Inspectierapport Het Kinderhuisje (KDV) Halderweg 48 6721ZK BENNEKOM Registratienummer 488820492 Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport: Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden EDE 16-05-2014 Regulier onderzoek Definitief 16-06-2014 Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 7 Accommodatie en inrichting .............................................................................................. 8 Ouderrecht ..................................................................................................................... 9 Inspectie-items .................................................................................................................. 10 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 14 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 14 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 15 2 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 16-05-2014 Het Kinderhuisje te BENNEKOM Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Tijdens de inspectie op 16 mei 2014 zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht. Op basis van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties. Tijdens de inspectie was geen manager op de locatie aanwezig. De gevraagde documenten zijn later door de houder en één van de beroepskrachten naar de toezichthouder gestuurd. Beschouwing Het Kinderhuisje locatie 'de Soetendaal' is sinds 15 augustus 2011 gevestigd in een ruimte van Sporthal 'De Soetendaal' te Bennekom. Het Kinderhuisje is onderdeel van christelijke kinderopvang 'BijdeHandjes'. De locatie wordt ook gebruikt door de christelijke gymnastiekvereniging 'DOS'. Zij gebruiken de ruimte als hun kantine. De accommodatie heeft één groepsruimte. In deze ruimte wordt 's ochtends de peuterochtend gehouden. 's Middags maakt de 3+ groep samen met de buitenschoolse opvang gebruik van deze ruimte. Dit rapport gaat over de peuterochtendgroep waarin maximaal 16 kinderen van 2 tot 4 jaar worden opgevangen in één stamgroep. Overleg en overreding Er is overleg en overreding toegepast met betrekking tot de inspectie-items: 'Pedagogisch beleid' en 'Verklaringen omtrent het gedrag'. Bij de genoemde inspectie-items is meer informatie te vinden. Oudercommissie De vragenlijst is ingevuld en teruggestuurd. Uit de gegeven antwoorden blijkt dat de leden van de oudercommissie tevreden zijn over de samenwerking met de houder. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 16-05-2014 Het Kinderhuisje te BENNEKOM Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Om te werken aan de ontwikkeling van kinderen maken de pedagogisch medewerkers van 'Het Kinderhuisje' gebruik van de VVE-methode 'Uk en Puk'. In deze methode wordt door middel van thema’s aan de verschillende ontwikkelingsgebieden van de kinderen gewerkt. Het kinderdagverblijf in Bennekom werkt met dezelfde thema's. Kinderen die beide kinderdagverblijven bezoeken of broertjes of zusjes op de andere locatie hebben, kunnen dus met elkaar over het thema doorpraten. Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: • emotionele veiligheid; • persoonlijke competentie; • sociale competentie; • overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Op het moment van de inspectie waren 9 peuters aan het spelen in de binnenruimte. Vrij snel na de start van de inspectie moesten de kinderen opruimen en in de kring gaan zitten. Na het eten en drinken gingen alle kinderen en pedagogisch medewerkers naar buiten. Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleidsplan van 'Het Kinderhuisje' dateert van 25 november 2013; het pedagogisch werkplan 'BijdeHandjes, Locatie het Kinderhuisje: de Soetendaal, Peuterochtend' is in februari 2014 voor het laatst gewijzigd. Overleg en overreding Op het moment van de inspectie waren vijf kinderen van de peuterochtendgroep 'achtergebleven' om het middagprogramma te volgen. Twee van die kinderen waren 2 jaar en werden om 15.00 uur opgehaald. In het pedagogisch werkplan staat echter dat in de middag alleen kinderen van drie jaar en ouder opgevangen worden. Er staat niet in dat kinderen van twee jaar in een tweede stamgroep opgevangen worden gedurende de middaguren. De houder heeft 7 dagen de tijd gekregen om de tekst van het werkplan aan te passen. Binnen de gestelde termijn is het aangepaste pedagogisch werkplan naar de toezichthouder gestuurd. De 'werkwijze, maximale omvang en leeftijdsopbouw van de stamgroep' zijn nu goed in het werkplan beschreven. Pedagogische praktijk Emotionele veiligheid Uit het veldinstrument: 'De beroepskrachten betrekken de kinderen actief bij de taken; er is een gedeelde verantwoordelijkheid waar kinderen feedback en waardering op krijgen'. In de praktijk: 'We gaan opruimen, want het is wel een rommeltje hier!' De beroepskracht zet een muziekje aan. Het liedje gaat over opruimen. Puk, de pop van de methode 'Uk en Puk', wordt op de dagritmekaart 'opruimen' gezet. 'Als alles opgeruimd is, gaan we fruit eten'. 'Kun jij de deksel van het spelletje zoeken?' Na een tijdje: 'Zullen we samen kijken, want volgens mij heb ik hem al gezien'. De pedagogisch medewerker probeert ieder kind bij het opruimen te betrekken: 'Kom je helpen?' Ze geeft één van de kinderen een stuk speelgoed en zegt: 'Mag je deze bij de trein leggen... Helemaal goed!' 4 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 16-05-2014 Het Kinderhuisje te BENNEKOM Persoonlijke competentie Uit het pedagogisch veldinstrument: 'In overleg mogen kinderen het spelmateriaal zelf pakken'. In de praktijk: De spullen staan in lage kasten zonder deuren. De kinderen kunnen bijna overal bij en mogen het meeste speelgoed ook zonder overleg pakken. Alleen als zij willen knutselen, moeten ze vragen of zij knutselmateriaal kunnen krijgen. De beroepskracht geeft het materiaal dan aan de kinderen. Aan de manier waarop kinderen bezig zijn in de binnenruimte, is goed te zien dat zij de regels kennen en hun gang gaan. In de berging staat materiaal opgeborgen dat geschikt is voor de oudste peuters en de BSO-kinderen. Sociale competentie Uit het veldinstrument: 'De beroepskrachten dragen actief bij aan een positieve groepssfeer door grapjes te maken, behulpzaam te zijn, gerichtheid op alle kinderen, aandacht en zorg voor individuele kinderen [...]'. In de praktijk: 'Vandaag is ... het 'bijdehandje van de dag'. Hij mag mij helpen met de 'vormen en kleuren'. De beroepskracht heeft een doosje met kleuren en vormen op kaartjes erin. Ze haalt er eerst een kleur uit en vraagt aan het 'bijdehandje' welke kleur dat is. De jongen weet het antwoord. Vervolgens laat zij een vierkant zien. De jongen weet niet hoe die vorm heet. De pedagogisch medewerker zegt: 'Dat is een moeilijke. Hoe zou deze heten? Wie kan ... (naam bijdehandje) helpen?' Eén van de kinderen geeft een stuk fruit terug. De beroepskracht vraagt: 'Wat is daarmee?' Is 'ie niet lekker? O, ik zie het!' Het stukje fruit wordt weggegooid. Een ander kind drinkt zo weinig dat de beroepskracht er iets van zegt: 'Je hebt nog niet zo heel veel gedronken. Misschien kun je nog een beetje drinken'. Overdracht normen en waarden Uit het veldinstrument: 'Afspraken, regels en omgangsvormen worden besproken en toegelicht. 'Zo doen wij dat hier [...]'. Praktijkvoorbeelden: Buiten mogen de kinderen met de fietsen alleen op de verharde weggetjes komen. Bepaalde kinderen vinden het leuker om ook op het gras en het heuveltje te fietsen. De beroepskracht haalt de kinderen van het gras en zegt: 'Alleen op de weggetjes fietsen.' Andere regels die tussen de bedrijven door aan de orde komen: 'Binnen lopen, buiten rennen'. Aan tafel niet steeds aan elkaar zitten te trekken: 'Even elkaar loslaten nu'. Een kind dat gedraaid op de stoel zit, wordt gecorrigeerd: 'Wil je het het gezicht even naar mij toedraaien als ik tegen jou praat?' Gebruikte bronnen: • Interview anderen (gesproken met 2 pedagogisch medewerkers) • Observaties (in de peuterochtendgroep, zowel binnen als buiten) • Pedagogisch beleidsplan (van 25 november 2013) • Pedagogisch werkplan (van februari 2014) 5 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 16-05-2014 Het Kinderhuisje te BENNEKOM Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de basisgroepen zijn gecontroleerd aan de hand van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Eveneens is binnen dit domein gekeken of de voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Verklaring omtrent het gedrag Van 3 pedagogisch medewerkers en 1 stagiaire zijn de verklaringen omtrent het gedrag ingezien. Twee verklaringen waren ouder dan twee jaar. Overleg en overreding Er is overleg en overreding toegepast met betrekking tot de VOG's die niet in orde waren. De houder heeft voor twee beroepskrachten een nieuwe VOG aangevraagd. De aanvraagformulieren zijn binnen de vastgestelde termijn van een week naar de toezichthouder gestuurd. De toezichthouder heeft de nieuwe verklaringen inmiddels ook ontvangen. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft de diploma's van drie beroepskrachten bekeken. Deze beroepskrachten hebben een passende beroepskwalificatie. Beroepskracht-kindratio Ten tijde van de inspectie was de beroepskracht-kindratio in orde. In de peuterochtendgroep werden 9 kinderen opgevangen door twee pedagogisch medewerkers en een stagiaire. Tussen de middag zouden 2 kinderen blijven eten. Eén van de pedagogisch medewerkers zou dan naar huis gaan. Na bestudering van de kindaanwezigheidslijsten en het personeelsrooster is gebleken dat in de week van de steekproef ook voldoende beroepskrachten aanwezig waren in verhouding tot het aantal kinderen en de leeftijd van die kinderen. Opvang in groepen Er is één stamgroep voor maximaal 16 kinderen van 2 tot 4 jaar. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Er wordt Nederlands gesproken op het kinderdagverblijf. Gebruikte bronnen: • Interview anderen (gesproken met 2 pedagogisch medewerkers) • Observaties (in de peuterochtendgroep, zowel binnen als buiten) • Verklaringen omtrent het gedrag • Diploma's beroepskrachten • Presentielijsten • Personeelsrooster 6 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 16-05-2014 Het Kinderhuisje te BENNEKOM Veiligheid en gezondheid Binnen dit domein zijn de documenten over de veiligheid en gezondheid beoordeeld op inhoud en uitvoering. Er is ook gekeken naar de meldcode kindermishandeling. In de praktijk is gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de meldcode en de mogelijkheid om kennis te kunnen nemen van de meldcode. Het vierogenprincipe is in de praktijk gecontroleerd op uitvoering en beleid. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De laatste risico-inventarisatie dateert van oktober 2013. De inventarisatie is dus nog geen jaar oud, waardoor aan de voorwaarde wordt voldaan dat de risico-inventarisatie maximaal een jaar oud mag zijn. Het plan van aanpak is in de vorm van een klussenlijst aangeleverd. Er zijn geen acties benoemd die doorlopend om aandacht vragen, zoals aandacht voor tekenbeten in bepaalde maanden. Uitvoering veiligheidsbeleid De maatregelen die zijn genomen om risico's in de keuken te beperken staan in het pedagogisch werkplan. In het werkplan staat dat kinderen in verband met de veiligheid niet in de bergruimtes en in de keuken mogen komen. In de hal komen zij niet zonder begeleiding van een ouder of pedagogisch medewerker. Dit is met de kinderen besproken. De deuren van deze ruimtes zijn op slot als er niet voldoende overzicht is. In de praktijk heeft de toezichthouder gezien dat er inderdaad geen kinderen in de genoemde ruimtes kwamen, zonder dat daar begeleiding bij was. Meldcode kindermishandeling De nieuwe meldcode kindermishandeling is in gebruik genomen en op de locatie te vinden. Er is een regionale sociale kaart aan toegevoegd. In de laatste vergadering van 2013 is de meldcode onder de aandacht gebracht van de beroepskrachten. In het najaar van 2014 zullen alle protocollen, waaronder de meldcode, opnieuw besproken worden met de pedagogisch medewerkers. Vierogenprincipe Uit het document 'vierogenbeleid' kan worden opgemaakt dat de opvang zo georganiseerd is dat de beroepskracht vrijwel altijd gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. Aan het eind van de dag zijn de pedagogisch medewerkers wel eens alleen op de groep. Op dat moment kunnen ouders of leden van de gymnastiekvereniging binnenlopen. Uit een mailbericht van 30 oktober 2013 blijkt dat de leden van de oudercommissie vergaderd hebben over het vierogenbeleid en dat ze op de hoogte zijn van de maatregelen die de houder getroffen heeft. Het is niet helemaal duidelijk of de leden van de oudercommissie advies hebben kunnen uitbrengen over de voorgestelde maatregelen. Gebruikte bronnen: • Interview anderen (gesproken met 2 pedagogisch medewerkers) • Risico-inventarisatie veiligheid • Risico-inventarisatie gezondheid • Meldcode kindermishandeling • Pedagogisch beleidsplan (van 25 november 2013) • Pedagogisch werkplan (van februari 2014) Document 'Vierogenbeleid'. 7 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 16-05-2014 Het Kinderhuisje te BENNEKOM Accommodatie en inrichting Binnen dit domein zijn zowel de binnen- als de buitenruimte beoordeeld. Hierbij gaat het om de inrichting van de ruimten in relatie tot de leeftijd van de kinderen. Binnenruimte De ruimte is ingericht met een aantal hoekjes waarin kinderen kunnen spelen (o.a. een bouwhoek, een huishoek en een leeshoek). Er staat een kleine tafel in de ruimte, maar ook een grote tafel om samen te kunnen eten. Er worden geen kinderen onder de twee jaar opgevangen. Er hoeft dus geen afzonderlijke slaapruimte voor die kinderen te zijn. Als de kinderen van 2 en 3 jaar erg moe zijn en 's middags op de locatie blijven, kunnen zij op een stretcher in de keuken slapen. Dit is geen ideale ruimte om als slaapvertrek te dienen, maar een andere ruimte is niet beschikbaar. Buitenspeelruimte De mooie buitentuin heeft deels bestrating en bestaat voor een deel uit gras en begroeiing. Het is een natuurlijke omgeving met veel bomen en struiken. Er staan allerlei speeltoestellen in, bijvoorbeeld een schommel, glijbaan en ringen. De buitenruimte is verder nog ingericht met een zitkuil, een zandbak en een heuveltje. Gebruikte bronnen: • Observaties (in de peuterochtendgroep, zowel binnen als buiten) 8 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 16-05-2014 Het Kinderhuisje te BENNEKOM Ouderrecht Binnen dit domein is alleen bekeken of het meest recente inpectierapport op de website is geplaatst, zodat ouders het rapport kunnen inzien. Informatie Het inspectierapport van 28 februari 2013 is op de website gezet. Gebruikte bronnen: • Website 9 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 16-05-2014 Het Kinderhuisje te BENNEKOM Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 10 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 16-05-2014 Het Kinderhuisje te BENNEKOM Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Indien een kind in een andere stamgroep dan de vaste stamgroep wordt opgevangen, dan duurt dat niet langer dan de tussen houder en ouder schriftelijk overeengekomen periode. (art 1.50 lid 2 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 13 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 11 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 16-05-2014 Het Kinderhuisje te BENNEKOM In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Accommodatie en inrichting Binnenruimte De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 12 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 16-05-2014 Het Kinderhuisje te BENNEKOM Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Ouderrecht Informatie De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo speodig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 13 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 16-05-2014 Het Kinderhuisje te BENNEKOM Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer KvK Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie : : : : Het Kinderhuisje 000011569816 12 Nee Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer : : : : : Christelijke Kinderopvang BijdeHandjes Nachtegaalweg 20 3 3774PG KOOTWIJKERBROEK www.bijdehandjes.info 56823762 Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door : : : : : Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Postbus 5364 6802EJ ARNHEM 0800-8446000 Miriam Rogmans Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats : EDE : Postbus 9022 : 6710HK EDE GLD Gegevens toezicht Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport : : : : : 16-05-2014 04-06-2014 Niet van toepassing 16-06-2014 17-06-2014 : 17-06-2014 : 24-06-2014 14 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 16-05-2014 Het Kinderhuisje te BENNEKOM Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 15 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 16-05-2014 Het Kinderhuisje te BENNEKOM
© Copyright 2024 ExpyDoc