Insp.rapport KDV 01-07-14

Inspectierapport
Kinderdagverblijg It Fûgelnêst (KDV)
Binnendijk 13
8723 CV KOUDUM
Registratienummer 173520923
Toezichthouder:
In opdracht van gemeente:
Datum inspectie:
Type onderzoek:
Status:
GGD Fryslân
SUDWEST-FRYSLAN
01-07-2014
Regulier onderzoek
Definitief
Inhoudsopgave
Het onderzoek .................................................................................................................... 3
Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4
Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang ................................................................ 4
Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5
Personeel en groepen....................................................................................................... 7
Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 8
Inspectie-items ................................................................................................................... 9
Gegevens voorziening .........................................................................................................12
Gegevens toezicht ..............................................................................................................12
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .............................................................................13
2 van 13
Inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 01-07-2014
Kinderdagverblijf It Fûgelnêst te KOUDUM
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek.
Beschouwing
Op verzoek van de Gemeente Súdwest Fryslân heeft er door GGD Fryslân op 1 juli 2014 een
onaangekondigde inspectie in het kader van risicogestuurd toezicht plaatsgevonden bij
Kinderdagverblijf It Fûgelnêst te Koudum.
Het kinderdagverblijf is gevestigd in een kindercentrum waarin zich tevens buitenschoolse opvang
It Fûgelnêst (één basisgroep) bevindt.
Kinderdagverblijf It Fûgelnêst beschikt over vier stamgroepen, ieder voor de gelijktijdige opvang
van maximaal 16 kinderen. Twee groepen zijn voor de opvang van kinderen in de leeftijd van 0-2,5
jaar, de andere twee groepen zijn voor de opvang van kinderen in de leeftijd van 2,5-4 jaar. Op
dagen/dagdelen met een lage bezetting worden groepen samengevoegd, er blijft dan altijd een
vaste beroepskracht van iedere groep werkzaam.
Iedere stamgroep beschikt over een eigen groepsruimte, per twee stamgroepen wordt er een
verschoonruimte en een keuken gedeeld. De gehele locatie maakt zowel binnen als buiten een
verzorgde indruk.
Kinderdagverblijf ‘It Fûgelnêst’ heeft een Tweetalig taalbeleid volgens het principe: “Eén persoon,
één taal!”. De meeste leidsters zijn Friestalig, zij bieden zo consequent mogelijk het Fries aan.
Nederlandstalige leidsters spreken Nederlands tegen alle kinderen.
De leidsters van de peutergroepen zijn geschoold in het peuterprogramma Uk & Puk. Dit
programma wordt iedere ochtend op de 2-4 jaar groepen aangeboden.
De manager en de beroepskrachten reageerden positief op het onaangekondigde bezoek en
hebben op plezierige wijze hun medewerking verleend.
Uit het onderzoek is gebleken dat kinderdagverblijf It Fûgelnêst aan alle inspectie-items voldoet,
die in dit onderzoek getoetst zijn.
Advies aan College van B&W
Geen handhaving.
3 van 13
Inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 01-07-2014
Kinderdagverblijf It Fûgelnêst te KOUDUM
Observaties en bevindingen
Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang
Kinderopvang in de zin van de wet
Bij het kinderdagverblijf is er sprake van betaalde en bedrijfsmatige opvang waarbij verzorging en
opvoeding wordt geboden aan kinderen van 0 – 4 jaar. Hiermee is er sprake van kinderopvang in
de zin van de Wet.
Gebruikte bronnen:
Website: www.landelijkregisterkinderopvang.nl en www.ko-koudum.nl
Vorige inspectierapporten.
4 van 13
Inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 01-07-2014
Kinderdagverblijf It Fûgelnêst te KOUDUM
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
Kindercentrum It Fûgelnêst houdt periodiek groepsoverleg (3-4 keer per jaar) en teamoverleg (alle
medewerkers van alle groepen, 2-3 keer per jaar). In notulen en in het plan van aanpak van de
risico-inventarisatie wordt bij gehouden wanneer welk protocol / pedagogisch beleid is
besproken. De manager en de beroepskrachten weten wat de vier pedagogische basisdoelen
inhouden. Dit kwam ook tot uiting tijdens de observatie op de groep.
Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het
'Veldinstrument observatie kindercentrum'. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument
ontleend. Na de beschrijving uit het veldinstrument volgt een voorbeeld uit de waargenomen
praktijk.
De observatie heeft plaatsgevonden tijdens vrij spelen, een drinkmoment aan tafel, uit bed halen
van kinderen en persoonlijke verzorging van kinderen.
Emotionele veiligheid
De beroepskrachten gedragen zich sensitief en responsief naar de kinderen.
Voorbeelden
Tijdens het vrij spelen observeert de beroepskracht de kinderen. Twee kinderen spelen met
poppen, de kinderen gaan op in hun fantasie spel. Ze praten met de poppen en spelen dat ze op
vakantie gaan. De beroepskracht speelt hierop in door te vragen of ze met de auto op vakantie
gaan? De kinderen reageren positief. De beroepskracht biedt aan om een auto voor hen te maken.
Met een paar stoelen creëert ze een auto. De kinderen vinden het prachtig.
Een kindje trekt zich terug op de bank (mede door het aanwezige bezoek van de inspectie), de
beroepskracht gaat naar het kind toe en stelt hem gerust. Ze vraagt hem vragen over het
voetballen. Het kind voelt zich al snel meer op zijn gemak.
De kinderen reageren positief op elkaar. Zij hebben plezier met elkaar. Kinderen hebben vriendjes,
maar zonder anderen uit te sluiten.
Voorbeelden
Tijdens het vrij spelen zoeken de kinderen elkaar op om samen te spelen. De jongste kinderen
liggen op bed. Ook tijdens het tafel moment zoeken 'vriendjes' elkaar op. Er worden geen kinderen
buitengesloten. Een kindje die als laatste aan tafel komt zitten wordt door de kinderen vriendelijk
opgenomen. "X mag hier wel zitten hoor" zegt één van de kinderen.
Persoonlijke competentie
Er zijn speelhoeken die goed en aantrekkelijk ingericht zijn voor het speeldoel.
Voorbeeld
De groepsruimte is ingericht met speelhoeken zoals een keukenhoek, een auto/bouwhoek en open
kieskasten met onder andere puzzels en boeken. Op de bakken zijn plaatjes geplakt met het soort
speelgoed dat in de bak zit.
De 0-2,5 groep heeft een inrichting die gericht is op jongeren kinderen zoals een grondbox,
speelkleden, kleurrijk speelgoed, huisje onder de hoge box. Daarnaast is er een speelhal, die
geschikt is voor grof motorisch spel.
Beroepskrachten sluiten op passende wijze aan bij het ontwikkelingsniveau en tempo van een
kind.
Voorbeelden
Wanneer een groepje kinderen aan tafel zit met een mandje met speelgoed groenten, vraagt de
beroepskracht aan de kinderen een aantal groenten te benoemen. Ook vraag de beroepskracht
naar de kleur van de groente. Wanneer ze een groente niet kennen geeft de beroepskracht het
antwoord. Kinderen krijgen complimentjes voor hetgeen ze proberen.
Voordat de kinderen gaan drinken vraagt de beroepskracht aan één van de kinderen de pijl bij de
juiste dagritme kaart te plaatsen. Ze vraagt aan het kind: "wat gaan we zo doen met elkaar? Zet
de pijl maar bij het juiste plaatje."
5 van 13
Inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 01-07-2014
Kinderdagverblijf It Fûgelnêst te KOUDUM
Eén van de kinderen wil graag meehelpen met drinken klaar maken. De beroepskracht ziet dit en
vraagt of ze mee wil helpen.
Sociale competentie
De beroepskrachten moedigen interactie tussen de kinderen aan.
Voorbeelden
Wanneer het tijd is om de andere kinderen uit bed te halen vraagt de beroepskracht aan de
kinderen of ze meegaan. Vlak voordat ze de slaapkamer ingaan zegt ze tegen de kinderen:
"zachtjes praten hoor, dan kijken we eerst wie er wakker zijn." De kinderen die uit bed komen
zoeken direct contact met de andere kinderen, ze voelen zich zichtbaar op hun gemak.
Een kind die van een afstandje naar twee andere spelende kinderen zit te kijken wordt opgemerkt.
De beroepskracht vraagt aan de twee kinderen: "vraag maar of X ook mee wil spelen".
Normen en waarden
Beroepskrachten hanteren de afspraken, regels en omgangsvormen op eenduidige en consequente
wijze. Daarbij blijven zij rekening houden met de situatie; hun optreden sluit aan bij het gedrag en
de behoeften van kinderen.
Voorbeelden
De beroepskracht geeft kinderen een duidelijke uitleg, wanneer zij kinderen wijzen op regels en
omgangsvormen. Een beroepskracht benoemt bijvoorbeeld het kind bij naam en zegt daarbij: "Wil
je niet de limonadefles omgooien? Strak lekt er limonade uit." Wanneer kinderen zelfstandig naar
de WC gaan worden ze erop gewezen om hun handen te wassen.
De toezichthouder concludeert uit bovenstaande bevindingen dat er voldoende aandacht wordt
besteed aan de vier pedagogische basisdoelen.
Gebruikte bronnen:
Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mevr. B. Heerschop, manager)
•
•
Interview anderen (pedagogisch medewerker)
•
Observaties (Tijdens vrij spelen, persoonlijke verzorging, uit bed halen kinderen.)
•
Pedagogisch beleidsplan (03-02-2014 ontvangen)
6 van 13
Inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 01-07-2014
Kinderdagverblijf It Fûgelnêst te KOUDUM
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
Per 1 juli 2013 is de nulmeting continue screening opgenomen in de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Alle medewerkers die een verklaring omtrent het gedrag (VOG)
hebben van vóór 1 maart 2013 dienen een nieuwe VOG aan te vragen. Daarmee wordt
gecontroleerd of medewerkers relevante strafbare feiten hebben gepleegd in het verleden.
Het aanvragen van nieuwe verklaringen omtrent gedrag wordt gefaseerd ingevoerd. Dit betekent
voor het toezicht op de VOG’s, dat er gekeken wordt naar de datum op de VOG en er getoetst
wordt of de houder bijtijds een nieuwe VOG heeft laten aanvragen.
Stagiaires, uitzendkrachten en vrijwilligers vallen vooralsnog niet onder de continue screening en
zullen tweejaarlijks een nieuwe VOG moeten aanleveren.
De houder beschikt over een verklaring omtrent het gedrag die voldoet aan de gestelde eisen.
De Toezichthouder heeft van de manager, de medewerkers en stagiairs de verklaringen omtrent
het gedrag ingezien tijdens het inspectiebezoek en vastgesteld dat ook deze aan de voorwaarden
voldoen.
Passende beroepskwalificatie
Voor de kindercentra worden de beroepskwalificatie-eisen en bewijsstukken, genoemd in de
collectieve arbeidsovereenkomst kinderopvang, aangemerkt als passende beroepskwalificaties.
De pedagogisch medewerkers beschikken over een beroepskwalificatie conform de CAO
kinderopvang.
Beroepskracht-kindratio
Het minimale aantal beroepskrachten in relatie tot het aantal aanwezige kinderen bij een
gemengde leeftijdsgroep in een kindercentrum wordt, met in achtneming van uitzonderingen in de
wet- en regelgeving, bepaald met behulp van een rekentool die bekend is gemaakt via de website
www.rijksoverheid.nl. Hierbij is er de mogelijkheid bij openingstijden van 10 uur of langer om
maximaal 3 uur af te wijken betreft het begin van de dag, de lunchpauze en het einde van de dag.
Uit de observatie en gesprekken met de manager en beroepskracht is geconstateerd dat er wordt
voldaan aan de beroepskracht-kindratio. Tijdens de inspectie waren er twee groepen open.
Op de Baby en Dreumes groep ( 0 tot 2.5 jaar) waren drie kinderen aanwezig met één
beroepskracht. Op de groep "Tomkes" waren zeven kinderen aanwezig in de leeftijd van twee tot
vier jaar en hier was ook één beroepskracht aanwezig. Hiermee werd voldaan aan de
beroepskracht- kindratio.
Opvang in groepen
Een stamgroep is een vaste groep kinderen in de dagopvang in een passend ingerichte vaste
groepsruimte.
Kinderdagverblijf It Fûgelnêst heeft vier stamgroepen die ieder maximaal 16 kinderen gelijktijdig
mogen opvangen. Twee groepen zijn voor de opvang van kinderen in de leeftijd van 0-2,5 jaar.
De andere twee groepen vangen kinderen in de leeftijd van 2,5-4 jaar op.
Gebruikte bronnen:
•
Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mevr. B. Heerschop, manager)
•
Interview anderen (pedagogisch medewerker)
•
Verklaringen omtrent het gedrag (Ingezien op locatie en ontvangen op 03-02-2014.)
Diploma's beroepskrachten (Ingezien op locatie en ontvangen op 03-02-2014.)
•
7 van 13
Inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 01-07-2014
Kinderdagverblijf It Fûgelnêst te KOUDUM
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
De houder van een kindercentrum voert een beleid dat ertoe leidt dat de veiligheid en gezondheid
van de op te vangen kinderen in elk door hem geëxploiteerd kindercentrum zoveel mogelijk is
gewaarborgd. De houder van het kindercentrum legt in een risico-inventarisatie schriftelijk vast
welke risico's de opvang van kinderen met zich brengt. Tijdens de inspectie is de risicoinventarisatie veiligheid en gezondheid steekproefsgewijs getoetst aan de verschillende ruimtes en
aan de praktijk.
De risico-inventarisatie veiligheid is uitgevoerd in maart 2014 met behulp van het model van de
Stichting Consument en Veiligheid. De risico-inventarisatie gezondheid is op dezelfde datum
uitgevoerd met behulp van het model van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid. De
inventarisatie wordt in samenwerking met de medewerkers uitgevoerd.
Er is naar aanleiding van de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid een plan van aanpak
opgesteld waarbij alle acties door de houder zijn uitgevoerd.
De houder heeft naar aanleiding hiervan hygiëneregels en gezondheidsregels opgenomen in
beleid en zo nodig aangepast. In het plan van aanpak is dit allemaal vastgelegd met datum.
Medewerkers worden via werkoverleg geïnformeerd over de wijzigingen. Ook dit wordt vastgelegd
in het plan van aanpak.
Er wordt in de praktijk gehandeld conform de afspraken en beroepskrachten kunnen risico’s in de
praktijk benoemen. Voorbeelden hiervan zijn:
•
thee en koffie wordt buiten bereik van de kinderen geplaatst;
•
er is toezicht op de kinderen die slapen en spelen;
•
de groepsruimte en slaapkamers worden mechanisch geventileerd;
•
handen wassen voor het eten;
•
handen wassen na toilet;
•
snotneuzen worden afgeveegd;
•
schema's bedden verschonen;
•
afspraken t.a.v. speelgoed reinigen.
Er is een systeem voor het registreren van ongevallen; dit systeem wordt toegepast in de praktijk.
Gebruikte bronnen:
•
Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mevr. B. Heerschop, manager)
•
Interview anderen (pedagogisch medewerker)
•
Risico-inventarisatie veiligheid (Ingezien op locatie.)
Risico-inventarisatie gezondheid (Ingezien op locatie.)
•
•
Actieplan veiligheid (Ingezien op locatie.)
•
Actieplan gezondheid (Ingezien op locatie.)
•
Ongevallenregistratie (Ingezien op locatie.)
•
Huisregels/groepsregels (Ingezien op locatie.)
8 van 13
Inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 01-07-2014
Kinderdagverblijf It Fûgelnêst te KOUDUM
Inspectie-items
Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang
Kinderopvang in de zin van de wet
De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats.
(art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze
toezichthouder)
Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de
ontwikkeling van kinderen.
(art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze
toezichthouder)
De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de leeftijd waarop zij het
basisonderwijs volgen.
(art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 1 sub c Besluit kwaliteit kinderopvang
en peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
persoonlijke competentie te komen.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
sociale competentie te komen.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie
aan het college van B&W overgelegd en op dat moment niet ouder dan twee maanden.
(art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum
exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar.
(art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang
van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd.
(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
9 van 13
Inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 01-07-2014
Kinderdagverblijf It Fûgelnêst te KOUDUM
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang
van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.
(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie
zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige
kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;
- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;
- 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;
- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten
berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen
De opvang vindt plaats in stamgroepen.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF
De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot
1 jaar.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3
Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking,
valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 3 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn
respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang
tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin
het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 13
Inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 01-07-2014
Kinderdagverblijf It Fûgelnêst te KOUDUM
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van
de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3
Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu,
buitenmilieu en medisch handelen.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 3 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn
respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang
tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van
de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
11 van 13
Inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 01-07-2014
Kinderdagverblijf It Fûgelnêst te KOUDUM
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening
Website
Aantal kindplaatsen
Gesubsidieerde voorschoolse educatie
:
:
:
:
It Fûgelnêst
http://www.ko-koudum.nl
64
Ja
Gegevens houder
Naam houder
Adres houder
Postcode en plaats
Website
KvK nummer
:
:
:
:
:
KO Koudum B.V.
Eendrachtsplein 14
3012 LA ROTTERDAM
www.ko-koudum.nl
30168016
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD
Adres
Postcode en plaats
Telefoonnummer
Onderzoek uitgevoerd door
:
:
:
:
:
GGD Fryslân
Postbus 612
8901 BK LEEUWARDEN
088-2299222
Mevr. S. Sluyter
Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente
Adres
Postcode en plaats
: SUDWEST-FRYSLAN
: Postbus 10000
: 8600 HA SNEEK
Gegevens toezicht
Planning
Datum inspectie
Opstellen concept inspectierapport
Vaststelling inspectierapport
Verzenden inspectierapport naar houder
Verzenden inspectierapport naar
gemeente
Openbaar maken inspectierapport
:
:
:
:
:
01-07-2014
07-07-2014
15-07-2014
16-07-2014
16-07-2014
: 06-08-2014
12 van 13
Inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 01-07-2014
Kinderdagverblijf It Fûgelnêst te KOUDUM
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
13 van 13
Inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 01-07-2014
Kinderdagverblijf It Fûgelnêst te KOUDUM