Download (PDF, 35KB)

Soorten kantoorwerkplekken
Huisvestingsmanagers zijn, net als andere managers niet ongevoelig voor mode en trends. Door
succesverhalen uit binnen- en buitenland is kantoorinnovatie een hot item geworden. Een keerzijde van de groeiende belangstelling voor de werkplek is de lancering van een eindeloze reeks begrippen en termen om de nieuwe huisvestingsvormen aan te duiden, zoals bijvoorbeeld just in time
office, club office, non-territorial office en virtual office. Het feit dat adviseurs, kantoorinrichters en
onderzoekers voortdurend nieuwe begrippen verzinnen voor werkplekconcepten werkt verwarring
in de hand. Het is daarom belangrijk dat werkplekvormen ondubbelzinnig en concreet worden beschreven. De Faculteit der Bouwkunde, afdeling Bouwmanagement & Vastgoedbeheer, van de
Technische Universiteit Delft heeft dit gedaan. Kantoorwerkplekken kunnen aan de hand van drie
karakteristieken worden getypeerd: plaats, lay-out en toewijzing. Plaats is de ligging van een werkplek ten opzichte van andere werkplekken. Lay-out heeft betrekking op de ruimtelijke eigenschappen van werkplekken. Toewijzing slaat op de exploitatie van de werkplekken.
Basiskantoor
Een kantoorgebouw waar de leden uit hetzelfde werkverband (team, groep of afdeling) zijn gehuisvest. Als organisatieleden op andere plaatsen werken dan op het basiskantoor, heet dit telewerken. De toevoeging 'tele' betekent letterlijk 'op afstand.'
Kenmerken:
• mogelijkheden voor face-to-face communicatie met collega's en het management
• geschikt voor het uitdrukken van een bedrijfsimago (vooral bij hoofdkantoren)
• komt overeen met het traditionele idee van een kantoor
TelewerkpIek
Een telewerkplek is een werkplek op afstand van een basiskantoor. Telewerkplekken kunnen zich
op meerdere plaatsen bevinden. Zij kunnen gelegen zijn in een kantoorgebouw of op een plaats
die primair niet bedoeld is om te werken.
Kenmerken:
• voor communicatie met collega's en het management is informatietechnologie nodig.
• beperkte mogelijkheden voor face-to-face communicatie met andere organisatieleden.
• medewerkers worden op basis van hun output aangestuurd.
Satellietkantoor
Een kantoorgebouw waar telewerkers van één organisatie gebruik van kunnen maken.
Kenmerken:
• uitgerust met informatietechnologische toepassingen en faciliteiten om in contact te kunnen blijven met het basiskantoor
• een beheerder zorgt voor de toewijzing van werkplekken en aanverwante diensten en services
• stimuleert de interactie tussen medewerkers van verschillende werkverbanden van dezelfde organisatie.
Business Centre
Een kantoorgebouw waar telewerkplekken worden verhuurd door een commerciële aanbieder.
Kenmerken:
• Uitgerust met informatietechnologische toepassingen en faciliteiten om in contact te kunnen blijven met het basiskantoor
• een beheerder zorgt voor de toewijzing van werkplekken en aanverwante diensten en services
• meestal gelegen in de nabijheid van potentiële gebruikers (bijvoorbeeld op luchthavens)
Kantoortuin
Een omsloten ruimte met meer dan 13 werkplekken.
Kenmerken:
• beperkte akoestische en visuele privacy
• mogelijkheden voor interactie met medewerkers en sociale controle
• beperkte mogelijkheden voor individuele klimaatbeheersing
• hoge mate van ruimtelijke flexibiliteit
• efficiënt ruimtegebruik per werkplek
Gastwerkplek
Een werkplek in het kantoor van een opdrachtgever of cliënt.
Kenmerken:
• mogelijkheden voor communicatie met medewerkers van opdrachtgevers en/of klantorganisaties
• voor communicatie met collega's en het eigen management is informatietechnologie nodig
• mogelijkheden voor het gebruikmaken van faciliteiten en informatiebronnen zoals archieven en
databestanden van opdrachtgevers en/of klantenorganisaties
Combi-kantoor
Individuele werkplekken gelegen rondom een open ruimte voor groepswerk en het gebruik van
gemeenschappelijke faciliteiten.
Kenmerken:
• ruimtelijke diversiteit (combinatie van gesloten en open ruimten)
• de individuele werkplekken beschikken over visuele en akoestische privacy en mogelijkheden
voor individuele klimaatbeheersing
• de open ruimte in het midden van de eenpersoonskamers beschikt over gemeenschappelijke
faciliteiten zoals archiefkasten, fax, print- en kopieermachines en spreekruimten
• ruimtelijke flexibiliteit door de gelijke afmetingen van de eenpersoonskamers
• beperkt efficiënt ruimtegebruik per werkplek
Thuiswerkplek
Een werkplek in de woning van een medewerker.
Kenmerken:
• het ontbreken van gezamenlijke faciliteiten zoals secretariële ondersteuning, een repro-afdeling
en een bibliotheek
• mogelijkheden voor integratie van werk en privé
• voor communicatie met collega's en het management is informatietechnologie nodig.
Instant-werkplek
Een door de gebruiker gecreëerde werkplek op een plaats die oorspronkelijk niet is bedoeld om te
werken.
Kenmerken:
• het ontbreken van gezamenlijke faciliteiten zoals secretariële ondersteuning, een repro-afdeling
en een bibliotheek
• voor communicatie met collega's en het management is informatietechnologie nodig
• onafhankelijk van plaats en tijd.
Kamerkantoor
Een omsloten ruimte met 1-3 werkplekken.
Kenmerken:
• akoestische en visuele privacy voor groepen van 1-3 personen
• mogelijkheden voor concentratiewerk en vertrouwelijke gesprekken
• mogelijkheden voor het uitdrukken van status en hiërarchie door het variëren van kamergrootte
• mogelijkheden voor gedecentraliseerde klimaatbeheersing
• beperkte ruimtelijke flexibiliteit
• beperkt efficiënt ruimtegebruik per werkplek
Groepskantoor
Een omsloten ruimte met 4-12 werkplekken.
Kenmerken:
• akoestische en visuele privacy voor groepen van 4-12 personen
• mogelijkheden voor groepswerk
• mogelijkheden voor gedecentraliseerde klimaatbeheersing maar minder dan in een kantoortuin)
• beperkte ruimtelijke flexibiliteit (maar meer dan in een kamerkantoor)
• beperkt efficiënt ruimtegebruik per werkplek (maar meer dan in een kamerkantoor)
Persoonlijke werkplek
Een werkplek die aan één medewerker is toegewezen.
Kenmerken:
• mogelijkheden voor een persoonlijke aankleding van de werkplek
• medewerkers beschikken over een eigen territorium
• een eigen werkplek kan worden gebruikt om status uit te drukken
• medewerkers weten elkaar gemakkelijk te vinden
Gedeelde werkplek
Een werkplek die aan twee of meer medewerkers is toegewezen, waar op verschillende momenten
door hen gebruik van wordt gemaakt.
Kenmerken:
• beperkte mogelijkheden voor een persoonlijke aankleding van de werkplek
• werkplek moet steeds schoon worden achtergelaten voor andere gebruiker(s)
• persoonlijke spullen kunnen worden opgeborgen in kasten nabij de werkplek
Niet-territoriale werkplek
Een werkplek die niet is toegewezen aan één of een vaste groep medewerkers
Kenmerken:
• medewerkers hebben niet de beschikking over een eigen territorium
• persoonlijke spullen kunnen worden opgeborgen in een centraal archief en/of een verrijdbaar
ladenblok
• een beheerder zorgt voor de toewijzing van werkplekken.
=