Voorjaarsnota 2014 natuurlijk samen! leefbaar groen ondernemend Leefbaar duurzaam Groen Ondernemend transparant Duurzaam Transparant LEEFBAAR GROEN ONDERNEMEND DUURZAAM TRANSPARANT VOORJAARSNOTA 2014 Voorjaarsnota 2014 VOORJAARSNOTA 2014 VOORJAARSNOTA 2014 Inhoudsopgave blz 1. Inleiding 1 2. Voortgang begroting 2014 - Goedkeuring programmabegroting - Voortgang ombuigingen - 1 e managementrapportage - Overige ontwikkelingen - Beleidsvoornemens 3 3. Voortgang programmabegroting 2015 - Kaders programmabegroting - Kaders toezichthouder - Interne kaders - Ombuigingen - Beleidsvoornemens - Meerjarenraming 2016-2018 15 4. Nawoord 33 5. Besluitvorming 35 Bijlagen: A Voortgang in gang gezette ombuigingen B Toelichting mutaties programmabegroting 2014 naar aanleiding van de managementsrapportages C Toelichting op de voortgang van de BOR D Toelichting op de beleidsvoornemens 2014 E Toelichting op de beleidsvoornemens 2015 37 39 55 59 65 VOORJAARSNOTA 2014 VOORJAARSNOTA 2014 Hoofdstuk 1 Inleiding Wij bieden u hierbij de voorjaarsnota 2014 aan. Deze voorjaarsnota is de opmaat naar de begroting 2015 en geeft naast de mutaties 2014 op basis van managementrapportages een doorkijk naar de periode tot en met 2018. Wij informeren u over een aantal essentiële ontwikkelingen in het beleid en over de afwijkingen ten opzichte van de begroting. Een ontwikkeling met grote beleidsmatige en financiële gevolgen is de decentralisatie van rijkstaken. Met ingang van 1 januari 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor de Jeugdzorg en vinden er belangrijke wijzigingen plaats in het arbeidsmarktbeleid (Participatiewet). Verder heeft het rijk nog steeds als voornemen om ook per 1 januari 2015 een wijziging in de Wmo-wet door te voeren, waarmee een aantal taken uit de AWBZ wordt overgedragen aan gemeenten. Wij zijn bezig met de voorbereidingen voor de invoering van de nieuwe taken per 1 januari a.s. In de Programmabegroting 2015 rapporteren wij u over de stand van zaken en over de gevolgen vanaf 2015. Wij vragen u: − de voorjaarsnota 2014 vast te stellen; − akkoord te gaan met de wijziging van de begroting 2014; − kredieten beschikbaar te stellen voor de in hoofdstuk 5 genoemde investeringen. Behandeling Wij stellen u voor de Voorjaarsnota 2014 te behandelen in uw vergadering van 26 juni 2014. Financieel beeld In de programmabegroting 2014 is rekening gehouden met een voordelig saldo van 2014 van € 262.000 (bladzijde 140). Na de behandeling van de begroting 2014 zijn er door uw raad begrotingswijzigingen vastgesteld tot een totaalbedrag van € 103.000 waardoor het voordelig saldo is gedaald naar € 159.000. De financiële mutaties in deze voorjaarsnota leveren per saldo een nadeel op van € 206.000 (managementrapportages € 16.000 en beleidswensen 2014 € 190.000) waardoor het begrotingssaldo uitkomt op € 47.000 nadelig. Kleintje Voorjaarsnota? Het verschijnen van de zogenaamde “Meicirculaire” is voor het jaar 2015 en volgende van bovengemiddeld belang om richting te kunnen geven aan de verwachte ontwikkelingen. Door het late verschijnen van deze circulaire hebben wij de gevolgen daarvan niet mee kunnen nemen in deze voorjaarsnota. Wij hebben u daarvan op de hoogte gesteld door middel van onze brief van 9 mei jongstleden. Gelet op het bijzondere karakter van dit jaar in verband met de gemeenteraadsverkiezingen enerzijds en de (financiële) uitdagingen anderzijds zal het zwaartepunt van de planning- en controlcyclus dit jaar meer komen te liggen bij de programmabegroting 2015. Tijdsdruk heeft ons daartoe genoodzaakt. In een korte tijdsspanne was het niet mogelijk om van een groot aantal voorstellen de effecten te overzien. Voor het jaar 2015 zullen we een concreet dekkingsvoorstel doen voor een sluitende begroting. De voorlopige contouren daarvan worden zichtbaar in deze voorjaarsnota. Voor 2016 en verdere jaren komen we met alternatieve voorstellen om te komen tot een sluitende meerjarenraming. In deze nota maken wij u deelgenoot van de procesvoorstellen daartoe. Als u deze voorjaarsnota leest hebben wij inmiddels kennis kunnen nemen van de door u in mei besproken bestuursovereenkomst bestaande uit onder meer een bestuursakkoord en 1 VOORJAARSNOTA 2014 beleidsakkoord. U zult begrijpen dat de effecten van deze akkoorden nog niet doorklinken in deze voorjaarsnota 2014. Wel hebben we zo veel mogelijk rekening gehouden met de algemene financiële uitgangspunten uit het beleidsakkoord. De programmabegroting 2015 zal het eerste document zijn waar de effecten van deze akkoorden zichtbaar zullen worden. Leeswijzer Om de leesbaarheid verder te bevorderen hebben dit jaar gekozen voor een korte en bondige voorjaarsnota. Nadere toelichtingen hebben wij opgenomen in een aantal bijlagen. De indeling van de voorjaarsnota ziet er op basis van het bovenstaande als volgt uit: 1. Inleiding 2. Voortgang programmabegroting 2014 3. Voortgang programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2015- 2018 4. Nawoord 5. Besluitvorming Na een korte inleiding volgt in hoofdstuk 2 de voortgang van de ontwikkelingen 2014. In dit hoofdstuk zijn de volgende ontwikkelingen opgenomen: Goedkeuring programmabegroting; Voortgang ombuigingen; 1 e managementrapportage; Overige ontwikkelingen; beleidsvoornemens. In hoofdstuk 3 zijn de ontwikkelingen met betrekking tot de programmabegroting 2015 opgenomen. Kaders programmabegroting; - Kaders toezichthouder; - Interne kaders; Ombuigingen; Beleidsvoornemens; Meerjarenraming 2016-2018 In hoofdstuk 4 volgt een kort nawoord en de voorjaarsnota 2014 wordt afgesloten met een resumé ten aanzien van de besluitvorming in hoofdstuk 5. Tenslotte is er een vijftal bijlagen opgenomen: Bijlage A: Voortgang in gang gezette ombuigingen Bijlage B: Toelichting mutaties programmabegroting 2014 naar aanleiding van de Managementsrapportages Bijlage C: Toelichting op de voorgang van de BOR Bijlage D: Toelichting op de beleidsvoornemens 2014 Bijlage E: Toelichting op de beleidsvoornemens 2015 Wij wensen u goede beraadslagingen toe. Roden, 27 mei 2014 Burgemeester en wethouders van de gemeente Noordenveld, J.H. van der Laan, burgemeester J.H. Bakker, secretaris 2 VOORJAARSNOTA 2014 Hoofdstuk 2 Voortgang begroting 2014 In dit hoofdstuk behandelen we de volgende onderwerpen: - Goedkeuring programmabegroting Voortgang ombuigingen e 1 managementrapportage Overige ontwikkelingen Beleidsvoornemens Goedkeuring programmabegroting Uw raad heeft op november 2013 de programmabegroting 2014 en de meerjarenraming 2015 tot en met 2017 vastgesteld. Eind december 2013 heeft het college van gedeputeerde staten van Drenthe ingestemd met de door u vastgestelde begroting en besloten tot repressief toezicht. In de begrotingsbrief van 20 december 2013 heeft het college van gedeputeerde staten van Drenthe aan uw raad geschreven dat zij de programmabegroting 2014 aan een nader e onderzoek zullen onderwerpen, het zogenaamde 2 fase begrotingsonderzoek. Hierbij kijkt de toezichthouder naar de financiële positie van de gemeenten in het begrotingsjaar en de komende jaren, en – voor zover van toepassing – de realiteitswaarde van de door uw raad genomen maatregelen om op termijn weer een reëel sluitende begroting te krijgen. Ook het rapport van bevindingen van de accountant bij de jaarrekeningen 2012 en 2013 betrekken zij bij het onderzoek. Het onderzoek zal plaatsvinden in juni aanstaande. Voortgang ombuigingen Algemeen Bij de vaststelling van de programmabegroting 2013 is een pakket van bezuinigingen opgenomen dat in de meerjarenbegroting 2013-2016 is verwerkt. Bij de voorjaarsnota 2013 is verslag gedaan van de stand van zaken met betrekking tot de realisatie van de maatregelen. In bijlage A wordt verslag gedaan van de voortgang van deze bezuinigingen. Onze conclusie is dat de voortgang conform de planning verloopt en de bezuinigingen worden gerealiseerd. Hierop is één uitzondering te rapporteren. Deze wordt hieronder nader toegelicht. Niet behaalde bezuiniging op privatisering sportvelden In de begroting 2013 is een bezuiniging ingezet op de sportvelden. De privatisering zou in 2013 € 70.000 opleveren, oplopend tot € 86.500 vanaf 2014. Voor 2014 hebben we een netto besparing van € 57.000 gerealiseerd op het onderhoud aan de sportvelden. Deze besparing konden we realiseren door: 1. Een efficiëntere inzet van de groenmedewerkers van Novatec die het dagelijkse onderhoud doen, omdat we hen in detacheringdienst hebben. Hierdoor zijn de kosten voor bijvoorbeeld begeleiding en machines die Novatec ons altijd in rekening bracht, lager. 2. Een verlaging van het niveau van het grote onderhoud. Verder voeren de verenigingen een aantal werkzaamheden voor ons uit op en rond de velden. Om de verenigingen hiervoor te compenseren worden de huurtarieven voor de velden niet verhoogd tot en met 2017. Er resteert een nog niet gerealiseerde bezuiniging van € 29.500. Dit bedrag komt ten laste van de structurele begrotingruimte. 3 VOORJAARSNOTA 2014 1 e managementrapportage De programma begroting 2014 sluit met een voordelig saldo van € 262.000. Tot nu toe heeft uw raad een aantal besluiten genomen met als gevolg dat het saldo voor het opmaken van de voorjaarsnota 2014 is gedaald tot € 159.000. Naast de genomen raadsbesluiten zijn er tal van ontwikkelingen die leiden tot aanpassingen van eerder opgenomen ramingen. Door middel van een managementrapportage worden een aantal wijzigingen voorgesteld. In de hiernavolgende programmaoverzichten worden de lasten en baten per programma vermeld. Voor zover zich een mutatie (peildatum 1 april 2014) voordoet op een programma is het productnummer en -omschrijving vermeld. In de recapitulatie zijn de lasten, baten en het saldo van de twaalf programma’s opgenomen waarbij de dekkingsmiddelen gespecificeerd zijn vermeld. Hieruit vloeit het saldo resultaat voor bestemming voort. Na de mutaties reserves en voorzieningen volgt het resultaat na bestemming. Alleen afwijkingen > € 10.000 worden bij de programma’s nader toegelicht. Door het hanteren van deze minimumgrens voldoen wij aan uw wens om over afwijkingen op hoofdlijnen te rapporteren. 4 VOORJAARSNOTA 2014 Na verwerking van de mutaties op de programma’s en de algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien zijn de lasten en baten per onderdeel als volgt: Bedragen in € (– is voordeel) Recapitulatie Omschrijving Programma's Burger en bestuur Integrale veiligheid Beheer openbare ruimte Economische ontwikkeling Onderwijs Sport Cultuur Recreatie en toerisme Werk en inkomen Zorg en welzijn Milieubeheer Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Sub-totaal programma's Lasten Baten Saldo 6.217.900 2.128.200 8.244.000 728.400 15.336.400 2.854.900 1.729.000 405.700 14.196.100 10.404.000 7.398.900 1.296.200 21.300 439.400 708.100 12.011.700 733.400 38.600 6.100 11.010.900 2.134.500 7.199.000 4.921.700 2.106.900 7.804.600 20.300 3.324.700 2.121.500 1.690.400 399.600 3.185.200 8.269.500 199.900 4.407.900 526.600 3.881.300 37.925.600 0 0 2.800 20.000 957.400 5.724.500 28.898.000 185.200 684.300 15.600 -5.724.500 -28.898.000 -182.400 -664.300 941.800 -34.527.400 85.000 0 1.585.000 5.211.200 85.000 3.483.200 -3.626.200 -143.000 Algemene dekkingsmiddelen Lokale heffingen Algemene uitkering Dividend Saldo financieringsfunctie Saldo kostenplaatsen Sub-totaal alg dekkingsmiddelen Onvoorzien Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Resultaat na bestemming Budget vervangingsinvesteringen Nieuw beleid Eenmalige ruimte Begrotingsruimte Voordelig -136.400 -62.500 -63.100 119.000 -143.000 Zoals uit bovenstaande overzicht blijkt is het saldo na uitvoering te hebben gegeven aan de uitkomsten van de managementrapportages gedaald van € 159.000 naar € 143.000 (afgerond). Een uitvoerige toelichting op deze mutaties zijn te vinden in bijlage B. Het laatst genoemd saldo zal verder gewijzigd worden als gevolg van beleidsvoorstellen die voor 2014 als noodzakelijk worden gezien. Deze voorstellen en de gevolgen daarvan worden behandeld onder het kopje beleidsvoornemens 2014. 5 VOORJAARSNOTA 2014 Naast bovengenoemde onderwerpen die leiden tot mutaties van het saldo worden in de managementrapportages onderwerpen opgenomen die weliswaar budgettair geen gevolgen hebben maar die binnen budgetten leiden tot verschuivingen. Hieronder hebben wij de effecten daarvan opgenomen. Daarnaast zijn er ontwikkelingen opgenomen die momenteel actueel zijn maar waarvan de effecten later in het jaar zichtbaar zullen worden. De gevolgen daarvan nemen we mee in de najaarsnota 2014. BOR De BOR is een samenhangend geheel van budgetten met betrekking tot wegen, water en groen ondersteund door een beeldkwaliteitplan. Bij afwijkingen in de uitvoering van budgetten mogen verschillen onderling worden verrekend. Het is, gelet op het budgetrecht van de raad, niet toegestaan om middels een administratieve (budgettair neutrale) wijziging budgetten “recht te trekken’. Bij de tussentijdse rapportages en/of jaarrekening kan verantwoording worden afgelegd over de afwijkingen. Zie hiervoor bijlage C. Voortgang verkoop gemeentelijke eigendommen De verkoop van gemeentelijke eigendommen heeft een aanvang genomen. Wij verwachten over 2014 voor een bedrag van ruim € 500.000 over te kunnen dragen aan nieuwe eigenaren. Conform bestaand beleid (zie de kaders) zullen wij deze eenmalige middelen inzetten ter versterking van het eigen vermogen. Overigens stellen wij u voor ten laste van de algemene reserve die investeringen te dekken die noodzakelijk zijn voor de continuering van de bedrijfsvoering (zie hiervoor de beleidsvoorstellen 2014). Regionale Uitvoeringdienst Drenthe (RUD) Er is nog te veel onduidelijkheid over de bijdrage van een aantal gemeenten en de provincie ten aanzien van de verevening van de frictiekosten. De tegemoetkoming in de frictiekosten kan voor ons daardoor lager uitvallen. Wanneer er meer duidelijkheid komt zullen de eventuele negatieve effecten worden meegenomen in de najaarsnota. Veiligheidsregio Drenthe Vanaf 1 januari 2014 is de Veiligheidsregio Drenthe (VRD) een feit. Per 31 december zijn de in gemeente-eigendom verkerende roerende goederen overgedragen aan de VRD. De gemeente heeft daarvoor ruim € 1 miljoen ontvangen. Deze transactie is verantwoord bij de jaarrekening 2013. Ten aanzien van de lopende exploitatie zijn er geen aanvullende opmerkingen te plaatsten. De VRD heeft inmiddels activiteiten uitgerold om te komen tot een besparing over 2014 en 2015 van 5% per jaar. Met deze maatregelen komt de VRD de toezegging na om de overgang van gemeente naar de VRD budgettair neutraal te laten verlopen dan wel een besparing te realiseren. Overige ontwikkelingen Relevante informatie van het rijk Meicirculaire 2014 Zoals in de inleiding is vermeld kunnen wij u nog niet de meest actuele informatie verstrekken. U wordt zo spoedig mogelijk bij brief op de hoogte gesteld van de gevolgen van deze circulaire. 6 VOORJAARSNOTA 2014 Transities Inleiding De gemeenten krijgen per 1 januari 2015 een brede integrale verantwoordelijkheid voor het sociale domein. Het sociale domein beslaat een breed terrein. Binnen de gemeente wordt het sociale domein nu uitgevoerd door de vakgroepen MaOn en WOS. Daarnaast is voor Werk en Inkomen het beleid en de uitvoering ondergebracht in de ISD Noorderkwartier. Maar ook op andere terreinen is het sociaal domein vertegenwoordigd in bijvoorbeeld de aspecten leefbaarheid, wonen, ondernemers, et cetera. Met de komst van de transities is de voorspelling dat het budget voor het sociale domein straks substantieel toeneemt. Deelfonds Sociaal Domein De financiële middelen voor de taken en verantwoordelijkheden op het terrein van de maatschappelijke ondersteuning, jeugd en participatie, die per 1 januari 2015 naar de gemeenten zullen gaan, worden aan die gemeenten beschikbaar gesteld via een deelfonds Sociaal Domein, dat onderdeel uitmaakt van het Gemeentefonds. Dat heeft het kabinet besloten op voorstel van minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Doel van het kabinet is via het tijdelijke deelfonds de gemeenten tijdens de overgangsperiode optimaal te ondersteunen en te zorgen dat de drie decentralisaties tijdens die overgangsperiode goed verlopen. Met het deelfonds wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de uitgangspunten van het gemeentefonds. Over de rechtmatige besteding van de middelen leggen wij verantwoordelijkheid af aan u, zoals dat ook gebeurt bij het gemeentefonds. Het deelfonds is tijdelijk. Gedurende drie jaar mogen gemeenten middelen uit het deelfonds besteden aan alle taken die in de Jeugdwet en de Wmo 2015 aan gemeenten zijn toegekend, en de taak voor gemeenten om participatievoorzieningen aan te bieden. Daarbinnen kunnen gemeenten eigen keuzes maken. De volgende stap is dat het na drie jaar aan het gemeentefonds wordt toegevoegd. Jeugdzorg Wetgeving In februari 2014 heeft ook de Eerste Kamer ingestemd met de nieuwe Jeugdwet. Invoering van de Jeugdwet ingaande 1 januari 2015 is daarmee een feit. Samenwerking Van overheidswege is aan gemeenten opgelegd om binnen een aangewezen verband (voor de gemeente Noordenveld is dat de regio Drenthe) een regionaal transitie arrangement (RTA) op te stellen. In dit arrangement, waaraan zowel de gemeenten als de zorgaanbieders hun bijdrage hebben geleverd (en die ook door zowel gemeenten als zorgaanbieders zijn ondertekend), staat beschreven hoe de samenwerkende gemeenten de continuïteit van zorg voor jeugd realiseren. Gemeenten in de regio Drenthe (en zorgaanbieders) werken al geruime tijd aan verbetering van de jeugdzorg en willen een verdere transformatie middels het RTA zo vroeg als mogelijk inzetten. Daarom heeft het RTA een looptijd van 1 januari 2014 tot 1 januari 2017. Op deze wijze wordt de continuïteit van zorg gewaarborgd. Financiën In de decembercirculaire is het budget voor onze gemeente voor de jeugdzorg vastgesteld op € 5,7 miljoen. In de meicirculaire 2014 verwachten we het definitieve budget. Implementatie De vaststelling van de nieuwe Jeugdwet maakt dat er zorggedragen moet worden voor tijdige implementatie van deze wet per 1 januari 2015. Implementatie vindt plaats conform de 7 VOORJAARSNOTA 2014 Drentse visie “als jeugd en toekomst tellen” en er wordt uiteraard rekening gehouden met het hiervoor benoemde regionaal transitiearrangement (RTA). Een deel van de implementatie van de jeugdwet vindt plaats op regionaal niveau, daar wordt nu in samenwerking met de zorgaanbieders een transformatieplan geschreven die door de gemeenteraden vastgesteld moet worden. Dit plan is input voor de (regionale) contractering van zorgaanbieders. De contracten moeten op 1 oktober 2014 afgesloten zijn. Tenslotte dient de Jeugdwet ook uitgewerkt te worden in een lokaal beleidsplan en een verordening. Deze beide documenten moeten op 1 november 2014 vastgesteld zijn door u. Wmo 2015 De Wmo 2015 bestaat uit een omvorming van de huidige taken die onder de Wmo vallen en de nieuwe taken die vanuit de AWBZ overgeheveld worden naar de Wmo 2015. Wetgeving Op 24 april heeft de Tweede Kamer ingestemd met de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). De bedoeling is dat het wetsvoorstel voor het zomerreces in de Eerste Kamer wordt behandeld. De wet zal per 1 januari 2015 in werking moeten gaan treden. Vanaf dat moment is de gemeente niet alleen verantwoordelijk voor de taken die op dit moment al onderdeel vormen van de Wmo (zoals huishoudelijke ondersteuning), maar ook voor de begeleiding en dagopvang / dagbesteding van ouderen en mensen met een beperking. Financiën Op 14 januari is een eerste inzicht geboden in het budget dat voor de Wmo 2015. Voor Noordenveld komt dit neer op € 2,6 miljoen voor de taken die al onder de huidige Wmo vallen en € 5,6 miljoen voor de taken die uit de AWBZ overgeheveld worden naar de Wmo 2015. In de meicirculaire worden de definitieve budgetten verwacht. Implementatie Die visienota Wmo 2013-2016 ‘Voor en met elkaar’ vormt het uitgangspunt voor de implementatie van de Wmo 2015. Zoals ook voor de Jeugdwet geldt zullen de contracten op 1 oktober 2014 afgesloten moeten zijn. Tevens dient de Wmo 2015 uitgewerkt te worden in een lokaal beleidsplan en een verordening. Deze beide documenten doen wij u eind 2014 toekomen. Samenwerking Er wordt samengewerkt met de gemeenten Assen, Aa & Hunze, Tynaarlo en Midden-Drenthe. De samenwerking richt zich met name op het gezamenlijk analyseren van de mogelijkheden. De besluitvorming vindt in iedere gemeente afzonderlijk plaats. Participatiewet Wetgeving Een ruime meerderheid in de Tweede Kamer heeft 20 februari 2014 ingestemd met de Participatiewet. Algemeen wordt aangenomen dat de Eerste Kamer dat op 24 juni a.s. ook doet en dat daarmee de Participatiewet per 1 januari 2015 een feit is. Samenwerking De Participatiewet brengt de WWB, de WSW en de nieuwe instroom Wajong, onder één wet. Het doel is zoveel mogelijk mensen met en zonder arbeidsbeperking aan regulier werk te helpen. In het Sociaal Akkoord 2013 hebben de sociale partners afgesproken om voor deze groep op termijn garant te staan voor 125.000 banen. Gemeenten, UWV, bedrijfsleven en het onderwijs gaan op het niveau van de Arbeidsmarktregio intensief samenwerken om mensen met een arbeidsbeperking te begeleiden naar deze garantiebanen. Implementatie In Noordenveld worden de WWB en de WSW uitgevoerd door respectievelijk de ISD Noordenkwartier en Novatec. Beide partijen zijn straks ook verantwoordelijk voor de 8 VOORJAARSNOTA 2014 uitvoering van de Participatiewet. Novatec wordt geherstructureerd tot een kleine organisatie gericht op het bieden van Beschut Werk aan mensen voor wie regulier werk niet tot de mogelijkheden behoort. De ISD richt zich op het bieden van inkomensondersteuning en reintegratie. Dat laatste vindt plaats in nauwe samenwerking met de Arbeidsmarktregio. Financiën Het budget Inkomen voor gemeenten gaat geen onderdeel uitmaken van het deelfonds Sociaal Domein. Dit blijft een specifieke uitkering waarbij het uitgangspunt is dat er landelijk een toereikend budget beschikbaar wordt gesteld voor alle bijstanduitkeringen. Noordenveld loopt hier dus een beperkt risico. Het re-integratiebudget WWB en WSW wordt samengevoegd tot één integraal re-integratiebudget binnen het deelfonds. Met name op de rijksbijdrage voor de WSW wordt de komende jaren verder gekort. Gelijktijdig blijven de verplichtingen van gemeenten aan mensen met een WSW-arbeidsovereenkomst wel bestaan. Door niet meer uit te geven aan re-integratie dan er aan rijksmiddelen tegenover staan, blijft het financiële risico echter beperkt. De keerzijde is dat met name de groep met een grote(re) afstand tot de arbeidsmarkt maar zeer beperkt bediend kan worden. Passend Onderwijs Wetgeving Met ingang van het nieuwe schooljaar, 1 augustus 2014, is de Wet Passend Onderwijs van kracht. Scholen hebben dan de zorgplicht om kinderen met een ondersteuningsbehoefte een passende onderwijsplek te bieden. Scholen werken daarom samen in Samenwerkingsverbanden (Swv). Per Swv moet een ondersteuningsplan worden opgesteld waarin staat hoe de scholen de ondersteuning organiseren. Uitgangspunt is dat de ondersteuning zoveel mogelijk op de eigen school van het kind plaatsvindt. Als dit niet lukt dan zoekt de school binnen het Swv een plaats waar de noodzakelijke ondersteuning wel geboden kan worden. De scholen voor het speciaal onderwijs doen ook mee in de Swv’en. Samenwerking Noordenveld doet voor het primair onderwijs mee in het Swv provincie Groningen en voor het voortgezet onderwijs in het Swv Groningen Ommeland (De stad Groningen heeft een eigen Swv). De wet schrijft voor dat de Swv’en en de betrokken gemeenten zogenoemd ‘op overeenstemming gericht overleg’ (OOGO) voeren over de Ondersteuningsplannen. Beide OOGO’s zijn inmiddels succesvol gevoerd. In het OOGO zijn een aantal ontwikkelopgaven afgesproken waarover gemeenten en onderwijs met elkaar in gesprek blijven. Daarbij gaat het om zaken als de samenhang tussen de Jeugdzorg en het Passend Onderwijs, de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt, aanpak ‘thuiszitters’ en de gevolgen van het passend onderwijs voor het leerlingenvervoer en de onderwijshuisvesting. Via regiovertegenwoordiging praten de individuele gemeenten en scholen mee over deze thema’s. Voor Noordenveld gebeurt dat in het ROGO (regionaal overleg gemeenten onderwijs) Westerkwartier-Noordenveld. Financiën Het passend onderwijs is theoretisch gezien de verantwoordelijkheid van scholen. Voor gemeenten heeft het Passend Onderwijs daarom geen directe financiële gevolgen. De uitdagingen voor gemeenten en scholen liggen vooral op het terrein van afstemming binnen het totale Sociaal Domein. Novatec Wanneer de Participatiewet per 1 januari 2015 in werking treedt komt er een einde aan de sociale werkvoorziening (sw) zoals wij die tot nu kennen in Nederland. Mensen met een vast sw-arbeidscontract behouden hun rechten en plichten, maar nieuwe instroom is niet meer mogelijk. Onder de Participatiewet moet iedereen, ook mensen met een arbeidsbeperking, 9 VOORJAARSNOTA 2014 zoveel mogelijk regulier werk vinden. Dit heeft uiteraard gevolgen voor Novatec, de gemeenschappelijke regeling (GR) die namens Leek, Marum, Grootegast, Zuidhorn en Noordenveld de sociale werkvoorziening uitvoert. Begin 2013 heeft Novatec daarom van de GR gemeenten een herstructureringsopdracht gekregen. Sw-medewerkers voor wie dat mogelijk is moeten werk vinden bij reguliere werkgevers, voor wie dat niet mogelijk is organiseert Novatec Beschut Werk. De vele, vaak kapitaalintensieve werksoorten worden daarom teruggebracht tot enkele eenvoudige werksoorten. In haar meerjarenraming houdt Novatec rekening met de kosten van de herstructurering. Dit zijn onder andere personele kosten en de kosten van het afstoten van gebouwen en machines. De GR gemeenten betalen in 2014 en 2015 daarom een hoge exploitatiebijdrage aan Novatec. In de jaren daarna, wanneer de herstructurering is afgerond, is de exploitatiebijdrage van de gemeenten aan Novatec echter substantieel lager dan tot nu gebruikelijk. We zien de herstructurering van Novatec nu in de praktijk vorm krijgen. In 2013 is gestart met het onderbrengen van de groenmedewerkers van Novatec bij de gemeenten. In Noordenveld werken op dit moment 50 sw-medewerkers op detacheringbasis naar tevredenheid in het taakveld Beheer. We zien in de praktijk echter ook dat de weg naar een geherstructureerd Novatec grillig is en dat de ontwikkeling van de herstructureringskosten zich lastig laat voorspellen. De huidige economisch situatie is daar voor een deel debet aan. Zo brengt het afstoten van gebouwen op dit moment hogere kosten met zich mee dan geraamd. We moeten daarom rekening houden met een hogere exploitatiebijdrage in 2014 en mogelijk 2015 aan Novatec dan initieel geraamd. Dit is echter een fase waar we doorheen moeten om te komen tot een kleine organisatie Novatec voor Beschut Werk. Ontwikkeling in de ICT De afgelopen maanden is veel aandacht uitgegaan naar het ICT-dossier. Dit heeft geresulteerd in een plan om op korte termijn de ICT-infrastuctuur stabiel (te maken) en stabiel te houden, met als uitgangspunt dat herijken nu noodzakelijk is om te kunnen bouwen aan de toekomst. We streven behalve naar betrouwbaarheid, controleerbaarheid en efficiency ook steeds meer naar grotere effectiviteit en beter dienstverlening aan de burger. Om dit te realiseren is een andere inrichting van de organisatie en de ICT-architectuur nodig. Wij hebben de accountant gevraagd een oordeel te geven over de kwaliteit van onze ICT en waar mogelijk verbeterpunten aan te dragen. In de managementletter 2013 van uw accountant zijn de bevindingen naar aanleiding de beoordeling van de algemene IT beheersmaatregelen aan ons gerapporteerd. De belangrijkste bevindingen naar aanleiding van deze beoordeling waren: • • • • Noordenveld beschikt niet over een geformaliseerd informatiebeveiligingsbeleid; IT processen en procedures zijn in beperkte mate geformaliseerd; Noordenveld heeft geen eenduidige change management procedure; Autorisaties en geautomatiseerde controlemaatregelen rondom digitale factuurverwerking kunnen worden aangescherpt. Tijdens de jaarrekeningcontrole 2013 heeft de accountant de opvolging van deze bevindingen beoordeeld. Hij heeft geconstateerd dat in het voorjaar van 2014 een uitvoeringsplan ITprojecten 2014-2016 is opgesteld, dit als nadere uitwerking van het informatiebeleidsplan 10 VOORJAARSNOTA 2014 2012-2015. De accountant heeft inmiddels kennis genomen van het uitvoeringsplan en geconstateerd dat een aantal van de gedefinieerde projecten in het uitvoeringsplan aansluiten bij de in de managementletter gerapporteerde IT-bevindingen, waaronder het opstellen van informatiseringbeleid, aandacht voor informatiebeveiliging en de professionalisering en formalisatie van de IT-beheerprocessen. Naar de mening van de accountant biedt het uitvoeringsplan IT-projecten een goede basis om de IT-omgeving verder te professionaliseren. Daarbij merkt de accountant op dat er door ons nog nadere besluitvorming omtrent het uitvoeringsplan moet plaatsvinden. De resultaten van het uitvoeringsplan leggen wij via deze voorjaarsnota aan u voor. Uit bovenstaande kan de indruk worden gewekt dat er in de afgelopen periode veel is blijven liggen in de afgelopen jaren. Dit klopt deels, een belangrijke oorzaak hiervan is dat met het vooruitzicht op samenwerking op het gebied van ICT met andere gemeenten, een aantal investeringen de afgelopen jaren zijn uitgesteld om de ruimte te hebben te investeren in een gezamenlijke lijn/aanpak. Omdat er nu geen sprake meer is van samenwerking (in STAANverband) zijn we genoodzaakt, alsnog, zelf de projecten te starten die noodzakelijk zijn om onze bedrijfsvoering en dienstverlening op peil te houden en te voldoen aan alle wettelijke verplichtingen. Speelgoedmuseum Kinderwereld Speelgoedmuseum Kinderwereld heeft een Masterplan 3.0, een visiedocument gemaakt. Dit document geeft inzicht in de ambities van het museum voor de periode 2015-2020. Het plan zal binnenkort worden gepresenteerd aan uw raad. Om het volledig vernieuwde museum te kunnen realiseren vraagt de stichting om de subsidie 2015 te handhaven op het niveau van 2014. Bij de begrotingsbehandeling 2014 heeft de raad besloten de ingeboekte bezuiniging op museum Kinderwereld van € 12.500 voor het begrotingsjaar 2014 niet door te voeren. Dit in afwachting van de resultaten van het door het museumbestuur op te stellen Masterplan voor een gezonde toekomst. Ontwikkelingen onderwijshuisvesting in 2015 Op het gebied van onderwijshuisvesting zijn er grote veranderingen op komst in 2015. Het budget wordt de komende jaren flink gekort. Het Rijk wil € 256 miljoen uit het Gemeentefonds nemen en overhevelen naar de lumpsum voor primair en voortgezet onderwijs. Daar bovenop komt een extra uitname van € 158 miljoen omdat het primair onderwijs straks zelf verantwoordelijk wordt voor het buitenonderhoud van schoolgebouwen, het voorgezet onderwijs is dat al. Hieronder gaan we uitgebreid op de twee ontwikkelingen in. Overheveling € 256 miljoen uit Gemeentefonds voor lumpsum Funderend Onderwijs per 2015 Het kabinet wil, conform regeerakkoord, met ingang van 2015 € 256 miljoen uit het Gemeentefonds nemen. Aanleiding hiervoor is de veronderstelde onderbesteding van gemeenten voor onderwijshuisvesting (motie van Kamerlid Haersma-Buma). Het kabinet voegt dit geld toe aan de lumpsum van het funderend onderwijs (primair en voortgezet onderwijs). Wat betekent dit voor de gemeente? Deze korting heeft negatieve gevolgen voor de integrale huisvestingsplannen onderwijshuisvesting van gemeenten. Het geld kan namelijk binnen de lumpsum niet geoormerkt worden en schoolbesturen mogen, binnen de huidige wetgeving, niet investeren in nieuwbouw (het zogenaamde investeringsverbod Primair Onderwijs). Deze overheveling betekent dus dat dit geld verloren gaat voor nieuwbouw van scholen in het Primair Onderwijs. 11 VOORJAARSNOTA 2014 Wetswijziging overheveling buitenonderhoud en aanpassingen PO Op 1 januari 2015 komt er een wetswijziging waarbij de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud en aanpassingen Primair Onderwijs (PO) overgaat van gemeenten naar schoolbesturen. Het wetsvoorstel is op 25 juni 2013 aan de Tweede Kamer gezonden en wordt naar verwachting dit najaar behandeld. Deze wetswijziging heeft een uitname uit het Gemeentefonds tot gevolg van € 158 miljoen. Dit bedrag wordt aan de lumpsum van het PO toegevoegd. Beleidsvoornemens 2014 In het onderdeel managementrapportages zijn de autonome mutaties voor 2014 opgenomen. Daarmee eindigde het saldo van de begroting 2014 met een bedrag van € 143.000 (afgerond). Hierna treft u een aantal voorstellen tot beleidsintensiveringen aan. De voorstellen zijn gerangschikt naar de wijze waarop in de dekking wordt voorzien. Een uitvoerige toelichting vindt u in bijlage D. Een resumé van de gevolgen voor de begroting 2014 vindt u aan het slot van dit onderdeel. Ten laste van de structurele begrotingruimte: Onderhoudskosten basisregistratie kadaster Onderhoudskosten datadistributie Digid audit Inhuur derden ten behoeve van Geo informatie Aandeel in de kosten van het projectbureau samenwerking Leek-Roden Verhoging budget subsidies maatschappelijke dienstverlening Ten laste van de algemene reserve Zaakgericht werken Wegwerken achterstanden BAG Implementatie gestandaardiseerde webformulieren Electronisch publiceren en bekendmaken van regelgeving (GVOP) Aanschaf iPad’s raadsleden (Opleiden medewerkers) Office 2010 Opruimen munitie de Slokkert Project CPO Nieuw-Roden € 2.000 “ 25.000 “ 15.000 “ 15.000 “ 50.000 “ 14.000 € 121.000 € “ “ “ “ “ “ “ € 25.000 23.000 15.000 10.000 20.000 25.000 68.000 35.000 221.000 € “ “ “ “ € 1.700 12.000 14.400 8.300 33.000 69.400 € 8.300 Ten laste van de (vervangings)investeringen Kosten koppeling Corsa stroomlijn Overgang GBI naar GBI Next (6) Oracle 11 migratie Aanschaf grasmaaimachines Aanschaf vrachtwagen nr. 53 € “ “ “ “ krediet 7.000 50.000 60.000 50.000 200.000 Ten laste van tarieven Aanvullend krediet vrachtwagen nr. 52 € 50.000 12 VOORJAARSNOTA 2014 Ten late van de grondexploitaties Voorbereidingskrediet herontwikkeling Boskamp-locatie Voorbereidingskrediet Kroonvelden Voorbereidingskrediet herontwikkeling locatie Ronerborg, Roden Ten laste van de algemene uitkering Armoedebestrijding € “ “ € 20.000 15.000 20.000 55.000 € 85.000 Na mutatie van bovenstaande bedragen resteert op de verschillende onderdelen van het begrotingssaldo 2014 nog de volgende saldi: Structurele begrotingsruimte e Na 1 marap € 119.000 Af: “ 121.000 € 240.000 Eenmalige ruimte Na 1e marap € -63.100 (nadelig) Vervangingsinvesteringen Na 1e marap € -136.400 Af: “ 69.400 € -67.000 Nieuw beleid Na 1e marap € -62.500 Af: “ 0 € -62.500 Totaal nadelig saldo € 47.400 13 VOORJAARSNOTA 2014 14 VOORJAARSNOTA 2014 Hoofdstuk 3 Voortgang programmabegroting 2015 In dit hoofdstuk behandelen we de volgende onderwerpen: -Kaders programmabegroting 2015 - Kaders toezichthouder - Interne kaders -Ombuigingen -Beleidsvoornemens -Meerjarenraming 2016-2018 Kaders programmabegroting 2015 Kaders toezichthouder De kwaliteit van de programmabegroting 2015 en de meerjarenraming 2016-2018 zal worden getoetst door de toezichthouder, het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe. Elk jaar stuurt de toezichthouder een begrotingscirculaire met aandachtspunten voor het opstellen van de begroting van het komende jaar en de daarbij horende meerjarenraming. De circulaire van 24 april 2014 bevat informatie over een aantal onderwerpen met betrekking tot het financieel toezicht. Criteria repressief toezicht in 2015 Uitgangspunt bij de besluitvorming van de toezichthouder over de begroting zijn de kaders en criteria genoemd in de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht, het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), het financieel toezichtkader "Zichtbaar toezicht in Drenthe" en de onlangs toegezonden begrotingscirculaire. De uitgangspunten om voor het begrotingsjaar 2015 voor het repressieve toezicht in aanmerking te komen zijn: • de Begroting 2015 dient naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, in evenwicht te zijn of als dat niet het geval is dient de meerjarenraming aannemelijk te maken dat dit evenwicht uiterlijk in 2018 tot stand zal worden gebracht; • de Jaarrekening 2013 dient reëel in evenwicht te zijn. Indien de jaarrekening niet in evenwicht is kan dat, afhankelijk van de aard van het tekort, van invloed zijn bij de bepaling van het toezichtregime; • de vastgestelde Jaarrekening 2013 en de Begroting 2015 dienen tijdig, respectievelijk vóór 15 juli en 15 november 2014, aan Gedeputeerde Staten te zijn ingezonden. Met het hiervoor genoemde evenwicht wordt "structureel en reëel evenwicht" bedoeld. Hiervan is sprake als, op basis van het bestaande beleid en het vastgestelde nieuwe beleid, de voor het jaar 2015 geraamde structurele lasten worden gedekt door structurele baten en de incidentele lasten worden gedekt door incidentele of structurele baten. Indien dit niet het geval is wordt ook de meerjarenraming hierop getoetst. Het reëel evenwicht houdt in dat onderzoek wordt gedaan naar de realiteit van de ramingen. Daarbij dienen de begrotingen/meerjarenramingen volledig te zijn. Beoordelingsaspecten Algemene uitkering uit het Gemeentefonds Bij de beoordeling of sprake is van een reëel en structureel sluitende (meerjaren)begroting gaat de toezichthouder, voor wat betreft de algemene uitkering uit het Gemeentefonds, tenminste uit van de Meicirculaire (2014) en de daarin opgenomen uitkeringsfactoren en de effecten van de herijking van het Gemeentefonds. Bij de bepaling van de accressen voor de jaren 2016 en later houden de beheerders van het Gemeentefonds rekening met een mutatie van de prijsontwikkeling van het Bruto Binnenlands 15 VOORJAARSNOTA 2014 Product (BBP). Begroot u de algemene uitkering op basis van lopende prijzen, dan dient er aan de lastenkant van de meerjarenraming rekening gehouden te worden met een percentage minimaal gelijk aan dat waarop de mutatie van het BBP is gebaseerd. In het kader van realistisch ramen verwacht de toezichthouder dat de gemeente integraal rekening zal houden met de budgettaire effecten van de in de Meicirculaire genoemde loonstijgingen. Dit kan door verwerking in de ramingen van de personele lasten/organisatiekosten dan wel door middel van het ramen van een stelpost voor zover de eigen eerder vastgestelde uitgangspunten afwijken van die opgenomen in de Meicirculaire. Bezuinigingsmaatregelen/taakstellingen Veel gemeenten voeren ingrijpende bezuinigingsmaatregelen uit. Het realiseren daarvan is bepalend of het begrotingsevenwicht kan worden gehandhaafd. Bezuinigingsmaatregelen die in de begroting worden verwerkt, beoordeelt de toezichthouder op hardheid en haalbaarheid en verwacht dat de bezuinigingsmaatregelen concreet (op programmaniveau) zijn ingevuld. Ook moet het proces om de maatregelen te effectueren vastliggen. Ervaringen opgedaan met eerdere bezuinigingsoperaties worden in het oordeel van de toezichthouder meegewogen. Met andere woorden: de financiële gevolgen van maatregelen waarmee de begroting sluitend zal worden gemaakt moet realistisch en door uw besluitvorming onderbouwd zijn. Is dit naar het oordeel van de toezichthouder niet het geval dan zullen deze posten op de gepresenteerde begrotingssaldi in mindering worden gebracht. Deze correctie kan tot gevolg hebben dat er een structureel begrotingstekort ontstaat en tot preventief toezicht leidt. In de afgelopen jaren hebben gemeenten al meerdere bezuinigingsrondes ingevuld. Cumulatie van diverse maatregelen kan het inzicht voor u als raad vertroebelen. De toezichthouder adviseert u in de begroting een overzicht op te nemen van de diverse bezuinigingsmaatregelen waartoe u nu en/of in een eerder stadium hebt besloten en die betrekking hebben op de Begroting 2015 en verder. Bezuinigingstaakstellingen verbonden partijen Taakstellingen die aan de verbonden partijen, waaronder gemeenschappelijke regelingen, worden opgelegd, worden als niet reëel beschouwd, tenzij de desbetreffende verbonden partij of gemeenschappelijke regeling op bestuurlijk niveau heeft besloten hoe deze opgelegde taakstelling daadwerkelijk wordt ingevuld. Er moet aannemelijk worden gemaakt dat de verbonden partij of gemeenschappelijke regeling de opgelegde bezuinigingsmaatregel concreet zal invullen. Schuldpositie gemeenten De aandacht voor de schuldpositie van de gemeenten is de laatste jaren toegenomen. Een hoge schuldpositie brengt risico's mee. Op de eerste plaats beperkt een hoge leningschuld de flexibiliteit van de begroting. Op de tweede plaats kan een rentestijging van de vaste financieringsmiddelen een probleem vormen voor de budgettaire positie van gemeenten. De toezichthouder adviseert om de schuldpositie van de gemeente historisch en toekomstig in de paragraaf Financiering in beeld te brengen, zodat inzicht in de trend van deze schuldpositie ontstaat. Dit kan onder ander door middel van kengetallen zoals, de debt-ratio, de netto schuldquote en de netto schuld per inwoner. Negatieve reserves Reserves mogen geen negatief saldo hebben. Dit voorschrift is de laatste tijd actueel geworden in verband met grondexploitatieverliezen. Een negatieve stand van een reserve moet zo snel mogelijk (en uiterlijk binnen de periode van de meerarenraming) worden weggewerkt. Lukt dit niet, dan komt de gemeente onder preventief toezicht. Wanneer de 16 VOORJAARSNOTA 2014 negatieve stand van de algemene reserve is ontstaan door het (moeten) nemen van verliezen in de grondexploitatie, dan kan de toezichthouder onder voorwaarden de gemeente toestemming geven dit tekort in een langere periode dan vier jaar te saneren. Ook dan komt de gemeente onder preventief toezicht. Hoe lang de periode van saneren is, is vooral afhankelijk van de oorzaak en de omvang van het tekort. Sanering in een periode langer dan tien jaar is echter niet toegestaan. Over de sanering van een negatieve algemene reserve maakt de gemeente afspraken met de toezichthouder. Zijn er nog voldoende andere reserves beschikbaar, dan kunnen deze bijvoorbeeld worden ingezet om het negatieve saldo van een reserve op te heffen. Grondexploitatie Gebleken is dat de grondexploitatie voor veel gemeenten in Nederland een substantieel risico betekent. De toezichthouder beoordeelt de grondexploitatierisico's vooral op basis van de jaarrekening, maar ook baseren zij het oordeel op de paragraaf Grondbeleid in de begroting. De mate van het treffen van voorzieningen en het berekenen van de "waarde" van de grondexploitaties wordt voor een groot deel bepaald door het gebruik van parameters. Hiermee wordt de fasering van verkopen, toegerekende rente, kostenindex en opbrengstenindex bedoeld. Een wijziging van elk van de gebruikte parameters kan de berekende "waarde" substantieel beïnvloeden. Het is daarom van belang dat de gemeente transparant is over welke parameters met welke waarden worden gebruikt. In de paragraaf Grondbeleid kan de gemeente deze duidelijkheid creëren. De meeste gemeenten hebben deze parameters in de afgelopen jaren bijgesteld. De actualiteit van de parameters (naar het inzicht van heden) moet jaarlijks door de raad in de begroting en jaarrekening worden geëvalueerd en eventueel worden herzien. Voor het geval dat nog niet (voldoende) is gebeurd, vragen de toezichthouder concreet: • uit te gaan van realistische planningen van het aantal uit te geven vierkante meters van onder ander woningbouw en bedrijventerreinen in de diverse bestemmingsplannen; • realistische kaders te stellen, bijvoorbeeld voor aan de grondexploitatie toe te rekenen rente en kosten; • afstemming te zoeken met andere gemeenten op regionaal niveau en met (plannen) van externe partijen, inclusief PPS-constructies; • risico's van PPS-constructies en de eventueel financiële gevolgen daarvan voor uw gemeente in beeld te brengen. Wanneer op basis hiervan blijkt dat boekwaarden onevenredig hoog op de balans zijn gewaardeerd, dan is het noodzakelijk om voorzieningen te vormen of afwaarderen en hiervoor dekkingsmiddelen aanwijzen. Interne kaders Als gevolg van de gemeenteraadsverkiezingen in het voorjaar van 2014 heeft u in niet zoals gebruikelijk een kadernota ter vaststelling van ons ontvangen maar in de plaats daarvan een “Notitie kaders omvang bezuinigingen 2015 en volgende jaren” Om de uitgangspunten voor de programmabegroting helder te formuleren vindt u in dit hoofdstuk een overzicht van de geldende kaders. Nieuw daarbij zijn de kaders uit het bestuursprogramma “Nei Naoberschap”. Kaders 2015 beleidsakkoord In dit hoofdstuk komen de kaders aan de orde zoals deze zijn opgenomen in het beleidsakkoord 2014-2018 17 VOORJAARSNOTA 2014 In het voorjaar van 2014 is het bestuursprogramma ‘Nei Naoberschap’ opgesteld. Het document is richtinggevend, maar ook dynamisch. Nieuwe ontwikkelingen en inzichten kunnen leiden tot aanpassingen. Verder benadrukken we dat er misschien andere keuzes gemaakt moeten worden na 2015, als de nieuwe financiële situatie van onze gemeente duidelijk is. De relevante citaten uit het bestuursakkoord zijn hieronder integraal weergegeven. Financiën en bedrijfsvoering • De (met de decentralisaties gepaard gaande) bezuinigingen die ons de komende jaren treffen maken het sluitend maken van de begroting tot hoogste prioriteit. • De OZB wordt in principe niet meer dan trendmatig verhoogd. • Het college komt met voorstellen om de tarieven voor eigenaren van woningen en nietwoningen zodanig met elkaar in overeenstemming te brengen, dat in deze collegeperiode het verschil wordt teruggebracht naar nul. Uitgangspunt daarbij is dat de totale opbrengst van de OZB (gecorrigeerd voor inflatie) gelijk dient te blijven. • De omvang van de schulden van de gemeente mag –onvoorziene omstandigheden daargelaten- niet verder stijgen. • De noodzakelijke reservepositie wordt bepaald aan de hand van een risicoanalyse, die leidt tot een bandbreedte voor de reservepositie. • Bij bezuinigingen rust op geen enkel programma een absoluut taboe, maar de zwaksten in de samenleving worden ontzien. Op minimabeleid wordt uitsluitend bespaard voor zover sprake is van ondoelmatigheid in de uitvoering. • Beleidskeuzes verdienen de voorkeur boven de "kaasschaafmethode". • Behoud van voorzieningen is een belangrijk uitgangspunt. Als de financiële situatie daartoe dwingt zullen besparingen allereerst worden gezocht in samenwerking, clustering en efficiency. • Bij verdere bezuinigingen op de ambtelijke organisatie geeft het voorstel inzicht in de gevolgen voor het niveau van dienstverlening en taakuitvoering. • Bij het gemeentelijk subsidiebeleid zal ook worden gekeken welke prestaties er worden geleverd voor de beschikbaar gestelde bedragen. Daarbij wordt ook gedacht aan cofinanciering. Die kan zowel geldelijk als materieel zijn. Overige financiële kaders Programmabegroting 2015 In dit onderdeel zijn de richtlijnen en uitgangspunten opgenomen met een technischadministratief karakter en richtlijnen en uitgangspunten die een meer beleidsmatig karakter hebben. De kaders hebben betrekking op zowel de budgettaire als de vermogenspositie. De financiële kaders zijn onder meer vastgelegd in de ‘Verordening op de uitgangpunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Noordenveld’. Voor de opstelling van de begroting en meerjarenramingen gaat het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) uit van een sluitend perspectief. Om tot een sluitend perspectief te komen zijn keuzes onvermijdbaar. Om tot een goede afweging en besluitvorming te kunnen komen wordt voor de opstelling van de Kadernota en de Begroting jaarlijks een aantal richtlijnen en uitgangspunten geformuleerd. Deze worden door de organisatie gehanteerd bij het aanreiken van de noodzakelijke gegevens. Richtlijnen en uitgangspunten met een technisch/administratief karakter a. Looncompensatie Voor de raming van de loonontwikkeling 2015 wordt aangesloten bij actuele ramingen begroting 2014. Voor de jaren daarna kan rekening gehouden worden met een stijging van 2%. De stijging 18 VOORJAARSNOTA 2014 van de personeelslasten ad 1% is gebaseerd op de volgende onderliggende gegevens: periodieke verhogingen 0,50%, en verhoging pensioenpremie 0,50% en een algemene loonsomstijging van 1%. Komt er een CAO-akkoord dat hoger uitvalt dan de genoemde 1%, dan zal dat tot aanpassingen leiden van de raming. Voor de gesubsidieerde instellingen kan eveneens worden uitgegaan van 2% ten opzichte van 2014, uitsluitend over het onderdeel looncomponent en voor zover er al geen afzonderlijke individuele afspraken zijn gemaakt. b. Subsidies en bijdragen Subsidies en bijdragen aan derden worden jaarlijks geraamd op basis van bestaande subsidies met een prijsindex van 0 %. Voor de gesubsidieerde instellingen kan daar waar sprake is van het onderdeel looncomponent en voor zover er al geen afzonderlijke individuele afspraken zijn gemaakt worden uitgegaan van de CAO. c. Prijscompensatie Voor de samenstelling van de begroting 2015 is in de uitgegeven richtlijnen en uitgangspunten vastgesteld dat bij de ramingen uitgegaan kan worden van een prijsontwikkeling van maximaal 2% voor exploitatie en investeringen. Vanaf 2011 is de inflatiecorrectie op de gemeentelijke budgetten niet toegepast. Voor 2013 is een geringe stijging doorgevoerd van 1%. In verband met de onzekerheden over de ontwikkelingen ten aanzien van aanvullende rijksbezuinigingen zijn wij van plan om niet voor 2015 de nullijn te hanteren, maar een verdere geringe stijging toe te staan. In de begroting 2015 is met betrekking tot de ramingen voor de gemeentelijke belastingen en heffingen rekening gehouden met een inflatieontwikkeling van 2,0%. d. Energieheffingen Met een verhoging van de tarieven van energie wordt rekening gehouden met een stijging van 2%. e. Algemene uitkering De algemene uitkering uit het gemeentefonds en onderwijsvergoedingen worden gebaseerd op de laatst bekende circulaire van het Rijk. f. Raming aantal inwoners en woonruimten Het aantal inwoners en woonruimten wordt bepaald aan de hand van de laatst bekende gegevens en aangepast aan autonome ontwikkelingen. Het aantal inwoners per 1 januari 2014 is 31.110 Raming inwoners 1 januari 2015 een inwoneraantal van 31.200 1 januari 2016 een inwoneraantal van 31.300 1 januari 2017 een inwoneraantal van 31.400 1 januari 2018 een inwoneraantal van 31.500 Raming toename woningen 1 januari 2015 toename van 45 ten opzichte van 1 januari 1 januari 2016 toename van 35 ten opzichte van 1 januari 1 januari 2017 toename van 25 ten opzichte van 1 januari 1 januari 2018 toename van 25 ten opzichte van 1 januari 2014 2015 2016 2017 Richtlijnen en uitgangspunten met een beleidsmatig karakter a. Nieuw beleid 19 VOORJAARSNOTA 2014 Het op voorhand afwijzen van nieuw beleid is niet realistisch. Er kunnen nu eenmaal omstandigheden zijn waarop moet worden gereageerd. Tegen de achtergrond van het verslechterde meerjarenperspectief kan evenwel geen sprake zijn van stapelen van (nieuw) beleid. Indien het nieuw voorgestelde beleid voldoet aan de criteria van onvermijdelijk, onuitstelbaar en onvoorzien, dan kan dit worden betrokken bij de opstelling van de begroting 2015, mits wordt aangegeven welke bestaande activiteiten tot een gelijk bedrag ingaande 2015 komen te vervallen. Voorstellen voor nieuw beleid dienen afzonderlijk te worden geraamd en toegelicht en worden voor de samenstelling van de begroting 2015 getoetst aan het bestuursprogramma. Indien de raad instemt met een eventueel aanvullend pakket aan ombuigingsmaatregelen, dat het bedrag van de noodzakelijke ombuigingen overtreft, ontstaat ruimte voor nieuw beleid. Vervangingsinvesteringen zijn investeringen die de continuïteit van de bedrijfsvoering moeten waarborgen (gemeentehuis, werkplaats, bedrijfsmiddelen en automatisering). Ramingen in de programmabegroting worden gebaseerd op door de raad vastgesteld bestaand beleid. Nieuw beleid wordt pas na besluitvorming daarover door de raad in de primitieve begroting 2015 opgenomen. Voor nieuwe investeringen in 2014 worden in de programmabegroting 2014 afzonderlijke voorstellen/kredieten opgenomen. Deze investeringen worden in de programmabegroting 2014 (op programmaniveau) en productenraming afzonderlijk toegelicht. Dat geldt ook voor de wijze waarop in de dekking van de jaarlasten wordt voorzien. In dit verband is het van belang inzicht te hebben in enerzijds vervangingsinvesteringen waarvan in 2014 en volgende jaren de kapitaallasten ‘vrijvallen’ en anderzijds of vervanging daadwerkelijk noodzakelijk is. Vervangingsinvesteringen met een geringe omvang (< € 3.000) worden niet geactiveerd. Daarmee wordt in de onderhoudsbudgetten rekening gehouden. Dit kader is overeenkomstig artikel 8 lid 3 van de verordening op grond van artikel 212 Gemeentewet. Tenslotte nog een aantal spelregels die als leidraad dienen met betrekking tot de wijze waarop met onder- en overschrijdingen om kan worden gegaan alsmede een spelregel met betrekking tot het ontwikkelen van nieuw beleid. Omgaan met onder- en overschrijdingen - (dreigende) overschrijdingen tijdig melden - zelf compensatie zoeken voor overschrijdingen per portefeuille - onderschrijdingen niet opsouperen met uitzondering van de BOR - aanbestedingsvoordelen niet opsouperen met uitzondering van de BOR Ontwikkelen bewustzijn financiële kaders bij nieuw beleid in het kort geformuleerd: - Plannen maken - geen geld niet doen Eerst geld - dan plannen maken wel doen 20 VOORJAARSNOTA 2014 b. Uitstellen van investeringen Het investeringsprogramma wordt in het kader van de opstelling van de begroting jaarlijks bijgesteld. Tegen de achtergrond van het Bestuursprogramma wordt het bestaande investeringsprogramma opnieuw beoordeeld. Tevens wordt gekeken naar de plaatsing van de diverse ramingen binnen de vier jaarschijven. De vraag daarbij is in hoeverre opgenomen ramingen ‘uitvoeringsgereed’ zijn en niet afhankelijk zijn van afronding van allerlei procedures. Daarnaast wordt gevraagd om aan te geven in hoeverre voorgenomen investeringen kunnen worden uitgesteld. Met andere woorden, er moet worden aangegeven wat er niet goed gaat als een bepaalde investering wordt uitgesteld. c. Aanbestedingsvoordelen Vanaf 2013 vloeien alle aanbestedingsvoordelen terug naar de algemene middelen met uitzondering van de BOR. d. Overheveling budgetten en kredieten Regel is dat een investering (krediet) maximaal twee jaar beschikbaar blijft (voor vervangingsinvesteringen maximaal een jaar). Om voor het overboeken van een (restant)krediet in aanmerking te komen dient er sprake te zijn van: juridische perikelen; calamiteiten; leveranciers die niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen; bestuurlijke besluitvorming een en ander na overleg (twee maal per jaar) met het MT en besluitvorming via het college. Indien niet-bestede (incidenteel beschikbaar gestelde) budgetten van bij de vaststelling van de jaarrekening opnieuw door de gemeenteraad beschikbaar worden gesteld, vindt dekking plaats ten laste van het jaarresultaat. Niet-bestede structurele budgetten vervallen automatisch. In bijzondere gevallen kan het college de raad voorstellen doen om van dit kader af te wijken. e. Vrijvallende kapitaallasten Het systeem van de vrijvallende kapitaallasten waarbij de vrijkomende middelen worden ingezet voor nieuwe of vervangingsinvesteringen zetten we onverminderd voort. Het is beleidsmatig de ruggengraat voor een gezond investeringsklimaat. Aantasting hiervan leidt op termijn onherroepelijk tot een gebrek aan dekkingsmogelijkheden. f. Eenmalige ruimte Eenmalige ruimte ontstaat doordat de kapitaallasten van een investering gedurende het eerste jaar voor 50% worden doorberekend in de exploitatie. Over de resterende 50% kan eenmalig beschikt worden. Besloten is om een deel van dit bedrag specifiek te bestemmen voor een nader (eenmalig) doel. Dit kan onder meer zijn het versterken van het eigen vermogen dan wel te gebruiken als frictiepot voor ingezette ombuigingen. g. Onvoorzien uitgaven ‘Onvoorziene uitgaven’ is een budget dat is gebaseerd op € 2,75 per inwoner. Voor een beroep op dit budget moet in principe aan alle, doch minimaal aan één van de volgende criteria worden voldaan: → onvermijdbaar → onafwendbaar → onuitstelbaar Het bedrag mag alleen worden gebruikt voor incidentele uitgaven. 21 VOORJAARSNOTA 2014 h. Rentebeleid Momenteel wordt in onze begroting voor de rentetoerekening van de kapitaallasten en de boekwaarden van grondexploitaties een rekenrente gehanteerd van 4%. Dit percentage is gebaseerd op de gemiddelde verschuldigde rente over bestaande geldleningen (4,45%) en de geraamde rente over kortlopende schulden (3%). i. Vermogensbeleid Uitgangspunt is het verder versterken van het vermogen tot minimaal het vereiste niveau wat gebaseerd op de risico’s zoals vermeld in de paragraaf weerstandsvermogen. Hieronder zijn de mogelijkheden genoemd op basis waarvan het vermogen verder versterkt kan worden. * Ontschotten Het is bekend dat, naarmate de gemeente beschikt over meer gefragmenteerde reserves, er minder aan keuzeafweging wordt gedaan (de allocatiefunctie van de begroting). Door overschotten op reserves en voorzieningen af te romen kan ruimte worden gecreëerd om noodzakelijke investeringen te kunnen verrichten. * Vrij aanwendbaar maken van de algemene reserve De algemene reserve is niet vrij aanwendbaar als exploitatie. Wij hebben de keuze gemaakt om in drie methodiek terug te draaien door jaarlijks een bedrag besparen in de exploitatie. Met het nemen van deze ingang van 2015 volledig vrij aanwendbaar. gevolg van rente toerekening aan de termijnen (2012 tot en met 2014) deze (voor 2013 en voor 2014 € 75.000) te maatregel is de algemene reserve met * Terughoudendheid op voorstellen 2014 en 2015 die leiden tot verdere uitputting van de algemene reserve Om verdere uitputting van de algemene reserve te voorkomen stellen wij voor de komende drie begrotingsjaren uiterst terughoudend te zijn om uitnamen te doen ten laste van de algemene reserve. Uitzonderingen zullen degelijk onderbouwd aan college en raad voorgelegd moeten worden. * Incidentele meevallers Daar waar het in betere conjuncturele tijden gebruikelijk was om incidentele meevallers te gebruiken voor onder meer intensivering van investeringen worden deze meevallers vanaf 2012 onmiddellijk gelabeld via een besluit van ons college ter versterking van het eigen vermogen. * Behoudend ramen Een raming die in werkelijkheid op nul uitkomt is vaak uitgangspunt. Door meer het voorzichtigheidsprincipe te hanteren dan momenteel wordt gedaan, bestaat de mogelijk om aan het einde van het dienstjaar bewust een rekeningoverschot te creëren. Door gebrek aan winstuitkeringen vanuit het grondbeleid en het wegvallen van overschotten vanuit het rentebeleid is dit nog een van de spaarzame methoden om de reserves verder aan te vullen. * Verkoop eigendommen Het geven van hoge prioriteit aan werkzaamheden die er toe leiden dat gemeentelijke eigendommen, die niet (meer) passen in strategische ontwikkelingen, kunnen worden afgestoten. De opbrengsten uit verkoop van eigendommen worden beschouwd als incidentele meevallers. 22 VOORJAARSNOTA 2014 * Sparen Als laatste kader is tot en met 2014 de volgende tekst opgenomen. “Door in de exploitatie een vast bedrag op te nemen wordt de vermogenspositie van de gemeente verder verstrekt. Gelet op de geringe mogelijkheden binnen de gemeentelijke exploitatie is van af 2012 een bedrag opgenomen van € 200.000 vanwege een dotatie in de risicoreserve grondexploitatie. Zoals bekend is deze risicoreserve gebruikt voor het afwaarderen van gronden. Door deze storting vindt er jaarlijks een geringe maar structurele aanwas plaats van deze reserve”. Vanaf het begrotingsjaar 2015 willen wij dit bedrag op een andere wijze inzetten. Dit heeft twee redenen. Ten eerste wordt beoogd om met de verkoop van gemeentelijke eigendommen het eigen vermogen verder te versterken om risico’s op te kunnen vangen. Ten tweede zijn de risico’s in de grondexploitaties afgenomen als gevolg van het afwaarderen van de gronden. De noodzaak om daarnaast nog te sparen neemt daarmee af. Voor de inzet van deze vrijkomende middelen verwijzen wij u naar het onderstaande onder het kopje “Wet Waardering Onroerende Zaken”. j. Verbonden partijen De gemeente is betrokken bij meerdere gemeenschappelijke regelingen en verbonden partijen. Daarvoor wordt jaarlijks een bijdrage per inwoner in rekening gebracht. Daar waar de gemeente een pas op de plaats moet maken, dient dit ook te gelden voor deze regelingen en partijen. Voor de stijging van de uitgaven van de gemeenschappelijke regelingen is dan ook aansluiting gezocht bij de systematiek van het gemeentefonds. Dit betekent dat de bijdragen aan de gemeenschappelijke regelingen worden gekoppeld aan de ontwikkeling van het gemeentefonds, zowel positief als negatief. Concreet betekent dit ook voor de verbonden partijen ‘samen de trap op en samen de trap af’. In dit kader en in verband met de verslechterde financiële situatie van de gemeenten hebben de gemeenten in Drenthe de verbonden partijen begin 2011 meegedeeld bij de opstelling van hun begroting uit te gaan van een substantiële daling van de inkomsten voor de jaren 2012-2014. Bij de behandeling van de diverse begrotingen voor 2014 en 2015 zal kritisch worden bekeken hoe de verbonden partijen rekening hebben gehouden met de opgelegde korting. Daarnaast wijst de accountant op een wijziging van in het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) met betrekking tot de risicoanalyse van verbonden partijen. Met ingang van jaarrekening 2014 zal op basis van deze wijziging op een andere wijze inzicht geven worden in de gemeentelijke risico’s. Daarbij acht de accountant het wenselijk dat er kaders rondom de verbonden partijen worden opgesteld. Te denken valt daarbij aan afspraken met partijen over de informatievoorziening en de frequentie daarvan. Het verder borgen van deze afspraken in de eigen organisatie is daarna een vervolgstap.(wie doet wat en wanneer). Een pro-actieve houding staat hierbij voorop. De voorbereidingen om te komen tot de vermelde kaders zijn inmiddels in gang gezet. k. Belastingen, rechten en heffingen In de begroting 2012 en het meerjarenperspectief tot en met 2015 is rekening gehouden met een tariefstijging van 5% ten aanzien van de verhuur van gemeentelijke accommodaties. Het gaat daarbij om zowel binnen- als buitensportaccommodaties, overdekt zwembad de Hullen alsmede de welzijns- en cultuuraccommodaties. Dit kader houden we vast voor 2014. Wij hebben geen redenen om het ingezette beleid te heroverwegen * Wet Waardering Onroerende Zaken (wet W.O.Z.) Met waardepeildatum 1 januari 2014 worden de OZB-aanslagen voor 2015 opgelegd. Uitgangspunt is dat, ondanks de gewijzigde waarden van het onroerend goed, sprake is van een gelijkblijvende belastingopbrengst. Daarnaast zijn door de raad in december 2011 besluiten 23 VOORJAARSNOTA 2014 genomen over de tarieven 2012 in verband met de verslechterde financiële situatie van de gemeente(2% plus 5% woningen en 2% plus 3% niet-woningen). De consequenties van deze besluiten zijn meegenomen in het meerjarenperspectief. Het hanteren van het uitgangspunt zoals is opgenomen in het nieuw bestuursakkoord betekent dat het gedeelte van de extra inkomsten wegvalt als dekkingsmiddel. Het ontstane tekort willen wij oplossen door het achterwege laten van de jaarlijkse storting in de risicoreserve grondexploitaties. De motivatie om deze storting vanaf 2015 achterwege te laten is hierboven opgenomen onder het kopje “sparen”. * Reinigingsheffing Op basis van het huidige beleid is er een stabiele situatie ontstaan waarbij de tariefstijging op nul procent gehouden kan worden in de komende jaren. Komende ontwikkelingen op het gebied van bijvoorbeeld de plastic inzameling en de mogelijke gevolgen van het nog vast te stellende afvalbeleid gaan we opvangen door minder kosten restafval en aanbestedingsvoordelen. * Rioolheffing Bij de besluitvorming rondom het GRP 2013- 2017 is al toegezegd dat halverwege het GRP geëvalueerd zou worden. Hiervoor werd destijds aangegeven dat de ontwikkeling van het tarief in relatie tot allerlei beleidsmatige ontwikkelingen een belangrijke aanleiding vormen voor een dergelijke evaluatie. Na de zomer zal deze evaluatie aan u gepresenteerd worden. Een eerste doorrekening van het tarief geeft geen aanleiding voor een stijging. De verwachting is dat de tarieven gelet op de kostendekkendheid de komende jaren niet hoeven te stijgen. * Forensenbelasting Aangesloten is bij de meerjarenraming, gebaseerd op een trendmatige verhoging van de tarieven. Uitbreiding van het areaal is niet te verwachten. Eerder een afname door een ander gebruik (verhuur) of sloop. * Toeristenbelasting In juni 2010 heeft u ingestemd met het door het Recreatieschap Drenthe gedane voorstel. In 2012 is het Recreatieschap Drenthe met een nieuw voorstel tot en met 2017 gekomen. In de begrotingsvergadering van 5 november heeft u hiermee ingestemd en de voorgestelde tarieven tot en met 2017 vastgesteld. 2015 € 1,05 2016 € 1,10 2017 € 1,10 De forfaitaire tarieven worden hiervan afgeleid met behulp van de berekeningsvariabelen in de verordening. Resumé belastingen rechten en heffingen Onderstaand overzicht is gebaseerd op eerder door de raad genomen besluiten. In het hierna volgende overzicht worden per belastingsoort de uitgangspunten aangegeven. Belastingsoort OZB Voorlopige uitgangspunten voor 2015 De door het Rijk vastgestelde macronorm bedraagt over 2013 2,45%. Voor 2015 verwachten we een gelijkblijvende macronorm tot 2,45. De geraamde extra inkomsten ten opzichte van het vorig begrotingsjaar zijn voor: 24 VOORJAARSNOTA 2014 2015: € 105.000 2016: € 105.000: cumulatief € 210.000 2017: € 105.000: cumulatief € 315.000 2018: € 105.000: cumulatief € 420.000 Uitgangspunt is 100%-kostendekking. Hierop worden de tarieven gebaseerd. Tarieven bepalen op basis van herzien GRP. Uitgangspunt is 100%-kostendekking. Hierop worden de tarieven gebaseerd. Jaarlijkse verhoging met het inflatiepercentage van 2,0% In 2015 zijn de tarieven gelijk aan die van 2014: € 1,05 Jaarlijkse verhoging met het inflatiepercentage van 2,0%. Jaarlijkse verhoging met het inflatiepercentage van 2,0%. Jaarlijkse verhoging met het inflatiepercentage van 2,0%. Jaarlijkse verhoging met het inflatiepercentage van 2,0%. Reinigingsheffing Rioolheffing Hondenbelasting Toeristenbelasting Marktgelden Lijkbezorgingrechten Forensenbelasting Leges Ombuigingen In de notitie “Kaders omvang ombuigingen 2015 en volgende jaren” hebben wij u, met de kennis van dat moment, op de hoogte gesteld van de gevolgen van een aantal belangrijke onderwerpen die in 2014 en volgende jaren gevolgen hebben voor de gemeente. Wij hebben de geschetste ontwikkelingen voor u in een resumé in deze notitie opgenomen. Daarbij zijn wij uitgegaan van de basis zoals opgenomen in de programmabegroting 2014. Vervolgens zijn de gevolgen op basis van het Coelo-rapport en de overige ontwikkelingen opgenomen in een nieuw meerjarenperspectief. Het meerjarenperspectief eindigt met de mogelijke gevolgen die de decentralisatie met zich meebrengt op basis van de huidige stand van zaken. Ombuigingen per 1-1-2015 (bedragen in €) 2014 2015 2016 2017 1.033.000 349.000 293.000 108.000 Gevolgen inflatiecorrectie Reeds opgenomen 2014 -703.000 544.000 -1.470.000 843.000 -2.260.000 1.151.000 -3.072.000 1.462.000 Extra kabinetsbezuiniging Gevolgen herfstakkoord Overige ontwikkelingen: -bouwleges -grondexploitatie -577.000 -114.000 -599.000 171.000 -599.000 190.000 -599.000 228.000 -250.000 -177.000 -244.000 -250.000 -177.000 -1.133.000 -250.000 -177.000 -1.652.000 -250.000 -177.000 -2.300.000 Primitieve begroting Met deze opstelling hebben wij rekening gehouden met de in het bestuursakkoord opgenomen uitgangspunt met betrekking tot de gevolgen van de decentralisaties: De beschikbare middelen bij taakoverdracht van Rijk en provincie zijn leidend voor de taakuitvoering en het voorzieningenniveau. Dit betekent voor het meerjarenperspectief dat er geen aanvullende ombuiging geraamd worden als gevolg van de invoering van de decentralisatie van taken. Wij 25 VOORJAARSNOTA 2014 gaan daarom uit van een inspanningsverplichting voor 2015 van € 1,1 miljoen oplopend tot € 2,3 miljoen in 2017/2018. Genoemde inspanningsverplichtingen staan los van de uitkomsten van de meicirculaire 2014. Wij gaan u daarover afzonderlijk informeren. Voor de bezuinigingen op korte termijn hebben wij een aantal denkrichtingen als uitgangspunt geformuleerd Voor het begrotingsjaar 2015 worden maatregelen voorgesteld die zoveel mogelijk afbouw van bestaande voorzieningen ontzien. Daarbij is nog eens kritisch gekeken naar eerder gedane ombuigingsvoorstellen en waar mogelijk een relatie gelegd met de jaarrekening 2013. Onomkeerbare keuzes/beslissingen worden daarbij zorgvuldig vermeden dan wel zo veel mogelijk beperkt. Het zwaartepunt ligt daarbij op de gemeentelijke organisatie en met name op het organiseren van het werk. Wij wachten uw reactie op onze voorstellen af. Voorgestelde bezuinigingen in de begroting 2015 Omschrijving organisatie inkomsten Anders organiseren van het beheer openbare ruimte / gebouwen ombuigingen Totaal 250.000 250.000 de 13.000 13.000 Op grond van gebleken onderschrijding een verlaging 108.000 108.000 2.400 2.400 Besparing Brinkhof op energie van het budget WMO zonder dat er sprake is van verlaging van dienstverlening. Verlaging van het budget internationale contacten Op grond van gebleken onderschrijding een verlaging van het budget contributie en bijdragen 10.000 10.000 Op grond van gebleken onderschrijding een verlaging van het budget Arbo uitgaven 20.000 20.000 Op grond van gebleken onderschrijding een verlaging van het budget organisatieontwikkeling 20.000 20.000 Afschaffen van de subsidie op rieten daken 5.000 5.000 Aanpassen 2.700 2.700 5.000 5.000 van het budget afvalbeleid in dien mate dat het samenwerkingsverband met de Drentse gemeenten (Markerein) blijft behouden Verlaging van het energiebesparing budget 26 VOORJAARSNOTA 2014 Verlaging van het peuterspeelzalen budget Efficiencyslag bedrijfsvoering Inkomsten (+2%) 15.500 210.000 OZB 15.500 210.000 105.000 105.000 Forensenbelasting 3.000 3.000 Lijkbezorgingrechten 3.000 3.000 Hondenbelasting Overige leges Totaal 623.400 1.000 1.000 15.000 15.000 127.000 38.200 788.600 In een relatief korte tijd hebben wij deze voorstellen gemaakt. Daarnaast moeten wij ook constateren dat na een lange periode van intensieve bezuinigingen, waar inmiddels voor een bedrag van € 6 miljoen is omgebogen, de spoeling erg dun is geworden om aanvullende keuzes te maken die niet ten koste gaan van de kwaliteit van dienstverlening en het in stand houden van het huidige niveau van voorzieningen. Wij beseffen ons terdege dat we met deze denkrichtingen nog geen sluitende begroting 2015 presenteren. Daarom hebben wij de organisatie opdracht verstrekt om onderzoek te doen naar verdergaande bezuinigingsmaatregelen. Wij kunnen echter niet garanderen dat wij met deze aanvullingen kunnen blijven voldoen aan het in stand houden van de huidige kwaliteit van dienstverlening en voorzieningen. Daarbij sluiten wij als mogelijk alternatief een extra verhoging van de onroerend goed belasting op voorhand niet uit. Uiteraard staan wij open voor denkrichtingen en suggesties van uw kant. In 2015 zullen de effecten van de herijking gemeentefonds in werking treden. Voor onze gemeente betekent het effect een extra korting van € 240.000. Gelet op de huidige financiële situatie van de gemeente betekent een extra korting extra bezuinigingen boven op de eerder gememoreerde € 1,1 miljoen. Deze extra bezuiniging willen wij realiseren door een koppeling te leggen tussen de zogenaamde clusteronderdelen uit het gemeentefonds die voor ons nadelig uitvallen door een korting per inwoner. Daarbij zijn een drietal clusters van belang: Maatschappelijke zorg € 10.000 Educatie € 91.000 Infrastructuur/water en wegen € 139.000 Wij vinden het in deze unieke situatie reëel dat we de ons opgelegde korting doorvertalen naar de gemeentelijke beleidsvelden. Wij denken daarbij aan een taakstelling die voor de vaststelling van de programmabegroting 2015 geëffectueerd zal zijn. Bezuinigen of ombuigen Ombuigen is een ruimer begrip dan bezuinigen. Bij bezuinigen stellen we ons de vraag of een bepaalde taak met een bepaald percentage minder kan worden uitgevoerd. Bij ombuigingen stellen we ons meer fundamenteel de vraag of we een taak als gemeente zelf moet uitvoeren, of samen met anderen, of aan een andere partij moeten uitbesteden of helemaal niet meer moeten doen. Daarmee bezuinigen we niet meer op afzonderlijke taken maar buigen we het gemeentelijke takenpakket om in een door uw raad gewenste richting. Met andere woorden een strategische heroriëntatie van de organisatie. Wij gaan hier nader op in onder het kopje “Strategische heroriëntatie”. 27 VOORJAARSNOTA 2014 Wat eraan vooraf ging Het proces van ombuigen begint met de kadernotitie 2014. Daar is door ons een sterke winstwaarschuwing afgegeven vanaf het begrotingsjaar 2015. In de Programmabegroting 2014 constateerden we in de inleiding dat een veelheid aan onderwerpen de mate van betrouwbaarheid van een meerjaren prognose ernstig ondergraaft terwijl tegelijk de inspanningsverplichting voor de middellange termijn fors is. Wij konden daarvoor op dat moment geen betrouwbare onderbouwing geven. Korte en (middel)lange termijn Met deze onzekerheden in het achterhoofd zijn wij een proces gestart om te komen tot ombuigingen voor de korte en de (middel)lange termijn. De korte termijn richt zich op het sluitend krijgen van de begroting voor 2015. De (middel)lange termijn richt zich op de jaren 2016 en verder en een sluitend meerjarenperspectief. Wij hebben ons gerealiseerd dat dit onderscheid ons de kans biedt om de ombuigingen die nodig zijn voor met name de (middel)lange termijn anders te benaderen. Niet de veelgebruikte en daarom sleetse kaasschaafmethode maar een fundamentele bezinning op de taken van de gemeente. Gefaseerde aanpak Wij hebben ervoor gekozen het vinden van mogelijkheden tot ombuigingen gefaseerd aan te pakken. In de eerste fase hebben wij, na bestudering van enkele rapporten (COELO, Schuldpositie gemeenten), een doorrekening van de effecten van de drie decentralisaties en de overige bezuinigingen als gevolg van het Herfstakkoord, de omvang van het probleem in kaart gebracht. De financiële omvang ervan bepaalden we op € 2.300.000. Uitgangspunt daarbij is dat de invoering van de decentralisaties budgettair neutraal gaat verlopen. We berichtten u hierover in januari jongstleden. Daarmee hebben we uw raad op basis van de toen beschikbare informatie een meer betrouwbare onderbouwing voorgelegd voor onze eerder gedane constateringen. Tegelijkertijd hebben wij in fase twee intern gegevens verzameld op basis van bezuinigingsvoorstellen die in eerdere ronden waren opgesteld en niet of niet geheel waren overgenomen. Deze gegevens zijn geactualiseerd. Gedurende de fase van gegevens verzamelen is aan de hand van scenario’s ook gekeken naar het ombuigingspotentieel voor de (middel)lange termijn. We hebben vastgesteld dat toepassing van sommige scenario’s voor bepaalde taken kan leiden tot besparingen. Echter, omdat het dan gaat over ombuigingen waarover brede politieke consensus niet zondermeer verondersteld mag worden hebben we ervoor gekozen, een gedachtewisseling hierover in uw raad met elkaar en goed voor te bereiden. Wij kunnen ons voorstellen dat uw raad hierover in gesprek wil met de inwoners van onze gemeente. Bij deze voorbereiding zullen wij dan ook het proces van communicatie en participatie met onze inwoners betrekken. Daarmee ronden we de derde fase af. Strategische heroverweging Van lucht in de begroting tot strategische heroverweging van gemeentelijke taken. Twee uitersten om te kijken naar extra financiële ruimte. Het is onze overtuiging dat men niet ziek hoeft te zijn om beter te worden. We zien de huidige tijd niet alleen als een tijd van schaarste en onzekerheid, maar ook als een ‘tijd van transitie’. Transitie omdat het nodig is het ‘oude’ los te laten en ruimte te bieden voor het ‘nieuwe’. In veel situaties gaat het verder dan simpelweg de financiële huishouding en het risicomanagement op orde brengen. De toekomst is moeilijk te voorspellen. Daarom maken we soms gebruik van scenario’s: toekomstbeelden. 28 VOORJAARSNOTA 2014 Onder deze scenario’s liggen aannames over de manier waarop het openbaar bestuur zich op lange termijn ontwikkelt, mede in samenhang met de maatschappelijke omgeving. Daarbij is voortgebouwd op ontwikkelingen die nu al deels zichtbaar zijn en worden verkend. Overheden kunnen ervoor kiezen zich verder te ontwikkelen in de richting van één of meer scenario’s. De onderscheidende ontwikkelpatronen van de scenario’s zijn gebaseerd op de belangrijkste ontwikkelingen in de gemeentelijke beleidsvoering en de gemeentelijke organisatie. Uit deze ontwikkelpatronen ontstaan het “vier richtingen” model waarin gemeenten zich kunnen ontwikkelen. Deze richtingen zijn niet autonoom maar het gevolg van bewuste en samenhangende keuzes: Wij hebben de toekomstscenario’s voor gemeentelijke producten uitgewerkt. Deze kunnen helpen bij het beantwoorden van de vraag: wat voor een gemeente willen we zijn? Werken met deze scenario’s geeft gelegenheid tot een strategische heroriëntatie en is daarmee gericht op de langere termijn. In de gemeentelijke context: het meerjarenperspectief. De bedoeling van het werken met scenario’s is dat u zich, kijkend naar een gemeentelijk product, de vraag stelt of het hier een publieke taak betreft. Is het antwoord op deze vraag ja, dan volgt de afweging: • of deze het beste kan worden uitgevoerd door de gemeente (uitvoeringsmodel); • of deze het beste in samenwerking met andere organisaties kan worden uitgevoerd (samenwerkingsmodel); • of deze het beste kan worden uitgevoerd door andere partijen (uitbestedingsmodel). Is het antwoord op de vraag nee, dan volgt de afweging of het initiatief dan niet beter aan de inwoner of maatschappelijk veld kan worden gelaten. We hebben de vier modellen hieronder nader uitgewerkt. Het werken met scenario’s (of brillen) kan leiden tot afbakeningsdiscussies. Wat valt onder de een en wat moet tot de andere gerekend worden. En voor je het weet moet je de verleiding weerstaan om allerlei tussenmodellen in te voegen. We zijn ons er van bewust dat dit een wezenlijke discussie is. Tenslotte is de werkelijkheid genuanceerder dan vier modellen kunnen uitdrukken. Toch willen we werken met ‘slechts’ vier modellen en deze zo scherp mogelijk afbakenen. We denken dat dit het beschrijven van potentiële ombuigingen in dit stadium vergemakkelijkt. De nuance zou een plaats kunnen krijgen bij een verdere uitwerking nadat het college hierover besluiten heeft genomen. Bij het uitvoeringsmodel is de achterliggende drijfveer: publieke taken en collectieve functies kunnen het beste door de overheid zelf worden gedaan. Een bepaalde taak wordt zondermeer gezien als een gemeentetaak. En dan in de volle breedte. Dus we bedenken het, we bepalen wat en hoe en we voeren het zelf uit. Dit model sluit aan bij de klassieke opvatting van de rol van de (gemeentelijke) overheid in de verzorgingsmaatschappij. De gemeentelijke overheid neemt een centrale positie in binnen het publieke domein. Bij het samenwerkingsmodel is de achterliggende drijfveer: Alleen via intensieve samenwerking tussen overheden, maatschappelijke instellingen en soms zelfs het bedrijfsleven zijn publieke taken en collectieve voorzieningen uit te voeren. De gemeente ziet een taak wel als overheid(kern)staak, maar kiest ervoor (vanwege redenen die bijvoorbeeld te maken hebben met kwaliteit, kwetsbaarheid, kosten, kennis of klant) bij het realiseren ervan partners te zoeken en zelf als partner deel te in wisselende samenwerkingsverbanden. De 29 VOORJAARSNOTA 2014 positie van de gemeente in het publieke domein is niet centraal maar er één van wederzijdse afhankelijkheid. De drijfveer in het uitbestedingsmodel is de stellige overtuiging dat publieke taken en collectieve functies weliswaar een gemeentetaak zijn, vaak gerelateerd aan strategische doelen, maar dat die het beste gerealiseerd kan worden door andere, soms zelfs marktpartijen1. Ook hier kunnen overwegingen die samenhangen met de vijf K’s meespelen in de uiteindelijke keuze voor dit model. De rol van de gemeente is centraal, maar dan in de zin van een monopolistisch inkoper van diensten en producten. Sturing vindt plaats via voorwaarden in contracten. De drijfveer bij het faciliteringsmodel is de stellige overtuiging dat publieke taken en collectieve functies heel goed aan de burger(s) zelf kunnen worden overgelaten. De gemeente laat het initiatief nadrukkelijk bij de burger of collectieven van burgers. Als daaruit een initiatief komt beoordeelt de gemeente op dat moment of en hoe zij dat initiatief wil ondersteunen. Bijvoorbeeld door het bieden van een platform, ruimte, kennis, financiële middelen. Als er geen initiatief komt is het ook goed. De rol van de gemeente is die van een toevallige deelnemer aan een spontaan opkomend initiatief vanuit de samenleving. Beleidsvoornemens 2015 Algemeen De beleidsvoorstellen en vervangingsinvesteringen voor 2015 zijn richtinggevend en worden bij de programmabegroting 2015 geaccordeerd. Een gedetailleerde toelichting is te vinden in bijlage E. Ten laste van de structurele begrotingsruimte Drank- en Horecawet (DHW) Fte tbv handhaving BAG constateringen Onderhoud Registratie Grootschalige Topografie (BGT) € “ “ 15.000 30.000 8.000 Ten laste van de éénmalige ruimte Voorbereiding voordracht plaatsing Koloniën Weldadigheid op Unesco Werelderfgoederenlijst Bijdrage in Ontwikkelingsbureau Veenhuizen € “ 50.000 50.000 Ten laste van specifieke uitkeringen Onderwijsachterstandbeleid € 28.600 € “ “ “ “ “ “ 12.000 7.200 24.000 16.500 39.900 25.200 9.000 Ten laste van de (vervangings)investeringen Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) Overgang GBI 4 naar GBINext (6) Vervangingskrediet hardware Renovatie gemeentelijk gebouwen Meeliftinvesteringen wegen/rioolonderhoud Investeringen openbare verlichting Meeliftprojecten GVVP 1 € “ “ “ “ “ “ krediet 50.000 30.000 100.000 182.500 443.000 280.000 100.000 Uiteraard geldt dit niet voor alle taken op het terrein van openbare orde. Tenslotte heeft alleen de overheid het monopolie op geweld. 30 VOORJAARSNOTA 2014 Ten laste van tarieven Vervangingsinvesteringen riolering € 2.572.000 € 188.900 Meerjarenraming 2015-2018 Wij hebben besloten om de actualisatie van de meerjarenraming te koppelen aan de uitkomsten van de meicirculaire 2014. 31 VOORJAARSNOTA 2014 32 VOORJAARSNOTA 2014 Hoofdstuk 4 Nawoord Met deze voorjaarsnota hebben wij voldaan aan onze informatie plicht u op de hoogte te stellen van de voortgang over het dienstjaar 2014. Onze conclusie is dat de uitkomsten van de managementsrapportages geen aanleiding geven om voor het lopende jaar ingrijpende maatregelen te nemen. Tevens hebben wij, waar nodig, ingezet op een aantal investeringen die wij voor het jaar 2014 nog noodzakelijk achten. Met name de ICT zien wij momenteel als speerpunt van beleid. Ook voor 2015 zijn wij voornemens om een aantal investeringen in het kader van ICT aan u voor te leggen. Daarnaast hebben wij getracht u een doorkijkje te geven naar 2015 en volgende jaren. Wij merken dat wij nog steeds gehinderd worden door onvoldoende informatie vanuit het rijk. Zoals eerder toegezegd zullen wij u zo spoedig mogelijk de informatie doen toekomen over de gevolgen van de meicirculaire en met name de relatie met de decentralisaties. In die zin zal het geschetste meerjarenperspectief op basis van deze uitkomsten worden aangepast. Wij hebben voor 2015 richtinggevende uitspraken gedaan hoe de begroting 2015 sluitend kan worden gemaakt. Daarnaast hebben wij aangegeven hoe wij procesmatig met de strategische heroverwegingen om willen gaan in relatie tot de het meerjarenperspectief tot en met 2018 Alles overwegende komen wij tot de slotsom dat vanuit de huidige stabiele financiële basis er een uitdaging voor de komende tijd op ons wacht voor inwoners, maatschappelijk veld, gemeentebestuur en organisatie om deze stabiliteit te continueren en daar waar mogelijk uit te bouwen, waarbij maximaal uitvoering zal worden gegeven aan de uitgangspunten van het bestuursakkoord voor de komende jaren. Wij zien dit naast de invoering van de decentralisaties als één van onze grote uitdagingen voor de komende periode. 33 VOORJAARSNOTA 2014 34 VOORJAARSNOTA 2014 Hoofdstuk 5 Besluitvorming Wij stellen u voor: 1. In te stemmen met de mutaties uit de 1 e marap 2. 3. De volgende budgetten voor 2014 beschikbaar te stellen: Ten laste van de structurele begrotingruimte: Onderhoudskosten basisregistratie kadaster Onderhoudskosten datadistributie Digid audit Inhuur derden ten behoeve van Geo informatie Aandeel in de kosten van het projectbureau samenwerking Leek-Roden Verhoging budget subsidies maatschappelijke dienstverlening “ “ “ “ “ 2.000 25.000 15.000 15.000 50.000 14.000 Ten laste van de algemene reserve Zaakgericht werken Wegwerken achterstanden BAG Implementatie gestandaardiseerde webformulieren Electronisch publiceren en bekendmaken van regelgeving (GVOP) Aanschaf iPad’s raadsleden Opleiden medewerkers Office 2010 Opruimen munitie de Slokkert Project CPO Nieuw-Roden € “ “ “ “ “ “ “ 25.000 23.000 15.000 10.000 20.000 25.000 68.000 35.000 Ten laste van tarieven Aanvullend krediet vrachtwagen nr. 52 € 8.250 Ten late van de grondexploitaties Voorbereidingskrediet herontwikkeling Boskamp-locatie Voorbereidingskrediet Kroonvelden Voorbereidingskrediet herontwikkeling locatie Ronerborg, Roden € “ “ 20.000 15.000 20.000 Ten laste van de algemene uitkering Armoedebestrijding € 85.000 € krediet 50.000 € De volgende kredieten voor 2014 beschikbaar te stellen Ten laste van de (vervangings)investeringen Kosten koppeling Corsa stroomlijn Overgang GBI naar GBI Next (6) Oracle 11 migratie Aanschaf grasmaaimachines Aanschaf vrachtwagen nr. 53 4. € “ “ “ “ krediet 7.000 50.000 60.000 50.000 200.000 € “ “ “ “ 1.700 12.000 14.400 8.300 33.000 De beleidsvoorstellen 2015 (inclusief investeringen) voor kennisgeving aan te nemen 35 VOORJAARSNOTA 2014 36 Bijlage A Voortgang bezuinigingen begroting 2014-2017 Omschrijving 2014 2015 2016 Gymzalen Floralaan en Klimop afstoten vanwege geringe bezetting en daling aantal leerlingen 65.000 65.000 65.000 Privatiseren kantines VV Veenhuizen en Korfbalvereniging Noordenveld 24.000 24.000 24.000 Privatiseren sportvelden 86.500 86.500 86.500 Openbaar bibliotheekwerk 50.000 50.000 50.000 119.000 119.000 119.000 ICO / Muziekscholen 37 2017 Motivering indien de bezuiniging in Welke acties zijn ondernomen om de 2014(nog) niet gerealiseerd is voorgenomen bezuinigingen vanaf 2015 te realiseren 65.000 Bezuinigingen staan gepland voor Het bestuur van CBS De Rank heeft een brief 2014 ontvangen dat de gymzaal aan de Floralaan sluit na het schooljaar 2013/2014. Momenteel zijn we bezig de gebruikers van de gymzaal onder te brengen in andere accommodaties. De verwachting is dat we de gymzaal kunnen sluiten na schooljaar 2013/2014. Gymzaal Klimop is inmiddels afgestoten. 24.000 Bezuinigingen staan gepland voor We hebben conceptovereenkomsten klaar. 2014 Wanneer de beide clubbesturen akkoord zijn, kunnen we de overdracht van beide clubgebouwen formaliseren. 86.500 Het gaat in dit geval om overdragen We hebben € 57.000 bezuinigd op het onderhoud van het reguliere veldonderhoud aan van gemeentelijke sportvelden. Zie voorstel met buitensportverenigingen die velden kenmerk BW13.0836. van ons huren. Het is niet reëel een bezuiniging van € 30.000 in te boeken voor 2013, omdat we samen met de verenigingen de mogelijkheden nog aan het verkennen zijn. Bovendien hebben de verenigingen niet de noodzakelijke machines en mankracht op dit moment om structureel regulier onderhoud uit te voeren. 50.000 De totale bezuiniging van € 50.000 is Het contract met de bibliobus is opgezegd met over 2 jaar verdeeld (2014 en 2015) ingang van 2015. In alle drie de kernen gaat de bibliotheek verhuizen (in Peize is de bibliotheek als verhuisd) en daarmee ook inkrimpen. 119.000 Het ICO wil met ingang van 1 Bezuiniging is geëffectueerd in de subsidieaugustus 2014 stoppen met de lessen beschikking. Het ICO heeft bezwaar gemaakt. De en cursussen in de particuliere markt stichting wil frictiekosten als gevolg van en zich volledig richten op het reorganisatie per 1 augustus 2014 (totaal € onderwijs. Om de stichting de kans te 125.000) verhalen op gemeente. geven het cursusjaar 2013-2014 op een goede manier af te sluiten hebben wij de subsidie 2014 gehandhaafd op het niveau van 2013. Museum Kinderwereld 12.500 12.500 12.500 12.500 Stichting Mensinge 21.600 21.600 21.600 21.600 Stichting WiN Vrijwilligersbeleid / Overige kosten maatschappelijk werk 65.000 20.000 91.000 20.000 91.000 20.000 91.000 Wordt gerealiseerd 20.000 Nee, staat gepland voor 2014 Vrijwilligersbeleid / Maatschappelijke stages 12.000 12.000 12.000 12.000 Nee, staat gepland voor 2014 8.600 8.600 8.600 30.000 30.000 30.000 Leerlingenvervoer Beperking openingstijden gemeentehuis 38 8.600 30.000 Door niet meer extern in te huren bij buza en de 1e lijn gedurende de zomer-piek enerzijds en de balie ’s middags te sluiten tijdens de zomervakantie wordt dit jaar conform toezegging bezuinigd (€22.000 van de €30.000) De gemeenteraad heeft Kinderwereld de kans gegeven een toekomstplan te maken. Het subsidiebedrag 2014 is hiermee gehandhaafd op het niveau 2013. Het toekomstplan wordt binnenkort gepresenteerd aan de raad. Kinderwereld vraagt ook voor 2015 hetzelfde subsidiebedrag aan. In de jaren daarna, bij realiseren van de plannen, loopt het subsidiebedrag geleidelijk af naar 0. Er is een nieuwe uitvoeringsovereenkomst (tot en met 2017) afgesloten met de Stichting Mensingecomplex. Tot en met 2017 wordt er structureel € 27.000 bezuinigd. Vanaf 2018, als uitkoop van de vorige pachter is afgeschreven, kan er nog eens structureel € 25.000 bezuinigd worden. Wordt gerealiseerd Ja, wordt gerealiseerd in 2014; zit in de bezuiniging op WiN voor 2014 Ja, wordt gerealiseerd in 2014; zit in de bezuiniging op WiN voor 2014 Schooljaar 2014-2015 wordt de verordening gekanteld waardoor deze bezuiniging alsnog gerealiseerd zal worden In de tweede helft van 2014 vindt er een evaluatie plaats. Op bais daarvan zult u verder geïnformeerd worden. VOORJAARSNOTA 2014 Bijlage B Toelichting mutaties programmabegroting 2014 naar aanleiding van de managementrapportages Programma Burger en bestuur Omschrijving Lasten Saldo voor wijziging voorjaarsnota Baten 6.197.900 Product 657 Verkiezingen 1.160.200 20.000 Product 161 Bijzondere baten en lasten -verkoop vrachtwagen -verkoop strookjes grond -locatie vm Eskampenschool Peize 14.000 22.000 100.000 Totaal 6.217.900 1.296.200 Toelichting: Product 657 Verkiezingen Verkiezingen Europees Parlement Jaarlijks wordt een vast bedrag geraamd voor het houden van verkiezingen. Daarbij wordt voor wat betreft de raming uitgegaan van één verkiezing per jaar. In afwijkende gevallen, zoals in 2014 worden de bedragen bijgeraamd indien er sprake is van meer dan één verkiezing in dit jaar (gemeenteraad en europees parlement). Er is extra budget nodig van € 20.000 om de daggelden van de stembureauleden te betalen en de huur van de negentien stemlokalen te voldoen. Product 161 Bijzondere baten en lasten Verkoop vrachtwagen In het verslagjaar is een buiten gebruik gestelde vrachtwagen verkocht. De verkoopopbrengst van de afgeschreven vrachtwagen bedraagt € 14.000. Verkoop strookjes grond T/m april is voor € 22.000 aan opbrengsten gegeneerd. Incidentele verkoop van strookjes grond worden verantwoord onder het product bijzondere baten en lasten. Locatie vm Eskampenschool Peize Bij collegebesluit van 21 september 2010 is € 100.000 beschikbaar gesteld voor het herontwikkelen van de locatie v.m. Eskampenschool te Peize. De middelen zijn gedekt door een meevaller in eerder toegekende BDU-middelen 2007 t/m 2009. Op de middelen rust geen verplichting meer omdat het project geen doorgang vindt. Het bedrag kan dan ook vrijvallen ten gunste van 2014. 39 VOORJAARSNOTA 2014 Programma Integrale veiligheid Omschrijving Lasten Saldo voor wijziging voorjaarsnota Baten 2.128.200 21.300 2.128.200 21.300 Product Totaal Toelichting: Geen bijzonderheden 40 VOORJAARSNOTA 2014 Programma Beheer Openbare Ruimte Omschrijving Lasten Saldo voor wijziging voorjaarsnota Baten 8.244.000 439.400 8.244.000 439.400 Product Totaal Toelichting: Geen bijzonderheden 41 VOORJAARSNOTA 2014 Programma Economische ontwikkeling Omschrijving Lasten Saldo voor wijziging voorjaarsnota Baten 738.400 Product 416 Agrarische zaken/landerijen 232.100 500.000 Product 414 Rodermarkt -10.000 Product 415 Baten Rodermarkt -24.000 Totaal 728.400 708.100 Toelichting: Product 416 Landerijen Uitvoering wordt gegeven aan het Jos Dijcker rapport waarbij voor de gemeente overbodige gronden worden verkocht. De eerste transacties hebben plaats gehad. Dit levert een fors bedrag op aan incidentele baten. Daarnaast treedt hierdoor vermindering op aan structurele pachtinkomsten. In de door de raad vastgestelde programmabegroting 2013 is aangegeven dat incidentele meevallers (waaronder grondverkopen) ingezet zullen worden ter versterking van het eigen vermogen. Zie hiervoor Algemene Dekkingsmiddelen onderdeel mutatie reserves. Product 414 Rodermarkt De verzelfstandiging van de Rodermarkt heeft een aantal gevolgen. Het overdragen van de organisatie en beheer levert ondermeer een besparing op de inzet van de markmeesters en administratieve ondersteuning. Door het vertrek van de marktmeesters zijn de kosten hiervoor in de begroting 2013 en 2014 reeds gewijzigd en levert dit een voordeel op. In 2014 wordt verder uitvoering gegeven aan het overdragen van de Rodermarkt aan de Vereniging voor Volksvermaken. We sluiten niet uit dat op termijn nog meer bezuinigd kan worden op zowel personele inzet als op de post levering derden. Product 415 Baten Rodermarkt De baten (marktgelden en pachtinkomsten kermis) worden overgedragen aan een externe partij. 42 VOORJAARSNOTA 2014 Programma Onderwijs Omschrijving Lasten Saldo voor wijziging voorjaarsnota Baten 15.376.100 Product 544 Gymlokalen 12.011.700 30.000 Product 530 Bestuur en beheer basisonderwijs -inleenvergoeding WIW -vergoeding OPON in bovenschools management Totaal -14.700 -55.000 15.336.400 12.011.700 Toelichting: Product 544 Gymlokalen Vervoer gymonderwijs In de eerste managementrapportage 2013 hebben we aangegeven dat het budget voor gymvervoer onvoldoende is. Voor 2013 is het budget met € 20.000 verhoogd tot € 66.162. De noodzakelijke verhoging is € 30.000 en is nog niet structureel verwerkt in de begroting. De kosten vallen hoger uit doordat er meer beroep wordt gedaan op gymnastiekvervoer. Product 530 Bestuur en beheer openbaar basisonderwijs Inleenvergoeding WIW Deze kosten (€ 14.700) worden door de bovenschoolse directie OPON betaald. Vergoeding OPON in kosten bovenschools management In het kader van de bezuinigingen zijn de gemeentelijke bijdragen in de loonkosten (€ 55.000) komen te vervallen. In de begroting 2014 is hier geen rekening mee gehouden. 43 VOORJAARSNOTA 2014 Programma Sport Omschrijving Lasten Saldo voor wijziging voorjaarsnota Baten 2.854.900 733.400 2.854.900 733.400 Product Totaal Toelichting: Geen bijzonderheden 44 VOORJAARSNOTA 2014 Programma Cultuur Omschrijving Lasten Saldo voor wijziging voorjaarsnota Baten 1.729.000 38.600 1.729.000 38.600 Product Totaal Toelichting: Geen bijzonderheden 45 VOORJAARSNOTA 2014 Programma Recreatie en toerisme Omschrijving Lasten Saldo voor wijziging voorjaarsnota Baten 405.700 6.100 405.700 6.100 Product Totaal Toelichting: Geen bijzonderheden 46 VOORJAARSNOTA 2014 Programma Werk & Inkomen Omschrijving Lasten Saldo voor wijziging voorjaarsnota Baten 14.156.100 Product 525 Sociale werkvoorziening 11.010.900 40.000 Totaal 14.196.100 11.010.900 Toelichting: Product 525 Sociale werkvoorziening Exploitatiebijdrage Novatec Onlangs is bekend geworden dat de bijdrage per SE (sociale equivalent) naar aanleiding van het voorlopige rekeningresultaat 2013 Novatec hoger uitvalt. De jaarstukken zijn nog niet in ons bezit, waardoor een analyse nog niet gegeven kan worden. 47 VOORJAARSNOTA 2014 Programma Zorg en Welzijn Omschrijving Lasten Saldo voor wijziging voorjaarsnota Baten 10.517.000 Product 527 Jeugdgezondheidszorg, uniform deel Product 524 Basisgezondheidszorg 2.140.500 -65.000 15.000 Product 593 WMO -collectief vervoer -rolstoelen en overige voorzieningen -hulp bij huishouden -persoonsgebonden budget -20.000 -50.000 104.000 -104.000 Product 384 Vreemdelingen Product 516 Overige multifunctionele accommodaties -gebouw de Essen -vm Boskampmavo Totaal 30.000 19.000 13.500 -36.500 -25.000 10.404.000 2.134.500 Toelichting: Product 527 Jeugdgezondheidszorg, uniform deel Bijdrage GGD Als gevolg van de bezuinigingen die vanaf 2013 zijn doorgevoerd door de GGD voor de JGZ 4-19 jaar kan de gemeentelijke begroting met € 65.000 naar beneden worden bijgesteld. Product 524 Basisgezondheidszorg Bijdrage GGD De GGD voert binnen de gemeenschappelijke regeling het basistakenpakket uit volgens de Wet publieke gezondheidszorg. De inwonersbijdrage wordt jaarlijks vastgesteld voor de twaalf gemeenten. De vastgestelde bijdrage is € 15.000 structureel hoger dan het gehanteerde budget binnen Noordenveld. Product 593 Wet maatschappelijke ondersteuning Collectief vervoer De bezuiniging op het collectief vervoer is nu volledig afgerond waardoor het eindresultaat bekend is. Dientengevolge kan de raming voor het collectief vervoer met € 20.000 naar beneden bij worden gesteld. Rolstoelen en overige voorzieningen Het heffen van een eigen bijdrage op scootmobielen en het verstrekken van minder voorzieningen in deze categorie maken dat de raming met € 50.000 naar beneden kan worden bijgesteld. Hulp bij huishouden/Persoonsgebonden budget Er wordt meer geld (€ 104.000) uitgegeven aan hulp bij het huishouden in natura en dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de indexatie op de tarieven. Op de post Persoonsgebonden 48 VOORJAARSNOTA 2014 Budget wordt minder uitgegeven (€ 104.000). Door deze verschuiving van meerkosten bij Huishoudelijk Hulp en minder kosten bij PGB is een budget neutrale wijziging mogelijk. Product 384 Vreemdelingen Opvang vluchtelingen Om de wettelijk verplichte taak huisvesting en integratie van statushouders goed te laten verlopen is het noodzakelijk de ramingen bij te stellen. De afgelopen jaren zijn de kosten aanvullend uit incidentele Wmo-budgetten en ISD-budgetten gefinancierd. Deze budgetten zijn weggevallen waardoor de kosten nu structureel in de begroting moeten worden opgenomen. De kosten van opvang bedragen € 30.000. Hiertegenover staat een structurele baat van COA van € 19.000. Product 516 Overige multifunctionele accommodaties Gebouw de Essen In de periode gedurende de eigendomsoverdracht heeft de gemeente garant gestaan voor de energiekosten. Deze eenmalige kosten bedragen € 13.500. Vm Boskampmavo In de raadsvergadering van 18 september 2013 is een sloopkrediet voor de vm Boskampmavo en de bibliotheek beschikbaar gesteld. Eind 2013 is het eerste gebouw gesloopt. In de begroting 2014 kunnen derhalve diverse uitgaven- (€ 36.500) en inkomstenbudgetten (€ 25.000) worden afgeraamd. Het structurele begrotingsvoordeel bedraagt € 11.500. 49 VOORJAARSNOTA 2014 Programma Milieu Omschrijving Lasten Saldo voor wijziging voorjaarsnota Baten 7.354.900 Product 762 Afvalverwijdering -papierwagen 07 -inzamelvoertuigen -mutatie voorziening afvalverwijdering 7.155.000 20.000 24.000 44.000 Totaal 7.398.900 7.199.000 Toelichting: Product 762 Afvalverwijdering Papierwagen 07 Het budget dient omhoog te worden bijgesteld naar € 35.000. In 2013 is er voor € 31.000 aan gerepareerd. Voor 2014 worden de reparatiekosten naar verwachting met € 20.000 overschreden. Er is een krediet in 2012 voor een papierauto is beschikbaar, maar zal worden ingezet zodra meer duidelijkheid komt over het afvalstoffenbeleid. Inzamelvoertuigen Packer’s De afvalinzamelauto’s hebben alle drie een servicecontract. Daarin zijn de onderhoudskosten opgenomen, behalve de kosten voor schade, banden en vervangend materieel. Het budget voor reparaties dient te worden opgeplust met € 8.000 extra per auto (in totaal € 24.000). Mutatie voorziening afvalverwijdering Mutaties in de afvalbegroting worden verrekend met de voorziening afvalverwijdering. 50 VOORJAARSNOTA 2014 Programma Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Omschrijving Lasten Saldo voor wijziging voorjaarsnota Baten 4.408.400 Product 733 Gemeentewoningen en overige gebouwen -vm CBS de Haven -vm Mr de Vriesschool 716.600 2.500 17.000 Product 491 Leges gebruiksvergunningen -200.000 Product 490 Omgevingsvergunningen -20.000 Product 474 Bijzondere procedures 10.000 Totaal 4.407.900 526.600 Toelichting: Product 733 Gemeentewoningen en overige gebouwen Vm CBS de Haven De voormalige cbs de Haven is vorig jaar op naam van de gemeente gekomen. Voor energiekosten is € 6.000 geraamd. Dit bedrag moet verhoogd worden met € 2.500 naar € 8.500. Dit gezien het historisch verbruik en omdat het gebouw weer in gebruik genomen wordt dit jaar. Vm Mr de Vriesschool Er is nu een bedrag geraamd van € 3.000 voor dit gebouw. Toen het gebouw nog als school in gebruik was bedroegen de energiekosten ca € 25.000 per jaar. Gezien het huidige gebruik zal het verbruik lager zijn maar dezelfde installatie bevindt zich nog in het gebouw. Ook blijven de vaste netwerkkosten gelijk ongeacht het verbruik. Van de gymzaal naast de school zijn wel alle nutsvoorzieningen afgesloten, daar worden geen kosten meer voor gemaakt. Het in de begroting opgenomen bedrag moet worden verhoogd met € 17.000 naar € 20.000. Product 491 Leges omgevingsvergunningen Een structurele verlaging met € 200.000 van de leges omgevingsvergunningen als gevolg van afname bouwactiviteiten door het veranderde economisch tij is nog niet doorgevoerd in de begroting 2014 e.v. Product 490 Omgevingsvergunningen Kosten welstandstoezicht Na aansluiting bij Libau*) blijken de kosten van welstandsadvisering door hen € 20.000 structureel lager te liggen dan voorheen bij het Drents Plateau. Product 474 Bijzondere procedures Door het afronden van enkele postzegelplannen vindt er een meeropbrengst plaats van € 10.000. *) Libau is een onafhankelijke advies organis atie voor ruimtelijke kwaliteit. Zij adviseert de Groninger en Drentse gemeenten vanuit een integrale benadering van stedenbouw, landschap, welstand, cultuurhistorie en archeologie. De stichting Libau heeft de bevordering en instandhouding van de bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen en Drenthe als doelstelling. 51 VOORJAARSNOTA 2014 Algemene dekkingsmiddelen, onvoorzien en mutaties reserves Omschrijving Lasten Baten Lokale heffingen Saldo voor wijziging voorjaarsnota 5.724.500 Algemene uitkering Saldo voor wijziging voorjaarsnota Bijstelling ogv septembercirculaire 2013 Dividend Saldo voor wijziging voorjaarsnota Saldo financieringsfunctie Saldo voor wijziging voorjaarsnota Rente WSNS-gelden 0 29.455.000 -557.000 28.898.000 2.800 185.200 684.300 Saldo kostenplaatsen Saldo voor wijziging voorjaarsnota Kostenplaats administratie en algemeen beheer: -schrijf- en bureaubehoeften -briefpapier e.d. -vervanging/onderhoud inventaris -koffie- en theevoorziening Kostenplaats vrachtwagens Onvoorzien Saldo voor wijziging voorjaarsnota 20.000 20.000 684.300 942.400 15.600 -10.000 -10.000 10.000 10.000 15.000 957.400 15.600 85.000 Mutatie reserves Saldo voor wijziging voorjaarsnota Algemene reserve: -onttrekking -toevoeging 1.642.000 5.211.200 -557.000 500.000 1.585.000 5.211.200 Toelichting: Algemene uitkering Doorwerking septembercirculaire 2013 In de brief van 18 oktober 2013 bent u op de hoogte gesteld van de gevolgen van de septembercirculaire 2013 voor het begrotingsjaar 2014. Omdat de circulaire verschijnt na het tijdstip waarop de begroting wordt samengesteld (gebaseerd op gegevens uit de meicirculaire 2013) worden eventuele effecten nog verwerkt in de begroting 2014 bij de voorjaarsnota 2014. Het accres 2014 valt € 300 miljoen lager uit dan in de meicirculaire 2013 is aangekondigd. Het effect, doorgerekend voor Noordenveld, komt uit op € 557.000 (negatief). Ondanks dat de macrokorting is meegevallen is het tekort voor Noordenveld wat hoger uitgevallen. Dit heeft onder meer te maken met een verschil in de verdeelmaatstaven tussen gemeenten. 52 VOORJAARSNOTA 2014 Zoals in de begroting 2014 al is aangegeven is het accres voor 2014 als gevolg van pieken in infra-structurele projecten van het rijk (die middels de normerings/trap-op-trap-af systematiek doorwerken in het gemeentefonds) erg hoog. Bij de meicirculaire bedroeg het nominaal accres 5,95%. Ter vergelijking: voor 2015 en verdere jaren schommelt het accres rond het nulpunt. Bij de begroting 2014 is dan besloten het grote surplus voor een groot deel (€ 1.000.000) te storten in de algemene reserve. De bijstelling in de septembercirculaire met € 557.000 negatief wordt hierop gekorrigeerd. Saldo financieringsfunctie Rente WSNS-gelden Vanwege invoering van passend onderwijs beëindigen we het samenwerkingsverband Noordenveld-Leek WSNS (Weer Samen Naar School) in augustus 2014. Hierdoor moeten we een bij ons belegde reserve afrekenen. Voor 1 augustus 2014 zal het negatieve banksaldo aangevuld moeten worden vanuit de reserve. Het dan nog resterende bedrag moet uitbetaald worden aan de beide participerende schoolbesturen OPON en Westerwijs in verhouding tot leerlingenaantallen. Dus moet er bij 2014 alsnog de rente over 2010 t/m 2014 toegevoegd worden. € 14.561 over de periode 2010 t/m 2012 (3%),over 2013 € 2.917 (1,7%) en over 2014 € 1.945, in totaal derhalve (afgerond) € 20.000. De reserve WSNS bedraagt, na de rentebijschrijving medio 2014 € 176.400. Kostenplaats administratie en algemeen beheer Schijf- en bureaubehoeften De kosten voor schrijf- en bureaubehoeften nemen door verdere digitalisering en verwacht aanbestedingsvoordeel af. In 2013 werd op deze begrotingspost € 10.000 minder uitgegeven. Briefpapier ed Door verdere digitalisering werd deze post in 2013 met € 10.000 onderschreden. De verwachting is dat deze trend doorzet. Wel wordt de papierprijs verhoogd doordat de grondstofprijzen mondiaal stijgen. Vervanging/onderhoud inventaris Dit budget wordt ingezet voor de incidentele vervanging van inventaris. Er is nu sprake van een aantal ontwikkelingen waardoor er meer kosten (€ 10.000) ten laste van dit budget worden gemaakt: o Werkplekken worden steeds flexibeler ingezet. Hierdoor is er meer vraag naar elektrisch verstelbare bureaus ter vervanging van de reguliere bureaus. In het budget is hiermee geen rekening gehouden. o Met de nieuwbouw van het gemeentehuis zijn er vaatwassers en koelkasten in de koffiecorners geplaatst. De levensduur van deze apparatuur bedraagt gemiddeld 6 tot 7 jaar. De verwachting is dat er extra kosten voor de vervanging van deze apparatuur gemaakt moeten worden. Koffie- en theevoorziening De veranderingen in de samenleving, het meer betrekken van inwoners bij het maken van beleid, en de economische crisis, activiteiten meer in het gemeentehuis organiseren en meer wensen van de interne vraag zorgen voor een overschrijding van dit budget met € 10.000. 53 VOORJAARSNOTA 2014 Kostenplaats traktie Op de vrachtwagen nr 53 moet de begrotingspost ten behoeve van smeermiddelen/reparatie te worden opgeplust met € 15.000. Het voertuig heeft geen onderhoudscontract en is afgeschreven. Bij de beleidsvoorstellen 2014 wordt de gemeenteraad gevraagd een krediet voor de vervanging van de auto beschikbaar te stellen. Mutatie reserves Onttrekking algemene reserve Het nadeel in de algemene uitkering ad € 557.000 op basis van de septembercirculaire 2013 wordt onttrokken aan de algemene reserve. Toevoeging algemene reserve De verkoopopbrengst van de gronden van € 500.000 (zie programma Economische ontwikkeling) wordt toegevoegd aan de algemene reserve. 54 VOORJAARSNOTA 2014 Bijlage C Toelichting op de voortgang van de BOR BOR De BOR is een samenhangend geheel van budgetten met betrekking tot wegen, water en groen ondersteund door een beeldkwaliteitsplan. Bij afwijkingen in de uitvoering van budgetten mogen verschillen onderling worden verrekend. Het is, gelet op het budgetrecht van de raad, niet toegestaan om middels een administratieve (budgettair neutrale) wijziging budgetten “recht te trekken’. Bij de tussentijdse rapportages en/of jaarrekening kan verantwoording worden afgelegd over de afwijkingen. De eerste schouwronde heeft plaatsgevonden in mei. Het achterstallig onderhoud blijft toenemen als niet als op “basis” wordt onderhouden. Dat is nu het geval (scenario alles laag), vooral bij de wegen. Op dit moment vindt er geen volledige uitnutting plaats van de budgetten door onvoldoende ontschotting. Conform de systematiek stellen wij daarom een herschikking voor van de middelen. Het betreft hier geen (verwachte) afwijking; het netto resultaat voor alle BOR posten blijft nul. Omschrijving Elementen wegen Verschuiving Toelichting 146.850 verhogen Vanwege de grote hoeveelheid achterstallig onderhoud bij wegen vindt verschuiving plaats door herverdeling van de onderschrijdingen op de andere posten. Dit leidt tot een toename van dit budget. Openbare verlichting 30.000 verlagen Als gevolg van de gunstige aanbesteding door de gezamenlijke EGD gemeenten kan de begrotingspost naar beneden worden bijgesteld. Parken en plantsoenen 70.000 verlagen Uit ervaring blijkt dat er minder uitgaven voor deze post worden gedaan dan geraamd. De stortkosten vallen lager uit, omdat ze zijn geraamd met verouderde (hoge) eenheidsprijzen. De post kan daarom naar beneden worden bijgesteld. Groenonderhoud bermen en sloten 31.500 en 30.000 verlagen Gevolg van zelf doen Te hoog geraamd Begraafplaats Roden 1.000 verhogen Uit ervaring blijkt dat de raming voor deze post structureel te laag is. Dat kan met deze herverdeling van onderschrijdingen worden opgelost. Begraafplaats Nieuw Roden 3.000 verhogen Uit ervaring blijkt dat de raming voor deze post structureel te laag is. Dat kan met deze herverdeling van onderschrijdingen worden opgelost. Begraafplaats Roderwolde 250 verhogen Uit ervaring blijkt dat de raming voor deze post structureel te laag is. Dat kan met deze herverdeling van onderschrijdingen worden opgelost. Begraafplaats Norg 400 verhogen Uit ervaring blijkt dat de raming voor deze post structureel te laag is. Dat kan met deze herverdeling van onderschrijdingen worden opgelost. Overige taken en beleidsadvisering begraafplaatsen 10.000 verhogen Kosten in verband begraafplaatsen (eenmalig in 2014) 55 met legesonderzoek tarieven VOORJAARSNOTA 2014 Omschrijving saldo Onverharde wegen Civieltechnisch bermonderhoud saldo Verschuiving Toelichting 0 20.000 verhogen 20.000 verlagen Uit de praktijk blijkt dat er structureel meer geld wordt uitgegeven c.q. nodig is aan het onderhoud van de zandwegen. Bij civieltechnische bermonderhoud blijkt dat er juist minder geld nodig is voor regulier onderhoud. Daarom is een deel van dit budget verschoven. Zie hierboven. 0 Bomen 47.000 verhogen Deze post omvat het daadwerkelijk onderhoud aan de bomen door derden. Bomen 27.000 verlagen Uit ervaring blijkt dat er voor deze post (levering derden buitendienst-inhuur hoogwerker) minder geld nodig is, dan in eerste instantie is aangenomen Bomen 20.000 verlagen Uit ervaring blijkt dat er voor deze post (VTA controle bomen) minder geld nodig is. Saldo Speelwerktuigen / speeltuinen 0 840 verhogen Het budget voor de trapveldjes is erg versnipperd, terwijl een trapveldje ook als speelplek kan worden aangemerkt. Voorgesteld wordt om deze budgetten daarom te concentreren onder de fcl / ecl voor Speelwerktuigen / speeltuinen Trapveldjes 630 verlagen Onderhoud trapveldje Lieveren kan vervallen en worden ondergebracht de post voor speelwerktuigen/ speeltuinen Trapveldjes 120 verlagen Huur trapveldje Lieveren kan vervallen en worden ondergebracht de post speelwerktuigen/ peeltuinen Trapveldjes 90 verlagen Huur trapveldjes Veenhuizen kan vervallen en worden ondergebracht bij de post speelwerktuigen/speeltuinen Saldo 0 Straatreiniging 8.000 verhogen De verwachting is dat de kosten voor het inhuren van een aannemer om deze werkzaamheden uit te voeren zullen toenemen. We stellen daarom voor om de onderschrijding op de stortkosten (zie onder) naar hier te verplaatsen. Straatreiniging 8.000 verlagen Het geraamde bedrag voor de stortkosten is gebaseerd op verouderde tarieven. Het bedrag kan daarom naar beneden worden bijgesteld Saldo 0 56 VOORJAARSNOTA 2014 Wegen Op basis van de ervaringen uit 2013 is een eerste planning gemaakt voor de werkzaamheden 2014. Het eerste grote deel (De Westerd Peize) is aanbesteed, evenals een aantal kleinere opdrachten. De cijfers van de weginspectie 2014 zijn op korte termijn beschikbaar om te worden verwerkt. Mede daaruit blijkt dat voor een aantal wegen een hogere urgentie is ontstaan dan in eerste instantie werd verwacht. Op dit moment wordt daarom een verdeling gemaakt welke opdrachten op korte termijn in de markt gezet moeten worden. Daarbij wordt gekeken naar mogelijke combinaties tussen gelijksoortige (al aanbestede c.q. voorbereide) werken en de mogelijkheden in het aanbestedingsbeleid. Waarschijnlijk zal er nog een onderdeel meervoudig onderhands worden aanbesteed en een aantal kleinere onderdelen 1 op 1. De factor tijd speelt hier ook een belangrijke rol in, omdat een aantal onderdelen in verband met de weersomstandigheden eigenlijk al voor 15 juli moeten worden uitgevoerd. Openbare verlichting Met de aanbesteding van het Renovatiebestek (€ 184.000) is de jaarschijf van 2013 volledig verplicht. Voor de jaarschijf van 2014 wordt binnenkort de voorbereiding van een bestek opgestart, zodat de 2 e helft van het jaar ook met de uitvoering kan worden gestart. 57 VOORJAARSNOTA 2014 58 VOORJAARSNOTA 2014 Bijlage D Toelichting op de beleidsvoornemens 2014 Ten laste van structurele begrotingsruimte Onderhoudskosten Basisregistratie Kadaster De onderhoudskosten van het softwarepakket bedragen € 2.000. Oorspronkelijk is een krediet aangevraagd van € 10.000. Deze bracht onderhoudskosten met zich mee. Gelet op het geringe bedrag wordt normaliter het aangevraagde bedrag niet opgenomen in een tussentijdse rapportage. In verband met het belang om een volledig inzicht te geven in de kosten van ICT hebben wij besloten van dit uitgangspunt af te wijken. Onderhoudskosten datadistributie De gemeente kent een aantal basisregistraties: GBA voor personen, BAG voor gebouwen en de BGT voor het overige. Verder zal de gemeente, in de toekomst, aansluiten op landelijke voorzieningen (bijvoorbeeld de Kamer van Koophandel). Bovenstaande gegevens zullen ook in andere applicatie beschikbaar moeten zijn, zoals een BSN-nummer of een huisadres. Dat deze informatie ook daar terecht komt waar het zou moeten, wordt geregeld door datadistributie. Datadistributie heeft een centrale en cruciale rol in deze. Een belangrijke speler hierin vormen de decentralisaties en het i-NUP programma. Voor beide geldt dat ze zonder een vorm van datadistributie niet gaan functioneren. Aanschaf, installatie en configuratie zijn financieel gedekt. De bestaande begrotingspost moet met € 25.000 nog worden opgehoogd om te voldoen aan de wettelijke verplichtingen. Digid audit De Digid audit wordt ieder jaar gehouden. De beveiliging van dit onderdeel van de website is ook van groot belang, omdat het hier gaat over gegevens van onze burgers. Naast deze reden is het ook een wettelijke verplichting die ieder jaar terug keert. De Security Officer gaat in samenwerking met Noordenveld en een extern bureau het traject van de audit Digid doorlopen. De kosten € 15.000 zijn gebaseerd op onderzoek en reparatie en zijn gebaseerd op informatie die ons is verstrekt vanuit de rijksoverheid. Inhuur derden t.b.v. Geo informatie Jaarlijks wordt er een overzichtelijk en goed te verklaren bedrag uitgegeven aan “Inhuur derden” door Geo informatie. Deze jaarlijks terugkerende post is echter niet opgenomen in de begroting van I&A. Via deze voorjaarnota zal dit alsnog worden aangevraagd. De structurele lasten bedragen € 15.000 Aandeel in de kosten van het projectbureau Samenwerking Leek-Roden Op 2 juli 2010 hebben de provincies Drenthe en Groningen, de gemeenten Leek en Noordenveld en de Dienst Landelijk Gebied een Samenwerkingsovereenkomst Intergemeentelijke Structuurvisie Leek-Roden getekend. Op basis van deze overeenkomst leveren de gemeenten ambtelijke capaciteit voor het projectbureau. De gemeente Leek levert een secretaris-projectleider, de gemeente Noordenveld levert een projectsecretaris. Volgens afspraak worden de loonkosten tussen beide gemeenten gedeeld. De raming van € 50.000 betreft de netto-kosten voor de gemeente Noordenveld. Verhoging budget subsidies maatschappelijke dienstverlening In uw vergadering van 11 november 2013 heeft u een besluit genomen over de hoogte van een aantal subsidiebudgetten op het terrein van Welzijn, Onderwijs en Sport. Om uitvoering te geven aan de Wmo is budget nodig. In de begroting 2014 staat voor Wmo geen € 85.000, maar € 59 VOORJAARSNOTA 2014 71.000. Dit laatste bedrag is ontstaan door een bezuiniging die reeds gerealiseerd was in 2011 nogmaals in te boeken. Dit wordt rechtgezet bij de voorjaarsnota. Dekking ten laste van algemene reserve Zaakgericht werken Met de komst van het GCC (Gemeentelijk Contact Centrum) is een zaaksysteem een absolute randvoorwaarde. Een goede implementatie van het zaaksysteem ondersteunt de medewerkers bij het uitvoeren van de processen. Gezien het grote aantal eindproducten dat door een gemeente wordt uitgevoerd is het soms niet duidelijk voor, bijv een telefoniste, wie wat doet. Het zaaksysteem automatiseert deze keuze voor grote delen, waardoor vragen van burgers direct op die plek terecht komen waar ze horen. Ten behoeve van het afronden van het project zaakgericht werken (afstemming en implementatie van het project) is nog eenmalig € 25.000 benodigd. Wegwerken achterstanden BAG Bij de BAG audit is gebleken dat de gemeente niet voldoet aan de verplichtingen om de geconstateerde panden en verblijfsobjecten en de constateringen gewijzigd gebruik, binnen een half jaar te controleren. Daarmee is de gemeente dus niet geslaagd voor de BAGinspectie en volgt er een herinspectie. Kort gezegd houdt dit in dat Noordenveld een half jaar de tijd heeft om de zaken alsnog op orde te krijgen. Het half jaar daarna moet Noordenveld voldoende presteren om de herinspectie te halen. Het niet halen van de herinspectie lijkt geen optie. Dit zal inhouden dat de rijksoverheid zelf de achterstanden gaat wegwerken, en zal hoge kosten in rekening brengen. Tijdens de audit is aangegeven dat de kosten minimaal het dubbele zullen zijn dan het bedrag genoemd in dit voorstel. De eenmalige kosten bedragen € 67.000 en zullen in 2014 worden uitgegeven. € 44.000 wordt gefinancierd uit het budget “herbezetting 65+” zodat nog € 23.000 is benodigd. Zie ook onder het kopje vervangingsinvesteringen (koppeling Corsa Stroomlijn € 7.000) en nieuw beleid 2015 (fte tbv handhaving BAG constateringen € 30.000) Implementatie gestandaardiseerde webformulieren Gestandaardiseerde webformulieren worden geïntegreerd in de website van de gemeente. Deze voor ingevulde formulieren maken het aanvragen van producten door burgers eenvoudig. Wij verwachten een tijdsbesparing te realiseren die wij gaan inzetten voor de werkzaamheden die voortvloeien uit de decentralisaties. Door de standaard formulieren te gebruiken voldoet Noordenveld, voor een gedeelte, ook weer aan de eisen die worden gesteld aan de toegankelijkheid van websites. Met de implementatie van de webformulieren wordt de website van Noordenveld meer toegankelijk voor de burgers. Geraamde éénmalige kosten zijn € 15.000. Elektronisch publiceren en bekendmaken van regelgeving (GVOP) GVOP is een afkorting voor Gemeenschappelijke Voorziening Officiële Publicaties. Met de GVOP kunnen gemeenten, provincies en waterschappen hun regelgeving bekendmaken in een eigen elektronisch blad. Vanaf 1 januari 2014 is deze vorm van bekendmaken wettelijk verplicht voor algemeen verbindende voorschriften. De Wet elektronische bekendmaking regelt de verplichtingen rondom het elektronisch publiceren en bekendmaken van regelgeving. Algemeen verbindende voorschriften moeten vanaf 1 januari 2014 in een elektronisch blad bekendgemaakt worden. Deze datum is door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vastgesteld en afgestemd met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg en de Unie van 60 VOORJAARSNOTA 2014 Waterschappen. Het elektronisch publiceren moet voldoen aan strenge eisen, bijvoorbeeld ten aanzien van de publicatievorm, de beveiligingsstandaarden en het extern opslaan van kopieën. De geraamde éénmalige kosten zijn € 10.000. Aanschaf iPad’s nieuwe raadsleden In 2012 is de raad over gegaan tot papierloos vergaderen. De iPad’s, die hiervoor worden gebruikt, hebben een financiële afschrijvingstermijn van 3 jaar. Er is voor gekozen om de iPad’s pas na 4 jaar gebruik te vervangen. Doordat in 2012 is gestart met de iPad’s lopen de afschrijvingstermijn (financieel & gebruik) niet gelijk met de termijn van de raad. Daarom is het voorstel om dit jaar de iPad’s van de nieuwe raadsleden aan te schaffen en in 2018, bij de volgende verkiezingen alle iPad’s te vervangen. Daarnaast is het aantal plaatsvervangende raadsleden die beschikking hebben over iPad’s toegenomen. De aanschaf kost eenmalig € 20.000. Opleiden medewerkers Office 2010 Gemeente Noordenveld maakt gebruik van Office 2003. Zoals het jaartal al aangeeft is dit product sterk verouderd. Vanuit de organisatie ontstaan ook de eerste klachten van het niet kunnen lezen van Excel en Word documenten die in een nieuwere versie zijn opgesteld. Daarnaast ondersteunt Microsoft vanaf 8 april 2014 Office 2003 niet meer. Reden voor Noordenveld om in het tweede kwartaal van 2014 over te stappen op Office 2010. De overgang van Office 2003 naar 2010 is vrij groot te noemen. De manier waarop het werkt en wijze waarop het ingericht is, is afwijkend van 2003. Een begeleiding in deze migratie zien wij als noodzakelijk. Om de kosten zo laag mogelijk te houden passen wij per doelgroep (gebruiker) differentiatie toe. De opleidingskosten bedragen € 25.000 Opruimen munitie de Slokkert Bij de uitvoering van haar werkzaamheden in de Slokkert is de LC Roden/Norg op munitie uit WO II gestuit. Dit komt nog steeds veelvuldig voor in den lande met name wanneer in een wat groter gebied werkzaamheden worden uitgevoerd. Veelal is bij het ramen van kosten dit aspect niet meegenomen simpel vanwege de onbekendheid van de aanwezigheid van deze munitie. Vervolgens wordt men wel geconfronteerd met een hoeveelheid kosten om te kunnen onderzoeken waar het om gaat en wat vervolgens de meest aangewezen weg is om een en ander op te ruimen. Deze kosten zijn voor de uitvoerder van het werk. De feitelijke kosten van de opruiming zijn vervolgens voor de gemeente. Wat nu precies onder voorbereidingskosten valt en wat onder opruimkosten betreft een in de praktijk redelijk grijs gebied. Ook in dit geval deed zich dit voor en bleek een punt van aanhoudende (financiële) zorg hetgeen na overleg er toe heeft geleid dat wij hebben besloten om de totale kosten van voorbereiding en opruiming tussen de LC Roden/Norg ęn de gemeente Noordenveld te delen op basis van 50/50. Volgens de kostenopzet heeft een en ander een totaal bedrag gevraagd van € 222.000 De gemeente staat conform besluit derhalve voor een bedrag van € 110.000. Van dit bedrag is al een deel gedekt uit een voorbereidingskrediet groot € 42.000. Aldus resteert nog een aanvullend bedrag van € 68.000 te vergoeden aan de LC Roden/Norg. Via de algemene uitkering ontvangt de gemeente voor dit soort onkosten een vergoeding. In het verleden ontving de gemeente via een specifieke uitkering in de kosten van munitieopruiming (Peest) waarvan de vergoeding op kon lopen tot 90%. Sedert enige jaren worden gemeenten die in het verleden een aanspraak deden op de oude regeling gecompenseerd via de algemene uitkering (gekoppeld aan de maatstaf nieuwbouwwoningen). De algemene uitkering is een 61 VOORJAARSNOTA 2014 algemeen dekkingsmiddel. De gelden zijn niet geoormerkt. De vergoedingen over de begrotingsjaren 2012 t/m 2014 zijn verwerkt in de begroting. Project CPO Nieuw-Roden Om tot een goede en duurzame uitbreiding van Nieuw-Roden te kunnen komen, is een stedenbouwkundige visie op deze uitbreiding noodzakelijk. Om een nieuw bestemmingsplan voor het plangebied vast te stellen, zijn verschillende onderzoeken noodzakelijk (water, flora&fauna, archeologie, etc). Het voorbereidingskrediet wordt geraamd op € 35.000 Resumé Wij stellen u voor bovenstaande eenmalige uitgaven die noodzakelijk zijn voor de continuering van de bedrijfsvoering te onttrekken aan de algemene reserve in verband met een negatief begrotingssaldo. De stand van de algemene reserve bedraagt momenteel € 4.802.000. Dit bedrag is exclusief de storting van het begrotingssaldo 2014 ad € 1.000.000 (welke vooral is ontstaan door een hoge incidentele plus in de algemene uitkering 2014). Dit is mede ingegeven door de onzekerheid van de ontwikkeling van het gemeentefonds – zie ook de negatieve bijstelling van de algemene uitkering 2014 op grond van de septembercirculaire 2013. Aan de algemene reserve wordt toegevoegd € 500.000 wegens grondverkopen (zie 1e marap). Na aftrek van de bovenvermelde voorstellen (in totaal € 221.000) bedraagt de algemene reserve € 5.081.000. Dekking ten laste van de post (vervangings-)investeringen Koppeling Corsa Stroomlijn Deze investering is een onderdeel van de geconstateerde tekortkomingen bij de BAG Audit (zie eenmalig 2014). Naast het aantrekken van extra capaciteit kan er ook een efficiencyslag gemaakt worden door het bouwen van een koppeling in Stroomlijn voor het opstarten van een case in Corsa. De controles komen dan in de werkvoorraad van de toezichthouders en kunnen via een standaard proces efficiënter worden afgehandeld. De kosten voor de aanschaf deze koppeling is € 7.000. De kapitaallasten zijn € 1.700. Overgang GBI 4 naar GBINext (6) Het beleid rondom het beheer van de Openbare ruimte is onder andere gericht op het tegen zo laag mogelijke (maatschappelijke) kosten realiseren, beheren en onderhouden van de openbare ruimte. Wij maken voor het uitvoeren van dat beleid gebruik van een gemeentelijke beheer en informatiesysteem (GBI). Het huidig systeem is door verschillende ontwikkelingen (o.a. invoeren basisregistraties) verouderd en aan vervanging toe. Met de aanschaf van een nieuwe versie van het beheer en informatiesysteem kan het taakveld in de toekomst haar taken blijven uitvoeren en monitoren. In het kader van de komst van de Basisregistratie Grootschalige Topografie en andere ontwikkelingen in de ICT is door de leverancier van het huidige systeem een nieuwe versie ontwikkeld. De huidige versie zal slechts nog een aantal jaren worden ondersteund. Om te voldoen aan alle eisen en aan te sluiten bij architectuur van de basisregistraties is niet alleen de installatie van nieuwe software nodig, maar ook omzetting van de administratieve gegevens naar een nieuwe indeling. De huidige software wordt dus vervangen en de 62 VOORJAARSNOTA 2014 administratieve gegevens worden door middel van routines (procestappen van omzetting en controles) geschikt gemaakt voor toekomstig gebruik. De totale investering bedraagt € 50.000. In 2015 wordt voorgesteld € 30.000 te investeren. De kapitaallast 2014 is € 12.000. Oracle 11 migratie De huidige Oracle omgeving is gebaseerd op versie 10. Op de Oracle omgeving draait een groot deel van de databases van Noordenveld, zoals: Liber, Corsa, Key2Financien, BAG, etc. Leveranciers van deze pakketten gebruiken de nieuwe functionaliteiten binnen Oracle om hun eigen producten te ontwikkelen. Daarmee is er dus een noodzaak om regelmatig te updaten naar een nieuwe versie van Oracle, in dit geval Oracle 11. De geraamde investering bedraagt € 60.000 (kapitaallast € 14.400) Aanschaf grasmaaimachine Met de investering in een nieuwe grasmaaimachine wordt een oude afgeschreven machine uit de Novatec inboedel vervangen. Deze oude machine staat voor hoge reparatie- en onderhoudskosten. De nieuwe machine zal meer productieve uren kunnen draaien, aangezien er minder uitval als gevolg van storingen en reparaties valt te verwachten. De kosten van aanschaf bedragen € 50.000 (kapitaallast € 8.300) Aanschaf vrachtwagen nr 53 De huidige auto is van 2005 en economisch afgeschreven. De onderhoudskosten lopen nu op en geven een signaal dat ook technisch de auto aan het einde van zijn levensduur komt. Dit is dan ook het moment om de auto te gaan vervangen. Het gaat om een vrachtwagen met een afzetsysteem waarbij ook containers die verticaal zijn afgezet, kunnen worden opgepakt. Er zal ook een onderhoudscontract met de leverancier worden afgesloten, zodat goed in te schatten is wat de onderhoudskosten voor de komende jaren zullen zijn. De kosten van aanschaf bedragen € 200.000(kapitaallast € 33.000). Ten laste van tarieven Aanvullend krediet vervanging vrachtwagen nr 52 De huidige kraanwagen dient vervangen te worden, aangezien deze niet meer voldoet aan wettelijke normen. De kraanwagen wordt vervangen door een nieuwe kraanwagen die vier assen heeft in plaats van drie en is uitgerust met een euro 6 motor. Meerkosten van dit voertuig bedragen € 50.000 ten opzichte van in te ruilen voertuig. Met dit voertuig kunnen we efficiënt de diverse huishoudelijke en gemeentelijke afvalstromen ophalen. De kapitaallasten van het aanvullende krediet bedragen € 8.300 en worden in het tarief afvalstoffenheffing doorberekend. Ten laste van grondexploitaties Voorbereidingskrediet herontwikkeling Boskamp-locatie Invulling met woningbouw. Grondgebonden woningen. Voorbereidingswerkzaamheden totdat de locatie bouwrijp gemaakt kan worden. Hierbij moet gedacht worden aan interne uren, bestemmingsplanprocedure en de benodigde onderzoeken. Het bedrag wordt versleuteld in de nog te openen grondexploitatie. Het verwachte resultaat van de grondexploitatie is nog niet bekend. In juni wordt gestart met het opstellen van de grondexploitatie. Het voorbereidingskrediet voor 2014 wordt geraamd op € 20.000 63 VOORJAARSNOTA 2014 Voorbereidingskrediet gebiedsvisie Kroonvelden In 2014 starten we met het ontwikkelen van een gebiedsvisie op het landelijk gebied tussen Roden en Roderesch. Vanuit de gebiedsvisie worden bestemmingsplannen voorbereid. Het voorbereidingskrediet 2014 voor deze visie wordt geraamd op € 15.000. De kredieten voor de bestemmingsplannen worden in 2015 en 2016 aangevraagd. Voorbereidingskrediet herontwikkeling locatie Ronerborg, Roden Invulling met woningbouw (patiowoningen) en een gezondheidscentrum. Voorbereidingswerkzaamheden totdat de locatie bouwrijp gemaakt kan worden. Hierbij moet gedacht worden aan interne uren, bestemmingsplanprocedure en de benodigde onderzoeken. Het bedrag wordt versleuteld in de nog te openen grondexploitatie Het voorbereidingskrediet 2014 wordt geraamd op € 20.000 Ten laste van de algemene uitkering Armoedebestrijding De gemeente Noordenveld ontvangt extra middelen om het armoedebeleid te versterken. Wat we hiermee willen bereiken is dat mensen met een laag inkomen maatschappelijk mee kunnen (blijven) doen. Dit geldt vooral voor kinderen. Kinderen mogen in hun maatschappelijke ontwikkeling niet worden belemmerd omdat er thuis een situatie van armoede- en schuldenproblematiek heerst. Wat gaan we ervoor doen?: - verruimen van de Meedoenregeling (deze verruiming is in 2013 geëffectueerd en heeft in dat jaar tot een overschrijding geleid die structureel zal zijn) De extra middelen zijn voor een deel ter dekking van deze structurele overschrijding; - De verstrekking meer gerichter uitvoeren via een Webwinkel; - Het niet-gebruik tegengaan; - Aandacht voor laaggeletterdheid; - Samenwerking tussen maatschappelijke partijen bevorderen. Via het gemeentefonds worden structureel middelen toegevoegd aan de algemene uitkering zodat het aangevraagde budget (€ 85.000) budgettair neutraal in de begroting kan worden opgenomen. In de eerste managementrapportage is aangegeven dat op de post minimabeleid voor het begrotingsjaar 2014 een overschrijding wordt voorzien van € 50.000. Na toevoeging van de bovenvermelde € 85.000 resteert derhalve nog vrij te besteden € 35.000. 64 VOORJAARSNOTA 2014 Bijlage E Toelichting op de beleidsvoornemens 2015 Over de volgende beleidsvoorstellen van 2015 zal bij de begroting 2015 een besluit worden genomen. Ten laste van de structurele begrotingsruimte 2015 Wabo-taken Op dit moment is er een wetsvoorstel in voorbereiding voor alle bevoegde gezagen voor de uitvoering van de Wabo taken (vergunningverlening, toezicht en handhaving) om per 01-012015 te voldoen aan de kwaliteitscriteria 2.1. Gemeenten en de Provincies zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de kwaliteit van de VTH taken. Hiervoor zijn in 2012 VTH kwaliteitscriteria door de VNG, de IPO en het Rijk vastgesteld. Deze criteria vormen de basis voor de minimale kwaliteit van de uitvoering. Onder de VTH taken vallen vergunningverlening, toezicht en handhaving met betrekking tot de activiteiten bouwen, monumenten, milieu, brandveilig gebruik, planologische afwijking, flora en fauna en natuurbescherming. Begin 2013 startte voor de kwaliteitscriteria een tweejarig implementatietraject dat gezamenlijk is opgezet door provincies en gemeenten. Om te bepalen of men als VTH organisatie kan voldoen aan de kwaliteitscriteria is iedere VTH organisatie verzocht om een zelfevaluatie in te vullen. Uit de zelfevaluatie is gebleken dat de gemeente zelfstandig niet kan voldoen aan de kwaliteitscriteria. Derhalve is op basis van de uitkomsten gezamenlijk met andere gemeenten een verbeterplan opgesteld worden. Dat verbeterplan wordt momenteel verder geconcretiseerd en daar zal vervolgens uitvoering aan moet worden gegeven. Daar is tot aan het eind van het 1e kwartaal van 2015 gelegenheid voor. Voor de uitwerking van het verbeterplan zullen middelen ter beschikking moeten worden gesteld. Een deel van die middelen zal structureel van aard zijn. Momenteel is echter nog niet aan te geen wat de hoogte van de incidentele en de structurele middelen dient te zijn. Drank- en Horecawet (DHW) Op 1 januari 2013 is de nieuwe Drank- en Horecawet van start gegaan. Daarnaast is de DHW in 2013 nog gewijzigd. Deze wijzigingen geven een aantal verplichtingen voor de gemeente. Op 18 december 2013 heeft de Raad besloten het huidige beleid voor paracommerciële instellingen te continueren en in de Algemene Plaatselijke Verordening op te nemen. Daarvoor is een Plan van Aanpak vastgesteld en is er opdracht gegeven voor uitvoering. Om deze wijzigingen te regelen zijn drie sporen uitgezet: 1. De alcoholverstrekking in paracommerciële inrichtingen is geregeld in de Algemene Plaatselijke Verordening. 2. Er is aangesloten bij het samenwerkingsconvenant Assen, Aa en Hunze en Tynaarlo waardoor er Bijzonder Opsporingsambtenaren toezicht en handhaving op alcoholverstrekking uitvoeren bij evenementen. 3. Naast de huidige acties voor preventie en handhaving wordt de verantwoordelijkheid daarvoor gedeeld met het veld volgens het plan van aanpak. Momenteel wordt samen met het veld gewerkt aan het opstellen van beleid ten aanzien van de DHW. Er is echter nog geen sprake van gekozen kaders op basis waarvan de benodigde financiën kunnen worden geraamd. We ramen hiervoor een budget van € 5.000. Per jaar beschikt de gemeente Noordenveld over 540 uur Boa-inzet. De kosten daarvan bedragen circa € 20.000. In de begroting is reeds structureel € 10.000 dekking opgenomen, zodat nog € 15.000 benodigd is. 65 VOORJAARSNOTA 2014 Fte tbv handhaving BAG constateringen Deze investering is een onderdeel van de geconstateerde tekortkomingen bij de BAG Audit (zie eenmalig 2014 en vervangingsinvestering 2014). Naast het wegwerken van de achterstanden gaan er structureel controles uitgevoerd worden in het kader van de BAG. Het betreft ongeveer 400 te controleren objecten op jaarbasis. Dat betekent een tijdsbeslag van circa 700 uur op jaarbasis. Daarvoor is structureel een halve fte (18 uur per week) nodig bij Handhaving. De kosten daarvoor bedragen circa € 30.000. Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) In 2015 is een krediet aangevraagd van € 50.000. (Zie hiervoor het onderdeel vervangingsinvesteringen 2015) Voor het onderhoud van de systemen is een structureel bedrag benodigd van € 8.000 Ten laste van de eenmalige ruimte 2015 Voorbereiding voordracht plaatsing Kolonien Weldadigheid op Unesco Werelderfgoederenlijst Op 5 juli 2012 is de voorbereiding gestart van het proces om Veenhuizen, als een van de vijf van de Koloniën van Weldadigheid op de UNESCO Werelderfgoedlijst geplaatst te krijgen. In het voorjaar 2015 zal de minister van OCW een eerste tussenbalans opmaken: slagingskans en moment van indiening. Vanaf dat moment gaat het proces een andere fase in; een fase welke in de komende maanden wordt voorzien van een nieuwe begroting. De aanvankelijke begroting (met bijdrage van de gemeente van €50.000) is opgesteld op basis van eerdere ervaringen in Nederland. De complexe studies naar de vijf componenten (gelegen in twee landen) en de toegenomen kwaliteitseisen van UNESCO zorgen ervoor dat de voorliggende begroting onvoldoende ruimte biedt. Voor deze zomer zal een nieuwe (meerjaren-)begroting worden opgesteld. Een en ander zal leiden tot een beroep op extra middelen van de betrokken overheden, respectievelijk inzet van externe middelen. Voor de afronding van begroting 2015 zal de concrete financiële vraag (dat de huidige inzet zeker niet te boven zal gaan) bestuurlijk vastgesteld worden. Bijdrage in Ontwikkelingsbureau Veenhuizen Het Ontwikkelingsbureau Veenhuizen betekent: een vast aanspreekpunt; onafhankelijk van betrokken overheden; laagdrempelig; directe communicatie met burgers en ondernemers (loketfunctie); koppeling van ideeën; ontwikkelt en begeleidt initiatieven (bv inrichtingsopgave WILG); verkent subsidiemogelijkheden; betrokken bij uitvoering van met ministers Blok en Schulz gemaakte afspraken over pilot Rijksvastgoed Veenhuizen om nieuwe impuls te geven aan de economische ontwikkelingen in Veenhuizen. De rijksoverheid is bezig met een grote omvormingsoperatie van de rijksdiensten, zomede het afstoten van het rijksbezit dat geen rijkshuisvestingsfunctie meer heeft. Ontwikkelingen die in 2015 en 2016 verder geëffectueerd/geïmplementeerd zullen moeten worden in plan voor het toekomstig eigendom, beheer en gebruik van het ‘overtollig’ gestelde Rijksvastgoed. Naast de organisatorische opgave (taken komen anders bij de gemeente te liggen), vragen ook een groot aantal inhoudelijke vragen op ruimtelijk/economisch gebied (bv herbestemming Bankenbosch; verbouw/nieuwbouw Esserheem/Norgerhaven; ontwikkeling locatie derde gesticht en niet in de laatste plaats de structuurvisie Veenhuizen) intensieve samenwerking met onder meer rijk, provincie en bv SBV, VCT, NOM, PI’s, SBB, DAE en regionale bedrijven. Voor 2015 wordt een eenmalige budget aangevraagd van € 50.000. In 2016 zal bij de begrotingsbehandeling nog eens € 50.000 worden aangevraagd. 66 VOORJAARSNOTA 2014 Ten laste van specifieke uitkeringen Onderwijsachterstandbeleid De specifieke uitkering onderwijsachterstandenbeleid vanuit de Wet OKE (Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie) zou eerst doorlopen tot en met 2014, maar is nu verlengd t/m 2015. In 2016 wordt de uitkering heroverwogen. De verwachte inkomst in 2015 is € 28.600 (gebaseerd op de ontvangst in 2014). De uitvoering is budgettair neutraal. Het doel is dat kinderen met geen of geringe taalachterstand kunnen starten in groep 3 basisonderwijs. Peuters met een VVE indicatie voor taalachterstand wordt het erkende programma Piramide aangeboden. De uitkering onderwijsachterstandenbeleid wordt volledig besteed aan peuterspeelzalen met 32 VVE Peuterplaatsen. Ten laste van de post (vervangings-)investeringen De kapitaallasten uit onderstaande investeringen wordt ten laste van de post “vrijval vervangingsinvesteringen” gebracht Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) De Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) is één van de basisregistraties waar de gemeente actief bij is betrokken. Wij worden als gemeenten in onze rol van bronhouder geconfronteerd met de wettelijke invoering, het beheer en het onderhoud van BGT. Vanaf 2012 vindt de transitie plaats om de BGT op te bouwen. In deze fase zal de gemeente huidige topografiebestanden opwerken naar de BGT. De invoering neemt tot en met 2015 in beslag. De BGT zal op 1 januari 2016 gereed moeten zijn. Tot eind 2013 heeft de gemeente Noordenveld de transitie van de BGT uitgevoerd in samenwerking met de STAAN gemeenten. Deze samenwerking is echter beëindigd. Op dit moment (Q2 2014) wordt onderzocht welke andere mogelijkheden er zijn om de transitie uit te voeren, eventueel in samenwerking met andere (markt)partijen. Het investeringsbedrag is mede afhankelijk van deze keuze. Het genoemde bedrag is die van het voorstel van de gemeente Groningen om ons te ontzorgen en is op dit moment de maximum variant. Voor het inrichten van het systeem is externe expertise vereist, o.a. om koppelingen te maken met andere systemen. Ook zullen de topografische gegevens moeten worden bewerkt, gecorrigeerd en extra moeten worden ingewonnen. De benodigde software is reeds aangeschaft en geïnstalleerd. De investering bedraagt € 50.000. De kapitaallast bedraagt € 12.000 Overgang GBI 4 naar GBINext (6) Het beleid rondom het beheer van de Openbare ruimte is onder andere gericht op het tegen zo laag mogelijke (maatschappelijke) kosten realiseren, beheren en onderhouden van de openbare ruimte. Het Taakveld beheer maakt voor het uitvoeren van dat beleid gebruik van een gemeentelijke beheer en informatiesysteem (GBI). Het huidig systeem is door verschillende ontwikkelingen (o.a. invoeren basisregistraties) verouderd en aan vervanging toe. Met de aanschaf van een nieuwe versie van het beheer en informatiesysteem kan het taakveld in de toekomst haar taken blijven uitvoeren en monitoren. In het kader van de komst van de Basisregistratie Grootschalige Topografie en andere ontwikkelingen in de ICT is door de leverancier van het huidige systeem een nieuwe versie ontwikkeld. De huidige versie zal slechts nog een aantal jaren worden ondersteund. Om te voldoen aan alle eisen en aan te sluiten bij architectuur van de basisregistraties is niet alleen de installatie van nieuwe software nodig, maar ook omzetting van de administratieve gegevens naar een nieuwe indeling. De huidige software wordt dus vervangen en de 67 VOORJAARSNOTA 2014 administratieve gegevens worden door middel van routines (procestappen van omzetting en controles) geschikt gemaakt voor toekomstig gebruik. De investering 2015 is € 30.000. De kapitaallast 2014 is € 7.200. (Onder de vervangingsinvesteringen 2014 is het krediet 2014 ad € 50.000 opgenomen) Vervangingskrediet hardware 2015 Nieuwe Werkplek De huidige Werkplek omgeving is verouderd. Met Werkplek omgeving wordt bedoeld de omgeving waar dagelijks door medewerkers op wordt inlogt en waarin gewerkt wordt met Excel, Corsa, Outlook e.d. De laatste periode zijn er al meerdere klachten bekend die alleen op te lossen zijn met een nieuwe werkplek. Los van de praktische problemen die zich nu voordoen dient de omgeving voor 14 juli 2015 te worden vervangen omdat op die datum de ondersteuning van Microsoft voor wat betreft Windows Server 2013 vervalt. Deze situatie is vergelijkbaar met de situatie waarin veel gemeenten zich bevinden met Windows XP (Noordenveld heeft hier overigens geen last van). De kosten ten aanzien van de hardware zijn € 50.000. De kapitaallast bedraagt € 12.000. Vervanging Storage In 2014 moet een deel van onze storage omgeving worden vervangen. Op deze omgeving wordt alle dat opgeslagen (Word documenten, maar ook databases, e-mail enz.) Deze hardware wordt in delen, maar op de vijf jaar vervangen. Kosten hiervan zijn € 50.000. De kapitaallast bedraagt € 12.000. Integraal Huisvesting Plan (IHP) Wetgeving Nu de 1e Kamer op 6 mei met het wetsvoorstel decentralisatie buitenonderhoud schoolgebouwen akkoord is gegaan, worden schoolbesturen vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor het buitenonderhoud van hun schoolgebouwen. Dit betekent dat de schoolbesturen vanaf 1 januari 2015 voor het bekostigen van het onderhoud en aanpassen van de schoolgebouwen geen beroep meer kunnen doen op de gemeente. De gemeente blijft nog wel financieel verantwoordelijk voor nieuwbouw, uitbreiding, medegebruik (verhuur), constructiefouten (onder andere asbest) en herstel in geval van bijzondere omstandigheden (calamiteiten als brand, diefstal, stormschade). Op dit moment is bekend welk bedrag in het kader van deze wetswijziging per 1 januari 2015 aan de algemene uitkering gemeente Fonds wordt onttrokken: € 158 miljoen inzake doordecentralisatie gebouwenonderhoud naar schoolbesturen € 256 miljoen vanwege de (vermeende) onderbesteding door gemeenten (motie HaersmaBuma) Naar verwachting wordt er in de mei-circulaire aangegeven wat de negatieve financiële gevolgen voor Noordenveld zullen zijn. Geschat wordt dat de algemene uitkering vanaf 1 januari 2015 € 91.000 lager zal zijn. Daarnaast ‘bespaart’ de gemeente vanaf 1 januari 2015 de investeringslasten op onderhoud. Gemiddeld werd er € 60.000 aan investeringen gedaan t.l.v. budget vervangingsinvesteringen. De kapitaallasten van eerdere investeringen blijven echter op de begroting drukken. Deze uitnames zullen via het ministerie OCW aan de schoolbesturen via de Lumpsum worden vergoed. De schoolbesturen moeten dan vanaf 1 januari 2015 hieruit dan de kosten voor 68 VOORJAARSNOTA 2014 gebouwenonderhoud betalen. De gemeente blijft financieel verantwoordelijk voor nieuwbouw en uitbreiding. Wie verantwoordelijk wordt voor de kosten van renovatie is niet in de nieuwe wet opgenomen. Hierover zullen tussen de gemeente en schoolbesturen afspraken moeten worden gemaakt. Conclusie: Er valt binnen de budgetten op programma onderwijs geen gat. De algemene uitkering wordt wel lager en werkt door in het begrotingssaldo van de begroting 2015. Renovatie gemeentelijk gebouwen Conform het eind vorig jaar vastgestelde gebouwenbeheerplan zijn de volgende investeringen voor 2015 gepland: Werkplaats Roden Molens/torens Vm dorpshuis Norg Woning Scheepstratstraat Brinkhof MFA Essen MFA Roderwolde Gymzalen Sporthal Peize € 16.500 “ 4.500 “ 46.000 “ 12.000 “ 33.500 “ 9.500 “ 7.500 “ 47.000 “ 6.000 €182.500 De kapitaallasten bedragen € 16.500 Meeliftinvesteringen wegen/rioolonderhoud De riolering is voor een gedeelte aan het wegenonderhoud gekoppeld. Dit komt omdat met de riolering de weg ook wordt opgebroken. Deze kosten mogen voor 2/3 deel toegerekend worden aan het tarief. Voor het resterende deel moet er een krediet opgenomen worden. De investering bedraagt € 443.000 (kapitaallasten € 39.900) De planning voor wegen- en rioolonderhoud is mede afhankelijk van de rioolinspecties en weg inspecties. De gegevens zijn pas in het 3 e kwartaal beschikbaar. Op basis van wat nu bekend is staan de volgende rioleringsprojecten op het programma 2015: e - de 3 fase in de omgeving de Raiffeisenlaan; e - de 2 fase Geluklaan en omgeving; - Leliestaat en omgeving in Norg. - eventueel nog woningen afkoppelen kern Nietap De exacte afbakening van de werkgebieden is pas mogelijk na onderzoek en inventarisatie van de bestaande rioleringssystemen. De prioritering voor het wegonderhoud is van veel factoren afhankelijk. De weginspectie vormt daarbij cruciale input, maar ook de mogelijkheden om werkzaamheden te clusteren. Op dit moment zijn er naast allerlei wegvakken (die dus nog geclusterd moeten worden) 2 projecten aan te wijzen die in 2015 opgepakt zouden moeten worden: de Kastelenlaan en het Fietspad Roderdijk. De eerste is nog niet definitief ingepland in verband met de ontwikkelingen rondom het HOV, die van invloed zijn op de keuze van de constructie. 69 VOORJAARSNOTA 2014 Investeringen openbare verlichting In het openbaar verlichtingsplan is bepaald dat elk jaar voor dit bedrag de lichtmasten en de armaturen vervangen moeten worden. De noodzakelijkheid is hoog omdat het lichtmastenpark dat we hebben voor een zeer groot gedeelte uit masten bestaat die ouder zijn dan 40 jaar. Deze masten zijn niet langer meer te handhaven. Ze zijn technisch versleten en kunnen een gevaar vormen voor de veiligheid van de burger. De investering bedraagt € 280.000 per jaar (kapitaallasten € 25.200) Meeliftprojecten GVVP Het realiseren van goede verblijfsgebieden (30 en 60 km-zones) kost veel geld en komt volledig voor rekening van de gemeente. In het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan is aangegeven dat combinatie van maatregelen met reguliere onderhoudswerkzaamheden (wegdek, riolering) de kosten kan beperken. De (vaak aanvullende) maatregelen kunnen niet uit de onderhoudsbudgetten worden gefinancierd. De kosten aan “meeliftgelden” worden voldaan uit de begroting en worden geraamd op jaarlijks € 100.000. De kapitaallast bedraagt € 9.000. Het duurzaam veilig inrichten bestaat o.a. uit het maken van inritconstructies op de overgang van 50 km/uur naar de 30 km-zones (hiermee wordt de snelheid teruggedrongen en de voorrang geregeld). Het aanleggen van plateaus op belangrijke kruisingen of bijvoorbeeld bij belangrijke (fiets)oversteken of schooluitgangen. Het oplossen van knellende parkeerproblemen en oversteekproblemen van voetgangers en fietsers. Ten laste van tarieven Vervangingsinvesteringen riolering 2015 Onderdeel vrijverval € 700.000 Dit betreft de noodzakelijke investeringen voor het vervangen van bestaande vrijvervalriolering. Met behulp van het beheersysteem (GBI) wordt voor elk jaar een vervangingsprogramma opgesteld. Gemalen (electrisch/mechanisch)€ 272.000 Dit betreft de investeringen voor de vervanging van de elektrotechnische onderdelen en incidenteel bouwkundige onderdelen van rioolgemalen, bergbezinkbassins en bergingsvoorzieningen Onderdeel drukriolering en IBA’s € 250.000 Dit betreft de investeringen voor de vervanging van de elektrotechnische onderdelen en incidenteel bouwkundige onderdelen van drukrioolpompunits en IBA’s (Individuele Behandeling van Afvalwater) in het buitengebied. Afkoppelen afvoerend oppervlak € 700.000 Ter invulling van de Kader Richtlijn Water (KRW) heeft de gemeente een afkoppelopgave. In veel gevallen worden hiervoor regenwaterriolen aangelegd in combinatie met de vervanging van bestaande riolering. Ook worden er los van het vervangingsprogramma projecten uitgevoerd om verhard oppervlak af te koppelen. Stedelijke wateropgave/grondwater € 100.000 Het hemelwater dat afgekoppeld wordt, dient opgevangen te worden. Hierin wordt voorzien door de aanleg van waterbergingen. Afkoppelen particulier verhard oppervlak € 250.000 70 VOORJAARSNOTA 2014 De investeringen noodzakelijk voor het afkoppelen van verhardoppervlak van bestaande bebouwing. Hydraulische verbetermaatregelen € 50.000 Investeringen t.b.v. maatregen om het functioneren van de rioolstelsels verder op detailniveau te optimaliseren. Meestal n.a.v. opgedane ervaringen in de praktijk. Waterberging Roden € 250.000 De totale investering bedraagt € 2.572.000. De uit de investering voortvloeiende kapitaallasten ad € 188.900 komen ten laste van het tarief rioolheffing. Ten laste van grondexploitaties Voorbereidingskrediet gebiedsvisie Kroonvelden In 2014 starten we met het ontwikkelen van een gebiedsvisie op het landelijk gebied tussen Roden en Roderesch. Vanuit de gebiedsvisie worden bestemmingsplannen voorbereid. Het voorbereidingskrediet 2014 is opgenomen onder de beleidsvoornemens 2014. De vervolgkredieten voor 2015 en 2016 bedragen respectievelijk € 55.000 en € 35.000. 71 VOORJAARSNOTA 2014 72
© Copyright 2024 ExpyDoc