Voorjaarsnota 2014 - Gemeente Noordenveld

Voorjaarsnota 2014
natuurlijk samen!
leefbaar
groen
ondernemend
Leefbaar
duurzaam
Groen
Ondernemend
transparant
Duurzaam
Transparant
LEEFBAAR
GROEN
ONDERNEMEND
DUURZAAM TRANSPARANT
VOORJAARSNOTA 2014
Voorjaarsnota 2014
VOORJAARSNOTA 2014
VOORJAARSNOTA 2014
Inhoudsopgave
blz
1.
Inleiding
1
2.
Voortgang begroting 2014
- Goedkeuring programmabegroting
- Voortgang ombuigingen
- 1 e managementrapportage
- Overige ontwikkelingen
- Beleidsvoornemens
3
3.
Voortgang programmabegroting 2015
- Kaders programmabegroting
- Kaders toezichthouder
- Interne kaders
- Ombuigingen
- Beleidsvoornemens
- Meerjarenraming 2016-2018
15
4.
Nawoord
33
5.
Besluitvorming
35
Bijlagen:
A Voortgang in gang gezette ombuigingen
B Toelichting mutaties programmabegroting 2014
naar aanleiding van de managementsrapportages
C Toelichting op de voortgang van de BOR
D Toelichting op de beleidsvoornemens 2014
E Toelichting op de beleidsvoornemens 2015
37
39
55
59
65
VOORJAARSNOTA 2014
VOORJAARSNOTA 2014
Hoofdstuk 1 Inleiding
Wij bieden u hierbij de voorjaarsnota 2014 aan. Deze voorjaarsnota is de opmaat naar de
begroting 2015 en geeft naast de mutaties 2014 op basis van managementrapportages een
doorkijk naar de periode tot en met 2018.
Wij informeren u over een aantal essentiële ontwikkelingen in het beleid en over de
afwijkingen ten opzichte van de begroting.
Een ontwikkeling met grote beleidsmatige en financiële gevolgen is de decentralisatie van
rijkstaken. Met ingang van 1 januari 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor de
Jeugdzorg en vinden er belangrijke wijzigingen plaats in het arbeidsmarktbeleid
(Participatiewet). Verder heeft het rijk nog steeds als voornemen om ook per 1 januari 2015
een wijziging in de Wmo-wet door te voeren, waarmee een aantal taken uit de AWBZ wordt
overgedragen aan gemeenten. Wij zijn bezig met de voorbereidingen voor de invoering van
de nieuwe taken per 1 januari a.s. In de Programmabegroting 2015 rapporteren wij u over de
stand van zaken en over de gevolgen vanaf 2015.
Wij vragen u:
− de voorjaarsnota 2014 vast te stellen;
− akkoord te gaan met de wijziging van de begroting 2014;
− kredieten beschikbaar te stellen voor de in hoofdstuk 5 genoemde investeringen.
Behandeling
Wij stellen u voor de Voorjaarsnota 2014 te behandelen in uw vergadering van 26 juni 2014.
Financieel beeld
In de programmabegroting 2014 is rekening gehouden met een voordelig saldo van 2014 van
€ 262.000 (bladzijde 140). Na de behandeling van de begroting 2014 zijn er door uw raad
begrotingswijzigingen vastgesteld tot een totaalbedrag van € 103.000 waardoor het voordelig
saldo is gedaald naar € 159.000. De financiële mutaties in deze voorjaarsnota leveren per
saldo een nadeel op van € 206.000 (managementrapportages € 16.000 en beleidswensen
2014 € 190.000) waardoor het begrotingssaldo uitkomt op € 47.000 nadelig.
Kleintje Voorjaarsnota?
Het verschijnen van de zogenaamde “Meicirculaire” is voor het jaar 2015 en volgende van
bovengemiddeld belang om richting te kunnen geven aan de verwachte ontwikkelingen. Door
het late verschijnen van deze circulaire hebben wij de gevolgen daarvan niet mee kunnen
nemen in deze voorjaarsnota. Wij hebben u daarvan op de hoogte gesteld door middel van
onze brief van 9 mei jongstleden.
Gelet op het bijzondere karakter van dit jaar in verband met de gemeenteraadsverkiezingen
enerzijds en de (financiële) uitdagingen anderzijds zal het zwaartepunt van de planning- en
controlcyclus dit jaar meer komen te liggen bij de programmabegroting 2015. Tijdsdruk heeft
ons daartoe genoodzaakt. In een korte tijdsspanne was het niet mogelijk om van een groot
aantal voorstellen de effecten te overzien. Voor het jaar 2015 zullen we een concreet
dekkingsvoorstel doen voor een sluitende begroting. De voorlopige contouren daarvan worden
zichtbaar in deze voorjaarsnota. Voor 2016 en verdere jaren komen we met alternatieve
voorstellen om te komen tot een sluitende meerjarenraming. In deze nota maken wij u
deelgenoot van de procesvoorstellen daartoe.
Als u deze voorjaarsnota leest hebben wij inmiddels kennis kunnen nemen van de door u in
mei besproken bestuursovereenkomst bestaande uit onder meer een bestuursakkoord en
1
VOORJAARSNOTA 2014
beleidsakkoord. U zult begrijpen dat de effecten van deze akkoorden nog niet doorklinken in
deze voorjaarsnota 2014. Wel hebben we zo veel mogelijk rekening gehouden met de
algemene financiële uitgangspunten uit het beleidsakkoord. De programmabegroting 2015 zal
het eerste document zijn waar de effecten van deze akkoorden zichtbaar zullen worden.
Leeswijzer
Om de leesbaarheid verder te bevorderen hebben dit jaar gekozen voor een korte en bondige
voorjaarsnota. Nadere toelichtingen hebben wij opgenomen in een aantal bijlagen.
De indeling van de voorjaarsnota ziet er op basis van het bovenstaande als volgt uit:
1. Inleiding
2. Voortgang programmabegroting 2014
3. Voortgang programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2015- 2018
4. Nawoord
5. Besluitvorming
Na een korte inleiding volgt in hoofdstuk 2 de voortgang van de ontwikkelingen 2014. In dit
hoofdstuk zijn de volgende ontwikkelingen opgenomen:
Goedkeuring programmabegroting;
Voortgang ombuigingen;
1 e managementrapportage;
Overige ontwikkelingen;
beleidsvoornemens.
In hoofdstuk 3 zijn de ontwikkelingen met betrekking tot de programmabegroting 2015
opgenomen.
Kaders programmabegroting;
- Kaders toezichthouder;
- Interne kaders;
Ombuigingen;
Beleidsvoornemens;
Meerjarenraming 2016-2018
In hoofdstuk 4 volgt een kort nawoord en de voorjaarsnota 2014 wordt afgesloten met een
resumé ten aanzien van de besluitvorming in hoofdstuk 5.
Tenslotte is er een vijftal bijlagen opgenomen:
Bijlage A: Voortgang in gang gezette ombuigingen
Bijlage B: Toelichting mutaties programmabegroting 2014 naar aanleiding van de
Managementsrapportages
Bijlage C: Toelichting op de voorgang van de BOR
Bijlage D: Toelichting op de beleidsvoornemens 2014
Bijlage E: Toelichting op de beleidsvoornemens 2015
Wij wensen u goede beraadslagingen toe.
Roden, 27 mei 2014
Burgemeester en wethouders van de gemeente Noordenveld,
J.H. van der Laan, burgemeester
J.H. Bakker, secretaris
2
VOORJAARSNOTA 2014
Hoofdstuk 2 Voortgang begroting 2014
In dit hoofdstuk behandelen we de volgende onderwerpen:
-
Goedkeuring programmabegroting
Voortgang ombuigingen
e
1 managementrapportage
Overige ontwikkelingen
Beleidsvoornemens
Goedkeuring programmabegroting
Uw raad heeft op november 2013 de programmabegroting 2014 en de meerjarenraming 2015
tot en met 2017 vastgesteld. Eind december 2013 heeft het college van gedeputeerde staten
van Drenthe ingestemd met de door u vastgestelde begroting en besloten tot repressief
toezicht.
In de begrotingsbrief van 20 december 2013 heeft het college van gedeputeerde staten van
Drenthe aan uw raad geschreven dat zij de programmabegroting 2014 aan een nader
e
onderzoek zullen onderwerpen, het zogenaamde 2 fase begrotingsonderzoek. Hierbij kijkt de
toezichthouder naar de financiële positie van de gemeenten in het begrotingsjaar en de
komende jaren, en – voor zover van toepassing – de realiteitswaarde van de door uw raad
genomen maatregelen om op termijn weer een reëel sluitende begroting te krijgen.
Ook het rapport van bevindingen van de accountant bij de jaarrekeningen 2012 en 2013
betrekken zij bij het onderzoek. Het onderzoek zal plaatsvinden in juni aanstaande.
Voortgang ombuigingen
Algemeen
Bij de vaststelling van de programmabegroting 2013 is een pakket van bezuinigingen
opgenomen dat in de meerjarenbegroting 2013-2016 is verwerkt. Bij de voorjaarsnota 2013 is
verslag gedaan van de stand van zaken met betrekking tot de realisatie van de maatregelen.
In bijlage A wordt verslag gedaan van de voortgang van deze bezuinigingen. Onze conclusie
is dat de voortgang conform de planning verloopt en de bezuinigingen worden gerealiseerd.
Hierop is één uitzondering te rapporteren. Deze wordt hieronder nader toegelicht.
Niet behaalde bezuiniging op privatisering sportvelden
In de begroting 2013 is een bezuiniging ingezet op de sportvelden. De privatisering zou in
2013 € 70.000 opleveren, oplopend tot € 86.500 vanaf 2014.
Voor 2014 hebben we een netto besparing van € 57.000 gerealiseerd op het onderhoud aan
de sportvelden. Deze besparing konden we realiseren door:
1.
Een efficiëntere inzet van de groenmedewerkers van Novatec die het dagelijkse
onderhoud doen, omdat we hen in detacheringdienst hebben. Hierdoor zijn de kosten
voor bijvoorbeeld begeleiding en machines die Novatec ons altijd in rekening bracht,
lager.
2.
Een verlaging van het niveau van het grote onderhoud.
Verder voeren de verenigingen een aantal werkzaamheden voor ons uit op en rond de velden.
Om de verenigingen hiervoor te compenseren worden de huurtarieven voor de velden niet
verhoogd tot en met 2017.
Er resteert een nog niet gerealiseerde bezuiniging van € 29.500. Dit bedrag komt ten laste
van de structurele begrotingruimte.
3
VOORJAARSNOTA 2014
1 e managementrapportage
De programma begroting 2014 sluit met een voordelig saldo van € 262.000. Tot nu toe heeft
uw raad een aantal besluiten genomen met als gevolg dat het saldo voor het opmaken van de
voorjaarsnota 2014 is gedaald tot € 159.000. Naast de genomen raadsbesluiten zijn er tal van
ontwikkelingen die leiden tot aanpassingen van eerder opgenomen ramingen. Door middel
van een managementrapportage worden een aantal wijzigingen voorgesteld.
In de hiernavolgende programmaoverzichten worden de lasten en baten per programma
vermeld. Voor zover zich een mutatie (peildatum 1 april 2014) voordoet op een programma is
het productnummer en -omschrijving vermeld.
In de recapitulatie zijn de lasten, baten en het saldo van de twaalf programma’s opgenomen
waarbij de dekkingsmiddelen gespecificeerd zijn vermeld. Hieruit vloeit het saldo resultaat
voor bestemming voort. Na de mutaties reserves en voorzieningen volgt het resultaat na
bestemming.
Alleen afwijkingen > € 10.000 worden bij de programma’s nader toegelicht. Door het hanteren
van deze minimumgrens voldoen wij aan uw wens om over afwijkingen op hoofdlijnen te
rapporteren.
4
VOORJAARSNOTA 2014
Na verwerking van de mutaties op de programma’s en de algemene dekkingsmiddelen en
onvoorzien zijn de lasten en baten per onderdeel als volgt:
Bedragen in € (– is voordeel)
Recapitulatie
Omschrijving
Programma's
Burger en bestuur
Integrale veiligheid
Beheer openbare ruimte
Economische ontwikkeling
Onderwijs
Sport
Cultuur
Recreatie en toerisme
Werk en inkomen
Zorg en welzijn
Milieubeheer
Ruimtelijke ordening en
volkshuisvesting
Sub-totaal programma's
Lasten
Baten
Saldo
6.217.900
2.128.200
8.244.000
728.400
15.336.400
2.854.900
1.729.000
405.700
14.196.100
10.404.000
7.398.900
1.296.200
21.300
439.400
708.100
12.011.700
733.400
38.600
6.100
11.010.900
2.134.500
7.199.000
4.921.700
2.106.900
7.804.600
20.300
3.324.700
2.121.500
1.690.400
399.600
3.185.200
8.269.500
199.900
4.407.900
526.600
3.881.300
37.925.600
0
0
2.800
20.000
957.400
5.724.500
28.898.000
185.200
684.300
15.600
-5.724.500
-28.898.000
-182.400
-664.300
941.800
-34.527.400
85.000
0
1.585.000
5.211.200
85.000
3.483.200
-3.626.200
-143.000
Algemene dekkingsmiddelen
Lokale heffingen
Algemene uitkering
Dividend
Saldo financieringsfunctie
Saldo kostenplaatsen
Sub-totaal alg dekkingsmiddelen
Onvoorzien
Resultaat voor bestemming
Mutaties reserves
Resultaat na bestemming
Budget vervangingsinvesteringen
Nieuw beleid
Eenmalige ruimte
Begrotingsruimte
Voordelig
-136.400
-62.500
-63.100
119.000
-143.000
Zoals uit bovenstaande overzicht blijkt is het saldo na uitvoering te hebben gegeven aan de
uitkomsten van de managementrapportages gedaald van € 159.000 naar € 143.000
(afgerond). Een uitvoerige toelichting op deze mutaties zijn te vinden in bijlage B. Het laatst
genoemd saldo zal verder gewijzigd worden als gevolg van beleidsvoorstellen die voor 2014
als noodzakelijk worden gezien. Deze voorstellen en de gevolgen daarvan worden behandeld
onder het kopje beleidsvoornemens 2014.
5
VOORJAARSNOTA 2014
Naast bovengenoemde onderwerpen die leiden tot mutaties van het saldo worden in de
managementrapportages onderwerpen opgenomen die weliswaar budgettair geen gevolgen
hebben maar die binnen budgetten leiden tot verschuivingen. Hieronder hebben wij de
effecten daarvan opgenomen. Daarnaast zijn er ontwikkelingen opgenomen die momenteel
actueel zijn maar waarvan de effecten later in het jaar zichtbaar zullen worden. De gevolgen
daarvan nemen we mee in de najaarsnota 2014.
BOR
De BOR is een samenhangend geheel van budgetten met betrekking tot wegen, water en
groen ondersteund door een beeldkwaliteitplan. Bij afwijkingen in de uitvoering van budgetten
mogen verschillen onderling worden verrekend. Het is, gelet op het budgetrecht van de raad,
niet toegestaan om middels een administratieve (budgettair neutrale) wijziging budgetten
“recht te trekken’. Bij de tussentijdse rapportages en/of jaarrekening kan verantwoording
worden afgelegd over de afwijkingen. Zie hiervoor bijlage C.
Voortgang verkoop gemeentelijke eigendommen
De verkoop van gemeentelijke eigendommen heeft een aanvang genomen. Wij verwachten
over 2014 voor een bedrag van ruim € 500.000 over te kunnen dragen aan nieuwe eigenaren.
Conform bestaand beleid (zie de kaders) zullen wij deze eenmalige middelen inzetten ter
versterking van het eigen vermogen.
Overigens stellen wij u voor ten laste van de algemene reserve die investeringen te dekken
die noodzakelijk zijn voor de continuering van de bedrijfsvoering (zie hiervoor de
beleidsvoorstellen 2014).
Regionale Uitvoeringdienst Drenthe (RUD)
Er is nog te veel onduidelijkheid over de bijdrage van een aantal gemeenten en de provincie
ten aanzien van de verevening van de frictiekosten. De tegemoetkoming in de frictiekosten
kan voor ons daardoor lager uitvallen. Wanneer er meer duidelijkheid komt zullen de
eventuele negatieve effecten worden meegenomen in de najaarsnota.
Veiligheidsregio Drenthe
Vanaf 1 januari 2014 is de Veiligheidsregio Drenthe (VRD) een feit. Per 31 december zijn de
in gemeente-eigendom verkerende roerende goederen overgedragen aan de VRD. De
gemeente heeft daarvoor ruim € 1 miljoen ontvangen. Deze transactie is verantwoord bij de
jaarrekening 2013. Ten aanzien van de lopende exploitatie zijn er geen aanvullende
opmerkingen te plaatsten. De VRD heeft inmiddels activiteiten uitgerold om te komen tot een
besparing over 2014 en 2015 van 5% per jaar. Met deze maatregelen komt de VRD de
toezegging na om de overgang van gemeente naar de VRD budgettair neutraal te laten
verlopen dan wel een besparing te realiseren.
Overige ontwikkelingen
Relevante informatie van het rijk
Meicirculaire 2014
Zoals in de inleiding is vermeld kunnen wij u nog niet de meest actuele informatie
verstrekken. U wordt zo spoedig mogelijk bij brief op de hoogte gesteld van de gevolgen van
deze circulaire.
6
VOORJAARSNOTA 2014
Transities
Inleiding
De gemeenten krijgen per 1 januari 2015 een brede integrale verantwoordelijkheid voor het
sociale domein.
Het sociale domein beslaat een breed terrein. Binnen de gemeente wordt het sociale domein
nu uitgevoerd door de vakgroepen MaOn en WOS. Daarnaast is voor Werk en Inkomen het
beleid en de uitvoering ondergebracht in de ISD Noorderkwartier. Maar ook op andere
terreinen is het sociaal domein vertegenwoordigd in bijvoorbeeld de aspecten leefbaarheid,
wonen, ondernemers, et cetera.
Met de komst van de transities is de voorspelling dat het budget voor het sociale domein
straks substantieel toeneemt.
Deelfonds Sociaal Domein
De financiële middelen voor de taken en verantwoordelijkheden op het terrein van de
maatschappelijke ondersteuning, jeugd en participatie, die per 1 januari 2015 naar de
gemeenten zullen gaan, worden aan die gemeenten beschikbaar gesteld via een deelfonds
Sociaal Domein, dat onderdeel uitmaakt van het Gemeentefonds.
Dat heeft het kabinet besloten op voorstel van minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties. Doel van het kabinet is via het tijdelijke deelfonds de gemeenten tijdens
de overgangsperiode optimaal te ondersteunen en te zorgen dat de drie decentralisaties
tijdens die overgangsperiode goed verlopen.
Met het deelfonds wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de uitgangspunten van het
gemeentefonds. Over de rechtmatige besteding van de middelen leggen wij
verantwoordelijkheid af aan u, zoals dat ook gebeurt bij het gemeentefonds.
Het deelfonds is tijdelijk. Gedurende drie jaar mogen gemeenten middelen uit het deelfonds
besteden aan alle taken die in de Jeugdwet en de Wmo 2015 aan gemeenten zijn toegekend,
en de taak voor gemeenten om participatievoorzieningen aan te bieden. Daarbinnen kunnen
gemeenten eigen keuzes maken. De volgende stap is dat het na drie jaar aan het
gemeentefonds wordt toegevoegd.
Jeugdzorg
Wetgeving
In februari 2014 heeft ook de Eerste Kamer ingestemd met de nieuwe Jeugdwet. Invoering
van de Jeugdwet ingaande 1 januari 2015 is daarmee een feit.
Samenwerking
Van overheidswege is aan gemeenten opgelegd om binnen een aangewezen verband (voor
de gemeente Noordenveld is dat de regio Drenthe) een regionaal transitie arrangement (RTA)
op te stellen. In dit arrangement, waaraan zowel de gemeenten als de zorgaanbieders hun
bijdrage hebben geleverd (en die ook door zowel gemeenten als zorgaanbieders zijn
ondertekend), staat beschreven hoe de samenwerkende gemeenten de continuïteit van zorg
voor jeugd realiseren. Gemeenten in de regio Drenthe (en zorgaanbieders) werken al geruime
tijd aan verbetering van de jeugdzorg en willen een verdere transformatie middels het RTA zo
vroeg als mogelijk inzetten. Daarom heeft het RTA een looptijd van 1 januari 2014 tot 1
januari 2017. Op deze wijze wordt de continuïteit van zorg gewaarborgd.
Financiën
In de decembercirculaire is het budget voor onze gemeente voor de jeugdzorg vastgesteld op
€ 5,7 miljoen. In de meicirculaire 2014 verwachten we het definitieve budget.
Implementatie
De vaststelling van de nieuwe Jeugdwet maakt dat er zorggedragen moet worden voor tijdige
implementatie van deze wet per 1 januari 2015. Implementatie vindt plaats conform de
7
VOORJAARSNOTA 2014
Drentse visie “als jeugd en toekomst tellen” en er wordt uiteraard rekening gehouden met het
hiervoor benoemde regionaal transitiearrangement (RTA). Een deel van de implementatie van
de jeugdwet vindt plaats op regionaal niveau, daar wordt nu in samenwerking met de
zorgaanbieders een transformatieplan geschreven die door de gemeenteraden vastgesteld
moet worden. Dit plan is input voor de (regionale) contractering van zorgaanbieders. De
contracten moeten op 1 oktober 2014 afgesloten zijn. Tenslotte dient de Jeugdwet ook
uitgewerkt te worden in een lokaal beleidsplan en een verordening. Deze beide documenten
moeten op 1 november 2014 vastgesteld zijn door u.
Wmo 2015
De Wmo 2015 bestaat uit een omvorming van de huidige taken die onder de Wmo vallen en
de nieuwe taken die vanuit de AWBZ overgeheveld worden naar de Wmo 2015.
Wetgeving
Op 24 april heeft de Tweede Kamer ingestemd met de Wet maatschappelijke ondersteuning
2015 (Wmo 2015). De bedoeling is dat het wetsvoorstel voor het zomerreces in de Eerste
Kamer wordt behandeld. De wet zal per 1 januari 2015 in werking moeten gaan treden. Vanaf
dat moment is de gemeente niet alleen verantwoordelijk voor de taken die op dit moment al
onderdeel vormen van de Wmo (zoals huishoudelijke ondersteuning), maar ook voor de
begeleiding en dagopvang / dagbesteding van ouderen en mensen met een beperking.
Financiën
Op 14 januari is een eerste inzicht geboden in het budget dat voor de Wmo 2015. Voor
Noordenveld komt dit neer op € 2,6 miljoen voor de taken die al onder de huidige Wmo vallen
en € 5,6 miljoen voor de taken die uit de AWBZ overgeheveld worden naar de Wmo 2015. In
de meicirculaire worden de definitieve budgetten verwacht.
Implementatie
Die visienota Wmo 2013-2016 ‘Voor en met elkaar’ vormt het uitgangspunt voor de
implementatie van de Wmo 2015. Zoals ook voor de Jeugdwet geldt zullen de contracten op 1
oktober 2014 afgesloten moeten zijn. Tevens dient de Wmo 2015 uitgewerkt te worden in een
lokaal beleidsplan en een verordening. Deze beide documenten doen wij u eind 2014
toekomen.
Samenwerking
Er wordt samengewerkt met de gemeenten Assen, Aa & Hunze, Tynaarlo en Midden-Drenthe.
De samenwerking richt zich met name op het gezamenlijk analyseren van de mogelijkheden.
De besluitvorming vindt in iedere gemeente afzonderlijk plaats.
Participatiewet
Wetgeving
Een ruime meerderheid in de Tweede Kamer heeft 20 februari 2014 ingestemd met de
Participatiewet. Algemeen wordt aangenomen dat de Eerste Kamer dat op 24 juni a.s. ook
doet en dat daarmee de Participatiewet per 1 januari 2015 een feit is.
Samenwerking
De Participatiewet brengt de WWB, de WSW en de nieuwe instroom Wajong, onder één wet.
Het doel is zoveel mogelijk mensen met en zonder arbeidsbeperking aan regulier werk te
helpen. In het Sociaal Akkoord 2013 hebben de sociale partners afgesproken om voor deze
groep op termijn garant te staan voor 125.000 banen. Gemeenten, UWV, bedrijfsleven en het
onderwijs gaan op het niveau van de Arbeidsmarktregio intensief samenwerken om mensen
met een arbeidsbeperking te begeleiden naar deze garantiebanen.
Implementatie
In Noordenveld worden de WWB en de WSW uitgevoerd door respectievelijk de ISD
Noordenkwartier en Novatec. Beide partijen zijn straks ook verantwoordelijk voor de
8
VOORJAARSNOTA 2014
uitvoering van de Participatiewet. Novatec wordt geherstructureerd tot een kleine organisatie
gericht op het bieden van Beschut Werk aan mensen voor wie regulier werk niet tot de
mogelijkheden behoort. De ISD richt zich op het bieden van inkomensondersteuning en reintegratie. Dat laatste vindt plaats in nauwe samenwerking met de Arbeidsmarktregio.
Financiën
Het budget Inkomen voor gemeenten gaat geen onderdeel uitmaken van het deelfonds
Sociaal Domein. Dit blijft een specifieke uitkering waarbij het uitgangspunt is dat er landelijk
een toereikend budget beschikbaar wordt gesteld voor alle bijstanduitkeringen. Noordenveld
loopt hier dus een beperkt risico. Het re-integratiebudget WWB en WSW wordt
samengevoegd tot één integraal re-integratiebudget binnen het deelfonds. Met name op de
rijksbijdrage voor de WSW wordt de komende jaren verder gekort. Gelijktijdig blijven de
verplichtingen van gemeenten aan mensen met een WSW-arbeidsovereenkomst wel bestaan.
Door niet meer uit te geven aan re-integratie dan er aan rijksmiddelen tegenover staan, blijft
het financiële risico echter beperkt. De keerzijde is dat met name de groep met een grote(re)
afstand tot de arbeidsmarkt maar zeer beperkt bediend kan worden.
Passend Onderwijs
Wetgeving
Met ingang van het nieuwe schooljaar, 1 augustus 2014, is de Wet Passend Onderwijs van
kracht. Scholen hebben dan de zorgplicht om kinderen met een ondersteuningsbehoefte een
passende
onderwijsplek
te
bieden.
Scholen
werken
daarom
samen
in
Samenwerkingsverbanden (Swv). Per Swv moet een ondersteuningsplan worden opgesteld
waarin staat hoe de scholen de ondersteuning organiseren. Uitgangspunt is dat de
ondersteuning zoveel mogelijk op de eigen school van het kind plaatsvindt. Als dit niet lukt
dan zoekt de school binnen het Swv een plaats waar de noodzakelijke ondersteuning wel
geboden kan worden. De scholen voor het speciaal onderwijs doen ook mee in de Swv’en.
Samenwerking
Noordenveld doet voor het primair onderwijs mee in het Swv provincie Groningen en voor het
voortgezet onderwijs in het Swv Groningen Ommeland (De stad Groningen heeft een eigen
Swv). De wet schrijft voor dat de Swv’en en de betrokken gemeenten zogenoemd ‘op
overeenstemming gericht overleg’ (OOGO) voeren over de Ondersteuningsplannen. Beide
OOGO’s zijn inmiddels succesvol gevoerd.
In het OOGO zijn een aantal ontwikkelopgaven afgesproken waarover gemeenten en
onderwijs met elkaar in gesprek blijven. Daarbij gaat het om zaken als de samenhang tussen
de Jeugdzorg en het Passend Onderwijs, de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt, aanpak
‘thuiszitters’ en de gevolgen van het passend onderwijs voor het leerlingenvervoer en de
onderwijshuisvesting. Via regiovertegenwoordiging praten de individuele gemeenten en
scholen mee over deze thema’s. Voor Noordenveld gebeurt dat in het ROGO (regionaal
overleg gemeenten onderwijs) Westerkwartier-Noordenveld.
Financiën
Het passend onderwijs is theoretisch gezien de verantwoordelijkheid van scholen. Voor
gemeenten heeft het Passend Onderwijs daarom geen directe financiële gevolgen. De
uitdagingen voor gemeenten en scholen liggen vooral op het terrein van afstemming binnen
het totale Sociaal Domein.
Novatec
Wanneer de Participatiewet per 1 januari 2015 in werking treedt komt er een einde aan de
sociale werkvoorziening (sw) zoals wij die tot nu kennen in Nederland. Mensen met een vast
sw-arbeidscontract behouden hun rechten en plichten, maar nieuwe instroom is niet meer
mogelijk. Onder de Participatiewet moet iedereen, ook mensen met een arbeidsbeperking,
9
VOORJAARSNOTA 2014
zoveel mogelijk regulier werk vinden. Dit heeft uiteraard gevolgen voor Novatec, de
gemeenschappelijke regeling (GR) die namens Leek, Marum, Grootegast, Zuidhorn en
Noordenveld de sociale werkvoorziening uitvoert. Begin 2013 heeft Novatec daarom van de
GR gemeenten een herstructureringsopdracht gekregen. Sw-medewerkers voor wie dat
mogelijk is moeten werk vinden bij reguliere werkgevers, voor wie dat niet mogelijk is
organiseert Novatec Beschut Werk. De vele, vaak kapitaalintensieve werksoorten worden
daarom teruggebracht tot enkele eenvoudige werksoorten.
In haar meerjarenraming houdt Novatec rekening met de kosten van de herstructurering. Dit
zijn onder andere personele kosten en de kosten van het afstoten van gebouwen en
machines. De GR gemeenten betalen in 2014 en 2015 daarom een hoge exploitatiebijdrage
aan Novatec. In de jaren daarna, wanneer de herstructurering is afgerond, is de
exploitatiebijdrage van de gemeenten aan Novatec echter substantieel lager dan tot nu
gebruikelijk.
We zien de herstructurering van Novatec nu in de praktijk vorm krijgen. In 2013 is gestart met
het onderbrengen van de groenmedewerkers van Novatec bij de gemeenten. In Noordenveld
werken op dit moment 50 sw-medewerkers op detacheringbasis naar tevredenheid in het
taakveld Beheer.
We zien in de praktijk echter ook dat de weg naar een geherstructureerd Novatec grillig is en
dat de ontwikkeling van de herstructureringskosten zich lastig laat voorspellen. De huidige
economisch situatie is daar voor een deel debet aan. Zo brengt het afstoten van gebouwen op
dit moment hogere kosten met zich mee dan geraamd. We moeten daarom rekening houden
met een hogere exploitatiebijdrage in 2014 en mogelijk 2015 aan Novatec dan initieel
geraamd. Dit is echter een fase waar we doorheen moeten om te komen tot een kleine
organisatie Novatec voor Beschut Werk.
Ontwikkeling in de ICT
De afgelopen maanden is veel aandacht uitgegaan naar het ICT-dossier. Dit heeft
geresulteerd in een plan om op korte termijn de ICT-infrastuctuur stabiel (te maken) en stabiel
te houden, met als uitgangspunt dat herijken nu noodzakelijk is om te kunnen bouwen aan de
toekomst. We streven behalve naar betrouwbaarheid, controleerbaarheid en efficiency ook
steeds meer naar grotere effectiviteit en beter dienstverlening aan de burger. Om dit te
realiseren is een andere inrichting van de organisatie en de ICT-architectuur nodig. Wij
hebben de accountant gevraagd een oordeel te geven over de kwaliteit van onze ICT en
waar mogelijk verbeterpunten aan te dragen.
In de managementletter 2013 van uw accountant zijn de bevindingen naar aanleiding de
beoordeling van de algemene IT beheersmaatregelen aan ons gerapporteerd. De
belangrijkste bevindingen naar aanleiding van deze beoordeling waren:
•
•
•
•
Noordenveld beschikt niet over een geformaliseerd informatiebeveiligingsbeleid;
IT processen en procedures zijn in beperkte mate geformaliseerd;
Noordenveld heeft geen eenduidige change management procedure;
Autorisaties
en
geautomatiseerde
controlemaatregelen
rondom
digitale
factuurverwerking kunnen worden aangescherpt.
Tijdens de jaarrekeningcontrole 2013 heeft de accountant de opvolging van deze bevindingen
beoordeeld. Hij heeft geconstateerd dat in het voorjaar van 2014 een uitvoeringsplan ITprojecten 2014-2016 is opgesteld, dit als nadere uitwerking van het informatiebeleidsplan
10
VOORJAARSNOTA 2014
2012-2015. De accountant heeft inmiddels kennis genomen van het uitvoeringsplan en
geconstateerd dat een aantal van de gedefinieerde projecten in het uitvoeringsplan aansluiten
bij de in de managementletter gerapporteerde IT-bevindingen, waaronder het opstellen van
informatiseringbeleid, aandacht voor informatiebeveiliging en de professionalisering en
formalisatie van de IT-beheerprocessen. Naar de mening van de accountant biedt het
uitvoeringsplan IT-projecten een goede basis om de IT-omgeving verder te
professionaliseren. Daarbij merkt de accountant op dat er door ons nog nadere besluitvorming
omtrent het uitvoeringsplan moet plaatsvinden. De resultaten van het uitvoeringsplan leggen
wij via deze voorjaarsnota aan u voor.
Uit bovenstaande kan de indruk worden gewekt dat er in de afgelopen periode veel is blijven
liggen in de afgelopen jaren. Dit klopt deels, een belangrijke oorzaak hiervan is dat met het
vooruitzicht op samenwerking op het gebied van ICT met andere gemeenten, een aantal
investeringen de afgelopen jaren zijn uitgesteld om de ruimte te hebben te investeren in een
gezamenlijke lijn/aanpak. Omdat er nu geen sprake meer is van samenwerking (in STAANverband) zijn we genoodzaakt, alsnog, zelf de projecten te starten die noodzakelijk zijn om
onze bedrijfsvoering en dienstverlening op peil te houden en te voldoen aan alle wettelijke
verplichtingen.
Speelgoedmuseum Kinderwereld
Speelgoedmuseum Kinderwereld heeft een Masterplan 3.0, een visiedocument gemaakt. Dit
document geeft inzicht in de ambities van het museum voor de periode 2015-2020. Het plan
zal binnenkort worden gepresenteerd aan uw raad. Om het volledig vernieuwde museum te
kunnen realiseren vraagt de stichting om de subsidie 2015 te handhaven op het niveau van
2014. Bij de begrotingsbehandeling 2014 heeft de raad besloten de ingeboekte bezuiniging op
museum Kinderwereld van € 12.500 voor het begrotingsjaar 2014 niet door te voeren. Dit in
afwachting van de resultaten van het door het museumbestuur op te stellen Masterplan voor
een gezonde toekomst.
Ontwikkelingen onderwijshuisvesting in 2015
Op het gebied van onderwijshuisvesting zijn er grote veranderingen op komst in 2015. Het
budget wordt de komende jaren flink gekort. Het Rijk wil € 256 miljoen uit het Gemeentefonds
nemen en overhevelen naar de lumpsum voor primair en voortgezet onderwijs. Daar bovenop
komt een extra uitname van € 158 miljoen omdat het primair onderwijs straks zelf
verantwoordelijk wordt voor het buitenonderhoud van schoolgebouwen, het voorgezet
onderwijs is dat al. Hieronder gaan we uitgebreid op de twee ontwikkelingen in.
Overheveling € 256 miljoen uit Gemeentefonds voor lumpsum Funderend Onderwijs per 2015
Het kabinet wil, conform regeerakkoord, met ingang van 2015 € 256 miljoen uit het
Gemeentefonds nemen. Aanleiding hiervoor is de veronderstelde onderbesteding van
gemeenten voor onderwijshuisvesting (motie van Kamerlid Haersma-Buma). Het kabinet
voegt dit geld toe aan de lumpsum van het funderend onderwijs (primair en voortgezet
onderwijs).
Wat betekent dit voor de gemeente?
Deze
korting
heeft
negatieve
gevolgen voor
de integrale
huisvestingsplannen
onderwijshuisvesting van gemeenten. Het geld kan namelijk binnen de lumpsum niet
geoormerkt worden en schoolbesturen mogen, binnen de huidige wetgeving, niet investeren in
nieuwbouw (het zogenaamde investeringsverbod Primair Onderwijs). Deze overheveling
betekent dus dat dit geld verloren gaat voor nieuwbouw van scholen in het Primair Onderwijs.
11
VOORJAARSNOTA 2014
Wetswijziging overheveling buitenonderhoud en aanpassingen PO
Op 1 januari 2015 komt er een wetswijziging waarbij de verantwoordelijkheid voor het
buitenonderhoud en aanpassingen Primair Onderwijs (PO) overgaat van gemeenten naar
schoolbesturen. Het wetsvoorstel is op 25 juni 2013 aan de Tweede Kamer gezonden en
wordt naar verwachting dit najaar behandeld. Deze wetswijziging heeft een uitname uit het
Gemeentefonds tot gevolg van € 158 miljoen. Dit bedrag wordt aan de lumpsum van het PO
toegevoegd.
Beleidsvoornemens 2014
In het onderdeel managementrapportages zijn de autonome mutaties voor 2014 opgenomen.
Daarmee eindigde het saldo van de begroting 2014 met een bedrag van € 143.000
(afgerond). Hierna treft u een aantal voorstellen tot beleidsintensiveringen aan. De voorstellen
zijn gerangschikt naar de wijze waarop in de dekking wordt voorzien. Een uitvoerige
toelichting vindt u in bijlage D. Een resumé van de gevolgen voor de begroting 2014 vindt u
aan het slot van dit onderdeel.
Ten laste van de structurele begrotingruimte:
Onderhoudskosten basisregistratie kadaster
Onderhoudskosten datadistributie
Digid audit
Inhuur derden ten behoeve van Geo informatie
Aandeel in de kosten van het projectbureau samenwerking Leek-Roden
Verhoging budget subsidies maatschappelijke dienstverlening
Ten laste van de algemene reserve
Zaakgericht werken
Wegwerken achterstanden BAG
Implementatie gestandaardiseerde webformulieren
Electronisch publiceren en bekendmaken van regelgeving (GVOP)
Aanschaf iPad’s raadsleden
(Opleiden medewerkers) Office 2010
Opruimen munitie de Slokkert
Project CPO Nieuw-Roden
€
2.000
“ 25.000
“ 15.000
“ 15.000
“ 50.000
“ 14.000
€ 121.000
€
“
“
“
“
“
“
“
€
25.000
23.000
15.000
10.000
20.000
25.000
68.000
35.000
221.000
€
“
“
“
“
€
1.700
12.000
14.400
8.300
33.000
69.400
€
8.300
Ten laste van de (vervangings)investeringen
Kosten koppeling Corsa stroomlijn
Overgang GBI naar GBI Next (6)
Oracle 11 migratie
Aanschaf grasmaaimachines
Aanschaf vrachtwagen nr. 53
€
“
“
“
“
krediet
7.000
50.000
60.000
50.000
200.000
Ten laste van tarieven
Aanvullend krediet vrachtwagen nr. 52
€
50.000
12
VOORJAARSNOTA 2014
Ten late van de grondexploitaties
Voorbereidingskrediet herontwikkeling Boskamp-locatie
Voorbereidingskrediet Kroonvelden
Voorbereidingskrediet herontwikkeling locatie Ronerborg, Roden
Ten laste van de algemene uitkering
Armoedebestrijding
€
“
“
€
20.000
15.000
20.000
55.000
€ 85.000
Na mutatie van bovenstaande bedragen resteert op de verschillende onderdelen van het
begrotingssaldo 2014 nog de volgende saldi:
Structurele begrotingsruimte
e
Na 1 marap
€ 119.000
Af:
“ 121.000
€ 240.000
Eenmalige ruimte
Na 1e marap
€ -63.100
(nadelig)
Vervangingsinvesteringen
Na 1e marap
€ -136.400
Af:
“
69.400
€ -67.000
Nieuw beleid
Na 1e marap
€ -62.500
Af:
“
0
€ -62.500
Totaal nadelig saldo
€
47.400
13
VOORJAARSNOTA 2014
14
VOORJAARSNOTA 2014
Hoofdstuk 3 Voortgang programmabegroting 2015
In dit hoofdstuk behandelen we de volgende onderwerpen:
-Kaders programmabegroting 2015
- Kaders toezichthouder
- Interne kaders
-Ombuigingen
-Beleidsvoornemens
-Meerjarenraming 2016-2018
Kaders programmabegroting 2015
Kaders toezichthouder
De kwaliteit van de programmabegroting 2015 en de meerjarenraming 2016-2018 zal worden
getoetst door de toezichthouder, het College van Gedeputeerde Staten van de provincie
Drenthe. Elk jaar stuurt de toezichthouder een begrotingscirculaire met aandachtspunten voor
het opstellen van de begroting van het komende jaar en de daarbij horende meerjarenraming.
De circulaire van 24 april 2014 bevat informatie over een aantal onderwerpen met betrekking
tot het financieel toezicht.
Criteria repressief toezicht in 2015
Uitgangspunt bij de besluitvorming van de toezichthouder over de begroting zijn de kaders en
criteria genoemd in de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht, het Besluit begroting
en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), het financieel toezichtkader "Zichtbaar
toezicht in Drenthe" en de onlangs toegezonden begrotingscirculaire.
De uitgangspunten om voor het begrotingsjaar 2015 voor het repressieve toezicht in
aanmerking te komen zijn:
• de Begroting 2015 dient naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, in evenwicht te
zijn of als dat niet het geval is dient de meerjarenraming aannemelijk te maken dat dit
evenwicht uiterlijk in 2018 tot stand zal worden gebracht;
• de Jaarrekening 2013 dient reëel in evenwicht te zijn. Indien de jaarrekening niet in
evenwicht is kan dat, afhankelijk van de aard van het tekort, van invloed zijn bij de
bepaling van het toezichtregime;
• de vastgestelde Jaarrekening 2013 en de Begroting 2015 dienen tijdig, respectievelijk
vóór 15 juli en 15 november 2014, aan Gedeputeerde Staten te zijn ingezonden. Met
het hiervoor genoemde evenwicht wordt "structureel en reëel evenwicht" bedoeld.
Hiervan is sprake als, op basis van het bestaande beleid en het vastgestelde nieuwe
beleid, de voor het jaar 2015 geraamde structurele lasten worden gedekt door
structurele baten en de incidentele lasten worden gedekt door incidentele of
structurele baten. Indien dit niet het geval is wordt ook de meerjarenraming hierop
getoetst. Het reëel evenwicht houdt in dat onderzoek wordt gedaan naar de realiteit
van de ramingen. Daarbij dienen de begrotingen/meerjarenramingen volledig te zijn.
Beoordelingsaspecten
Algemene uitkering uit het Gemeentefonds
Bij de beoordeling of sprake is van een reëel en structureel sluitende (meerjaren)begroting
gaat de toezichthouder, voor wat betreft de algemene uitkering uit het Gemeentefonds,
tenminste uit van de Meicirculaire (2014) en de daarin opgenomen uitkeringsfactoren en de
effecten van de herijking van het Gemeentefonds.
Bij de bepaling van de accressen voor de jaren 2016 en later houden de beheerders van het
Gemeentefonds rekening met een mutatie van de prijsontwikkeling van het Bruto Binnenlands
15
VOORJAARSNOTA 2014
Product (BBP). Begroot u de algemene uitkering op basis van lopende prijzen, dan dient er
aan de lastenkant van de meerjarenraming rekening gehouden te worden met een percentage
minimaal gelijk aan dat waarop de mutatie van het BBP is gebaseerd. In het kader van
realistisch ramen verwacht de toezichthouder dat de gemeente integraal rekening zal houden
met de budgettaire effecten van de in de Meicirculaire genoemde loonstijgingen. Dit kan door
verwerking in de ramingen van de personele lasten/organisatiekosten dan wel door middel
van het ramen van een stelpost voor zover de eigen eerder vastgestelde uitgangspunten
afwijken van die opgenomen in de Meicirculaire.
Bezuinigingsmaatregelen/taakstellingen
Veel gemeenten voeren ingrijpende bezuinigingsmaatregelen uit. Het realiseren daarvan is
bepalend of het begrotingsevenwicht kan worden gehandhaafd. Bezuinigingsmaatregelen die
in de begroting worden verwerkt, beoordeelt de toezichthouder op hardheid en haalbaarheid
en verwacht dat de bezuinigingsmaatregelen concreet (op programmaniveau) zijn ingevuld.
Ook moet het proces om de maatregelen te effectueren vastliggen. Ervaringen opgedaan met
eerdere bezuinigingsoperaties worden in het oordeel van de toezichthouder meegewogen.
Met andere woorden: de financiële gevolgen van maatregelen waarmee de begroting sluitend
zal worden gemaakt moet realistisch en door uw besluitvorming onderbouwd zijn. Is dit naar
het oordeel van de toezichthouder niet het geval dan zullen deze posten op de
gepresenteerde begrotingssaldi in mindering worden gebracht. Deze correctie kan tot gevolg
hebben dat er een structureel begrotingstekort ontstaat en tot preventief toezicht leidt.
In de afgelopen jaren hebben gemeenten al meerdere bezuinigingsrondes ingevuld.
Cumulatie van diverse maatregelen kan het inzicht voor u als raad vertroebelen. De
toezichthouder adviseert u in de begroting een overzicht op te nemen van de diverse
bezuinigingsmaatregelen waartoe u nu en/of in een eerder stadium hebt besloten en die
betrekking hebben op de Begroting 2015 en verder.
Bezuinigingstaakstellingen verbonden partijen
Taakstellingen die aan de verbonden partijen, waaronder gemeenschappelijke regelingen,
worden opgelegd, worden als niet reëel beschouwd, tenzij de desbetreffende verbonden partij
of gemeenschappelijke regeling op bestuurlijk niveau heeft besloten hoe deze opgelegde
taakstelling daadwerkelijk wordt ingevuld. Er moet aannemelijk worden gemaakt dat de
verbonden partij of gemeenschappelijke regeling de opgelegde bezuinigingsmaatregel
concreet zal invullen.
Schuldpositie gemeenten
De aandacht voor de schuldpositie van de gemeenten is de laatste jaren toegenomen. Een
hoge schuldpositie brengt risico's mee. Op de eerste plaats beperkt een hoge leningschuld de
flexibiliteit van de begroting. Op de tweede plaats kan een rentestijging van de vaste
financieringsmiddelen een probleem vormen voor de budgettaire positie van gemeenten. De
toezichthouder adviseert om de schuldpositie van de gemeente historisch en toekomstig in de
paragraaf Financiering in beeld te brengen, zodat inzicht in de trend van deze schuldpositie
ontstaat. Dit kan onder ander door middel van kengetallen zoals, de debt-ratio, de netto
schuldquote en de netto schuld per inwoner.
Negatieve reserves
Reserves mogen geen negatief saldo hebben. Dit voorschrift is de laatste tijd actueel
geworden in verband met grondexploitatieverliezen. Een negatieve stand van een reserve
moet zo snel mogelijk (en uiterlijk binnen de periode van de meerarenraming) worden
weggewerkt. Lukt dit niet, dan komt de gemeente onder preventief toezicht. Wanneer de
16
VOORJAARSNOTA 2014
negatieve stand van de algemene reserve is ontstaan door het (moeten) nemen van verliezen
in de grondexploitatie, dan kan de toezichthouder onder voorwaarden de gemeente
toestemming geven dit tekort in een langere periode dan vier jaar te saneren. Ook dan komt
de gemeente onder preventief toezicht. Hoe lang de periode van saneren is, is vooral
afhankelijk van de oorzaak en de omvang van het tekort. Sanering in een periode langer dan
tien jaar is echter niet toegestaan. Over de sanering van een negatieve algemene reserve
maakt de gemeente afspraken met de toezichthouder. Zijn er nog voldoende andere reserves
beschikbaar, dan kunnen deze bijvoorbeeld worden ingezet om het negatieve saldo van een
reserve op te heffen.
Grondexploitatie
Gebleken is dat de grondexploitatie voor veel gemeenten in Nederland een substantieel risico
betekent. De toezichthouder beoordeelt de grondexploitatierisico's vooral op basis van de
jaarrekening, maar ook baseren zij het oordeel op de paragraaf Grondbeleid in de begroting.
De mate van het treffen van voorzieningen en het berekenen van de "waarde" van de
grondexploitaties wordt voor een groot deel bepaald door het gebruik van parameters.
Hiermee wordt de fasering van verkopen, toegerekende rente, kostenindex en
opbrengstenindex bedoeld. Een wijziging van elk van de gebruikte parameters kan de
berekende "waarde" substantieel beïnvloeden. Het is daarom van belang dat de gemeente
transparant is over welke parameters met welke waarden worden gebruikt. In de paragraaf
Grondbeleid kan de gemeente deze duidelijkheid creëren. De meeste gemeenten hebben
deze parameters in de afgelopen jaren bijgesteld. De actualiteit van de parameters (naar het
inzicht van heden) moet jaarlijks door de raad in de begroting en jaarrekening worden
geëvalueerd en eventueel worden herzien. Voor het geval dat nog niet (voldoende) is
gebeurd, vragen de toezichthouder concreet:
• uit te gaan van realistische planningen van het aantal uit te geven vierkante meters
van
onder
ander
woningbouw
en
bedrijventerreinen
in
de
diverse
bestemmingsplannen;
• realistische kaders te stellen, bijvoorbeeld voor aan de grondexploitatie toe te rekenen
rente en kosten;
• afstemming te zoeken met andere gemeenten op regionaal niveau en met (plannen)
van externe partijen, inclusief PPS-constructies;
• risico's van PPS-constructies en de eventueel financiële gevolgen daarvan voor uw
gemeente in beeld te brengen.
Wanneer op basis hiervan blijkt dat boekwaarden onevenredig hoog op de balans zijn
gewaardeerd, dan is het noodzakelijk om voorzieningen te vormen of afwaarderen en hiervoor
dekkingsmiddelen aanwijzen.
Interne kaders
Als gevolg van de gemeenteraadsverkiezingen in het voorjaar van 2014 heeft u in niet zoals
gebruikelijk een kadernota ter vaststelling van ons ontvangen maar in de plaats daarvan een
“Notitie kaders omvang bezuinigingen 2015 en volgende jaren” Om de uitgangspunten voor de
programmabegroting helder te formuleren vindt u in dit hoofdstuk een overzicht van de geldende
kaders. Nieuw daarbij zijn de kaders uit het bestuursprogramma “Nei Naoberschap”.
Kaders 2015 beleidsakkoord
In dit hoofdstuk komen de kaders aan de orde zoals deze zijn opgenomen in het beleidsakkoord
2014-2018
17
VOORJAARSNOTA 2014
In het voorjaar van 2014 is het bestuursprogramma ‘Nei Naoberschap’ opgesteld. Het document
is richtinggevend, maar ook dynamisch. Nieuwe ontwikkelingen en inzichten kunnen leiden tot
aanpassingen. Verder benadrukken we dat er misschien andere keuzes gemaakt moeten worden
na 2015, als de nieuwe financiële situatie van onze gemeente duidelijk is. De relevante citaten
uit het bestuursakkoord zijn hieronder integraal weergegeven.
Financiën en bedrijfsvoering
• De (met de decentralisaties gepaard gaande) bezuinigingen die ons de komende jaren
treffen maken het sluitend maken van de begroting tot hoogste prioriteit.
• De OZB wordt in principe niet meer dan trendmatig verhoogd.
• Het college komt met voorstellen om de tarieven voor eigenaren van woningen en nietwoningen zodanig met elkaar in overeenstemming te brengen, dat in deze collegeperiode
het verschil wordt teruggebracht naar nul. Uitgangspunt daarbij is dat de totale opbrengst
van de OZB (gecorrigeerd voor inflatie) gelijk dient te blijven.
• De omvang van de schulden van de gemeente mag –onvoorziene omstandigheden
daargelaten- niet verder stijgen.
• De noodzakelijke reservepositie wordt bepaald aan de hand van een risicoanalyse, die
leidt tot een bandbreedte voor de reservepositie.
• Bij bezuinigingen rust op geen enkel programma een absoluut taboe, maar de zwaksten
in de samenleving worden ontzien. Op minimabeleid wordt uitsluitend bespaard voor
zover sprake is van ondoelmatigheid in de uitvoering.
• Beleidskeuzes verdienen de voorkeur boven de "kaasschaafmethode".
• Behoud van voorzieningen is een belangrijk uitgangspunt. Als de financiële situatie
daartoe dwingt zullen besparingen allereerst worden gezocht in samenwerking, clustering
en efficiency.
• Bij verdere bezuinigingen op de ambtelijke organisatie geeft het voorstel inzicht in de
gevolgen voor het niveau van dienstverlening en taakuitvoering.
• Bij het gemeentelijk subsidiebeleid zal ook worden gekeken welke prestaties er worden
geleverd voor de beschikbaar gestelde bedragen. Daarbij wordt ook gedacht aan
cofinanciering. Die kan zowel geldelijk als materieel zijn.
Overige financiële kaders Programmabegroting 2015
In dit onderdeel zijn de richtlijnen en uitgangspunten opgenomen met een technischadministratief karakter en richtlijnen en uitgangspunten die een meer beleidsmatig karakter
hebben.
De kaders hebben betrekking op zowel de budgettaire als de vermogenspositie. De financiële
kaders zijn onder meer vastgelegd in de ‘Verordening op de uitgangpunten voor het financieel
beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële
organisatie van de gemeente Noordenveld’.
Voor de opstelling van de begroting en meerjarenramingen gaat het Besluit Begroting en
Verantwoording (BBV) uit van een sluitend perspectief. Om tot een sluitend perspectief te komen
zijn keuzes onvermijdbaar. Om tot een goede afweging en besluitvorming te kunnen komen
wordt voor de opstelling van de Kadernota en de Begroting jaarlijks een aantal richtlijnen en
uitgangspunten geformuleerd. Deze worden door de organisatie gehanteerd bij het aanreiken
van de noodzakelijke gegevens.
Richtlijnen en uitgangspunten met een technisch/administratief karakter
a. Looncompensatie
Voor de raming van de loonontwikkeling 2015 wordt aangesloten bij actuele ramingen begroting
2014. Voor de jaren daarna kan rekening gehouden worden met een stijging van 2%. De stijging
18
VOORJAARSNOTA 2014
van de personeelslasten ad 1% is gebaseerd op de volgende onderliggende gegevens:
periodieke verhogingen 0,50%, en verhoging pensioenpremie 0,50% en een algemene
loonsomstijging van 1%. Komt er een CAO-akkoord dat hoger uitvalt dan de genoemde 1%, dan
zal dat tot aanpassingen leiden van de raming. Voor de gesubsidieerde instellingen kan
eveneens worden uitgegaan van 2% ten opzichte van 2014, uitsluitend over het onderdeel
looncomponent en voor zover er al geen afzonderlijke individuele afspraken zijn gemaakt.
b. Subsidies en bijdragen
Subsidies en bijdragen aan derden worden jaarlijks geraamd op basis van bestaande subsidies
met een prijsindex van 0 %. Voor de gesubsidieerde instellingen kan daar waar sprake is van het
onderdeel looncomponent en voor zover er al geen afzonderlijke individuele afspraken zijn
gemaakt worden uitgegaan van de CAO.
c. Prijscompensatie
Voor de samenstelling van de begroting 2015 is in de uitgegeven richtlijnen en uitgangspunten
vastgesteld dat bij de ramingen uitgegaan kan worden van een prijsontwikkeling van maximaal
2% voor exploitatie en investeringen. Vanaf 2011 is de inflatiecorrectie op de gemeentelijke
budgetten niet toegepast. Voor 2013 is een geringe stijging doorgevoerd van 1%. In verband met
de onzekerheden over de ontwikkelingen ten aanzien van aanvullende rijksbezuinigingen zijn wij
van plan om niet voor 2015 de nullijn te hanteren, maar een verdere geringe stijging toe te staan.
In de begroting 2015 is met betrekking tot de ramingen voor de gemeentelijke belastingen en
heffingen rekening gehouden met een inflatieontwikkeling van 2,0%.
d. Energieheffingen
Met een verhoging van de tarieven van energie wordt rekening gehouden met een stijging van 2%.
e. Algemene uitkering
De algemene uitkering uit het gemeentefonds en onderwijsvergoedingen worden gebaseerd op
de laatst bekende circulaire van het Rijk.
f. Raming aantal inwoners en woonruimten
Het aantal inwoners en woonruimten wordt bepaald aan de hand van de laatst bekende
gegevens en aangepast aan autonome ontwikkelingen. Het aantal inwoners per 1 januari 2014 is
31.110
Raming inwoners
1 januari 2015 een inwoneraantal van 31.200
1 januari 2016 een inwoneraantal van 31.300
1 januari 2017 een inwoneraantal van 31.400
1 januari 2018 een inwoneraantal van 31.500
Raming toename woningen
1 januari 2015 toename van 45 ten opzichte van 1 januari
1 januari 2016 toename van 35 ten opzichte van 1 januari
1 januari 2017 toename van 25 ten opzichte van 1 januari
1 januari 2018 toename van 25 ten opzichte van 1 januari
2014
2015
2016
2017
Richtlijnen en uitgangspunten met een beleidsmatig karakter
a. Nieuw beleid
19
VOORJAARSNOTA 2014
Het op voorhand afwijzen van nieuw beleid is niet realistisch. Er kunnen nu eenmaal
omstandigheden zijn waarop moet worden gereageerd. Tegen de achtergrond van het
verslechterde meerjarenperspectief kan evenwel geen sprake zijn van stapelen van (nieuw)
beleid. Indien het nieuw voorgestelde beleid voldoet aan de criteria van onvermijdelijk,
onuitstelbaar en onvoorzien, dan kan dit worden betrokken bij de opstelling van de begroting
2015, mits wordt aangegeven welke bestaande activiteiten tot een gelijk bedrag ingaande 2015
komen te vervallen. Voorstellen voor nieuw beleid dienen afzonderlijk te worden geraamd en
toegelicht en worden voor de samenstelling van de begroting 2015 getoetst aan het
bestuursprogramma. Indien de raad instemt met een eventueel aanvullend pakket aan
ombuigingsmaatregelen, dat het bedrag van de noodzakelijke ombuigingen overtreft, ontstaat
ruimte voor nieuw beleid.
Vervangingsinvesteringen zijn investeringen die de continuïteit van de bedrijfsvoering moeten
waarborgen (gemeentehuis, werkplaats, bedrijfsmiddelen en automatisering).
Ramingen in de programmabegroting worden gebaseerd op door de raad vastgesteld bestaand
beleid.
Nieuw beleid wordt pas na besluitvorming daarover door de raad in de primitieve begroting 2015
opgenomen.
Voor nieuwe investeringen in 2014 worden in de programmabegroting 2014 afzonderlijke
voorstellen/kredieten opgenomen. Deze investeringen worden in de programmabegroting 2014
(op programmaniveau) en productenraming afzonderlijk toegelicht. Dat geldt ook voor de wijze
waarop in de dekking van de jaarlasten wordt voorzien.
In dit verband is het van belang inzicht te hebben in enerzijds vervangingsinvesteringen waarvan
in 2014 en volgende jaren de kapitaallasten ‘vrijvallen’ en anderzijds of vervanging daadwerkelijk
noodzakelijk is.
Vervangingsinvesteringen met een geringe omvang (< € 3.000) worden niet geactiveerd.
Daarmee wordt in de onderhoudsbudgetten rekening gehouden. Dit kader is overeenkomstig
artikel 8 lid 3 van de verordening op grond van artikel 212 Gemeentewet.
Tenslotte nog een aantal spelregels die als leidraad dienen met betrekking tot de wijze
waarop met onder- en overschrijdingen om kan worden gegaan alsmede een spelregel met
betrekking tot het ontwikkelen van nieuw beleid.
Omgaan met onder- en overschrijdingen
- (dreigende) overschrijdingen tijdig melden
- zelf compensatie zoeken voor overschrijdingen per portefeuille
- onderschrijdingen niet opsouperen met uitzondering van de BOR
- aanbestedingsvoordelen niet opsouperen met uitzondering van de BOR
Ontwikkelen bewustzijn financiële kaders bij nieuw beleid in het kort geformuleerd:
-
Plannen maken - geen geld niet doen
Eerst geld - dan plannen maken wel doen
20
VOORJAARSNOTA 2014
b. Uitstellen van investeringen
Het investeringsprogramma wordt in het kader van de opstelling van de begroting jaarlijks
bijgesteld. Tegen de achtergrond van het Bestuursprogramma wordt het bestaande
investeringsprogramma opnieuw beoordeeld.
Tevens wordt gekeken naar de plaatsing van de diverse ramingen binnen de vier jaarschijven.
De vraag daarbij is in hoeverre opgenomen ramingen ‘uitvoeringsgereed’ zijn en niet afhankelijk
zijn van afronding van allerlei procedures. Daarnaast wordt gevraagd om aan te geven in
hoeverre voorgenomen investeringen kunnen worden uitgesteld. Met andere woorden, er moet
worden aangegeven wat er niet goed gaat als een bepaalde investering wordt uitgesteld.
c. Aanbestedingsvoordelen
Vanaf 2013 vloeien alle aanbestedingsvoordelen terug naar de algemene middelen met
uitzondering van de BOR.
d. Overheveling budgetten en kredieten
Regel is dat een investering (krediet) maximaal twee jaar beschikbaar blijft (voor
vervangingsinvesteringen maximaal een jaar). Om voor het overboeken van een (restant)krediet
in aanmerking te komen dient er sprake te zijn van:
juridische perikelen;
calamiteiten;
leveranciers die niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen;
bestuurlijke besluitvorming
een en ander na overleg (twee maal per jaar) met het MT en besluitvorming via het college.
Indien niet-bestede (incidenteel beschikbaar gestelde) budgetten van bij de vaststelling van de
jaarrekening opnieuw door de gemeenteraad beschikbaar worden gesteld, vindt dekking plaats
ten laste van het jaarresultaat.
Niet-bestede structurele budgetten vervallen automatisch.
In bijzondere gevallen kan het college de raad voorstellen doen om van dit kader af te wijken.
e. Vrijvallende kapitaallasten
Het systeem van de vrijvallende kapitaallasten waarbij de vrijkomende middelen worden ingezet
voor nieuwe of vervangingsinvesteringen zetten we onverminderd voort. Het is beleidsmatig de
ruggengraat voor een gezond investeringsklimaat. Aantasting hiervan leidt op termijn
onherroepelijk tot een gebrek aan dekkingsmogelijkheden.
f. Eenmalige ruimte
Eenmalige ruimte ontstaat doordat de kapitaallasten van een investering gedurende het eerste
jaar voor 50% worden doorberekend in de exploitatie. Over de resterende 50% kan eenmalig
beschikt worden. Besloten is om een deel van dit bedrag specifiek te bestemmen voor een nader
(eenmalig) doel. Dit kan onder meer zijn het versterken van het eigen vermogen dan wel te
gebruiken als frictiepot voor ingezette ombuigingen.
g. Onvoorzien uitgaven
‘Onvoorziene uitgaven’ is een budget dat is gebaseerd op € 2,75 per inwoner. Voor een beroep
op dit budget moet in principe aan alle, doch minimaal aan één van de volgende criteria worden
voldaan:
→
onvermijdbaar
→
onafwendbaar
→
onuitstelbaar
Het bedrag mag alleen worden gebruikt voor incidentele uitgaven.
21
VOORJAARSNOTA 2014
h. Rentebeleid
Momenteel wordt in onze begroting voor de rentetoerekening van de kapitaallasten en de
boekwaarden van grondexploitaties een rekenrente gehanteerd van 4%. Dit percentage is
gebaseerd op de gemiddelde verschuldigde rente over bestaande geldleningen (4,45%) en de
geraamde rente over kortlopende schulden (3%).
i. Vermogensbeleid
Uitgangspunt is het verder versterken van het vermogen tot minimaal het vereiste niveau wat
gebaseerd op de risico’s zoals vermeld in de paragraaf weerstandsvermogen. Hieronder zijn de
mogelijkheden genoemd op basis waarvan het vermogen verder versterkt kan worden.
* Ontschotten
Het is bekend dat, naarmate de gemeente beschikt over meer gefragmenteerde reserves, er
minder aan keuzeafweging wordt gedaan (de allocatiefunctie van de begroting). Door
overschotten op reserves en voorzieningen af te romen kan ruimte worden gecreëerd om
noodzakelijke investeringen te kunnen verrichten.
* Vrij aanwendbaar maken van de algemene reserve
De algemene reserve is niet vrij aanwendbaar als
exploitatie. Wij hebben de keuze gemaakt om in drie
methodiek terug te draaien door jaarlijks een bedrag
besparen in de exploitatie. Met het nemen van deze
ingang van 2015 volledig vrij aanwendbaar.
gevolg van rente toerekening aan de
termijnen (2012 tot en met 2014) deze
(voor 2013 en voor 2014 € 75.000) te
maatregel is de algemene reserve met
* Terughoudendheid op voorstellen 2014 en 2015 die leiden tot verdere uitputting van de
algemene reserve
Om verdere uitputting van de algemene reserve te voorkomen stellen wij voor de komende drie
begrotingsjaren uiterst terughoudend te zijn om uitnamen te doen ten laste van de algemene
reserve. Uitzonderingen zullen degelijk onderbouwd aan college en raad voorgelegd moeten
worden.
* Incidentele meevallers
Daar waar het in betere conjuncturele tijden gebruikelijk was om incidentele meevallers te
gebruiken voor onder meer intensivering van investeringen worden deze meevallers vanaf 2012
onmiddellijk gelabeld via een besluit van ons college ter versterking van het eigen vermogen.
* Behoudend ramen
Een raming die in werkelijkheid op nul uitkomt is vaak uitgangspunt. Door meer het
voorzichtigheidsprincipe te hanteren dan momenteel wordt gedaan, bestaat de mogelijk om aan
het einde van het dienstjaar bewust een rekeningoverschot te creëren. Door gebrek aan
winstuitkeringen vanuit het grondbeleid en het wegvallen van overschotten vanuit het rentebeleid
is dit nog een van de spaarzame methoden om de reserves verder aan te vullen.
* Verkoop eigendommen
Het geven van hoge prioriteit aan werkzaamheden die er toe leiden dat gemeentelijke
eigendommen, die niet (meer) passen in strategische ontwikkelingen, kunnen worden afgestoten.
De opbrengsten uit verkoop van eigendommen worden beschouwd als incidentele meevallers.
22
VOORJAARSNOTA 2014
* Sparen
Als laatste kader is tot en met 2014 de volgende tekst opgenomen. “Door in de exploitatie een
vast bedrag op te nemen wordt de vermogenspositie van de gemeente verder verstrekt. Gelet op
de geringe mogelijkheden binnen de gemeentelijke exploitatie is van af 2012 een bedrag
opgenomen van € 200.000 vanwege een dotatie in de risicoreserve grondexploitatie. Zoals
bekend is deze risicoreserve gebruikt voor het afwaarderen van gronden. Door deze storting
vindt er jaarlijks een geringe maar structurele aanwas plaats van deze reserve”. Vanaf het
begrotingsjaar 2015 willen wij dit bedrag op een andere wijze inzetten. Dit heeft twee redenen.
Ten eerste wordt beoogd om met de verkoop van gemeentelijke eigendommen het eigen
vermogen verder te versterken om risico’s op te kunnen vangen. Ten tweede zijn de risico’s in
de grondexploitaties afgenomen als gevolg van het afwaarderen van de gronden. De noodzaak
om daarnaast nog te sparen neemt daarmee af. Voor de inzet van deze vrijkomende middelen
verwijzen wij u naar het onderstaande onder het kopje “Wet Waardering Onroerende Zaken”.
j. Verbonden partijen
De gemeente is betrokken bij meerdere gemeenschappelijke regelingen en verbonden partijen.
Daarvoor wordt jaarlijks een bijdrage per inwoner in rekening gebracht. Daar waar de gemeente
een pas op de plaats moet maken, dient dit ook te gelden voor deze regelingen en partijen. Voor
de stijging van de uitgaven van de gemeenschappelijke regelingen is dan ook aansluiting
gezocht bij de systematiek van het gemeentefonds. Dit betekent dat de bijdragen aan de
gemeenschappelijke regelingen worden gekoppeld aan de ontwikkeling van het gemeentefonds,
zowel positief als negatief. Concreet betekent dit ook voor de verbonden partijen ‘samen de trap
op en samen de trap af’. In dit kader en in verband met de verslechterde financiële situatie van
de gemeenten hebben de gemeenten in Drenthe de verbonden partijen begin 2011 meegedeeld
bij de opstelling van hun begroting uit te gaan van een substantiële daling van de inkomsten voor
de jaren 2012-2014. Bij de behandeling van de diverse begrotingen voor 2014 en 2015 zal
kritisch worden bekeken hoe de verbonden partijen rekening hebben gehouden met de
opgelegde korting.
Daarnaast wijst de accountant op een wijziging van in het BBV (Besluit Begroting en
Verantwoording) met betrekking tot de risicoanalyse van verbonden partijen. Met ingang van
jaarrekening 2014 zal op basis van deze wijziging op een andere wijze inzicht geven worden in
de gemeentelijke risico’s. Daarbij acht de accountant het wenselijk dat er kaders rondom de
verbonden partijen worden opgesteld. Te denken valt daarbij aan afspraken met partijen over de
informatievoorziening en de frequentie daarvan. Het verder borgen van deze afspraken in de
eigen organisatie is daarna een vervolgstap.(wie doet wat en wanneer). Een pro-actieve houding
staat hierbij voorop. De voorbereidingen om te komen tot de vermelde kaders zijn inmiddels in
gang gezet.
k. Belastingen, rechten en heffingen
In de begroting 2012 en het meerjarenperspectief tot en met 2015 is rekening gehouden met een
tariefstijging van 5% ten aanzien van de verhuur van gemeentelijke accommodaties. Het gaat
daarbij om zowel binnen- als buitensportaccommodaties, overdekt zwembad de Hullen alsmede
de welzijns- en cultuuraccommodaties. Dit kader houden we vast voor 2014. Wij hebben geen
redenen om het ingezette beleid te heroverwegen
* Wet Waardering Onroerende Zaken (wet W.O.Z.)
Met waardepeildatum 1 januari 2014 worden de OZB-aanslagen voor 2015 opgelegd.
Uitgangspunt is dat, ondanks de gewijzigde waarden van het onroerend goed, sprake is van een
gelijkblijvende belastingopbrengst. Daarnaast zijn door de raad in december 2011 besluiten
23
VOORJAARSNOTA 2014
genomen over de tarieven 2012 in verband met de verslechterde financiële situatie van de
gemeente(2% plus 5% woningen en 2% plus 3% niet-woningen). De consequenties van deze
besluiten zijn meegenomen in het meerjarenperspectief. Het hanteren van het uitgangspunt
zoals is opgenomen in het nieuw bestuursakkoord betekent dat het gedeelte van de extra
inkomsten wegvalt als dekkingsmiddel. Het ontstane tekort willen wij oplossen door het
achterwege laten van de jaarlijkse storting in de risicoreserve grondexploitaties. De motivatie om
deze storting vanaf 2015 achterwege te laten is hierboven opgenomen onder het kopje “sparen”.
* Reinigingsheffing
Op basis van het huidige beleid is er een stabiele situatie ontstaan waarbij de tariefstijging op
nul procent gehouden kan worden in de komende jaren. Komende ontwikkelingen op het
gebied van bijvoorbeeld de plastic inzameling en de mogelijke gevolgen van het nog vast te
stellende afvalbeleid
gaan
we
opvangen door
minder
kosten
restafval
en
aanbestedingsvoordelen.
* Rioolheffing
Bij de besluitvorming rondom het GRP 2013- 2017 is al toegezegd dat halverwege het GRP
geëvalueerd zou worden. Hiervoor werd destijds aangegeven dat de ontwikkeling van het
tarief in relatie tot allerlei beleidsmatige ontwikkelingen een belangrijke aanleiding vormen
voor een dergelijke evaluatie. Na de zomer zal deze evaluatie aan u gepresenteerd worden.
Een eerste doorrekening van het tarief geeft geen aanleiding voor een stijging. De
verwachting is dat de tarieven gelet op de kostendekkendheid de komende jaren niet hoeven
te stijgen.
* Forensenbelasting
Aangesloten is bij de meerjarenraming, gebaseerd op een trendmatige verhoging van de
tarieven. Uitbreiding van het areaal is niet te verwachten. Eerder een afname door een ander
gebruik (verhuur) of sloop.
* Toeristenbelasting
In juni 2010 heeft u ingestemd met het door het Recreatieschap Drenthe gedane voorstel. In
2012 is het Recreatieschap Drenthe met een nieuw voorstel tot en met 2017 gekomen. In de
begrotingsvergadering van 5 november heeft u hiermee ingestemd en de voorgestelde tarieven
tot en met 2017 vastgesteld.
2015 € 1,05
2016 € 1,10
2017 € 1,10
De forfaitaire tarieven worden hiervan afgeleid met behulp van de berekeningsvariabelen in de
verordening.
Resumé belastingen rechten en heffingen
Onderstaand overzicht is gebaseerd op eerder door de raad genomen besluiten. In het hierna
volgende overzicht worden per belastingsoort de uitgangspunten aangegeven.
Belastingsoort
OZB
Voorlopige uitgangspunten voor 2015
De door het Rijk vastgestelde macronorm
bedraagt over 2013 2,45%. Voor 2015
verwachten we een gelijkblijvende macronorm
tot 2,45. De geraamde extra inkomsten ten
opzichte van het vorig begrotingsjaar zijn voor:
24
VOORJAARSNOTA 2014
2015: € 105.000
2016: € 105.000: cumulatief € 210.000
2017: € 105.000: cumulatief € 315.000
2018: € 105.000: cumulatief € 420.000
Uitgangspunt is 100%-kostendekking. Hierop
worden de tarieven gebaseerd.
Tarieven bepalen op basis van herzien GRP.
Uitgangspunt is 100%-kostendekking. Hierop
worden de tarieven gebaseerd.
Jaarlijkse verhoging met het inflatiepercentage
van 2,0%
In 2015 zijn de tarieven gelijk aan die van 2014:
€ 1,05
Jaarlijkse verhoging met het inflatiepercentage
van 2,0%.
Jaarlijkse verhoging met het inflatiepercentage
van 2,0%.
Jaarlijkse verhoging met het inflatiepercentage
van 2,0%.
Jaarlijkse verhoging met het inflatiepercentage
van 2,0%.
Reinigingsheffing
Rioolheffing
Hondenbelasting
Toeristenbelasting
Marktgelden
Lijkbezorgingrechten
Forensenbelasting
Leges
Ombuigingen
In de notitie “Kaders omvang ombuigingen 2015 en volgende jaren” hebben wij u, met de
kennis van dat moment, op de hoogte gesteld van de gevolgen van een aantal belangrijke
onderwerpen die in 2014 en volgende jaren gevolgen hebben voor de gemeente.
Wij hebben de geschetste ontwikkelingen voor u in een resumé in deze notitie opgenomen.
Daarbij zijn wij uitgegaan van de basis zoals opgenomen in de programmabegroting 2014.
Vervolgens zijn de gevolgen op basis van het Coelo-rapport en de overige ontwikkelingen
opgenomen in een nieuw meerjarenperspectief. Het meerjarenperspectief eindigt met de mogelijke
gevolgen die de decentralisatie met zich meebrengt op basis van de huidige stand van zaken.
Ombuigingen per 1-1-2015 (bedragen in €)
2014
2015
2016
2017
1.033.000
349.000
293.000
108.000
Gevolgen inflatiecorrectie
Reeds opgenomen 2014
-703.000
544.000
-1.470.000
843.000
-2.260.000
1.151.000
-3.072.000
1.462.000
Extra kabinetsbezuiniging
Gevolgen herfstakkoord
Overige ontwikkelingen:
-bouwleges
-grondexploitatie
-577.000
-114.000
-599.000
171.000
-599.000
190.000
-599.000
228.000
-250.000
-177.000
-244.000
-250.000
-177.000
-1.133.000
-250.000
-177.000
-1.652.000
-250.000
-177.000
-2.300.000
Primitieve begroting
Met deze opstelling hebben wij rekening gehouden met de in het bestuursakkoord opgenomen
uitgangspunt met betrekking tot de gevolgen van de decentralisaties: De beschikbare
middelen bij taakoverdracht van Rijk en provincie zijn leidend voor de taakuitvoering en het
voorzieningenniveau. Dit betekent voor het meerjarenperspectief dat er geen aanvullende
ombuiging geraamd worden als gevolg van de invoering van de decentralisatie van taken. Wij
25
VOORJAARSNOTA 2014
gaan daarom uit van een inspanningsverplichting voor 2015 van € 1,1 miljoen oplopend tot €
2,3 miljoen in 2017/2018. Genoemde inspanningsverplichtingen staan los van de uitkomsten
van de meicirculaire 2014. Wij gaan u daarover afzonderlijk informeren. Voor de
bezuinigingen op korte termijn hebben wij een aantal denkrichtingen als uitgangspunt
geformuleerd
Voor het begrotingsjaar 2015 worden maatregelen voorgesteld die zoveel mogelijk afbouw
van bestaande voorzieningen ontzien. Daarbij is nog eens kritisch gekeken naar eerder
gedane ombuigingsvoorstellen en waar mogelijk een relatie gelegd met de jaarrekening 2013.
Onomkeerbare keuzes/beslissingen worden daarbij zorgvuldig vermeden dan wel zo veel
mogelijk beperkt. Het zwaartepunt ligt daarbij op de gemeentelijke organisatie en met name
op het organiseren van het werk. Wij wachten uw reactie op onze voorstellen af.
Voorgestelde bezuinigingen in de begroting 2015
Omschrijving
organisatie
inkomsten
Anders organiseren van het
beheer openbare ruimte /
gebouwen
ombuigingen
Totaal
250.000
250.000
de
13.000
13.000
Op
grond
van
gebleken
onderschrijding een verlaging
108.000
108.000
2.400
2.400
Besparing
Brinkhof
op
energie
van het budget WMO zonder
dat er sprake is van verlaging
van dienstverlening.
Verlaging van het budget
internationale contacten
Op
grond
van
gebleken
onderschrijding een verlaging
van het budget contributie en
bijdragen
10.000
10.000
Op
grond
van
gebleken
onderschrijding een verlaging
van het budget Arbo uitgaven
20.000
20.000
Op
grond
van
gebleken
onderschrijding een verlaging
van
het
budget
organisatieontwikkeling
20.000
20.000
Afschaffen van de subsidie op
rieten daken
5.000
5.000
Aanpassen
2.700
2.700
5.000
5.000
van
het
budget
afvalbeleid in dien mate dat het
samenwerkingsverband met de
Drentse
gemeenten
(Markerein) blijft behouden
Verlaging van het
energiebesparing
budget
26
VOORJAARSNOTA 2014
Verlaging van het
peuterspeelzalen
budget
Efficiencyslag bedrijfsvoering
Inkomsten (+2%)
15.500
210.000
OZB
15.500
210.000
105.000
105.000
Forensenbelasting
3.000
3.000
Lijkbezorgingrechten
3.000
3.000
Hondenbelasting
Overige leges
Totaal
623.400
1.000
1.000
15.000
15.000
127.000
38.200
788.600
In een relatief korte tijd hebben wij deze voorstellen gemaakt. Daarnaast moeten wij ook
constateren dat na een lange periode van intensieve bezuinigingen, waar inmiddels voor een
bedrag van € 6 miljoen is omgebogen, de spoeling erg dun is geworden om aanvullende
keuzes te maken die niet ten koste gaan van de kwaliteit van dienstverlening en het in stand
houden van het huidige niveau van voorzieningen. Wij beseffen ons terdege dat we met deze
denkrichtingen nog geen sluitende begroting 2015 presenteren. Daarom hebben wij de
organisatie
opdracht
verstrekt
om
onderzoek
te
doen
naar
verdergaande
bezuinigingsmaatregelen. Wij kunnen echter niet garanderen dat wij met deze aanvullingen
kunnen blijven voldoen aan het in stand houden van de huidige kwaliteit van dienstverlening
en voorzieningen. Daarbij sluiten wij als mogelijk alternatief een extra verhoging van de
onroerend goed belasting op voorhand niet uit. Uiteraard staan wij open voor denkrichtingen
en suggesties van uw kant.
In 2015 zullen de effecten van de herijking gemeentefonds in werking treden. Voor onze
gemeente betekent het effect een extra korting van € 240.000. Gelet op de huidige financiële
situatie van de gemeente betekent een extra korting extra bezuinigingen boven op de eerder
gememoreerde € 1,1 miljoen. Deze extra bezuiniging willen wij realiseren door een koppeling
te leggen tussen de zogenaamde clusteronderdelen uit het gemeentefonds die voor ons
nadelig uitvallen door een korting per inwoner. Daarbij zijn een drietal clusters van belang:
Maatschappelijke zorg
€ 10.000
Educatie
€ 91.000
Infrastructuur/water en wegen
€ 139.000
Wij vinden het in deze unieke situatie reëel dat we de ons opgelegde korting doorvertalen
naar de gemeentelijke beleidsvelden. Wij denken daarbij aan een taakstelling die voor de
vaststelling van de programmabegroting 2015 geëffectueerd zal zijn.
Bezuinigen of ombuigen
Ombuigen is een ruimer begrip dan bezuinigen. Bij bezuinigen stellen we ons de vraag of een
bepaalde taak met een bepaald percentage minder kan worden uitgevoerd. Bij ombuigingen
stellen we ons meer fundamenteel de vraag of we een taak als gemeente zelf moet uitvoeren,
of samen met anderen, of aan een andere partij moeten uitbesteden of helemaal niet meer
moeten doen. Daarmee bezuinigen we niet meer op afzonderlijke taken maar buigen we het
gemeentelijke takenpakket om in een door uw raad gewenste richting. Met andere woorden
een strategische heroriëntatie van de organisatie. Wij gaan hier nader op in onder het kopje
“Strategische heroriëntatie”.
27
VOORJAARSNOTA 2014
Wat eraan vooraf ging
Het proces van ombuigen begint met de kadernotitie 2014. Daar is door ons een sterke
winstwaarschuwing afgegeven vanaf het begrotingsjaar 2015. In de Programmabegroting
2014 constateerden we in de inleiding dat een veelheid aan onderwerpen de mate van
betrouwbaarheid van een meerjaren prognose ernstig ondergraaft terwijl tegelijk de
inspanningsverplichting voor de middellange termijn fors is. Wij konden daarvoor op dat
moment geen betrouwbare onderbouwing geven.
Korte en (middel)lange termijn
Met deze onzekerheden in het achterhoofd zijn wij een proces gestart om te komen tot
ombuigingen voor de korte en de (middel)lange termijn. De korte termijn richt zich op het
sluitend krijgen van de begroting voor 2015. De (middel)lange termijn richt zich op de jaren
2016 en verder en een sluitend meerjarenperspectief. Wij hebben ons gerealiseerd dat dit
onderscheid ons de kans biedt om de ombuigingen die nodig zijn voor met name de
(middel)lange termijn anders te benaderen. Niet de veelgebruikte en daarom sleetse
kaasschaafmethode maar een fundamentele bezinning op de taken van de gemeente.
Gefaseerde aanpak
Wij hebben ervoor gekozen het vinden van mogelijkheden tot ombuigingen gefaseerd aan te
pakken. In de eerste fase hebben wij, na bestudering van enkele rapporten (COELO,
Schuldpositie gemeenten), een doorrekening van de effecten van de drie decentralisaties en
de overige bezuinigingen als gevolg van het Herfstakkoord, de omvang van het probleem in
kaart gebracht. De financiële omvang ervan bepaalden we op € 2.300.000. Uitgangspunt
daarbij is dat de invoering van de decentralisaties budgettair neutraal gaat verlopen. We
berichtten u hierover in januari jongstleden. Daarmee hebben we uw raad op basis van de
toen beschikbare informatie een meer betrouwbare onderbouwing voorgelegd voor onze
eerder gedane constateringen.
Tegelijkertijd hebben wij in fase twee intern gegevens verzameld op basis van
bezuinigingsvoorstellen die in eerdere ronden waren opgesteld en niet of niet geheel waren
overgenomen. Deze gegevens zijn geactualiseerd.
Gedurende de fase van gegevens verzamelen is aan de hand van scenario’s ook gekeken
naar het ombuigingspotentieel voor de (middel)lange termijn. We hebben vastgesteld dat
toepassing van sommige scenario’s voor bepaalde taken kan leiden tot besparingen. Echter,
omdat het dan gaat over ombuigingen waarover brede politieke consensus niet zondermeer
verondersteld mag worden hebben we ervoor gekozen, een gedachtewisseling hierover in uw
raad met elkaar en goed voor te bereiden. Wij kunnen ons voorstellen dat uw raad hierover in
gesprek wil met de inwoners van onze gemeente. Bij deze voorbereiding zullen wij dan ook
het proces van communicatie en participatie met onze inwoners betrekken. Daarmee ronden
we de derde fase af.
Strategische heroverweging
Van lucht in de begroting tot strategische heroverweging van gemeentelijke taken. Twee
uitersten om te kijken naar extra financiële ruimte. Het is onze overtuiging dat men niet ziek
hoeft te zijn om beter te worden. We zien de huidige tijd niet alleen als een tijd van schaarste
en onzekerheid, maar ook als een ‘tijd van transitie’. Transitie omdat het nodig is het ‘oude’
los te laten en ruimte te bieden voor het ‘nieuwe’. In veel situaties gaat het verder dan
simpelweg de financiële huishouding en het risicomanagement op orde brengen.
De toekomst is moeilijk te voorspellen. Daarom maken we soms gebruik van scenario’s:
toekomstbeelden.
28
VOORJAARSNOTA 2014
Onder deze scenario’s liggen aannames over de manier waarop het openbaar bestuur zich op
lange termijn ontwikkelt, mede in samenhang met de maatschappelijke omgeving. Daarbij is
voortgebouwd op ontwikkelingen die nu al deels zichtbaar zijn en worden verkend. Overheden
kunnen ervoor kiezen zich verder te ontwikkelen in de richting van één of meer scenario’s.
De onderscheidende ontwikkelpatronen van de scenario’s zijn gebaseerd op de belangrijkste
ontwikkelingen in de gemeentelijke beleidsvoering en de gemeentelijke organisatie.
Uit deze ontwikkelpatronen ontstaan het “vier richtingen” model waarin gemeenten zich
kunnen ontwikkelen. Deze richtingen zijn niet autonoom maar het gevolg van bewuste en
samenhangende keuzes:
Wij hebben de toekomstscenario’s voor gemeentelijke producten uitgewerkt. Deze kunnen
helpen bij het beantwoorden van de vraag: wat voor een gemeente willen we zijn? Werken
met deze scenario’s geeft gelegenheid tot een strategische heroriëntatie en is daarmee
gericht op de langere termijn. In de gemeentelijke context: het meerjarenperspectief.
De bedoeling van het werken met scenario’s is dat u zich, kijkend naar een gemeentelijk
product, de vraag stelt of het hier een publieke taak betreft. Is het antwoord op deze vraag ja,
dan volgt de afweging:
• of deze het beste kan worden uitgevoerd door de gemeente (uitvoeringsmodel);
• of deze het beste in samenwerking met andere organisaties kan worden uitgevoerd
(samenwerkingsmodel);
• of deze het beste kan worden uitgevoerd door andere partijen (uitbestedingsmodel).
Is het antwoord op de vraag nee, dan volgt de afweging of het initiatief dan niet beter aan de
inwoner of maatschappelijk veld kan worden gelaten.
We hebben de vier modellen hieronder nader uitgewerkt. Het werken met scenario’s (of
brillen) kan leiden tot afbakeningsdiscussies. Wat valt onder de een en wat moet tot de
andere gerekend worden. En voor je het weet moet je de verleiding weerstaan om allerlei
tussenmodellen in te voegen. We zijn ons er van bewust dat dit een wezenlijke discussie is.
Tenslotte is de werkelijkheid genuanceerder dan vier modellen kunnen uitdrukken. Toch
willen we werken met ‘slechts’ vier modellen en deze zo scherp mogelijk afbakenen. We
denken dat dit het beschrijven van potentiële ombuigingen in dit stadium vergemakkelijkt. De
nuance zou een plaats kunnen krijgen bij een verdere uitwerking nadat het college hierover
besluiten heeft genomen.
Bij het uitvoeringsmodel is de achterliggende drijfveer: publieke taken en collectieve functies
kunnen het beste door de overheid zelf worden gedaan. Een bepaalde taak wordt zondermeer
gezien als een gemeentetaak. En dan in de volle breedte. Dus we bedenken het, we bepalen
wat en hoe en we voeren het zelf uit. Dit model sluit aan bij de klassieke opvatting van de rol
van de (gemeentelijke) overheid in de verzorgingsmaatschappij. De gemeentelijke overheid
neemt een centrale positie in binnen het publieke domein.
Bij het samenwerkingsmodel is de achterliggende drijfveer: Alleen via intensieve
samenwerking tussen overheden, maatschappelijke instellingen en soms zelfs het
bedrijfsleven zijn publieke taken en collectieve voorzieningen uit te voeren. De gemeente ziet
een taak wel als overheid(kern)staak, maar kiest ervoor (vanwege redenen die bijvoorbeeld te
maken hebben met kwaliteit, kwetsbaarheid, kosten, kennis of klant) bij het realiseren ervan
partners te zoeken en zelf als partner deel te in wisselende samenwerkingsverbanden. De
29
VOORJAARSNOTA 2014
positie van de gemeente in het publieke domein is niet centraal maar er één van wederzijdse
afhankelijkheid.
De drijfveer in het uitbestedingsmodel is de stellige overtuiging dat publieke taken en
collectieve functies weliswaar een gemeentetaak zijn, vaak gerelateerd aan strategische
doelen, maar dat die het beste gerealiseerd kan worden door andere, soms zelfs
marktpartijen1. Ook hier kunnen overwegingen die samenhangen met de vijf K’s meespelen in
de uiteindelijke keuze voor dit model. De rol van de gemeente is centraal, maar dan in de zin
van een monopolistisch inkoper van diensten en producten. Sturing vindt plaats via
voorwaarden in contracten.
De drijfveer bij het faciliteringsmodel is de stellige overtuiging dat publieke taken en
collectieve functies heel goed aan de burger(s) zelf kunnen worden overgelaten. De
gemeente laat het initiatief nadrukkelijk bij de burger of collectieven van burgers. Als daaruit
een initiatief komt beoordeelt de gemeente op dat moment of en hoe zij dat initiatief wil
ondersteunen. Bijvoorbeeld door het bieden van een platform, ruimte, kennis, financiële
middelen. Als er geen initiatief komt is het ook goed. De rol van de gemeente is die van een
toevallige deelnemer aan een spontaan opkomend initiatief vanuit de samenleving.
Beleidsvoornemens 2015
Algemeen
De beleidsvoorstellen en vervangingsinvesteringen voor 2015 zijn richtinggevend en worden
bij de programmabegroting 2015 geaccordeerd. Een gedetailleerde toelichting is te vinden in
bijlage E.
Ten laste van de structurele begrotingsruimte
Drank- en Horecawet (DHW)
Fte tbv handhaving BAG constateringen
Onderhoud Registratie Grootschalige Topografie (BGT)
€
“
“
15.000
30.000
8.000
Ten laste van de éénmalige ruimte
Voorbereiding voordracht plaatsing Koloniën Weldadigheid
op Unesco Werelderfgoederenlijst
Bijdrage in Ontwikkelingsbureau Veenhuizen
€
“
50.000
50.000
Ten laste van specifieke uitkeringen
Onderwijsachterstandbeleid
€
28.600
€
“
“
“
“
“
“
12.000
7.200
24.000
16.500
39.900
25.200
9.000
Ten laste van de (vervangings)investeringen
Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT)
Overgang GBI 4 naar GBINext (6)
Vervangingskrediet hardware
Renovatie gemeentelijk gebouwen
Meeliftinvesteringen wegen/rioolonderhoud
Investeringen openbare verlichting
Meeliftprojecten GVVP
1
€
“
“
“
“
“
“
krediet
50.000
30.000
100.000
182.500
443.000
280.000
100.000
Uiteraard geldt dit niet voor alle taken op het terrein van openbare orde. Tenslotte heeft alleen de overheid het
monopolie op geweld.
30
VOORJAARSNOTA 2014
Ten laste van tarieven
Vervangingsinvesteringen riolering
€
2.572.000
€ 188.900
Meerjarenraming 2015-2018
Wij hebben besloten om de actualisatie van de meerjarenraming te koppelen aan de
uitkomsten van de meicirculaire 2014.
31
VOORJAARSNOTA 2014
32
VOORJAARSNOTA 2014
Hoofdstuk 4 Nawoord
Met deze voorjaarsnota hebben wij voldaan aan onze informatie plicht u op de hoogte te
stellen van de voortgang over het dienstjaar 2014. Onze conclusie is dat de uitkomsten van
de managementsrapportages geen aanleiding geven om voor het lopende jaar ingrijpende
maatregelen te nemen. Tevens hebben wij, waar nodig, ingezet op een aantal investeringen
die wij voor het jaar 2014 nog noodzakelijk achten. Met name de ICT zien wij momenteel als
speerpunt van beleid. Ook voor 2015 zijn wij voornemens om een aantal investeringen in het
kader van ICT aan u voor te leggen.
Daarnaast hebben wij getracht u een doorkijkje te geven naar 2015 en volgende jaren. Wij
merken dat wij nog steeds gehinderd worden door onvoldoende informatie vanuit het rijk.
Zoals eerder toegezegd zullen wij u zo spoedig mogelijk de informatie doen toekomen over de
gevolgen van de meicirculaire en met name de relatie met de decentralisaties. In die zin zal
het geschetste meerjarenperspectief op basis van deze uitkomsten worden aangepast. Wij
hebben voor 2015 richtinggevende uitspraken gedaan hoe de begroting 2015 sluitend kan
worden gemaakt. Daarnaast hebben wij aangegeven hoe wij procesmatig met de strategische
heroverwegingen om willen gaan in relatie tot de het meerjarenperspectief tot en met 2018
Alles overwegende komen wij tot de slotsom dat vanuit de huidige stabiele financiële basis er
een uitdaging voor de komende tijd op ons wacht voor inwoners, maatschappelijk veld,
gemeentebestuur en organisatie om deze stabiliteit te continueren en daar waar mogelijk uit
te bouwen, waarbij maximaal uitvoering zal worden gegeven aan de uitgangspunten van het
bestuursakkoord voor de komende jaren. Wij zien dit naast de invoering
van de
decentralisaties als één van onze grote uitdagingen voor de komende periode.
33
VOORJAARSNOTA 2014
34
VOORJAARSNOTA 2014
Hoofdstuk 5 Besluitvorming
Wij stellen u voor:
1. In te stemmen met de mutaties uit de 1 e marap
2.
3.
De volgende budgetten voor 2014 beschikbaar te stellen:
Ten laste van de structurele begrotingruimte:
Onderhoudskosten basisregistratie kadaster
Onderhoudskosten datadistributie
Digid audit
Inhuur derden ten behoeve van Geo informatie
Aandeel in de kosten van het projectbureau samenwerking Leek-Roden
Verhoging budget subsidies maatschappelijke dienstverlening
“
“
“
“
“
2.000
25.000
15.000
15.000
50.000
14.000
Ten laste van de algemene reserve
Zaakgericht werken
Wegwerken achterstanden BAG
Implementatie gestandaardiseerde webformulieren
Electronisch publiceren en bekendmaken van regelgeving (GVOP)
Aanschaf iPad’s raadsleden
Opleiden medewerkers Office 2010
Opruimen munitie de Slokkert
Project CPO Nieuw-Roden
€
“
“
“
“
“
“
“
25.000
23.000
15.000
10.000
20.000
25.000
68.000
35.000
Ten laste van tarieven
Aanvullend krediet vrachtwagen nr. 52
€
8.250
Ten late van de grondexploitaties
Voorbereidingskrediet herontwikkeling Boskamp-locatie
Voorbereidingskrediet Kroonvelden
Voorbereidingskrediet herontwikkeling locatie Ronerborg, Roden
€
“
“
20.000
15.000
20.000
Ten laste van de algemene uitkering
Armoedebestrijding
€ 85.000
€
krediet
50.000
€
De volgende kredieten voor 2014 beschikbaar te stellen
Ten laste van de (vervangings)investeringen
Kosten koppeling Corsa stroomlijn
Overgang GBI naar GBI Next (6)
Oracle 11 migratie
Aanschaf grasmaaimachines
Aanschaf vrachtwagen nr. 53
4.
€
“
“
“
“
krediet
7.000
50.000
60.000
50.000
200.000
€
“
“
“
“
1.700
12.000
14.400
8.300
33.000
De beleidsvoorstellen 2015 (inclusief investeringen) voor kennisgeving aan te nemen
35
VOORJAARSNOTA 2014
36
Bijlage A Voortgang bezuinigingen begroting 2014-2017
Omschrijving
2014
2015
2016
Gymzalen Floralaan en
Klimop afstoten vanwege
geringe bezetting en daling
aantal leerlingen
65.000
65.000
65.000
Privatiseren kantines
VV Veenhuizen en Korfbalvereniging Noordenveld
24.000
24.000
24.000
Privatiseren sportvelden
86.500
86.500
86.500
Openbaar bibliotheekwerk
50.000
50.000
50.000
119.000
119.000
119.000
ICO / Muziekscholen
37
2017 Motivering indien de bezuiniging in Welke acties zijn ondernomen om de
2014(nog) niet gerealiseerd is
voorgenomen bezuinigingen vanaf 2015 te
realiseren
65.000 Bezuinigingen staan gepland voor
Het bestuur van CBS De Rank heeft een brief
2014
ontvangen dat de gymzaal aan de Floralaan sluit
na het schooljaar 2013/2014. Momenteel zijn we
bezig de gebruikers van de gymzaal onder te
brengen in andere accommodaties. De verwachting
is dat we de gymzaal kunnen sluiten na schooljaar
2013/2014.
Gymzaal Klimop is inmiddels afgestoten.
24.000 Bezuinigingen staan gepland voor
We hebben conceptovereenkomsten klaar.
2014
Wanneer de beide clubbesturen akkoord zijn,
kunnen we de overdracht van beide clubgebouwen
formaliseren.
86.500 Het gaat in dit geval om overdragen
We hebben € 57.000 bezuinigd op het onderhoud
van het reguliere veldonderhoud aan van gemeentelijke sportvelden. Zie voorstel met
buitensportverenigingen die velden
kenmerk BW13.0836.
van ons huren. Het is niet reëel een
bezuiniging van € 30.000 in te boeken
voor 2013, omdat we samen met de
verenigingen de mogelijkheden nog
aan het verkennen zijn. Bovendien
hebben de verenigingen niet de
noodzakelijke machines en mankracht
op dit moment om structureel regulier
onderhoud uit te voeren.
50.000 De totale bezuiniging van € 50.000 is Het contract met de bibliobus is opgezegd met
over 2 jaar verdeeld (2014 en 2015)
ingang van 2015. In alle drie de kernen gaat de
bibliotheek verhuizen (in Peize is de bibliotheek als
verhuisd) en daarmee ook inkrimpen.
119.000 Het ICO wil met ingang van 1
Bezuiniging is geëffectueerd in de subsidieaugustus 2014 stoppen met de lessen beschikking. Het ICO heeft bezwaar gemaakt. De
en cursussen in de particuliere markt stichting wil frictiekosten als gevolg van
en zich volledig richten op het
reorganisatie per 1 augustus 2014 (totaal €
onderwijs. Om de stichting de kans te 125.000) verhalen op gemeente.
geven het cursusjaar 2013-2014 op
een goede manier af te sluiten
hebben wij de subsidie 2014
gehandhaafd op het niveau van 2013.
Museum Kinderwereld
12.500
12.500
12.500
12.500
Stichting Mensinge
21.600
21.600
21.600
21.600
Stichting WiN
Vrijwilligersbeleid / Overige
kosten maatschappelijk werk
65.000
20.000
91.000
20.000
91.000
20.000
91.000 Wordt gerealiseerd
20.000 Nee, staat gepland voor 2014
Vrijwilligersbeleid / Maatschappelijke stages
12.000
12.000
12.000
12.000 Nee, staat gepland voor 2014
8.600
8.600
8.600
30.000
30.000
30.000
Leerlingenvervoer
Beperking openingstijden
gemeentehuis
38
8.600
30.000 Door niet meer extern in te huren bij
buza en de 1e lijn gedurende de
zomer-piek enerzijds en de balie ’s
middags te sluiten tijdens de zomervakantie wordt dit jaar conform
toezegging bezuinigd (€22.000 van de
€30.000)
De gemeenteraad heeft Kinderwereld de kans
gegeven een toekomstplan te maken. Het subsidiebedrag 2014 is hiermee gehandhaafd op het niveau
2013. Het toekomstplan wordt binnenkort
gepresenteerd aan de raad. Kinderwereld vraagt
ook voor 2015 hetzelfde subsidiebedrag aan. In de
jaren daarna, bij realiseren van de plannen, loopt
het subsidiebedrag geleidelijk af naar 0.
Er is een nieuwe uitvoeringsovereenkomst (tot en
met 2017) afgesloten met de Stichting Mensingecomplex. Tot en met 2017 wordt er structureel €
27.000 bezuinigd. Vanaf 2018, als uitkoop van de
vorige pachter is afgeschreven, kan er nog eens
structureel € 25.000 bezuinigd worden.
Wordt gerealiseerd
Ja, wordt gerealiseerd in 2014; zit in de bezuiniging
op WiN voor 2014
Ja, wordt gerealiseerd in 2014; zit in de bezuiniging
op WiN voor 2014
Schooljaar 2014-2015 wordt de verordening
gekanteld waardoor deze bezuiniging alsnog
gerealiseerd zal worden
In de tweede helft van 2014 vindt er een evaluatie
plaats. Op bais daarvan zult u verder geïnformeerd
worden.
VOORJAARSNOTA 2014
Bijlage B Toelichting mutaties programmabegroting 2014 naar aanleiding
van de managementrapportages
Programma Burger en bestuur
Omschrijving
Lasten
Saldo voor wijziging voorjaarsnota
Baten
6.197.900
Product 657 Verkiezingen
1.160.200
20.000
Product 161 Bijzondere baten en lasten
-verkoop vrachtwagen
-verkoop strookjes grond
-locatie vm Eskampenschool Peize
14.000
22.000
100.000
Totaal
6.217.900
1.296.200
Toelichting:
Product 657 Verkiezingen
Verkiezingen Europees Parlement
Jaarlijks wordt een vast bedrag geraamd voor het houden van verkiezingen. Daarbij wordt
voor wat betreft de raming uitgegaan van één verkiezing per jaar. In afwijkende gevallen,
zoals in 2014 worden de bedragen bijgeraamd indien er sprake is van meer dan één
verkiezing in dit jaar (gemeenteraad en europees parlement). Er is extra budget nodig van €
20.000 om de daggelden van de stembureauleden te betalen en de huur van de negentien
stemlokalen te voldoen.
Product 161 Bijzondere baten en lasten
Verkoop vrachtwagen
In het verslagjaar is een buiten gebruik gestelde vrachtwagen verkocht. De verkoopopbrengst
van de afgeschreven vrachtwagen bedraagt € 14.000.
Verkoop strookjes grond
T/m april is voor € 22.000 aan opbrengsten gegeneerd.
Incidentele verkoop van strookjes grond worden verantwoord onder het product bijzondere
baten en lasten.
Locatie vm Eskampenschool Peize
Bij collegebesluit van 21 september 2010 is € 100.000 beschikbaar gesteld voor het
herontwikkelen van de locatie v.m. Eskampenschool te Peize. De middelen zijn gedekt door
een meevaller in eerder toegekende BDU-middelen 2007 t/m 2009.
Op de middelen rust geen verplichting meer omdat het project geen doorgang vindt. Het
bedrag kan dan ook vrijvallen ten gunste van 2014.
39
VOORJAARSNOTA 2014
Programma Integrale veiligheid
Omschrijving
Lasten
Saldo voor wijziging voorjaarsnota
Baten
2.128.200
21.300
2.128.200
21.300
Product
Totaal
Toelichting:
Geen bijzonderheden
40
VOORJAARSNOTA 2014
Programma Beheer Openbare Ruimte
Omschrijving
Lasten
Saldo voor wijziging voorjaarsnota
Baten
8.244.000
439.400
8.244.000
439.400
Product
Totaal
Toelichting:
Geen bijzonderheden
41
VOORJAARSNOTA 2014
Programma Economische ontwikkeling
Omschrijving
Lasten
Saldo voor wijziging voorjaarsnota
Baten
738.400
Product 416 Agrarische zaken/landerijen
232.100
500.000
Product 414 Rodermarkt
-10.000
Product 415 Baten Rodermarkt
-24.000
Totaal
728.400
708.100
Toelichting:
Product 416 Landerijen
Uitvoering wordt gegeven aan het Jos Dijcker rapport waarbij voor de gemeente overbodige
gronden worden verkocht. De eerste transacties hebben plaats gehad. Dit levert een fors
bedrag op aan incidentele baten. Daarnaast treedt hierdoor vermindering op aan structurele
pachtinkomsten. In de door de raad vastgestelde programmabegroting 2013 is aangegeven
dat incidentele meevallers (waaronder grondverkopen) ingezet zullen worden ter versterking
van het eigen vermogen. Zie hiervoor Algemene Dekkingsmiddelen onderdeel mutatie
reserves.
Product 414 Rodermarkt
De verzelfstandiging van de Rodermarkt heeft een aantal gevolgen. Het overdragen van de
organisatie en beheer levert ondermeer een besparing op de inzet van de markmeesters en
administratieve ondersteuning. Door het vertrek van de marktmeesters zijn de kosten hiervoor
in de begroting 2013 en 2014 reeds gewijzigd en levert dit een voordeel op. In 2014 wordt
verder uitvoering gegeven aan het overdragen van de Rodermarkt aan de Vereniging voor
Volksvermaken. We sluiten niet uit dat op termijn nog meer bezuinigd kan worden op zowel
personele inzet als op de post levering derden.
Product 415 Baten Rodermarkt
De baten (marktgelden en pachtinkomsten kermis) worden overgedragen aan een externe
partij.
42
VOORJAARSNOTA 2014
Programma Onderwijs
Omschrijving
Lasten
Saldo voor wijziging voorjaarsnota
Baten
15.376.100
Product 544 Gymlokalen
12.011.700
30.000
Product 530 Bestuur en beheer basisonderwijs
-inleenvergoeding WIW
-vergoeding OPON in bovenschools management
Totaal
-14.700
-55.000
15.336.400
12.011.700
Toelichting:
Product 544 Gymlokalen
Vervoer gymonderwijs
In de eerste managementrapportage 2013 hebben we aangegeven dat het budget voor
gymvervoer onvoldoende is. Voor 2013 is het budget met € 20.000 verhoogd tot € 66.162. De
noodzakelijke verhoging is € 30.000 en is nog niet structureel verwerkt in de begroting.
De kosten vallen hoger uit doordat er meer beroep wordt gedaan op gymnastiekvervoer.
Product 530 Bestuur en beheer openbaar basisonderwijs
Inleenvergoeding WIW
Deze kosten (€ 14.700) worden door de bovenschoolse directie OPON betaald.
Vergoeding OPON in kosten bovenschools management
In het kader van de bezuinigingen zijn de gemeentelijke bijdragen in de loonkosten (€ 55.000)
komen te vervallen. In de begroting 2014 is hier geen rekening mee gehouden.
43
VOORJAARSNOTA 2014
Programma Sport
Omschrijving
Lasten
Saldo voor wijziging voorjaarsnota
Baten
2.854.900
733.400
2.854.900
733.400
Product
Totaal
Toelichting:
Geen bijzonderheden
44
VOORJAARSNOTA 2014
Programma Cultuur
Omschrijving
Lasten
Saldo voor wijziging voorjaarsnota
Baten
1.729.000
38.600
1.729.000
38.600
Product
Totaal
Toelichting:
Geen bijzonderheden
45
VOORJAARSNOTA 2014
Programma Recreatie en toerisme
Omschrijving
Lasten
Saldo voor wijziging voorjaarsnota
Baten
405.700
6.100
405.700
6.100
Product
Totaal
Toelichting:
Geen bijzonderheden
46
VOORJAARSNOTA 2014
Programma Werk & Inkomen
Omschrijving
Lasten
Saldo voor wijziging voorjaarsnota
Baten
14.156.100
Product 525 Sociale werkvoorziening
11.010.900
40.000
Totaal
14.196.100
11.010.900
Toelichting:
Product 525 Sociale werkvoorziening
Exploitatiebijdrage Novatec
Onlangs is bekend geworden dat de bijdrage per SE (sociale equivalent) naar aanleiding van
het voorlopige rekeningresultaat 2013 Novatec hoger uitvalt. De jaarstukken zijn nog niet in
ons bezit, waardoor een analyse nog niet gegeven kan worden.
47
VOORJAARSNOTA 2014
Programma Zorg en Welzijn
Omschrijving
Lasten
Saldo voor wijziging voorjaarsnota
Baten
10.517.000
Product 527 Jeugdgezondheidszorg, uniform deel
Product 524 Basisgezondheidszorg
2.140.500
-65.000
15.000
Product 593 WMO
-collectief vervoer
-rolstoelen en overige voorzieningen
-hulp bij huishouden
-persoonsgebonden budget
-20.000
-50.000
104.000
-104.000
Product 384 Vreemdelingen
Product 516 Overige multifunctionele accommodaties
-gebouw de Essen
-vm Boskampmavo
Totaal
30.000
19.000
13.500
-36.500
-25.000
10.404.000
2.134.500
Toelichting:
Product 527 Jeugdgezondheidszorg, uniform deel
Bijdrage GGD
Als gevolg van de bezuinigingen die vanaf 2013 zijn doorgevoerd door de GGD voor de JGZ
4-19 jaar kan de gemeentelijke begroting met € 65.000 naar beneden worden bijgesteld.
Product 524 Basisgezondheidszorg
Bijdrage GGD
De GGD voert binnen de gemeenschappelijke regeling het basistakenpakket uit volgens de
Wet publieke gezondheidszorg. De inwonersbijdrage wordt jaarlijks vastgesteld voor de twaalf
gemeenten. De vastgestelde bijdrage is € 15.000 structureel hoger dan het gehanteerde
budget binnen Noordenveld.
Product 593 Wet maatschappelijke ondersteuning
Collectief vervoer
De bezuiniging op het collectief vervoer is nu volledig afgerond waardoor het eindresultaat
bekend is. Dientengevolge kan de raming voor het collectief vervoer met € 20.000 naar
beneden bij worden gesteld.
Rolstoelen en overige voorzieningen
Het heffen van een eigen bijdrage op scootmobielen en het verstrekken van minder
voorzieningen in deze categorie maken dat de raming met € 50.000 naar beneden kan worden
bijgesteld.
Hulp bij huishouden/Persoonsgebonden budget
Er wordt meer geld (€ 104.000) uitgegeven aan hulp bij het huishouden in natura en dit wordt
voornamelijk veroorzaakt door de indexatie op de tarieven. Op de post Persoonsgebonden
48
VOORJAARSNOTA 2014
Budget wordt minder uitgegeven (€ 104.000). Door deze verschuiving van meerkosten bij
Huishoudelijk Hulp en minder kosten bij PGB is een budget neutrale wijziging mogelijk.
Product 384 Vreemdelingen
Opvang vluchtelingen
Om de wettelijk verplichte taak huisvesting en integratie van statushouders goed te laten
verlopen is het noodzakelijk de ramingen bij te stellen. De afgelopen jaren zijn de kosten
aanvullend uit incidentele Wmo-budgetten en ISD-budgetten gefinancierd. Deze budgetten
zijn weggevallen waardoor de kosten nu structureel in de begroting moeten worden
opgenomen.
De kosten van opvang bedragen € 30.000. Hiertegenover staat een structurele baat van COA
van € 19.000.
Product 516 Overige multifunctionele accommodaties
Gebouw de Essen
In de periode gedurende de eigendomsoverdracht heeft de gemeente garant gestaan voor de
energiekosten. Deze eenmalige kosten bedragen € 13.500.
Vm Boskampmavo
In de raadsvergadering van 18 september 2013 is een sloopkrediet voor de vm Boskampmavo
en de bibliotheek beschikbaar gesteld. Eind 2013 is het eerste gebouw gesloopt. In de
begroting 2014 kunnen derhalve diverse uitgaven- (€ 36.500) en inkomstenbudgetten (€
25.000) worden afgeraamd. Het structurele begrotingsvoordeel bedraagt € 11.500.
49
VOORJAARSNOTA 2014
Programma Milieu
Omschrijving
Lasten
Saldo voor wijziging voorjaarsnota
Baten
7.354.900
Product 762 Afvalverwijdering
-papierwagen 07
-inzamelvoertuigen
-mutatie voorziening afvalverwijdering
7.155.000
20.000
24.000
44.000
Totaal
7.398.900
7.199.000
Toelichting:
Product 762 Afvalverwijdering
Papierwagen 07
Het budget dient omhoog te worden bijgesteld naar € 35.000. In 2013 is er voor € 31.000 aan
gerepareerd. Voor 2014 worden de reparatiekosten naar verwachting met € 20.000
overschreden.
Er is een krediet in 2012 voor een papierauto is beschikbaar, maar zal worden ingezet zodra
meer duidelijkheid komt over het afvalstoffenbeleid.
Inzamelvoertuigen Packer’s
De afvalinzamelauto’s hebben alle drie een servicecontract. Daarin zijn de onderhoudskosten
opgenomen, behalve de kosten voor schade, banden en vervangend materieel. Het budget
voor reparaties dient te worden opgeplust met € 8.000 extra per auto (in totaal € 24.000).
Mutatie voorziening afvalverwijdering
Mutaties in de afvalbegroting worden verrekend met de voorziening afvalverwijdering.
50
VOORJAARSNOTA 2014
Programma Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
Omschrijving
Lasten
Saldo voor wijziging voorjaarsnota
Baten
4.408.400
Product 733 Gemeentewoningen en overige gebouwen
-vm CBS de Haven
-vm Mr de Vriesschool
716.600
2.500
17.000
Product 491 Leges gebruiksvergunningen
-200.000
Product 490 Omgevingsvergunningen
-20.000
Product 474 Bijzondere procedures
10.000
Totaal
4.407.900
526.600
Toelichting:
Product 733 Gemeentewoningen en overige gebouwen
Vm CBS de Haven
De voormalige cbs de Haven is vorig jaar op naam van de gemeente gekomen. Voor
energiekosten is € 6.000 geraamd. Dit bedrag moet verhoogd worden met € 2.500 naar €
8.500. Dit gezien het historisch verbruik en omdat het gebouw weer in gebruik genomen wordt
dit jaar.
Vm Mr de Vriesschool
Er is nu een bedrag geraamd van € 3.000 voor dit gebouw. Toen het gebouw nog als school
in gebruik was bedroegen de energiekosten ca € 25.000 per jaar. Gezien het huidige gebruik
zal het verbruik lager zijn maar dezelfde installatie bevindt zich nog in het gebouw. Ook
blijven de vaste netwerkkosten gelijk ongeacht het verbruik. Van de gymzaal naast de school
zijn wel alle nutsvoorzieningen afgesloten, daar worden geen kosten meer voor gemaakt.
Het in de begroting opgenomen bedrag moet worden verhoogd met € 17.000 naar € 20.000.
Product 491 Leges omgevingsvergunningen
Een structurele verlaging met € 200.000 van de leges omgevingsvergunningen als gevolg van
afname bouwactiviteiten door het veranderde economisch tij is nog niet doorgevoerd in de
begroting 2014 e.v.
Product 490 Omgevingsvergunningen
Kosten welstandstoezicht
Na aansluiting bij Libau*) blijken de kosten van welstandsadvisering door hen € 20.000
structureel lager te liggen dan voorheen bij het Drents Plateau.
Product 474 Bijzondere procedures
Door het afronden van enkele postzegelplannen vindt er een meeropbrengst plaats van €
10.000.
*) Libau is een onafhankelijke advies organis atie voor ruimtelijke kwaliteit. Zij adviseert de Groninger en Drentse
gemeenten vanuit een integrale benadering van stedenbouw, landschap, welstand, cultuurhistorie en archeologie.
De stichting Libau heeft de bevordering en instandhouding van de bouwkundige en landschappelijke schoonheid in
de provincie Groningen en Drenthe als doelstelling.
51
VOORJAARSNOTA 2014
Algemene dekkingsmiddelen, onvoorzien en mutaties reserves
Omschrijving
Lasten
Baten
Lokale heffingen
Saldo voor wijziging voorjaarsnota
5.724.500
Algemene uitkering
Saldo voor wijziging voorjaarsnota
Bijstelling ogv septembercirculaire 2013
Dividend
Saldo voor wijziging voorjaarsnota
Saldo financieringsfunctie
Saldo voor wijziging voorjaarsnota
Rente WSNS-gelden
0
29.455.000
-557.000
28.898.000
2.800
185.200
684.300
Saldo kostenplaatsen
Saldo voor wijziging voorjaarsnota
Kostenplaats administratie en algemeen beheer:
-schrijf- en bureaubehoeften
-briefpapier e.d.
-vervanging/onderhoud inventaris
-koffie- en theevoorziening
Kostenplaats vrachtwagens
Onvoorzien
Saldo voor wijziging voorjaarsnota
20.000
20.000
684.300
942.400
15.600
-10.000
-10.000
10.000
10.000
15.000
957.400
15.600
85.000
Mutatie reserves
Saldo voor wijziging voorjaarsnota
Algemene reserve:
-onttrekking
-toevoeging
1.642.000
5.211.200
-557.000
500.000
1.585.000
5.211.200
Toelichting:
Algemene uitkering
Doorwerking septembercirculaire 2013
In de brief van 18 oktober 2013 bent u op de hoogte gesteld van de gevolgen van de
septembercirculaire 2013 voor het begrotingsjaar 2014. Omdat de circulaire verschijnt na het
tijdstip waarop de begroting wordt samengesteld (gebaseerd op gegevens uit de meicirculaire
2013) worden eventuele effecten nog verwerkt in de begroting 2014 bij de voorjaarsnota
2014.
Het accres 2014 valt € 300 miljoen lager uit dan in de meicirculaire 2013 is aangekondigd.
Het effect, doorgerekend voor Noordenveld, komt uit op € 557.000 (negatief). Ondanks dat de
macrokorting is meegevallen is het tekort voor Noordenveld wat hoger uitgevallen. Dit heeft
onder meer te maken met een verschil in de verdeelmaatstaven tussen gemeenten.
52
VOORJAARSNOTA 2014
Zoals in de begroting 2014 al is aangegeven is het accres voor 2014 als gevolg van pieken in
infra-structurele projecten van het rijk (die middels de normerings/trap-op-trap-af systematiek
doorwerken in het gemeentefonds) erg hoog. Bij de meicirculaire bedroeg het nominaal
accres 5,95%. Ter vergelijking: voor 2015 en verdere jaren schommelt het accres rond het
nulpunt.
Bij de begroting 2014 is dan besloten het grote surplus voor een groot deel (€ 1.000.000) te
storten in de algemene reserve. De bijstelling in de septembercirculaire met € 557.000
negatief wordt hierop gekorrigeerd.
Saldo financieringsfunctie
Rente WSNS-gelden
Vanwege invoering van passend onderwijs beëindigen we het samenwerkingsverband
Noordenveld-Leek WSNS (Weer Samen Naar School) in augustus 2014. Hierdoor moeten we
een bij ons belegde reserve afrekenen. Voor 1 augustus 2014 zal het negatieve banksaldo
aangevuld moeten worden vanuit de reserve. Het dan nog resterende bedrag moet uitbetaald
worden aan de beide participerende schoolbesturen OPON en Westerwijs in verhouding tot
leerlingenaantallen. Dus moet er bij 2014 alsnog de rente over 2010 t/m 2014 toegevoegd
worden. € 14.561 over de periode 2010 t/m 2012 (3%),over 2013 € 2.917 (1,7%) en over 2014
€ 1.945, in totaal derhalve (afgerond) € 20.000. De reserve WSNS bedraagt, na de
rentebijschrijving medio 2014 € 176.400.
Kostenplaats administratie en algemeen beheer
Schijf- en bureaubehoeften
De kosten voor schrijf- en bureaubehoeften nemen door verdere digitalisering en verwacht
aanbestedingsvoordeel af. In 2013 werd op deze begrotingspost € 10.000 minder uitgegeven.
Briefpapier ed
Door verdere digitalisering werd deze post in 2013 met € 10.000 onderschreden. De
verwachting is dat deze trend doorzet. Wel wordt de papierprijs verhoogd doordat de
grondstofprijzen mondiaal stijgen.
Vervanging/onderhoud inventaris
Dit budget wordt ingezet voor de incidentele vervanging van inventaris. Er is nu sprake van
een aantal ontwikkelingen waardoor er meer kosten (€ 10.000) ten laste van dit budget
worden gemaakt:
o Werkplekken worden steeds flexibeler ingezet. Hierdoor is er meer vraag naar elektrisch
verstelbare bureaus ter vervanging van de reguliere bureaus. In het budget is hiermee
geen rekening gehouden.
o Met de nieuwbouw van het gemeentehuis zijn er vaatwassers en koelkasten in de
koffiecorners geplaatst. De levensduur van deze apparatuur bedraagt gemiddeld 6 tot 7
jaar. De verwachting is dat er extra kosten voor de vervanging van deze apparatuur
gemaakt moeten worden.
Koffie- en theevoorziening
De veranderingen in de samenleving, het meer betrekken van inwoners bij het maken van
beleid, en de economische crisis, activiteiten meer in het gemeentehuis organiseren en meer
wensen van de interne vraag zorgen voor een overschrijding van dit budget met € 10.000.
53
VOORJAARSNOTA 2014
Kostenplaats traktie
Op de vrachtwagen nr 53 moet de begrotingspost ten behoeve van smeermiddelen/reparatie
te worden opgeplust met € 15.000. Het voertuig heeft geen onderhoudscontract en is
afgeschreven. Bij de beleidsvoorstellen 2014 wordt de gemeenteraad gevraagd een krediet
voor de vervanging van de auto beschikbaar te stellen.
Mutatie reserves
Onttrekking algemene reserve
Het nadeel in de algemene uitkering ad € 557.000 op basis van de septembercirculaire 2013
wordt onttrokken aan de algemene reserve.
Toevoeging algemene reserve
De verkoopopbrengst van de gronden van € 500.000 (zie programma Economische
ontwikkeling) wordt toegevoegd aan de algemene reserve.
54
VOORJAARSNOTA 2014
Bijlage C Toelichting op de voortgang van de BOR
BOR
De BOR is een samenhangend geheel van budgetten met betrekking tot wegen, water en
groen ondersteund door een beeldkwaliteitsplan. Bij afwijkingen in de uitvoering van
budgetten mogen verschillen onderling worden verrekend. Het is, gelet op het budgetrecht
van de raad, niet toegestaan om middels een administratieve (budgettair neutrale) wijziging
budgetten “recht te trekken’. Bij de tussentijdse rapportages en/of jaarrekening kan
verantwoording worden afgelegd over de afwijkingen.
De eerste schouwronde heeft plaatsgevonden in mei. Het achterstallig onderhoud blijft
toenemen als niet als op “basis” wordt onderhouden. Dat is nu het geval (scenario alles laag),
vooral bij de wegen.
Op dit moment vindt er geen volledige uitnutting plaats van de budgetten door onvoldoende
ontschotting. Conform de systematiek stellen wij daarom een herschikking voor van de
middelen. Het betreft hier geen (verwachte) afwijking; het netto resultaat voor alle BOR
posten blijft nul.
Omschrijving
Elementen wegen
Verschuiving
Toelichting
146.850
verhogen
Vanwege
de
grote
hoeveelheid
achterstallig
onderhoud bij wegen vindt verschuiving plaats door
herverdeling van de onderschrijdingen op de andere
posten. Dit leidt tot een toename van dit budget.
Openbare
verlichting
30.000
verlagen
Als gevolg van de gunstige aanbesteding door de
gezamenlijke EGD gemeenten kan de begrotingspost
naar beneden worden bijgesteld.
Parken en
plantsoenen
70.000
verlagen
Uit ervaring blijkt dat er minder uitgaven voor deze
post worden gedaan dan geraamd.
De stortkosten vallen lager uit, omdat ze zijn geraamd
met verouderde (hoge) eenheidsprijzen. De post kan
daarom naar beneden worden bijgesteld.
Groenonderhoud
bermen en sloten
31.500 en
30.000
verlagen
Gevolg van zelf doen
Te hoog geraamd
Begraafplaats
Roden
1.000
verhogen
Uit ervaring blijkt dat de raming voor deze post
structureel te laag is. Dat kan met deze herverdeling van
onderschrijdingen worden opgelost.
Begraafplaats
Nieuw Roden
3.000
verhogen
Uit ervaring blijkt dat de raming voor deze post
structureel te laag is. Dat kan met deze herverdeling van
onderschrijdingen worden opgelost.
Begraafplaats
Roderwolde
250
verhogen
Uit ervaring blijkt dat de raming voor deze post
structureel te laag is. Dat kan met deze herverdeling van
onderschrijdingen worden opgelost.
Begraafplaats Norg
400
verhogen
Uit ervaring blijkt dat de raming voor deze post
structureel te laag is. Dat kan met deze herverdeling van
onderschrijdingen worden opgelost.
Overige taken en
beleidsadvisering
begraafplaatsen
10.000
verhogen
Kosten in verband
begraafplaatsen
(eenmalig in 2014)
55
met
legesonderzoek
tarieven
VOORJAARSNOTA 2014
Omschrijving
saldo
Onverharde wegen
Civieltechnisch
bermonderhoud
saldo
Verschuiving
Toelichting
0
20.000
verhogen
20.000
verlagen
Uit de praktijk blijkt dat er structureel meer geld wordt
uitgegeven c.q. nodig is aan het onderhoud van de
zandwegen. Bij civieltechnische bermonderhoud blijkt
dat er juist minder geld nodig is voor regulier
onderhoud. Daarom is een deel van dit budget
verschoven.
Zie hierboven.
0
Bomen
47.000
verhogen
Deze post omvat het daadwerkelijk onderhoud aan de
bomen door derden.
Bomen
27.000
verlagen
Uit ervaring blijkt dat er voor deze post (levering
derden buitendienst-inhuur hoogwerker) minder geld
nodig is, dan in eerste instantie is aangenomen
Bomen
20.000
verlagen
Uit ervaring blijkt dat er voor deze post (VTA controle
bomen) minder geld nodig is.
Saldo
Speelwerktuigen /
speeltuinen
0
840
verhogen
Het budget voor de trapveldjes is erg versnipperd,
terwijl een trapveldje ook als speelplek kan worden
aangemerkt. Voorgesteld wordt om deze budgetten
daarom te concentreren onder de fcl / ecl voor
Speelwerktuigen / speeltuinen
Trapveldjes
630
verlagen
Onderhoud trapveldje Lieveren kan vervallen en
worden ondergebracht de post voor speelwerktuigen/
speeltuinen
Trapveldjes
120
verlagen
Huur trapveldje Lieveren kan vervallen en worden
ondergebracht de post speelwerktuigen/ peeltuinen
Trapveldjes
90
verlagen
Huur trapveldjes Veenhuizen kan vervallen en worden
ondergebracht bij de post speelwerktuigen/speeltuinen
Saldo
0
Straatreiniging
8.000
verhogen
De verwachting is dat de kosten voor het inhuren van
een aannemer om deze werkzaamheden uit te voeren
zullen toenemen. We stellen daarom voor om de
onderschrijding op de stortkosten (zie onder) naar hier te
verplaatsen.
Straatreiniging
8.000
verlagen
Het geraamde bedrag voor de stortkosten is gebaseerd
op verouderde tarieven. Het bedrag kan daarom naar
beneden worden bijgesteld
Saldo
0
56
VOORJAARSNOTA 2014
Wegen
Op basis van de ervaringen uit 2013 is een eerste planning gemaakt voor de werkzaamheden
2014. Het eerste grote deel (De Westerd Peize) is aanbesteed, evenals een aantal kleinere
opdrachten. De cijfers van de weginspectie 2014 zijn op korte termijn beschikbaar om te
worden verwerkt. Mede daaruit blijkt dat voor een aantal wegen een hogere urgentie is
ontstaan dan in eerste instantie werd verwacht. Op dit moment wordt daarom een verdeling
gemaakt welke opdrachten op korte termijn in de markt gezet moeten worden. Daarbij wordt
gekeken naar mogelijke combinaties tussen gelijksoortige (al aanbestede c.q. voorbereide)
werken en de mogelijkheden in het aanbestedingsbeleid. Waarschijnlijk zal er nog een
onderdeel meervoudig onderhands worden aanbesteed en een aantal kleinere onderdelen 1
op 1. De factor tijd speelt hier ook een belangrijke rol in, omdat een aantal onderdelen in
verband met de weersomstandigheden eigenlijk al voor 15 juli moeten worden uitgevoerd.
Openbare verlichting
Met de aanbesteding van het Renovatiebestek (€ 184.000) is de jaarschijf van 2013 volledig
verplicht. Voor de jaarschijf van 2014 wordt binnenkort de voorbereiding van een bestek
opgestart, zodat de 2 e helft van het jaar ook met de uitvoering kan worden gestart.
57
VOORJAARSNOTA 2014
58
VOORJAARSNOTA 2014
Bijlage D Toelichting op de beleidsvoornemens 2014
Ten laste van structurele begrotingsruimte
Onderhoudskosten Basisregistratie Kadaster
De onderhoudskosten van het softwarepakket bedragen € 2.000.
Oorspronkelijk is een krediet aangevraagd van € 10.000. Deze bracht onderhoudskosten met
zich mee. Gelet op het geringe bedrag wordt normaliter het aangevraagde bedrag niet
opgenomen in een tussentijdse rapportage. In verband met het belang om een volledig
inzicht te geven in de kosten van ICT hebben wij besloten van dit uitgangspunt af te wijken.
Onderhoudskosten datadistributie
De gemeente kent een aantal basisregistraties: GBA voor personen, BAG voor gebouwen en
de BGT voor het overige. Verder zal de gemeente, in de toekomst, aansluiten op landelijke
voorzieningen (bijvoorbeeld de Kamer van Koophandel). Bovenstaande gegevens zullen ook
in andere applicatie beschikbaar moeten zijn, zoals een BSN-nummer of een huisadres. Dat
deze informatie ook daar terecht komt waar het zou moeten, wordt geregeld door
datadistributie. Datadistributie heeft een centrale en cruciale rol in deze.
Een belangrijke speler hierin vormen de decentralisaties en het i-NUP programma. Voor beide
geldt dat ze zonder een vorm van datadistributie niet gaan functioneren.
Aanschaf, installatie en configuratie zijn financieel gedekt. De bestaande begrotingspost moet
met € 25.000 nog worden opgehoogd om te voldoen aan de wettelijke verplichtingen.
Digid audit
De Digid audit wordt ieder jaar gehouden. De beveiliging van dit onderdeel van de website is
ook van groot belang, omdat het hier gaat over gegevens van onze burgers. Naast deze
reden is het ook een wettelijke verplichting die ieder jaar terug keert.
De Security Officer gaat in samenwerking met Noordenveld en een extern bureau het traject
van de audit Digid doorlopen. De kosten € 15.000 zijn gebaseerd op onderzoek en reparatie
en zijn gebaseerd op informatie die ons is verstrekt vanuit de rijksoverheid.
Inhuur derden t.b.v. Geo informatie
Jaarlijks wordt er een overzichtelijk en goed te verklaren bedrag uitgegeven aan “Inhuur
derden” door Geo informatie. Deze jaarlijks terugkerende post is echter niet opgenomen in de
begroting van I&A. Via deze voorjaarnota zal dit alsnog worden aangevraagd.
De structurele lasten bedragen € 15.000
Aandeel in de kosten van het projectbureau Samenwerking Leek-Roden
Op 2 juli 2010 hebben de provincies Drenthe en Groningen, de gemeenten Leek en
Noordenveld en de Dienst Landelijk Gebied een Samenwerkingsovereenkomst
Intergemeentelijke Structuurvisie Leek-Roden getekend. Op basis van deze overeenkomst
leveren de gemeenten ambtelijke capaciteit voor het projectbureau. De gemeente Leek levert
een secretaris-projectleider, de gemeente Noordenveld levert een projectsecretaris. Volgens
afspraak worden de loonkosten tussen beide gemeenten gedeeld. De raming van € 50.000
betreft de netto-kosten voor de gemeente Noordenveld.
Verhoging budget subsidies maatschappelijke dienstverlening
In uw vergadering van 11 november 2013 heeft u een besluit genomen over de hoogte van
een aantal subsidiebudgetten op het terrein van Welzijn, Onderwijs en Sport. Om uitvoering te
geven aan de Wmo is budget nodig. In de begroting 2014 staat voor Wmo geen € 85.000, maar €
59
VOORJAARSNOTA 2014
71.000. Dit laatste bedrag is ontstaan door een bezuiniging die reeds gerealiseerd was in 2011
nogmaals in te boeken. Dit wordt rechtgezet bij de voorjaarsnota.
Dekking ten laste van algemene reserve
Zaakgericht werken
Met de komst van het GCC (Gemeentelijk Contact Centrum) is een zaaksysteem een absolute
randvoorwaarde. Een goede implementatie van het zaaksysteem ondersteunt de
medewerkers bij het uitvoeren van de processen. Gezien het grote aantal eindproducten dat
door een gemeente wordt uitgevoerd is het soms niet duidelijk voor, bijv een telefoniste, wie
wat doet. Het zaaksysteem automatiseert deze keuze voor grote delen, waardoor vragen van
burgers direct op die plek terecht komen waar ze horen.
Ten behoeve van het afronden van het project zaakgericht werken (afstemming en
implementatie van het project) is nog eenmalig € 25.000 benodigd.
Wegwerken achterstanden BAG
Bij de BAG audit is gebleken dat de gemeente niet voldoet aan de verplichtingen om de
geconstateerde panden en verblijfsobjecten en de constateringen gewijzigd gebruik, binnen
een half jaar te controleren. Daarmee is de gemeente dus niet geslaagd voor de BAGinspectie en volgt er een herinspectie. Kort gezegd houdt dit in dat Noordenveld een half jaar
de tijd heeft om de zaken alsnog op orde te krijgen. Het half jaar daarna moet Noordenveld
voldoende presteren om de herinspectie te halen. Het niet halen van de herinspectie lijkt geen
optie. Dit zal inhouden dat de rijksoverheid zelf de achterstanden gaat wegwerken, en zal
hoge kosten in rekening brengen. Tijdens de audit is aangegeven dat de kosten minimaal het
dubbele zullen zijn dan het bedrag genoemd in dit voorstel.
De eenmalige kosten bedragen € 67.000 en zullen in 2014 worden uitgegeven. € 44.000
wordt gefinancierd uit het budget “herbezetting 65+” zodat nog € 23.000 is benodigd.
Zie ook onder het kopje vervangingsinvesteringen (koppeling Corsa Stroomlijn € 7.000) en
nieuw beleid 2015 (fte tbv handhaving BAG constateringen € 30.000)
Implementatie gestandaardiseerde webformulieren
Gestandaardiseerde webformulieren worden geïntegreerd in de website van de gemeente.
Deze voor ingevulde formulieren maken het aanvragen van producten door burgers
eenvoudig. Wij verwachten een tijdsbesparing te realiseren die wij gaan inzetten voor de
werkzaamheden die voortvloeien uit de decentralisaties. Door de standaard formulieren te
gebruiken voldoet Noordenveld, voor een gedeelte, ook weer aan de eisen die worden gesteld
aan de toegankelijkheid van websites.
Met de implementatie van de webformulieren wordt de website van Noordenveld meer
toegankelijk voor de burgers.
Geraamde éénmalige kosten zijn € 15.000.
Elektronisch publiceren en bekendmaken van regelgeving (GVOP)
GVOP is een afkorting voor Gemeenschappelijke Voorziening Officiële Publicaties. Met de
GVOP kunnen gemeenten, provincies en waterschappen hun regelgeving bekendmaken in
een eigen elektronisch blad. Vanaf 1 januari 2014 is deze vorm van bekendmaken wettelijk
verplicht voor algemeen verbindende voorschriften.
De Wet elektronische bekendmaking regelt de verplichtingen rondom het elektronisch
publiceren en bekendmaken van regelgeving. Algemeen verbindende voorschriften moeten
vanaf 1 januari 2014 in een elektronisch blad bekendgemaakt worden. Deze datum is door de
minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vastgesteld en afgestemd met de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg en de Unie van
60
VOORJAARSNOTA 2014
Waterschappen. Het elektronisch publiceren moet voldoen aan strenge eisen, bijvoorbeeld
ten aanzien van de publicatievorm, de beveiligingsstandaarden en het extern opslaan van
kopieën.
De geraamde éénmalige kosten zijn € 10.000.
Aanschaf iPad’s nieuwe raadsleden
In 2012 is de raad over gegaan tot papierloos vergaderen. De iPad’s, die hiervoor worden
gebruikt, hebben een financiële afschrijvingstermijn van 3 jaar. Er is voor gekozen om de
iPad’s pas na 4 jaar gebruik te vervangen. Doordat in 2012 is gestart met de iPad’s lopen de
afschrijvingstermijn (financieel & gebruik) niet gelijk met de termijn van de raad. Daarom is
het voorstel om dit jaar de iPad’s van de nieuwe raadsleden aan te schaffen en in 2018, bij de
volgende verkiezingen alle iPad’s te vervangen. Daarnaast is het aantal plaatsvervangende
raadsleden die beschikking hebben over iPad’s toegenomen. De aanschaf kost eenmalig €
20.000.
Opleiden medewerkers Office 2010
Gemeente Noordenveld maakt gebruik van Office 2003. Zoals het jaartal al aangeeft is dit
product sterk verouderd. Vanuit de organisatie ontstaan ook de eerste klachten van het niet
kunnen lezen van Excel en Word documenten die in een nieuwere versie zijn opgesteld.
Daarnaast ondersteunt Microsoft vanaf 8 april 2014 Office 2003 niet meer. Reden voor
Noordenveld om in het tweede kwartaal van 2014 over te stappen op Office 2010.
De overgang van Office 2003 naar 2010 is vrij groot te noemen. De manier waarop het werkt
en wijze waarop het ingericht is, is afwijkend van 2003. Een begeleiding in deze migratie zien
wij als noodzakelijk. Om de kosten zo laag mogelijk te houden passen wij per doelgroep
(gebruiker) differentiatie toe.
De opleidingskosten bedragen € 25.000
Opruimen munitie de Slokkert
Bij de uitvoering van haar werkzaamheden in de Slokkert is de LC Roden/Norg op munitie uit
WO II gestuit. Dit komt nog steeds veelvuldig voor in den lande met name wanneer in een wat
groter gebied werkzaamheden worden uitgevoerd. Veelal is bij het ramen van kosten dit
aspect niet meegenomen simpel vanwege de onbekendheid van de aanwezigheid van deze
munitie. Vervolgens wordt men wel geconfronteerd met een hoeveelheid kosten om te kunnen
onderzoeken waar het om gaat en wat vervolgens de meest aangewezen weg is om een en
ander op te ruimen. Deze kosten zijn voor de uitvoerder van het werk. De feitelijke kosten van
de opruiming zijn vervolgens voor de gemeente. Wat nu precies onder voorbereidingskosten
valt en wat onder opruimkosten betreft een in de praktijk redelijk grijs gebied. Ook in dit geval
deed zich dit voor en bleek een punt van aanhoudende (financiële) zorg hetgeen na overleg
er toe heeft geleid dat wij hebben besloten om de totale kosten van voorbereiding en
opruiming tussen de LC Roden/Norg ęn de gemeente Noordenveld te delen op basis van
50/50. Volgens de kostenopzet heeft een en ander een totaal bedrag gevraagd van € 222.000
De gemeente staat conform besluit derhalve voor een bedrag van € 110.000. Van dit bedrag
is al een deel gedekt uit een voorbereidingskrediet groot € 42.000. Aldus resteert nog een
aanvullend bedrag van € 68.000 te vergoeden aan de LC Roden/Norg. Via de algemene
uitkering ontvangt de gemeente voor dit soort onkosten een vergoeding. In het verleden
ontving de gemeente via een specifieke uitkering in de kosten van munitieopruiming (Peest)
waarvan de vergoeding op kon lopen tot 90%. Sedert enige jaren worden gemeenten die in
het verleden een aanspraak deden op de oude regeling gecompenseerd via de algemene
uitkering (gekoppeld aan de maatstaf nieuwbouwwoningen). De algemene uitkering is een
61
VOORJAARSNOTA 2014
algemeen dekkingsmiddel. De gelden zijn niet geoormerkt. De vergoedingen over de
begrotingsjaren 2012 t/m 2014 zijn verwerkt in de begroting.
Project CPO Nieuw-Roden
Om tot een goede en duurzame uitbreiding van Nieuw-Roden te kunnen komen, is een
stedenbouwkundige visie op deze uitbreiding noodzakelijk. Om een nieuw bestemmingsplan
voor het plangebied vast te stellen, zijn verschillende onderzoeken noodzakelijk (water,
flora&fauna, archeologie, etc).
Het voorbereidingskrediet wordt geraamd op € 35.000
Resumé
Wij stellen u voor bovenstaande eenmalige uitgaven die noodzakelijk zijn voor de continuering
van de bedrijfsvoering te onttrekken aan de algemene reserve in verband met een negatief
begrotingssaldo.
De stand van de algemene reserve bedraagt momenteel € 4.802.000. Dit bedrag is exclusief
de storting van het begrotingssaldo 2014 ad € 1.000.000 (welke vooral is ontstaan door een
hoge incidentele plus in de algemene uitkering 2014). Dit is mede ingegeven door de
onzekerheid van de ontwikkeling van het gemeentefonds – zie ook de negatieve bijstelling
van de algemene uitkering 2014 op grond van de septembercirculaire 2013.
Aan de algemene reserve wordt toegevoegd € 500.000 wegens grondverkopen (zie 1e
marap).
Na aftrek van de bovenvermelde voorstellen (in totaal € 221.000) bedraagt de algemene
reserve € 5.081.000.
Dekking ten laste van de post (vervangings-)investeringen
Koppeling Corsa Stroomlijn
Deze investering is een onderdeel van de geconstateerde tekortkomingen bij de BAG Audit
(zie eenmalig 2014).
Naast het aantrekken van extra capaciteit kan er ook een efficiencyslag gemaakt worden door
het bouwen van een koppeling in Stroomlijn voor het opstarten van een case in Corsa. De
controles komen dan in de werkvoorraad van de toezichthouders en kunnen via een
standaard proces efficiënter worden afgehandeld. De kosten voor de aanschaf deze koppeling
is € 7.000. De kapitaallasten zijn € 1.700.
Overgang GBI 4 naar GBINext (6)
Het beleid rondom het beheer van de Openbare ruimte is onder andere gericht op het tegen
zo laag mogelijke (maatschappelijke) kosten realiseren, beheren en onderhouden van de
openbare ruimte. Wij maken voor het uitvoeren van dat beleid gebruik van een gemeentelijke
beheer en informatiesysteem (GBI). Het huidig systeem is door verschillende ontwikkelingen
(o.a. invoeren basisregistraties) verouderd en aan vervanging toe. Met de aanschaf van een
nieuwe versie van het beheer en informatiesysteem kan het taakveld in de toekomst haar
taken blijven uitvoeren en monitoren.
In het kader van de komst van de Basisregistratie Grootschalige Topografie en andere
ontwikkelingen in de ICT is door de leverancier van het huidige systeem een nieuwe versie
ontwikkeld. De huidige versie zal slechts nog een aantal jaren worden ondersteund.
Om te voldoen aan alle eisen en aan te sluiten bij architectuur van de basisregistraties is niet
alleen de installatie van nieuwe software nodig, maar ook omzetting van de administratieve
gegevens naar een nieuwe indeling. De huidige software wordt dus vervangen en de
62
VOORJAARSNOTA 2014
administratieve gegevens worden door middel van routines (procestappen van omzetting en
controles) geschikt gemaakt voor toekomstig gebruik.
De totale investering bedraagt € 50.000. In 2015 wordt voorgesteld € 30.000 te investeren.
De kapitaallast 2014 is € 12.000.
Oracle 11 migratie
De huidige Oracle omgeving is gebaseerd op versie 10. Op de Oracle omgeving draait een
groot deel van de databases van Noordenveld, zoals: Liber, Corsa, Key2Financien, BAG, etc.
Leveranciers van deze pakketten gebruiken de nieuwe functionaliteiten binnen Oracle om hun
eigen producten te ontwikkelen. Daarmee is er dus een noodzaak om regelmatig te updaten
naar een nieuwe versie van Oracle, in dit geval Oracle 11.
De geraamde investering bedraagt € 60.000 (kapitaallast € 14.400)
Aanschaf grasmaaimachine
Met de investering in een nieuwe grasmaaimachine wordt een oude afgeschreven machine uit
de
Novatec inboedel vervangen. Deze oude machine staat voor hoge reparatie- en
onderhoudskosten. De nieuwe machine zal meer productieve uren kunnen draaien, aangezien
er minder uitval als gevolg van storingen en reparaties valt te verwachten.
De kosten van aanschaf bedragen € 50.000 (kapitaallast € 8.300)
Aanschaf vrachtwagen nr 53
De huidige auto is van 2005 en economisch afgeschreven. De onderhoudskosten lopen nu op
en geven een signaal dat ook technisch de auto aan het einde van zijn levensduur komt. Dit is
dan ook het moment om de auto te gaan vervangen. Het gaat om een vrachtwagen met een
afzetsysteem waarbij ook containers die verticaal zijn afgezet, kunnen worden opgepakt.
Er zal ook een onderhoudscontract met de leverancier worden afgesloten, zodat goed in te
schatten is wat de onderhoudskosten voor de komende jaren zullen zijn.
De kosten van aanschaf bedragen € 200.000(kapitaallast € 33.000).
Ten laste van tarieven
Aanvullend krediet vervanging vrachtwagen nr 52
De huidige kraanwagen dient vervangen te worden, aangezien deze niet meer voldoet aan
wettelijke normen. De kraanwagen wordt vervangen door een nieuwe kraanwagen die vier
assen heeft in plaats van drie en is uitgerust met een euro 6 motor. Meerkosten van dit
voertuig bedragen € 50.000 ten opzichte van in te ruilen voertuig. Met dit voertuig kunnen we
efficiënt de diverse huishoudelijke en gemeentelijke afvalstromen ophalen.
De kapitaallasten van het aanvullende krediet bedragen € 8.300 en worden in het tarief
afvalstoffenheffing doorberekend.
Ten laste van grondexploitaties
Voorbereidingskrediet herontwikkeling Boskamp-locatie
Invulling met woningbouw. Grondgebonden woningen.
Voorbereidingswerkzaamheden totdat de locatie bouwrijp gemaakt kan worden. Hierbij moet
gedacht worden aan interne uren, bestemmingsplanprocedure en de benodigde onderzoeken.
Het bedrag wordt versleuteld in de nog te openen grondexploitatie. Het verwachte resultaat
van de grondexploitatie is nog niet bekend. In juni wordt gestart met het opstellen van de
grondexploitatie.
Het voorbereidingskrediet voor 2014 wordt geraamd op € 20.000
63
VOORJAARSNOTA 2014
Voorbereidingskrediet gebiedsvisie Kroonvelden
In 2014 starten we met het ontwikkelen van een gebiedsvisie op het landelijk gebied tussen
Roden en Roderesch. Vanuit de gebiedsvisie worden bestemmingsplannen voorbereid.
Het voorbereidingskrediet 2014 voor deze visie wordt geraamd op € 15.000.
De kredieten voor de bestemmingsplannen worden in 2015 en 2016 aangevraagd.
Voorbereidingskrediet herontwikkeling locatie Ronerborg, Roden
Invulling
met
woningbouw
(patiowoningen)
en
een
gezondheidscentrum.
Voorbereidingswerkzaamheden totdat de locatie bouwrijp gemaakt kan worden. Hierbij moet
gedacht worden aan interne uren, bestemmingsplanprocedure en de benodigde onderzoeken.
Het bedrag wordt versleuteld in de nog te openen grondexploitatie
Het voorbereidingskrediet 2014 wordt geraamd op € 20.000
Ten laste van de algemene uitkering
Armoedebestrijding
De gemeente Noordenveld ontvangt extra middelen om het armoedebeleid te versterken. Wat
we hiermee willen bereiken is dat mensen met een laag inkomen maatschappelijk mee
kunnen (blijven) doen. Dit geldt vooral voor kinderen. Kinderen mogen in hun
maatschappelijke ontwikkeling niet worden belemmerd omdat er thuis een situatie van
armoede- en schuldenproblematiek heerst.
Wat gaan we ervoor doen?:
- verruimen van de Meedoenregeling (deze verruiming is in 2013 geëffectueerd en heeft
in dat jaar tot een overschrijding geleid die structureel zal zijn) De extra middelen zijn
voor een deel ter dekking van deze structurele overschrijding;
- De verstrekking meer gerichter uitvoeren via een Webwinkel;
- Het niet-gebruik tegengaan;
- Aandacht voor laaggeletterdheid;
- Samenwerking tussen maatschappelijke partijen bevorderen.
Via het gemeentefonds worden structureel middelen toegevoegd aan de algemene uitkering
zodat het aangevraagde budget (€ 85.000) budgettair neutraal in de begroting kan worden
opgenomen.
In de eerste managementrapportage is aangegeven dat op de post minimabeleid voor het
begrotingsjaar 2014 een overschrijding wordt voorzien van € 50.000. Na toevoeging van de
bovenvermelde € 85.000 resteert derhalve nog vrij te besteden € 35.000.
64
VOORJAARSNOTA 2014
Bijlage E Toelichting op de beleidsvoornemens 2015
Over de volgende beleidsvoorstellen van 2015 zal bij de begroting 2015 een besluit worden
genomen.
Ten laste van de structurele begrotingsruimte 2015
Wabo-taken
Op dit moment is er een wetsvoorstel in voorbereiding voor alle bevoegde gezagen voor de
uitvoering van de Wabo taken (vergunningverlening, toezicht en handhaving) om per 01-012015 te voldoen aan de kwaliteitscriteria 2.1. Gemeenten en de Provincies zijn gezamenlijk
verantwoordelijk voor de kwaliteit van de VTH taken. Hiervoor zijn in 2012 VTH
kwaliteitscriteria door de VNG, de IPO en het Rijk vastgesteld. Deze criteria vormen de basis
voor de minimale kwaliteit van de uitvoering. Onder de VTH taken vallen vergunningverlening,
toezicht en handhaving met betrekking tot de activiteiten bouwen, monumenten, milieu,
brandveilig gebruik, planologische afwijking, flora en fauna en natuurbescherming.
Begin 2013 startte voor de kwaliteitscriteria een tweejarig implementatietraject dat
gezamenlijk is opgezet door provincies en gemeenten. Om te bepalen of men als VTH
organisatie kan voldoen aan de kwaliteitscriteria is iedere VTH organisatie verzocht om een
zelfevaluatie in te vullen. Uit de zelfevaluatie is gebleken dat de gemeente zelfstandig niet
kan voldoen aan de kwaliteitscriteria. Derhalve is op basis van de uitkomsten gezamenlijk met
andere gemeenten een verbeterplan opgesteld worden. Dat verbeterplan wordt momenteel
verder geconcretiseerd en daar zal vervolgens uitvoering aan moet worden gegeven. Daar is
tot aan het eind van het 1e kwartaal van 2015 gelegenheid voor.
Voor de uitwerking van het verbeterplan zullen middelen ter beschikking moeten worden
gesteld. Een deel van die middelen zal structureel van aard zijn. Momenteel is echter nog niet
aan te geen wat de hoogte van de incidentele en de structurele middelen dient te zijn.
Drank- en Horecawet (DHW)
Op 1 januari 2013 is de nieuwe Drank- en Horecawet van start gegaan. Daarnaast is de DHW
in 2013 nog gewijzigd. Deze wijzigingen geven een aantal verplichtingen voor de gemeente.
Op 18 december 2013 heeft de Raad besloten het huidige beleid voor paracommerciële
instellingen te continueren en in de Algemene Plaatselijke Verordening op te nemen.
Daarvoor is een Plan van Aanpak vastgesteld en is er opdracht gegeven voor uitvoering.
Om deze wijzigingen te regelen zijn drie sporen uitgezet:
1. De alcoholverstrekking in paracommerciële inrichtingen is geregeld in de Algemene
Plaatselijke Verordening.
2. Er is aangesloten bij het samenwerkingsconvenant Assen, Aa en Hunze en Tynaarlo
waardoor er Bijzonder Opsporingsambtenaren toezicht en handhaving op
alcoholverstrekking uitvoeren bij evenementen.
3. Naast de huidige acties voor preventie en handhaving wordt de verantwoordelijkheid
daarvoor gedeeld met het veld volgens het plan van aanpak.
Momenteel wordt samen met het veld gewerkt aan het opstellen van beleid ten aanzien van
de DHW. Er is echter nog geen sprake van gekozen kaders op basis waarvan de benodigde
financiën kunnen worden geraamd. We ramen hiervoor een budget van € 5.000.
Per jaar beschikt de gemeente Noordenveld over 540 uur Boa-inzet. De kosten daarvan
bedragen circa € 20.000. In de begroting is reeds structureel € 10.000 dekking opgenomen,
zodat nog € 15.000 benodigd is.
65
VOORJAARSNOTA 2014
Fte tbv handhaving BAG constateringen
Deze investering is een onderdeel van de geconstateerde tekortkomingen bij de BAG Audit
(zie eenmalig 2014 en vervangingsinvestering 2014).
Naast het wegwerken van de achterstanden gaan er structureel controles uitgevoerd worden
in het kader van de BAG. Het betreft ongeveer 400 te controleren objecten op jaarbasis. Dat
betekent een tijdsbeslag van circa 700 uur op jaarbasis. Daarvoor is structureel een halve fte
(18 uur per week) nodig bij Handhaving. De kosten daarvoor bedragen circa € 30.000.
Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT)
In 2015 is een krediet aangevraagd van € 50.000. (Zie hiervoor het onderdeel
vervangingsinvesteringen 2015)
Voor het onderhoud van de systemen is een structureel bedrag benodigd van € 8.000
Ten laste van de eenmalige ruimte 2015
Voorbereiding voordracht plaatsing Kolonien Weldadigheid op Unesco Werelderfgoederenlijst
Op 5 juli 2012 is de voorbereiding gestart van het proces om Veenhuizen, als een van de vijf
van de Koloniën van Weldadigheid op de UNESCO Werelderfgoedlijst geplaatst te krijgen. In
het voorjaar 2015 zal de minister van OCW een eerste tussenbalans opmaken: slagingskans
en moment van indiening. Vanaf dat moment gaat het proces een andere fase in; een fase
welke in de komende maanden wordt voorzien van een nieuwe begroting. De aanvankelijke
begroting (met bijdrage van de gemeente van €50.000) is opgesteld op basis van eerdere
ervaringen in Nederland. De complexe studies naar de vijf componenten (gelegen in twee
landen) en de toegenomen kwaliteitseisen van UNESCO zorgen ervoor dat de voorliggende
begroting onvoldoende ruimte biedt. Voor deze zomer zal een nieuwe (meerjaren-)begroting
worden opgesteld. Een en ander zal leiden tot een beroep op extra middelen van de
betrokken overheden, respectievelijk inzet van externe middelen. Voor de afronding van
begroting 2015 zal de concrete financiële vraag (dat de huidige inzet zeker niet te boven zal
gaan) bestuurlijk vastgesteld worden.
Bijdrage in Ontwikkelingsbureau Veenhuizen
Het Ontwikkelingsbureau Veenhuizen betekent: een vast aanspreekpunt; onafhankelijk van
betrokken overheden; laagdrempelig; directe communicatie met burgers en ondernemers
(loketfunctie); koppeling van ideeën; ontwikkelt en begeleidt initiatieven (bv inrichtingsopgave
WILG); verkent subsidiemogelijkheden; betrokken bij uitvoering van met ministers Blok en
Schulz gemaakte afspraken over pilot Rijksvastgoed Veenhuizen om nieuwe impuls te geven
aan de economische ontwikkelingen in Veenhuizen.
De rijksoverheid is bezig met een grote omvormingsoperatie van de rijksdiensten, zomede het
afstoten van het rijksbezit dat geen rijkshuisvestingsfunctie meer heeft. Ontwikkelingen die in
2015 en 2016 verder geëffectueerd/geïmplementeerd zullen moeten worden in plan voor het
toekomstig eigendom, beheer en gebruik van het ‘overtollig’ gestelde Rijksvastgoed.
Naast de organisatorische opgave (taken komen anders bij de gemeente te liggen), vragen
ook een groot aantal inhoudelijke vragen op ruimtelijk/economisch gebied (bv herbestemming
Bankenbosch; verbouw/nieuwbouw Esserheem/Norgerhaven; ontwikkeling locatie derde
gesticht en niet in de laatste plaats de structuurvisie Veenhuizen) intensieve samenwerking
met onder meer rijk, provincie en bv SBV, VCT, NOM, PI’s, SBB, DAE en regionale bedrijven.
Voor 2015 wordt een eenmalige budget aangevraagd van € 50.000. In 2016 zal bij de
begrotingsbehandeling nog eens € 50.000 worden aangevraagd.
66
VOORJAARSNOTA 2014
Ten laste van specifieke uitkeringen
Onderwijsachterstandbeleid
De
specifieke
uitkering
onderwijsachterstandenbeleid
vanuit
de
Wet
OKE
(Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie) zou eerst doorlopen tot en met 2014, maar
is nu verlengd t/m 2015. In 2016 wordt de uitkering heroverwogen.
De verwachte inkomst in 2015 is € 28.600 (gebaseerd op de ontvangst in 2014). De uitvoering
is budgettair neutraal.
Het doel is dat kinderen met geen of geringe taalachterstand kunnen starten in groep 3
basisonderwijs. Peuters met een VVE indicatie voor taalachterstand wordt het erkende
programma Piramide aangeboden. De uitkering onderwijsachterstandenbeleid wordt volledig
besteed aan peuterspeelzalen met 32 VVE Peuterplaatsen.
Ten laste van de post (vervangings-)investeringen
De kapitaallasten uit onderstaande investeringen wordt ten laste van de post “vrijval
vervangingsinvesteringen” gebracht
Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT)
De Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) is één van de basisregistraties waar de
gemeente actief bij is betrokken. Wij worden als gemeenten in onze rol van bronhouder
geconfronteerd met de wettelijke invoering, het beheer en het onderhoud van BGT. Vanaf
2012 vindt de transitie plaats om de BGT op te bouwen. In deze fase zal de gemeente huidige
topografiebestanden opwerken naar de BGT. De invoering neemt tot en met 2015 in beslag.
De BGT zal op 1 januari 2016 gereed moeten zijn.
Tot eind 2013 heeft de gemeente Noordenveld de transitie van de BGT uitgevoerd in
samenwerking met de STAAN gemeenten. Deze samenwerking is echter beëindigd. Op dit
moment (Q2 2014) wordt onderzocht welke andere mogelijkheden er zijn om de transitie uit te
voeren, eventueel in samenwerking met andere (markt)partijen. Het investeringsbedrag is
mede afhankelijk van deze keuze. Het genoemde bedrag is die van het voorstel van de
gemeente Groningen om ons te ontzorgen en is op dit moment de maximum variant.
Voor het inrichten van het systeem is externe expertise vereist, o.a. om koppelingen te maken
met andere systemen. Ook zullen de topografische gegevens moeten worden bewerkt,
gecorrigeerd en extra moeten worden ingewonnen.
De benodigde software is reeds aangeschaft en geïnstalleerd.
De investering bedraagt € 50.000. De kapitaallast bedraagt € 12.000
Overgang GBI 4 naar GBINext (6)
Het beleid rondom het beheer van de Openbare ruimte is onder andere gericht op het tegen
zo laag mogelijke (maatschappelijke) kosten realiseren, beheren en onderhouden van de
openbare ruimte. Het Taakveld beheer maakt voor het uitvoeren van dat beleid gebruik van
een gemeentelijke beheer en informatiesysteem (GBI). Het huidig systeem is door
verschillende ontwikkelingen (o.a. invoeren basisregistraties) verouderd en aan vervanging
toe. Met de aanschaf van een nieuwe versie van het beheer en informatiesysteem kan het
taakveld in de toekomst haar taken blijven uitvoeren en monitoren.
In het kader van de komst van de Basisregistratie Grootschalige Topografie en andere
ontwikkelingen in de ICT is door de leverancier van het huidige systeem een nieuwe versie
ontwikkeld. De huidige versie zal slechts nog een aantal jaren worden ondersteund.
Om te voldoen aan alle eisen en aan te sluiten bij architectuur van de basisregistraties is niet
alleen de installatie van nieuwe software nodig, maar ook omzetting van de administratieve
gegevens naar een nieuwe indeling. De huidige software wordt dus vervangen en de
67
VOORJAARSNOTA 2014
administratieve gegevens worden door middel van routines (procestappen van omzetting en
controles) geschikt gemaakt voor toekomstig gebruik.
De investering 2015 is € 30.000. De kapitaallast 2014 is € 7.200.
(Onder de vervangingsinvesteringen 2014 is het krediet 2014 ad € 50.000 opgenomen)
Vervangingskrediet hardware 2015
Nieuwe Werkplek
De huidige Werkplek omgeving is verouderd. Met Werkplek omgeving wordt bedoeld de
omgeving waar dagelijks door medewerkers op wordt inlogt en waarin gewerkt wordt met
Excel, Corsa, Outlook e.d. De laatste periode zijn er al meerdere klachten bekend die alleen
op te lossen zijn met een nieuwe werkplek. Los van de praktische problemen die zich nu
voordoen dient de omgeving voor 14 juli 2015 te worden vervangen omdat op die datum de
ondersteuning van Microsoft voor wat betreft Windows Server 2013 vervalt. Deze situatie is
vergelijkbaar met de situatie waarin veel gemeenten zich bevinden met Windows XP
(Noordenveld heeft hier overigens geen last van). De kosten ten aanzien van de hardware zijn
€ 50.000. De kapitaallast bedraagt € 12.000.
Vervanging Storage
In 2014 moet een deel van onze storage omgeving worden vervangen. Op deze omgeving
wordt alle dat opgeslagen (Word documenten, maar ook databases, e-mail enz.) Deze
hardware wordt in delen, maar op de vijf jaar vervangen. Kosten hiervan zijn € 50.000. De
kapitaallast bedraagt € 12.000.
Integraal Huisvesting Plan (IHP)
Wetgeving
Nu de 1e Kamer op 6 mei met het wetsvoorstel decentralisatie buitenonderhoud
schoolgebouwen akkoord is gegaan, worden schoolbesturen vanaf 1 januari 2015
verantwoordelijk voor het buitenonderhoud van hun schoolgebouwen. Dit betekent dat de
schoolbesturen vanaf 1 januari 2015 voor het bekostigen van het onderhoud en aanpassen
van de schoolgebouwen geen beroep meer kunnen doen op de gemeente. De gemeente blijft
nog wel financieel verantwoordelijk voor nieuwbouw, uitbreiding, medegebruik (verhuur),
constructiefouten (onder andere asbest) en herstel in geval van bijzondere omstandigheden
(calamiteiten als brand, diefstal, stormschade).
Op dit moment is bekend welk bedrag in het kader van deze wetswijziging per 1 januari 2015
aan de algemene uitkering gemeente Fonds wordt onttrokken:
€ 158 miljoen inzake doordecentralisatie gebouwenonderhoud naar schoolbesturen
€ 256 miljoen vanwege de (vermeende) onderbesteding door gemeenten (motie HaersmaBuma)
Naar verwachting wordt er in de mei-circulaire aangegeven wat de negatieve financiële
gevolgen voor Noordenveld zullen zijn. Geschat wordt dat de algemene uitkering vanaf 1
januari 2015 € 91.000 lager zal zijn.
Daarnaast ‘bespaart’ de gemeente vanaf 1 januari 2015 de investeringslasten op onderhoud.
Gemiddeld
werd
er
€
60.000
aan
investeringen
gedaan
t.l.v.
budget
vervangingsinvesteringen. De kapitaallasten van eerdere investeringen blijven echter op de
begroting drukken.
Deze uitnames zullen via het ministerie OCW aan de schoolbesturen via de Lumpsum worden
vergoed. De schoolbesturen moeten dan vanaf 1 januari 2015 hieruit dan de kosten voor
68
VOORJAARSNOTA 2014
gebouwenonderhoud betalen. De gemeente blijft financieel verantwoordelijk voor nieuwbouw
en uitbreiding. Wie verantwoordelijk wordt voor de kosten van renovatie is niet in de nieuwe
wet opgenomen. Hierover zullen tussen de gemeente en schoolbesturen afspraken moeten
worden gemaakt.
Conclusie:
Er valt binnen de budgetten op programma onderwijs geen gat. De algemene uitkering wordt
wel lager en werkt door in het begrotingssaldo van de begroting 2015.
Renovatie gemeentelijk gebouwen
Conform het eind vorig jaar vastgestelde gebouwenbeheerplan zijn de volgende investeringen
voor 2015 gepland:
Werkplaats Roden
Molens/torens
Vm dorpshuis Norg
Woning Scheepstratstraat
Brinkhof
MFA Essen
MFA Roderwolde
Gymzalen
Sporthal Peize
€ 16.500
“ 4.500
“ 46.000
“ 12.000
“ 33.500
“ 9.500
“ 7.500
“ 47.000
“ 6.000
€182.500
De kapitaallasten bedragen € 16.500
Meeliftinvesteringen wegen/rioolonderhoud
De riolering is voor een gedeelte aan het wegenonderhoud gekoppeld. Dit komt omdat met de
riolering de weg ook wordt opgebroken. Deze kosten mogen voor 2/3 deel toegerekend
worden aan het tarief. Voor het resterende deel moet er een krediet opgenomen worden.
De investering bedraagt € 443.000 (kapitaallasten € 39.900)
De planning voor wegen- en rioolonderhoud is mede afhankelijk van de rioolinspecties en weg
inspecties. De gegevens zijn pas in het 3 e kwartaal beschikbaar. Op basis van wat nu bekend
is staan de volgende rioleringsprojecten op het programma 2015:
e
- de 3 fase in de omgeving de Raiffeisenlaan;
e
- de 2 fase Geluklaan en omgeving;
- Leliestaat en omgeving in Norg.
- eventueel nog woningen afkoppelen kern Nietap
De exacte afbakening van de werkgebieden is pas mogelijk na onderzoek en inventarisatie
van de bestaande rioleringssystemen.
De prioritering voor het wegonderhoud is van veel factoren afhankelijk. De weginspectie vormt
daarbij cruciale input, maar ook de mogelijkheden om werkzaamheden te clusteren. Op dit
moment zijn er naast allerlei wegvakken (die dus nog geclusterd moeten worden) 2 projecten
aan te wijzen die in 2015 opgepakt zouden moeten worden: de Kastelenlaan en het Fietspad
Roderdijk. De eerste is nog niet definitief ingepland in verband met de ontwikkelingen rondom
het HOV, die van invloed zijn op de keuze van de constructie.
69
VOORJAARSNOTA 2014
Investeringen openbare verlichting
In het openbaar verlichtingsplan is bepaald dat elk jaar voor dit bedrag de lichtmasten en de
armaturen vervangen moeten worden. De noodzakelijkheid is hoog omdat het lichtmastenpark
dat we hebben voor een zeer groot gedeelte uit masten bestaat die ouder zijn dan 40 jaar.
Deze masten zijn niet langer meer te handhaven. Ze zijn technisch versleten en kunnen een
gevaar vormen voor de veiligheid van de burger. De investering bedraagt € 280.000 per jaar
(kapitaallasten € 25.200)
Meeliftprojecten GVVP
Het realiseren van goede verblijfsgebieden (30 en 60 km-zones) kost veel geld en komt
volledig voor rekening van de gemeente. In het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan is
aangegeven dat combinatie van maatregelen met reguliere onderhoudswerkzaamheden
(wegdek, riolering) de kosten kan beperken. De (vaak aanvullende) maatregelen kunnen niet
uit de onderhoudsbudgetten worden gefinancierd. De kosten aan “meeliftgelden” worden
voldaan uit de begroting en worden geraamd op jaarlijks € 100.000. De kapitaallast bedraagt
€ 9.000.
Het duurzaam veilig inrichten bestaat o.a. uit het maken van inritconstructies op de overgang
van 50 km/uur naar de 30 km-zones (hiermee wordt de snelheid teruggedrongen en de
voorrang geregeld). Het aanleggen van plateaus op belangrijke kruisingen of bijvoorbeeld bij
belangrijke
(fiets)oversteken
of
schooluitgangen.
Het
oplossen
van
knellende
parkeerproblemen en oversteekproblemen van voetgangers en fietsers.
Ten laste van tarieven
Vervangingsinvesteringen riolering 2015
Onderdeel vrijverval € 700.000
Dit betreft de noodzakelijke investeringen voor het vervangen van bestaande
vrijvervalriolering. Met behulp van het beheersysteem (GBI) wordt voor elk jaar een
vervangingsprogramma opgesteld.
Gemalen (electrisch/mechanisch)€ 272.000
Dit betreft de investeringen voor de vervanging van de elektrotechnische onderdelen en
incidenteel
bouwkundige
onderdelen
van
rioolgemalen,
bergbezinkbassins
en
bergingsvoorzieningen
Onderdeel drukriolering en IBA’s € 250.000
Dit betreft de investeringen voor de vervanging van de elektrotechnische onderdelen en
incidenteel bouwkundige onderdelen van drukrioolpompunits en IBA’s (Individuele
Behandeling van Afvalwater) in het buitengebied.
Afkoppelen afvoerend oppervlak € 700.000
Ter invulling van de Kader Richtlijn Water (KRW) heeft de gemeente een afkoppelopgave. In
veel gevallen worden hiervoor regenwaterriolen aangelegd in combinatie met de vervanging
van bestaande riolering. Ook worden er los van het vervangingsprogramma projecten
uitgevoerd om verhard oppervlak af te koppelen.
Stedelijke wateropgave/grondwater € 100.000
Het hemelwater dat afgekoppeld wordt, dient opgevangen te worden. Hierin wordt voorzien door
de aanleg van waterbergingen.
Afkoppelen particulier verhard oppervlak € 250.000
70
VOORJAARSNOTA 2014
De investeringen noodzakelijk voor het afkoppelen van verhardoppervlak van bestaande
bebouwing.
Hydraulische verbetermaatregelen € 50.000
Investeringen t.b.v. maatregen om het functioneren van de rioolstelsels verder op detailniveau
te optimaliseren. Meestal n.a.v. opgedane ervaringen in de praktijk.
Waterberging Roden € 250.000
De totale investering bedraagt € 2.572.000. De uit de investering voortvloeiende
kapitaallasten ad € 188.900 komen ten laste van het tarief rioolheffing.
Ten laste van grondexploitaties
Voorbereidingskrediet gebiedsvisie Kroonvelden
In 2014 starten we met het ontwikkelen van een gebiedsvisie op het landelijk gebied tussen
Roden en Roderesch. Vanuit de gebiedsvisie worden bestemmingsplannen voorbereid.
Het voorbereidingskrediet 2014 is opgenomen onder de beleidsvoornemens 2014.
De vervolgkredieten voor 2015 en 2016 bedragen respectievelijk € 55.000 en € 35.000.
71
VOORJAARSNOTA 2014
72