Penitentiair recht Penitentiair recht Annelies van Vliet 1 Justitiebegroting 1996 (Zie voor de delen uit de begroting betreffende het gevangeniswezen de rubriek strafrecht). 1.1 Wetgeving Er wordt gewerkt aan wetgeving op het terrein van de TBS, van de taakstraffen en van de vervroegde invrijheidstelling. De rechter krijgt de mogelijkheid de TBS voorwaardelijk te beëindigen. De minister neemt niet de suggestie over van de Commissie Fokkens (zie katern 48) om de volgorde van gevangenisstraf en TBS om te draaien. Onlangs is het wetsontwerp Penitentiaire Beginselenwet ingediend (24263). In één inrichting kunnen verschillende regimes worden gevoerd, gedetineerden kunnen in de laatste fase deelnemen aan een penitentiair programma buiten de inrichting, de rechten en plichten van gedetineerden worden opgesomd en het klachtrecht wordt enigszins ingeperkt. Naast de wet zal er ook een Penitentiaire Maatregel komen, waarin onder meer het differentiatiestelsel een plaats krijgt. KATERN 57 2725 Penitentiair recht Op 1 april 1995 is de Wet Terwee, met voorzieningen voor slachtoffers van delicten (tot dan experimenteel toegepast in twee arrondissementen; zie katern 47) landelijk ingevoerd, samen met de bijbehorende herziene richtlijn slachtofferzorg voor politie en Openbaar Ministerie. 1.2 Taakstraffen Het beleid is erop gericht de taakstraffen verder uit te breiden en te intensiveren, in aantal en soort, vooral ter vervanging van de korte onvoorwaardelijke vrijheidsstraf. Ook voor 1996 is de doelstelling weer een groei van tien procent. Bij de straftoemeting moet het uitgangspunt zijn 'taakstraf, tenzij...' Het rapport van de Commissie Korthals Altes (zie katern 54) is verschenen. De commissie waarschuwt voor te hoog gespannen verwachtingen bij uitbreiding van de taakstraffen. Zij ziet nog twee mogelijkheden: als alternatief voor een gedeelte van de vrijheidsstraf tussen zes maanden en een jaar, en als detentiefasering aan het eind van de straf. 1.3 Elektronisch toezicht Op 11 juli 1995 is de proef met het elektronisch toezicht in de arrondissementen Groningen, Leeuwarden, Assen en Zwolle van start gegaan. De capaciteit bedraagt 50 plaatsen. Het is de bedoeling na te gaan in hoeverre elektronisch toezicht een alternatief kan bieden voor cellulaire insluiting. De betrokkenen krijgen op basis van vrijwilligheid een enkelband om. Zij kunnen zich maximaal 45 meter van de ontvanger verwijderen. Er gelden enkele voorwaarden, waaronder het hebben van een woon- of verblijfadres. Hoewel niemand op voorhand wordt uitgesloten gaat het vooral om een combinatie met een taakstraf en om een alternatief voor de laatste fase van de gevangenisstraf (zie NJB 1995, 28, p. 1061). 2 Rechtspositie gedetineerden In de tijdelijke extra beveiligde inrichting te Vught krijgen de gedetineerden nogal eens handboeien om. De beroepscommissie heeft een klacht over het moeten douchen met handboeien om gegrond verklaard. Beperkende maatregelen ten aanzien van vluchtgevaarlijke gedetineerden zijn te billijken, maar dit gaat te ver. De commissie was van oordeel dat de maatregel onredelijk en onbillijk was (zie Sancties 1995, 1, 2726 KATERN 57 Rechtspraak 8). In een andere zaak klaagde een gedetineerde over de belasting die het moeten dragen van handboeien met zich brengt, zowel op het fysieke als het psychische vlak. Zo had hij moeite met het aantrekken van zijn schoenen, ondanks de verstrekte schoenlepel, en moest hij telefoneren met één hand aan de muur geketend. De beroepscommissie overwoog dat het boeienregime belemmeringen meebrengt die niet zijn beoogd. Zij oordeelde dat het regime niet mag leiden tot verdergaande belemmeringen dan strikt noodzakelijk. Van de directie wordt verwacht dat zij oplossingen zoekt voor de belemmeringen, zoals bijvoorbeeld het verstrekken van lange schoenlepels. Een andere oplossing zou kunnen zijn het laten aantrekken van de schoenen in de cel, ongeboeid (zie Sancties 1995, 3, Rechtspraak 23). Een andere klager was ten onrechte door de beklagcommissie niet ontvankelijk verklaard in zijn beklag over het boeien. Er was wel sprake van een jegens hem genomen individuele beslissing. De klacht was echter niet gegrond, omdat de beroepscommissie van oordeel was dat het stelselmatig boeien niet onredelijk was, nu klager recentelijk was ontvlucht, waarbij hij geweld had gebruikt tegen personeel (zie Sancties 1995, 3, Rechtspraak 24). 3 Literatuur — Crimineel Jaarboek 1995, red. Lex van Al melo e.a., Coornhert-Liga/Uitg. Papieren Tij ger, 1995; — Gevangen vrouwen, over criminaliteit en detentie, Nemesis essays, september 1995, 2; — Gevangeniscapaciteit, Justitiële verkenningen 1995, 6; — C. Kelk, De menselijke verantwoordelijkheid in het strafrecht, Gouda Quint bv, Arnhem/Willem Pompe Instituut Utrecht, 1994 (Pompe Reeks Deel 16); — Kroniek van het penitentiair recht, in: Sanc ties 1995, 2, pp. 105-135; — Suzian van der Maas, Detentie en gezond heidszorg, Dubbele onzichtbaarheid van vrou wen?, Wetenschapswinkel Rechten, Universi teit Utrecht, 1995; — Making standards work, an international handbook on good prison practice, Penal Reform International, The Hague 1995; Zie ook H. van der Meijs in: Proces 1995, 9, pp. 155-156 en J.J.J. Tulkens in: Sancties 1995, 1, pp. 3-6; Staatsrecht — Nog honderd nachtjes slapen, Evaluatieverslag van het Mentorproject voor Kinderen van Gedetineerden; Verslag van het onderzoek naar de psychosociale situatie van kinderen met een gedetineerde ouder en de interventiemogelijkheden, Reclassering Nederland in samenwerking met Universiteit Utrecht en Vereniging Relaties van (ex)Gedetineerden, 1995; — E.C. Spaans, Werken of zitten; de toepassing van werkstraffen en korte vrijheidsstraffen in 1992, Gouda Quint, Arnhem 1995 (WODC Onderzoek en beleid nr. 144); Zie ook Proces 1995, 9, pp. 138-143. KATERN 57 2727
© Copyright 2024 ExpyDoc