EXAMENREGLEMENT KLAS 6

EXAMENREGLEMENT
PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING
KLAS 6
2014-2015
Afwezigheid bij PTA-toetsen: een korte handleiding
PTA-toetsen vormen een onderdeel van het Schoolexamen. Evenals bij het Centraal Examen mag je
slechts afwezig zijn met een geldige reden; die geldige reden kan worden gecontroleerd. Evenzeer als
bij het Centraal Examen kan ook afwezigheid met een geldige reden onaangename consequenties
hebben. Zo kun je de mogelijkheid om te herkansen verspelen. Zie artikel 9 van het
Examenreglement.
Wat te doen bij ziekte?
1.
2.
3.
Je meldt je voor het begin van de toets telefonisch af bij de absentieregistratie. Je vertelt wat
het ziektebeeld is en hoelang je verwacht afwezig te zijn. Wanneer je een antwoordapparaat
aan de lijn krijgt, spreek je de boodschap in. In dat geval word je in de loop van de ochtend
teruggebeld.
Wanneer je hersteld bent, meld je je op het eerstvolgende spreekuur van de
leerjaarcoördinator. Je licht je absentie toe en levert een door een wettelijke
vertegenwoordiger ondertekende verklaring in waarin de reden van het verzuim wordt
vermeld.
Je maakt de toets alsnog volgens het inhaalrooster.
Wat te doen bij afwezigheid wegens een andere dringende reden?
1.
2.
Je meldt je vooraf bij de leerjaarcoördinator en vraagt om toestemming. Slechts in
uitzonderlijke gevallen wordt die toestemming verleend. Er kan worden gevraagd om
bewijsstukken.
Je maakt de toets volgens het inhaalrooster.
Wat te doen als je tijdens het maken van de toets onwel wordt?
1.
2.
Je meldt je bij de surveillant en levert het gemaakte werk in. Wanneer je aan een toets
begonnen bent, wordt het gemaakte werk in principe beoordeeld en telt het cijfer volwaardig
mee. Alleen in zeer uitzonderlijke gevallen kan van die regel afgeweken worden.
Vervolgens meld je je bij de leerjaarcoördinator, een lid van de schoolleiding of een van hun
plaatsvervangers. Zij beoordelen de situatie. Wanneer je dat niet doet kun je onder geen
enkele omstandigheid een beroep doen op de uitzonderingsclausule.
Wat gebeurt er wanneer je te laat komt?
1.
2.
Tot een half uur na aanvangstijd word je tot een schriftelijk examen toegelaten. De eindtijd
van het examen blijft dezelfde. Wanneer je de limiet overschrijft, moet je gebruik maken van
een herkansing.
Bij een mondeling examen, een luistertoets en de praktische opdracht natuurkunde kun je
niet te laat komen. Wanneer dat wel gebeurt, ben je afwezig zonder geldige reden en moet je
gebruikmaken van een herkansing.
Deze handleiding beschrijft praktische procedures op basis van het vermelde in het Examenreglement. Aan
de handleiding kunnen geen rechten worden ontleend. Zie daarvoor het Examenreglement zelf.
2
Inhoudsopgave
I
Indeling examen
pag. 4
II
Regeling schoolexamen 2014-2015
pag. 4
III
Toelichting bij het overzicht PTA
pag. 8
IV
Regels bij het Centraal Examen
pag. 9
V
De bepaling van het examencijfer
pag. 10
VI
Vaststelling van de uitslag
pag. 10
VII
Pakketkeuze en extra vakken
pag. 11
VIII
Herkansing CE
pag. 11
Bijlagen:
PTA per vak inclusief stofomschrijving
Rooster Centraal Examen
3
BARLAEUSGYMNASIUM
AMSTERDAM
I.
Indeling eindexamen:
1.
2.
II.
EXAMENREGLEMENT
Tweede Fase 2014-2015
Het eindexamen kan voor ieder vak bestaan uit een schoolexamen of uit een
schoolexamen en een centraal examen.
Het schoolexamen omvat mede een profielwerkstuk.
Regeling schoolexamen 2014-2015
1.
Het schoolexamen wordt met inachtneming van de bepalingen van het
Eindexamenbesluit afgenomen onder verantwoordelijkheid van de rector en de
examinatoren.
2.
Het schoolexamen wordt afgesloten voor de aanvang van het centraal examen
3.
Het schoolexamen heeft de vorm van een examendossier. Het omvat alle vakken en
deelvakken waarin een kandidaat examen aflegt, alsmede alle programmaonderdelen
waarvoor geen landelijk programma is vastgesteld en die hij in zijn zogenaamde vrije
deel heeft opgenomen.
Het profielwerkstuk:
a.
Het profielwerkstuk is een werkstuk, waaronder ook een presentatie kan worden
verstaan. Het is de bedoeling dat daarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en
vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn in het desbetreffende profiel.
Het profielwerkstuk heeft minimaal op één vak betrekking. Dit vak heeft een
studielast van tenminste 400 uur. Het profielwerkstuk kan ook op meerdere vakken
betrekking hebben.
b.
Het profielwerkstuk wordt beoordeeld met een cijfer. Het profielwerkstuk moet
daarom voor aanvang van het CE afgerond zijn. Inleverdatum voor het
profielwerkstuk in de zesde klas is
9 februari 2015 om 09.00 uur.
c.
Het cijfer voor het profielwerkstuk maakt onderdeel uit van het combinatiecijfer ( zie
II.6 van dit reglement).
4.
De kandidaten ontvangen voor 1 oktober van het vijfde en zesde cursusjaar een
exemplaar van deze regeling met een of meer bijlagen, waarin voor het betreffende
leerjaar per vak vermeld staat:
a.
de stof waarover het schoolexamen zich uitstrekt;
b.
de wijze waarop het schoolexamen zal plaatshebben;
c.
het tijdvak of de tijdvakken waarin het schoolexamen zal plaatshebben;
d.
de wijze waarop het eindcijfer van het schoolexamen wordt bepaald.
toelichting ad c:
In de regeling worden de tijdvakken waarin het schoolexamen zal plaatshebben globaal
aangegeven. Voor het begin van elke toets periode ontvangen de kandidaten een rooster
waarin de exacte data staan vermeld.
Voor de aanvang van het centraal examen wordt de kandidaat van zijn cijfers en overige
beoordelingen voor het schoolexamen schriftelijk in kennis gesteld.
4
5.
Met uitzondering van die vakken en programmaonderdelen die geheel tot het handelingsdeel
behoren drukt de examinator zijn eindoordeel over kennis, inzicht en vaardigheid van de
kandidaat in elk (deel)vak uit in een cijfer voor het schoolexamen. Daarbij gebruikt hij een
schaal van cijfers lopende van 1 tot en met 10 met de daartussen liggende cijfers met één
decimaal.
In deze schaal van cijfers komt aan de gehele cijfers van 1 tot en met 10 de volgende
betekenis toe:
1
2
3
4
5
zeer slecht
slecht
zeer onvoldoende
onvoldoende
bijna voldoende
6
7
8
9
10
voldoende
ruim voldoende
goed
zeer goed
uitmuntend
Het cijfer voor het schoolexamen is het (gewogen) gemiddelde van de beoordelingen die
voor de toetsen van het schoolexamen aan de kandidaat zijn gegeven.
Indien een gemiddelde als bedoeld in dit artikel een cijfer met twee decimalen is, wordt dit
cijfer afgerond op de eerste decimaal, met dien verstande dat deze decimaal met 1 verhoogd
wordt, als de tweede decimaal zonder afronding 5 of hoger is.
Indien het cijfer schoolexamen tevens eindcijfer is (omdat er geen centraal examen in het
betreffende vak wordt afgenomen), is de laatste alinea van V De bepaling van het
examencijfer van toepassing.
Indien een leerling het niet eens is met een beoordeling, heeft hij intern recht van beroep: zie
Regeling Bezwaar en Beroep van de OSZG in de schoolgids
In de vijfde klas ontvangen de leerlingen/ouders drie maal per jaar een rapport. Naast de
rapportgegevens ontvangen leerlingen ook een schoolexamenrapport , waarop de PTAresultaten vermeld staan, namelijk na periode 1 en periode 2. In de zesde klas ontvangen de
leerlingen na toets periode 1, 2 en toets periode 3 een schoolexamenrapport.
De aantallen toetsen en opdrachten kunnen per vak verschillen. Het Programma van
Toetsing en Afsluiting (PTA) bevat een overzicht per vak.
6.
Het combinatiecijfer is het rekenkundig gemiddelde van de vakken ANW, maatschappijleer
en het profielwerkstuk. De hele cijfers voor deze onderdelen worden afzonderlijk op de
cijferlijst vermeld. Bij de uitslagbepaling telt het rekenkundig gemiddelde van deze 3
onderdelen als één examencijfer mee.
Als één van de onderdelen van het combinatiecijfer lager is dan een 4,0, is de leerling niet
geslaagd, zelfs als het gemiddelde een zes of hoger is.
7.
Voor zover het schoolexamen een mondelinge toets omvat, wordt deze afgenomen door de
examinator in aanwezigheid van minimaal één docent in hetzelfde of een verwant vak. Het
cijfer wordt bepaald door de examinator, na overleg met de bijzitter. Bij een mondelinge
toets kunnen toehoorders slechts worden toegelaten indien de geëxamineerde kandidaat
daar geen bezwaar tegen heeft.
8.
Regeling praktische opdrachten en handelingsdeel
a.
Praktische opdrachten en onderdelen van het handelingsdeel ( bijv. de dossiers of
files voor moderne talen) zijn gebonden aan een periode.
b.
Voor de afronding van deze opdrachten wordt een inleverdatum vastgesteld. Deze
wordt door de vaksectie in het PTA en/of de studiewijzer vastgelegd.
c.
Deelname aan de toetsen van het schoolexamen staat alleen open voor leerlingen die
het handelingsdeel voor de betreffende vakken op tijd afgerond hebben. Als dit niet
gebeurd is, komt er een cijfer 1 en moet de leerling de toets herkansen.
5
d.
Ontbreekt na de inleverdatum iedere prestatie, dan wordt, wanneer het een 9
praktische opdracht betreft, het cijfer 1 toegekend. Indien een leerling de praktische
opdracht alsnog inlevert, maakt hij daarmee gebruik van één van zijn herkansingen.
9.
Wanneer een kandidaat door ziekte of een andere dringende reden aan enig deel van het
schoolexamen niet heeft kunnen deelnemen, wordt hij in de gelegenheid gesteld het
verzuimde in te halen. Een uitzondering hierop vormt de herkansing in klas 6 aan het einde
van het S.E.
De kandidaat levert bij de conrector een door één der ouders getekende verklaring in,
waaruit blijkt dat het verzuim aan ziekte te wijten was.
Deelname aan een zitting betekent dat het eenmaal gemaakte werk zijn geldigheid behoudt.
Zeer bijzondere familieomstandigheden, alsmede eigen ziekteverschijnselen, dienen voor de
aanvang van de zitting gemeld te worden. In overleg moet dan van tevoren duidelijk worden
vastgesteld of de kandidaat in staat is het schoolexamen te maken. Wanneer een kandidaat
eenmaal aan een zitting is begonnen, geldt dit als deelname, ook wanneer zich tijdens de
zitting ziekteverschijnselen voordoen. Alleen in zeer bijzonder gevallen kan van deze laatste
regel door de rector en de examinatoren worden afgeweken.
Indien een kandidaat zonder geldige reden niet aan enig deel van het
schoolexamen deelneemt, krijgt hij voor het betreffende onderdeel het cijfer 1 .
10.
Een leerling die te laat komt voor een schriftelijke toets, wordt tot uiterlijk een half uur na
aanvang van de zitting toegelaten. Een kandidaat die te laat komt bij een mondelinge toets, de
luistertoets voor de moderne vreemde talen of de praktische opdracht natuurkunde , krijgt
voor dat onderdeel een 1.
11.
Inhaal- en herkansingsregeling schoolexamen
1.
Aan het eind van een periode is er een herkansingsmogelijkheid voor klas 5 en 6
2.
Toetsen die vanwege een geldige reden (zoals bedoeld in artikel 9) zijn gemist,
worden zo spoedig mogelijk ingehaald volgens een inhaalrooster.
Herkansingen:
1.
Per leerjaar heeft een leerling recht op drie herkansingen.
2.
De herkansingen kunnen plaatsvinden aan het eind van een periode, tegelijk met
inhalen.
3.
Wanneer een leerling geen gebruik maakt van (een deel van) zijn
herkansingsmogelijkheden, mag hij in volgende jaren geen extra herkansingen doen;
‘sparen’ is dus niet toegestaan.
4.
Een toets mag nooit meer dan eenmaal worden overgedaan.
5.
Bij afwezigheid bij een herkansing van een toets (ongeacht de reden) vervalt de
mogelijkheid tot herkansing.
6.
In de laatste toetsperiode komen ingehaalde toetsen niet voor herkansing in
aanmerking.
7.
Praktische opdrachten komen in beperkte mate voor herkansing in aanmerking. De
vaksecties hebben in het PTA vastgelegd of de praktische opdrachten voor hun vak
herkanst mogen worden.
8.
In alle gevallen geldt dat wanneer het cijfer voor herkansing/herexamen lager is dan
het oorspronkelijke cijfer, het eerste cijfer blijft staan.
12.
Onregelmatigheden
1.
Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het examen aan enige
onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, kan de rector maatregelen nemen.
2.
De maatregelen bedoeld in het eerste lid, die al dan niet in combinatie met elkaar
genomen kunnen worden, kunnen zijn:
a.
het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen of het
centraal examen;
b.
het ontzeggen van de deelname of verdere deelname aan een of meer
zittingen van het schoolexamen of het centraal examen;
6
c.
3.
het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegd deel
van het schoolexamen of het centraal examen;
d.
het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt
na een hernieuwd examen in door de rector aan te wijzen onderdelen.
Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op
een of meer onderdelen van het centraal examen, legt de kandidaat dat
examen af in het volgend tijdvak van het centraal examen, dan wel ten
overstaan van de staatsexamencommissie.
Alvorens een beslissing ingevolge het tweede lid wordt genomen, hoort de rector de
kandidaat. De kandidaat kan zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige
laten bijstaan. De rector deelt zijn beslissing mede aan de kandidaat, zo mogelijk
mondeling en in ieder geval schriftelijk. In de schriftelijke mededeling wordt tevens
gewezen op het bepaalde in artikel 15.
De schriftelijke mededeling wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de
inspectie en aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat, indien deze
minderjarig is.
13.
In gevallen waarin het in artikel 12 gestelde niet voorziet beslissen de rector en de
examinatoren na betrokkenen gehoord te hebben.
14.
De kandidaat kan tegen enigerlei beslissing op grond van de artikelen 12 en 13 van deze
regeling in beroep gaan bij de beroepscommissie van de Onderwijs Stichting Zelfstandige
Gymnasia: OSZG, postbus 800, 2003 RV Haarlem.
Van de commissie van beroep mag de directeur geen deel uitmaken. Het beroep wordt
binnen drie dagen nadat de beslissing schriftelijk ter kennis van de kandidaat is gebracht,
schriftelijk bij de commissie van beroep ingesteld. De commissie stelt een onderzoek in en
beslist binnen twee weken op het beroep, tenzij zij de termijn met redenen omkleed heeft
verlengd met ten hoogste twee weken. De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast
op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen
geheel of gedeeltelijk af te leggen onverminderd het bepaalde in artikel 12, 2d.
De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat, aan de ouders,
voogden of verzorgers van de kandidaat indien deze minderjarig is, aan de directeur en aan
de inspectie.
Tegen een gegeven beoordeling kan geen beroep worden aangetekend.
15.
Inzageregeling
Zodra een schriftelijke toets is nagekeken, wordt deze tijdens de les besproken en krijgen de
leerlingen hun werk ter inzage. In bijzondere gevallen kan een leerling, binnen 14 dagen na
teruggave, op verzoek en onder toezicht van de docent inzage van het eigen werk krijgen,
eventueel in aanwezigheid van ouders en/of derden.
16.
17.
Regeling zittenblijven vijfde klas
Leerlingen die blijven zitten in de vijfde klas doen het programma van het betreffende jaar
over.
Op deze regeling zijn een aantal uitzonderingen van toepassing, te weten:
Voor vakken die in de vijfde worden afgesloten en waarvoor het resultaat 6 of hoger is
behaald kan een leerling een vrijstelling vragen.
Voor praktische opdrachten, waarvoor een voldoende resultaat is behaald, wordt een
regeling getroffen met de desbetreffende docent.
Procedure schoolexamenrapport (SER).
Schoolexamenrapporten geven aan welke examenonderdelen een leerling heeft gedaan en
met welk resultaat.
Bij de examenonderdelen wordt onderscheid gemaakt in:
toetsen
7
praktische opdrachten
handelingsdelen
Het profielwerkstuk wordt beoordeeld met een cijfer. Dit cijfer maakt onderdeel uit van het
combinatiecijfer.
Aan toetsen en praktische opdrachten wordt een cijfer toegekend. Aan handelingsdelen
wordt het teken nb ( naar behoren) of * ( niet gedaan) toegekend. Het PTA-overzicht dient
ertoe leerlingen en ouders te informeren welke examenonderdelen reeds afgerond zijn en
met welk resultaat. Daarnaast biedt het de mogelijkheid eventuele onjuistheden tijdig te
signaleren en te corrigeren.
Leerlingen controleren hun behaalde resultaten in SOM.
Indien de leerling van mening is dat er een cijfer incorrect is ingevoerd, is de procedure als
volgt.
De leerling neemt zelf contact op met de desbetreffende docent, om na te gaan wat het juiste
cijfer of gegeven is.
De docent zorgt dat het cijfer zo nodig aangepast wordt.
Leerlingen tekenen voor hun definitieve cijferlijst op woensdag 22 april 2015
Procedure bewaren gemaakte PTA's
De school bewaart al het examenwerk gedurende de wettelijke termijn, te weten tot twee
jaar na het behalen van het diploma.
III.
Toelichting bij het overzicht Programma van Toetsing en Afsluiting
Toetsperiodes klas 5 en 6
Klas 5:
Periode 1: 8 t/m 190 december 2014 (inclusief proefwerkweek)
Periode 2: 8 t/m 19 juni 2015 (inclusief proefwerkweek)
Klas 6:
Periode 1: 6 oktober t/m 10 oktober 2014
Periode 2: 8 t/m 19 december 2014
Periode 3: 23 maart t/m 3 april 2015
N.B.: de luistertoetsen MVT vinden plaats:
- Duits maandag 19 januari 2015
- Engels dinsdag 20 januari 2015
- Frans woensdag 21 januari 2015
Uiterlijk twee weken voor aanvang van een toets periode ontvangen de leerlingen een
rooster waarin de exacte data zijn vermeld.
IV.
Regels bij het centraal examen
1.
Deelname aan een zitting van het schriftelijk examen betekent dat het eenmaal
gemaakte werk zijn geldigheid behoudt. Zeer bijzonder familieomstandigheden
(ernstige ziekte, overlijden), alsmede eigen ziekteverschijnselen, dienen voor de
aanvang van de examenzitting aan de schoolleiding gemeld te worden. In overleg
moet dan van tevoren duidelijk vastgesteld worden of de kandidaat in dat geval in
staat is aan het examen deel te nemen. Wanneer een kandidaat eenmaal aan een
zitting is begonnen, geldt dit als deelname, ook wanneer zich tijdens de zitting
ziekteverschijnselen voordoen.
8
2.
Een kandidaat die te laat komt, mag tot uiterlijk een half uur na aanvang van de zitting
worden toegelaten.
3.
Het werk wordt gemaakt op papier, gewaarmerkt en verstrekt door de school. De
school verstrekt eveneens gewaarmerkt kladpapier.
Kandidaten mogen geen papier meenemen naar het examenlokaal. Het werk wordt
niet met potlood gemaakt, tenzij de aard van het werk het gebruik van potlood
wenselijk maakt (b.v. bij grafieken). Het gebruik van tipp-ex is niet toegestaan.
4.
De kandidaat vermeldt zijn examennummer en zijn naam.
5.
Na het openen van de enveloppe met opgaven is het verboden enige mededeling of
inlichting over het werk aan de kandidaten te verstrekken.
6.
Het meenemen van andere dan toegestane boeken, tabellen en andere hulpmiddelen
is verboden.
7.
Het meenemen van mobiele telefoons of andersoortige communicatieapparatuur in
de examenzaal is verboden.
8.
Zonder toestemming van een toezichthouder mag een kandidaat zich gedurende het
examen niet verwijderen uit het examenlokaal.
9.
Onregelmatigheden
Hiervoor geldt de regeling die is opgenomen in hfdst. II, art. 12 t/m 14.
10.
Verhindering centraal examen
a.
Indien een kandidaat om een geldige reden, ter beoordeling van de rector, is
verhinderd bij één of meer toetsen in het eerste tijdvak aanwezig te zijn,
wordt hem in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het centraal
examen op ten hoogste twee toetsen te voltooien.
b.
Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of
wanneer hij het centraal examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien,
wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van de
staatsexamencommissie zijn examen te voltooien.
11.
Inzageregeling
In bijzondere gevallen kan een leerling, binnen een maand na de examenuitslag, op
verzoek, inzage van het eigen werk krijgen, eventueel in aanwezigheid van ouders
en/of derden. Ook kan men dan een kopie van het gemaakte werk krijgen.
V.
De bepaling van het examencijfer
Het examencijfer is het gemiddelde van de cijfers van schoolexamen en centraal
eindexamen. Het eindcijfer schoolexamen is een cijfer met één decimaal; als de
berekening een cijfer met twee of meer decimalen oplevert, wordt dit cijfer afgerond
op de eerste decimaal, met dien verstande dat deze decimaal met 1 verhoogd wordt
als de tweede decimaal zonder afronding 5 of hoger is.
De opgaven van het centraal examen zijn landelijk dezelfde, worden gecorrigeerd
door de betrokken leraar en vervolgens door een gecommitteerde (een leraar van
een andere school). Leraar en gecommitteerde stellen aan de hand van door het rijk
verstrekte normen in overleg de score c.q. het cijfer voor het centraal examen vast.
9
Het examencijfer is een geheel getal; als het gemiddelde van het cijfer voor het
schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen geen geheel getal is, worden de
decimalen, als deze 49 of minder zijn, naar beneden afgerond en als deze 50 of meer
zijn, naar boven.
VI.
Vaststelling van de uitslag
De kandidaat die eindexamen heeft afgelegd is in het schooljaar 2014-2015 geslaagd
als:
alle eindcijfers 6 of hoger zijn, of
er 1x5 is behaald en voor de overige vakken 6 of hoger, of
er 1x4 of 2x5 of 1x4 en 1x5 is behaald en voor de overige vakken een 6 of
hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6,0 is;
het rekenkundig gemiddelde van de bij het centraal examen behaalde cijfers
ten minste 5,5 is;
het vak lichamelijke opvoeding is beoordeeld als voldoende of goed;
voor elk van de onderdelen van het combinatiecijfer minimaal een 4 is
behaald;
voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde ten hoogste één 5 is
behaald;
de rekentoets referentieniveau 3F is gemaakt.
N.B. In 2015-2016:
-
VII.
voor de rekentoets referentieniveau 3F is tenminste een 5 behaald.
voor de vakken Nederlands, Engels, wiskunde en de rekentoets is
ten hoogste één 5 behaald;
Pakketkeuze en extra vakken
1.
2.
3.
De kandidaat die, als aanvulling op de verplichte studielast, in extra vakken
schoolexamen heeft afgelegd, bepaalt na afloop van het schoolexamen in
welke vakken hij centraal examen zal afleggen, uiteraard met inachtneming
van de wettelijke voorschriften ten aanzien van verplichte vakken in het
gemeenschappelijk deel en het profieldeel.
Voor kandidaten die in één of meer extra vakken examen doen geldt het
volgende:
a.
Na afloop van het centraal examen beslissen de rector en de
secretaris van het eindexamen of één of meer vakken buiten
beschouwing moeten worden gelaten om de kandidaat te laten slagen
en of er vakken uit het profieldeel geruild moeten worden met
vakken uit het vrije deel.
b.
Indien er meerdere keuzen mogelijk zijn, stellen de rector en de
secretaris van het eindexamen de kandidaat een keuze voor.
c.
De resultaten van de vakken die bij de bepaling van de uitslag buiten
beschouwing zijn gelaten, worden wel vermeld op de cijferlijst, tenzij
de leerling daartegen bezwaar maakt.
Het definitieve pakket moet in ieder geval voldoen aan de wettelijke
bepalingen ten aanzien van verplichte vakken in het gemeenschappelijk deel
en het profieldeel.
10
VIII.
Herkansing CE
Alle kandidaten hebben het recht voor één vak aan de herkansing deel te nemen.
Voor de volgende categorieën kandidaten kan deelname aan de herkansing zin
hebben:
kandidaten die nog niet geslaagd zijn, maar via herkansing zouden kunnen
slagen;
kandidaten die een cijfer willen verbeteren;
kandidaten die bij de eerste uitslagbepaling een vak moeten laten vallen, maar
dit via cijferverbetering alsnog binnen hun pakket willen proberen op te
nemen.
Overige bepalingen
1.
2.
3.
4.
Wanneer een kandidaat bij de herkansing een hoger cijfer behaalt dan voor de eerste
uitslagbepaling, dan geldt dit hogere cijfer. Als de kandidaat bij deze herkansing een
ongunstiger resultaat behaalt, dan geldt het eerder behaalde hogere cijfer.
Herkansing tijdens het tweede tijdvak kan alleen plaatsvinden op basis van de eerste
uitslagbepaling.
Zodra de eerste uitslag voor een kandidaat is vastgesteld, deelt de rector deze
schriftelijk aan de kandidaat mee. Deze uitslag is tevens de definitieve uitslag als de
kandidaat afziet van een herkansing. Vindt herkansing plaats, dan vervangt de
herkansingsuitslag de eerste uitslag.
Een afgewezen kandidaat die de school verlaat, ontvangt een cijferlijst.
11
Nederlands
Toetsen
Periode
Weging
20%
Duur
22 minuten +
90 minuten
voorbereiding
Spreekvaardigheid
debat
1
Schrijfvaardigheid
gedocumenteerd opstel
(betoog of beschouwing)
2
30%
150 minuten
Mondeling
3
30%
30 minuten
Literatuur
Het PTA schrijfvaardigheid uit de vijfde klas (de zakelijke brief) maakt 10% uit van het
schoolexamencijfer Nederlands.
Het PTA literatuur Poëzie uit de vijfde klas maakt 10% uit van het schoolexamencijfer literatuur
Nederlands.
Bij alle onderdelen van het vak Nederlands is het gebruik van een woordenboek toegestaan.
12
PTA SPREEKVAARDIGHEID
De toets
Spreekvaardigheid wordt getoetst door middel van een debat met vier deelnemers.
De voorbereiding
Anderhalf uur voor aanvang van het debat meld je je bij de mediathecaris en krijg je de stelling te
horen die tijdens het debat verdedigd of aangevallen moet worden. Je verneemt ook wie de voor- en
tegenstanders zullen zijn. Op een instructievel staat vermeld welke gedragingen tijdens de
voorbereiding zijn toegestaan.
Je zorgt ervoor dat je tijdens het debat beschikt over een pen, papier en tijdbewaking (stopwatch,
mobiel).
Het debat
Het debat duurt tweeëntwintig minuten en bestaat voor elk duo uit verschillende beurten. De
opzetbeurt duurt drie minuten, de weerlegbeurt vier minuten, de slotbeurt drie minuten. Tussen de
beurten zit één minuut overlegtijd. De voorstanders hebben de eerste opzetbeurt.
Een docent fungeert als voorzitter van het debat. Tijdens het debat zijn interrupties niet toegestaan.
Je kunt gebruikmaken van een blaadje van maximaal A5-formaat (enkelzijdig bedrukt) met enkele
steekwoorden. Wanneer dit spiekbriefje te omvangrijk is, wordt het ingenomen.
De beoordeling
Na afloop van het debat wordt het cijfer vastgesteld. Bij de beoordeling wordt gelet op:
a) argumentatie en overtuigingskracht;
b) inhoudelijke diepgang;
c) formulering en stijl;
d) algemene spreekvaardigheid (volume, spreektempo etc.);
e) presentatie;
f) het gebruik van de tijd.
13
PTA SCHRIJFVAARDIGHEID
De toets
Schrijfvaardigheid wordt getoetst door middel van een getypt(e) beschouwing of betoog over een
onderwerp dat vooraf door de leerling is gekozen. In overleg met de docent kan de tekst ook met de
hand geschreven worden.
De opdracht wordt verstrekt bij aanvang van het schoolexamen. Daarbij maak je gebruik van een
bronnenschema dat vooraf door de docent voldoende moet zijn bevonden. In je tekst dien je
tweemaal uit het bronnenschema te citeren.
De voorbereiding
Je maakt een keus uit onderwerpen die door de docent worden voorgelegd en aan de actualiteit zijn
ontleend. Bij deze hoofdonderwerpen zijn aandachtspunten vastgesteld. Je verzamelt acht artikelen
(geen ‘nieuwsberichten’) uit minimaal vier verschillende bronnen die er gezamenlijk voor zorgen dat
alle aandachtspunten worden behandeld. De artikelen dienen te dateren van na 1 januari 2013
(uitzonderingen op deze regels bespreek je met je docent).
Het handelingsdeel
Op basis van de bronnen stel je een bronnenschema samen dat je per artikel presenteert. Het
bronnenschema geef je vorm volgens het voorgeschreven format. Het getypte bronnenschema
bestaat uit de volgende onderdelen:
a) de bronvermelding;
b) één of meer aandachtspunten waarop het artikel ingaat;
c) een puntsgewijze samenvatting van het artikel in maximaal vijftig woorden;
d) twee opvallende citaten van elk maximaal dertig woorden.
Het bronnenschema moet, samen met de oorspronkelijke artikelen, worden ingeleverd op
maandag 17 november 2014 08.30 uur bij de administratie. Wanneer de docent het
handelingsdeel als onvoldoende beoordeelt, dien je op maandag 1december 2014 08.30 uur bij
de administratie een herziene versie in te leveren. Per te laat ingeleverde dag gaat er een punt van
het cijfer van het PTA Schrijfvaardigheid af.
Tijdens de toets wordt alleen het bronnenschema uitgereikt.
De beschouwing en het betoog bevatten minimaal 700 en maximaal 900 woorden.
De beoordeling van het PTA
Bij de beoordeling wordt gelet op:
a) de verwerking van de opdracht;
b) inhoudelijke diepgang;
c) opbouw op het niveau van de alinea en de tekst als geheel;
d) formulering en stijl;
e) spelling en interpunctie;
f) het op relevante en juiste wijze gebruik maken van citaten.
g) het bronnenschema
Het cijfer bestaat uit 40 punten voor de inhoud, 30 voor de stijl, 30 voor de opbouw. Aftrek, van
maximaal 20 punten, vindt plaats als er fouten zijn in de spelling en interpunctie en/of als het
bronnenschema niet correct is.
14
PTA LITERATUUR NEDERLANDS
De boekenlijst
Je boekenlijst bestaat uit negen titels uit de zesde klas, en de titels uit de vierde en de
vijfde klas. Deze titels zijn gekozen uit de Barlaeus-boekenlijst die op de Barlaeus-site te
vinden is onder het kopje 'Onderwijs' en 'Nederlands'. Wanneer je hiervan wilt afwijken,
overleg je dat met je docent. Pas na goedkeuring van de docent mag van de Barlaeusboekenlijst afgeweken worden.
De boekenlijst laat een gevarieerd beeld van de Nederlandse literatuur zien. Er mag
derhalve van iedere auteur slechts één titel op de lijst worden gezet. Om ook een
gevarieerd tijdsbeeld te krijgen, moeten er uit verschillende periodes boeken gelezen
worden. Houd je daarbij aan de indeling en verdeling zoals die bovenaan de boekenlijst
op de Barlaeussite vermeld zijn.
1. de periode 1880 – 1909
uit deze periode lees je één boek
2. de periode 1910 – 1944
uit deze periode lees je twee boeken
3. de periode 1945 – 1959
uit deze periode lees je twee boeken
4. de periode 1960 – 2012
uit deze periode lees je vier boeken
LET OP: je moet je hierbij houden aan de indeling die bij de lijst vermeld is!
-
De definitieve versie van de boekenlijst lever je in tweevoud in. Daarbij dien je je te
houden aan de regels voor de titelbeschrijving en de voorgeschreven lay out. De uiterste
inleverdatum is maandag 16 februari 2015 08.30 uur bij de administratie.
Het leesdossier
Ter voorbereiding op het mondeling maak je twee keer een verwerkingsopdracht over
een van de negen boeken. Wie deel wil nemen aan het mondeling moet deze opdracht
op het vastgestelde tijdstip maken en een voldoende resultaat behalen. Als deze opdracht
niet naar behoren wordt gemaakt, gaat er een punt van het cijfer voor je mondeling af.
De verwerkingsopdrachten worden in de les geschreven in week 45 (2014) en week 3
(2015).
Ter voorbereiding hierop bestudeer je de aantekeningen en het materiaal uit de lessen.
Het mondeling
- Bij het mondeling worden de negen gelezen boeken besproken. Daarnaast
komen het in
de les uitgereikte materiaal en de aantekeningen van de
literatuurlessen aan de orde.
- Je begint eventueel het mondeling met het voorlezen van een passage uit een door jou
gekozen boek.
De beoordeling van het mondeling
Bij de beoordeling wordt gelet op:
Je kennis van de inhoud van de gelezen werken;
Je vaardigheid de verschillende gelezen werken te analyseren met behulp van
literatuurtheoretische begrippen;
Je kennis en vaardigheid om de gelezen werken te plaatsen in de geschiedenis van de
Nederlandse literatuur zoals besproken in de lessen;
Je vaardigheid je oordeel over de gelezen werken helder en goed onderbouwd weer te geven.
15
PTA-PROGRAMMA
vak: Latijn
leerjaar 6: 2014-2015
toetsen
T4 Tekstverklaring Tacitus
periode
weging
duur
herkansing j/n
1
1
100 m
j
T5 Proefvertaling Cicero/Plinius
3
1
100 m
j
T6 Tekstverklaring Cicero/ Plinius
(CSE pensum )
3
1
100 m
j
(13 pp. OCT)
Opbouw Eindcijfer:
Het PTA-programma in leerjaar 5 en 6 bestaat uit zes toetsen met een gelijke weging.
16
PTA-PROGRAMMA
vak: Grieks
leerjaar 6: 2014-2015
toetsen
T4 Tekstverklaring Aristophanes
(450 vv.)
T5 Proefvertaling Homerus
T6 Tekstverklaring Homerus
(CSE pensum)
periode
weging
duur
herkansing j/n
1
1
100 m
j
3
1
100 m
j
3
1
100 m
j
Opbouw Eindcijfer:
Het PTA-programma in leerjaar 5 en 6 bestaat uit zes toetsen met een gelijke weging.
17
Frans
Toetsen
T3 :
schrijfvaardigheid : betoog
T4 :
literatuur : boekenlijst
T5 :
luistervaardigheid
T6 :
spreekvaardigheid
periode
weging duur
herkansing
1
2
100 min.
ja
2
2
20 min.
ja
21 januari
3
60 min
ja
3
3
20 min.
ja
Praktische opdrachten : geen
Handelingsdelen : geen
T3 :
Stof
Vorm
T4 :
Stof
Vorm
T5 :
Vorm
T6 :
Stof
Vorm
door de docent uitgedeelde oefenstof
betoog (essai argumentatif) van 250 woorden op niveau B1 naar aanleiding
van een korte inleidende tekst ; met woordenboek Nederlands-Frans en
Frans-Nederlands. Je mag een eigen woordenboek meenemen ; lenen van
een andere leerling mag niet. De toets wordt gemaakt op de computer
5 boeken te kiezen uit de lijst die door de sectie Frans is vastgesteld:
1 klassikaal gelezen in klas 5 (2014: Guy de Maupassant, Boule de Suif en Albert
Camus, L’hôte. Deze verhalen tellen samen als één titel.
2 zelfstandig gelezen in klas 5;
2 zelfstandig gelezen in klas 6
mondelinge toets in het Nederlands, maar de boeken moeten in het Frans
gelezen zijn.
inleveren boekenlijst : ma 17 nov 2014 vóór 17.00 uur
Cito-luistertoets
3 klassikaal gelezen artikelen en 2 zelfstandig uitgezochte, gelezen en
voorbereide artikelen van 650 à 750 woorden uit Franse kwaliteitskranten
/ bladen als Le Monde, Le NouvelObservateur, Le Figaro. Niveau
spreekvaardigheid B1plus. Je moet je artikelen vóór de inleverdatum aan
je docent voorleggen ter goedkeuring. (Let op: je docent kan ze ook
afkeuren. Dan moet je andere artikelen uitzoeken). Doe je dat niet (op
tijd), dan word je alleen over de klassikaal behandelde artikelen overhoord
en wordt je cijfer verlaagd met twee vijfde deel van het maximaal te
behalen cijfer, ofwel 4 punten.
mondeling in het Frans. Je moet de artikelen samen kunnen vatten, er
vragen over kunnen beantwoorden en je mening kunnen geven over de
besproken problematiek. Je mag bij je mondeling een briefje houden met
10 woorden per artikel; zinnen zijn dus niet toegestaan.
inleveren goedgekeurde artikelen voor het mondeling : ma 9 maart 2014
vóór 17.00 uur
Opbouw PTA-eindcijfer : T1+ T2+ 2xT3+ 2xT4+3xT5+3xT6
12
18
PTA Duits 2014-2015
Zesde klas
Periode
Toetsen
Omschrijving
Duur
Weging
Periode 1
Spreekvaardigheid
Mondeling van 20 min. in het Duits n.a.v. de
gelezen krantenartikelen.
20 min.
25%
De kandidaten lezen eerst een kort
fragment voor, vervolgens houden zij
een korte presentatie over de gelezen
artikelen (3 minuten per artikel) en
voeren een gesprek met de
examinerende docenten over deze
artikelen. Als afsluiting moet elke
kandidaat zijn mening geven over een
voor hem onbekende uitspraak,
spreekwoord ed.
Aantal artikelen: vier, elk over een
ander onderwerp
Minimale lengte per artikel: 2x A4
Toegestane kranten of tijdschriften:
Die Zeit, Frankfurter Allgemeine
Zeitung, der Spiegel (geen onbekende
teksten van internet!)
De artikelen moeten uiterlijk op 29
september 2014 08.30 in tweevoud
ingeleverd zijn bij de betreffende
docent (postvak). Te laat inleveren
leidt tot aftrek.
Periode 2
Literatuur
20 min.
Mondeling van 20 min. incl. de
achtergrondinformatie (stroming,
genre, auteur)
4 boeken (waarvan één voor 1900)
10 gedichten of 2 à 3 novellen tellen
in overleg met de docent als één boek
De lijsten met titels van de gekozen
boeken moeten uiterlijk op 24
november 2014 08.30 in tweevoud
ingeleverd zijn bij de betreffende
docent (postvak! Te laat inleveren
leidt tot aftrek.
Zie toelichting *
12,5%*
19
Periode 2
Luistertoets
19 januari 2015
100 min.
25%
Periode 3
**Schrijfvaardigheid
100 min.
Betoog
350 woorden
Gebruik van woordenboek toegestaan
Zie toelichting**
25%
*Literatuur toelichting: Het PTA literatuur uit klas 5 (Faust) maakt 12.5% van het cijfer uit.
** Schrijfvaardigheid toelichting
A. Criteria
Onderdeel
1. Inhoud
2. Stijl
3. Uitdrukkingsvaardigheid
4. Grammaticale correctheid
Omvat
voldoen aan de opdracht
Tekstopbouw/ structuur/ samenhang/ complexiteit/
zinsvorming en bijzinnen/ bijvoeglijk naamwoord/
interpunctie
woordvariatie (synoniemen) / adequaat woordgebruik
spelling / zinsvolgorde
per fout één punt aftrek
ontbrekende hoofdletters een halve punt aftrek
herhalingsfouten tellen niet mee
weging
10 %
20 %
20 %
50 %
B. Berekening van het cijfer
Voor de onderdelen 1, 2, 3 geeft de corrector een cijfer op een schaal van 1-10.
Onderdeel 4 wordt als volgt berekend:
40 x aantal fouten
10 – ( --------------------------- ) = cijfer.
Aantal woorden
Voorbeeld: een opstel telt 350 woorden en er zijn 15 fouten gemaakt, dan: 40 x 15 = 600: 350 = 1,7 >
10 -1,7 = 8,3 (cijfer voor onderdeel 4).
20
1. Programma van Toetsing en Afsluiting
Engels 6e klas 2014-2015
a. Toetsen
T 1 Schrijfvaardigheid: essay
Periode
1
Weging Duur
25%
150 min
T 2 Mondelinge toets Literatuur:
minimaal 4 boeken (romans) + 3 korte verhalen
T 3 Luistervaardigheid: CITO Kijk-/luistertoets
T 4 Gespreksvaardigheid (Spreken): presentatie
T 5 Gespreksvaardigheid (Gesprekken voeren):
gesprek over artikelen in Reading File
c. Handelingsdeel
2
25%
20 min
20 januari 2015
3
25%
10%
100 min
5 min
3
Periode / inleverdata
Uiterlijk 24 november 2014, om 9.00 uur bij de
administratie.
15%
15 min
•
Boekenlijst (bevat de boeken gelezen in klas
5 en 6 met minimaal 1 boek van voor 1900)
•
Reading File
•
Presentatie in de klas van 1 artikel uit de
Reading File
Uiterlijk 2 maart 2015, om 9.00 uur bij de administratie.
Als de Reading File niet naar behoren en op tijd is
ingeleverd, heeft dat consequenties voor het cijfer.
Volgens schema docent, vanaf oktober 2014 tot uiterlijk
2 maart 2015
NB
T1
T2
Je mag een eigen woordenboek meenemen; lenen van een andere leerling mag niet.
Titels op je boekenlijst moeten door je docent goedgekeurd zijn. Korte verhalen worden door de docent bepaald en uitgereikt.
Dit jaar zijn dat: Everything That Rises Must Converge, Dry September en A Perfect Day for Bananafish.
T 4/5 Zie bijlage.
Eindcijfer = het gewogen gemiddelde van T1 t/m T5
Bijlage bij T4 en T5
EXTENSIVE READING FILE
FLUENCY EXAM
6th form
2014-2015
Dear student,
For your Fluency Exam you will have to compile and prepare an ‘Extensive Reading File’ of ten
interesting, serious and reasonably topical English newspaper articles.
You will also have to give a presentation on one of your articles in class beforehand.
The Fluency Exam will take approximately 20 minutes. You start with a presentation (T 4) on one of
your articles (a different article from the one you presented in class).
You will have to prepare the entire file for a discussion about your articles (T 5) which follows the
presentation.
A list of suggested papers is given below. If you want to include an article from a different source,
consult with your teacher first.
Your Extensive Reading File should adhere to the following criteria:
Your file should contain both British and American articles taken from at least four different
newspapers or magazines. (We would like you to include a few articles from real papers or
magazines.)
Your reading file should include a table of contents, stating the title, a one- line description of
the article and its source.
It should consist of 10 (recent) articles and 10 answer sheets.
Your answer sheets should be A4 format and typed.
Mention the source (the name of the newspaper/magazine, the author and the date) on the
article. When you use the Internet make sure you state the source. The Net itself is not a
source.
Select and explain at least 10 difficult/key words or expressions, look them up in an EnglishEnglish dictionary and explain them in their contexts.
Write an English summary of approximately 100 words.
Write a brief comment of approximately 100 words.
Formulate four relevant and intelligent questions.
Attach the answer sheet to your article.
You are scheduled to give a presentation on one of your articles in class.
To take part in the Fluency Exam your complete Extensive Reading File must be handed in
before 2 March 2015, 9.00 hrs.
Do not forget to keep a copy of your entire file for your PTA preparation!
Suggested newspapers and magazines:
British newspapers:
The Times
Times Literary Supplement (TLS)
The Guardian
The Independent
The Observer
The Guardian Weekly
British magazines:
The Economist
American newspapers:
The New York Times
The Washington Post
The International Herald Tribune
The Wall Street Journal
American magazines:
Newsweek
Time
National Geographic
22
READING FILE
ANSWER SHEET
Title:
Author:
Source:
Date:
Explanation in English of difficult/key words or expresssions.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
Summary of the article in approximately 100 words:
Your comment in approximately 100 words:
Questions:
1.
2.
3.
4.
23
Filosofie
Toetsen
periode
weging
T4 :
Kennisleer en
wetenschapsfilosofie
1 en 2
3
Het PTA-cijfer is een verzamelcijfer van
S.O.’s, opdrachten en een afsluitende
toets. Alleen de afsluitende toets is
herkansbaar.
3
Het PTA-cijfer is een verzamelcijfer van
S.O.’s, opdrachten en een afsluitende
toets. Alleen de afsluitende toets is
herkansbaar.
T5 :
Eindtermen examenonderwerp
“De vrije wil”
Praktische opdracht
3
periode
herkansing
weging
herkansing
PO2 :
fiXXI
1 en 2
5
nee
de leerling schrijft een wijsgerig
essay over een eenentwintigsteeeuwse (filosofische) kwestie
Schoolexamencijfer =
((T1 x 3) + (T2 x 3) + (T3 x 3) + (PO1 x 3) + (T4 x 3) + (T5 x 3) + (PO2 x 5)) : 23
24
Geschiedenis
Onderwerp
Periode
Weging
Duur
Herkansing
2
30%
100 min.
Ja
3
30%
100 min.
Ja
T3
Domein A & B: oriëntatiekennis
tijdvakken 1 t/m 8 en historische
contexten I&II
T4
Domein A & B: oriëntatiekennis
tijdvakken 8 t/m 10 en historische
contexten III&IV
25
Aardrijkskunde
Methode De Geo
Toetsen
T3:
Wonen in Nederland
T4:
De aarde als natuurlijk systeem
Periode
1
3
Weging
Duur
Herkansing
25%
100 min
j
25%
100 min
j
Globaliserin
Opbouw Eindcijfer :
T1+T2+T3+T4= 90%
Praktische opdracht = 10%
26
Economie
Toetsen
T3:
Heertje deel 2:
Hoofdst. 13
T4:
Heertje deel 1:
Hoofdst. 6 en 7
Heertje deel 2:
Hoofdst. 12
T5:
Heertje deel 2:
Hoofdst. 10,11
2.
Periode
Weging
Herkansing j/n
1
1
J
2
1
J
3
1
J
Berekening eindcijfer: (T1 + T2 + T3 + T4 + T5) : 5
27
Wiskunde A
De stof is afkomstig uit Getal en ruimte vwo A deel 4
Schoolexamentoetsen
T2
H 12 Differentiëren
H 14 Algebraïsche vaardigheden
H 16 Toepassingen van de
differentiaalrekening
Praktische opdrachten
P1
H 13
H 15
Mathematische statistiek
Het toetsen van hypothesen
Handelingsdeel
Geen
1.
Per
iode
Weging
2.
uur
D
Herkansing
2
50%
100
ja
Periode
Weging
Duur
Herkansing
3
16,67%
Periode
Weging
nee
Duur
Herkansing
Opbouw schoolexamencijfer: (2T1 + 3T2 + P1) / 6
28
Wiskunde B
De stof is afkomstig uit Getal en ruimte vwo B deel 2, 3 en 4
Schoolexamentoetsen
3.
Per
iode
Weging
4.
uur
D
Herkansing
T2
H 11.1 – 11.3
Goniometrie
H 8, H 12 Bewijzen in de vlakke
meetkunde
H 13
Afgeleide en tweede afgeleide
2
33 1/3%
100
ja
T3
H11.4 Gonio en beweging
H 14 Algebraïsche vaardigheden
H 15 Toepassingen
3
33 1/3%
100
ja
Praktische opdrachten
Geen
Periode
Weging
Duur
Herkansing
Handelingsdeel
Geen
Periode
Weging
Duur
Herkansing
Opbouw schoolexamencijfer: (T1 + T2 + T3) / 3
29
Wiskunde C
De stof is afkomstig uit Getal en ruimte vwo C deel 4
Schoolexamentoetsen
T2
H 13
H 15
Algebraïsche vaardigheden
Formules en grafieken
Praktische opdrachten
P1
H 14
Mathematische statistiek
Handelingsdeel
Geen
5.
Per
iode
Weging
6.
uur
D
Herkansing
2
50%
100
ja
Periode
Weging
Duur
Herkansing
3
16,67%
Periode
Weging
nee
Duur
Herkansing
Opbouw schoolexamencijfer: (2T1 + 3T2 + P1) / 6
30
Wiskunde D
De stof is afkomstig uit Getal en ruimte vwo D en materiaal dat wordt uitgereikt
Schoolexamentoetsen
T3
H11 Kegelsneden
H13 Hypothesen toetsen
H 14 Krommen
H 15 Dynamische Modellen
Complexe getallen 3
7.
Per
iode
Weging
8.
uur
D
Herkansing
3
25%
100
Ja
Praktische opdrachten
Er zijn drie onderdelen:
Spreekbeurt waarin een bewijs
geleverd moet worden (in duo’s)
Deelname webklas UVA (individueel)
Tensegrity maken (in duo’s)
Periode
Sept - dec
Weging
25%
Duur
Herkansing
nee
Handelingsdeel
Geen
Periode
Weging
Duur
Herkansing
Opbouw schoolexamencijfer: (T1 + T2 + T3 + P) / 4
31
Natuurkunde
Toetsen
P1 Practicum
De leerling voert individueel of in tweetallen
experimenten uit over elektriciteit.
Periode
Weging
%
Duur
Herkansing
j/n
Tijdens les in
oktobernovember
5
1 of meer
lessen
n
T3 Elektriciteit en magnetisme
Elektriciteit VWO 4B H8
Signaalverwerking VWO 5 H1
Elektromagnetisme VWO 5 H6
Inductie en wisselstromen VWO 5 H7
2
15
100 ‘
j
T4 Resterende onderwerpen
De gang van lichtstralen VWO 4B H6
Het gebruik van lenzen VWO 4B H7
EM-spectrum en atoomfysica VWO 6 H3
Radioactiviteit VWO 6 H4
Kernfysica VWO 6 H5
3
15
100 ‘
j
P2 Practicum
De leerling voert individueel en zelfstandig
experimenten uit. De experimenten kunnen
gaan over een selectie van onderwerpen die in
T1 t/m T4 zijn getoetst.
3
15
± 120 ‘
n
32
Scheikunde
Toetsen
Periode
weging
duur
herkansing
T3: H6, H7, H8 en H11
2
20%
100 min
ja
T4:
3
20%
100 min
ja
alle stof (H1 t/m 15)
Bij T3 en T4 wordt een BINAS (5e editie) beschikbaar gesteld door de school. Grafische
rekenmachine is toegestaan als hulpmiddel.
Praktische toetsen
P1: Titratie[1]
P2: Eigen onderzoek
P3: Instrumentele analyse
Periode
weging
herkansing
2 (week 41)
8%
nee
8%
nee
Week 48[2]
Week 2en 3[3]
Week
[4]
4
3 (week 6 en &[5]
Week 8[6]
4%
nee
P1: Individueel
[1] Gewone rekenmachine en BINAS (5e editie) worden beschikbaar gesteld door de sectie.
P2: Samenwerken (maximaal 2 personen)
[2] Inleveren werkplan
[3] Uitvoeren onderzoek, 2 blokuren zijn voor uitvoering; 2 overige uren werk je aan je verslag.
[4] Inleveren verslag.
P3: Samenwerken (maximaal 2 personen)
[5] Uitvoering: 1 blokuur, 1 overig lesuur verslag.
[6] Inleveren verslag/opdracht(en).
Berekening SE-cijfer: 0,2*T1+0,2*T2+0,2*T3+0,2*T4+0,08*P1+0,08*P2+0,04*P3
33
Biologie
Toetsen
Periode
Weging
Duur
Herkansing
T3: immuunsysteem, impulsgeleiding,
gedrag
1
2
100
J
T4: DNA, uitscheiding, hormonen,
voortplanting,
2
2
100
J
T5: voeding en vertering, ecologie, en
mens & milieu, transport en gaswisseling
3
2
100
J
Praktische opdrachten
Periode
Weging
P3 Immunologie/Leukemie
1
1
P4 DNA
2
1
P5 Voeding
3
2
Eindcijfer:
Inlever datum
22-09-2014
01-12-2014
02-03-2015
Herkansing
N
N
N
Theorie (T1 + T2 + T3 + T4 + T5)/5 = 80%
Praktisch (2*P1 + 5*P2 + 1*P3 + 1*P4 + 2P5)/11 = 20%
34
NLT (Natuur, Leven en Technologie)
Toetsen
Periode Weging
(2014)
Duur
Herkansing j/n
Module 1:
Kwantumstructuur van de
materie (nltc-v210)
1
1/8
(12/96)
Toets 100‘ (75%)
PO (25%)
Toets Ja
PO Nee
Module 2:
Medicijnen: van molecuul tot
mens (nlt2-v107)
2
1/8
(12/96)
Toets 100’
(100%)
Toets Ja
Module 3:
Moleculaire gastronomie
(nltc-v218)
3
1/8
(12/96)
Toets 100’ (75%)
Dossier (25%)
Toets Ja
Dossier Nee
Bij module 2 is tijdens de toets de grafische rekenmachine niet toegestaan.
35
Tekenen
Toets
Periode
Weging
T2:
Examenstof tehatex
“engagement” syllabus 2014
-bijlage 1, beschrijving 7 t/m 12
-bijlage 2
-bijlage 3
-bijlage 4
-bijlage 5 vanaf 1600 n.C
-bijlage 6 bron 14 t/m 27
-ppt 7 t/m 12
2
10 %
T3:
Alle stof van T1 en T2
3
10%
Week 44
3 november 2014 inleveren
12%
Week 50
15 december inleveren
procesmap
8%
PO4:
Affiche
PO5:
Concept, Experiment en
Proces
36
Muziek
Toetsen
Periode Weging Herk.
T3
Vaktheorie: Pop, Latijns-Amerikaans, Jazz met toegepaste muziektheorie
T4
Algemene muziekleer: westerse partituurstudies. Ritme, maatsoorten, tempo,
intervallen, majeur, mineur, dynamiek, drieklanken, omkeringen,
septiemakkoorden
Instrumentenleer: uit alle periodes uit de westerse muziekgeschiedenis
T5
Vaktheorie: westerse muziekgeschiedenis klassiek, romantiek, hedendaags.
Praktische opdrachten
1
10 %
ja
2
10 %
ja
3
10 %
ja
Periode Weging Herk.
P2 Voorspelen
2
20 %
nee
P3 Componeren
2
10 %
nee
Opbouw eindcijfer:
P1=
voorspelen
P2=
voorspelen
P3=
componeren
T1=
muziektheorie I
T2=
muziekgeschiedenis
T3= Pop, Latijns- Amerikaans, Jazz
T4=
muziektheorie II
T5= muziekgeschiedenis
20% eindcijfer (5e)
20% eindcijfer (6e)
10% eindcijfer (6e)
10% eindcijfer
(5e)
10 % eindcijfer (5e)
10% eindcijfer (6e)
10 % eindcijfer (6e)
10 % eindcijfer (6e)
37
Lichamelijke opvoeding
handelingsdeel periode
sportoriëntatie
1 en 2 tot kerst
weging
duur
1
11 lessen
herkansing j/n
j
Het handelingsdeel dient voldaan te worden. Maximaal één les kan worden verzuimd, mits het
verzuim geoorloofd is. Overig verzuim dient te worden ingehaald in overleg met de sectie LO.
38
Profielwerkstuk
Het werkstuk
Inleverdata
Cijfer
Fase 1:
Plan van aanpak
Het plan van aanpak moet op dinsdag 16
september 2014 bij de conrector
bovenbouw zijn ingeleverd.
Het plan van aanpak
wordt meegewogen in
het eindcijfer
Het niet op tijd inleveren van het plan van
aanpak wordt in het cijfer verwerkt.
Fase 2+3:
Uitvoering+Definitieve
versie
Het profielwerkstuk inclusief logboek
moet in definitieve versie zijn ingeleverd
op 9 februari 2015 om 09.00 bij de
administratie
Wanneer de definitieve versie van het
profielwerkstuk niet op 9 februari 2015
is ingeleverd, dan wordt de prestatie
beoordeeld met het cijfer 1,0.
Op basis van de
vastgestelde criteria en
eventueel in samenspraak
met een (vak-)collega. Het
cijfer vormt een derde deel
van het combinatiecijfer.
Het cijfer moet minimaal een 4,0 zijn.
Het profielwerkstuk is herkansbaar. Het
nieuwe profielwerkstuk moet ingeleverd
worden op 16 maart 2015 09.00 bij de
administratie.
Het combinatiecijfer:
Eindcijfer ANW + Eindcijfer ML +Eindcijfer Profielwerkstuk = Combinatiecijfer
3
39
Rooster VWO eerste tijdvak 2015
Voor alle informatie over het examen www.examenblad .nl
Dag
Tijdstip
Vak
Vanaf 1 januari 2015 start centraal praktijkexamen beeldend
Maandag 11 mei
13.30 - 16.30
Nederlands
Dinsdag 12 mei
09.00 – 11.30
tehatex
Woensdag 13 mei
13.30 – 16.30
wiskunde A,B,C
Maandag 18 mei
09.00 – 12.00
geschiedenis
13.30 – 16.30
natuurkunde
09.00 – 12.00
Grieks
13.30 – 16.30
economie
09.00 – 11.30
Duits
13.30 – 16.30
Biologie
09.00 – 12.00
aardrijkskunde
13.30 – 16.00
Engels
Vrijdag 22 mei
09.00 – 12.00
Latijn
Dinsdag 26 mei
09.00 – 12.00
filosofie
13.30 – 16.00
Frans
09.00 – 11.30
muziek
13.30 – 16.30
scheikunde
Dinsdag 19 mei
Woensdag 20 mei
Donderdag 21 mei
Woensdag 27 mei
Het tweede tijdvak 2015 begint op 16 juni. De exacte data en tijdstippen worden in maart 2015
bekend gemaakt.
Normering eerste tijdvak donderdag 11 juni 2015 om 08.00 op www.cito.nl
Normering tweede tijdvak dinsdag 30 juni 2015 om 08.00 op www.cito.nl
40