Ontheffing - Provincie Flevoland

PROVINCIE
FLEVOLAND
Postbus 55
8200 AB Lelystad
Telefoon
(0320)-265265
Fax
(0320)-265260
E-mail
[email protected]
PCF Holland B.V.
De heer J. Koole
Postbus 2087
8203 AB LELYSTAD
Verzenddatum
- t DEC. 2014
Onderwerp
Website
www.flevoland.nl
Bijlagen
1
Uw kenmerk
Ons kenmerk
^670754
Flora- en faunawet; ontheffing voor het vangen en doden van vogels in
gebouwen
Geachte heer Koole,
Op 8 oktober 2014 hebben wij uw aanvraag ontvangen voor een ontheffing onder artikel 68 van de
Flora- en faunawet voor het verjagen van vogels die gevangen zitten in gebouwen, het eventueel
vangen van deze vogels en voor het doden van vogels met een luchtbuks in incidentele gevallen
wanneer de vogels niet gevangen kunnen worden.
Bijgevoegd ontvangt u onze beslissing op uw aanvraag.
Hoogachtend,
Gedeputeerde Staten van Flevoland,
de secretaris,
de voorzitter,
M.G.E.C. Overnnars
M.J.D. Wittennan
Inlichtingen bij
Doorkiesnummer
A. Hellingwerf
0320 265 488
Bezoekadres
Visarenddreef 1
Lelystad
Bladnummer
2
Ons kenmerk:
1670754
Beschikking van GEDEPUTEERDE STATEN VAN FLEVOLAND op een verzoek voor een
ontheffing op grond van artikel 68 van de Flora- en faunawet
Inhoudsopgave
A. Onderwerp aanvraag
B. Wettelijk kader
C. Beleidsuitgangspunten bij de beoordeling
D. Inhoudelijke beoordeling
E. Advies Faunafonds
F. Besluit tot gedeeltelijk verlenen van de ontheffing
G. Kennisgeving en afschriften
H. Bezwaar
I. Ondertekening
Bijlagen:
Bezwa ren p roced u re
A,
Onderwerp aanvraag
Op 8 oktober 2014 hebben wij van PCF Holland B.V., pest control & facility services te Lelystad een
aanvraag ontvangen voor een ontheffing ex artikel 68 van de Flora- en faunawet.
De ontheffing wordt aangevraagd om in voorkomende gevallen adequaat op te kunnen treden indien
beschermde vogelsoorten zich in gebouwen bevinden waar zij een gevaar opleveren voor de
volksgezondheid of de openbare veiligheid. Daarnaast wordt het voorkomen van onnodig lijden van
de vogels zelf als belang genoemd. Het betreft een ontheffing op voorhand om vogels te vangen met
vangkooien of schiet- of mistnetten en het weer loslaten van de gevangen vogels. Daarnaast wordt
ontheffing gevraagd om in incidentele gevallen vogels te doden met een luchtbuks, wanneer vangen
onmogelijk blijkt.
De ontheffing wordt aangevraagd voor een periode van vijf jaar.
In de aanvraag is aangegeven dat PCF Holland werkt volgens het principe van Integrated Pest
Management, waarbij zoveel als mogelijk wordt ingezet op preventie. De werkvolgorde wordt
uitvoerig omschreven, waarbij de volgende stappen doorlopen worden:
1. Inventarisatie van het probleem
2. Advisering over aanpassingen van het proces, zoals een gesloten deurenbeleid of
intensievere schoonmaak
3. Advisering en uitvoering van weringsystemen
4. Het verjagen van vogels met door het Faunafonds genoemde verjaagmiddelen of laser of het
levend vangen met vangkooien, schiet- of mistnetten, waarbij gevangen vogels buiten
worden uitgezet.
5. In het uiterste geval schieten van een laatste exemplaar op basis van ontheffing met behulp
van een luchtbuks
6. Controle op de genomen maatregelen en eventueel corrigeren.
B.
Wettelijk kader
De Flora- en faunawet (hierna Ffwet) is het wettelijk kader voor de soortbescherming van in
Nederland in het wild levende planten en dieren.
Bladnummer
3
Ons kenmerk:
1670754
In overeenstemming met artikel 4, eerste lid, onderdeel b van de Ffwet zijn alle van nature op het
Europese grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie voorkomende vogels aangemerkt als
beschermde inheemse diersoorten.
In de Ffwet is in artikel 2 een algemene zorgplicht voor in het wild levende dieren opgenomen.
Daarnaast kent de Ffwet een aantal algemene verbodsbepalingen. Volgens artikel 9 is het verboden
dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te doden, te verwonden, te vangen, te
bemachtigen of met het oog daarop op te sporen. Artikel 10 verbiedt het opzettelijk verontrusten
van beschermde diersoorten.
Artikel 13, eerste lid, onderdeel a verbiedt het vervoeren van inheemse beschermde diersoorten en
artikel 14, eerste lid verbiedt het uitzetten van dieren in de vrije natuur.
Artikel 15, eerste lid verbiedt het om zich buiten gebouwen te bevinden met bij algemene
maatregel van bestuur aangewezen middelen, die geschikt zijn voor het vangen van dieren. Artikel
15a geeft aan dat voor het vangen van vogels geen gebruik gemaakt mag worden van middelen voor
niet-selectieve bemachtiging, vangen of doden van vogels.
Artikel 72, eerste lid bepaalt, dat bij algemene maatregel van bestuur de middelen zullen worden
aangewezen waarmee dieren mogen worden gevangen of gedood. In het Besluit beheer en
schadebestrijding dieren^ zijn deze middelen aangewezen in artikel 5. Daarnaast is in artikel 11 van
hetzelfde besluit een aantal middelen aangewezen dat verboden is. Onderdeel g vermeldt "netten
geschikt en bestemd om te worden gebruikt voor het vangen van vogels".
Artikel 72, vijfde lid van de Ffwet stelt dat het verboden is dieren te doden of te vangen met
andere dan in het eerste lid genoemde middelen.
Artikel 74, eerste lid, onderdeel c van de Ffwet verbiedt het vangen of doden van dieren op
zondagen, de nieuwjaarsdag, de tweede paas- en pinksterdag, de beide kerstdagen en
hemelvaartsdag.
In overeenstemming met artikel 68, eerste lid, onderdeel a hebben Gedeputeerde Staten de
bevoegdheid om in het belang van de volksgezondheid en openbare veiligheid een ontheffing te
verlenen van het bepaalde in of krachtens de artikelen 9 tot en met 15, 15a en artikel 72, vijfde lid
en 74, mits er geen andere bevredigende oplossing bestaat en indien er geen afbreuk wordt gedaan
aan een gunstige staat van instandhouding van de soort.
C.
Beleidsuitgangspunten bij de beoordeling
Nota Flora- & Fauna Flevoland
In de Nota Flora & Fauna Flevoland^ is als algemene beleidsregel opgenomen betreffende de
volksgezondheid en openbare veiligheid opgenomen:
Wanneer andere bevredigende oplossingen ontbreken wordt ontheffing verleend voor het
verjagen of zonodig doden van dieren die een aantoonbaar gevaar vormen voor de
volksgezondheid of openbare veiligheid, ook als niet op voorhand vaststaat dat
volksgezondheid of openbare veiligheid daadwerkelijk zullen worden geschaad.
' Besluit van 28 november 2000, houdende regels voor beheer en de bestrijding van schade aangericht door dieren,
Staatsblad, jrg. 2000, nr. 521, voor het laatst gewijzigd bij besluit van 27 april 2011 (Staatsblad, jrg. 2011, nr. 220)
^ ROV/03.030096/A vastgesteld 4 februari 2003, geactualiseerd op 24 oktober 2006 (ROV/06.464777/A)
Bladnummer
4
Ons kenmerk:
1670754
Het verlenen van een ontheffing uit voorzorg is ingegeven door de strikte hygiëne regels, die gelden
voor de voedingsmiddelenindustrie:
Voor de voedingsmiddelenindustrie gelden strikte regels (HACCP) ten aanzien van hygiëne
[...] De aanwezigheid van dieren in ruimten waar onverpakte levensmiddelen worden
verwerkt is niet toegestaan. Indien de aanwezigheid van dieren in strijd is met wettelijke
hygiënevoorschriften en er geen redelijk alternatief is om de dieren buiten de betreffende
ruimte te houden, is dit een grond voor het verlenen van een ontheffing.
D.
Inhoudelijke beoordehng
Reikwijdte ontheffing
De aanvraag wordt gedaan voor alle inheemse, als exoot aangewezen en gedomesticeerde
vogelsoorten. Aangezien exoten en gedomesticeerde vogelsoorten niet beschermd zijn onder de wet
vervallen de algemene verbodsbepalingen uit de artikelen 9 en 10. Alleen de algemene zorgplicht is
voor deze soorten van belang. Indien nodig mogen zij dan ook gevangen en gedood worden zonder
dat daar een ontheffing voor nodig is.
Deze ontheffing beperkt zich daarom alleen tot de soorten die vallen onder het beschermingsregiem
van de Ffwet, namelijk de vogelsoorten die onder artikel 4, eerste lid, onderdeel b van de Ffwet
zijn aangewezen.
Staat van instandhouding van de verschillende vogelsoorten
Voor de volgende vogelsoorten zal als uiterste middel het luchtdrukwapen worden ingezet:
Turkse tortel (Streptopelia decaocto),
kokmeeuw (Chroicocephalus ridibundus),
zilvermeeuw (Larus argentatus),
ekster (Pica pica),
kauw (Corvus monedula),
zwarte kraai (Corvus corone),
pimpelmees (Cyanistes caeruleus),
koolmees (Parus major),
spreeuw (Sturnus vulgaris),
merel (Turdus merula),
roodborst (Erithacus rubecula),
zwarte roodstaart (Phoenicurus ochruros) en
huismus (Passer domesticus),
houtduif (Columba palumbus),
holenduif (Columba oenas),
huiszwaluw (Delichon urbicum),
boerenzwaluw (Hirundo rustica),
kleine mantelmeeuw (Larus fuscus) en
stormmeeuw (Larus canus).
Van deze soorten staan drie soorten op de Rode Lijst 2004 als gevoelig, namelijk de huismus,
huiszwaluw en boerenzwaluw (als algemene soorten die zeer sterk zijn afgenomen sinds 1960); van
de overige soorten is de staat van instandhouding gunstig.
Vogels die verjaagd of gevangen en weer losgelaten worden zullen opnieuw deel uitmaken van de in
het wild levende populatie en daarom geen negatief effect hebben op de staat van instandhouding
van deze soorten.
Bladnummer
5
Ons kenmerk:
1670754
Omdat individuele vogels die definitief opgesloten raken in een bedrijfsruimte geen wezenlijk
onderdeel meer kunnen uitmaken van de landelijke populatie heeft het neerschieten van een enkel
exemplaar ook geen effect op de staat van instandhouding van de soort. Wel hechten wij eraan dat
bij de soorten huismus, huiszwaluw en boerenzwaluw extra inspanningen worden geleverd de dieren
te vangen en weer los te laten om afschot te voorkomen.
Belangen
Wat betreft de voedselveiligheid is daarover hiervoor onder C al het een en ander vermeld.
Ook zorginstellingen en medische centra kennen hoge eisen aan de hygiëne. Mensen die in
zorginstellingen verblijven hebben vaak al een kwetsbare gezondheid, waardoor zij extra gevoelig
zijn voor infecties. Bij zowel de voedingsmiddelen producerende industrie als ook bij zorgcentra kan
de volksgezondheid in geding komen door de aanwezigheid van vogels in deze gebouwen.
Het nodeloos uitrukken van hulpdiensten vanwege door vogels in bedrijfspanden veroorzaakt loos
alarm vormt een gevaar voor de openbare veiligheid, omdat hierdoor minder adequaat gereageerd
kan worden in situaties waarin er daadwerkelijk iets aan de hand is.
Geen andere bevredigende oplossing
Wanneer vogels het pand niet op natuurlijke wijze kunnen verlaten, dan resteren alleen nog maar
maatregelen, waarbij de vogels verjaagd, gevangen of geschoten worden.
Plaats van inzet
De ontheffing betreft bedrijfspanden waar voedingsmiddelen worden opgeslagen of verwerkt, alsook
toeleverende bedrijven die aan dezelfde hygiëne-eisen dienen te voldoen. Daarnaast betreft deze
ontheffing medische centra en zorginstellingen. Buiten deze groep bedrijfspanden en gebouwen is
deze ontheffing alleen bestemd voor bedrijfspanden waar de vogels verantwoordelijk zijn voor het
nodeloos af laten gaan van het alarm.
Vogels die zich in bedrijfspanden bevinden waar zich geen van deze situaties voordoen vallen buiten
de bevoegdheid van Gedeputeerde Staten en hiervoor is deze ontheffing dan ook niet van kracht.
Voor de gevallen waar Gedeputeerde Staten geen ontheffing kunnen verlenen kan alsnog een
ontheffing aangevraagd worden bij het Ministerie van Economische Zaken conform artikel 75, derde
lid van de Ffwet.
Procedure
De in de aanvraag geformuleerde werkwijze dient altijd nagevolgd te worden, waarbij het zwaarste
middel (afschot) slechts in het uiterste geval wordt ingezet. Wij gaan ervan uit dat
achtereenvolgens de volgende stappen worden doorlopen en een volgende stap alleen wordt
genomen, wanneer de voorgaande stappen niet het gewenste effect hebben gehad:
1. Dichten van alle mogelijke toegangspoorten voor vogels tot het bedrijf, waardoor het
probleem zich niet nogmaals kan herhalen;
2. Verjagen van vogels uit het bedrijfspand, omdat dit voor de vogels minder stress oplevert
dan vangen;
3. Vangen van vogels met schietnet, mistnet en/of vangkast en loslaten bulten het pand;
4. Wanneer deze middelen niet effectief zijn gebleken, mag overgegaan worden tot afschot
van de met name genoemde vogelsoorten.
Middelen
De ontheffing wordt aangevraagd voor het verjagen van vogels, het vangen met een mist- of
schietnet of vangkooi, vervoeren en weer loslaten van vogels en voor het doden van vogels met een
luchtbuks.
Bladnummer
6
Ons kenmerk:
1670754
Uitvoerders
Uitvoering zal plaatsvinden door medewerkers van PCF Holland. Wanneer een melding wordt gedaan
dat gebruik gemaakt gaat worden van deze ontheffing, dan dient aangegeven worden welke
uitvoerend medewerker van PCF Holland hierbij als contactpersoon optreedt.
Periode
De ontheffing wordt aangevraagd voor een periode van 5 jaar.
E.
Advies Faunafonds
Bij brief van 28 november 2014 heeft het bestuur van het Faunafonds advies uitgebracht
betreffende deze ontheffing. Zij adviseren de ontheffing te verlenen.
Daarbij vermelden zij dat de aanwezigheid van vogels in sommige gevallen een risico voor de
volksgezondheid en openbare veiligheid kan vormen, maar dat daarnaast de vogel onnodig kan
lijden door stress, dorst en honger. Hierdoor is het aan te bevelen om de vogel zo snel mogelijk
levend buiten te krijgen.
Wanneer het naar bulten verjagen niet het gewenste effect oplevert is de inzet van vangmiddelen
te adviseren. Bij het gebruik van vangkooien is het belangrijk dat de kooien worden voorzien van
voldoende water en voer en dagelijks worden gecontroleerd. Mistnetten moeten permanent
bewaakt worden.
Het bestuur van het Faunafonds adviseert om gevangen vogels zo snel mogelijk bulten een straal
van vijf kilometer van de vanglocatie in een geschikt biotoop los te laten.
Wanneer het naar buiten verjagen en vangen van de vogel niet lukt kan in het uiterste geval worden
gekozen om de vogel te schieten met een luchtdrukwapen. Hierdoor komt de gunstige staat van
instandhouding van de soort niet in het geding.
Daarnaast adviseert het bestuur om maatregelen door de gebruiker van het gebouw te laten nemen
om herhaling te voorkomen.
Tenslotte adviseert het bestuur van het Faunafonds om - zolang de vogel niet succesvol naar buiten
verjaagd, gevangen of geschoten is - voer en water aan te bieden in de kader van de zorgplicht.
Reactie provincie
Voor zover nog niet verwerkt in de concept-ontheffing zijn de aanbevelingen van het bestuur van
het Faunafonds door ons overgenomen.
Bladnummer
7
Ons kenmerk:
1670754
F.
Besluit tot gedeeltelijke verlenen van de ontheffing
GEDEPUTEERDE STATEN VAN FLEVOLAND HEBBEN
Op grond van artikel 68 van de Flora- en faunawet.
En gelet op de artikelen 9, 10, 13, 14, 15, eerste lid, 15a, 72, eerste en vijfde lid en 74 van de
Flora- en faunawet in samenhang met de artikelen 5 en 11 van het Besluit beheer en
schadebestrijding dieren.
En overwegende dat er geen andere bevredigende oplossing bestaat in het belang van de
volksgezondheid en de openbare orde.
En dat daarbij geen verdere afbreuk wordt gedaan aan de staat van instandhouding van de
genoemde vogelsoorten in Nederland,
Het Faunafonds gehoord hebbende,
BESLOTEN AAN
PCF Holland B.V. gevestigd te Lelystad,
ONTHEFFING TE VERLENEN VAN
De artikelen 9, 10, 13, eerste lid, onderdeel a, 14, eerste lid, 15, eerste lid, 15a, 72, vijfde lid en
74, eerste lid, onderdeel c,
VOOR
het verjagen en indien noodzakelijk vangen van alle beschermde vogelsoorten uit gebouwen met
behulp van schietnetten, mistnetten of vangkooien, wanneer zij opgesloten zitten in
bedrijfspanden, en voor het vervoeren en weer loslaten van deze vogels,
en voor het in incidentele gevallen doden van vogels die niet te vangen zijn met een
luchtdrukgeweer en die behoren tot de soorten zilvermeeuw (Larus argentatus), stormmeeuw (Larus
canus), kleine mantelmeeuw (Larus fuscus), kokmeeuw (Chroicocephalus ridibundus), holenduif
(Columba oenas), houtduif (Columba palumbus), Turkse tortel (Streptopelia decaocto), zwarte kraai
(Corvus corone), kauw (Corvus monedula), ekster (Pica pica), huiszwaluw (Delichon urbicum),
boerenzwaluw (Hirundo rustica), pimpelmees (Cyanistes caeruleus), koolmees (Parus major),
hulsmus (Passer domesticus), spreeuw (Sturnus vulgaris), roodborst (Erithacus rubecula), zwarte
roodstaart (Phoenicurus ochruros) en merel (Turdus merula).
EN DEZE ONTHEFFING TE BEPERKEN TOT SITUATIES WAARIN
deze vogels zich bevinden in gebouwen waar voedingsmiddelen opgeslagen, verwerkt of verkocht
worden en gebouwen van aan de voedingsmiddelenindustrie toeleverende bedrijven die aan
dezelfde hygiëne-eisen dienen te voldoen, of medische centra en zorginstellingen en/of in
gebouwen waar zij herhaaldelijk verantwoordelijk zijn voor vals alarm voor hulpdiensten.
En deze ontheffing van kracht te verklaren van de datum na verzending van dit besluit tot en met
30 november 2019.
Bladnummer
8
Ons kenmerk:
1670754
Aan deze ontheffing worden de volgende voorwaarden verbonden:
Algemene voorwaarden
1.
Het gebruik van de ontheffing mag niet eerder plaatsvinden dan nadat de ontheffinghouder
hiervan zo spoedig mogelijk na het aannemen van de opdracht doch In ieder geval 4 uur
voor aanvang van de eerste handelingen melding heeft gemaakt via het e-mailadres
[email protected] onder vermelding van naam en telefoonnummer uitvoerder, locatie
gebouw, tijdstip(pen) en aard van voorgenomen handelingen. Voor vervolgacties langer dan
een week na de eerste melding, dient opnieuw een melding gedaan te worden.
2. Op de naleving van het in of krachtens de wet gestelde wordt toezicht gehouden door o.a.
de politie of daartoe door de provincie aangewezen ambtenaren. De gebruiker van de
ontheffing moet ter plaatse waar deze een der handelingen verricht waartoe de ontheffing
strekt, aan genoemde toezichthouders op eerste aanvrage onmiddellijk een gewaarmerkte
kopie van deze ontheffing en een geldig legitimatiebewijs tonen.
3.
De houder van de ontheffing is verplicht binnen vier weken na afloop van elk kalenderjaar,
een verslag uit te brengen aan de provincie Flevoland over de wijze waarop van de
ontheffing gebruik is gemaakt. Deze rapportage bevat in ieder geval een registratie van de
plaats, de tijd en het effect van het gebruik van de ontheffing. Eveneens dient een afschrift
van dit verslag verzonden te worden aan de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en
Vechtstreek.
Specifieke voorwaarden
4.
Het gebruik van de ontheffing is voorbehouden aan werknemers die schriftelijk aantoonbaar
in dienst zijn van PCF Holland. Zij mogen zich daarbij per gebouw laten bijstaan door
maximaal 4 personen onder hun supervisie.
5.
Het doden van vogels met een luchtdrukwapen is voorbehouden aan medewerkers in dienst
van PCF Holland.
6.
Deze ontheffing is niet overdraagbaar en mag niet worden doorgeschreven aan derden.
7. Van deze ontheffing mag alleen gebruik gemaakt worden voor het verwijderen van vogels
uit gebouwen waar voedingsmiddelen zijn opgeslagen, verwerkt of verkocht worden, uit
gebouwen van toeleverende bedrijven aan de voedingsmiddelenindustrie die aan dezelfde
hygiënevoorschriften dienen te voldoen, uit medische centra en zorginstellingen en uit
gebouwen waar vogels verantwoordelijk zijn voor het afgaan van het alarm.
8. Alvorens van deze ontheffing gebruik gemaakt mag worden dienen alle invliegopeningen in
het gebouw gedicht te zijn, waarbij ook aandacht dient te zijn voor het afschermen van
deuren of ramen die (uit hoofde van de bedrijfsvoering) regelmatig open staan, door middel
van bijvoorbeeld rubber flappen of horren.
9. Totdat de vogel(s) verjaagd, gevangen of gedood zijn dient voorzien te worden in voldoende
voedsel en water.
10. Alle soorten vogels mogen onder deze ontheffing verjaagd worden uit gebouwen die
aantoonbaar aan de eisen van voorwaarde 7 en 8 voldoen. Bij het verjagen dienen
voldoende ruime uitvliegmogelijkheden aan één zijde van het gebouw aangeboden te
worden aan de vogels.
Bladnummer
9
Ons kenmerk:
1670754
11. Wanneer na een gerichte verjagingsactie de vogel(s) zich niet uit het gebouw hebben laten
verjagen, dan mogen zij gevangen worden met een schietnet, mistnet of vangkooi.
12. Wanneer gebruik gemaakt wordt van vangkooien, dan dienen deze voorzien te zijn van
voldoende voedsel en water voor de vogels. Vangkooien dienen dagelijks gecontroleerd te
worden op de aanwezigheid van vogels.
13. Wanneer gebruik gemaakt wordt van netten, dan dient daarbij voortdurend toezicht plaats
te vinden en dienen de vogels die met de netten gevangen worden onmiddellijk uit deze
netten bevrijd te worden.
14. Gevangen vogels dienen per geschikte vogelkool verplaatst te worden en zo spoedig
mogelijk doch uiterlijk binnen 24 uur weer in vrijheid gesteld te worden op een locatie,
waar zich geschikt biotoop voor deze vogels bevindt en die gelegen is op meer dan 5
kilometer afstand van de vangstlocatie binnen de provincie Flevoland.
15. Wanneer vangen onmogelijk blijkt, dan mogen de in voorwaarde 16 vermelde vogelsoorten
geschoten worden, nadat hiervan eerst 24 uur van te voren melding is gedaan via
[email protected] onder vermelding van naam en telefoonnummer uitvoerder, locatie
gebouw, tljdstip(pen) en aard van voorgenomen handelingen.
16. Alleen de volgende soorten mogen gedood worden: zilvermeeuw, stormmeeuw, kleine
mantelmeeuw, kokmeeuw, holenduif, houtduif, Turkse tortel, zwarte kraai, kauw, ekster,
hulszwaluw, boerenzwaluw, pimpelmees, koolmees, huismus, spreeuw, roodborst, zwarte
roodstaart en merel.
Overige bepalingen
17. Deze ontheffing kan op grond van de criteria genoemd in artikel 80 van de Flora- en
Faunawet worden gewijzigd of Ingetrokken.
18. Op de naleving van het in of krachtens de Flora- en faunawet gestelde wordt toezicht
gehouden door daartoe door Gedeputeerde Staten aangewezen ambtenaren. Alle door of
namens Gedeputeerde Staten gegeven aanwijzingen dienen onverwijld te worden
opgevolgd.
G.
Kennisgeving en afschriften
Een mededeling van dit besluit zal zo spoedig mogelijk geplaatst worden in huis-aan-huis bladen.
Eveneens wordt een mededeling gepubliceerd in de Staatscourant.
Bladnummer
10
Ons kenmerk:
1670754
Een afschrift van dit besluit is door ons verzonden aan:
De Minister van Economische Zaken
Het bestuur van het Faunafonds
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Almere, Dronten, Lelystad,
Noordoostpolder, Urk en Zeewolde
Stichting De Faunabescherming
Vogelbescherming Nederland
Dierenbescherming Nederland
Het hoofd van het team Bodem, Water en Natuur van de Omgevingsdienst Flevoland fit Gooi
en Vechtstreek
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
Politie Midden-Nederland
H.
Bezwaar
Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na datum van verzending van deze brief schriftelijk bij
ons bezwaar maken. Uw bezwaarschrift dient ondertekend te zijn en voorzien van uw naam en
adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden
van het bezwaar.
Nadere informatie over de bezwaarprocedure treft u aan in het hierna volgende informatieblad.
I.
Ondertekening
Lelystad, » | DEC. 2014
Hoogachtend,
Gedeputeerde Staten van Flevoland,
de secretaris,
de voorzitter
M.G.E.C. Overmars
M.J.t). Witteman
Informatieblad bezwaarprocedure Gedeputeerde Staten van Flevoland
Bezwaar
Tegen onze besluiten kunt u op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes
weken na datum van verzending ervan bij ons schriftelijk bezwaar maken. Uw bezwaarschrift dient
ondertekend en voorzien te zijn van uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit
waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar.
Verzoek om voorlopige voorziening
Wanneer u van mening bent dat, in afwachting van de behandeling van uw bezwaarschrift, een
voorlopige voorziening moet worden getroffen, kunt u een verzoek daartoe indienen bij de
voorzieningenrechter. Het adres is Rechtbank Midden-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, voorlopige
voorzieningen. Postbus 16005, 3500 DA Utrecht. Uw verzoek om vooriopige voorziening wordt pas in
behandeling genomen wanneer u griffierecht heeft betaald. De rechtbank laat u weten hoe hoog
het griffierecht is en op welke wijze u dit kunt overmaken.
Overslaan van de bezwaarschriftenprocedure
Op grond van artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht kunt u in uw bezwaarschrift aangeven
dat u de bezwaarschriftenprocedure wilt overslaan en rechtstreeks in beroep wilt gaan bij de
bestuursrechter. In artikel 7:1 a tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat wij
een dergelijk verzoek in ieder geval moeten afwijzen wanneer: A) het bezwaarschrift is gericht
tegen het niet op tijd nemen van een besluit. B) tegen het besluit door een andere belanghebbende
ook een ander bezwaarschrift is ingediend waarin zo' n verzoek niet is gedaan en dit bezwaarschrift
ontvankelijk is.
Wij stemmen alleen in met het verzoek om de bezwaarschriftenprocedure over te slaan, wanneer
de zaak daarvoor geschikt is. Wanneer dit het geval is, zenden wij het bezwaarschrift door aan de
bevoegde rechter.
Proceskostenvergoeding
Tot slot wijzen wij u er nog op dat u op grond van artikel 7:15, tweede lid van de Algemene wet
bestuursrecht bij ons - voordat wij een besluit hebben genomen op uw bezwaarschrift - een verzoek
kunt indienen om de kosten die u redelijkerwijs In verband met de behandeling van uw
bezwaarschrift moet maken, te vergoeden. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om kosten van
rechtsbijstand, kosten van een getuige/deskundige; reis- en verblijfkosten, kosten van uittreksels
uit openbare registers, telefoongesprekken. Bij het indienen van zo'n verzoek moet u het bedrag
van de vergoeding aangeven en stukken overieggen waaruit blijkt dat u deze kosten daadwerkelijk
heeft gemaakt. Bij het besluit dat wij op het bezwaarschrift nemen, wordt tegelijkertijd een besluit
genomen op een ingediend verzoek om vergoeding van de kosten.