Liturgie zondagavond 15 juni 2014 Thema: ‘Groeten uit een ver land’ Voorganger: ds. G. van Goch Schriftlezing: Joh. 3 : 14 – 18 14 En zoals Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zo moet de Zoon des mensen verhoogd worden, 15 opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. 16 Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. 17 Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden. 18 Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren Zoon van God. Psalm 89: 1 en 7 (NB) 1 Ik zal zo lang ik leef bezingen in mijn lied des Heren milde gunst, het werk aan ons geschied. Mijn mond verkondigt, Heer, aan komende geslachten hoe Gij uw trouw betoont aan hen die U verwachten. Uw goedertierenheid rijst op en gaat zich welven, een altijd veilig huis, vast als de hemel zelve. 7 Hoe zalig is het volk dat U de lofzang zingt, dat uitbreekt in gejuich als de bazuin weerklinkt. Uw lichtend aangezicht zal altijd hen geleiden. Zij zullen in uw naam zich dag aan dag verblijden, zij gaan in vrede voort, zij wand'len voor uw ogen, want uw rechtvaardigheid zal hen voorgoed verhogen. Psalm 145: 2 en 3 2 Ik zal, O HEER', dien ik mijn Koning noem, Den luister van Uw majesteit en roem Verbreiden, en Uw wonderlijke daan Met diep ontzag aandachtig gadeslaan. Elks juichend hart zal Uw geducht vermogen, De grote kracht van Uwen arm verhogen. Ik zal mijn stem met aller lofzang paren, En overal Uw grootheid openbaren. 3 Zij zullen, uit de volheid van 't gemoed, Gedachtig aan den milden overvloed Van Uwe gunst, die roemen bij elkeen, En juichen van al Uw gerechtigheen. De HEER' is goed en vriendlijk en weldadig, Barmhartig, mild, lankmoedig en genadig; Hij doet Zijn gunst aan allen klaar bemerken; Zijn goedheid is verspreid op al Zijn werken. Psalm 119: 53 53 Uw woord is mij een lamp voor mijnen voet, Mijn pad ten licht, om 't donker op te klaren. Ik zwoer, en zal dit met een blij gemoed Bevestigen, in al mijn levensjaren, Dat ik Uw wet, die heilig is en goed, Door Uw gena bestendig zal bewaren. Op Toonhoogte : Jezus, Hij kwam om ons leven te geven 1. Jezus, Hij kwam om ons leven te geven, daarom verliet Hij zijn vaderlijk huis. Hij gaf aan mij het eeuwig leven door te sterven aan het kruis. Ik zie nu zijn tranen en zie nu zijn wonden. Ik zie nu het bloed dat Hij gaf voor mij. Dat bloed wast mij schoon en bevrijdt van onze. Prijs de Heer; nu ben ik vrij! (Refrein) Ik ben zo dankbaar, Heer voor wat U heeft gedaan. En heel mijn hart aanbidt uw heil’ge naam. En Heer, ik hou van U, want U hield eerst van mij. Uw liefde tilt mij op en maakt mij vrij. 2. Uit liefde droeg Jezus de straf van mijn zonden. Hij droeg die straf zelfs tot diep in de dood. Nu houdt de dood mij niet langer gebonden, ook al was mijn zonde groot. Want Hij is niet lang in het graf geblevn. De dood kon onmoog’lijk Gods liefde verslaan. Nu troont Hij als Koning en Heer van het leven. Heel de schepping roept zijn naam. (Refrein) Op Toonhoogte : Wees mijn verlangen. 1. Wees mijn verlangen, o Heer van mijn hart, leer mij U kennen in vreugde en smart, als ik U ontmoet vind ik rust bij U. Want Heer ik heb ontdekt, dat als ik aan uw voeten ben, trots en twijfel wijken voor de kracht van uw liefde. (Refrein) Houd mij vast, laat uw liefde stromen. Houd mij vast, heel dichtbij uw hart. Ik voel uw kracht en stijg op als een arend; dan zweef ik op de wind, gedragen door uw Geest en de kracht van uw liefde. 2. Heer, kom dichterbij dan kan ik uw schoonheid zien en uw liefde voelen, diep in mij. En Heer, leer mij uw wil, zodat ik U steeds dienen kan en elke dag mag leven door de kracht van uw liefde (Refrein 2x) Dan zweef ik op de wind, gedragen door uw Geest en de kracht van uw liefde Gezang 451: 1, 2 en 3 1 Alle roem is uitgesloten onverdiende zaligheên heb ik van mijn God genoten, 'k roem in vrije gunst alleen! Ja, eer ik nog was geboren, eer Gods hand, die alles schiep, iets uit niet tot aanzijn riep, heeft zijn liefde mij verkoren: God is liefd', o englenstem, mensentong verheerlijkt Hem! 2 Alzo lief had God de wereld, dat Hij zijn geliefde Zoon voor de afgevallen wereld overgaf aan smaad en hoon. Ja, toen wij nog zondaars waren, schonk de Vader ons gena, leed de Zoon op Golgotha, stierf voor ons, die zondaars waren: God is liefd', o englenstem, mensentong verheerlijkt Hem! 3 Dat heet weergalooz' ontferming, dat genade, rijk en vrij! God schenkt redding en bescherming, aan verloornen, ook aan mij. Ja, wanneer mijn onvermogen, en mijn diep bederf mij smart, toont mij 't godlijk Vaderhart zijn verlossend mededogen: God is liefd', o englenstem, mensentong, verheerlijkt Hem!
© Copyright 2024 ExpyDoc