Voorbeeld onderzoeksvragen en uitwerkingen Voorbeeld 1 Thema/ subthema Zintuigelijke informatie Onderzoeksvraag Kan je langer (aantal keer) touwtje springen als het touw precies op een metronoom gedraaid wordt? Opzet - Wie of wat onderzoeken jullie? Als je meer informatie krijgt over een bepaalde gebeurtenis, door een toontje toe te voegen, wordt je dan ook beter in je waarneming daarvan? - Meetinstrumenten? potlood/pen, tabel, touw, twee touw draaiers - Wat moet er hetzelfde blijven en wat mag/ moet veranderen? Onderzoeker test een aantal proefpersonen in twee condities: touwtje springen zonder metronoom en touwtje springen met metronoom. De draaiers moeten hetzelfde blijven, en de volgorde moet verschillen over de proefpersonen (met of zonder metronoom) Hoe kun je de resultaten noteren? In een tabel Wat denken we dat de uitkomst/ het antwoord is op de onderzoeksvraag (hypothese) Wij denken dat je inderdaad beter bent als je een metronoom hoort. Maar dan moeten de touwtje draaiers wel op het juiste moment draaien, anders wordt je slechter denken we. ONDERZOEKEND excelLEREN is voortgekomen uit een door het Wetenschapsknooppunt Radboud Universiteit WKRU, BCO Onderwijsadvies en het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek CBO ingediend voorstel ten behoeven van de ‘Call for proposals 2013’, uitgezet door School aan Zet. Voorbeeld 2 Thema/ subthema Leren/ voorspeller Onderzoeksvraag Leer je sneller als je weet hoeveel de wereld is verplaatst met een periscoop? Opzet Maak twee verschillende periscopen. Een waarbij de periscoop langer of korter is dan de normale die gemaakt is in de verkenningsfase. Maakt het uit hoe snel je leert om te gaan met een nieuwe omgeving als je een grotere afwijking moet leren? - Wie of wat onderzoeken jullie? - Meetinstrumenten? 2 periscopen van verschillende lengte. Pittenzakjes meetlint potlood tabel - Wat moet er hetzelfde blijven en wat mag/ moet veranderen? Alles moet hetzelfde blijven, behalve dat de periscoop anders is in de twee condities. Vergeet niet de volgorde van meten te veranderen voor andere proefpersonen. Hoe kun je de resultaten noteren? In een tabel en dan later in een grafiek Wat denken we dat de uitkomst/ het antwoord is op de onderzoeksvraag (hypothese) Wij denken dat het lastiger is bij de langere periscoop en dat het langer duurt voor je geleerd hebt om te gaan met de nieuwe omgeving. ONDERZOEKEND excelLEREN is voortgekomen uit een door het Wetenschapsknooppunt Radboud Universiteit WKRU, BCO Onderwijsadvies en het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek CBO ingediend voorstel ten behoeven van de ‘Call for proposals 2013’, uitgezet door School aan Zet. Voorbeeld 3 Thema/ subthema Onderzoeksvraag Ben je beter in het schatten van een afstand als je zelf geblinddoekt loopt of als je (geblinddoekt) in een kar gereden wordt? Opzet Is er een verschil tussen actief bewegen en passief bewogen worden? - Wie of wat onderzoeken jullie? - Meetinstrumenten? - Voorspeller/zintuigelijke informatie Kar, krijt om afstand mee aan te geven, iemand die de kar rijdt. Wat moet er hetzelfde blijven en wat mag/ moet veranderen? Alles hetzelfde, behalve of de proefpersoon in de kar zit of loopt. Laat degene met de kar naast de proefpersoon lopen, zodat de loper ook weet hoe hard er gereden moet worden en het geluid is ongeveer hetzelfde. Hoe kun je de resultaten noteren? in een tabel Wat denken we dat de uitkomst/ het antwoord is op de onderzoeksvraag (hypothese) Wij denken dat het moeilijker is om de afstand in te schatten en dus dat als je meer proefpersonen hebt gemeten dat het verschil over de proefpersonen groter is voor de passieve dan voor de actieve conditie. Waarschijnlijk ben je ook beter in het schatten van de afstand als je gelopen hebt. ONDERZOEKEND excelLEREN is voortgekomen uit een door het Wetenschapsknooppunt Radboud Universiteit WKRU, BCO Onderwijsadvies en het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek CBO ingediend voorstel ten behoeven van de ‘Call for proposals 2013’, uitgezet door School aan Zet. Voorbeeld 4 Thema/ subthema Zintuiglijke informatie Onderzoeksvraag Vang je vaker een bal wanneer je deze pas laat ziet aankomen in vergelijking tot wanneer de bal de hele tijd zichtbaar is? Opzet - Wie of wat onderzoeken jullie? Speelt de duur van de zichtbaarheid van de bal een rol bij het vangen van de bal? Dus vanger staat aan ene kant van het net en de gooier aan de andere kant. Als het net met een doek bedekt is is de bal korter zichtbaar. - Meetinstrumenten? net, bal, doek, meetlint, pen en papier - Wat moet er hetzelfde blijven en wat mag/ moet veranderen? Doek over het net en niet. Hoe kun je de resultaten noteren? in een tabel Wat denken we dat de uitkomst/ het antwoord is op de onderzoeksvraag (hypothese) Het is lastiger de bal te vangen als je de bal korter ziet en dus verwachten we dat je minder vaak de bal vangt met het doek over het net. ONDERZOEKEND excelLEREN is voortgekomen uit een door het Wetenschapsknooppunt Radboud Universiteit WKRU, BCO Onderwijsadvies en het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek CBO ingediend voorstel ten behoeven van de ‘Call for proposals 2013’, uitgezet door School aan Zet. Voorbeeld 5 Thema/ subthema Vertraging tussen binnen/buitenbocht van schema Onderzoeksvraag 1) Hoe vaak vang je de bal bij een net wat bedekt is met een doek als je op verschillende afstanden van het net gaat staan? 2) Maakt het uit als de vanger zelf aangegeven heeft wanneer de bal gegooid moet worden vs de gooier bepaald zonder het te vertellen aan de vanger? Opzet - - Wie of wat onderzoeken jullie? Meetinstrumenten? Als de vanger maar kort de tijd heeft om de bal te zien zal het ook lastiger zijn om de bal te vangen. Gooi 10 keer op elke afstand. Wanneer kan je de bal altijd vangen? Wat is die afstand? Vergelijk dat met andere proefpersonen? Is er verschil? Hoe zou dat komen? 2) is er verschil als de proefpersoon zelf aangeeft wanneer de bal gegooid moet worden? net, doek, gooier, bal, meetlint, papier en pen Wat moet er hetzelfde blijven en wat mag/ moet veranderen? Afstand moet veranderen, maar de rest hetzelfde Hoe kun je de resultaten noteren? In een tabel Wat denken we dat de uitkomst/ het antwoord is op de onderzoeksvraag (hypothese) Wij denken dat het afhankelijk is van de lengte van de vanger wat de afstand is waarbij alle ballen gevangen worden. We verwachten ook een verschil tussen aangeven wanneer de bal komt en wanneer niet. ONDERZOEKEND excelLEREN is voortgekomen uit een door het Wetenschapsknooppunt Radboud Universiteit WKRU, BCO Onderwijsadvies en het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek CBO ingediend voorstel ten behoeven van de ‘Call for proposals 2013’, uitgezet door School aan Zet. Voorbeeld 6 Thema/ subthema - zintuiglijke informatie Onderzoeksvraag Iemand rolt een knikker naar je toe (je hoort hem dus komen), sla nu de knikker weg als je hem ziet en hoort, hoort of alleen ziet. Wanneer raak je hem vaker? Opzet Welke informatie vinden we belangrijker? Visuele, geluid, of beide samen? Wie of wat onderzoeken jullie? Experimentator rol de knikker over dezelfde afstand over de grond/tafel. De proefpersoon heeft oordoppen in/ blinddoek om of niet. De knikker wordt door de proefleider naar de proefpersoon gerold. De proefpersoon moet de knikker wegtikken in een beweging. Doe dit meerdere keren in de verschillende condities. - Meetinstrumenten? Wat moet er hetzelfde blijven en wat mag/ moet veranderen? Hoe kun je de resultaten noteren? Wat denken we dat de uitkomst/ het antwoord is op de onderzoeksvraag (hypothese) oordoppen, knikker, blinddoek, pen en papier Alles hetzelfde, maar de ene keer dus met blinddoek, oordoppen of niets. Vergeet niet de volgorde te veranderen over de proefpersonen. in een tabel We denken dat je het beste bent als je het ziet en hoort, en misschien ben je als je alleen ziet ook wel net zo goed. Maar je bent slechter als je het alleen hoort. ONDERZOEKEND excelLEREN is voortgekomen uit een door het Wetenschapsknooppunt Radboud Universiteit WKRU, BCO Onderwijsadvies en het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek CBO ingediend voorstel ten behoeven van de ‘Call for proposals 2013’, uitgezet door School aan Zet. Voorbeeld 7 Thema/ subthema Zintuigelijke informatie Onderzoeksvraag Is het lastiger om met een bal een mikpunt te raken (bijvoorbeeld een blokje) als je beweegt dan als je stilstaat? Opzet - Wie of wat onderzoeken jullie? Beweeg de pp in een bureaustoel, kar of iets dergelijks en laat hem/haar een bal gooien naar het mikpunt. Vergelijk stilstaan, bewegen in een rechte lijn of onvoorspelbare richting met hoe vaak mikpunt geraakt. - Meetinstrumenten? Bal, mikpunt, kar, pen en papier - Wat moet er hetzelfde blijven en wat mag/ moet veranderen? Alles hetzelfde, snelheid, afstand etc maar veranderen is dus stilzitten, bewogen worden in rechte voorspelbare lijn en/of een onvoorspelbare richting. Hoe kun je de resultaten noteren? In een tabel Wat denken we dat de uitkomst/ het antwoord is op de onderzoeksvraag (hypothese) We denken dat als je stilzit het het makkelijkst is. Dan in een voorspelbare richting en daarna de onvoorspelbare richting. ONDERZOEKEND excelLEREN is voortgekomen uit een door het Wetenschapsknooppunt Radboud Universiteit WKRU, BCO Onderwijsadvies en het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek CBO ingediend voorstel ten behoeven van de ‘Call for proposals 2013’, uitgezet door School aan Zet.
© Copyright 2024 ExpyDoc