL Den Haag Postadres en de contactgegevens: Bureau geschillen-, bezwaren- en klachtencommissies katholiek onderwijs Postbus 82324 2508 EH DEN HAAG T Landelijke klachtencommissie voor het katholiek onderwijs: 070-3925508 (van 09.00 uur tot 12.00 uur) T Landelijke geschillen- en bezwarencommissies voor het katholiek onderwijs: 070-3457097 (09.00 uur tot 12.00) Fax algemeen: 070-3020836 Email: [email protected] Stichting Leergeld www.leergeld.nl 28 Hoofdstuk 7: Praktische informatie. 7.1 Schooltijden Dag Maandag: Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Ochtend 8.30 uur – 12.00 uur 8.30 uur – 12.00 uur 8.30 uur – 12.15 uur 8.30 uur – 12.00 uur 8.30 uur – 12.00 uur * Middag 13.15 uur – 15.15 uur 13.15 uur – 15.15 uur 13.15 uur – 15.15 uur 13.15 uur – 15.15 uur ** * De kinderen van de groepen 1 en 2 zijn de vrijdagen vrij. ** De kinderen van groep 3 zijn op vrijdagmiddag vrij. Een kwartier voor de ochtendschooltijd zijn de kinderen welkom in de klas. We verzoeken u dringend de kinderen niet eerder naar school te sturen. „s Middags kennen we dit inloopkwartier ook bij de groepen 1,2 en 3. Van de andere groepen blijven de kinderen onder toezicht buiten spelen tot 13.10 uur. Bij slecht weer is er binnen toezicht en spelen de kinderen binnen. 7.2 Groepsindeling Groep 1 Groep 1-2 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8a Groep 8b maandag Lyanne Maatje / Marleen Fischer Anne-Marie Beuker Anneke Nuninga Annette Herbers Charon Wittendorp Joke Hölscher Ineke Neep José Kuiper Johan Boxem Mirjam Ottens dinsdag Lyanne Maatje woensdag Lyanne Maatje donderdag Lyanne Maatje vrijdag - Marleen Fischer Anneke Nuninga Annette Herbers Charon Wittendorp Joke Hölscher Ineke Neep Janine Gosseling Johan van Hulzen Mirjam Ottens Marleen Fischer Anneke Nuninga Annette Herbers Charon Wittendorp Letty Prinsen Ineke Neep Janine Gosseling Johan van Hulzen Mirjam Ottens Marleen Fischer Anne-Marie Beuker Annette Herbers Diana Tholen Letty Prinsen Johan Boxem José Kuiper Johan van Hulzen Ineke Neep Letty Prinsen Diana Tholen Joke Hölscher Johan Boxem Janine Gosseling Johan van Hulzen Mirjam Ottens 29 7.3 Vakanties en vrije dagen herfstvakantie kerstvakantie voorjaarsvakantie Goede Vrijdag Paasmaandag Koningsdag meivakantie Hemelvaart plus vrijdag opvolgend 2e Pinksterdag plus dinsdag opvolgend zomervakantie 11 t/m 19 oktober 20 december t/m 4 januari 21 februari t/m 1 maart 3 april 6 april 27 april 2 mei t/m 10 mei 14 en 15 mei 25 en 26 mei 4 juli t/m 16 augustus 7.4 Margedagen Ieder schooljaar kunnen zich bijzondere en onverwachte gebeurtenissen voordoen, waarvoor de school de leerlingen vrij zal geven. De schooltijden en het vakantierooster zijn zo gekozen dat de school een beperkt aantal extra vrije dagen in kan lassen, bijvoorbeeld ter verdere professionalisering van het team, zonder dat daarmee het minimum aantal verplichte lesuren in gevaar komt. Deze dagen zullen zo spoedig als mogelijk bij u bekend gemaakt worden. 7.5 Gymrooster We maken gebruik van het gymlokaal aan de Semsstraat en van de sporthal. Het kan zijn dat we 's zomers bij mooi weer naar het zwembad gaan of gebruik maken van het veld bij de school. De groepen 1 en 2 maken gebruik van de speelzaal in de school en het speelterrein rond de school. Gymnastiektijden Het gymrooster wordt aan het begin van het jaar bekend gemaakt. dagdeel maandagmorgen maandagmorgen maandagmorgen maandagmorgen maandagmiddag maandagmiddag dinsdagmiddag dinsdagmiddag donderdagmorgen donderdagmorgen donderdagmorgen donderdagmorgen donderdagmiddag donderdagmiddag tijden 08.45 – 09.30 09.30 – 10.15 10.30 – 11.15 11.15 – 12.00 13.30 – 14.15 14.15 – 15.00 13.30 – 14.15 14.30 – 15.15 08.45 – 09.30 09.30 – 10.15 10.30 – 11.15 11.15 – 12.00 13.30 – 14.15 14.30 – 15.15 groep 7 4 6 5 8b 8a 3 7 3 5 8a 8b 4 6 locatie gymzaal gymzaal gymzaal gymzaal sporthal sporthal gymzaal gymzaal gymzaal gymzaal gymzaal gymzaal sporthal sporthal 30 7.6 Zwemmen In Erica kunnen we als school gebruik maken van het Geert Vosbad. Dit openluchtzwembad ligt op een paar honderd meter afstand van school. Als de buitentemperatuur het toelaat kan een leerkracht besluiten om de les bewegingsonderwijs te vervangen door een les in het zwembad. Dit begint meestal in groep 4 vanaf de maand mei. De leerkracht inventariseert vooraf welke zwemdiploma‟s behaald zijn. Zowel de badmeester als de betrokken leerkracht houden dan toezicht op de kinderen. 7.7. Tussenschoolse opvang (T.S.O.) Kinderen kunnen tussen de middag op school blijven eten. Het is de bedoeling dat de kinderen zelf hun eten en drinken meenemen De begeleiding tijdens het overblijven wordt verzorgd door overblijfmoeders. De Nederlandse Katholieke Oudervereniging (NKO) heeft de scholing voor de overblijfmoeders verzorgd. Heeft u als ouder zelf belangstelling om overblijfmoeder te worden dan kunt u contact opnemen met de directeur. De kinderen van de groepen 1 t/m 3 blijven in een andere ruimte over dan de oudere kinderen. Dit is het eerste lokaal in de onderbouwgangl. Groep 4 t/m 8 blijft over in de Titus Brandsmazaal. Het is mogelijk om een kaart te kopen als uw kind meerdere keren overblijft. In het schooljaar 2014-2015 gelden de volgende bedragen: Een grote kaart : € 20.00 (22 keer overblijven) Een kleine kaart: € 10.00 (10 keer overblijven) Wanneer het overblijven een enkele keer per jaar voorkomt, kunt u per keer (€1,50) betalen. Elke keer dat de kinderen op school blijven eten wordt een datum op de kaart afgestreept. Wanneer de kaart vol is krijgen de kinderen bericht mee naar huis. Graag willen we dat wanneer er meerdere kinderen uit een gezin overblijven, er een kaart wordt aangeschaft in de groep waar ze eten. De onderbouwgroep is voor groep 1 t/m 3 en de bovenbouwgroep voor groep 4 t/m 8. Dit werkt gemakkelijker voor de administratie. De kaarten worden door de overblijfmoeders bewaard. Na het gezamenlijk eten gaan de kinderen onder toezicht van de overblijfmoeder (s) buiten spelen op het lage plein. Om 13.00 uur wordt het toezicht overgenomen door de leerkrachten. De bijdrage die de ouders betalen voor het overblijven wordt besteed voor een vergoeding aan de overblijfmoeders of aan speelmaterialen die de kinderen gebruiken tijdens het overblijven. Het overblijfprotocol vindt u op onze site. Contactpersoon TSO: Truus Oosting. Tel: 06-55718293 7.8 Buitenschoolse opvang (B.S.O.) Onze school heeft sinds mei 2014 een BSO in eigen beheer van de SKOD: “‟t Vogelnest”. Deze BSO regelt voor ons de voor- en naschoolse opvang van uw kind. Wij hebben hiervoor een eigen lokaal in onze school ter beschikking. Mocht u hier behoefte aan hebben, dan kunt u bij de directie een informatiemap halen. 31 7.9 De jeugdgezondheidszorg op de basisschool. De GGD voor leerlingen van het basisonderwijs De GGD jeugdgezondheidzorg, onderdeel van het Centrum voor Jeugd en Gezin, biedt scholen de volgende diensten aan voor de leerlingen, ouders en medewerkers van de school. Screening in groep 2 en 7 Alle leerlingen in groep 2 en 7 worden schriftelijk uitgenodigd voor een screening door de assistente jeugdgezondheidszorg. De ouders ontvangen hiervoor een uitnodiging met informatie en een vragenlijst. Blijkt uit de screening dat de leerling extra zorg nodig heeft of hebben de ouders aangegeven vragen te hebben, dan worden zij uitgenodigd op een spreekuur bij de jeugdarts of jeugdverpleegkundige. Ook een leerkracht of de intern begeleider kan, in overleg met de ouders, een kind aanmelden voor het spreekuur. De spreekuren zijn op school of in de buurt. Spreekuur Waarvoor naar een spreekuur? Wanneer er vragen zijn over bijvoorbeeld groei, ontwikkeling, gedrag, motoriek, horen en zien, dan kan dit met de jeugdarts worden besproken. De jeugdverpleegkundige kan helpen bij vragen rondom opvoeding, leefstijl, psychosociale problemen, pesten, faalangst, zindelijkheid en gezond gewicht. Wie houdt het spreekuur? De jeugdarts en de jeugdverpleegkundige houden spreekuren op de school of een centrale plaats. Alle leerlingen en ook ouders kunnen een afspraak maken. Mentoren en intern begeleiders kunnen ook een leerling aanmelden voor het spreekuur, maar alleen als de ouders daarvoor toestemming hebben gegeven. Het zorgteam Op de meeste scholen werken professionals samen, zoals de intern begeleider, jeugdarts & jeugdverpleegkundige en schoolmaatschappelijk werk. Zij ondersteunen school, leerling en ouders. Logopedie Op de meeste scholen wordt een logopedische screening aangeboden in groep 2 door een logopediste van GGD Drenthe. Kijk op www.ggddrenthe.nl/logopedie voor meer informatie over logopedie. Afspraak maken? Een afspraak maken voor het spreekuur kan via onderstaand telefoonnummer of emailadres. Vermeld in de e-mail altijd de naam, de geboortedatum en de school van de leerling. 088-2460246 (ma-vr 08.00 - 16.00 uur) [email protected] Vaccinaties 32 De GGD biedt voor kinderen van 9 jaar een vaccinatie aan tegen difterie, tetanus en polio (DTP) en een vaccinatie tegen bof, mazelen en rode hond (BMR). Deze worden tegelijkertijd gegeven. Daarnaast krijgen alle meisjes, als ze 12 /13 jaar oud zijn, een oproep voor een vaccinatieserie tegen baarmoederhalskanker. Een oproep voor vaccinaties wordt naar het huisadres van de leerling gestuurd. In deze oproep staat aangegeven waar de vaccinatie gehaald kan worden, dit zal niet op school zijn. 7.10 Verdere kleine praktische zaken Gevonden voorwerpen In de Titus Brandsmazaal staat een blauwe ton. We doen daar alle gevonden voorwerpen in. Op de ouderavonden bij b.v. de tien minuten contacten stallen we de gevonden voorwerpen uit op tafels in de zaal zodat ouders de spullen van hun kinderen mee kunnen nemen. Wat blijft liggen wordt weggebracht. Drinken en fruit eten De kinderen mogen ‟s morgens een gezond hapje en drankje meenemen naar school. Voor de jonge kinderen is meestal een halve appel of een gepelde mandarijn genoeg. Wilt u de bekers niet met prik vullen? Op de gang of in de klaslokalen staan kratten; daar kan het eten en drinken in. De tassen kunnen bij de jas op de kapstokken hangen onder de door school verstrekte luizenzakken. Speelgoeddag kleuters De eerste woensdag van de maand mogen de kleuters speelgoed meenemen. Geeft u de kinderen niet teveel mee, zeker niet meer dan in een plastic tas past. Uiteraard kunnen we geen risico lopen voor beschadiging. 33 Hoofdstuk 8: Het onderwijs op De Brummelbos. 8.1 Verdeling in groepen Onze school is verdeeld in drie bouwen: de onderbouw, middenbouw en bovenbouw; de onderbouw bestaat uit de groepen : 1, 1-2 en 2; de middenbouw bestaat uit de groepen: 3, 4 en 5 ; de bovenbouw bestaat uit de groepen : 6, 7, 8a en 8b. De school werkt in groepen van kinderen van dezelfde leeftijd, ingedeeld in jaarklassen. De leerkracht werkt met drie niveaus per klas: het reguliere niveau, een niveau hoger voor begaafde leerlingen en een aangepast lager niveau voor zorgleerlingen. In onze uitgebreide orthotheek staan de leermiddelen voor extra hulp en verrijking van het onderwijs. We houden bij de indeling van de groepen onder anderen rekening met onderstaande gegevens: evenwichtige verdeling van jongens en meisjes per groep; cognitief sterke kinderen verspreiden; kinderen die tijdens lessen vaker geholpen moeten worden verspreiden; kinderen die de instructie voor een vak krijgen in een hogere of lagere groep; qua gedrag drukke kinderen verspreiden; kinderen die zich goed kunnen concentreren verspreiden; sociaal sterke kinderen verspreiden over de parallelgroepen; de wisselingen van leerkracht die de kinderen in de voorgaande schooljaren gehad hebben en de verwachting daarvan voor het komend schooljaar; broertjes en zusjes, meerlingen: we bekijken per geval of we ze bij elkaar laten; tijdens intern overleg wordt besproken of vriend(inn)en bij elkaar gehouden moeten worden of juist niet. Denk daarbij aan bijvoorbeeld beginnende vriendschappen. ; gedragskenmerken van kind en leerkracht ( aanvullend, botsend, introvert, enz); kinderen die een jaar langer blijven houd je eventueel bij elkaar; plaatsing in de parallelklas is afhankelijk van de situatie en van betreffende kinderen. 8.2 Bouwen aan een adaptieve school (BAS) Op de Brummelbos volgen we teamscholing in het kader van bouwen aan een adaptieve school. Bas is gericht op een samenhangende onderwijs en organisatieontwikkeling., uitgaande van een analyse van de specifieke startsituatie van de school. In het BAS-project staan de volgende vier vragen centraal: 1) Wat kan de school doen om de doeltreffendheid van het onderwijs te verbeteren? (Effectiviteit) 2) Hoe kan de school omgaan met verschillen in de groep? (Differentiatie) 3) Op welke manier kan de differentiatie worden georganiseerd? (Organisatie) 4) Hoe kunnen de kinderen zelf actief worden betrokken bij het onderwijs? (Zelfsturing) 34 De kinderen kennen inmiddels de drie basisregels die we op school hanteren: we houden rekening met elkaar; we gaan netjes om met de spullen in de school; we zorgen voor rust in de school. Op school is er een stuurgroep BAS die dit ontwikkelingsproces begeleidt 8.3 Digitale schoolborden en computergebruik De komst van computers in de klas heeft de rol van de juf of meester veranderd. Vanaf augustus 2008 zijn alle klassen voorzien zijn van een digitaal schoolbord. Computers en borden zullen steeds meer geïntegreerd worden in de dagelijkse lessituatie. Alleen dan kan de leerling naar eigen capaciteiten werken en kan de leerkracht zich concentreren op de begeleiding. Het digitale schoolbord heeft vele mogelijkheden. De leerkracht stuurt met behulp van de computer op het bureau de beamer aan en projecteert lesstof op het bord. Daarnaast heeft het bord ook een aantal andere digitale functies: zo gebruikt de leerkracht het bord om de kinderen voor te doen hoe ze moeten schrijven, worden er korte filmpjes, muziek of landkaarten vertoond die bij een methode passen, en laat de leerkrachten lesstof zien. Kinderen en leerkrachten zijn enthousiast. In de afgelopen schooljaren hebben alle leerkrachten een uitgebreide scholing gevolgd. 8.4 Werkvormen Wij hanteren diverse werkvormen: (klassikale) instructie: de leerkracht gaat met de kinderen op zoek naar antwoorden van een probleem. Hij / zij spoort ze aan naar oplossingen te zoeken, nodigt uit mee te denken en draagt alternatieven aan; groepsopdrachten: de kinderen werken samen en leren zo te overleggen, afspraken te maken en een presentatie te verzorgen; individuele opdrachten: de kinderen werken zelfstandig aan een taak; kringgesprekken: de kinderen leren hun gedachten en gevoelens te verwoorden. Ze leren naar elkaar te luisteren en rekening te houden met elkaar. 8.5. Vak/vormingsgebieden 8.5.1 Vak/vormingsgebieden in groep 1 en 2 Wij maken gebruik van het beredeneerd leerstofaanbod en van het digitale observatieprogramma Bosos. De groepen 1, 1-2 en 2 werken volgens het beredeneerd aanbod zoals dat is beschreven in de blauwe map “Beredeneerd aanbod”. Het spelen en werken, observeren en registreren gebeurt aan de hand van de volgende ontwikkelingslijnen: - Grove motoriek Fijne motoriek Muziek Sociaal emotionele ontwikkeling ( met de tussendoelen) Gedrag met betrekking tot spel en werkhouding 35 De onderdelen die hierbij aan bod komen worden het hele jaar door behandeld en herhaald. Het betreft: - Ruimtelijke oriëntatie Taal communicatie Taal denken ( met de tussendoelen beginnende geletterdheid) Auditieve waarneming Visuele waarneming Rekenen-ordenen ( met de tussendoelen rekenen) Deze tussendoelen zijn steeds in 3 perioden verdeeld. De eerste periode is van augustus-december. De tweede periode is van januari – maart. De laatste periode is van april- juli. Het beredeneerd aanbod wordt jaarlijks bijgesteld en verder ontwikkeld waar nodig. Dit doen we vanuit onze visie dat we een rijke leeromgeving willen scheppen. 8.5.2 Vak/vormingsgebieden in groep 3 t/m 8 Hieronder volgt een beknopte weergave van de vakken zoals die op school aan de leerlingen worden gegeven met de daarbij gehanteerde methoden. Vakgebied Methode Vanaf groep Rekenen Taal Alles telt Veilig leren lezen Taal op maat Goed gelezen Nieuwsbegrip Goed gelezen Pennenstreken Een wereld van verschil Wijzer door de tijd Leefwereld / Natuur buitengewoon Wegwijs Bubbles / Groove me Trefwoord Kinderen en hun soc. talenten Moet je doen Basislessen bewegingsonderwijs Bewegen Samen Regelen 3 3 4 4 4 4 3 5 5 4 Begrijpend lezen Technisch lezen Schrijven Aardrijkskunde Geschiedenis Natuur / techniek Verkeer Engels Catechese Sociaal emot. ontw. Kunstzinnige oriëntatie Bewegingsonderwijs 3 7 1 1 3 3 7 36 Catechese In iedere groep wordt aandacht besteed aan catechese. Vaak gebeurt dat bij de dagopening met behulp van de methode Trefwoord. Trefwoord is een methode voor godsdienstige en levenbeschouwelijke vorming voor het basisonderwijs. Uitgangspunten: Trefwoord brengt met behulp van leefthema‟s twee werkelijkheden bij elkaar: de belevingswereld van het kind- in de hedendaagse, multiculturele en religieuze samenleving- en in de wereld van de bijbel. In dit treffen van twee werelden leert het kind in dubbel opzicht. De eigen levenservaringen dragen er toe bij de Bijbelverhalen beter te begrijpen. Omgekeerd biedt de bijbel een andere blik op de dagelijkse werkelijkheid. Het is een ontmoeting waarbij kinderen vooral ook van elkaar leren. Sociaal-emotionele ontwikkeling Op de Brummelbos hebben we gekozen om de methode “Kinderen en hun sociale talenten” te gebruiken voor sociaal-emotionele ontwikkeling. Het doel van deze methode is om sociaal competent gedrag van de kinderen op de basisschool te bevorderen. Dit vanuit een visie die laat zien uit welke componenten sociaal competent gedrag bestaat en hoe deze bouwstenen onderling samenhangen. Deze visie staat aan de basis van deze methode: de lessen zijn erop geënt . Er zijn lesmappen voor de groepen 1-3, 4 -6 en 7-8. Voor elke jaargroep zijn er twintig lessen gemaakt rondom de onderstaande thema‟s: 1) ervaringen delen 2) aardig doen 3) samen spelen en werken 4) een taak uitvoeren 5) jezelf presenteren 6) een keuze maken 7) opkomen voor jezelf 8) omgaan met ruzie Per jaar zijn er twee tot vier lessen in elke categorie. Ook het pesten wordt nadrukkelijk behandeld in de klassen. Pesten komt helaas overal, dus ook op alle scholen voor, meestal buiten het gezichtsveld van leerkrachten en ouders! Dat maakt ‟t vaak moeilijk om er op de juiste manier op in te spelen. Op onze school willen wij het pesten serieus aandacht geven. Dat wil zeggen dat wij: - gevoelig zijn voor signalen van kinderen en ouders; - een pestprotocol hanteren ( ligt ter inzage op school); - tijd inruimen, zowel in persoonlijke gesprekken als in groepsverband, om ‟t pesten bespreekbaar te maken. Wij willen samen met de kinderen zoeken naar oplossingen; - daar waar nodig is corrigerend optreden; - gepeste kinderen ook willen leren hoe met pestgedrag ‟t beste omgegaan kan worden; - kinderen dienen in zekere mate weerbaar gemaakt te worden; 37 - als leerkrachten onze deskundigheid voortdurend op peil willen houden aangaande aanpak sociaal emotionele problemen, waaronder het pestgedrag. Met behulp van het programma ZIEN brengt iedere leerkracht twee keer per schooljaar de sociale vaardigheden van de leerlingen in kaart. 8.6 De Brummelbos geeft elk kind de ruimte Als school willen we recht doen aan de mogelijkheden van elk kind. In alle groepen werken we met groepsplannen voor de vakken lezen, taal en rekenen. In het groepsplan zijn drie subgroepen opgenomen. De kinderen die meer aankunnen, de kinderen die de basisstof aankunnen en kinderen die het minimumprogramma aankunnen. Meer over de laatste groep kinderen vindt onder het kopje “Zorg”. Om aan de behoefte van de eerste groep te kunnen voldoen, wordt dit jaar speciaal aandacht besteed aan een programma voor deze kinderen. Het afgelopen jaar is al behoorlijk geïnvesteerd voor de benodigde (en uitdagende) materialen, waarin de leerkracht leerstof kan verdiepen en verbreden (Levelwerk). Ook wordt er binnen de methoden verdiepingsstof aangeboden. Naast deze drie basisniveaus kent het groepsplan “uitschieters” naar boven en naar beneden. 8.7 CITO leerlingvolgsysteem Vanaf groep 3 krijgen de kinderen te maken met de zogenaamde Cito-toetsen. De uitslag van de Cito-toets wordt uitgedrukt in een bepaald niveau. Op basis van de scores maken we groepjes, ingedeeld in A t/m E of l t/m V. Niveau A Niveau B Niveau C Niveau D Niveau E Goed tot zeer goed (25% hoogst scorende leerlingen) Ruim voldoende tot goed (25% net boven het landelijk gemiddelde) Matig tot voldoende (25% net onder het landelijk gemiddelde) Zwak tot matig (15% ruim onder het landelijk gemiddelde) Zwak tot zeer zwak (10% laagst scorende leerlingen) Deze toetsen geven een beeld van het kennisniveau van kinderen. Mede op basis van deze toetsen zien we waar kinderen goed en minder goed in zijn. Wij willen ons onderwijs afstemmen op deze niveauverschillen tussen de kinderen. Dit vraagt van de leerkrachten de vaardigheid om te kunnen differentiëren binnen de groep, met name op het gebied van de basisvaardigheden technisch lezen, begrijpend lezen, taal en rekenen. De leerkrachten worden hierbij ondersteund door de interne begeleider. 8.8 Zorg De scholen binnen onze stichting vinden het belangrijk om te kunnen omgaan met de verschillende onderwijsbehoeften van leerlingen. Centraal binnen onze visie op onderwijs is dat elk kind zoveel mogelijk passend onderwijs moet krijgen, dat het onderwijs zo goed mogelijk aansluit bij de mogelijkheden van het kind en recht doet aan de verschillen. Kinderen hebben behoefte aan aandacht, rust, vertrouwen, duidelijkheid en voorspelbaarheid om zich harmonieus te kunnen ontwikkelen. Competentie, relatie, 38 vertrouwen, zelfstandigheid en autonomie zijn begrippen die van groot belang zijn voor de SKOD scholen. Daarbij werken wij volgens de richtlijnen van de 1-Zorgroute, het uitgangspunt van ons zorgsysteem: Groepsplannen en handelingsplannen zijn de basis. Onderwijs op maat wordt zoveel mogelijk in de klas verzorgd door extra, verlengde en / of verkorte instructie, herhaling of een eventuele andere aanpak. Passend onderwijs Met ingang van 1 augustus 2014 treedt de wet Passend onderwijs in werking. Passend onderwijs houdt in dat de school een passend aanbod probeert te realiseren voor iedere leerling. Dit doen wij door een goede zorgstructuur in de school te bieden. Mocht een leerling onvoldoende zorg geboden kunnen worden, dan zoekt de school samen met de ouders naar een passende oplossing. Zorgdocument Onze school maakt deel uit van Samenwerkingsverband 22-02. De school heeft een eigen Zorgdocument (Handboek Onderwijsondersteuning), waarin o.a. de visie omtrent zorg wordt beschreven. Het Zorgdocument wordt jaarlijks geactualiseerd en ligt ter inzage bij de MIB-er. Leerkracht De eerste zorg begint in de klas. Vanuit de overheid (Inspectie van het Onderwijs) wordt verwacht dat de leerkrachten de extra hulp binnen de groep bieden. Dit gebeurt o.a. aan de instructietafel. In een enkele klas gebruikt de leerkracht het bureau als instructietafel. Dit heeft dan te maken met de beschikbare ruimte in het lokaal. De leerkracht observeert en signaleert. Bij hem of haar komen de eerste signalen binnen. Voor elk kind worden de onderwijsbehoeften in kaart gebracht en dit wordt opgenomen in een groeps- of hulpplan. In de klas zal het eerst gekeken worden naar extra instructie, herhaling of een eventuele andere aanpak. Groeps- en leerlingenbespreking De vorderingen van de leerlingen worden door de groepsleerkrachten bijgehouden d.m.v. observatie en toetsen. De resultaten worden tijdens de groepsplanbesprekingen met de interne begeleider doorgenomen. Deze besprekingen vinden 4 keer per jaar plaats. Tijdens de groepsplanbesprekingen worden de leerlingen genoemd die uitvoerig besproken zullen worden tijdens de leerlingbesprekingen in de diverse bouwen. Deze leerlingbesprekingen vinden 3 keer per jaar plaats. Er kan in overleg met de interne begeleider een individueel hulpplan worden opgesteld. Daarin wordt beschreven wat er aan extra hulp en aandacht zal worden gegeven. Ook wordt erin beschreven op welke termijn resultaat wordt verwacht van deze extra hulp. De ouders worden hiervan op de hoogte gesteld. Zorgteam Op onze school is een Zorgteam aanwezig. Hierin hebben zitting de directeur en de MIB-er. In het Zorgteam wordt de voortgang van de ontwikkeling van onze leerlingen en de eventuele vervolgacties besproken. 39 Inschakelen externe hulp Als we als school constateren dat de leervorderingen van een kind teveel stagneren en de extra hulp niet het gewenste effect heeft gehad, schakelen we in overleg met de ouders het zorgteam Kompas in. De externe deskundige van het zorgteam Kompas doet aanvullend onderzoek naar de door de school gesignaleerde problemen. Naar aanleiding van het onderzoek volgt een oudergesprek. In dat gesprek zijn meerdere oplossingen mogelijk. U begrijpt dat de ouders betrokken moeten zijn bij het inschakelen van externe hulp. Als een groepsleerkracht problemen signaleert bij uw kind, zal hij/zij hierover contact opnemen met u. Bij aanmelding voor observatie of onderzoek moeten de ouders/verzorgers altijd schriftelijk toestemming geven. 8.9 Overgang naar het voortgezet onderwijs In het voorjaar maken de leerlingen van groep 8 een eindtoets Basis Onderwijs. Een landelijk afgenomen toets om te kunnen bekijken wat de prestaties zijn. Samen met de schoolrapporten en het advies van de groepsleerkracht vormt de toets een basis, van waaruit bekeken wordt welke school voor voortgezet onderwijs het best bij de leerling past, zulks in overleg met de ouders en de betreffende leerling zelf. Aanmelding naar het vervolgonderwijs geschiedt door de basisschool. Dat houdt in, dat de benodigde aanmeldingsformulieren op onze school aanwezig zijn en dat deze door ouders en de leerkracht worden ingevuld. De basisschool draagt zorg voor verzending. Sinds schooljaar 2013-2014 maken de scholen gebruik van OSO, de OverstapService Onderwijs. Dit is een veilige, digitale uitwisseling van leerlingdossiers tussen de scholen van basis- en voortgezet onderwijs Bij het verlaten van de school naar het voortgezet onderwijs, maar ook bij het tussentijds vertrekken van een leerling van onze school, verzorgt de groepsleerkracht een rapportage. Deze bestaat uit: een korte typering van de school; overzicht van de methodes, die gebruikt zijn; aanduiding hoever de leerling in zijn / haar ontwikkeling is gevorderd; andere objectieve gegevens die de ontvangende school inzicht kunnen geven in het ontwikkelingsniveau van de leerling; eventueel schriftelijk werk van de leerling. Het Voortgezet Onderwijs beslist uiteindelijk waar een leerling geplaatst wordt. In ons Schooljaarverslag worden de gegevens m.b.t. de uitstroom van het vorige schooljaar vermeld. Het effect van ons onderwijs meten we ook af aan het succes van onze leerlingen in de eerste leerjaren van het voortgezet onderwijs. De verschillende scholen voor voortgezet onderwijs houden ons schriftelijk op de hoogte van de vorderingen van de oud-leerlingen. 40 Dit is onze schoolgids. Mocht u aanvullende opmerkingen of tips hebben, wilt u ons dat dan laten weten? Wij willen u graag goed informeren! 41
© Copyright 2024 ExpyDoc