Laurens van Schiak

Bergwandelen
Op steile sneeuwvelden en op ijs zijn stijgijzers onder de schoenen onontbeerlijke hulpmiddelen. Hier wordt het lopen op de gletscher Wandelpaden in de bergen zijn niet geasfalteerd. Ze gaan meestal zigzag omhoog, ruw uitgehakt in de rots, doorsneden door bergbeken, soms drassig door weilanden, vaak nauwelijks te herkennen als pad en alleen hier en daar voorzien van een rode verfstreep als teken dat je nog op de (goede?) weg bent. De onbevangen toerist die zich omhoog waagt komt al gauw tot de ontdekking dat zijn mooie dure schoenen ernstig beschadigd worden door de scherpe stenen en dat afdalen op lage schoenen niet plezierig is. In het dorp koopt hij zich dan hoge canvasschoenen met een prachtig rubber profiel. Dat loopt fantastisch, ze ziin heerlijk soepel en je kleeft als een berggeit tegen de rots. Helaas bij de eerstvolgende bergbeek loopt er een beetje water in en als het echt drassig wordt zijn de stevige schoenen snel doorweekt. De volgende reis toch maar echte bergschoenen. Die ziin duur, zo'n 90 tot 134 gulden, ze zijn hard en stug, je loopt je blaren, maar als ze goed zijn ingelopen wil je nooit meer anders. Voor mensen met echt gevoelige voeten: koop een lichtere bergschoen, die een beetje meegeeft, anders staan ze het volgend jaar in de krant te koop onder de kleine advertenties. Koop ze ook niet tè slap, want dan zijn ze in de sneeuw niets waard. Een jonge vrouw die angstig vroeg of ze wel mee zou kunnen, kreeg eens ten antwoord: ,,Hoab keine Angst, I bring ja jede Kuh Uber den Dachstein". Dus met een gids ben je van al je zorgen vrij. Ja, misschien wel, maar het kost wel wat. Voor één tocht moet je twee dagen een gids huren en dat is meer dan 200 gulden. En is die jonge berggod wel zo deskundig? Wij zagen een gids, die een klant (of slachtoffer) meevoerde, met alleen een touw om zijn middel geknoopt! De kans op overleven bij een val aan een dergelijk touw is vrijwel nihil. Bergsportcursus Eigenlijk zou iedere bergwandelaar die zich boven de 2000 meter in de sneeuw waagt een kortere of langere cursus moeten volgen. Een cursus waar men iets leert over gevaren en overleven met behulp van eenvoudige middelen. Verschillende verenigingen in ons land (zie elders in dit nummer) organiseren dergelijke cursussen voor beginners, gevorderde bergwandelaars en alpinisten. De verschillen tussen de bergwandelaar en de alpinist zijn niet erg groot. Het komt er ongeveer op neer dat de alpinist begint waar de bergwandelaar ophoudt. Die tocht naar een betrekkelijk gemakkelijke top van zo'n 3500 meter is meestal voor de bergwandelaar het hoogtepunt van zijn vakantie en het eerste oefentochtje voor de alpinist. Zonder vrees Tijdens zo'n cursus van 2 à 3 weken leert de beginner alles wat nodig is om veilig en zonder vrees aan het bergwandelen te beginnen. De benodigde uitrusting en het leren maken van knopen en tuigjes wordt meestal tijdens een voorbespreking in Nederland behandeld. In de bergen leert men dan het hoe en waarom van de verschillende reddingstechnieken, het omgaan met touwen, pickel en stijgijzer. Na een paar dagen oefenen op een sneeuwhelling is een pickel niet langer een moordwapen, maar een voortreffelijk instrument, waar je op kunt vertrouwen, ook op zeer steile sneeuwvelden. Stijgijzers blijken fantastisch op ijs en harde, gladde, stijf bevroren sneeuw maar levensgevaarlijk op natte pakkende sneeuw. Meestal wordt op een dergelijke cursus ook iets geleerd over kletteren, het bestijgen en afdalen van zeer steile rotswanden. beoefend Niet direct nodig voor bergwandelaars, maar erg nuttig om eens gedaan te hebben en de mogelijkheden te leren kennen om iemand te zekeren met een touw. Het nuttig effect van zo’n cursus is voor iedereen natuurlijk verschillend. Het hangt een beetje af van lichamelijke conditie en leeftijd, maar vooral van de instelling en de wil om deze techniek ook werkelijk te beoefenen. dat degenen die zich er een beetje Zeker is voor inspannen ieder jaar opnieuw met meer vreugde de bergen ingaan. Tevens leren ze goed beseffen waar de grenzen liggen voor hen zelf en hun gezin of tochtgenoten.