Zachtmoedig opstaan

Uit: Op Weg – September 2014, 45e jaargang, nr 7
Zachtmoedig opstaan
Tekst uit het boek ‘A return to love’ door Marianne Williamson:
Onze diepste angst is niet dat we ontoereikend zijn.
Onze diepste angst is dat we oneindig machtig zijn.
Het is ons licht, niet onze duisternis
waar we het allerbangst voor zijn.
We vragen ons af:
Wie ben ik dat ik briljant, buitengewoon aantrekkelijk,
getalenteerd en geweldig zou zijn?
Maar waarom eigenlijk niet?
Je bent toch een kind van God?
Je moet je niet kleiner voordoen dan je bent
opdat de mensen om je heen zich vooral niet onzeker zouden gaan voelen.
We zijn geboren om de luister van God uit te dragen die in ons woont.
Niet slechts in enkelen van ons, maar in ons allemaal.
Als wij ons licht laten schijnen, geven we anderen onbewust toestemming om dat ook te doen.
Als wij bevrijd zijn van onze eigen angst, bevrijdt onze aanwezigheid automatisch anderen.
Deze tekst vind je, als je op internet zoekt naar de toespraak van Nelson Mandela. Of hij deze woorden echt
uitgesproken heeft, weet ik niet. Dat maakt ook niet uit. Het is de zeggingskracht van woorden en wat het
met jou persoonlijk doet, waar het om gaat. Volgens deze bron komen ze uit het boek van Marianne
Williamson ‘A return to love’. In de dienst van 20 juli met als thema: ‘scheppingskracht’ heb ik deze
woorden ook gelezen. Woorden die voorzichtig innerlijk herkend worden, maar die in de praktijk van ons
dagelijks leven vraagtekens oproepen. Voel ik de macht die, zo wordt gezegd, deel van mij uitmaakt? Of
voel ik mij vaker machteloos en wanneer is dat dan? Ik denk dat iedereen voorbeelden en situaties kan
noemen. Ik ondervond het aan der lijve in het AZ stadion. Met kaartjes van de buurman hebben mijn man
en ik een voetbalwedstrijd bijgewoond. Het was een harde wedstrijd, waar in de eerste minuten een AZspeler met een rode kaart van het veld werd gestuurd. Terecht of niet? Het publiek vond van niet. Eerst was
met groot enthousiasme de eigen ploeg aangemoedigd, maar door deze beslissing van de scheidsrechter
veranderde de stemming in een storm van woede. Niet terecht vond ik en dat maakte mij boos. Boosheid
die overschreeuwd werd. Daartussen voelde ik mij steeds machtelozer en angstiger. Met nog tv-beelden op
mijn netvlies van recente rellen en het gevaar dat dat opleverde voor de mensen die zich daartussen
bevonden, wilde ik eigenlijk alleen maar zo snel mogelijk weg zijn. Ik ben uiteindelijk toch blijven zitten,
gerustgesteld door mijn man. De wedstrijd kantelde, dus zo ook de toon van het publiek. Er werd goed
gespeeld en daar heb ik van genoten.
Gedeelde vreugde is dubbele vreugde, gedeeld verdriet verdubbeld de draagkracht van het lijden, maar
gedeelde woede wordt een onvoorspelbare vermenigvuldiging van een vernietigend kracht, waar je als
eenling machteloos tegenover staat. En dat is van alle tijden: heden hozanna, morgen kruisig hem. Hoe
verhoudt zich dat met de persoonlijke macht? Ieder mens, ook jij draagt je steentje bij met je woorden en je
gedrag. Daar ben jij verantwoordelijk voor. Maar wat als het een sneeuwbaleffect oplevert en je het gevolg
niet zelf in de hand hebt? Ik zal niet gauw weer op de tribune plaatsnemen, maar ik weet dat velen ervan
genieten: van de sfeer en ook van de emotie die geuit wordt.
De opstandige mens
Het is een boeiend thema waar we het komende seizoen mee aan de slag gaan. Want het roept veel, soms
tegenstrijdige, reacties op. In dit startnummer van OpWeg wordt een voorzet gegeven, om nog maar even
in de voetbalsfeer te blijven. Bent u een opstandig mens? Durft u op te staan tegen onrecht uzelf of een
ander aangedaan? Als ik naar mijzelf kijk met de vraag of ik opstandigheid herken, dan vind ik dat moeilijk
te beantwoorden. Ik ben geen opstandige puber geweest in ieder geval.
Met mijn hang naar houvast, het volgen van de voorbeeldfunctie van mijn ouders en daarin hun
goedkeuring zoekend, is de opstandigheid pas veel later op gang gekomen. Niet in de strijd aan gaan, maar
in de zin van innerlijk opstaan, op eigen benen en in de eigen kracht gaan staan. De woorden van het begin
zijn mij daarom zeer dierbaar. Ze zijn een stimulans om zo in het leven te leren staan ook als de realiteit
weerbarstig is. Als weerbarstig ervaar ik de bijbehorende verantwoordelijkheid. Daar heb ik moeite mee.
Vooral als ik het resultaat niet in de hand heb, niet ‘op zeker’ kan spelen. Ik wil eigenlijk graag wijs worden
maar dan zonder de schade en schande, het vallen en opstaan. Zo werkt het niet en dat weet ik. Angst is er
om overwonnen te worden.
Lef heb ik daarvoor nodig. De kracht die van binnenuit werkt, is er om mijn grenzen te verleggen. Een
daad van moed is vaak spontaan, iets wat je doet zonder er te veel bij na te denken. Zodra je gaat denken,
zinkt de moed je in de schoenen.
“Van jongs af aan is het mij opgevallen”, schrijft auteur Arthur Japin in een artikel in NRC over intuïtie,
“hoe mensen, geconfronteerd met een situatie waarin ze plotseling voor een beslissing staan, in een flits
vrijwel altijd weten wat ze te doen staat. Ook zag ik dat ze zich meestal direct, soms nog in dezelfde
seconde, al hernemen. Ze gaan nadenken over de eventuele gevolgen.” En schrijft hij: “Hier beginnen de
problemen. Alle problemen.” Echte moed komt uit je hart. Grappig genoeg betekent het woord lef,
afkomstig uit het hebreeuws, letterlijk ‘hart’. En het Franse én het Engelse woord voor moed, courage,
stammen ook al van cor, Latijn voor ‘hart, gevoel, gemoed’. “Je denken is laf”, zei Osho, de Indiase
wijsgeer. “Moed komt nooit voort uit het denken, maar altijd uit het hart. In je denken houd je je bezig met
hoe het hoort, met het verleden. Het denken kan niets met het onbekende, het nieuwe. Alleen het hart kan
doordringen in het onbekende, alleen het hart kan onontgonnen terrein betreden. Moed is een kwaliteit van
het hart.”
Zalig de zachtmoedigen, zegt Jezus in de Bergrede, zij zullen het land bezitten. Ik lees hier graag in: vaste
grond onder de voeten hebben, ook het kunnen aarden en wortelen tot aan de Bron. Want hier op aarde
ligt het werkterrein, de weerbarstige materie met de vele verschijningsvormen. Vormen die ontstaan en
weer vergaan ook al willen we de mooie graag vasthouden en de lelijke bestrijden. Ik vind zachtmoedig een
prachtig woord. Laten we dat woord koesteren als we opstandige mensen zijn. Tussen zacht en moedig lijkt
een kleine ruimte te bestaan. Het woord bewaart de balans en behoedt ons voor doorschieten naar te soft of
te hardvochtig. Gelukkig maar, want het leven is onvoorspelbaar en plaatst ons voor heftige ervaringen in
onze directe omgeving of via de media. Ik weet niet hoe het u vergaat maar soms vliegt het me naar de keel.
Dan is de zachtmoedigheid ver te zoeken. Gelukkig zijn er dan woorden van wijsheid, die de ‘storm’ tot
bedaren brengen en me weer terug brengen naar de herinnering dat ik met alles en allen(!) verbonden ben.
Ik wil tot slot dit gebed om kracht, moed en onderscheidingsvermogen met u delen:
Heer, geef ons de kracht om de dingen te aanvaarden die onvermijdelijk zijn.
Geef ons de moed om de dingen te veranderen die veranderd moeten worden.
En geef ons boven alles de wijsheid om die twee van elkaar te onderscheiden.
Joke Bakker