Bijlagen Bijlage 1 Inventarisatie beschermde

Bijlagen
Bijlage 1
Inventarisatie beschermde flora en fauna 2011
Bijlage 2
Ontheffing Flora- en faunawet
Bijlage 3
Specifieke magneetveldzone Kema
Bijlage 4
Reactie Tennet magneetveldsterkte
Bijlage 5
Retailpark Almere Poort, context en effecten
Bijlage 6
Advies parkeren
Bijlage 7
Akoestisch onderzoek
Bijlage 8
Besluit hogere grenswaarden Almere Poort
Bijlage 9
onderzoek luchtkwaliteit
Bijlage 10
Berekening groepsrisicoUwplan Olympiakwartier
Bijlage 11
VerantwoordingsplichtGroepsrisco Uwplan Olympiakwartier
Bijlage 12
Preadvies Waterschap Olympiakwartier
Gemeente Almere
ex art. 11 WRO uitwerking Almere Poort, Olympiakwartier, 1e fase
20 mei 2014
1
Almere Poort
Inventarisatie beschermde flora en fauna 2011
Eindrapportage, 7-12-2011
F.M. van Groen
V. Nederpel
2011
Opdrachtgever
Gemeente Almere
Van der Goes en Groot
Ecologisch Onderzoeks- en Adviesbureau
G&G-rapport 2011-20 (deelrapport)
Van der Goes en Groot
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau
Hazenkoog 35-A
1822 BS Alkmaar
Bovendijk 35-G
2295 RV Kwintsheul
www.vandergoesengroot.nl
Almere Poort
Inhoudsopgave
1 Inleiding ...................................................................................................................... 5
1.1
1.2
1.3
Aanleiding tot het onderzoek.....................................................................................................................5
Doel van het onderzoek ..............................................................................................................................5
Ligging van het onderzoeksgebied ............................................................................................................6
2 Methode ...................................................................................................................... 7
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
3
4
5
6
Flora.............................................................................................................................................................7
Vissen...........................................................................................................................................................7
Ringslang.....................................................................................................................................................7
Broedvogels .................................................................................................................................................8
Vleermuizen ................................................................................................................................................9
2.5.1
Overige zoogdieren .............................................................................................................................9
Flora en vegetatie..................................................................................................... 10
Vissen ........................................................................................................................ 11
Ringslang .................................................................................................................. 12
Broedvogels............................................................................................................... 13
6.1
6.2
6.3
6.4
6.5
Jaarrond beschermde broedvogels .........................................................................................................13
Rode Lijst ..................................................................................................................................................13
Soorten van Categorie 5...........................................................................................................................13
Niet-broedvogels .......................................................................................................................................13
Soortbesprekingen....................................................................................................................................13
7 Zoogdieren................................................................................................................ 16
7.1
7.2
Vleermuizen ..............................................................................................................................................16
Overige zoogdieren...................................................................................................................................17
8 Conclusie en aanbevelingen .................................................................................... 19
9 Literatuur ................................................................................................................. 21
Bijlage 1.
Bijlage 2.
Bijlage 3.
Bijlage 4.
Bijlage 5.
Verspreidingskaarten beschermde flora ............................................................................................23
Verspreidingskaarten beschermde vissen ..........................................................................................28
Verspreidingskaarten broedvogels......................................................................................................30
Verspreidingskaarten vleermuizen .....................................................................................................52
Verspreidingskaart Bever ....................................................................................................................58
Van der Goes en Groot
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
3
Almere Poort
4
Van der Goes en Groot
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
1
Inleiding
1.1
Aanleiding tot het
onderzoek
De gemeente Almere is een relatief jonge en snel
groeiende gemeente. Als gevolg van deze dynamiek
vinden regelmatig ruimtelijke ingrepen plaats. Bij
ruimtelijke ingrepen is de gemeente, in het kader van
de Flora- en faunawet, verplicht om onderzoek te
(laten) doen naar het voorkomen van beschermde
planten en dieren.
De Gemeente Almere heeft aan Ecologisch Onderzoeks- en Adviesbureau Van der Goes en Groot
opdracht verleend tot een flora- en faunaonderzoek in
Almere Poort. In dit rapport worden de resultaten van
het onderzoek gepresenteerd.
1.2
Doel van het onderzoek
zoogdieren.
In 2002 en 2007 is Almere Poort al eerder door
Ecologisch Onderzoeks- en Adviesbureau Van der
Goes en Groot onderzocht op het voorkomen van
beschermde planten en dieren (DEN BOER &
OOSTERBAAN, 2002 en VAN GROEN & SLUIS, 2007).
De resultaten die in dit rapport worden gepresenteerd
zijn een actualisatie van de destijds verzamelde
gegevens.
Onder invloed van onder meer biotoopveranderingen als gevolg van vegetatiesuccessie en/of
ruimtelijke ontwikkelingen, het weer tijdens en voorafgaande aan de inventarisatieperiode en klimaatverandering treden voortdurend veranderingen op in de
verspreiding en grootte van populaties van planten en
dieren. Ook kunnen bovengenoemde zaken in
overwinteringsgebieden van broedvogels invloed
hebben op de aantallen in het broedgebied.
Waar relevant zal in de tekst worden ingegaan op
veranderingen ten opzichte van de eerdere
inventarisaties in het voorkomen en de verspreiding
van de geïnventariseerde soorten in Almere Poort.
Het doel van het onderzoek is inzicht te krijgen in het
voorkomen en de verspreiding van beschermde flora
en fauna in Almere Poort. Het gaat specifiek om de
soortgroepen flora, vissen, de Ringslang, vogels en
±
Pampushout
Almere Stad
IJmeer
Hogering
Almeerderzand
Almere Haven
A6
Hollandse brug
Gooimeer
Muiderberg
Zilverstrand
Figuur 1. Ligging van deelgebied Almere Poort.
Van der Goes en Groot
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
5
Almere Poort
6
1.3
Ligging van het
onderzoeksgebied
In Figuur 1 is de ligging van het onderzoeksgebied
aangegeven. De oppervlakte van het onderzochte
gebied bedraagt 1021 ha. Het gebied wordt in grote
lijnen begrensd door de A6 in het zuiden, de Hogering
in het oosten, Pampushout in het noorden en het
IJmeer in het westen. Almere Poort wordt doorsneden
door de spoorlijn van Amsterdam naar Almere.
Almere Poort bestaat globaal uit bos, opgespoten
terrein, nieuwbouwwijken, bouwlocaties, bedrijventerreinen, een jachthaven, rietland, recreatiestrand en
een ecozone tussen Pampushout en de A6.
Er zijn twee bosgebieden te onderscheiden,
Pampushout en Almeerderzand. Deze bossen zijn vrij
jong en vaksgewijs aangeplant. Ze bestaan onder meer
uit Beuk, Gewone es, Gewone esdoorn, lindes,
populieren, wilgen, Zoete kers en Zomereik. Tussen de
bospercelen zijn onderhoudspaden aanwezig, die in de
loop van het voorjaar deels dichtgroeiden met
ruigtekruiden. Het Almeerderzand is een bos met een
afwisseling van naald en loofhout, van verschillende
leeftijden.
Vooral ten noorden van de spoorlijn is het
opgespoten terrein deels volgebouwd met nieuwbouwwijken. Ook zijn hier enkele bouwterreinen aanwezig
en liggen er enkele recent aangelegde parken en
waterpartijen. Ten zuiden van de spoorlijn liggen grote
delen van het opgespoten terrein nog braak. Wel zijn
hier enkele grotere gebouwen aanwezig zoals een
school. Hier en daar op het opgespoten terrein zijn
rietlanden met opslag van struiken als diverse wilgen
en kornoelje aanwezig. Brede waterpartijen
doorsnijden het terrein. Langs de sloten bevinden zich
flinke rietkragen, vaak met lisdoddes en jonge wilgen.
In de groenstrook langs de A6 liggen enkele met
rietkragen omzoomde plasjes. De begroeiing in deze
zone bestaat vooral uit ruigte en een dichte struiklaag
van vooral Rode kornoelje en Gewone vlier. Langs de
A6 lagen enkele kleine maïsakkers.
Het rietland in het zuiden van het gebied sluit aan
op het Kromslootpark.
De recreatiestranden Almeerderzand en Zilverstrand hebben een zandige bodem en zijn langs de
binnenrand begroeid met een dichte struiklaag (roos,
kornoelje, meidoorn en liguster). Langs de oever is
hier en daar waterriet aanwezig. Daartussen bevinden
zich kaal recreatiezand, schrale grasvegetaties en
vrijstaande bomen.
Van der Goes en Groot
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
2
2.1
Methode
Flora
Het gebied is volledig op aanwezige zwaar beschermde
planten (tabel 2 en 3) geïnventariseerd (namen volgens
VAN DER MEIJDEN, 2005). Bij de inventarisatie is
gericht op biotoop geïnventariseerd. De aandacht heeft
zich met name gericht op aanwezig rietland,
opgespoten terreinen, oevers, bossen en aanplant.
Beschermde soorten zijn op locatie gekarteerd. Voor
de abundantie is de classificatie uit Tabel 1 aangehouden.
De inventarisatie heeft plaatsgevonden op 2 juli.
Tabel 1.
Abundantieklassen voor florakartering.
Abundantieklasse
1
2
3
4
5
2.2
Aantal exemplaren
1-5
6-25
26-50
51-500
501-5000
Vissen
Het doel van de visseninventarisatie was inzicht te
krijgen in de aanwezigheid van beschermde soorten.
Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van de meest
recente versie van het protocol voor inventarisaties
zoals is opgesteld door Gegevensautoriteit Natuur
(GaN).
Tabel 2.
Abundantieklassen voor faunakartering.
Abundantieklasse
1
2
3
4
5
Aantal exemplaren
1
2-5
6-10
11-20
>20
Driemaal is een steekproefsgewijze inventarisatie
uitgevoerd in het onderzoeksgebied. In Tabel 3 zijn de
bezoekdatums en de geleverde inspanning te vinden.
Er is bemonsterd op locaties en in biotopen waar
zich de hoogste trefkans voor de beschermde soorten
voordoet. Bij de visseninventarisatie is gebruik
gemaakt van een steeknet. Het vissen gebeurt zowel
vanaf de oever als staande in het water, gekleed in een
waadpak. Zodoende kan in het open water, onder de
oevervegetatie en onder holle oevers gevist worden.
Veel vissoorten houden zich schuil op dergelijke
plaatsen.
Tabel 3.
Bezoekdatums, weersomstandigheden en opzet van het
vissenonderzoek in Almere Poort in 2011.
Datum
Tijd
Weer
(Bewolking/Wind/
Temperatuur (°C))
15 juli
7:15-15:15
2/8 / NW2 / 10-20 /
droog
7 sept
9:15-16:30
27 sept
11:00-17:00
Opzet
Eén persoon met
electrovisapparaat en
steeknet
Eén persoon met
4/8 / W5 / 18 / droog
electrovisapparaat
0/8 / NNW1 / 23 /
Eén persoon met
droog
electrovisapparaat
Naast het steeknet is de methode ‘elektrisch vissen’
gebruikt. Hierbij wordt al staande in het water een
elektrisch spanningsveld gecreëerd met behulp van een
installatie die op het lichaam gedragen wordt. Door het
spanningsveld worden vissen verdoofd en onbewust
gestimuleerd om naar het speciaal hiervoor ingerichte
vangnet te zwemmen. Het toepassen van deze methode
is ook effectief in water met veel obstakels (bijvoorbeeld afval, takken of grote hoeveelheden vegetatie).
Ook laten juist de snellere, grotere en vrij zwemmende
exemplaren zich makkelijker vangen.
Uiteraard zijn eventuele zichtwaarnemingen van
bijvoorbeeld Snoek en Karper meegenomen in de
resultaten. Doordat deze inventarisatie deels in de (na-)
zomer is uitgevoerd kunnen er eenzomerige exemplaren van de wat grotere en vrijzwemmende soorten
worden gevangen.
De ligging van de bemonsterde trajecten in het
onderzoeksgebied staan aangegeven op de verspreidingskaarten van de aangetroffen beschermde vissen in
Bijlage 2. De determinatie vond plaats in het veld. Alle
vangsten en waarnemingen zijn op veldkaarten
ingetekend. Daarbij is de classificatie uit Tabel 2
aangehouden.
2.3
Ringslang
Het onderzoek naar het voorkomen van de Ringslang
heeft alleen in deelgebied Almere Poort plaatsgevonden.
Er zijn twee veldbezoeken uitgevoerd (11 april en 2
juni). Bij dit onderzoek gaat het om het waarnemen
van Ringslangen die zich opwarmen in de zon. De
Rijke groeiplaats van Moeraswespenorchis in Almere Poort.
Van der Goes en Groot
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
7
Almere Poort
8
dagen waarop het onderzoek is uitgevoerd waren dan
ook zonnige dagen zonder dat de temperatuur al te snel
opliep. Omdat de slangen tijdens dergelijke weersomstandigheden dan wat meer tijd nodig hebben om
het lichaam op temperatuur te krijgen, zijn ze relatief
lang waarneembaar. Later in het jaar als de omgevingstemperatuur snel oploopt verdwijnen Ringslangen al
snel in de vegetatie of tussen de basaltblokken langs de
dijk. Tevens is het zo dat Ringslangen de dijklichamen
vaak als overwinteringsplaats gebruiken en in het
voorjaar kort langs dergelijke biotopen verblijven,
waarbij paringen kunnen plaatsvinden. Na dit korte
verblijf langs de dijk trekken de dieren vaak landinwaarts om de eieren te leggen en voedsel te zoeken
(o.a. Groene kikkers).
De methode om Ringslangen te zoeken bestaat uit
het voorzichtig naderen van open plaatsen tussen
ruigtekruidenvegetatie en/of tussen de basaltblokken
langs de dijk. Op deze manier kan men de dieren
“betrappen” tijdens hun opwarmperiode en vervolgens
karteren.
Voor de kaarten is de classificatie uit Tabel 2
aangehouden.
2.4
Broedvogels
Het doel van het broedvogelonderzoek was inzicht te
krijgen in relatieve aantallen en de verspreiding van
jaarrond beschermde soorten, vogelsoorten uit
categorie vijf waarvan inventarisatie gewenst is (lijst
LNV 2009, zie ook §2.4.6 in hoofdrapport) en Rode
Lijst-soorten. De geïnventariseerde soorten en de
categorie waaronder ze vallen staan vermeld in Tabel 4
(namen volgens BIJLSMA ET AL., 2001). Een aantal
soorten vallen in twee categorieën. De jaarrond
beschermde soorten Huismus en Gierzwaluw zijn niet
geïnventariseerd. De inventarisatie is uitgevoerd
conform de landelijk gebruikelijke methodiek zoals
uitgebreid beschreven in (VAN DIJK, 2011).
Van Buizerd, Havik, Sperwer, Boomvalk, Ransuil en
Kerkuil zijn zoveel mogelijk ook de nesten gelokaliseerd.
Op grond van de te inventariseren soorten en de
beste inventarisatietijd is per biotoop het aantal benodigde bezoekrondes bepaald. Vanwege het beperkte
aantal te inventariseren soorten kon in enkele biotopen
volstaan worden met minder dan vijf bezoeken.
Tijdens de inventarisatie naar beschermde flora zijn
enkele aanvullende waarnemingen verzameld.
Hieronder wordt per biotoop de gevolgde
werkwijze nader toegelicht.
Bos (5 bezoekrondes)
Om nesten van reigers, roofvogels en kraaien (Blauwe
reiger, Buizerd, Sperwer, Havik, Zwarte kraai en
eventueel Torenvalk) op te sporen zijn in april de
bossen voorafgaand aan het in blad komen van de
Van der Goes en Groot
Tabel 4.
Geïnventariseerde vogelsoorten in Almere Poort in 2011 met
vermelding van categorie (JBS = jaarrond beschermd, RL = Rode
Lijst, 5 = categorie 5), zie tekst.
Naam
Categorie Naam
Categorie
Roerdomp
RL
Veldleeuwerik
Woudaap
RL
Oeverzwaluw
5
5
Boerenzwaluw
RL, 5
Blauwe reiger
RL
Havik
JBS
Huiszwaluw
RL, 5
Sperwer
JBS
Graspieper
RL
Buizerd
JBS
Gele kwikstaart
RL
Nachtegaal
RL
Torenvalk
5
Boomvalk
JBS, RL
Zwarte roodstaart
Kwartelkoning
RL
Gekraagde roodstaart
Tureluur
RL
Snor
Zomertortel
RL
Spotvogel
Koekoek
RL
Grauwe vliegenvanger
Kerkuil
JBS
Baardman
Bosuil
5
Matkop
Ransuil
JBS, RL
IJsvogel
5
Wielewaal
Grote bonte specht
5
Zwarte kraai
Kleine bonte specht
5
Kneu
Boomklever
5
5
RL
RL
RL, 5
RL
5
RL
5
RL
bomen tweemaal doorzocht. Dit is ook een goede
periode voor de inventarisatie van spechten, Matkop en
Boomklever. Half mei, eind mei en rond half juni zijn
vervolgbezoeken afgelegd. Tijdens deze laatste drie
bezoeken zijn gevonden nesten (van roofvogels)
gecontroleerd en zijn zomergasten als Boomvalk,
Koekoek, Zomertortel, Gekraagde roodstaart, Grauwe
vliegenvanger, Spotvogel en Wielewaal geïnventariseerd.
Waterlopen (3 bezoekrondes)
Waterlopen zijn geïnventariseerd op de aanwezigheid
van de IJsvogel (april en mei). In juni is een vervolgbezoek afgelegd en is gezocht naar nesten van
Boerenzwaluw (onder bruggen).
Moeras (4 bezoekrondes)
Moerasgebieden (westzijde van het Kromslootpark)
zijn viermaal in de vroege ochtend bezocht (driemaal
in april en mei en éénmaal in juni). Doelsoorten waren
hier met name Roerdomp, Koekoek, Baardman en
Snor.
Akkers en braakliggend terrein (3 bezoekrondes)
Om Rode Lijst-soorten die op akkers en braakliggende
terreinen broeden te inventariseren (Veldleeuwerik,
Graspieper en Gele kwikstaart) hebben eind mei en in
juni gericht twee inventarisatierondes plaats gevonden.
De Oeverzwaluw is bij deze rondes meegenomen. Ook
in april heeft in dit biotoop een inventarisatieronde
plaatsgevonden.
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
Bouwterrein/Nieuwbouw/Bedrijventerrein (2
bezoekrondes)
Nieuwbouwlocaties en bedrijventerreinen zijn in mei
en juni onderzocht op de aanwezigheid van Zwarte
roodstaart. Waarnemingen van Kneu en Huiszwaluw
zijn meegenomen.
In totaal zijn in de periode april t/m juni vier bezoeken
uitgevoerd, vanaf een half uur voor zonsopgang. In de
ochtenduren is de zangactiviteit van de meeste
zangvogelsoorten het hoogst en worden dus de meeste
waarnemingen gedaan. Tijdens het onderzoek naar
vleermuizen en amfibieën zijn waarnemingen van
relevante ’s nachts actieve vogelsoorten meegenomen.
Het weer beïnvloedt de activiteit van vogels. Bij harde
wind, neerslag, lage en ook hoge temperaturen zijn
vogels minder actief. Geprobeerd is dergelijke
omstandigheden tijdens de veldbezoeken zoveel
mogelijk te vermijden. Tijdens de bezoeken waren de
weersomstandigheden over het algemeen gunstig. De
bezoekdatums staan in Tabel 5.
Tabel 5.
Bezoekdatums broedvogelinventarisatie Almere Poort in 2011
(N = nachtronde).
Bezoek
1
2
3
4
5
N1
N2
Datum
13 en 15 april
29 en 30 april en 1 mei
17 en 18 mei
27 en 31 mei
30 juni en 1 juli
11 mei
14 en 15 juni
Na het digitaliseren van alle geldige waarnemingen
zijn deze met behulp van een door Van der Goes en
Groot ontwikkeld programma geclusterd tot territoria,
waarbij de SOVON-criteria (VAN DIJK, 2011) werden
gehanteerd. Vervolgens zijn deze territoria gecontroleerd.
Resultaat van de clustering is per soort een stippenkaart met alle aangetroffen broedvogelterritoria.
2.5
muisvakberaad (VLEERMUISVAKBERAAD, 2011).
Alleen het westelijk deel van plangebied Almere
Poort is onderzocht op vleermuizen. Het geïnventariseerde gebied staat op de verspreidingskaarten in
Bijlage 4 aangegeven. Het overige gebied is in 2010 op
vleermuizen geïnventariseerd.
Voorafgaand aan het veldwerk is nagegaan welke
vleermuissoorten redelijkerwijs of mogelijk te verwachten zijn binnen het onderzoeksgebied. Bekende
verspreidingsgegevens en de aanwezigheid van
voorkeurshabitat binnen het plangebied en de directe
omgeving zijn hierbij betrokken. De te verwachte
soorten zijn; Ruige dwergvleermuis, Gewone
dwergvleermuis, Laatvlieger, Rosse vleermuis en
mogelijk Watervleermuis, Meervleermuis en Gewone
grootoorvleermuis.
Door middel van veldwerk zijn de daadwerkelijke
aanwezigheid en verspreiding van vleermuizen in het
plangebied onderzocht. Door te zoeken naar verblijfplaatsen, vliegroutes en foerageergebieden zijn de
gebiedsfuncties voor de aanwezige vleermuissoorten in
kaart gebracht. Overdag kunnen (potentiële) vleermuisverblijven in gebouwen of bomen worden vastgesteld, waarbij soms ook sporen van gebruik zichtbaar
zijn. Het feitelijke terreingebruik door vleermuizen is
’s nachts onderzocht door middel van surveilleren en
posten met gebruik van batdetectors. Veel
waarnemingen worden in het veld geïnterpreteerd. Er
zijn drie bezoeken volbracht in de periode juni tot en
met augustus 2011. In Tabel 6 zijn de bezoekdatums,
weersomstandigheden, opzet en de geleverde inzet per
bezoek weergegeven.
2.5.1
Overige zoogdieren
Waarnemingen van zoogdieren als Egel, Bever, Wezel
en Hermelijn en waarnemingen die wijzen op de
aanwezigheid van deze zoogdieren (zoals uitwerpselen
en vraatsporen) zijn genoteerd. Al deze soorten zijn
moeilijk te inventariseren.
Vleermuizen
Het doel van het vleermuisonderzoek is om een
globale indruk te krijgen van de aanwezigheid en de
verspreiding van vleermuizen in het onderzoeksgebied.
Omdat de onderzoeksvraag verschilt met een standaard
protocolonderzoek naar gebiedsfuncties, is afgeweken
van de richtlijnen uit het protocol voor vleermuisinventarisaties, zoals dat is opgesteld door het VleerTabel 6.
Overzicht en informatie van de veldbezoeken ten behoeve van het vleermuisonderzoek in Almere Poort in 2011.
Datum
Tijd
14 juni
15 juni
2 augustus
2 september
5 september
22:15-05:00
22:30-04:30
22:00-05:30
20:45-03:00
20:45-01:30
Weersomstandigheden (Bewolking /
Wind / Temperatuur (°C))
1/8 / stil / 8-15 /droog
3/8 / stil / 17-10 / droog
4/8 / stil / 23-18 / droog
3/8 / stil / 19-17 / droog
6/8 / W7 / 14-10 / enkele spetters
Van der Goes en Groot
Opzet
Inzet
Terreingebruik en zwermactiviteit
Eén persoon met batdetector
Terreingebruik en zwermactiviteit
Eén persoon met batdetector
Terreingebruik en baltsactiviteit
Eén persoon met batdetector
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
9
Almere Poort
10
3
Flora en vegetatie
In Almere Poort zijn vijf beschermde soorten planten
uit Tabel 2 en 3aangetroffen, waarvan vier orchideeën.
In Tabel 7 wordt een overzicht gegeven van de
aangetroffen soorten. De verspreiding van deze planten
binnen het onderzoeksgebied is weergegeven in
Bijlage 1.
Tabel 7.
Vastgestelde soorten beschermde planten met indicatie van
abundantie in Almere Poort in 2011.
Soort
Wilde marjolein
Moeraswespenorchis
Vleeskleurige orchis
Brede orchis
Rietorchis
Aantal
Enkele
1000-den
Enkele
Enkele
1000-den
Beschermd
x
x
x
x
x
Hieronder wordt het voorkomen van de aangetroffen
beschermde planten uit tabel 2 en 3 besproken. Daarbij
wordt een relatie gelegd met het voorkomen van deze
soorten elders in Nederland. Tevens worden enkele
karakteristieke uiterlijke en ecologische kenmerken
van elke soort genoemd (WEEDA, 1985-1994).
Wilde marjolein
Op een opgespoten terrein werden langs een weg twee
groeiplaatsen van Wilde marjolein gevonden. Het
voorkomen op deze locaties berust op verwildering. In
2007 is deze soort niet in het gebied gevonden.
Wilde marjolein komt het meest voor in de zuidelijke helft van Nederland. In West-Nederland is het
voorkomen van de Wilde marjolein vaak terug te
voeren op uitzaaiing in wegbermen of op ontsnapping
uit tuinen waar deze aromatische plant veel wordt
aangeplant Van nature groeit de Wilde marjolein op
zonnige, vrij droge plaatsen op matig voedselrijke
bodem.
Moeraswespenorchis
In het westen van het Kromslootpark is in een rietland,
op een oud tracé van een fietspad, een groeiplaats van
Moeraswespenorchis gevonden. Een groot aantal
exemplaren was aanwezig in een schraal grasland
tussen de A6 en de spoorlijn in het zuidwesten van het
gebied. Op deze plaats groeien grote aantallen
orchideeën, met name Rietorchis maar ook kleine
aantallen van de Vleeskleurige orchis en de Brede
orchis.
Op beide hierboven genoemde locaties is het aantal
Moeraswespenorchissen flink toegenomen ten opzichte
van eerder jaren. Nieuw is de vestiging van de soort in
de berm van de A6. Hier werd een kleine groeiplaats
ontdekt bij het begin van de Hogering. Een andere
nieuw groeiplaats bevindt zich in het Almeerderzand.
De Moeraswespenorchis bloeit in het midden van
de zomer en heeft kruipende wortelstokken, waardoor
ze vaak groepsgewijs groeit. In Nederland is deze
orchidee zeldzaam. Het meest komt ze voor op de
Waddeneilanden, in de Noordhollandse duinen en
plaatselijk in het Deltagebied.
De Moeraswespenorchis heeft een voorkeur voor
plaatsen met een dunne humuslaag waar de vegetatie
vaak nog een pionierkarakter heeft zoals in jonge
duinvalleien.
Vleeskleurige orchis
Enkele exemplaren van de Vleeskleurige orchis
werden aangetroffen in het al eerder genoemde schrale
grasland tussen de A6 en de spoorlijn. Vergeleken met
2007 zijn hier minder exemplaren gevonden, net als in
2002.
De Vleeskleurige orchis is een vrij kleine
lichtgroene plant die tegen het einde van de lente bloeit
met lichtroze, vleeskleurige bloemen of donker roodpaarse bloemen.
Deze orchidee is een indicator van vochtige basenrijke plaatsen. Het meest groeit ze in jonge vochtige
duinvalleien.
In Nederland groeit de Vleeskleurige orchis voornamelijk in het Deltagebied, op de Waddeneilanden en
in Noordwest-Overijssel. Elders is ze zeldzaam.
Brede orchis
Een enkele Brede orchis werd aangetroffen in het al
eerder genoemde schrale grasland tussen de A6 en de
spoorlijn. De soort was hier ook in 2007 aanwezig.
De Brede orchis is een gedrongen donkergroene
plant die in het midden van de lente bloeit met meestal
paarsrode bloemen. Deze orchidee groeit op zonnige,
grazige en vochtige plaatsen. Vaak staat Brede orchis
op plaatsen waar kalkrijk grondwater uittreedt.
Vooral in de tweede helft van de twintigste eeuw is
deze soort sterk achteruit gegaan in Nederland. Tegenwoordig groeit de Brede orchis nog het meest in extensieve hooilanden in natuurgebieden.
Groeiplaats van Wilde marjolein in Almere Poort.
Van der Goes en Groot
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
Rietorchis
Net als in 2002 en 2007 zijn op tientallen plaatsen in
het zuidwesten van het gebied Rietorchissen aangetroffen. Hier zijn groeiplaatsen bij met vele honderden
exemplaren. Ten opzichte van eerdere inventarisaties
zijn kleine verschuivingen zichtbaar. Zo was een
groeiplaats aan het Almeerderstrand uit 2007 nu
verdwenen. In de berm van de snelweg A6 werden in
2011 juist meer Rietorchissen aangetroffen.
De Rietorchis is één van de meest algemene orchideeënsoorten van Nederland. Het zwaartepunt van de
verspreiding ligt in West-Nederland. Ze gedijt vooral
onder vochtige, matig voedselrijke omstandigheden. In
verlandingssituaties is de Rietorchis de meest
voorkomende orchidee.
De Rietorchis bloeit in de voorzomer met roze tot
paarsrode bloemen. Ze heeft behoefte aan een zonnige
tot licht beschaduwde standplaats die zomers niet mag
uitdrogen.
4
Vissen
Een overzicht van de aangetroffen vissen staat in Tabel
8. Er zijn 16 vissoorten gevangen. Van de vastgestelde
soorten zijn Kleine modderkruiper en Rivierdonderpad
beschermd. De verspreidingskaarten van de
beschermde vissen zijn te vinden in Bijlage 2.
Tabel 8.
Vastgestelde soorten vissen met bijbehorende indicatie van de
aantallen in Almere Poort in 2011.
Soort
Karper
Blankvoorn
Ruisvoorn
Pos
Brasem
Driedoornige stekelbaars
Vetje
Kleine modderkruiper
Snoek
Rivierdonderpad
Tiendoornige stekelbaars
Paling
Winde
Zeelt
Baars
Zwartbekgrondel
Aantal
Enkele
10-tallen
Enkele
Enkele
10-tallen
Enkele
10-tallen
10-tallen
10-tal
10-tal
10-tallen
Enkele
Enkele
Enkele
10-tallen
Enkele
Beschermd
x (HR II)
x (HR II)
Hieronder wordt het voorkomen van de aangetroffen
beschermde ofwel anderszins interessante vissen
besproken. Er worden daarbij enkele karakteristieke
uiterlijke en ecologische kenmerken van de vissen
genoemd.
Kleine modderkruiper
In Almere Poort is de Kleine modderkruiper op tien
monsterlocaties aangetroffen. Hoewel bij de vorige
inventarisatie in 2007 deze soort niet werd vastgesteld
lijkt de Kleine modderkruiper nu algemeen voor te
komen. Ook de redelijk nieuwe wateren in de
Van der Goes en Groot
Groeiplaats van Rietorchis in Almere Poort.
toekomstige woonwijk in het noordelijk deel van het
gebied zijn inmiddels gekoloniseerd. Behalve
binnendijks zijn ook Kleine modderkruipers
aangetroffen op zandige oevers van het IJmeer.
De Kleine modderkruiper is een vissoort met een
voorkeur voor een zandige bodem en enige
modderlagen in de nabijheid. Daarnaast is een goed
ontwikkelde water- en oevervegetatie in combinatie
met een glooiend verloop van de oever zeer gunstig
voor deze soort.
De Kleine modderkruiper staat in Tabel 2 van de
Flora- en faunawet en bijlage II van de Habitatrichtlijn.
Rivierdonderpad
In Almere Poort is de Rivierdonderpad op vijf locaties
langs de oevers van het IJmeer gevangen. De vindplaatsen liggen bij verharde oevers, het voorkeurshabitat van de Rivierdonderpad. Ook deze beschermde
soort is bij de inventarisatie van 2007 niet gevonden.
Dit heeft te maken met de methode ‘elektrisch vissen’
die in 2007 niet en in 2011 wel is gebruikt.
De Rivierdonderpad is een kleine vis van
gemiddeld 12 cm lang, zonder duidelijke schubben. De
brede, platte kop met brede bek en dicht bij elkaar
staande ogen bovenop de kop zijn kenmerkend. De
vissoort houdt van stromende wateren met een grindige
en/of stenige bodem.
Vetje
Het Vetje is op enkele plekken in Almere Poort
aangetroffen. De vindplaatsen betreft zowel de
(geïsoleerde) wateren in het centrale deel van het
gebied als een zandig stuk oever van het IJmeer. In
2007 is het Vetje niet aangetroffen in het gebied.
Het Vetje heeft een voorkeur voor vegetatierijke
wateren. Onder gunstige omstandigheden zoals een
dichte vegetatie of in afgesloten wateren zonder
roofvissen, kan soms een ware ‘explosie’ in het aantal
Vetjes ontstaan. Door een korte levensduur kunnen de
aantallen ook weer sterk afnemen bij ongunstige
omstandigheden.
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
11
Almere Poort
12
Het Vetje is een kleine karperachtige soort die staat
vermeld op de Rode Lijst als kwetsbare soort in
Nederland.
Winde
De Winde is in Almere Poort op twee locaties
aangetroffen langs de oevers van het IJmeer. In beide
gevallen maken de dieren waarschijnlijk gebruik van
de verharde oever om te schuilen tussen de
basaltblokken. In 2007 is de Winde niet aangetroffen
in het gebied.
De Winde is een stromingsminnende soort met een
voorkeur voor groter, vegetatierijk water. De soort
heeft een afgeplat, gestroomlijnd lijf met een sterke
staart en rood aangelopen vinnen. De Winde staat
vermeld op de Rode Lijst als Gevoelige soort in
Nederland.
Zwartbekgrondel
Langs de IJmeerdijk, ter hoogte van de kruising met
het Muiderzandpad, werden zes Zwartbekgrondels
gevangen. Het betrof dieren van verschillende
leeftijden. Het gaat hier om een nieuwe soort voor
Flevoland. De waarneming van de Zwartbekgrondel is
bevestigd als eerste in Flevoland door Arthur de Bruin,
projectleider visonderzoek van RAVON.
De Zwartbekgrondel is een van de uitheemse
grondelsoorten die de laatste jaren een opmars maakt
in ons land. De soort is oorspronkelijk afkomstig uit de
Zwarte Zee en de Kaspische Zee. De soort is
vermoedelijk in Nederland terecht gekomen via
ballastwater van schepen. De laatste jaren wordt deze
soort, naast nog enkele uitheemse soorten, in
toenemende mate aangetroffen in de grote wateren in
Nederland. Het is nog niet bekend wat de ecologische
gevolgen zijn van de aanwezigheid van deze exoot.
5
Ringslang
Tijdens de inventarisatiebezoeken in 2011 zijn geen
Ringslangen aangetroffen, hoewel Almere Poort op het
oog geschikt lijkt voor de Ringslang. Zo is sprake van
een gevarieerd gebied met bosranden, waterpartijen en
open grazige vegetaties. Ook prooien in de vorm van
amfibieën zijn voorhanden. De reden voor het
ontbreken van de Ringslang zou kunnen zijn dat er
geen goede verbindingen met potentiële bronpopulaties
zijn.
Ook bij de inventarisatie van 2002 en 2007 werden
geen Ringslangen vastgesteld in het gebied.
De Zwartbekgrondel, een nieuwe soort voor Flevoland.
Van der Goes en Groot
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
6
Broedvogels
In totaal zijn van 22 van de geïnventariseerde soorten
412 territoria vastgesteld (zie Tabel 9). De verspreidingskaarten van de vastgestelde broedvogels zijn te
vinden in Bijlage 3. In Tabel 9 is ook het aantal
vastgestelde territoria in 2007 en 2002 vermeld.
Tabel 9.
Aantal territoria van broedvogels in Almere Poort in 2011,
2007 en 2002 met vermelding van categorie (JBS = jaarrond
beschermd, RL = Rode Lijst, 5 = categorie 5).
Soort
Havik
Sperwer
Buizerd
Torenvalk
Boomvalk
Zomertortel
Koekoek
IJsvogel
Grote bonte specht
Veldleeuwerik
Oeverzwaluw
Boerenzwaluw
Huiszwaluw
Graspieper
Gele kwikstaart
Nachtegaal
Zwarte roodstaart
Gekraagde roodstaart
Snor
Spotvogel
Grauwe vliegenvanger
Matkop
Boomklever
Wielewaal
Zwarte kraai
Kneu
Aantal soorten
Aantal territoria
2011
3
1
7
2
7
23
17
193
7
84
3
2
6
9
2
4
2
3
2
4
22
9
22
412
2007
2002
9
4
4
9
17
40
233
2
5
26
11
7
1
7
1
5
2
22
24
18
425
1
4
5
1
6
6
99
6
1
1
2
5
2
8
24
16
175
Categorie
JBS
JBS
JBS
5
JBS, RL
RL
RL
5
5
RL
5
RL, 5
RL, 5
RL
RL
RL
5
5
RL
RL
RL
5
RL
5
RL
De in de verspreidingskaarten weergegeven territoriumstippen liggen meestal op de locatie van de
waarneming met de hoogste broedzekerheidscode
binnen de datumgrenzen. Vaak is sprake van meerdere
waarnemingen die samen een territorium vormen. De
stip geeft meestal niet de locatie van een eventueel nest
aan. Het gebied rondom de territoriumstip dat voldoet
aan de eisen die de desbetreffende soort aan zijn
leefgebied stelt is onderdeel van het territorium. De
grootte van het territorium hangt af van de soort en de
kwaliteit van het leefgebied.
6.1
Jaarrond beschermde
broedvogels
De verblijfplaatsen van drie van de aangetroffen
broedvogelsoorten zijn jaarrond beschermd. Het betreft
Havik, Sperwer en Buizerd.
De Dienst Regelingen van het ministerie van EL&I
heeft een (indicatieve) lijst opgesteld van vogelsoorten
waarvan de nesten jaarrond bescherming genieten.
Van der Goes en Groot
Havik, Sperwer en Buizerd zijn op deze lijst
opgenomen omdat ervan wordt uitgegaan dat zij
doorgaans niet of nauwelijks in staat zijn om zelf een
nest te bouwen (cat 4, zie ook §3.2.2.6 in het
hoofdrapport).
6.2
Rode Lijst
Van de 22 vastgestelde broedvogels komen er twaalf
voor op de ‘Rode Lijst van de Nederlandse
Broedvogels’ (VAN BEUSEKOM ET AL, 2005). Het
betreft de Koekoek (kwetsbaar), de Veldleeuwerik
(gevoelig), de Boerenzwaluw (gevoelig), de
Huiszwaluw (gevoelig), de Graspieper (gevoelig), de
Gele kwikstaart (gevoelig), de Nachtegaal (kwetsbaar),
de Spotvogel (gevoelig), de Grauwe vliegenvanger
(gevoelig), de Matkop (gevoelig), de Wielewaal
(kwetsbaar) en de Kneu (gevoelig).
6.3
Soorten van Categorie 5
Dit zijn vogelsoorten die niet jaarrond zijn beschermd
maar waarvan inventarisatie wel gewenst is. Van deze
soorten zijn de verblijfplaatsen alleen dan beschermd
als ‘zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen’.
Van deze categorie zijn de volgende soorten in
Almere Poort aangetroffen: Torenvalk, Grote bonte
specht, Oeverzwaluw, Boerenzwaluw, Huiszwaluw,
Zwarte roodstaart, Gekraagde roodstaart, Grauwe
vliegenvanger, Boomklever en Zwarte kraai.
6.4
Niet-broedvogels
Van enkele geïnventariseerde soorten voldeden de
verzamelde waarnemingen niet aan de criteria voor het
vaststellen van een geldig territorium. Het betreft de
Boomvalk (territoriale vogel op 31 mei in Pampushout), de Ransuil (een jagende vogel op 11 mei, in
oostelijk deel van gebied), de IJsvogel (éénmaal een
exemplaar op 15 april in Pampushout) en de Tapuit (op
twee plaatsen een territoriale vogel op 18 mei).
Behalve Blauwe reigers werden ook regelmatig
foeragerende Purperreigers en Grote zilverreigers
waargenomen.
Bijzonder was een éénmalige waarneming van een
Krekelzanger op 17 mei.
6.5
Soortbesprekingen
Per vogelsoort wordt hieronder de verspreiding en de
ontwikkeling van het aantal broedparen in Almere
Poort nader toegelicht.
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
13
Almere Poort
14
Bij een vergelijking van de resultaten van broedvogelinventarisaties uit verschillende jaren is het goed
om te beseffen dat veranderingen in het aantal
vastgestelde territoria te maken kunnen hebben met
jaarinvloeden (zoals het weer en de voedselsituatie),
landschappelijke veranderingen en de landelijke trend.
Daarnaast kunnen waarnemersinvloeden optreden
wanneer door verschillende mensen is geïnventariseerd.
In vergelijking met 2007 is het aantal soorten uit de
geïnventariseerde groep toegenomen terwijl het aantal
territoria licht gedaald is. Soorten die alleen in 2011
werden vastgesteld zijn Havik, Sperwer, Torenvalk,
Gekraagde roodstaart en Boomklever. Soorten die
eerder wel werden vastgesteld maar niet in 2011 zijn
Boomvalk (2002), IJsvogel (2002), Zomertortel (2007
en 2002) en Snor (2007).
Het aantal territoria van de geïnventariseerde groep
broedvogels lijkt na een forse toename van 2002 op
2007 sindsdien gestabiliseerd.
Havik
In Almere Poort werden in 2011 drie territoria van de
Havik vastgesteld. Twee territoria lagen in Pampushout. Van beide territoria werd ook het nest gevonden.
Een derde territorium was aanwezig in Almeerderzand.
In 2007 werd geen enkel territorium van de Havik
vastgesteld.
Sperwer
In de bossen van Almeerderzand werd in 2011 een
territorium van de Sperwer vastgesteld. Het nest werd
niet gevonden. In 2007 werd geen enkel territorium
van deze soort in Almere Poort gevonden.
Buizerd
In 2011 werden zeven territoria van de Buizerd
vastgesteld in Almere Poort, tegen negen in 2007. Van
alle territoria werd het nest gevonden. In Pampushout
lagen vier nesten. Twee nesten bevonden zich aan de
rand van het Almeerderzand en tot slot werd een nest
gevonden in de ecozone tussen Pampushout en de A6.
De Grote bonte specht doet het goed in Almere Poort.
Torenvalk
In 2011 waren twee territoria van de Torenvalk
aanwezig. Eén stel had zijn nest gebouwd onder een
viaduct van het spoor. Hier werden eind juni vier
juvenielen gezien. In 2007 ontbrak de Torenvalk als
broedvogel in Almere Poort.
Koekoek
Verspreid over het gebied werden zeven territoria
vastgesteld. In 2007 waren nog negen territoria
aanwezig.
Grote bonte specht
Met 23 territoria is de stand van de Grote bonte specht
toegenomen ten opzichte van 2007 (17 territoria).
Waarschijnlijk houdt de toename verband met het
ouder van de bossen in het gebied. In 2002 ging het om
slechts zes territoria.
Sinds 1990 is de landelijke stand met 50%
toegenomen. De toename in Almere Poort is nog veel
groter geweest.
Veldleeuwerik
Met 17 territoria is de stand van de Veldleeuwerik
ruim gehalveerd vergeleken met 2007. Dit heeft
ongetwijfeld te maken met het deels bebouwen van het
gebied. Ook kan vegetatiesuccessie een rol spelen in de
geconstateerde afname. Vergeleken met de zeven
territoria uit 2002 is de stand nog steeds goed te
noemen.
Oeverzwaluw
Verspreid over Almere Poort werden acht kleine
kolonies van de oeverzwaluw gevonden. In het totaal
ging het om 193 nesten. Wellicht gaat het bij een deel
van de nesten om vogels die na verstoring/mislukking
een tweede broedpoging waagden. In 2007 werden nog
meer nesten gevonden (233), in 2002 duidelijk minder
(99).
Boerenzwaluw
Op twee plaatsen werden territoria van de
Boerenzwaluw vastgesteld. Bij de jachthaven ging het
Kolonie van Oeverzwaluw in Almere Poort.
Van der Goes en Groot
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
Gekraagde roodstaart
In Pampushout waren in 2011 twee territoria van de
Gekraagde roodstaart aanwezig. Bij eerdere
inventarisaties werd de soort niet vastgesteld. Ook
elders in Nederland is de soort de laatste jaren
toegenomen.
De Boomklever is met twee territoria voor het eerst
vastgesteld in Almere Poort.
om een kleine kolonie van 6 paar. De soort neemt
voorzichtig toe in Almere Poort.
Huiszwaluw
In het totaal werden 84 nesten van de Huiszwaluw
gevonden in 2011. Bij de jachthaven bevonden zich de
meeste nesten (48). Ook in de nieuwbouwwijken van
Almere Poort waren enkele kleine kolonies aanwezig.
Vergeleken met 2007 is de Huiszwaluw sterk
toegenomen. In 2002 kwam de soort zelfs helemaal
nog niet tot broeden in Almere Poort.
Graspieper
In 2011 werden drie territoria van de Graspieper
vastgesteld, veel minder dan de 26 van vier jaar
geleden. Het bebouwen van het gebied in combinatie
met vegetatiesuccessie zal de oorzaak zijn van de
achteruitgang. Overigens werd in 2002 geen enkel
territorium gevonden van deze soort in Almere Poort.
Gele kwikstaart
Met twee territoria bereikte de Gele kwikstaart de
laagste stand van de drie onderzochte jaren. Deze soort
broedt rond Almere voornamelijk op akkers en die zijn
er nauwelijks meer in Almere Poort.
Nachtegaal
Alle vastgestelde territoria van de Nachtegaal liggen in
het zuidwesten van het gebied, in de struwelen van het
Almeerderzand en het Zilverstrand. Met zes territoria
in 2011 is de stand van de Nachtegaal vergeleken met
2007 redelijk stabiel. In 2002 werd slechts één
territorium vastgesteld.
Zwarte roodstaart
Dankzij de bouwactiviteiten in Almere Poort bereikte
de Zwarte roodstaart een recordstand. Er werden negen
territoria vastgesteld, waarvan 1 bij de Hollandse brug.
De andere territoria lagen op de bouwterreinen ten
noorden van de spoorlijn.
Van der Goes en Groot
Spotvogel
In de buurt van het Zilverstrand werden vier territoria
van de Spotvogel vastgesteld. In 2002 werden zeven
territoria gevonden, toen ook twee in Pampushout. De
landelijke stand van de Spotvogel is met name in de
jaren negentig gehalveerd. De laatste jaren is de stand
stabiel.
Grauwe vliegenvanger
Zowel in Pampushout als het Almeerderzand was een
territorium van de Grauwe vliegenvanger aanwezig. In
2007 werd slechts één territorium gevonden, in 2002
geen enkele.
Matkop
Alleen in het noordoostelijk deel van Pampushout
waren drie territoria van de Matkop aanwezig. In 2007
werden ook twee territoria in de bossen van
Almeerderzand gevonden.
Boomklever
De Boomklever is met twee territoria voor het eerst
vastgesteld in Almere Poort. Naar verwachting zal
deze soort in de ouder wordende bossen de komende
jaren verder toenemen. Ook de landelijke trend is
positief, met een verdubbeling van het aantal sinds
1990.
Wielewaal
De Wielewaal bereikte met vier territoria een goede
stand in Almere Poort. Bij eerdere inventarisaties in
2002 en 2007 werden steeds maar twee territoria
vastgesteld.
Zwarte kraai
Verspreid over het gebied werden 22 territoria van de
Zwarte kraai vastgesteld. Met 22 territoria is de stand
van de Zwarte kraai gestabiliseerd ten opzichte van
2007, ondanks het ouder worden van de bossen.
Mogelijk heeft de vestiging van de Havik hier mee te
maken.
Kneu
In 2011 werden verspreid over het gebied negen
territoria van de Kneu vastgesteld, veel minder dan in
2002 en 2007. Oorzaak van de achteruitgang is
waarschijnlijk vegetatiesuccessie in combinatie met het
bebouwen van de ruderale terreinen van Almere Poort.
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
15
Almere Poort
16
7
7.1
Zoogdieren
Vleermuizen
In Almere Poort zijn zes soorten vleermuizen
vastgesteld. In Tabel 10 staan de aangetroffen soorten.
De verspreidingskaarten van de aangetroffen
vleermuizen staat in Bijlage 4.
Tabel 10.
Vastgestelde soorten vleermuizen met bijbehorende
indicatie van de aantallen in Almere Poort in 2011.
Soort
Watervleermuis
Meervleermuis
Ruige dwergvleermuis
Gewone dwergvleermuis
Rosse vleermuis
Laatvlieger
Aantal
Enkele
Enkele
10-tallen
100-den
Enkele
Enkele
Beschermd
x (HR IV)
x (HR II en IV)
x (HR IV)
x (HR IV)
x (HR IV)
x (HR IV)
Er werden vooral foeragerende vleermuizen waargenomen. Daarnaast zijn drie verblijfplaatsen van de
Gewone dwergvleermuis aangetroffen. Per soort wordt
hieronder het voorkomen van de aangetroffen
vleermuizen in Almere Poort kort toegelicht.
Door de globale opzet van het onderzoek is het
mogelijk dat niet alle verblijfplaatsen in Almere Poort
gevonden zijn.
Watervleermuis
De Watervleermuis is op een drietal wateren in het
zuidoostelijk deel van Almere Poort waargenomen.
Het betrof enkele dieren die boven waterpartijen
foerageerden. Naast locaties in de ecozone Pampus
ging het ook om redelijk nieuwe wateren daar in de
buurt.
De Watervleermuis is een algemene soort in
Nederland. De Watervleermuis bewoont vooral holle
bomen en foerageert bijna uitsluitend boven plasjes,
vijvers en sloten. Zij jaagt op insecten die vlak boven
of op het wateroppervlak verblijven. In bosarme
gebieden worden Watervleermuizen ook wel op
kerkzolders aangetroffen. In de winter stellen Watervleermuizen heel andere eisen aan hun verblijf dan in
de zomer. Ze overwinteren vooral in ondergrondse
ruimten waar een constant milieu heerst met een hoge
luchtvochtigheid. De winterverblijfplaatsen liggen over
het algemeen niet ver van de zomerverblijven.
Meervleermuis
In Almere Poort is éénmaal een langsvliegende
Meervleermuis waargenomen. Het dier vloog vanaf het
IJmeer over een watergang langs Pampushout in
oostelijke richting. Ook is tijdens een ander bezoek een
foeragerende Meervleermuis waargenomen in dezelfde
hoek van het gebied.
De Meervleermuis is één van de grotere
vleermuissoorten van Nederland. Het is een honkvaste
soort met een directe binding met waterrijke gebieden.
Van der Goes en Groot
Ze foerageren boven grote wateroppervlakten waarbij
ze hun wendbare vlucht gebruiken om hun voedsel te
verzamelen van het wateroppervlak en langs de oevers.
Hun voedsel bestaat uit pluimmuggen en schietmotten.
De Meervleermuis leeft ’s zomers in grote
kolonies, die bijna uitsluitend in gebouwen gehuisvest
zijn. Als onderkomen gebruiken ze zowel kerkzolders
als ruimten in gewone huizen. De kraamkolonies
bestaan in de regel uit enkele honderden dieren.
Kolonies verplaatsen zich gedurende het seizoen één of
enkele malen, vaak over enige honderden meters. Ze
overwinteren in koele, vochtige ruimten met een constante temperatuur van enkele graden boven nul.
Een groot deel van de Europese populatie van de
Meervleermuis komt voor in Nederland. In internationaal opzicht wordt deze soort bedreigd.
Ruige dwergvleermuis
Foeragerende Ruige dwergvleermuizen werden
waargenomen langs bosranden, boven paden tussen
bospercelen en boven waterpartijen. Oevers, ruige
bermen en struwelen zijn de voornaamste jachtgebieden. Het aantal waargenomen Ruige dwergvleermuizen is veel lager dan het aantal aangetroffen
Gewone dwergvleermuizen in Almere Poort. Op een
onderzoeksnacht met sterke westenwind zijn een aantal
dieren jagend aangetroffen tussen de boomkruinen van
een, qua karakter, open perceel met populieren.
In de nazomer werden negen baltsterritoria van de
Ruige dwergvleermuis vastgesteld. Hoewel de soort bij
voorkeur zijn baltsroep laat horen vanuit één plek zijn
geen daadwerkelijke baltsverblijven aangetroffen.
De Ruige (of Nathusius’) dwergvleermuis is in ons
land jaarrond een algemeen verspreide soort, met name
ten noorden van de grote rivieren. Het leefgebied is
zeer divers, maar de grootste aantallen bevinden zich
in bosrijk of parkachtig gebied. Ruige dwergvleermuizen gebruiken uiteenlopende (tijdelijke) verblijfplaatsen, zoals: boomholten, bastspleten, nestkasten,
spouwmuren, houtstapels en kelders. Hoewel de soort
in ons land ook ’s zomers verspreid wordt waargenomen, bevinden kraamkolonies zich vooral in Noorden Oost-Europa (slechts één keer in ons land). In de
baltsperiode roepen de mannetjes, meestal vanuit één
plek, de vrouwtjes. Hiermee trachten de mannetjes de
vrouwtjes te overtuigen om bij hun in te trekken en een
baltsverblijf te vormen.
Gewone dwergvleermuis
De Gewone dwergvleermuis maakt in Almere Poort op
ongeveer dezelfde wijze gebruik van het landschap als
de Ruige dwergvleermuis. Beide soorten werden vaak
op dezelfde plaatsen waargenomen en maakten gebruik
van dezelfde foerageergebieden en landschapselementen.
De Gewone dwergvleermuis is de meest voorkomende vleermuissoort in Almere Poort. Er zijn veel
foeragerende dieren waargenomen, vooral langs
oevers, ruige bermen en struwelen. Het grote aantal
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
(nieuwe) watergangen en bosschages zorgt
klaarblijkelijk voor een rijk aanbod aan insecten. Op
geen van de foerageerplaatsen was sprake van een
grote concentratie van dieren. Op een onderzoeksnacht
met sterke westenwind zijn een aantal dieren jagend
aangetroffen tussen de boomkronen van een, qua
karakter, open perceel met populieren.
In het gebied was sprake van één duidelijke
vliegroute waar onder andere de Gewone
dwergvleermuis gebruik van maakte. In kleinere
aantallen lijken dieren vanuit het westelijk deel van
Almere Stad het gebied via de Pinasweg te bereiken.
In de nazomer en het najaar is de baltsperiode van
de Gewone dwergvleermuis. In deze periode zijn 18
baltsterritoria van de Gewone dwergvleermuis
aangetroffen in Almere Poort. Bij drie hiervan was ook
sprake van daadwerkelijke baltsverblijven in
gebouwen.
De Gewone dwergvleermuis is de meest verspreide
en talrijkste vleermuissoort in Nederland. Deze soort is
hoofdzakelijk gebouwbewonend, waarbij het gehele
jaar vooral spouwmuren en besloten ruimtes achter betimmeringen en daklijsten worden gebruikt.
Nachtelijk zwermgedrag rond een verblijfplaats in
voorjaar en zomer duidt op de aanwezigheid van
(kraam)kolonies. Door de verborgen leefwijze gedurende de winterperiode zijn overwinterende dieren
vaak onvindbaar. Een sterke aanwijzing voor dergelijke winterverblijven zijn de aanwezigheid van paargezelschappen die gedurende de baltsperiode in de
nazomer en herfst rond verblijfplaatsen kunnen worden
waargenomen. In de baltsperiode vliegen mannetjes
van de soort roepend door hun territorium. Op deze
manier trachten ze de vrouwtjes te overtuigen om zich
bij hun aan te sluiten. Zo kan een baltsverblijf ontstaan.
Jachtgebieden bevinden zich overwegend in besloten
tot halfopen landschap binnen enkele kilometers van
de (zomer)verblijven. De jachtgebieden worden vanaf
de verblijfplaatsen bereikt via vaste en veelal beschutte
vliegroutes (bomenlanen, boszomen, watergangen,
e.d.).
Rosse vleermuis
In Almere Poort zijn regelmatig jagende Rosse
vleermuizen waargenomen. Hierbij werd gebruik
gemaakt van oeverbegroeiingen, ruige bermen en
kruidenrijk braakliggend terrein. Bij een stevige
westenwind werden een aantal foeragerende Rosse
vleermuizen aangetroffen tussen boomkruinen. Tussen
het westelijk deel van Almere Stad en het onderzoeksgebied bevond zich een vliegroute van onder meer de
Rosse vleermuis.
De Rosse vleermuis is één van de grootste
vleermuissoorten van Nederland. De Rosse vleermuis
jaagt graag boven open en waterrijke landschappen.
Het voedsel bestaat uit grote insecten zoals kevers en
nachtvlinders, maar ook grote zwermen dansmuggen
vormen geschikt voedsel. Geschikte foerageergebieden
kunnen op grote afstand liggen van de verblijfplaatsen.
Van der Goes en Groot
Een voorbeeld hiervan zijn foerageervluchten van
minstens 10 km naar de Oostvaardersplassen
(KAPTEYN, 1995).
De Rosse vleermuis is een boombewonende soort
waarbij zowel de winter- als zomerverblijven bestaan
uit boomholten. De soort heeft een duidelijke voorkeur
voor kolonies in Zomereik en Beuk. In het najaar
kunnen Rosse vleermuizen gebruik maken van alternatieve verblijfplaatsen in de vorm van vleermuiskasten.
Laatvlieger
Op diverse plekken in Almere Poort zijn Laatvliegers
waargenomen. Er zijn zowel langsvliegende als
foeragerende dieren waargenomen. Foeragerende
Laatvliegers werden vooral waargenomen langs ruige
bermen en kruidenrijk braakliggende terrein. Bij een
onderzoeksnacht met sterke westenwind zijn een aantal
foeragerende Laatvliegers waargenomen tussen de
boomkruinen van een, qua karakter, open perceel met
populieren.
Tussen het westelijk deel van Almere Stad en het
onderzoeksgebied bevond zich een vliegroute van
onder meer de Laatvlieger. Deze vliegroute vormt de
verbinding tussen het foerageergebied in Almere Poort
en vermoedelijke verblijfplaatsen in Almere Stad.
De Laatvlieger komt in ons land algemeen
verspreid voor rond dorpen in agrarisch gebied,
parken, tuinen en stadsranden. De soort staat in
Nederland bekend als jaarrond uitsluitend
gebouwbewonend.
Kraamkolonies worden vooral aangetroffen op
(kerk)zolders, in spouwmuren of achter gevelbekleding, waarbij dieren vaak weggekropen zijn tussen
balken en in spleten. Een populatie bewoont veelal een
netwerk van verblijven, waarbij relatief vaak van
plaats wordt gewisseld. Overwinterende dieren worden
meestal in kleine groepjes aangetroffen, mogelijk in
dezelfde gebouwen als waarin zich de zomerverblijven
bevinden.
Laatvliegers foerageren na het uitvliegen eerst kort
in sociale groepen nabij de kolonieplaats. Daarna zoeken ze afzonderlijk de open jachtgebieden op, veelal
gelegen in kleinschalig agrarisch gebied dat rijk is aan
vochtige graslanden. Hierbij kunnen relatief grote
afstanden worden afgelegd.
7.2
Overige zoogdieren
Enkele malen werd een Egel gezien. In Pampushout is
éénmaal een dode bosspitsmuis gevonden.
Langs de aanwezige waterpartijen in de eco-zone
tussen Pampushout en de A6 werd langs de Brikweg
viermaal een Bever gezien. Daarnaast zijn hier ook
verse beversporen aangetroffen. De beverwaarnemingen in Almere Poort zijn terug te vinden op de
verspreidingskaart in Bijlage 5.
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
17
Almere Poort
18
Een enkele keer is een Haas gezien. Ook het
Konijn komt voor in het gebied, met name bij het
Almeerderzand.
Tijdens de diverse onderzoeken werden Vos en Ree
regelmatig waargenomen in Almere Poort. De meeste
dieren werden gezien in de bospercelen en de open
velden in het gebied. De Vos is ook in de bebouwde
kom van Almere Poort gezien.
Van der Goes en Groot
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
8
Conclusie en
aanbevelingen
Tijdens de inventarisatie zijn beschermde soorten
aangetroffen (zie Tabel 11).
Tabel 11.
Aangetroffen beschermde en bedreigde soorten (uitgezonderd
broedvogels, zie daarvoor Tabel 9) in Almere Poort in 2011.
FF = Flora- en faunawet, met vermelding van beschermingsregime (1 = vrijgesteld van verboden (algemene soorten), 2 =
overig, 3 = streng beschermd (HR IV/ bijlage 1 AMvB en
broedvogels), JBS = vogelsoorten met jaarrond beschermde
nesten); HR = Habitatrichtlijn, met vermelding van de bijlage;
RL = Rode lijst, met vermelding van categorie (GE = gevoelig,
KW = kwetsbaar, BE = bedreigd, EB = ernstig bedreigd, VNW
= in het wild verdwenen); zie verder VAN DUUREN ET AL.
(2003).
Nederlandse naam
FF
HR
RL
Planten
2
2
2
2
2
Wilde marjolein
Moeraswespenorchis
Vleeskleurige orchis
Brede orchis
Rietorchis
KW
KW
KW
Vissen
KW
GE
Vetje
Winde
Kleine modderkruiper
Rivierdonderpad
2
2
II
II
Vogels
3
JBS
JBS
JBS
Alle aangetroffen soorten
Sperwer
Havik
Buizerd
Zoogdieren
Egel
Bosspitsmuis
Watervleermuis
Meervleermuis
Ruige dwergvleermuis
Gewone dwergvleermuis
Rosse vleermuis
Laatvlieger
Haas
Konijn
Bever
Vos
Ree
1
1
3
3
3
3
3
3
1
1
3
1
1
IV
II, IV
IV
IV
IV
IV
KW
KW
II, IV
GE
♣ In het onderzoeksgebied zijn beschermde soorten
planten, vissen, vogels en zoogdieren vastgesteld.
♣ In het onderzoeksgebied zijn beschermde planten
uit tabel 2 gevonden (zie Tabel 11). Het gaat om
Moeraswespenorchis, Vleeskleurige orchis, Brede
orchis en Rietorchis (Wilde marjolein is aangeplant
of verwilderd en dus niet beschermd). Als (negatieve) effecten van de ruimtelijke ingreep worden
verwacht dan dient een ontheffingsaanvraag te
worden ingediend, waarin passende mitigerende en
compenserende maatregelen worden beschreven
(zie §2.8 in het hoofdrapport).
Van der Goes en Groot
♣ In het plangebied zijn broedvogels vastgesteld.
Voor de aanwezige broedvogels dienen de werkzaamheden waarbij nesten verstoord of vernield
kunnen worden, buiten het broedseizoen plaats te
vinden. Een ontheffing is voor deze broedvogels
dan niet nodig. Het broedseizoen loopt ruwweg van
maart tot en met juli.
♣ In het gebied zijn daarnaast broedvogels aangetroffen waarvan de verblijfplaatsen jaarrond zijn beschermd. Het betreft Sperwer, Havik en Buizerd.
Als (negatieve) effecten van de ingreep op de
verblijfplaatsen van deze soorten worden verwacht,
dient een ontheffing te worden aangevraagd. In de
ontheffingsaanvraag dienen passende mitigerende
en compenserende maatregelen te worden
beschreven (zie §2.8 in het hoofdrapport). Wanneer
in een ontheffingsaanvraag kan worden aangetoond
dat de verstoorde vogels naar alternatieve,
gelijkwaardige (eventueel aan te bieden) nestgelegenheid in de directe omgeving kunnen uitwijken,
zal ontheffing niet nodig zijn omdat geen van de
verboden van de Flora- en faunawet wordt overtreden.
♣ In het onderzoeksgebied zijn beschermde vissen uit
tabel 2 gevonden. (zie Tabel 11). Het gaat om
Kleine modderkruiper en Rivierdonderpad. Als
(negatieve) effecten van de ruimtelijke ingreep te
worden verwacht dan dient een
ontheffingsaanvraag te worden ingediend, waarin
passende mitigerende en compenserende
maatregelen worden beschreven (zie §2.8 in het
hoofdrapport).
♣ In het plangebied zijn drie baltsverblijven van de
Gewone dwergvleermuis aangetroffen. Indien er
werkzaamheden worden verricht aan gebouwen
waarin de vleermuizen zijn aangetroffen, dan dient
een ontheffingsaanvraag te worden ingediend,
waarin passende mitigerende en compenserende
maatregelen worden beschreven (zie §2.8 in het
hoofdrapport).
Zorgplicht
Voor alle beschermde soorten (alle regimes) geldt de
zorgplicht (zie §2.4.1 in het hoofdrapport). Teneinde
de zorgplicht na te leven kan men voorafgaand aan de
werkzaamheden de volgende praktische richtlijnen
hanteren:
♣ Alle aanwezige vegetatie of bodemmateriaal
(takken, stronken) kan gefaseerd verwijderd
worden. Dit geeft bodembewonende dieren de kans
om in de nabijgelegen omgeving een ander leefgebied te benutten;
♣ Om schade aan vissen en amfibieën te beperken
moeten de werkzaamheden aan wateren en oevers
zoveel mogelijk worden uitgevoerd in de periode
augustus tot en met oktober in verband met de
perioden van voortplanting en overwintering.
♣ Nieuwe wateren moeten zoveel mogelijk worden
aangelegd voorafgaand aan het dempen van be-
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
19
Almere Poort
20
staande. Uit de te dempen wateren kunnen beschermde amfibieën (alle stadia) of vissen weggevangen worden door de wateren af te dammen en
het waterniveau te verlagen. Deze dieren kunnen
vervolgens worden overgebracht naar een geschikt
water in de nabije omgeving.
Natuurbeschermingswet 1998
Deelgebied Almere Poort ligt naast Natura 2000gebied Markermeer & IJmeer. Afhankelijk van de aard
van de plannen zal mogelijk een aparte effectstudie
moeten worden gedaan naar de gevolgen van het
desbetreffende plan voor de beschermde waarden van
het Natura 2000-gebied (zie §2.7 in het hoofdrapport).
Van der Goes en Groot
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
9
Literatuur
BEUSEKOM, R. VAN, HUIGEN P., HUSTINGS F., DE
PATER, K. & THISSEN J. (RED.), 2005. Rode Lijst
van Nederlandse broedvogels. Tirion uitgevers
B.V., Baarn.
BOER W. DEN & B. OOSTERBAAN, 2002. Beschermde
flora en fauna rond Almere: Almere-Poort,
Inventarisatie 2002. G&G-rapport 2002-11
(deelrapport), Van der Goes en Groot, Alkmaar.
BIJLSMA, R.G., HUSTINGS F. & C.J. CAMPHUYSEN,
2001. Algemene en schaarse vogels van Nederland
(Avifauna van Nederland 2). GMB
Uitgeverij/KNNV Uitgeverij, Haarlem/Utrecht.
BRIGGS, B. & D. KING, 1998. The Bat Detective. A
fieldguide for bat detection. Stag Electronics,
West Sussex.
BROEKHUIZEN, S., B. HOEKSTRA, V. VAN LAAR, C.
SMEENK & J.B.M. THISSEN (RED.), 1992. Atlas
van de Nederlandse zoogdieren. 3e herziene druk.
Utrecht.
CREEMERS, R.C.M., & J.C.W. VAN DELFT (RAVON,
RED.), 2009. De amfibieën en reptielen van
Nederland - Nederlandse Fauna 9. Nationaal
Natuurhistorisch Museum Naturalis, & European
Invertebrate Survey – Nederland, Leiden. KNNV
Uitgeverij, Utrecht.
CREEMERS, R.C.M., 1996. Bedreigde en kwetsbare
reptielen en amfibieën in Nederland. Basisrapport
met voorstel voor de Rode Lijst. Nijmegen.
CUR, 1999. Natuurvriendelijke oevers: Fauna (red. H.
Hollander). Hoofdstuk 6 Monitoring en evaluatie,
pp. 76-105. Publicatie 203, Stichting CUR,
Gouda.
DIJK A.J. VAN & A. BOELE, 2011. Handleiding
SOVON Broedvogelonderzoek. SOVON
Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen.
DUUREN, J. VAN, G.J. EGGINK, J. KALKHOVEN, J. NOTENBOOM, A.J. VAN STRIEN & R. WORTELBOER
(eindredactie), 2003. Natuurcompendium 2003.
Natuur in cijfers. Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg en Heerlen, Milieu- en Natuurplanbureau, Bilthoven (RIVM) en Wageningen
(DLO).
GRIMMBERGER, E., 2001. Gids van de Vleermuizen
van Europa. Tirion, Baarn.
GROEN, F.M. VAN & D. SLUIS, 2007. Almere Poort,
Inventarisatie beschermde flora en fauna 2007.
G&G-rapport 2007-34 (deelrapport), Van der
Goes en Groot, Alkmaar.
HOLLANDER, H. & P. VAN DER REEST, 1994. Rode lijst
van bedreigde zoogdieren in Nederland (basisdocument). Utrecht.
KAPTEYN, K., 1995. Vleermuizen in het landschap.
Over hun ecologie, gedrag en verspreiding. Pro-
Van der Goes en Groot
vincie Noord-Holland, Noordhollandse Zoogdierstudiegroep, Het Noordhollands Landschap,
Haarlem.
LANGE, R., P. TWISK, A. VAN WINDEN & A. VAN DIEPENBEEK, 1994. Zoogdieren van West-Europa.
Utrecht.
LENDERS, H.J.R., C.C.H. MARIJNISSEN & R.P.W. H.
FELIX, 1993. Waarnemen en herkennen van
amfibieën en reptielen in het veld. 4e druk. Stichting RAVON, Nijmegen.
LIMPENS, H., K. MOSTERT & W. BONGERS (RED.),
1997. Atlas van de Nederlandse vleermuizen:
onderzoek naar verspreiding en ecologie. Utrecht.
MEIJDEN, R. VAN DER, 2005. Heukels’ Flora van
Nederland. 23e druk. Wolters–Noordhoff,
Groningen.
MEIJDEN, R. VAN DER, B. ODÉ, C.L.G. GROEN, J.P.M.
WITTE & D. BAL, 2000. Bedreigde en kwetsbare
vaatplanten in Nederland: basisrapport met voorstel voor de Rode Lijst. Gorteria 26: 85-208.
NIE, H.W. DE & G. VAN OMMERING, 1998. Bedreigde
en kwetsbare zoetwatervissen in Nederland.
Toelichting op de Rode Lijst. Rapport nr. 33, IKC
Natuurbeheer, Wageningen.
NIE, H.W. DE, 1997. Atlas van de Nederlandse Zoetwatervissen. 2e herziene druk. Doetinchem.
NIE, H.W. DE, 1997. Beschermde en kwetsbare zoetwatervissen in Nederland. Voorstel voor een rode
lijst. Nieuwegein.
NÖLLERT, A, C. NÖLLERT, 2001. Amfibieëngids van
Europa. TIRION Uitgevers bv, Baarn.
RAVON WERKGROEP MONITORING, 1997. Handleiding
voor het monitoren van amfibieën in Nederland.
Stichting RAVON, Nijmegen.
SDU UITGEVERS, 2002-2007. Flora- en faunawet, bewerkt en toegelicht door mr. L. Boerema, M.A.
Huber, mr. drs. D. van der Meijden, J.A.M. van
Spaandonk & mr. A.S. Vreugdenhil. Koninklijke
Vermande, Den Haag.
SIERDSEMA, HENK, 1995. Broedvogels en beheer. Het
gebruik van broedvogelgegevens in het beheer van
bos- en natuurterreinen. SOVON-onderzoeksrapport 1995/04. Staatsbosbeheerrapport
1995-1.
SOVON VOGELONDERZOEK NEDERLAND, 2002. Atlas
van de Nederlandse Broedvogels 1998-2000. –
Nederlandse Fauna 5. Nationaal Natuurhistorisch
Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European
Invertebrate Survey – Nederland, Leiden.
STORTELDER, A.H.F., SCHAMINÉE, J.H.J. & P.W.F.M.
HOMMEL, 1999. De vegetatie van Nederland. Deel
5: Plantengemeenschappen van ruigten, struwelen
en bossen. Opulus Press, Uppsala/Leiden.
TWISK, P., A. VAN DIEPENBEEK & J.P. BEKKER, 2009.
Veldgids Europese zoogdieren. KNNV Uitgeverij,
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
21
Almere Poort
22
Utrecht.
VLEERMUISVAKBERAAD (NETWERK GROENE
BUREAUS, ZOOGDIERVERENIGING VZZ EN
GEGEVENSAUTORITEIT NATUUR).
Vleermuisprotocol 2011, 30 maart 2011.
WEEDA, E.J., 1985, 1987, 1988, 1991, 1994. Nederlandse oecologische flora: Wilde planten en hun
relaties. Deel 1, 2, 3, 4 en 5. IVN, VARA en
VEWIN, Amsterdam.
WISMEIJER, H., 2002. Zoogdieren van Europa. ANWB
bv/ TIRION Uitgevers bv, Baarn.
Van der Goes en Groot
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
Bijlage 1. Verspreidingskaarten beschermde flora
#
Y
#
Y
±
Verspreidingskaart 2011
Almere Poort
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
0
0,5
km
Van der Goes en Groot
Wilde marjolein
#
Y
1-5
6-25
#
Y
Y
# 26-50
Y
# 51-500
501-5000
#
Y
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
23
Almere Poort
24
#
Y
±
Verspreidingskaart 2011
Almere Poort
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
0
0,5
km
Van der Goes en Groot
Brede orchis
#
Y
1-5
6-25
#
Y
Y
# 26-50
Y
# 51-500
501-5000
#
Y
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
#
Y
#
Y
±
Verspreidingskaart 2011
Almere Poort
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
0
0,5
km
Van der Goes en Groot
Vleeskleurige orchis
#
Y
1-5
6-25
#
Y
Y
# 26-50
Y
# 51-500
501-5000
#
Y
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
25
Almere Poort
26
#
Y
#
Y
#
Y
#
Y
Y
#Y
#
#Y
#
Y
#
Y
#Y
Y
#
#
Y
#
Y
#Y#
Y
#Y
#Y
±
Verspreidingskaart 2011
Almere Poort
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
0
0,5
km
Van der Goes en Groot
Moeraswespenorchis
#
Y
1-5
6-25
#
Y
Y
# 26-50
Y
# 51-500
501-5000
#
Y
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
#
Y
#
Y
#
Y
#
Y
#
#Y
#Y
Y
#
Y
#
#Y
Y
#
Y
Y
#
#
Y
#
Y
#
Y
#
Y
#Y
#
Y
#
Y
#
#Y
Y
Y
#
#
Y
#
Y Y
Y
#
#
Y
#
Y
#
#
Y
#
Y
# #
#Y
Y
#Y
#Y
Y
#
Y
#
Y
#
Y
#
Y
# Y
# Y
#
Y
#Y
Y
#Y
Y
#
#Y
Y
#Y
#Y#Y##
# Y#Y#Y#Y
#
#
Y
# Y#Y
Y
#
Y
#
Y
#
#Y
Y
#Y
#
Y
#
Y
#
Y
#
Y
±
Verspreidingskaart 2011
Almere Poort
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
0
0,5
km
Van der Goes en Groot
Rietorchis
#
Y
1-5
6-25
#
Y
Y
# 26-50
Y
# 51-500
501-5000
#
Y
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
27
Almere Poort
28
Bijlage 2. Verspreidingskaarten beschermde vissen
#
Y
#
Y
#
Y
#
Y
#
Y
#
Y
#
Y
#
Y
Y
#
#
Y
±
Verspreidingskaart 2011
Almere Poort
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Kleine modderkruiper
#
Y
#
Y
Y
#
Y
#
0
0,5
km
Van der Goes en Groot
#
Y
1
2-5
6-10
11-20
>20
bemonsterd traject
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
#
Y
Y
#
Y
#
#
Y
±
Y
#
Verspreidingskaart 2011
Almere Poort
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Rivierdonderpad
#
Y
#
Y
Y
#
Y
#
0
0,5
km
Van der Goes en Groot
#
Y
1
2-5
6-10
11-20
>20
bemonsterd traject
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
29
Almere Poort
30
Bijlage 3. Verspreidingskaarten broedvogels
nest
nest
#
A
#
A
#
A
Almere Poort
0
0,5
km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
#
A
Havik
3 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
#
A
Almere Poort
0
0,5
km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
#
A
Sperwer
1 territorium
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
31
Almere Poort
32
nest
nest
#
A
#
A
nest
#
A
nest
#
A
nest
nest
#
A
#
A
#
A
nest
Almere Poort
0
0,5
km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
#
A
Buizerd
7 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
#
A
#
A
Almere Poort
0
0,5
km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
#
A
Torenvalk
2 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
33
Almere Poort
34
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
Almere Poort
0
0,5
km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
#
A
Koekoek
7 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
Almere Poort
0
0,5
km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
#
A
Grote bonte specht
23 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
35
Almere Poort
36
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
#A
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
Almere Poort
0
0,5
km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
#
A
Veldleeuwerik
17 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
61
#
A
#
A
29
#
A
11
9
#
A
#
A
3
#
A
#
A
8
59
#
A
13
Almere Poort
0
0,5
km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
#
A
Oeverzwaluw
193 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
37
Almere Poort
38
#
A
#
A
6
Almere Poort
0
0,5
km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
#
A
Boerenzwaluw
7 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
3
#
A
#A
A
#
18
#
A
#
A
8
4
#
A
#
A
3
2
23
17
#
#A
#A
A
#
A
5
Almere Poort
0
0,5
km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
#
A
Huiszwaluw
84 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
39
Almere Poort
40
#
A
#
A
#
A
Almere Poort
0
0,5
km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
#
A
Graspieper
3 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
#
A
#
A
Almere Poort
0
0,5
km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
#
A
Gele kwikstaart
2 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
41
Almere Poort
42
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
Almere Poort
0
0,5
km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
#
A
Nachtegaal
6 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
#
A
# A
A
#
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
Almere Poort
0
0,5
km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
#
A
Zwarte roodstaart
9 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
43
Almere Poort
44
#
A
#
A
Almere Poort
0
0,5
km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
#
A
Gekraagde roodstaart
2 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
#
A
#
# A
A
#
A
Almere Poort
0
0,5
km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
#
A
Spotvogel
4 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
45
Almere Poort
46
#
A
#
A
Almere Poort
0
0,5
km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
#
A
Grauwe vliegenvanger
2 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
#
A
#
A
#
A
Almere Poort
0
0,5
km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
#
A
Matkop
3 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
47
Almere Poort
48
#
A
#
A
Almere Poort
0
0,5
km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
#
A
Boomklever
2 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
#
A
#
A
#
A
#
A
Almere Poort
0
0,5
km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
#
A
Wielewaal
4 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
49
Almere Poort
50
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
# A
A
#
#
A
#
A
#
A
Almere Poort
0
0,5
km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
#
A
Zwarte kraai
22 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
#
A
Almere Poort
0
0,5
km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
#
A
Kneu
9 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
51
Almere Poort
52
Bijlage 4. Verspreidingskaarten vleermuizen
±
Verspreidingskaart 2011
Almere Poort
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
0
0,5
km
Van der Goes en Groot
Watervleermuis
H
!
foeragerend
Almere Poort geïnventariseerd gebied 2011
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
±
Verspreidingskaart 2011
Almere Poort
Meervleermuis
H
!
foeragerend
<
!
langsvliegend
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
0
0,5
km
Van der Goes en Groot
Almere Poort geïnventariseerd gebied 2011
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
53
Almere Poort
54
±
Verspreidingskaart 2011
Almere Poort
Ruige dwergvleermuis
H
!
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
#
I
0
0,5
km
Van der Goes en Groot
foeragerend
baltsend
Almere Poort geïnventariseerd gebied 2011
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
±
Verspreidingskaart 2011
Almere Poort
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Gewone dwergvleermuis
H
!
Foeragerend
#
I
Baltsend
<
!
Langsvliegend
>
Baltsverblijf
vliegroute
0
0,5
km
Van der Goes en Groot
Almere Poort geïnventariseerd gebied 2011
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
55
Almere Poort
56
±
Verspreidingskaart 2011
Almere Poort
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Rosse vleermuis
H
!
Foeragerend
<
!
Langsvliegend
vliegroute
0
0,5
km
Van der Goes en Groot
Almere Poort geïnventariseerd gebied 2011
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
±
Verspreidingskaart 2011
Almere Poort
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Laatvlieger
H
!
Foeragerend
<
!
Langsvliegend
vliegroute
0
0,5
km
Van der Goes en Groot
Almere Poort geïnventariseerd gebied 2011
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
57
Almere Poort
58
Bijlage 5. Verspreidingskaart Bever
beversporen
#
A
beverwaarneming
#
A
beverwaarneming
# beverwaarneming
A
# beversporen
A
#
A
#
A
beverwaarneming
beversporen
#
A
±
Verspreidingskaart 2011
Almere Poort
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
0
Bever
#
A
Bever (sporen of waarneming)
0,375
km
Van der Goes en Groot
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
40560174-TDC 06-56231A
Specifieke magneetveldzone
nabij hoogspanningslijnen in
de gemeente Almere
Arnhem, 22 februari 2006
auteurs I. Tannemaat, M.A.M. Beerlage
KEMA T&D Consulting
In opdracht van Gemeente Almere
Dienst Stedelijke ontwikkeling Afdeling milieubeleid
KEMA Nederland B.V. Utrechtseweg 310, 6812 AR Arnhem Postbus 9035, 6800 ET Arnhem
T (026) 3 56 91 11 F (026) 3 89 24 77 [email protected] www.kema.com Handelsregister Arnhem 09080262
© KEMA Nederland B.V., Arnhem, Nederland. Alle rechten voorbehouden.
Dit document bevat vertrouwelijke informatie. Overdracht van de informatie aan derden zonder schriftelijke toestemming
van KEMA Nederland B.V. is verboden. Hetzelfde geldt voor het kopiëren (elektronische kopieën inbegrepen) van het
document of een gedeelte daarvan.
Het is verboden om dit document op enige manier te wijzigen, het opsplitsen in delen daarbij inbegrepen. In geval van
afwijkingen tussen een elektronische versie (bijv. een PDF bestand) en de originele door KEMA verstrekte papieren
versie, prevaleert laatstgenoemde.
KEMA Nederland B.V. en/of de met haar gelieerde maatschappijen zijn niet aansprakelijk voor enige directe, indirecte,
bijkomstige of gevolgschade ontstaan door of bij het gebruik van de informatie of gegevens uit dit document, of door de
onmogelijkheid die informatie of gegevens te gebruiken.
-3-
40560174-TDC 06-56231A
INHOUD
blz.
SAMENVATTING
4
1
Inleiding
5
2
Uitgangspunten
6
3
3.1
3.2
3.3
Berekeningsresultaten
Algemeen
Modellering
Resultaten specifieke magneetveldzones
7
7
7
7
4
4.1
Magnetische velden en gezondheidseffecten
Referentieniveaus van ICNIRP en de Gezondheidsraad
9
9
4.2
Nieuw advies van de Nederlandse overheid omtrent wonen bij
hoogspanningslijnen
11
Conclusie
13
5
Bijlage A
Mast 38- 50 380 kV-hoogspanningslijn Diemen-Lelystad-Ens
14
Bijlage B
Specifieke magneetveldzones voor velden tussen de masten 38 en 50
15
-4-
40560174-TDC 06-56231A
SAMENVATTING
De gemeente Almere heeft KEMA verzocht om de specifieke magneetveldzones te
berekenen voor de eerste tien velden vanaf het Gooimeer voor de 380 kV-hoogspanningslijn
Diemen-Lelystad-Ens. Deze berekeningen zijn uitgevoerd conform de handreiking van het
RIVM, behorende bij het in oktober 2005 door het Ministerie van VROM uitgebrachte advies
omtrent hoogspanningslijnen.
Het Ministerie van VROM adviseert om bij de vaststelling van nieuwe bestemmingsplannen
zoveel mogelijk te vermijden dat er nieuwe situaties ontstaan waarbij kinderen langdurig
verblijven in de specifieke magneetveldzone rond bovengrondse hoogspanningslijnen.
Op basis van door TenneT aangeleverde detailinformatie van de hoogspanningslijn zijn de
specifieke magneetveldzones berekend met behulp van een aantal softwarepakketten. De
velden waarvoor de specifieke magneetveldzones zijn berekend betreffen die tussen de
masten 38 en 50. Hieruit resulteerden de waarden voor twaalf magneetveldzones. Voor de
velden tussen de masten 38 en 40 bedraagt de specifieke magneetveldzone aan de zijde
van het zwarte circuit 110 meter en aan de zijde van het witte circuit 120 meter. Voor de
velden tussen de masten 40 en 50 bedraagt de specifieke magneetveldzone 110 meter aan
de zijde van het zwarte circuit en 125 meter voor de zijde van het witte circuit.
-5-
1
40560174-TDC 06-56231A
INLEIDING
In oktober 2005 heeft het Ministerie van VROM (Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieu) een brief aan de Nederlandse gemeenten, provincies en elektriciteitsbedrijven
gezonden met het nieuwe beleid ten aanzien van magneetvelden rond hoogspanningslijnen
(hs-lijnen). Voor de gemeente Almere is dit aanleiding geweest om aan KEMA te verzoeken
om de specifieke magneetveldzones van de hs-lijn Diemen-Lelystad-Ens voor de eerste tien
velden vanaf het Gooimeer vast te stellen. Voor de berekende specifieke magneetveldzone
geldt dat de magnetische veldsterkte veroorzaakt door deze lijnen buiten de zone kleiner is
dan 0,4 µT.
Deze rapportage geeft de resultaten van de door KEMA uitgevoerde berekeningen van de
specifieke zones weer en geeft een achtergrondbeschouwing van gezondheidsaspecten
door magnetische velden. Hierin wordt tevens het huidige advies van het Ministerie van
VROM beschouwd.
-6-
2
40560174-TDC 06-56231A
UITGANGSPUNTEN
De berekeningen zijn gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
offerte d.d. 25 november 2005 met als onderwerp “Berekening specifieke zone DiemenLelystad”, KEMA-document TDC 05-54708A
e-mail van 6 december 2005 van de heer C. Stuurman met een offerteaanpassing
betreffende het aantal te berekenen velden en een prijsaanpassing
advies van het Ministerie van VROM met betrekking tot hoogspanningslijnen met als
kenmerk SAS/2005183118
bijlage 1 bij brief met advies met betrekking tot hoogspanningslijnen: “Nadere uitwerking
van het advies van de Staatssecretaris van VROM met betrekking tot bovengrondse
hoogspanningslijnen”
handreiking van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) voor het
berekenen van de specifieke 0,4 microTesla zone in de buurt van bovengrondse
hoogspanningslijnen
de veldsterkten zijn berekend op een hoogte van 1 meter boven het maaiveld, conform
het advies van het Ministerie van VROM
-
de bodemweerstand is gesteld op 50 Ohm/meter
de berekeningen zijn uitgevoerd met de volgende software pakketten:
EFC-400 – Magnetic and Electric Field Calculation, versie 5.04 van Narda Safety
Test Solutions
CDEGS, versie 11.3.118 van Safe Engineering Services & Technologies ltd.
ATP, versie oktober 2004 van European EMTP – ATP Users Group (EEUG).
De magnetische veldsterkte wordt uitgedrukt in Ampère per meter (A/m); de eenheid
microTesla (µT) is de eenheid van de magnetische fluxdichtheid. In de praktijk wordt echter
de magnetische fluxdichtheid beschouwd als maat voor de sterkte van het magnetische veld.
Om verwarring te voorkomen wordt in dit rapport over magnetische veldsterkte gesproken
(uitgedrukt in µT), daar waar de fluxdichtheid bedoeld wordt.
-7-
3
BEREKENINGSRESULTATEN
3.1
Algemeen
40560174-TDC 06-56231A
Alle voor de berekeningen van de specifieke zone benodigde gegevens zijn verkregen van
TenneT. Deze informatie omvat:
de ontwerpstroom, zoals die vermeld zal gaan worden in het capaciteitsplan 2005-2012
de fasevolgorde of klokgetallen van de circuits
de geleidergegevens van fasen en bliksemdraden
de mastbeelden die zijn toegepast in het berekende gedeelte van de lijn.
De ontwerpstroom van de hoogspanningslijn is door TenneT bepaald op 3000 A per circuit.
3.2
Modellering
Het magnetisch veld wordt veroorzaakt door de stromen in de fasen- en bliksemgeleiders.
Om de stromen in deze geleiders te kunnen vaststellen zijn op basis van de mastbeelden en
de spanveldenschema’s de hs-lijn tussen de stations Diemen, Lelystad en Ens
gemodelleerd. Met behulp van de softwaretools en de inputparameters is de hs-lijn
doorgerekend en zijn de grootten en de fasehoeken van de stromen in de fasen en
bliksemdraden per spanveld tussen twee masten bepaald.
Op basis van de grootte en de bijbehorende fasehoeken van de stromen in de fase- en
bliksemgeleiders zijn de specifieke magneetveldzones voor de spanvelden tussen de masten
berekend.
3.3
Resultaten specifieke magneetveldzones
Voor de velden tussen de masten 38 en 50 zijn de specifieke magneetveldzones berekend.
Voor de berekende resultaten wordt verwezen naar bijlage B. In de tabellen zijn voor ieder
spanveld tussen de masten, de stromen en de fasehoeken in de fase- en bliksemgeleiders
gegeven. Tevens is per circuit (zwart en wit) de afstand tussen het hart van de hs-lijn en de
0,4 µT-grens gegeven. Overeenkomstig de handreiking van RIVM is de waarde afgerond
voor het vaststellen van de specifieke magneetveldzone. Deze waarde is onderaan in de
tabel vermeld.
In de onderstaande tabel 1 is het overzicht van de specifieke magneetveldzones gegeven
voor de spanvelden tussen de masten 38 en 50.
-8-
Tabel 1
40560174-TDC 06-56231A
Resumé specifieke magneetveldzones velden 38-50
Spanveld
tussen de masten
Circuit
Zwart
[m]
Circuit
Wit
[m]
Spanveld
tussen de
masten
Circuit
Zwart
[m]
Circuit
Wit
[m]
38 - 39
110
120
44 - 45
110
125
39 - 40
110
120
45 - 46
110
125
40 - 41
110
125
46 - 47
110
125
41 - 42
110
125
47 - 48
110
125
42 - 43
110
125
48 - 49
110
125
43 - 44
110
125
49 - 50
110
125
Geconcludeerd kan worden dat voor de velden tussen de masten 38 en 40 de specifieke
magneetveldzone 110 en 120 meter bedraagt. Voor de velden 40 en 50 bedraagt de
specifieke magneetveldzone 110 en 125 meter.
-9-
4
40560174-TDC 06-56231A
MAGNETISCHE VELDEN EN GEZONDHEIDSEFFECTEN
In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de referentieniveaus (ook wel
“adviesgrenswaarden” genoemd) van verschillende instanties, gericht op blootstelling van de
bevolking aan 50 Hz magnetische velden, bijvoorbeeld van hoogspanningslijnen. Daarnaast
wordt kort ingegaan op de vraag of langdurige blootstelling aan relatief zwakke magnetische
velden (boven 0,4 µT) van hoogspanningslijnen leukemie bij kinderen kan veroorzaken.
Deze vraag veroorzaakt ook in Nederland veel onrust bij mensen die in de buurt van
hoogspanningslijnen wonen en werken. Tevens wordt aangegeven wat het huidige beleid
van de Nederlandse overheid is met betrekking tot bebouwing bij hoogspanningslijnen.
4.1
Referentieniveaus van ICNIRP en de Gezondheidsraad
Om mensen te beschermen tegen acute effecten van sterke elektrische en magnetische
velden, hebben verschillende instanties adviezen uitgebracht over de maximaal toegestane
stroomdichtheid in het lichaam (basisbeperkingen) en de daaraan gekoppelde praktisch
toepasbare referentieniveaus voor elektrische en magnetische velden. Omdat in de praktijk
elektrische velden goed kunnen worden afgeschermd (door bijvoorbeeld muren) èn ze niet
met ziekten in verband worden gebracht, blijft dit rapport beperkt tot magnetische velden.
ICNIRP (International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection) is een
internationale commissie die adviseert aan internationale overheden en de Wereld
Gezondheidsorganisatie (WHO) over de blootstelling van mensen aan elektrische en
magnetische velden. In 1998 heeft ICNIRP een advies gepubliceerd over deze kwestie. Het
advies van ICNIRP is in 1999 overgenomen door de Raad van de Europese Unie als
aanbeveling aan haar lidstaten.
De Commissie ELF elektromagnetische velden van de Gezondheidsraad adviseert de
Nederlandse overheid over blootstelling aan (elektrische en) magnetische velden. In het
advies van de Gezondheidsraad, gepubliceerd in maart 2000, zijn tevens de voorstellen van
ICNIRP voor basisbeperkingen en referentieniveaus in beschouwing genomen. De
referentieniveaus van de Gezondheidsraad wijken op een aantal punten licht af van die van
ICNIRP, maar liggen wel in dezelfde ordegrootte.
In tabel 2 zijn de door ICNIRP en de Gezondheidsraad voorgestelde referentieniveaus voor
blootstelling van de algemene bevolking aan 50 Hz magnetische velden weergegeven.
- 10 -
Tabel 2
40560174-TDC 06-56231A
Voorgestelde referentieniveaus ter voorkoming van acute effecten
Referentieniveaus 50 Hz
Magnetische veldsterkte
[µT]
ICNIRP
referentieniveau algemene bevolking
gehele lichaam
100
gehele lichaam
120
alleen ledematen *
360
Gezondheidsraad
referentieniveau algemene bevolking
* De Gezondheidsraad gaat er vanuit dat ledematen een hogere stroomdichtheid kunnen verdragen
dan de rest van het lichaam. Bij blootstelling van uitsluitend ledematen aan een magnetisch veld
staat de Gezondheidsraad dan ook een hogere veldsterkte toe. ICNIRP maakt dit onderscheid niet.
Bovengenoemde adviezen zijn opgesteld ter voorkoming van acute effecten van sterke
velden. Bij veldsterkten lager dan deze referentieniveaus is het optreden van dergelijke acute
effecten uitgesloten. ICNIRP en de Gezondheidsraad hebben tevens gekeken naar effecten
die kunnen optreden bij langdurige blootstelling aan zwakke velden (i.e. beneden de
referentieniveaus).
De resultaten van een aantal epidemiologische studies (bevolkingonderzoeken) wijzen op
een mogelijke verdubbeling van de kans op leukemie bij kinderen wanneer de blootstelling
aan magnetische velden van hoogspanningslijnen gemiddeld hoger is dan circa 0,4 µT.
Dit mogelijke risico wordt echter niet ondersteund door uitgebreid wetenschappelijk
onderzoek naar een biologisch/medisch mechanisme: er is geen verklaring hoe magnetische
velden leukemie kunnen veroorzaken of verergeren. Een oorzakelijk verband is dus niet
aangetoond.
Voor magnetische velden is voor andere ziekten of aandoeningen geen enkele consistente
epidemiologische of laboratoriumwetenschappelijke aanwijzing gevonden. Voor elektrische
velden is geen enkele epidemiologische of laboratoriumwetenschappelijke aanwijzing
gevonden, met welke ziekte of aandoening dan ook.
Zowel ICNIRP als de Gezondheidsraad zien in de resultaten van het tot nu toe uitgevoerde
onderzoek onvoldoende aanleiding om hun referentieniveaus te verlagen: zij vinden de
epidemiologische aanwijzingen ten aanzien van leukemie bij kinderen te onzeker.
- 11 -
4.2
40560174-TDC 06-56231A
Nieuw advies van de Nederlandse overheid omtrent wonen bij
hoogspanningslijnen
In oktober 2005 heeft staatssecretaris Van Geel van het Ministerie van VROM een brief met
verklarende bijlage gestuurd aan gemeenten, provincies en elektriciteitsbedrijven in
Nederland. In deze brief wordt het nieuwe advies van de Nederlandse overheid met
betrekking tot hoogspanningslijnen uiteengezet. Dit advies luidt (citaat uit de brief):
“Op basis van het voorgaande adviseer ik u om bij de vaststelling van streek- en
bestemmingsplannen en van de tracés van bovengrondse hoogspanningslijnen, zo veel
als redelijkerwijs mogelijk is te vermijden dat er nieuwe situaties ontstaan waarbij
kinderen langdurig verblijven in het gebied rond bovengrondse hoogspanningslijnen
waarbinnen het jaargemiddelde magneetveld hoger is dan 0,4 microTesla (de
magneetveldzone).”
Dit advies geldt voor de combinatie van:
+ nieuwe situaties: nieuwe woningen/scholen/crèches/kinderdagverblijven bij bestaande
+
+
+
hoogspanningslijnen of nieuwe hoogspanningslijnen bij bestaande woningen e.d.
“Nieuwe situaties” zijn vaststellingen of wijzigingen in streek- of bestemmingsplannen of
tracés van hoogspanningslijnen
blootstelling van kinderen (0 tot 15 jaar): dit geldt voor “gevoelige bestemmingen”.
Gevoelige bestemmingen zijn woningen, scholen, crèches en kinderdagverblijven
langdurige blootstelling: dit geldt voor de hierboven genoemde gevoelige bestemmingen.
Andere locaties waar kinderen verblijven gelden niet als gevoelige bestemmingen; dit
zijn bijvoorbeeld sportvelden, speeltuinen, zwembaden e.d.
bovengrondse hoogspanningslijnen: het advies geldt alleen voor bovengrondse hoogspanningslijnen, niet voor andere magneetveldbronnen zoals ondergrondse hoogspanningskabels, het distributienet (distributiekabels, onderstations en transformatorhuisjes), elektrische apparaten en velden van zendinrichtingen (mobiele telefonie, radio
en televisie).
Voor alle andere situaties houdt de Nederlandse overheid de aanbeveling van de Europese
Commissie uit 1999 aan. Dit houdt in dat voor alle andere situaties het referentieniveau van
ICNIRP (100 µT) wordt gevolgd (zie tabel 2).
- 12 -
40560174-TDC 06-56231A
De magneetveldzone is de strook grond die zich aan beide zijden langs de hoogspanningslijn uitstrekt en waarbinnen de magnetische veldsterkte gemiddeld over een jaar hoger dan
0,4 µT is of in de toekomst kan worden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in twee typen
zones rond een hoogspanningslijn:
de indicatieve zone: dit is de breedte van de magneetveldzone op basis van een aantal
conservatieve aannamen (de vanuit magneetveldoogpunt voor de Nederlandse situatie
meest ongunstige mastvorm, masthoogte, capaciteit (stroomsterkte) en continue
belasting.
de specifieke zone: dit is de breedte van de magneetveldzone die berekend is voor een
specifieke lijn, dus met de juiste kenmerkende eigenschappen van de lijn. Omdat de
stroomsterkte over een jaar varieert, is bij het advies van VROM een handreiking
gevoegd waarmee de specifieke magneetveldzone berekend kan worden.
Volgens het advies van de staatssecretaris moeten de ontwerpstroomsterkten van iedere
hoogspanningslijn in Nederland ingediend zijn bij de Directie Toezicht Energie (DTe), in de
vorm van een Capaciteitsplan 2005-2012. Verwacht wordt dat deze gegevens medio 2006
publiekelijk beschikbaar zullen zijn.
Voor de berekening van de specifieke magneetveldzone van een 380 kV- of een 220 kVhoogspanningslijn moet als uitgangspunt voor de stroomsterkte 30% van de hierboven
genoemde ontwerpstroomsterkte worden gehanteerd. Voor de specifieke magneetveldzone
van een hoogspanningslijn in een regionaal net (150 kV, 110 kV of 50 kV) moet worden
uitgegaan van 50% van de ontwerpstroomsterkte.
- 13 -
5
40560174-TDC 06-56231A
CONCLUSIE
Op basis van de informatie van TenneT zijn de specifieke magneetveldzones berekend voor
de velden tussen de masten 38 en 50 van de 380 kV-hoogspanningslijn Diemen-LelystadEns.
De specifieke magneetveldzone voor de velden tussen de masten 38 en 40 bedraagt voor de
zijde van het zwarte en witte circuit respectievelijk 110 en 120 meter. Voor de velden tussen
de masten 40 en 50 bedraagt voor circuit zwart de specifieke magneetveldzone 110 meter
en voor circuit wit 125 meter.
Voor meer nauwkeurige waarden van de 0,4 µT-grens met bijbehorende stromen in de
fasen- en bliksemgeleiders wordt verwezen naar bijlage B.
- 14 -
40560174-TDC 06-56231A
Bijlage A
MAST 38- 50 380 KV-HOOGSPANNINGSLIJN DIEMEN-LELYSTAD-ENS
Circuit Zwart
Circuit Wit
Mast 50
Mast 38
- 15 -
40560174-TDC 06-56231A
Bijlage B
SPECIFIEKE MAGNEETVELDZONES VOOR VELDEN TUSSEN DE MASTEN 38 EN 50
ZWART
Veld mast 38 - mast 39
[A]
WIT
[°]
[A]
[°]
Stroom in fase 1
885.19
-169.62
898.82
-173.64
Stroom in fase 2
926.98
66.04
901.81
64.66
Stroom in fase 3
887.23
-56.95
898.88
-54.99
Bliksemdraadstroom
103.13
70.83
66.37
28.96
Veldlengte [m]
400
Min. hoogte geleider bij 10°C [m]
25.21
0,4 µT grens [m]
Specifieke zone [m]
Veld mast 39 - mast 40
-107.2
118.6
-110
120
ZWART
WIT
[A]
[°]
[A]
[°]
Stroom in fase 1
885.25
-169.60
898.85
-173.62
Stroom in fase 2
926.98
66.06
901.80
64.68
Stroom in fase 3
887.27
-56.93
898.95
-54.97
Bliksemdraadstroom
104.17
70.71
67.32
29.41
Veldlengte [m]
375
Min. hoogte geleider bij 10°C [m]
26.94
0,4 µT grens [m]
Specifieke zone [m]
Veld mast 40 - mast 41
-107.0
119.0
-110
120
ZWART
WIT
[A]
[°]
[A]
[°]
Stroom in fase 1
885.32
-169.58
898.87
-173.60
Stroom in fase 2
926.97
66.09
901.80
64.71
Stroom in fase 3
887.32
-56.90
899.02
-54.94
Bliksemdraadstroom
105.65
70.87
68.13
29.33
Veldlengte [m]
375
Min. hoogte geleider bij 10°C [m]
0,4 µT grens [m]
Specifieke zone [m]
20.94
-108.4
120.6
-110
125
- 16 -
40560174-TDC 06-56231A
ZWART
Veld mast 41 - mast 42
[A]
WIT
[°]
[A]
[°]
Stroom in fase 1
885.38
-169.55
898.90
-173.58
Stroom in fase 2
926.97
66.11
901.80
64.73
Stroom in fase 3
887.36
-56.88
899.09
-54.92
Bliksemdraadstroom
107.07
71.06
68.87
29.26
Veldlengte [m]
375
Min. hoogte geleider bij 10°C [m]
14.94
0,4 µT grens [m]
Specifieke zone [m]
Veld mast 42 - mast 43
-109.2
121.8
-110
125
ZWART
WIT
[A]
[°]
[A]
[°]
Stroom in fase 1
885.45
-169.53
898.93
-173.55
Stroom in fase 2
926.97
66.13
901.80
64.75
Stroom in fase 3
887.40
-56.85
899.15
-54.89
Bliksemdraadstroom
107.97
71.05
69.58
29.73
Veldlengte [m]
375
Min. hoogte geleider bij 10°C [m]
14.94
0,4 µT grens [m]
Specifieke zone [m]
Veld mast 43 - mast 44
-109.2
122.0
-110
125
ZWART
WIT
[A]
[°]
[A]
[°]
Stroom in fase 1
885.51
-169.51
898.95
-173.55
Stroom in fase 2
926.96
66.16
901.80
64.75
Stroom in fase 3
887.44
-56.83
899.22
-54.89
Bliksemdraadstroom
108.33
70.85
70.31
30.69
Veldlengte [m]
365.47
Min. hoogte geleider bij 10°C [m]
15.67
0,4 µT grens [m]
Specifieke zone [m]
-109.2
122.4
-110
125
- 17 -
40560174-TDC 06-56231A
ZWART
Veld mast 44 - mast 45
[A]
WIT
[°]
[A]
[°]
Stroom in fase 1
885.57
-169.49
898.98
-173.53
Stroom in fase 2
926.96
66.18
901.80
64.78
Stroom in fase 3
887.48
-56.81
899.29
-54.87
Bliksemdraadstroom
107.67
70.26
71.22
32.65
Veldlengte [m]
385
Min. hoogte geleider bij 10°C [m]
14.37
0,4 µT grens [m]
Specifieke zone [m]
Veld mast 45 - mast 46
-109.2
122.8
-110
125
ZWART
WIT
[A]
[°]
[A]
[°]
Stroom in fase 1
885.64
-169.47
899.01
-173.51
Stroom in fase 2
926.96
66.20
901.80
64.80
Stroom in fase 3
887.53
-56.78
899.36
-54.85
Bliksemdraadstroom
109.86
71.00
71.33
31.61
Veldlengte [m]
385
Min. hoogte geleider bij 10°C [m]
14.27
0,4 µT grens [m]
Specifieke zone [m]
Veld mast 46 - mast 47
-109.2
123.0
-110
125
ZWART
WIT
[A]
[°]
[A]
[°]
Stroom in fase 1
885.70
-169.45
899.03
-173.49
Stroom in fase 2
926.96
66.23
901.80
64.82
Stroom in fase 3
887.57
-56.76
899.43
-54.82
Bliksemdraadstroom
110.53
71.13
71.72
32.10
Veldlengte [m]
385
Min. hoogte geleider bij 10°C [m]
0,4 µT grens [m]
Specifieke zone [m]
14.27
-109.0
123.2
-110
125
- 18 -
40560174-TDC 06-56231A
ZWART
Veld mast 47 - mast 48
[A]
WIT
[°]
[A]
[°]
Stroom in fase 1
885.77
-169.43
899.06
-173.47
Stroom in fase 2
926.96
66.25
901.80
64.85
Stroom in fase 3
887.61
-56.74
899.50
-54.80
Bliksemdraadstroom
111.15
71.30
72.02
32.60
Veldlengte [m]
385
Min. hoogte geleider bij 10°C [m]
14.27
0,4 µT grens [m]
Specifieke zone [m]
Veld mast 48 - mast 49
-109.0
123.4
-110
125
ZWART
WIT
[A]
[°]
[A]
[°]
Stroom in fase 1
885.83
-169.40
899.09
-173.45
Stroom in fase 2
926.95
66.28
901.80
64.87
Stroom in fase 3
887.65
-56.71
899.57
-54.77
Bliksemdraadstroom
111.71
71.50
72.23
33.11
Veldlengte [m]
385
Min. hoogte geleider bij 10°C [m]
14.27
0,4 µT grens [m]
Specifieke zone [m]
Veld mast 49 - mast 50
-109.0
123.6
-110
125
ZWART
WIT
[A]
[°]
[A]
[°]
Stroom in fase 1
885.90
-169.38
899.11
-173.42
Stroom in fase 2
926.95
66.30
901.80
64.90
Stroom in fase 3
887.70
-56.69
899.64
-54.75
Bliksemdraadstroom
112.21
71.74
72.35
33.65
Veldlengte [m]
385
Min. hoogte geleider bij 10°C [m]
0,4 µT grens [m]
Specifieke zone [m]
14.27
-108.8
123.8
-110
125
Reactie_Tennet_dd_1_februari_2008_magneetveldsterkte.txt
-------------------------------------------------------------------------------Van: Jong, Cees de [mailto:[email protected]]
Verzonden: vrijdag 1 februari 2008 14:28
Aan: Jong A (Albert)
Onderwerp: uw brief d.d 27 november 2007;kenmerk dso/2007/4976ds
Geachte heer Jong,
Hierbij bevestig ik ons telefonisch overleg met als resultaat
a.. Berekening magneetveldzone tussen mast 41 en 43 hoeft niet te worden
aangepast ( zie brief Kema)
b.. Berekening voor Fantasiestrand tussen masten 53 en 54 is niet nodig is een
bestaande situatie waar 0,4 Tesla niet aan de orde is zolang het Bp niet wordt
aangepast.
Met vriendelijke groet,
TenneT TSO
B.V.
C. de Jong
Hoofd Grondzaken
Afd:
ION GRZ
Tel:
026-3731256
Fax: 026-3731295
e-mail: [email protected]
internet: www.tennet.org
********************************************************************************
******************
All information contained in this message is confidential and
privileged to us and may not be distributed or copied to any person other than
the
addressee without our prior written consent.
If you receive this information unintentionally, please inform us immediately.
Although every effort has been made to ensure that all information displayed in
this
email is accurate
and complete, we cannot accept any liability whatsoever for any errors,
inaccuracies
or omissions or for any loss resulting directly or indirectly from the
recipient's reliance on
this information.
********************************************************************************
******************
Pagina 1
Retail Park Almere Poort
Context en effecten
Zoetermeer, juni 2011
Versie 3
Inhoudsopgave
1
Inleiding
5
2
Het concept Retail Park
6
2.1
Omschrijving
6
2.2
Referentiecentra
6
2.3
Plein Westermaat Hengelo
7
2.4
Conclusies voor Retail Park Almere Poort
8
3
De context van de marktontwikkelingen
10
3.1
Inleiding
10
3.2
De ontwikkeling van internetshoppen
11
3.3
Vergrijzing en bedrijfsbeëindiging
12
3.4
De conjuncturele ontwikkeling
13
3.5
Overcapaciteit winkelruimte
13
3.6
Relevantie voor Almere
13
4
De detailhandel van Almere
15
4.1
Inleiding
15
4.2
De aanbodontwikkeling 2000 - 2011
15
4.3
Branchering aanbod Almere
15
4.4
Voorbereiding detailhandelsnota Almere
18
5
Almere Poort
20
5.1
De ontwikkeling van het stadsdeel
20
5.2
Thematische retail in Olympiakwartier Oost
20
5.3
Retail Park Almere Poort
21
5.4
Marktpotentie Retail Park Almere Poort
22
5.5
Economische effecten
22
6
Conclusies
24
6.1
Hoofdvragen
24
6.2
Context van de ontwikkeling van het Retail Park in Almere
24
6.3
Context van de marktontwikkeling
25
6.4
Marktruimte van het retail park Almere
26
6.5
Economische effecten van het Retail Park Poort
26
Bijlage I
Ontwikkeling aanbod winkelaanbod 2000-2010
27
Bijlage II Uitbreidingsplannen 2009 - 2015
29
Bijlage III PDV – GDV locaties in aanbouw
30
Bijlage IV Plannen voor PDV – GDV locaties
31
Bijlage V
33
Bepaling marktruimte Almere 2011
Bijlage VI Voorbeeldbranches binnen thema sport, spel en vrije tijd
35
3
4
1
Inleiding
Eind maart 2011 hebben de Gemeente Almere, Dura Vermeer Vastgoed en TCN
bekend gemaakt in 2011 het Retail Park Almere Poort te ontwikkelen. Dit Retail
Park bestaat uit 30.000 m² bvo winkels en 5.000 m² horeca en leisure.
Omdat er nogal wat bezwaren worden verwacht heeft de Gemeente Almere behoefte aan een ruimtelijke onderbouwing van het Retail Park Almere Poort. Om
die reden heeft de Gemeente aan Henk Gianotten van Panteia een advies plus
een onderbouwing gevraagd. Het advies zal moeten aangeven in welke context
het Park wordt ontwikkeld, welke marktruimte daarvoor aanwezig is en welke effecten van de ontwikkeling van het Retail Park op de detailhandelstructuur van
de gemeente Almere (en eventueel op de regio) zijn te verwachten.
De hoofdvragen van de gemeente luiden als volgt:
− in welke context wordt het Retail Park Almere Poort ontwikkeld? Tot deze context behoort zowel het beleidskader, het concurrentieveld in de regio als de
conceptuele invulling van het plan voor het Retail Park;
− welke marktruimte is daarvoor aanwezig?
− Wat zijn de effecten van de ontwikkeling van het Retail Park op de detailhandelstructuur van de gemeente Almere?
− Hoe past de ontwikkeling van het Retail Park in de algemene economische
ontwikkeling, met name ook met het oog op de ontwikkeling van de detailhandelsbestedingen, demografische ontwikkeling en de internetontwikkeling?
Het advies betreft niet de haalbaarheid of de gewenste branchering van het Retail Park. De omvang en het thema ‘sport, spel en vrije tijd’ van Retail Park Almere Poort zijn opgenomen in het bestemmingsplan van Almere Poort (maart
2007). In dit kader heeft de Gemeente Almere een privaatrechtelijke overeenkomst met TCN om het Retail Park in Almere Poort te ontwikkelen. Vervolgens is
het aan de ontwikkelaars om tot invulling van het Retail Park te komen binnen
het thema ‘sport, spel en vrije tijd’.
5
2
Het concept Retail Park
2.1
Omschrijving
Een Retail Park is een centrum van grootschalige winkels, meestal gevestigd op
een goed bereikbare locatie aan de rand van de stad en bestemd voor doelgericht consumentenbezoek. Omdat een Retail Park appelleert aan gemak, beschikt
het behalve over een uitstekende bereikbaarheid over ruime parkeergelegenheid
en voldoende ruimte voor laden en lossen voor de winkels. De kern van het aanbod bestaat doorgaans uit de branches elektronica, wonen, sport en speelgoed.
Aan de bezoekers wordt ook horecagelegenheid geboden. Verwacht mag worden
dat het Retail Park in Poort de koopkrachttoevloeiing naar Almere zal vergroten.
2.2
Referentiecentra
2 . 2 . 1 C o nc en tra t ie s g ro ots cha l ig e d eta i l ha n de l
Retail Parken zijn concentraties van grootschalige winkels ook wel behorend tot
de traditionele PDV-branches (wonen, doe-het-zelf, tuincentra) of tot de dagelijkse sector (megasupermarkt). Branches die ook steeds vaker op perifere clusters zijn te vinden zijn sport & spel, bruin- en witgoed en huishoudelijke artikelen. Als gevolg van het huidige detailhandelsbeleid zijn de verschillen tussen
PDV- en GDV-locaties aan het vervagen.
Retailparken (of vergelijkbare concentraties van grootschalige winkels) zijn onder meer gevestigd in Rotterdam (Megastores Alexandrium II omvang ca 23.000
m² wvo en Woonmall Alexandrium III ca 52.000 m² wvo), Maxis Muiden (ca
20.000 m² wvo), Plein Westermaat in Hengelo (ca 24.700 m² wvo) met Ikea (ca
23.000 m² wvo), Retail Park Roermond (ca 37.000 m² wvo), Woonboulevard
Breda (ca 32.000 m² wvo), Alkmaar Overstad (ca 77.000 m² wvo), Vaanpark Barendrecht met IKEA (ca 38.000 m² wvo) en Reijerwaard en Cornelisland Barendrecht (ca 38.000 m² wvo). De verschillen in omvang van dergelijke winkelconcentraties wordt overwegend bepaald door de hoeveelheid winkelmeters in de
woonbranche.
2 . 2 . 2 R e f er en t ie g eg ev en s
Van grootschalige retailconcentraties zijn beperkt referentiegegevens beschikbaar:
− Woonboulevard Breda herbergt voornamelijk woonzaken (waaronder IKEA en
Prénatal) en keukenwinkels, aangevuld met electronicawinkels (BCC, de Harense Smit en Media Markt). Van de bezoekers woonboulevard Breda komt
45% uit Breda, 20% uit West-Brabant, 17% uit de rest van Brabant, 6% uit
Zuid-West Nederland excl. West Brabant, 9% uit overig Nederland en 2% uit
België (Economische Barometer Breda, 2005). De helft van de bezoekers aan
de woonboulevard komt er slechts één of enkele keren per jaar. Van alle bezoekers verblijft 87% er minder dan 2 uur. Van alle bezoekers combineert
21% een bezoek aan de woonboulevard met een bezoek aan de binnenstad.
Het bezoekmotief is overwegend doelgericht op een bepaalde winkel (IKEA,
Media Markt of BCC) en mindere mate woonwinkelen. De winkeliers noemen
als sterke punten van de woonboulevard de bereikbaarheid en het parkeergemak en de aanwezigheid van trekkers;
6
− Maxis Muiden heeft een omvang van ca. 15.000 m² wvo, waarvan ca 6.000 in
de dagelijkse sector en 9.000 m² wvo in de niet-dagelijkse sector. Vanwege
het uitgebreide dagelijkse aanbod is het jaarlijkse aantal bezoekers hoog (5
miljoen bezoekers; Retail Structuurvisie Gooi- en Eemland, 2006).
Meer gegevens zijn beschikbaar van retail park Plein Westermaat in Hengelo.
Vooral ook vanwege het kort geleden beschikbaar gekomen koopstroomonderzoek Overijssel.
2.3
Plein Westermaat Hengelo
Plein Westermaat in Hengelo is eveneens door TCN ontwikkeld en heeft een omvang van ca 48.000 m² wvo, waarvan 23.000 m² wvo in beslag wordt genomen
door de belangrijkste trekker IKEA. Het Retail Park is hoofdzakelijk gericht op
woninginrichting, sport en spel en electro. Er zijn op Westermaat winkels in de
woonbranche (IKEA, Prenatal en Beter Bed), doe-het-zelf (Praxis), bruin- en witgoed (Media Markt en BCC), sport en spel (intertoys en Toys XL), een McDonald
en een fitnesscentrum (Fit for Free) gevestigd. Het Plein ligt aan de noordkant
van de A1 en is in 2004 geopend. Aan de zuidzijde van de A1 ligt een PDVcluster met onder meer vestigingen van Leen Bakker, Brugman Keukens, Kwantum, Meubel Direct, Carpetright en Kwantum.
Vooral de IKEA zorgt voor een hoge toevloeiing van bestedingen naar Hengelo.
Voor de niet-dagelijkse aankopen is de koopkrachtbinding 71% en de toevloeiing 54% (Koopstroomonderzoek, 2010). Vooral voor de artikelgroepen
woninginrichting (70%) en electro (65%) is de toevloeiing naar Hengelo hoog.
Voor huishoudelijke artikelen is de binding 52%. De belangrijkste herkomstgebieden van de toevloeiing zijn Enschede en Almelo. Van de totale toevloeiing
naar Hengelo uit Duitsland in de niet-dagelijkse sector kwam in 2005 87% voor
rekening van Plein Westermaat (KvK Hengelo). Het Plein is zeer goed bereikbaar
vanuit de regio. Volgens een ouder onderzoek uit 2004 combineert 20% van de
Duitse bezoekers een bezoek aan Westermaat met een bezoek aan de binnenstad
van Hengelo (Architectuur Lokaal, nr 48 maart 2005). Volgens het meest recente
koopstromenonderzoek Overijssel (Provincierapport Overijssel, september 2010)
heeft de komst van Plein Westermaat zowel effecten gehad op het verzorgingsgebied van deze stad Hengelo zelf als op dat van de omliggende steden. Het
Plein heeft vooral het draagvlak van de Gemeente Hengelo vergroot. Na de centra van Zwolle, Enschede, Apeldoorn en Emmen is Plein Westermaat het vijfde
koopcentrum van Overijssel. De omzet van Westermaat is in het koopstroomonderzoek 2010 geschat op € 145 miljoen (in 2005 € 142 miljoen) en overtreft
daarmee de omzet van de binnenstad van Hengelo (€ 106 miljoen in 2010 en €
197 miljoen in 2005). In Hengelo zijn de bestedingen in de binnenstad (evenals
in andere binnensteden van Overijssel) in de afgelopen vijf jaar afgenomen. Als
verklarende factoren worden hiervoor in het koopstroomonderzoek de verschuiving van kooporiëntatie naar winkellocaties buiten het centrum, naar middelgrote
kernen, en een minder grote toevloeiing vanuit Duitsland genoemd.
In 2009 is de vloerproductivitet van IKEA door DHV geraamd op € 2.700 per m²
(DHV, juni 2009). De omzet van IKEA Hengelo kan van hieruit geraamd worden
op ruim € 62 miljoen per jaar. Uitgaande van een omzet van € 145 miljoen per
jaar van heel Westermaat, bedraagt de omzet van Westermaat exclusief IKEA
circa € 83 miljoen op jaarbasis. Hiervan uitgaande zou Westermaat exclusief
IKEA een (zeer hoge) vloerproductiviteit behalen van 3.360 euro per m². Volgens
7
marktbronnen trekt Westermaat jaarlijks 3,5 miljoen bezoekers. Dit betekent dat
de gemiddelde besteding per bezoeker bij IKEA € 17,71 per jaar bedraagt en in
het overige retail park € 23,71 per jaar.
In de niet-dagelijkse sector komt 46% van de omzet van de detailhandel in Hengelo van inwoners van Hengelo. Van de omliggende gemeenten hebben Enschede
(9%), Hof van Twente (7%), Borne en Almelo (beiden 6%), Oldenzaal (4%),
Dinkelland en Berkelland (beiden 3%), Haaksbergen, Rijssen-Holten, Deventer
en Wierden (allen 2%) en Tubbergen, Hellendoorn, Twenterand en Losser (allen
1%) gezamenlijk een omzetaandeel van 50%. De resterende omzet (rond 5%)
komt van elders. Dit betekent dat 46% van de omzet uit de eigen stad komt,
46% uit de regio binnen een straal van 30 autominuten en maximaal 8% uit een
gebied op een reisafstand van meer dan 30 autominuten.
2.4
Conclusies voor Retail Park Almere Poort
Uit de referentiebeelden blijkt, dat retail parken ruim 90% van de omzet verkrijgen uit een gebied met een straal van maximaal 30 autominuten rond de locatie.
Ongeveer de helft van de omzet komt uit de eigen gemeente. Wanneer deze referentiegegevens ook voor Almere worden aangehouden, kan Almere – met
191.495 inwoners in 2011 – als het primaire verzorgingsgebied worden gezien.
Door Locatus (Haalbaarheidsanalyse Almere Olympiakwartier, december 2007) is
het secundaire verzorgingsgebied binnen een straal van 30 autominuten van Retail Park Almere Poort in kaart gebracht (zie figuur 1). Hierbij is door Locatus rekening gehouden met de concurrentie vanuit Amsterdam in westelijke richting en
met de partiële oriëntatie van inwoners van Biddinghuizen en Zeewolde op Almere. Binnen dit secundaire verzorgingsgebied wonen iets meer dan 1 miljoen inwoners.
Figuur 1
8
Secundair verzorgingsgebied Retail Park Almere Poort
De gemiddelde besteding kan worden geraamd op een bedrag van rond € 24, per
bezoeker, per jaar. Retail parken met een IKEA of een ruim aanbod in de dagelijkse sfeer zullen jaarlijks meer bezoekers aantrekken, dan retail parken die
hierover niet kunnen beschikken. De ontwikkelaars gaan uit van anderhalf tot 2
miljoen bezoekers per jaar, waarvan de helft afkomstig is uit Almere en de andere helft uit het secundaire verzorgingsgebied. Bij 2 miljoen bezoekers en een
gemiddelde besteding van 24 euro per bezoek, bedraagt het omzetpotentieel 48
miljoen euro per jaar. Een bezoekersaantal van 2 miljoen per jaar zou betekenen
dat inwoners van Almere gemiddeld genomen iets meer dan 5 keer per jaar een
bezoek brengen aan het retail park in Poort en inwoners uit het secundaire verzorgingsgebied gemiddeld één keer per jaar. Een lager bezoekersaantal dan het
geval is bij de retail parken in Muiden en Hengelo is plausibel vanwege de afwezigheid van de dagelijkse sector en IKEA. Toch lijkt het aantal bezoekers van anderhalf tot 2 miljoen per jaar aan de lage kant. Hier zal in hoofdstuk 4.4 verder
op worden ingegaan.
9
3
De context van de marktontwikkelingen
3.1
Inleiding
Nieuwe projectontwikkelingen moeten vandaag de dag meer en beter in de context van de marktontwikkelingen worden beoordeeld. Uit een recent rapport Reail2020 van Q&A (2010, pagina 20) is het volgende citaat:
‘Als in 2020 een vijfde, een kwart of wel meer van alle detailhandelsaankopen
via het internet zijn weg naar de consument vindt, gaat dit zijn weerslag krijgen
op het aantal winkels. Je hebt immers niet meer winkels nodig voor minder handel. Ten opzichte van vandaag kan dit zomaar betekenen dat je zo’n 20% minder
winkels nodig hebt in een binnenstad.’
Het onderzoek van Q&A leidde in de pers tot veel aandacht. Overwegend werd
het verband gelegd tussen de groei van de internetaankopen en het verdwijnen
van vierkante meters verkoopvloeroppervlakte. Zo berichtte De Stem op 22-112010 in een interview met Q&A-onderzoeker Quix en CBW/Mitex-voorzitter
Meerman dat ‘de sector nog minstens een vijfde van de omzet verliest aan internetshops’. En verder over de binnensteden dat ’de hoofdwinkelstraten blijven bestaan, maar de zaken in de aanlooproutes vertrekken’ en dat ‘gemeentebesturen
er goed aan doen een streep te halen door alle nieuwbouwplannen.’
Hoe moet hier tegenaan worden gekeken en welke nuanceringen kunnen worden
aangebracht? Het betreft behalve de internetontwikkeling de volgende achterliggende problematieken:
− Vergrijzing en bedrijfsbeëindiging;
− De conjunctuur;
− Het probleem van de overcapaciteit van winkelruimte.
Hieraan voorafgaand kunnen 2 andere – meer algemene nuanceringen worden
gegeven. In de eerste plaats is bij ontwikkelingen als vergrijzing, overcapaciteit
van winkelruimte, omzetverlies en leegstand, altijd sprake van grote regionale
verschillen. Wat zich in het Zuiden van het land voordoet hoeft helemaal niet te
gelden voor het Westen, Noorden of Oosten van het land. Ook zijn er vaak verschillen tussen steden of winkelgebieden. Zo kunnen sterke steden meer hebben
dan zwakke steden.
In de tweede plaats moet bij alle toekomstvoorspellingen bedacht worden dat er
een groot verschil is tussen scenario’s en prognoses. Een prognose geeft op een
bepaald moment in de tijd een beeld van de meest waarschijnlijke toekomst. De
bewering dat in 2020 het marktaandeel van de internetverkopen in de detailhandelsomzet 20% zal zijn, is een prognose. Met scenario’s naar de toekomst kijken
gaat anders. Bij scenario’s wordt rekening gehouden met een set van mogelijke
toekomsten. Welke toekomst werkelijkheid wordt is onzeker, maar wordt mede
bepaald door de onderliggende dimensies van de scenario’s. Scenario’s hebben
altijd enkele dimensies. Die dimensies worden bijvoorbeeld in geval van de toekomst van internetshoppen bepaald door het antwoord op de vraag: “Wat bepaalt het marktaandeel van internetwinkels in 2020?” Twee belangrijke variabelen zullen daarop van invloed zijn: het consumentengedrag (bijvoorbeeld de
ontwikkeling naar conveniencegericht versus experiencegericht winkelen) en het
winkeliersgedrag (cross-channel wel versus niet succesvol). Afhankelijk van posities in deze dubbele dichotomie zou het internetaandeel in de detailhandelsbestedingen in 2020 kunnen variëren tussen bijvoorbeeld 6 en 20%. Belangrijk is,
dat scenario’s laten zien dat de detailhandelssector zelf van invloed is op de toe-
10
komstige ontwikkeling. Ook laten scenario’s zien dat andere stakeholders van invloed zijn op de toekomstige ontwikkeling. Zo kunnen gemeenten veel bijdragen
aan het genot dat consumenten ervaren tijdens een dagje winkelen in de binnenstad. Ook de toepassing van technologische oplossingen in fysieke winkels draagt
bij aan de aantrekkelijkheid van de winkels.
3.2
De ontwikkeling van internetshoppen
De technologische ontwikkeling – waaronder internet en mobiel – zal de komende jaren veel invloed hebben op de wijze waarop consumenten winkelen en
boodschappen doen. Winkelen is 24 uur per dag mogelijk, via meerdere kanalen
en de afhankelijkheid van fysieke winkels verdwijnt. Consumenten zullen meerdere kanalen naast elkaar gebruiken waarbij de real time digitale kanalen een
groot deel van de informatiefunctie gaan overnemen. Daarnaast zullen er vele
nieuwe technologische toepassingen worden ontwikkeld die evenzeer de mogelijk
hebben om in store de functie van fysieke winkels te vergroten en de winkelfunctie te versterken.
In 2010 was de internetomzet ruim € 8 miljard. In 2009 was dat € 6,5 miljard
en voor het gemak wordt dit wel 8½ % van de detailhandelsomzet genoemd. Nu
komt van die internetbestedingen meer dan de helft voor rekening van reizen
(2,3 miljard), verzekeringen (0,5 miljard) en abonnementen (0,6 miljard). Deze
dienstencategorieën worden niet meegerekend in de detailhandelsomzet van
ruim € 83 miljard in 2009. Indien hiermee wel rekening wordt gehouden, was het
marktaandeel van Internet in de detailhandelsbestedingen in 2009 rond 4%. Er
zijn grote verschillen per sector. Van de dagelijkse sector wordt een half procent
via Internet gekocht, van huis- en tuinartikelen 1,8%, van kleding en schoenen
3½, van boeken, CD’s en games 10% en van bruin- en witgoed 17%. Vooral de
bestedingscategorieën boeken, CD’s en games en bruin- en witgoed zijn gevoelig
voor internetaankopen.
Internationaal gezien vertoont het internetshoppen een behoorlijke groei. Qua
groei is Nederland met Duitsland en het VK koploper. In Duitsland is het aandeel
van internetshoppen in de totale detailhandelsbestedingen (in 2010) 4,7% en in
de Verenigde Staten 4,2%.
Een aantal bestedingscategorieën is (ook internationaal gezien) minder gevoelig
voor internetaankopen: levensmiddelen, tuinartikelen, woninginrichtingartikelen
en in mindere mate kleding en schoenen. Vanaf het begin van de internetontwikkeling ruim 10 jaar geleden was al duidelijk welke kant het op zou gaan. Vooral
homogene merkartikelen (zoals elektronica, waarvoor alleen de prijs een differentiërend productkenmerk is) en producten met een hoog informatiegehalte,
zoals boeken, beeld- en geluidsdragers en reizen verkopen goed via Internet.
Wanneer – bijvoorbeeld voor het jaar 2020 - percentages van 20% worden genoemd als internetaandeel in de detailhandelsbestedingen, moet dit gezien worden als marktaandeel in de non-food verkopen, dus in de niet-dagelijkse bestedingen. Het blijft lastig dit soort voorspellingen te beoordelen. Dit blijkt ook uit
eerdere voorspellingen. Maurice de Hond voorspelde al rond 1998 dat in 2008
zo’n 40% van de detailhandelsomzet via internet zou gaan. Het Ruimtelijk Planbureau verwachtte in 2007 dat in 2012 een aandeel van de onlineverkopen in de
detailhandelsomzet van 10% behaald zou worden. Locatus (Vastgoedmarkt, 25
januari 2011) verwacht overigens voor 2020 een internetaandeel in de detailhandelsverkopen van iets meer dan 8%.
11
Welke kantekeningen zijn hierbij te maken? Ten eerste dat bij het toekomst
voorspellen vandaag de dag ook andere ontwikkelingen een rol spelen, bijvoorbeeld die van de nanotechnologie, mobiel internet, augmented reality, het eBook
etc.
Vast staat dat als gevolg van al deze ontwikkelingen de winkelfunctie verandert.
Rationeel gezien zijn er veel redenen om op Internet te kopen, 24 uur beschikbaar oriëntatie- en betaalgemak, eenvoudige zoekmachines etc. Dus er zal een
steeds groter beroep worden gedaan op de emotionele en sociale belevingswaarde van winkelen. Merk- en productbeleving, try and buy etc. Door de technologische ontwikkelingen zullen fysieke kanalen steeds meer worden geïntegreerd
met mobiel, Internet en social media. De informatiefunctie zal steeds meer verdwijnen naar digitale media. Wat blijft is dat fysiek winkelen geen noodzaak is.
Anders dan het geval is bij boodschappen doen, moeten consumenten niet winkelen, ze willen graag winkelen. Maar dat kan alleen als er wordt gezorgd voor
een aantrekkelijk winkelaanbod. De dienstensector biedt voor de detailhandel
nog veel groeimogelijkheden. Van alle verkopen in fysieke winkels bestaat minder dan 5% uit dienstenverkoop. Op Internet is dit 50%. Niet voor niets gaat DReizen reizen verkopen in supermarkten. Evenzo gaan Amerikaanse nonfoodretailers steeds meer food verkopen in hun winkels. Dit betekent dat niet alleen retailers maar ook retaillocaties zoals binnensteden steeds meer food- en
dienstenverkoop zullen accommoderen. Evenzo leidt de technologieontwikkeling
tot het ontstaan van compleet nieuwe of het vergroten van bestaande markten.
De traditionele fotospeciaalzaak is verdwenen maar rond de digitale fotografie
hebben zich grote markten ontwikkeld. Dit geldt evenzeer voor (mobiele) telefonie, tablets etc. De technologische ontwikkelen zal blijvend zorgen voor een
enorme dynamiek in bestedingspatronen en in winkel- en productaanbod.
3.3
Vergrijzing en bedrijfsbeëindiging
Volgens Locatus leidt de Nederlandse retail meer onder vergrijzing dan onder Internet (Vastgoedmarkt, 25 januari 2011). Hierbij kan in een adem bevolkingskrimp worden genoemd. Wat betreft vergijzing en krimp zijn de regionale verschillen groot. Bevolkingskrimp treedt volgens de prognoses vooral op in de randen van Nederland. In het noordoosten van Groningen, het zuiden van Limburg
en het zuiden van Zeeland is nu al sprake van krimp en deze zal de komende decennia voortzetten. Als groeistad zal Almere de komende decennia weinig van
bevolkingskrimp merken. Integendeel, volgens het middenscenario van de bevolkingsprognose van rond de 190.000 inwoners in 2011 naar rond 320.000 inwoners in 2030. Van vergrijzing mag verwacht worden dat deze zich in Almere later
zal voordoen dan in de rest van het land.
Vergrijzing zal wel invloed hebben op het bestedingspatroon. Globaal genomen
besteden 65-plussers evenveel geld als 65-minners aan hun woning en woninginrichting. Maar zij besteden ongeveer half zoveel aan kleding, schoenen en sportartikelen. Bezien vanuit de bevolkingsontwikkeling, bieden de regio’s rond Almere, als onderdeel van de Noordvleugel van de Randstad nog groeipotentieel voor
koopkrachttoevloeiing. Een ander mogelijk gevolg van vergrijzing is groei van
het aantal ondernemers dat het bedrijf beëindigt. Volgens MKB Nederland zullen
in de komende tien jaar 15.000 bedrijven per jaar ter overname worden aangeboden. De meeste bedrijven komen te koop in de sectoren detailhandel en de
zakelijke dienstverlening. De belangrijkste drijfveren achter deze aanbiedingsgolf
zijn de vergrijzing, de groei van zelfstandig ondernemerschap en serieel onder-
12
nemerschap (MKB Dossier, 2010). Deze ontwikkeling biedt ook kansen aan Almere als moderne stad, waarin ruimte wordt geboden in broedplaatsen voor moderne retail (bijvoorbeeld internetbedrijven en ecommerce-gebonden bedrijvigheid,
winkels aan huis) en aan creatieve en innovatieve ondernemers.
3.4
De conjuncturele ontwikkeling
Het Centraal Planbureau en het toenmalige Ruimtelijk Planbureau hebben in
2006 vier scenario’s ontwikkeld voor de mogelijk toekomstige ontwikkeling van
Nederland. Voor het toenmalige Ministerie van VROM waren deze scenario’s een
belangrijke basis voor het maken van beleid. In 2010 zijn deze scenario’s herijkt
door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Volgens deze scenario’s wordt
voor de periode 2011-2015 een economische groei van gemiddeld 1,75 procent
per jaar voorspeld. Voor de langere termijn is een sterker herstel denkbaar.
3.5
Overcapaciteit winkelruimte
Op dit moment is 46% van de retailruimte aanwezig op perifere locaties, 39% in
hoofdwinkelgebieden (waaronder binnensteden) en 15% in ondersteunende winkelgebieden. Deze verdeling is al een jaar of 10 min of meer hetzelfde. Uitbreidingen van winkelmeters hebben relatief gezien in de afgelopen 10 jaar in gelijke
mate plaats gevonden voor de drie typen winkellocaties. Er wordt (vaak terecht)
geklaagd over de grote hoeveelheid winkelmeters die de afgelopen jaren is toegevoegd. Voor een groot deel is de vernieuwing en modernisering de dynamiek
van de detailhandel wel ten goede gekomen, zeker wanneer uitbreidingen hebben bestaan uit waardevolle en onderscheidende winkelgebieden. Wat vaak ontbreekt is het plaatsen van de uitbreidingen in een structuurvisie waarin ook de
gevolgen van de uitbreidingen voor de bestaande voorraad worden beoordeeld.
Door de NRW (2010) is het standpunt ingenomen dat waar nodig afscheid moet
worden genomen van meters, die niet meer aan de wensen van de consument
voldoen: ‘Een integrale kijk op de attractiviteit en samenhang van winkelgebieden is noodzakelijk, waarbij ook naar de b- en c-milieus moet worden gekeken.
In de detailhandelstructuurvisies moet ruimte worden gecreëerd voor dynamiek
en attractiviteit. Dat kan betekenen dat verbetering en uitbreiding van bestaande
meters op de ene plek hand in hand moet gaan met afbouw en sanering van
slechte meters op andere plekken. In veel regio’s zijn moeilijke keuzes te maken. De keuzes, bijvoorbeeld voor functiewijzing van winkelgebieden, moeten
gepaard gaan met flankerend beleid, met wet- en regelgeving en een daarbij behorend instrumentarium. Er zijn instrumenten die op het niveau van de functionele regio kunnen worden ingezet, zoals ‘zoet en zuur’-afspraken met ontwikkelaars, ontwikkelingsfondsen, verplaatsingsfondsen en saneringsfondsen.’1
3.6
Relevantie voor Almere
In recente perspublicaties is aandacht gegeven aan een rapport van Q&A waarin
een forse teruggang van het aantal winkelmeters in Nederland wordt voorspeld.
1
Dynamiek van Winkelmeters – Van meer naar betere meters, NRW Taskforce dynamische winkelgebieden, 2010.
13
De technologische ontwikkeling – waaronder Internet en mobiel – zal de komende jaren veel invloed hebben op de wijze waarop consumenten winkelen en
boodschappen doen. Op de verwachte behoefte aan winkelmeters zijn ook andere
problematieken van invloed, waaronder vergrijzing en bedrijfsbeëindiging, de
conjunctuur en het probleem van de overcapaciteit van winkelruimte. Ten aanzien van de te verwachten ontwikkelingen zullen zich grote regionale verschillen
voordoen. Niet alleen de winkeliers, maar ook andere stakeholders als de gemeente kunnen een stimulerende en faciliterende rol spelen om te zorgen voor
een sterke cross-channel winkelstructuur. De gemeente Almere zal alert moeten
blijven op de technologische ontwikkelingen (monitoring), bedrijfsbeëindigingen
moeten volgen, leegstand moeten managen, (nieuw) ondernemerschap moeten
stimuleren en faciliteren en waar nodig verouderde winkelmeters moeten saneren. Voor de ontwikkeling van Retail Park Poort betekent de onvoorspelbaarheid
van de internetontwikkeling, dat rekening moet worden gehouden met alternatieve bestemmingen van de gebouwen op het moment dat de marktomstandigheden dit noodzaken, bijvoorbeeld een woon- en werkbestemming (zie ook
hoofdstuk 5.3). De schaal van het Retail Park is voldoende om regionale trekkracht uit te oefenen, maar wel onder de eis van innovatie. Daarbij zouden onderdelen als educatie, presentatie, training, demonstratie, merkbeleving, show &
tell en experience hun plaats moeten krijgen. Er zou moeten worden ingespeeld
op de veranderende functies die aan fysieke winkels onder invloed van het internetwinkelen moet worden toegekend. Ook voor toekomstgerichte stadsdistributie
zou – ten behoeve van de ontlasting van de stad en het verbeteren van de bereikbaarheid – plaats kunnen worden ingeruimd evenals voor het afhalen en retourneren van internetaankopen.
14
4
De detailhandel van Almere
4.1
Inleiding
Almere heeft een klassieke hiërarchisch opgebouwde detailhandelsstructuur met
enkele typische kenmerken van een new town, waaronder circa 20 solitaire supermarkten. De structuur bestaat uit een stadscentrum, twee stadsdeelcentra
(Buitenmere in Almere Buiten en het stadsdeelcentrum in Almere Haven), enkele
supermarktcentra, één buurt- en één wijkcentrum in Almere Stad, enkele locaties voor grootschalige en perifere detailhandel (waaronder Doemere in Almere
Buiten) en 4 warenmarkten. De detailhandel in Almere heeft vooral een lokale
verzorgingsfunctie, waarbij het Stadshart het centrale punt is in de verzorgingsstructuur.
4.2
De aanbodontwikkeling 2000 - 2011
In 2000 bedroeg het totale aanbod winkelvloeroppervlakte in Almere 112.035 m²
wvo. In 2011 beschikt Almere over 279.986 m² wvo detailhandel. Het totale
aanbod in Almere is in het afgelopen decennium (2000 tot 2011) met rond
168.000 m² wvo toegenomen, een stijging van 150% (zie bijlage I). Van deze
toename kwam 7% voor rekening van de dagelijkse sector en 93% van de nietdagelijkse sector. De uitbreiding van het winkelaanbod heeft vooral plaatsgevonden in Buiten (+ 130%), het Stadshart (+ 275%) en Stad-overig (+ 125%). In
diezelfde periode 2000-2011 nam het aantal inwoners van Almere met ruim 30%
toe tot 191.495 inwoners in 2011. Dit betekent dat het niveau van winkelvoorzieningen in Almere in het afgelopen decennium fors is verhoogd. Dit komt tot
uitdrukking in het verloop van het aantal m² wvo per inwoner. Voor heel Almere
nam het aantal vierkante meter per inwoner van 2000 tot 2011 toe van 0,78 tot
1,47.
4.3
Branchering aanbod Almere
Om de structuur van het aanbod in kaart te brengen is uitgegaan van de gebruikelijke manier om branches te clusteren (zie tabel 1).
Tabel 1
Clustering branches in de detailhandel
Dagelijks
Recreatief
Doelgericht (PDV)
levensmiddelen
warenhuis
doe-het-zelf
persoonlijke verzorging
kleding en mode
wonen
schoenen en lederwaren
tuincentra
juwelier en optiek
huishoudelijk en luxe
plant en dier
antiek en kunst
hobby en media
detailhandel overig
bruin- en witgoed
sport en spel
auto en fiets
15
In 2011 bedroeg dit aanbod voor heel Almere 279.986 m² wvo. Daarvan is
55.505 m² wvo dagelijkse detailhandel, 94.856 m² wvo recreatieve detailhandel
en 109.158 m² wvo doelgerichte detailhandel. In de dagelijkse sector bleef dit
kengetal in het afgelopen decennium min of meer constant (0,29 m² wvo per inwoner) terwijl zich in de niet-dagelijkse sector een toename heeft voorgedaan
(van 0,50 tot 1,07 m² wvo per inwoner). De leegstand bedraagt op dit moment
0,11 m² wvo per inwoner.
Tabel 2
Ontwikkeling detailhandelsaanbod per branche
Branche
Levensmiddelen
Persoonlijke verzorging
Totaal dagelijks
Warenhuis
2008
2010
2011
40.379
45.021
48.051
5.682
6.378
7.454
46.061
51.399
55.505
9.716
8.702
9.025
30.037
31.180
32.312
6.626
6.366
7.218
Juwelier en optiek
2.024
2.234
2.182
Huishoudelijk
7.092
6.946
8.714
Plant en dier
5.279
1.854
1.854
107
107
107
Kleding en mode
Schoenen en lederwaren
Antiek en kunst
Sport en spel
10.786
10.535
11.616
Hobby
1.826
2.789
2.789
Media
3.915
4.139
4.006
10.562
12.472
8.727
Auto en fiets
2.631
2.877
3.242
Overig
7.590
7.590
7.320
Bruin- en witgoed
Niet verdeeld Buiten
2.100
Niet verdeeld ‘t Circus
9.600
Totaal recreatief
98.191
109.491
99.112
Tuincentra
20.450
24.787
25.142
Doe het zelf
25.089
26.807
26.757
Wonen
Totaal doelgericht
Leegstand
Totaal Almere
59.685
57.515
53.003
105.224
109.109
104.902
13.760
8.362
20.467
263.236
278.361
279.986
Ten opzichte van de 7 andere grote steden is de relatieve leegstand (7,3%) in
Almere laag. Voor Eindhoven, Groningen, Rotterdam en Den Haag is deze gemiddeld meer dan 10%. Voor Amsterdam, Tilburg en Utrecht 8-10%. Gemiddeld
voor de 8 grote steden bedraagt de leegstand 10,6%.
Het niet-dagelijkse aanbod bestaat uit het recreatieve aanbod en het doelgerichte aanbod (PDV). Bij het recreatieve aanbod is het aanbod in de segmenten sport
en spel, bruin- en witgoed, autoaccessoires en fietsen inbegrepen. Reden hiervoor is dat dit aanbod zich grotendeels (nationaal gezien) in winkelcentra bevindt
16
en dat juist in Almere van veel menging van deze branches met het recreatieve
en sprake is, met name in het Stadshart1.
Tabel 3
Distributieve ruimtebepaling 2010 en 2011
Dagelijks
Recrea-
Doelge-
Leeg-
tief
richt
stand
Totaal
Aantal inwoners 2010
188.480
188.480
188.480
188.480
Aantal inwoners 2011
191.495
191.495
191.495
191.495
2010
2.457
1.730
757
2.457
2011
2.344
1.684
785
4.831
2010
7.244
3.500
1.246
3.420
2011
7.431
3.500
1.310
3.516
2010 (1.000 €)
463,2
326,1
142,7
932,0
2011 (1.000 €)
448,9
322,4
150,3
921,6
98
96
95,4
98,4
1
10
5
2010 (1.000 €)
458,5
347,9
143,3
949,7
2011 (1.000 €)
444,4
343,9
151,0
939,2
2010
63.192
99.266
115.248
277.706
2011
60.447
99.497
107.875
259.519
2010
51.399
109.491
109.109
8.362
278.361
2011
55.505
99.112
104.902
20.467
279.986
2010
- 11.793
+10.225
- 6.139
- 7.707
2011
- 4.942
- 385
- 2.973
- 8.300
Bestedingen/hoofd (€)
Vloerproductiviteit (€/m²)
Bestedingspotentieel
Koopkrachtbinding (%)
Koopkrachttoevloeiing (%)
Omzet na toe- en afvloeiing
Haalbaar aanbod (m²)
Gevestigd aanbod (m²)
Overcapaciteit (+) excl.
leegstand
Overcapaciteit (+) incl.
leegstand
1
2010
- 655
2011
+12.167
Bij dit soort indelingen wordt niet uitgegaan van locaties, maar van branches. Van de bruin- en
witgoedzaken ligt 74% in winkelcentra, 23% verspreid en 3% op grootschalige concentraties.
Van de fietsen-, sport- en speelgoedwinkels ligt 1% op grootschalige concentraties en van de
autoaccessoirehandel 4%. Door Strabo werd in 2006 de normatieve vloerproductiviteit van Media
Markt geraamd op 6.000 €/m². Volgens Strabo behaalt Media Markt de hoogste vloerproductiviteit op een perifere locatie. Dit pleit ervoor dit aanbod niet als PDV maar als GDV te beschouwen
(Buvelot en Van der Weerd, 2006).
17
De uitbreiding van het aanbod in 2010 (met name in Stad en Buiten) heeft in
combinatie met de toegenomen leegstand geleid tot een min of meer gelijk aanbod in 2011 ten opzichte van 2010. Met name in het segment bruin- en witgoed
is sprake geweest van een afname van het aanbod.
Tabel 3 presenteert de aansluiting van de huidige (2011) verhouding van vraag
naar en aanbod van detailhandel in Almere ten opzichte van de situatie in 2010.
In 2010 is de marktruimte voor geheel Almere geschat 7.707 m² wvo (zie tabel
3). Hier stond 8.362 m² wvo leegstand tegen over. Op dit moment bedraagt de
leegstand 20.467 m² wvo en de marktruimte 8.300. Uit tabel 3 kan geconcludeerd worden dat de toename van de leegstand zich voornamelijk in de recreatieve en doelgerichte sector heeft voor gedaan. De verschillen die zich tussen
beide jaren voordoen zijn overigens niet alleen het gevolg van aanbod- en vraagveranderingen, maar ook van bijgestelde ramingen van HBD en CBS.
Een meer gedetailleerde uitwerking van de vraag- en aanbodverhouding en van
de beschikbare marktruimte op brancheniveau is opgenomen in bijlage V.
4.4
Voorbereiding detailhandelsnota Almere
De detailhandelsnota 2004 is de laatste vastgestelde nota van Almere. Een opvolger is nog niet gereed. Wel is een opvolger van de nota in concept opgesteld
(versie 22 maart 2010). Aan deze conceptnota ligt een Ontwikkelingsvisie Almere
ten grondslag (Gianotten 2010). De in het Retail Park Almere Poort geplande detailhandelsbranches zijn zowel in de concept detailhandelsnota 2010 als in de
ontwikkelingsvisie ondergebracht in het segment recreatieve detailhandel. Globaal kunnen (met betrekking tot de recreatieve detailhandel) de bevindingen in
de ontwikkelingsvisie van 2010 als volgt worden samengevat:
-
In de periode 2010 – 2015 wordt zowel in de bestaande als in de nieuwe
stadsdelen - winkelruimte toegevoegd aan de bestaande voorraad. Bijlage II bevat een overzicht dat dateert van 2010. Op dat moment ging het
tot 2015 om 116.670 m² wvo, waarvan 28.110 m² wvo in de dagelijkse
sector en 88.560 m² wvo in de recreatieve sector. Inmiddels blijken een
aantal voornemens (voor zover er al sprake van is) pas na 2015 gerealiseerd te worden;
-
Ook in de omliggende provincies zijn nogal wat PDV-GDV-ontwikkelingen
in aanbouw (zie bijlage III; bron NEPROM 2011) en in de planning (zie
bijlage IV; bron NEPROM 2011);
-
Volgens het bestemmingsplan wordt in Poort ca. 46.480 m² wvo recreatieve detailhandel. Een te groot aanbod recreatieve detailhandel buiten
het Stadshart kan de bestaande problemen van het Stadshart vergroten;
-
Het gemiddelde bindingspercentage van de stadsdelen (buiten Stad zelf)
bedraagt op dit moment 35 - 40%. Dit betekent dat 35 - 40% van alle
recreatieve inkopen van de inwoners van Almere buiten Stad, in Stad
worden gedaan. Naarmate de relatieve aantrekkelijkheid van het Stadshart toeneemt, zal de eventuele overcapaciteit (en bijgevolg leegstand)
vooral in de Stadsdelen terecht komen. Als de relatieve aantrekkelijkheid
van de detailhandel in de stadsdelen toeneemt, is het omgekeerde het
geval;
-
Er zou een restrictief beleid moeten worden gevoerd ten aanzien van de
detailhandelsontwikkeling in de nieuwe stadsdelen. Voor het komende
18
decennium zal Almere vooral moeten investeren in de kwaliteit van de
voorzieningenstructuur, vooral ook in het Stadshart.
In de concept detailhandelsnota (maart 2010) wordt naar aanleiding hiervan opgemerkt, dat conform het programmaplan Stadscentrum 2009 het stadscentrum
van Almere gezien dient te worden als hèt centrale winkelcentrum van héél Almere. En voorts,
-
dat de verschillende (nieuwe) winkel- c.q. projectgebieden als Stadscentrum, Haven, Buiten, Poort, Hout en Pampus qua detailhandelsontwikkelingen en volumes niet op zichzelf beschouwd dienen te worden, maar
juist ook, als onderdelen van de gehele detailhandelsstructuur van Almere;
-
dat alleen dan kansrijke (grootschalige en/of thematische) initiatieven/winkelconcepten op detailhandelsgebied worden geaccommodeerd
als deze een duidelijke meerwaarde voor Almere en de regio opleveren;
het zal in dergelijke gevallen veelal gaan om combinaties van detailhandel, horeca en leisure;
-
dat vernieuwende concepten buiten het stadscentrum aanvullend dienen
te zijn op de functie van het centrale stadscentrum.
Tot nu toe is het Stadshart van Almere gezien als hèt centrum van Almere. Gezien de branchering van het Retail Park Poort en de omvang mag een behoorlijke
aantrekkingskracht op de bevolking van heel Almere worden verwacht en dus in
zekere mate concurrerend voor het Stadshart. Het retail park kan dus de positie
van het Stadshart verzwakken. Anderzijds is het retail park ook een versterking
van de retailstructuur van Almere omdat het de koopkrachttoevloeiing van buiten
de stad aanzienlijk vergroot.
19
5
Almere Poort
5.1
De ontwikkeling van het stadsdeel
Almere Poort is het nieuwe stadsdeel van Almere, dat wordt ontwikkeld in het
gebied tussen Almere Stad en de Hollandse Brug. In 2011 moet het inwoneraantal van Poort de grens van 6.000 passeren. In het middenscenario (bij een
nieuwbouw van 2.000 woningen per jaar) zal Poort in 2019 ruim 26.000 inwoners tellen. Het stadsdeel Poort wordt gezien als de toekomstige strandstad van
de Randstad. Volgens het bestemmingsplan moeten de ligging aan het water, het
buitendijkse strand in combinatie met de woonboulevard en het leisureprogramma in het kustgebied het gebied een eigen, onderscheidende identiteit geven.
Het plan voor Almere Poort is te verdelen in een noordelijk en een zuidelijk deel.
De structuur in het zuidelijk deel is opgebouwd uit een waaier, het noordelijk
deel bestaat uit een rechthoekige raster. De beide delen worden aan elkaar gekoppeld door de groenzone Cascadepark. Een belangrijk onderdeel van de structuur van Almere Poort wordt gevormd door de hoofdverkeersstructuur. Almere
Poort kan worden opgedeeld in 5 deelgebieden. Een van de deelgebieden is het
Olympiakwartier. Het Retail Park is gepland aan de oostzijde van het Olympiakwartier. De Westzijde van het Olympiakwartier wordt voorzien van een stadsdeelcentrum.
5.2
Thematische retail in Olympiakwartier Oost
Volgens het basisprogramma in het bestemmingsplan Poort is in Olympiakwartier
(maart, 2007) is (minimaal) 27.000 m² thematische detailhandel, 15.000 m² detailhandel en 3.000 m² ‘horeca en een hotel en dergelijke’ opgenomen. In de vigerende detailhandelsnota (Detailhandel in Almere, 2004) staat over het sporten leisurecluster in het Olympiakwartier:
“Uit het onderzoek voor de detailhandelsnota is naar voren gekomen dat in de
periode tot 2010 het realiseren van ca. 20.000 m2 b.v.o. detailhandel vooralsnog
haalbaar zou zijn als onderdeel van een sport- en leisurecluster, daarbij uitgaande van Almere als verzorgingsgebied. Wanneer de plannen meer concreet zijn
uitgewerkt (invulling, realisatieperiode) worden deze beoordeeld op toegevoegde
waarde aan de hand van het toetsingskader.”
Overigens is de onderbouwing van deze constatering niet direct uit de detailhandelsnota 2004 te herleiden. Wel bevat de detailhandelsnota 2004 de conclusie
dat de (harde) uitbreidingsplannen niet-dagelijks aanbod in Almere voor de periode tot 2004-2010 min of meer in overeenstemming zijn met de uitbreidingsruimte. De ontwikkeling van de thematische retail in Almere Poort is in de nota
2004 gerubriceerd onder de zachte plannen.
Inmiddels heeft de Gemeente Almere besloten het Retail Park in Poort te ontwikkelen, ook vanwege reeds gemaakt afspraken met de ontwikkelaars. Daarbij zullen eventuele consequenties voor andere retaillocaties in Almere (waaronder het
Stadshart) moeten worden geaccepteerd. Overwegingen die hierbij een rol spelen zijn de volgende:
-
Het onderscheidend motief van ‘kopen in Retail Park Almere’ ten aanzien
van kopen in andere retailconcentraties, waaronder het Stadshart, Doe
Mere etc;
20
-
De belangstelling van de markt voor vestiging in Retail Park Almere
Poort;
-
De mogelijkheid om meer regionale koopkracht naar Almere te trekken;
-
De uitstraling van het project, die waarde toevoegt aan de aantrekkingskracht van heel Almere.
Het retail park in Poort onderscheidt zich van andere winkelgebieden in Almere
door de schaal van de winkels, de thematisering (sport, spel en vrije tijd) en het
concept (grootschalige retail in combinatie met leisure en horeca). Voor een
overzicht van de Gemeente Almere van voorbeelden van passende branches bij
het thema wordt verwezen naar bijlage VI. Uitgesloten zijn supermarkten en modespeciaalzaken (mode uitsluitend in aanvulling op sport en spel).
5.3
Retail Park Almere Poort
De beoogde locatie van het Retail Park is het Olympiakwartier in Almere Poort,
een zichtlocatie langs de snelweg A6, tussen Almere en de noordelijke Randstad.
De thematische invulling van het park is gericht op sport, spel en vrije tijd. Het
park moet een hoogwaardig voorzieningenniveau krijgen en een impuls geven
aan de werkgelegenheid in Almere en in de regio (800 werkzame personen). De
start van de bouw staat gepland voor medio 2011. Begin 2013 moet het Retail
Park worden geopend. In het Retail Park gaan zich twaalf tot veertien grootschalige winkels vestigen, waarvan de grootste ruim 7.000 vierkante meter beslaat.
Ook zullen zich enkele horecabedrijven vestigen en wordt er een 45 meter hoge
toren gebouwd die vanaf de Hollandse Brug al te zien moet zijn.
Het winkelcentrum moet beeldbepalend voor Almere worden en (volgens de ontwikkelaars) jaarlijks anderhalf tot twee miljoen bezoekers trekken. De beoogde
doelgroep is afkomstig uit een gebied binnen een straal van 30 autominuten.
Minstens de helft van de bezoekers moet van buiten de regio komen. Met het Retail Park wordt ingespeeld op twee consumentmotieven. Retail Park Almere Poort
wil in de eerste plaats een bijzondere belevenis voor haar bezoekers zijn. Zo
worden verschillende evenementen georganiseerd. Er moet een compleet aanbod
worden geboden op het gebied van sport, spel en vrije tijd. Het (doelgericht)
winkelen in het Retail Park moet een belevenis zijn, ook als antwoord op internetwinkelen. Met de ontwikkeling van het Retail Park moet volgens de ontwikkelaars worden ingespeeld op de beleveniseconomie. Dit wordt versterkt door de
aansluiting van het thema van het Retail Park op het thema van het Olympiakwartier. Ook de horeca en leisure, de inrichting en het gebruik van de buitenruimte en de faciliteiten sluiten aan op het centrale thema. In de tweede plaats
is de invulling van het Retail Park juist gericht op het doen van doelgerichte aankopen, waarbij gemak, volledigheid en bereikbaarheid voorop staan. De invulling
van het park is niet gericht op het doen van de dagelijkse boodschappen (een
supermarkt is niet toegestaan) of op vergelijkend winkelen (waarbij meerdere
winkels worden bezocht). Met de invulling van het Retail Park wordt erop gemikt
dat consumenten langer verblijven dan bij een bezoek aan een PDV-locatie, maar
korter dan bij een bezoek aan een stadscentrum of stadsdeelcentrum. De verlenging van de verblijfsduur moet vooral mogelijk worden gemaakt door de aanvullende horeca en voorzieningen, de inrichting van het Retail Park en de context.
Er wordt vanuit gegaan dat door bezoekers één of maximaal twee winkels worden bezocht. In de regio wordt vooral gemikt op bezoekers vanuit de westkant
van Amsterdam en Het Gooi. In westelijke richting wordt onder andere de con-
21
currentie aangegaan met Maxis Megastores in Muiden. Richting Het Gooi is minder concurrerend aanbod aanwezig. Het retail park moet ook de concurrentie
aangaan met internet. Vanwege de onzekerheid op langere termijn wat betreft
de houdbaarheid van het concept worden de gebouwen zodanig uitgevoerd dat
zij in de toekomst een andere functie kunnen krijgen (woon- en/of werkbestemming).
5.4
Marktpotentie Retail Park Almere Poort
Het Retail Park heeft een bruto winkelvloeroppervlakte van 30.000 m² bvo. Tabel
4 presenteert een tentatieve invulling van het Retail Park.
Tabel 4
Branchering Retail Park Almere Poort
Branche
bvo
wvo
Omzet/m²
Omzet
incl. BTW
incl. BTW
m²
m²
€
mln €
Sport en spel
5.700
4.650
2.270
10,6
Bruin- en witgoed
5.800
4.730
6.128
29,0
Huishoudelijk
4.800
3.920
2.544
10,0
Wonen
12.260
10.000
1.310
13,1
Totaal
30.000
23.300
2.690
62,7
Gebruik makend van de normatieve vloerproductiviteit (bron: HBD, 2010) kan
een raming gemaakt worden van de omzet van het retail park. In tabel 4 is de
totale omzet geraamd op 62,7 miljoen euro per jaar.
In hoofdstuk 2.4 is – uitgaande van een gemiddelde besteding van 24 euro/bezoeker en volgens opgave van de ontwikkelaars 2 miljoen bezoekers/jaar –
de omzet geraamd op 48 miljoen euro per jaar. Daarbij is de kanttekening gemaakt dat een gemiddelde opkomst van inwoners van Almere van iets meer dan
5 keer per jaar en van inwoners uit het secundaire verzorgingsgebied van één
keer per jaar aan de lage kant lijkt. Daarom zal verder worden uitgegaan van
een omzetverwachting voor het retail park van 50 tot 60 miljoen euro/jaar.
Voorts wordt ervan uitgegaan dat 10% van de omzet (5 tot 6 miljoen euro) afkomstig is van inwoners uit een (tertiair) verzorgingsgebied op meer dan 30 autominuten van het retail park en vervolgens € 23-27 miljoen (45% van de omzet) afkomstig is van inwoners van Almere (primair verzorgingsgebied) en eveneens € 23-27 miljoen van inwoners uit het secundair verzorgingsgebied tot 30
autominuten.
5.5
Economische effecten
5 . 5 . 1 W e rk ge l e ge nh e id se ff ec te n
De vestiging van een retail park in Almere Poort heeft zowel positieve als negatieve economische effecten. Positief is een koopkrachttoevloeiing van 28 tot 33
miljoen van buiten de regio naar Almere. Bij een gemiddelde arbeidsproductiviteit van 270.000 €/fte levert het retail park een werkgelegenheid op van 185 tot
225 full time arbeidsplaatsen per jaar. Dit levert jaarlijks een hoeveelheid extra
werkgelegenheid voor Almere van 85 tot 100 full time arbeidsplaatsen.
22
5 . 5 . 2 O mz e te ff ec te n
Behalve positieve effecten zijn er ook negatieve effecten. Er zal onder andere
verdringing optreden van omzet bij de bestaande detailhandel in Almere.
Tabel 5
Branche
Sport en spel
Verdingingseffecten Retail Park Almere
Huidig
Markt-
Aanbod
Omzet
Omzet-
Bruto-
Netto-
aanbod
ruimte
retail
Almere
(+)
park
detail-
claim
omzet-
omzet-
handel
Retail
effect
Almere
effect
Park Poort
(-)
(-)
m²
m²
m²
€ 1.000
€ 1.000
%
%
11.616
- 44
4.650
38,0
3,9–4,6
10-12
10-12
Bruin- en witgoed
8.727
- 232
4.730
51,9
10,6–12,5
20-24
21-25
Huishoudelijk
8.714
+1.999
3.920
22,2
3,7–4,3
17-19
8-9
Wonen
53.003
+3.559
10.000
84,4
4,8-5,6
6-7
4-5
Totaal
82.060
+5.282
23.300
196,5
23,0-27,0
12-14
9-11
In Almere is er (afgezien van leegstand) in de betrokken branches een marktruimte van 5.282 m² wvo. Het bruto-omzeteffect houdt geen rekening met de
(positieve of negatieve) marktruimte; het netto-omzeteffect houdt hier wel rekening mee. Marktruimte dempt het directe omzeteffect van het retail park op de
bestaande detailhandel. In tabel 5 is het netto omzeteffect het negatieve effect
op de omzet van de bestaande detailhandel waarbij rekening is gehouden met de
aanwezige onder- of overcapaciteit van het aanbod. Gemiddeld genomen is het
effect voor de betrokken branches -9 tot -11%. Het grootst is het effect op de
bruin- en witgoedbranche (-21 tot -25%) waar de aanbodcapaciteit in Almere
met meer dan 50% wordt vergroot.
Bij deze berekeningen is geen rekening gehouden met leegstand en met geplande ontwikkelingen in Almere (zie bijlage II) en in de secundaire en tertiaire verzorgingsgebieden (zie bijlagen III en IV).
23
6
Conclusies
6.1
Hoofdvragen
Het advies in dit rapport betreft niet de haalbaarheid of de gewenste branchering
van het Retail Park. De omvang en het thema ‘sport, spel en vrije tijd’ van Retail
Park Almere Poort zijn opgenomen in het bestemmingsplan van Almere Poort
(maart 2007). In dit kader heeft de Gemeente Almere een privaatrechtelijke
overeenkomst met TCN om het Retail Park in Almere Poort te ontwikkelen. Vervolgens is het aan de ontwikkelaars om tot invulling van het Retail Park te komen binnen het thema ‘sport, spel en vrije tijd’. In de inleiding zijn de vraagpunten als volgt geformuleerd:
− in welke context wordt het Retail Park Almere Poort ontwikkeld? Tot deze context behoort zowel het beleidskader, het concurrentieveld in de regio als de
conceptuele invulling van het plan voor het Retail Park;
− Hoe past de ontwikkeling van het Retail Park in de algemene economische
ontwikkeling, met name ook met het oog op de ontwikkeling van de detailhandelsbestedingen, demografische ontwikkeling en de internetontwikkeling?
− welke marktruimte is daarvoor aanwezig?
− Wat zijn de effecten van de ontwikkeling van het Retail Park op de detailhandelstructuur van de gemeente Almere?
Onderstaand zullen deze hoofdvragen achtereenvolgens worden beantwoord.
6.2
Context van de ontwikkeling van het Retail Park in Almere
− Retail Park Almere Poort appelleert aan gemak, beschikt behalve over een uitstekende bereikbaarheid en zichtbaarheid over ruime parkeergelegenheid. De
kern van het aanbod bestaat uit de branches elektronica, wonen, sport en
speelgoed. Aan de bezoekers wordt ook horecagelegenheid geboden. Verwacht
mag worden dat het Retail Park in Poort de koopkrachttoevloeiing naar Almere
zal vergroten;
− In Almere wordt in het komend decennium, zowel in de bestaande als in de
nieuwe stadsdelen van Almere nogal wat winkelruimte toegevoegd aan de bestaande voorraad. Ook in de omliggende provincies zijn nogal wat PDV-GDVontwikkelingen in aanbouw of staan in de planning;
− In de concept detailhandelsnota van Almere (maart 2010) wordt opgemerkt,
dat conform het programmaplan Stadscentrum 2009 het stadscentrum van
Almere gezien dient te worden als hèt centrale winkelcentrum van héél Almere. In deze context kan het retail park in Almere Poort enerzijds gezien worden als een ontwikkeling die de positie van het Stadshart verzwakt. Anderzijds
kan de ontwikkeling ook worden gezien als een versterking van de retailstructuur van Almere omdat het de koopkrachttoevloeiing van buiten de stad vergroot;
− Op dit moment omvat het aanbod voor heel Almere 279.986 m² wvo. Daarvan
is 55.505 m² wvo dagelijkse detailhandel, 94.856 m² wvo recreatieve detailhandel en 109.158 m² wvo doelgerichte detailhandel. De leegstand bedraagt
in Almere 20.467 m² wvo en de marktruimte 8.300 m² wvo. Met als kanttekening dat de leegstand groter is dan de marktruimte. De toename van de leegstand in het afgelopen jaar heeft zich voornamelijk in de recreatieve en doelgerichte sector voor gedaan.
24
6.3
Context van de marktontwikkeling
− Nieuwe projectontwikkelingen moeten vandaag de dag meer en beter in de
context van de marktontwikkelingen worden beoordeeld. Het betreft behalve
de internetontwikkeling de problematiek rond vergrijzing en bedrijfsbeëindiging, de conjunctuur en het probleem van de overcapaciteit van winkelruimte;
− De technologische ontwikkeling – waaronder internet en mobiel – zal de komende jaren veel invloed hebben op de wijze waarop consumenten winkelen
en boodschappen doen. Vast staat dat als gevolg van deze ontwikkeling de
winkelfunctie verandert. Rationeel gezien zijn er veel redenen om op Internet
te kopen, 24 uur beschikbaar oriëntatie- en betaalgemak, eenvoudige zoekmachines etc. Dus er zal een steeds groter beroep worden gedaan op de emotionele en sociale belevingswaarde van winkelen. Merk- en productbeleving,
try and buy etc;
− Als groeistad zal Almere de komende decennia weinig van bevolkingskrimp
merken. Integedeel, volgens het middenscenario van de bevolkingsprognose
van rond de 190.000 inwoners in 2011 naar rond 320.000 inwoners in 2030.
Vergrijzing zal wel invloed hebben op het bestedingspatroon.
− Bezien vanuit de bevolkingsontwikkeling, bieden de regio’s rond Almere, als
onderdeel van de Noordvleugel van de Randstad nog groeipotentieel voor
koopkrachttoevloeiing;
− De ontwikkelingen bieden ook kansen aan Almere als moderne stad, waarin
ruimte wordt geboden in broedplaatsen voor moderne retail (bijvoorbeeld internetbedrijven en ecommerce-gebonden bedrijvigheid, winkels aan huis) en
aan creatieve en innovatieve ondernemers;
− Overcapaciteit van winkelruimte betekent dat uitbreiding van bestaande meters op de ene plek hand in hand moet gaan met afbouw en sanering van
slechte meters op andere plekken. In veel regio’s zijn moeilijke keuzes te maken. De keuzes, bijvoorbeeld voor functiewijzing van winkelgebieden, moeten
gepaard gaan met flankerend beleid, met wet- en regelgeving en een daarbij
behorend instrumentarium. Er zijn instrumenten die op het niveau van de
functionele regio kunnen worden ingezet, zoals ‘zoet en zuur’-afspraken met
ontwikkelaars, ontwikkelingsfondsen, verplaatsingsfondsen en saneringsfondsen etc;
− Voor de ontwikkeling van Retail Park Poort betekent de onvoorspelbaarheid
van de internetontwikkeling, dat rekening moet worden gehouden met alternatieve bestemmingen van de gebouwen op het moment dat de marktomstandigheden dit noodzaken, bijvoorbeeld een woon- en werkbestemming;
− De schaal van het Retail Park is voldoende om regionale trekkracht uit te oefenen, maar wel onder de eis van innovatie. Daarbij zouden onderdelen als
educatie, presentatie, training, demonstratie, merkbeleving, show & tell en
experience hun plaats moeten krijgen. Er zou moeten worden ingespeeld op
de veranderende functies die aan fysieke winkels onder invloed van het internetwinkelen moet worden toegekend. Ook voor toekomstgerichte stadsdistributie zou – ten behoeve van de ontlasting van de stad en het verbeteren van
de bereikbaarheid – plaats kunnen worden ingeruimd evenals voor het afhalen
en retourneren van internetaankopen.
25
6.4
Marktruimte van het retail park Almere
− In het bestemmingsplan van het Olympiakwartier Almere Poort (maart, 2007)
is (minimaal) 27.000 m² detailhandel en 3.000 m² ‘horeca en een hotel en
dergelijke’ opgenomen;
− Eventuele consequenties van de vestiging van het retail park in Poort voor
andere retaillocaties in Almere (waaronder het Stadshart) worden door de
gemeente Almere geaccepteerd;
− Het Retail Park Poort heeft een bruto winkelvloeroppervlakte van 30.000 m²
bvo;
− Uit de referentiebeelden blijkt, dat retail parken ruim 90% van de omzet verkrijgen uit een gebied met een straal van maximaal 30 autominuten rond de
locatie. Ongeveer de helft van de omzet komt uit de eigen gemeente. Wanneer deze referentiegegevens ook voor Almere worden aangehouden, kan Almere – met 191.495 inwoners in 2011 – als het primaire verzorgingsgebied
worden gezien;
− Op basis van vraag- en aanbodgegevens is uitgegaan van een omzetverwachting voor het retail park van 50 tot 60 miljoen euro/jaar. Daarvan is 5 tot 6
miljoen euro afkomstig van inwoners uit een (tertiair) verzorgingsgebied op
meer dan 30 autominuten van het retail park, vervolgens € 23-27 miljoen
(45% van de omzet) afkomstig van inwoners van Almere (primair verzorgingsgebied) en eveneens € 23-27 miljoen van inwoners uit het secundair
verzorgingsgebied tot 30 autominuten.
6.5
Economische effecten van het Retail Park Poort
− De vestiging van een retail park in Almere Poort heeft zowel positieve als negatieve economische effecten;
− Positief is een koopkrachttoevloeiing van 28 tot 33 miljoen van buiten de regio
naar Almere;
− Bij een gemiddelde arbeidsproductiviteit van 270.000 €/fte levert het retail
park een werkgelegenheid op van 185 tot 225 full time arbeidsplaatsen per
jaar. Dit levert jaarlijks een hoeveelheid extra werkgelegenheid voor Almere
van 85 tot 100 full time arbeidsplaatsen;
− Het negatieve effect op de omzet van de bestaande detailhandel waarbij rekening wordt gehouden met de aanwezige onder- of overcapaciteit van het aanbod is gemiddeld genomen -9 tot -11%. Het grootst is het effect op de bruinen witgoedbranche (-21 tot -25%) waarvan de aanbodcapaciteit in Almere
met meer dan 50% wordt vergroot;
− Deze negatieve effecten doen zich gemiddeld genomen in gelijke mate voor,
voor alle winkels in de desbetreffende branches in Almere. Aangenomen is
namelijk dat heel Almere tot het primaire verzorgingsgebied van het retail
park behoort. Van deze effecten op de grotere centra in Almere (Stadshart,
Doemere, Buitenmere) zal geen structuurverstoring uitgaan. Wel kunnen zij
leiden tot faillissementen van individuele winkels;
− Bij deze berekeningen is geen rekening gehouden met leegstand en met geplande ontwikkelingen in Almere en in de secundaire en tertiaire verzorgingsgebieden.
26
.
Bijlage I Ontwikkeling aanbod winkelaanbod
2000-2010
Figuur I.1
Ontwikkeling m² wvo totale aanbod per stadsdeel 2000 – 2010 (incl. leegstand)
100.000
90.000
80.000
70.000
60.000
50.000
40.000
30.000
20.000
10.000
0
2000
2001
2002
Haven
Figuur I.2
2003
Stad
2004
2005
Stadscentrum
2006
2007
Buiten
2008
Poort
2009
2010
Hout
Ontwikkeling m² wvo dagelijks per stadsdeel (2000 – 2010)
20.000
18.000
16.000
14.000
12.000
10.000
8.000
6.000
4.000
2.000
0
2000
2001
2002
Haven
2003
Stad
2004
2005
Stadscentrum
2006
Buiten
2007
2008
Poort
2009
2010
Hout
27
Figuur I.3
Ontwikkeling m² wvo niet-dagelijks per stadsdeel (2000 – 2010)
90.000
80.000
70.000
60.000
50.000
40.000
30.000
20.000
10.000
0
2000
2001
2002
Haven
28
2003
Stad
2004
2005
Stadscentrum
2006
Buiten
2007
2008
Poort
2009
Hout
2010
Bijlage II Uitbreidingsplannen 2009 - 2015
Stadsdeel
segment
plannen
realisatie
plannen
2009-2015
in 2009
2010-2015
Haven
Stadsdeelcentrum
dagelijks
400
0
400
De Wierden
dagelijks
1.200
0
1.200
dagelijks
1.600
0
1.600
1.200
Stad
Korte Promenade
Noorderplassen
dagelijks
1.200
0
‘t Circus
recreatief
9.600
9.600
0
Metropool
recreatief
4.800
0
4.800
Noorderplassen
recreatief
400
0
400
Blok 5.2
recreatief
12.800
0
12.800
Buiten
BuitenMere/Blok 9,13 en 14
dagelijks
5.240
2.370
2.870
Buiten Oost
dagelijks
2.240
0
2.240
Van Eesterenplein
dagelijks
320
0
320
BuitenMere (HEMA)
recreatief
2.100
2.100
0
Koppelgebied/Blok 9 en 14
recreatief
11.520
0
11.520
Buiten Oost
recreatief
560
0
560
BuitenMere
recreatief
9.240
0
9.240
Europakwartier
dagelijks
1.200
1.200
0
Homeruskwartier
dagelijks
2.240
0
2.240
Columbuskwartier
dagelijks
2.000
0
2.000
Olympiakwartier West
dagelijks
9.600
0
9.600
Almere strand
dagelijks
1.040
0
1.040
Europakwartier
recreatief
6.160
0
6.160
Olympiakwartier Oost
recreatief
24.000
0
24.000
Olympiakwartier West
recreatief
4.800
0
4.800
Almere strand
recreatief
11.520
0
11.520
Poort
Hout
Hout Noord
dagelijks
3.400
0
3.400
Hout Noord
recreatief
2.760
0
2.760
29
Bijlage III PDV – GDV locaties in aanbouw
Provincie
Stad
Project
Type
Branches
Metrage
Noord
Amsterdam
Westerpoort fase 2
Nieuwbouw
Huis tuin
18.000
PDV
keuken
Holland
WC Oostpoort
Nieuwbouw
18.000
GDV
Zaandam
Bruynzeelfabrieken
Herontwikkeling
20.000
GDV
Utrecht
30
Amersfoort
Eemplein
Centrum
15.000
Bijlage IV Plannen voor PDV – GDV locaties
Provincie
Stad
Project
Type
Noord Holland
Amsterdam
Centrumgebied Noord
Nieuwbouw volumineus
Amsterdam
Food Center
Groothandelsmarkt
Amsterdam
Getz
Themacentrum
Amsterdam
Houthavens
Nieuwbouw PDV
Amsterdam
Sport Plaza
Nieuwbouw
Alkmaar
Overstad overig
Nieuwbouw PDV
25.000
2027
Alkmaar
Shopping Mall
Regionale Mall
55.000
2016
Castricum
WC Geesterduin
Nieuwbouw PDV
16.500
2012
Haarlem
Slachthuisbuurt
Nieuwbouw volumineus
5.000
2012
Hoorn
Run Shopping Center
Uitbreiding RSC
25.000
n.n.b.
Zaandam
Zuiderpoort
Uitbreiding PDV
21.600
n.n.b.
Utrecht
Utrecht
Ikea
Uitbreiding
20.000
n.n.b.
Gelderland
Apeldoorn
Omnisportcentrum
Nieuwbouw PDV-GDV
12.000
2012
Harderwijk
Thema wonen en vt
Uitbreiding PDV
15.000
n.n.b.
Harderwijk
Waterfront
Nieuwbouw VT
Overijssel
Branches
Food
Metrage
Oplevering
23.000
2018
16.000
n.n.b.
21.000
n.n.b.
5.000
Sport
Wonen
Wonen en VT
Kampen
Thema Melmerpark
Nieuwbouw PDV-GDV
Zwolle
Ikea Zwolle
Nieuwbouw
Zwolle
Spoolderwerk
Nieuwbouw PDV
Wonen
31
20.000
2018
n.n.b.
5.000
2016
25.000
2012
32.000
2012
20.000
2014
32
Zuid Holland
Flevoland
Zwolle
Woonboulevard
Nieuwbouw PDV
Wonen
25.000
2014
Alphen Rijn
Factory Outlet fase 1
Nieuwbouw FOC
Mode, sport etc.
21.000
n.n.b.
Alphen Rijn
Factory Outlet fase 2
Uitbreiding FOC
Mode, sport etc.
10.000
n.n.b.
Leiderdorp
Ikea Bospoort
Nieuwbouw
22.000
n.n.b.
Zoetermeer
FOC, PDV, GDV
Nieuwbouw Bleizo
60.000
n.n.b.
40.000
2025
Almere
Hout Noord A6 Park
Thematisch volumineus
Almere
Poort Olympia West
Thematisch GDV
Wonen
30.000
2016
Almere
Poort Olympia Oost
Thematisch GDV
30.000
2012
Zeewolde
Themacentrum
Nieuwbouw PDV-GDV
22.000
n.n.b.
Bijlage V Bepaling marktruimte Almere 2011
Omzet
Omzet
Beste-
Beste-
Beste-
Omzet-
Omzet
Omzet
Omzet
Haal-
Locatus
Over(+)
per
incl.
dingen
dingen
dingen
Mutatie
2011
2011
2011
baar
2011
onder(-)
hoofd
BTW
per
inwoners
na toe-
2010
incl.
per m²
per m²
aanbod
capaci-
inwoner
Almere
en af-
(%)
BTW
(excl.
(incl.
2011
teit 2011
Almere
2009
vloeing
BTW)
BTW)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
(8)
excl.
BTW
(0)
Totaal dagelijks
(1)
(9)
(10)
(11)
2.210
2.380
2.344
448,9
444,3
+ 1,1
449,2
6.900
7.431
60.447
55.505
- 4.942
110
131
127
24,3
25,9
+ 2,3
26,5
2.520
3.542
7.480
9.025
+ 1.545
Mode, kleding, schoenen
590
702
681
130,4
139,1
- 0,3
138,7
2.580
3.627
38.241
39.530
+ 1.289
Juwelier, huishoudelijk, fiets
190
226
219
41,9
44,7
+ 3,0
46,0
1.810
2.544
18.098
16.099
- 1.999
Sport, spel, hobby, media
250
298
288
55,2
58,8
+ 2,3
60,2
2.330
3.275
18.367
18.411
+ 44
Bruin- en witgoed
220
262
254
48,6
51,9
+ 0,3
52,1
4.360
6.128
8.495
8.727
+ 232
Overig
100
119
115
22,0
23,5
+ 2,3
24,0
1.940
2.727
8.816
7.320
- 1.496
1.460
1.738
1.684
322,4
343,9
+ 1,1
347,5
2.490
3.500
99.497
99.112
- 385
70
83
80
15,3
15,4
- 2,0
15,1
570
678
22.260
25.142
+ 2.882
Doe-het-zelf
230
274
266
50,9
51,2
- 4,1
49,1
1.420
1.690
29.053
26.757
- 2.296
Wonen
380
452
439
84,1
84,4
- 4,3
80,8
1.200
1.428
56.562
55.003
- 3.559
Totaal doelgericht
680
809
785
150,3
151,0
- 4,0
145,0
1.101
1.310
107.875
104.902
- 2.973
4.350
4.927
4.831
921,6
939,2
+ 0,3
941,7
2.900
3.516
267.819
259.519
- 8.300
20.467
+20.467
4.350
4.927
4.831
921,6
939,2
+ 0,3
941,7
2.900
3.516
267.819
279.986
+12.167
Warenhuis
Totaal recreatief
Tuincentra
Subtotaal
Leegstand
Totaal
33
Toelichting bij tabel
Kolom
Toelichting
0
Bron HBD (2010), Omzetkengetallen ten behoeve van ruimtelijk-economisch onderzoek
1
BTW voedingsmiddelen 6%, overige productgroepen 19%
2
Correctie voor relatieve inkomen inwoners Almere: dagelijks (x 2457/2495), recreatief (x 1730/1783) doelgericht (x 757/780)
3
Totale bestedingen in miljoen € (incl. BTW) van 191.494 inwoners van Almere in 2011
4
Binding en afvloeiing in %: dagelijks (98/1), recreatief (96/10) en doelgericht (95,4/5)
5
Mutatie 2010 t.o.v. 2009. Bron CBS, persbericht 13 mei 2011. Tuincentra geschat; warenhuizen, sport en overig berekend
6
Omzetraming miljoen € (incl. BTW) op basis van besteding in 2010 en aantal inwoners in 2011
7
Bron: HBD (zie kolom 0)
8
BTW voedingsmiddelen 6%, overige productgroepen 19%; vloerproductiviteit recreatief: 3.500 €/m²(x 3500/2490)
9
Kolom (6)/(9)
10
Bron: Locatusonline.com, juni 2011
11
Kolom (10) - (9)
Bijlage VI Voorbeeldbranches binnen thema
sport, spel en vrije tijd
Volgens opgave van de gemeente op basis van het bestemmingsplan (niet limitatief).
Sport en bodycare
Buitensport en outdoor
Watersport
Rijwielen
Sportspecialty
Sport (incl. sport modisch)
Campingsport
Hengelsport
Dierenspeciaalzaak
Baby/kind
Drogist en parfumerie
Persoonlijke verzorging
Lifestyle (mode, schoenen, lederwaren, optiek)
Spel (communicatie en edutainment) en vrije tijd
Speelgoed
Modelbouw/vliegers
Electronica
Bruin- en witgoed
Wonen/woninginrichting
Huishoudelijke artikelen
Kookstudio/winkel
Boekhandel
Muziekinstrumenten
Beeld- en geluidsdragers
Foto/film
Software en games
Autoelectronica en automotive
Kantoorartikelen
Doe-het-zelf/bouwmarkt
Tuincentrum
35
Ten behoeve van het uitwerkingplan
In het retailpark is een veelvoud van functies van detailhandel mogelijk. Het mag verwacht worden
dat er ook een menging van functies zal komen. Om die reden wordt er voor de parkeernorm
gekozen voor een gemiddelde van de CROW parkeerkencijfers die mogelijk in dit gebied kunnen
vestigen.
De bron voor de te gebruiken parkeerkencijfers waarop de parkeerbalans gebaseerd wordt, is de
CROW publicatie ‘Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie’ uit 2012. Almere is volgens het CBS
een categorie 2 gemeente, sterk stedelijk. Het gebied is goed bereikbaar met het openbaar
vervoer. Om die reden wordt er gesteld dat het in de ‘schil centrum’ ligt.
De parkeernorm voor de detailhandel is gebaseerd op de onderstaande tabel.
Parkeerkencijfers per 100m2
bvo
schil centrum
aandeel
bezoekers
min.
max.
gem.
Bruin- en witgoedzaken
4,8
6,3
5,6
92%
Woonwarenhuis/woonwinkel
1,3
1,8
1,6
91%
Bouwmarkt
1,5
2
1,8
87%
Winkelboulevard
3,2
3,7
3,5
94%
2,7
3,5
3,1
Gemiddelde:
Voor de gedachte horeca en leisure formules zijn geen parkeerkencijfers voorhanden waarop een
parkeernorm gebaseerd zou kunnen worden. Hiervoor wordt daarom de parkeernorm voor
detailhandel uit het bestemmingsplan gebruikt.
In de normering en aanwezigheidspercentages voor de Topsporthal zitten zowel de breedtesporthal
als de topsporthal. De breedtesporthal zal tijdens grootschalige evenementen niet in gebruik zijn
voor andere activiteiten. Hetzelfde geldt andersom, als de breedtesporthal in gebruik is, dan zal er
geen groot evenement zijn.
Bij de gebiedsontwikkeling moet met behulp van een dynamische parkeerbalans bijgehouden
worden hoe de ontwikkeling van parkeerbehoefte en parkeeraanbod is. Zo kan er wanneer nodig
bijgestuurd worden.
Het resultaat uit de parkeerbalans is als volgt:
parkeerrealisatie TOP‐sporthal Retail Zwembad totaal theoretische parkeervraag 663 1294 104 2061 Parkeervraag op maatgevend moment In het plan 663 0 1227 1391 78 104 1968 1495 In het plangebied is een tekort aan parkeerplaatsen, 473 stuks, op het maatgevende moment
(zaterdag middag). Op de westelijke kavel naast de Topsporthal ligt een reservering voor een
parkeergarage. Hierin zit ook het parkeren voor het zwembad. Door monitoring van de
parkeercapaciteit i.r.t. de parkeervraag kan bepaald worden wanneer van deze reservering gebruik
gemaakt moet worden. Het bovenstaande theoretische tekort kan op basis van de situatie dan
worden opgelost.
Parkeerbalans Olympiakwartier Almere
Planonderdeel
Topsporthal
Omvang
3315
eenheid
zitplaatsen
parkeernorm eenheid
0,2
per zitplaats
benodigd aantal parkeerplaatsen Normering volgens
663
CROW
Retail Park Olympiakwartier
PDV
horeca/leisure
bedrijfswoningen
Zwembad
zwembad
2 sporthallen
Aanwezigheidspercentages gebruikers
Topsporthal
Retail Park Olympiakwartier
detailhandel
horeca/leisure
bedrijfswoningen
Zwembad
zwembad
2 sporthallen
Parkeerbehoefte per voorziening
per moment
Topsporthal
Retail Park Olympiakwartier
detailhandel
horeca/leisure
bedrijfswoningen
Zwembad
zwembad
2 sporthallen
Totale parkeerbehoefte per dagdeel
totale parkeercapacteit
33000
5500
3
m2 bvo
m2 bvo
stuks
525
1700
m2 bassin
m2 bvo
100 m2 bvo
100 m2 bvo
per woning
10
3
100 m2 bassin
100 m2 bvo
koopavond
90%
1023
267
4
Special (CROW)
bestemmingsplan Almere Poort
bestemmingsplan Almere Poort
53
51
CROW
CROW
ochtend
30%
middag
50%
avond
100%
30%
30%
100%
70%
70%
100%
20%
100%
100%
70%
100%
100%
100%
75%
100%
0%
100%
100%
0%
75%
100%
30%
30%
100%
50%
50%
100%
30%
90%
75%
75%
50%
50%
75%
75%
zaterdagmiddag
100%
zaterdagavond
90%
zondagmiddag
85%
199
332
parkeerbehoefte
koopavond
zaterdagmiddag zaterdagavond
zondagmiddag
663
597
663
597
564
307
80
4
716
187
4
205
267
4
716
267
4
1023
200
4
0
267
4
0
200
4
16
15
621
53
26
1317
26
51
1216
16
46
1646
39
38
1968
26
26
920
39
38
846
1495
1495
1495
1495
1495
1495
1495
874
178
279
‐151
‐473
575
649
ochtend
middag
Overschot / tekort
parkeerrealisatie
TOP‐sporthal
Retail
Zwembad
totaal
3,1
4,85
1,35
theoretische parkeervraag
663
1294
104
2061
avond
Parkeervraag op maatgevend moment
In het plan
663
0
1227
1391
78
104
1968
1495
473 theoretisch tekort
Bepaling parkeernorm
detailhandel
Parkeerkencijfers per 100m2 bvo
schil centrum
aandeel
bezoekers
min.
max.
gem.
4,8
6,3
5,6
92%
Woonwarenhuis/woonwinkel
1,3
1,8
1,6
91%
Bouwmarkt
1,5
2
1,8
87%
Winkelboulevard
3,2
3,7
3,5
94%
2,7
3,5
3,1
Bruin- en witgoedzaken
Gemiddelde:
Uitgangspunten
Almere valt onder de CROW categorie 'sterk stedelijk'
De locatie bevindt zich in de 'schil centrum' vanwege de goede OV‐bereikbaarheid
Gemeente Almere
Dienst Stedelijke Ontwikkeling
Akoestisch onderzoek
Uitwerkingsplan
Akoestisch
onderzoek
Olympiakwartier,
AlmereKustzoPoort
Stadhuisplein 1
Postbus 200
1300 AE Almere
Telefoon (036) 539 99 11
Fax (036) 539 99 12
www.almere.nl
ne Almere Haven
weg- en railverkeerslawaai
Bestemmingsplan
De Laren
Datum
29 april 2013
Kenmerk
DSO/Ruimte/2013/AO004
Auteur
A.M. Kraaijeveld
Versie
1.1
Pagina
1/19
Inhoud
Inhoud 2
1.
Inleiding
3
2.
2.1
2.2
Wettelijk kader
Algemeen
Wegverkeerslawaai
Normen wegverkeerslawaai
Voorwaarden voor ontheffing
Artikel 110g Wet geluidhinder
Railverkeerslawaai
Algemeen
Normen railverkeerslawaai
Cumulatie
4
4
5
5
5
5
6
6
6
7
2.2.1
2.2.2
2.2.3
2.3
2.3.1
2.3.2
2.4
3.1
3.2
3.3
3.4
Bestemmingsplan, beschikking hogere waarden,
Wegaanpassingsbesluit A1/A6, Tracébesluit A6 en Tracébesluit
OVSAAL
Bestemmingsplan Almere Poort en beschikking hogere waarden
Wegaanpassingsbesluit A1/A6
Tracébesluit A6
Tracébesluit OVSAAL
8
8
9
10
11
4.
4.1
4.2
4.3
Uitgangspunten en onderzoeksopzet
Ligging plangebied en relevante wegen
Berekeningen en Rekenmodel
Verkeersgegevens
13
13
14
15
5.
Resultaten en beoordeling wegverkeerslawaai
17
6.
Conclusie
18
3
Bijlage(n)
1.
Begrippen
2.
Overzicht van het rekenmodel
3.
Invoergegevens rekenmodel
4.
Rekenresultaten
Pagina 2/19
1.
Inleiding
In opdracht van het gebiedsteam Poort & Hout is een akoestisch onderzoek uitgevoerd voor het uitwerkingsplan Olympiakwartier in Almere
Poort.
In het op 5 februari 2009 in werking getreden bestemmingsplan Almere
Poort hebben centrumgebied Olympiakwartier West, centrumgebied
Olympiakwartier Oost en kantoorgebied Olympia Officepark een uit te
werken bestemming. In het bestemmingsplan zijn op globaal detailniveau de akoestische gevolgen in het plangebied onderzocht. Voor geheel
Almere Poort zijn vervolgens voor ca. 4.000 woningen hogere waarden
in verschillende geluidsbelastingklassen vastgesteld voor zowel weg- als
spoorweglawaai.
Om bouwtitel te verkrijgen en de gewenste ontwikkeling van het gebied
daadwerkelijk te kunnen realiseren is het nodig een uitwerkingsplan te
maken. Het uitwerkingsplan omvat de gebieden Olympiakwartier West
en centrumgebied Olympiakwartier Oost. In deze twee gebieden wordt
het mogelijk gemaakt om in totaal 1.380 woningen te realiseren tot een
hoogte van 45 meter, waarbij de mogelijkheid wordt geboden om lokaal
tot een hoogte van 90 meter te bouwen.
In en om het plangebied bevinden zich gezoneerde verkeerswegen en
een spoorlijn waardoor op grond van de Wet geluidhinder een akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd. In dit rapport is de werkwijze
en de resultaten van dit onderzoek weergegeven.
In hoofdstuk 2 is het wettelijk kader beschreven. Hoofdstuk 3 geeft inzicht in het bestemmingsplan Almere Poort en de vastgestelde hogere
waarden die gelden in het plangebied. De onderzoeksopzet en de uitgangspunten voor de berekeningen, waaronder de verkeersgegevens zijn
weergegeven in hoofdstuk 4. De resultaten van de geluidberekeningen
en beoordeling zijn opgenomen in hoofdstuk 5. In hoofdstuk 6 zijn de
conclusie weergegeven. In bijlage 1 worden de begrippen uitgelegd. De
figuren zijn opgenomen in bijlage 2 en de invoergegevens in bijlage 3. In
bijlage 4 zijn de rekenresultaten opgenomen.
Pagina 3/19
2.
2.1
Wettelijk kader
Algemeen
De Wet geluidhinder (Wgh) is alleen van toepassing binnen de wettelijke vastgestelde zone van een weg. De breedte van de geluidzone voor
wegverkeer is geregeld in artikel 74 Wgh en is afhankelijk van het aantal
rijstroken van de weg en het type weg ( binnenstedelijk of buitenstedelijk). Buiten de zones worden geen eisen gesteld. Een weg is niet zoneplichtig indien er sprake is van:
• ligging binnen een woonerf;
• een maximum snelheid van 30 km/uur.
Tabel 2.1 geeft een overzicht van de breedte van de geluidszones in verschillende situaties.
Tabel 2.1: Breedte van geluidszones stedelijk gebied
Soort gebied
Stedelijk gebied
Buitenstedelijk gebied
Aantal rijstroken
1 of 2
3 of 4
1 of 2
3 of 4
5 of meer
Zonebreedte [m]
200
350
250
400
600
Voor railverkeer geldt er een zone op grond van artikel 1.4a van het Besluit geluidhinder. Ter plaatse van Almere Poort geldt een zone van 600
m vanwege de Flevolijn.
Binnen de zone van dient een akoestisch onderzoek plaats te vinden
naar de geluidbelasting op de binnen de zone geprojecteerd geluidsgevoelige bestemmingen. Bij het berekenen van de geluidbelasting wordt
de Lden waarde in dB bepaald.
De Lden waarde is het energetisch en naar tijdsduur van de beoordelingsperiode gemiddelde van de volgende waarden:
• het geluidsniveau in de dagperiode (tussen 7.00 en 19.00 uur);
• het geluidsniveau in de avondperiode (tussen 19.00 en 23.00 uur) + 5
dB;
• het geluidsniveau in de nachtperiode (tussen 23.00 en 07.00 uur) + 10
dB.
Pagina 4/19
2.2
Wegverkeerslawaai
2.2.1
Normen wegverkeerslawaai
Artikel 82 tot en met 85 van de Wet geluidhinder geven nadere uitleg
over de geluidbelasting in zogenaamde “Nieuwe situaties” (er dient een
bestemmingsplanprocedure te worden gevolgd). De voorkeurswaarde
bedraagt 48 dB. Is de geluidbelasting lager dan 48 dB dan legt de Wet
geluidhinder geen restricties op aan het plan. Wordt deze overschreden
dan kan door het college van burgemeester en wethouders een hogere
waarde worden vastgesteld.
Als de geluidbelasting lager is dan de maximale ontheffingswaarde, kan
de gemeente ontheffing verlenen indien maatregelen gericht op het terugbrengen van de geluidbelasting tot de voorkeurswaarde van 48 dB,
op overwegende bezwaren stuiten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard.
Voor nog niet-geprojecteerde woningen in een stedelijk gebied gelden
de volgende normen:
• Voorkeurswaarde: 48 dB
• Maximale ontheffingswaarde: 63 dB
• Maximale ontheffingswaarde (vervangende nieuwbouw): 68 dB.
2.2.2
Voorwaarden voor ontheffing
Het vaststellen van hogere waarden is mogelijk in die gevallen waarin de
toepassing van maatregelen, gericht op het terugbrengen van de te verwachten geluidsbelasting tot 48 dB onvoldoende doeltreffend zal zijn,
dan wel bezwaren ontmoet van stedenbouwkundige, verkeerskundige,
vervoerskundige landschappelijke of financiële aard. Als voorwaarde
geldt bovendien dat een geluidsniveau van 33 dB of minder binnen de
betreffende woningen (geluidsgevoelige ruimten) in alle gevallen moet
zijn gewaarborgd.
2.2.3
Artikel 110g Wet geluidhinder
Artikel 110g van de Wet geluidshinder biedt de mogelijkheid het resultaat van berekening en meting van de geluidbelasting vanwege wegverkeer met maximaal 5 dB te verlagen alvorens de waarden te toetsen aan
de (voorkeurs)waarden.
De hoogte van de aftrek is geregeld in artikel 3.4 en artikel 3.5 van het
‘Reken en meetvoorschrift geluid 2012’. Op basis van dit voorschrift
mag voor wegen met een representatieve snelheid van 70 km/uur of
Pagina 5/19
meer, een aftrek van 2 dB worden toegepast en voor wegen met een
snelheid lager dan 70 km/uur 5 dB.
Akoestisch relevant jaar
Bij het berekenen van de geluidsbelasting moet worden uitgegaan van de
geprognosticeerde verkeerscijfers in het maatgevende jaar: het akoestisch
relevante jaar. Tenzij de geplande ontwikkelingen aanleiding geven tot
een duidelijk maatgevend jaar, wordt uitgegaan van de situatie (tenminste) 10 jaar na plandatum. Op deze wijze wordt bij de berekeningen rekenschap gehouden met de autonome groei van het verkeer. Omdat Almere op termijn zal groeien is voor de berekeningen uitgegaan van het
akoestisch relevante jaar 2030. Voor dit jaar is een milieumodel opgesteld op basis van het verkeersmodel voor het jaar 2030 waarbij ontwikkelingen zoals de Schaalsprong en de verdubbeling van de A6 zijn meegenomen. De verkeersgegevens zijn ontleend aan dit gemeentelijk milieumodel (geactualiseerd in 2012).
2.3
Railverkeerslawaai
2.3.1
Algemeen
De Wgh is alleen van toepassing binnen de wettelijke vastgestelde zone.
Op grond van artikel 1.4a van het Besluit geluidhinder geldt er ter
plaatse van Almere Poort een zone van 600 m vanwege de Flevolijn.
2.3.2
Normen railverkeerslawaai
Artikel 4.9 tot en met 4.12 en artikel 5.3 van het Besluit Geluidhinder
geven nadere uitleg met betrekking tot de geluidbelasting in "Nieuwe
situaties". De zogenaamde voorkeurswaarde voor woningen bedraagt 55
dB. Is de geluidbelasting lager dan 55 dB dan legt de Wet geluidhinder
geen restricties op aan het onderhavige plan. Wordt deze voorkeurswaarde overschreden dan dient een hogere waarde te worden vastgesteld.
Indien de geluidbelasting lager is dan de maximale ontheffingswaarde,
kan een ontheffing worden verleend indien maatregelen gericht op het
terugbrengen van de geluidbelasting tot de voorkeursgrenswaarde van
55 dB, op overwegende bezwaren stuiten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard.
Voor nog niet-geprojecteerde woningen, gelden de volgende normen:
• Voorkeurswaarde : 55 dB
• Maximale ontheffingswaarde : 68 dB.
Pagina 6/19
2.4
Cumulatie
In artikel 110f van de Wet geluidhinder is aangegeven dat met het vaststellen van een hogere waarde rekening moet worden gehouden met het
cumulatieve effect vanwege verschillende geluidbronnen. Hierbij worden alleen geluidbronnen meegenomen waarvan de geluidsbelasting de
voorkeursgrenswaarde overschrijdt.
Op basis van artikel 1.4 van het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012
is in hoofdstuk 2 van bijlage I een speciale rekenmethode opgenomen
voor de berekening van de gecumuleerde geluidbelasting, waarbij rekening wordt gehouden met de verschillen in dosiseffect relaties van de
verschillende geluidbronnen. Voor de toepassing van deze rekenmethode moet de geluidbelasting bekend zijn van elke bron, berekend volgens
het voor de betreffende bron geldende voorschrift. De in gevolge artikel
110g van de Wet geluidhinder bij wegverkeerslawaai toe te passen aftrek
wordt bij deze rekenmethode niet toegepast.
In de Wet geluidhinder, noch het Reken- en meetvoorschrift geluid
2012, is aangegeven wanneer sprake is van een onaanvaardbare gecumuleerde geluidsbelasting. Dit is ter beoordeling staat van het bevoegd
gezag.
Pagina 7/19
3
Bestemmingsplan, beschikking hogere waarden, Wegaanpassingsbesluit A1/A6, Tracébesluit A6 en Tracébesluit OVSAAL
3.1
Bestemmingsplan Almere Poort en beschikking hogere
waarden
Het bestemmingsplan Almere Poort is grotendeels een globaal bestemmingsplan. Dit houdt in dat bestemmingen zeer globaal zijn weergegeven. De ligging van geluidsbronnen en geluidsgevoelige bestemmingen
kan daarbij niet worden exact worden aangegeven.
De visie voor geluid en geluidhinder zijn vastgelegd in de “Geluidsnota
Almere Poort” van juni 2002. Op basis van de geluidsnota is een aanvraag voor hogere waarden ingediend bij de provincie Flevoland en heeft
de provincie op 14 oktober 2003 een beschikking hogere grenswaarden
vastgesteld. In de beschikking zijn voor een vastgesteld aantal woningen
per geluidsbelastingsklasse voor weg- en railverkeer hogere waarden
vastgesteld. Een hogere geluidsbelasting wordt aanvaardbaar geacht nadat er een consciëntieuze afweging heeft plaatsgevonden tussen bron-,
overdracht- en ontvangermaatregelen.
In de beschikking is een onderverdeling aangegeven voor het aantal beschikbare woningen waaraan een hogere waarde mag worden toegekend
per gebied, per bron en geluidbelastingklasse. Voor het gebied Olympiakwartier ziet het er als volgt uit:
Tabel 2.2: overzicht afgegeven hogere waarden beschikking provincie
Flevoland
Gebied
Wegverkeer
wegverkeer
railverkeer
Zowel weg- als railverkeer
49-53
54-58
49-53
54-58
54-58
dB
dB
dB
dB
dB
railverkeer
56-58
59-63
64-68
56-58
59-63
64-68
dB
dB
dB
dB
dB
dB
Olympiakwartier west
31
72
35
78
116
42
42
20
Olympiakwartier oost
34
76
49
112
145
6
6
15
65
148
84
190
251
48
48
35
Totaal aantal
woningen
Olympiakwartier
Pagina 8/19
Voor geheel Almere Poort is daarnaast een percentage van ca. 10% aan
woningen opgenomen in de post onvoorzien.
Met het toepassen van hogere waarden worden de voorwaarden in acht
genomen die volgen uit het gemeentelijke geluidbeleid (artikel 3 lid 11
van het bestemmingsplan Almere Poort).
Uit de geluidsnota Almere Poort en het daarbij behorende akoestisch
onderzoek blijkt dat bij het bepalen van het aantal benodigde hogere
waarde woningen er geen rekening is gehouden met de geluidsbelasting
van de A6. Uit de inventarisatie bleek destijds dat ter plaatse van geprognotiseerde woningen in Almere Poort in het prognosejaar werd voldaan aan de voorkeurswaarde uit de Wet geluidhinder.
3.2
Wegaanpassingsbesluit A1/A6
Op 27 augustus 2009 heeft de Minister van Verkeer en Waterstaat, op
basis van artikel 9, eerste lid Spoedwet wegverbreding, het Wegaanpassingsbesluit vastgesteld voor de aanpassing van de A1 en de A6, waarbij
voor het verkeer richting Almere de vluchtstrook tussen de aansluiting
Muiderslot op de A1 en de aansluiting Almere Stad West op de A6
wordt ingericht als spitsstrook, inclusief de verbindingsweg A1/A6 in het
knooppunt Muiderberg. Uit het akoestisch onderzoek bleek dat de geluidsbelasting van de A6 ter plaatse van Olympiakwartier de voorkeurswaarde overschreed en zijn hogere waarden vastgesteld. In tabel 2.3 zijn
deze weergegeven.
Tabel 2.3: vastgestelde hogere waarden Wegaanpassingsbesluit
Pagina 9/19
3.3
Tracébesluit A6
Op 21 maart 2011 is het Tracébesluit weguitbreiding SchipholAmsterdam-Almere (SAA) door de Minister van Infrastructuur en Milieu vastgesteld. Dit Tracébesluit heeft betrekking op de wijziging van
bestaande wegen en knooppunten in de corridor Schiphol-AmsterdamAlmere. Het gaat hierbij om (delen van) de A9, de A2, de A10-oost, de
A1 en de A6 en de knooppunten Holendrecht, Badhoevedorp, Diemen,
Amstel, Muiderberg en Almere.
Met het vaststellen van het Tracébesluit en daarmee de hogere waarden
voor nieuwbouw in Almere Poort, komen de vastgestelde hogere waarden uit het Wegaanpassingsbesluit A1/A6 te vervallen.
De systematiek bij het opstellen van een akoestisch onderzoek in het kader van een Tracébesluit maakt het niet mogelijk om gebiedsgericht hogere waarden te verlenen. Om een passende oplossing te verkrijgen is in
het Tracébesluit hier als volgt mee omgegaan. Voor het berekenen van
de geluidsbelasting in de zone van de A6 zijn zeven waarneempunten in
Almere Poort gelegd. Deze zeven waarneempunten representeren in totaal 233 woningen met een hogere waarde op diverse hoogtes. Deze
waarneempunten zijn vervolgens in het Tracébesluit als hogere waarde
vastgesteld. De vastgestelde hogere waarden zijn in bijlage 3a van het
Tracébesluit aangegeven bij het adres ‘Almere Poort’. In onderstaande
afbeelding is de locatie van deze waarneempunten weergeven.
Pagina 10/19
De waarneempunten 2, 4 en 5 liggen ten westen van de spoorbaan en
vertegenwoordigen woningen in Olympiakwartier west. De waarneempunten 3, 6, 7 en 9 vertegenwoordigen woningen in Olympiakwartier
oost.
In tabel 2.4 wordt een overzicht gegeven van de vastgestelde hogere
waarden die beschikbaar zijn voor Olympiakwartier vanwege de A6.
Voor Olympiakwartier zijn in totaal 233 woningen met een hogere
waarde beschikbaar vanwege de A6.
Tabel 2.4: vastgestelde hogere waarden Tracébesluit SAA t.b.v. Olympiakwartier
Hoogte/Lden 49 50 51 52 53 54 55 56 Totaal
1,5
7,5
16,5
25,5
34,5
43,5
52,5
70,5
88,5
Totaal
3.4
31
1
1
1
10
1 10
9
8
14
1
16
10 11 10
11 1
12
14
4
6
11
11
6
6
17
34 12 41 51 12 26 28 29
10
58
41
21
33
19
17
17
17
233
Tracébesluit OVSAAL
Op 23 november 2011 is het Tracébesluit OVSAAL vastgesteld. Ten
behoeve van het Tracébesluit is een akoestisch onderzoek uitgevoerd.
Voor nog in vullen gebieden waar volgens het bestemmingsplan Almere
Poort geluidsgevoelige bestemmingen kunnen worden gerealiseerd worden maatregelen getroffen zodat overal de toename ten opzichte van de
voormalige toekomstprognose wordt weggenomen.
In het kader van het Tracébesluit zijn hogere waarden vastgesteld. Met
het treffen van geluidmaatregelen wordt bewerkstelligd dat de toekomstige situatie gelijk is aan de akoestische situatie volgens het bestemmingsplan Almere Poort. Dit betekent dat de vastgestelde hogere waarden in stand blijven. Het aantal hogere waarden die voor het bestemmingsplan zijn vastgesteld, zijn integraal overgenomen, met dien verstande dat de aantallen woningen per geluidsklasse zijn gecorrigeerd
voor de woningaantallen waarvoor reeds een bouwvergunning was verleend. Daarnaast zijn de geluidswaarden omgezet naar de actuele dosismaat Lden door een aftrek van 2 dB toe te passen.
Pagina 11/19
Voor geheel Almere Poort zijn voor de niet ingevulde delen de volgende
aantallen woningen per klasse vastgesteld:
-
klasse 56-58 dB: 802
-
klasse 59-63 dB: 622
-
klasse 64-68 dB: 375
Aangezien in Olympiakwartier nog geen woningen zijn gerealiseerd, zijn
voor Olympiakwartier west en oost de in de beschikking van de provincie Flevoland aangegeven hogere waarde woningen voor railverkeer beschikbaar zoals vermeld in tabel 2.2 in paragraaf 3.1, inclusief een post
onvoorzien van 10%.
Pagina 12/19
4.
Uitgangspunten en onderzoeksopzet
4.1
Ligging plangebied en relevante wegen
In figuur 3.1 en 3.2 is de ligging van het plangebied Olympiakwartier
west en oost weergegeven. Ten noorden liggen de gebieden Europakwartier west en oost en het industrieterrein Lagekant, ten oosten ligt de
Elementendreef, ten zuiden het gebied zakenpoort en te westen de
Poortdreef. Door het gebied loopt van noord naar zuid de Flevolijn.
Figuur 3.1: Ligging plangebied Olympiakwartier west en oost
f
ee
Olympia
we
tdr
or
Po
g
Figuur 3.2: globale indeling Olympiakwartier west en oost
Olympia
we
g
Olymp
ialaan
Pagina 13/19
De volgende verkeerswegen in en om het gebied hebben een geluidszone
die volgens de Wet geluidhinder (Wgh) ook in het plangebied liggen:
Railverkeer:
Flevolijn
Wegverkeer:
A6
Busbaan
Elementendreef
Olympialaan
Pierre de Coubertinlaan
Poortdreef
Winterspelenlaan
4.2
Zonebreedte
800 m
600 m
200 m
350 m
200 m
200 m
350 m
200 m
Berekeningen en Rekenmodel
Er is een rekenmodel gemaakt voor het berekenen van de geluidsbelastingen vanwege de relevante gemeentelijke wegen. Met dit model zijn de
poldercontouren bepaald, dat wil zeggen dat er geen rekening is gehouden met toekomstige afscherming door gebouwen.
Voor het uitvoeren van de berekeningen is gebruik gemaakt van het
computerprogramma Geomilieu V2.13. Voor wegverkeerslawaai zijn de
berekeningen uitgevoerd overeenkomstig Standaard rekenmethode II
zoals beschreven in bijlage III van het Reken- en meetvoorschrift geluid
2012. Hierin is voorgeschreven dat met alle factoren die van belang zijn
rekening gehouden wordt, zoals afstandsreducties, reflecties, afschermingen, bodem- en luchtdemping, helling- en kruispuntcorrecties,
hoogteligging van de weg, enzovoorts. Voor wegverkeer dient rekening
te worden gehouden met de samenstelling van het verkeer, wegdektype
en rijsnelheid. De gehanteerde invoergegevens zijn in de volgende paragraven weergegeven.
De geluidsbelastingen in o.a. Olympiakwartier vanwege de Flevolijn en
de A6 zijn onderzocht in het kader van het Tracébesluit OVSAAL en
het Tracébesluit SAA. In de paragraven 3.3 en 3.6 zijn de resultaten van
deze onderzoeken besproken. Vanwege het globale karakter van het bestemmingsplan is er geen toegevoegde waarde om de geluidsbelastingen
vanwege deze twee bronnen wederom te bepalen. Er wordt verwezen
naar de genoemde onderzoeken.
Pagina 14/19
De cumuleerde geluidsbelasting wordt in dit onderzoek niet onderzocht.
Zoals in hoofdstuk 3 is beschreven zijn er voor het plangebied al hogere
waarden vastgesteld.
4.3
Verkeersgegevens
Wegverkeer
De in het onderzoek gehanteerde verkeersgegevens voor de gemeentelijke wegen zijn verstrekt door de afdeling Verkeer & Vervoer van de gemeente Almere voor het jaar 2030. In deze cijfers zijn de ontwikkelingen
van de Schaalsprong meegenomen. De verkeersgegevens zijn afgeleid
uit het verkeersmodel zoals in 2012 is verschenen.
In tabel 3.1 zijn de gehanteerde verkeersgegevens van de relevante wegen weergegeven.
Pagina 15/19
Tabel 3.1: Overzicht verkeersgegevens
Wegvak
Etmaalintensiteit
Wegdek
2030
Snelheid
Periode
[km/u]
(lmvt/mzw/zw)*
[%]
2030
GRA**
Busbaan (ten noorden
Uurintensiteit
50
Olympiakwartier)
Ten westen spoorbaan
300,00
dag
3,4
avond
14,3
0/100/0
87/13/0
Ten oosten spoor-
800,00
nacht
0,4
dag
3,4
avond
14,3
baan
0/100/0
Busbaan
Evenwijdig aan
GRA**
50
500,00
0/100/0
spoorbaan door
Olympiakwartier
Elementendreef
Olympialaan
87/13/0
4.183,00
3.702,00
GRA**
GRA**
50
nacht
0,4
0/100/0
dag
6,3
95,6/2,8/1,6
avond
4,2
89,7/0,9/0,5
nacht
0,9
96,1/2,6/1,3
50
7,1
dag
Pierre de Coubertin-
GRA**
Poortdreef – spoorbaan
97,7/1,3/1,1
nacht
0,5
96,7/1,8/1,5
7,1
dag
avond
2,7
99,2/0,4/0,4
nacht
0,5
dag
6,3
96,8/2,1/1,2
avond
4,2
99,0/0,6/0,3
nacht
0,9
97,2/1,9/1,0
dag
7,1
97,7/1,3/1,0
avond
2,7
97,8/1,3/0,9
nacht
0,5
96,8/1,9/1,3
3.345,00
99,2/0,4/0,4
Spoorbaan - Elementendreef
4.654,00
Poortdreef
24.992,00
Winterspelenlaan
2,7
50
laan
97,6/1,3/1,1
avond
5.632,00
98,9/0,6/0,6
GRA**
GRA**
50
50
* m.v.t. = motorvoertuigen (licht, middelzware en/of zwaar)
** GRA = geluidsreducerend asfalt, reductie min. 3 dB t.a.v. referentie wegdek conform bestemmingsplan
Almere Poort
Pagina 16/19
5.
Resultaten en beoordeling wegverkeerslawaai
In figuur 4.1 zijn de geluidcontouren weergeven van de gezoneerde wegen op een waarneemhoogte van 10 m, exclusief de A6. Uit de figuur
blijkt dat de geluidsbelasting langs de randen van het plangebied hoger
is dan de voorkeurswaarde van 48 dB.
Langs de Poortdreef ligt ter plaatse van de eerstelijns bebouwing de geluidsbelasting in de klasse 53 – 58 dB. Aan de noordzijde zorgt met name de Pierre de Coubertinlaan voor een geluidsbelasting in de klasse 48
– 53 dB. De busbaan ten noorden en door het plangebied heeft een beperkte invloed op de geluidsbelasting. De 48 dB contour van de Elementendreef ligt ook over de eerstelijns bebouwing. Hier zijn echter
geen geluidgevoelige functies gepland maar een retailpark. Aan de zuidzijde van het plangebied geeft de Olympialaan ten slotte een geluidsbelasting op de eerstelijns bebouwing in de klasse 48 – 53 dB. In Olympiakwartier oost geeft de Winterspelenlaan van noord naar zuid een hogere geluidsbelasting dan 48 dB op de eerstelijnsbebouwing.
In de bijlage 4 zijn de resultaten van de berekeningen in de vorm van
contouren op diverse waarneemhoogten van 5 tot en met 40 meter
weergegeven.
Figuur 4.1: geluidcontouren gezoneerde wegen op 10 m hoogte in
2030 (incl. 5 dB aftrek ex. art. 110g Wet geluidhinder)
Pagina 17/19
6.
Conclusie
Het uitwerkingsplan betreft een globaal plan waarin de locatie van toekomstige woningen niet vastligt. Uit het onderzoek blijkt dat de geluidniveaus in het plangebied van verschillende wegen en de Flevolijn boven
de voorkeurswaarden uit de Wet geluidhinder liggen.
De geluidsbelastingen in Olympiakwartier vanwege de A6 zijn onderzocht in het kader van het Tracébesluit SAA. De volgende aantallen hogere waarde woningen per geluidsniveau zijn vastgesteld:
Hoogte/Lden 49 50 51 52 53 54 55 56 Totaal
1,5
7,5
16,5
25,5
34,5
43,5
52,5
70,5
88,5
Totaal
31
1
1
1
10
1 10
9
8
14
1
16
10 11 10
11 1
12
14
4
6
11
11
6
6
17
34 12 41 51 12 26 28 29
10
58
41
21
33
19
17
17
17
233
In het kader van het Tracébesluit OVSAAL zijn de geluidsbelastingen
vanwege de Flevolijn onderzocht. In dit besluit zijn ook hogere waarden
vastgesteld voor woningen per geluidsbelastingklasse in Olympiakwartier.
Daarnaast gelden er de beschikbare hogere waarden voor wegen met
uitzondering van de A6 op grond van de beschikking hogere grenswaarden van de provincie Flevoland. Samengevat zijn voor Olympiakwartier
de volgende hogere waarden beschikbaar, exclusief een post van 10%
onvoorzien:
Gebied
Wegverkeer
wegverkeer
railverkeer
Zowel weg- als railverkeer
49-53
54-58
49-53
54-58
dB
dB
dB
dB
dB
64-68
56-58
59-63
64-68
railverkeer
56-58
59-63
54-58
dB
dB
dB
dB
dB
dB
Olympiakwartier west
31
72
35
78
116
42
42
20
Olympiakwartier oost
34
76
49
112
145
6
6
15
65
148
84
190
251
48
48
35
Totaal aantal
woningen
Olympiakwartier
Pagina 18/19
In dit onderzoek zijn voor de relevante gezoneerde wegen, met uitzondering van de A6, de geluidcontouren bepaalt op waarneemhoogtes van
5 tot 40 meter. Hieruit blijkt dat op de bebouwingsvlakken de geluidsbelasting vanwege de Poortdreef, Pierre de Coubertinlaan, Elementendreef, Olympialaan en Winterspelenlaan op diverse locaties hoger is dan
de voorkeurswaarde van 48 dB.
Bij de nadere invulling van het plangebied dient gedetailleerd onderzoek
te worden uitgevoerd.
Voor iedere omgevingsvergunning voor een geluidgevoelige bestemming
dient een onderzoek te worden uitgevoerd waarin de geluidsbelastingen
van de relevante bronnen wordt bepaald en waaruit blijkt op welke wijze
wordt voldaan aan de geluidsvereisten die volgen uit het bestemmingsplan en de Tracébesluiten.
Bij de projectie van geluidsgevoelige bestemmingen en wegen moet een
consciëntieuze afweging worden gemaakt van de wijze waarop door
bron-, overdrachtmaatregelen of maatregelen bij de ontvanger de geluidsbelasting zo laag mogelijk kan worden gehouden.
Er wordt getoetst of wordt voldaan aan de voorkeurswaarden uit de Wet
geluidhinder of de vastgestelde hogere waarden zoals deze gelden op
grond van het bestemmingsplan Almere Poort en de bijbehorende beschikking hogere grenswaarden, het Tracébesluit OVSAAL en het Tracébesluit SAA. Van de beschikbare en toegekende hogere waarden
wordt een administratie bijgehouden.
Met het toepassen van hogere waarden worden de voorwaarden in acht
genomen die volgen uit het gemeentelijke geluidbeleid (artikel 3 lid 11
van het bestemmingsplan Almere Poort). Bij het uitwerken van het
bouwkundig ontwerp van de woningen dient rekening te worden gehouden met de benodigde karakteristieke geluidwering van de gevel.
Pagina 19/19
Bijlagen
Bijlage 1: begrippen
begrippen
In deze bijlage wordt een omschrijving gegeven van de volgende begrippen:
- het equivalent geluidsniveau
- de Lden waarde
- de voorkeursgrenswaarde
- de hogere waarde (of ontheffingswaarde)
- artikel 110g
Het equivalent geluidniveau
Het equivalent geluidniveau is het energetisch gemiddelde geluidniveau over een periode (tijd). Voor
het bepalen van het equivalent geluidsniveau gaat de Wet geluidhinder uit van 3 perioden:
- dagperiode (7.00 uur – 19.00 uur);
- avondperiode (19.00 uur – 23.00 uur);
- nachtperiode (23.00 uur – 7.00 uur).
Lden-waarde
Door de EU is in het kader van de implementatie van de “richtlijn omgevingslawaai” een nieuwe
wijze van berekening van de geluidbelasting voorgeschreven (Lden-waarde). De naam staat voor:
level – day – evening – night. Deze nieuwe dosismaat heeft als eenheid de dB. Het betekent een soort
gemiddeld geluidniveau, waarbij in de avond 5 dB als straftoeslag wordt bijgeteld en in de nacht 10
dB.
Voorkeursgrenswaarde
De voorkeursgrenswaarde is de geluidbelasting die voor de verschillende bestemmingen op basis van
de Wet geluidhinder in ieder geval toelaatbaar wordt geacht en waarvoor ook geen
geluidsreducerende voorzieningen hoeven te worden getroffen. De voorkeursgrenswaarde voor
wegverkeerslawaai bedraagt 48 dB en voor railverkeerslawaai 55 dB.
Hogere waarde
De maximale hogere waarde, is de maximaal door Burgemeester en Wethouders verleende hogere
waarde op geluidgevoelige bestemmingen. Boven deze ontheffingswaarde is bouwen van
geluidsgevoelige locaties niet mogelijk tenzij er afdoende maatregelen worden getroffen, en de
binnenwaarde wordt gerespecteerd.
Artikel 110g
De berekende geluidbelasting dient te worden getoetst aan bovenstaande normen na aftrek van
Artikel 110g Wet geluidhinder. Dit artikel houdt rekening met het stiller worden van het verkeer.
Deze aftrek bedraagt:
- 2 dB voor wegen waar de maximumsnelheid gelijk is aan, of hoger is dan 70 km/uur;
- 5 dB voor overige wegen.
De aftrek mag alleen worden toegepast bij het toetsen van de geluidsbelasting aan de normstelling en
niet bij het bepalen van het binnenniveau (artikel 3.4 Reken en Meetvoorschrift geluid 2012).
Bijlage 2: overzicht rekenmodel
Bijlage 3: Invoergegevens rekenmodel
Invoergegevens: grid en wegen
Model:
Groep:
Naam
Grid 1
Geluidsmodel 2030 - Wegverkeer - Almere - Olympiakwartier ho=10m
Olympiakwartier - Almere Poort
(hoofdgroep)
Lijst van Grids, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012
Omschr.
Olympiakwartier
Geomilieu V2.13
Hoogte
10,00
Maaiveld
0,62
DeltaX
25
DeltaY
25
29-4-2013 15:21:06
Invoergegevens: grid en wegen
Model:
Groep:
Naam
Geluidsmodel 2030 - Wegverkeer - Almere - Olympiakwartier ho=10m
Olympiakwartier - Almere Poort
(hoofdgroep)
Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012
Omschr.
Elementendreef
Busbaan
Busbaan
Busbaan
Busbaan
ISO H
------
ISO M
------
Hdef.
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Type
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
Cpl
False
False
False
False
False
Cpl_W
1.5 dB
1.5 dB
1.5 dB
1.5 dB
1.5 dB
Elementendreef
------
------
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
False
False
False
False
False
1.5
1.5
1.5
1.5
1.5
Elementendreef
Elementendreef
Elementendreef
Elementendreef
Elementendreef
------
------
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
False
False
False
False
False
Elementendreef
Elementendreef
Elementendreef
Elementendreef
------
------
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
Poortdreef
------
------
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Absoluut
------
------
-------
Elementendreef
Elementendreef
Poortdreef
Pierre de Coubertinlaan
Geomilieu V2.13
Hbron
0,75
0,75
0,75
0,75
0,75
Helling
0
0
0
0
0
dB
dB
dB
dB
dB
0,75
0,75
0,75
0,75
0,75
0
0
0
0
0
1.5
1.5
1.5
1.5
1.5
dB
dB
dB
dB
dB
0,75
0,75
0,75
0,75
0,75
False
False
False
False
False
1.5
1.5
1.5
1.5
1.5
dB
dB
dB
dB
dB
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
False
False
False
False
False
1.5
1.5
1.5
1.5
1.5
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
False
False
False
False
False
------
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
--
Absoluut
Intensiteit
Wegdek
W0
W0
W0
W0
W0
V(MR(D))
50
50
50
50
50
V(MR(A))
50
50
50
50
50
V(MR(N))
50
50
50
50
50
V(MRP4)
50
50
50
50
50
V(LV(D))
50
50
50
50
50
V(LV(A))
50
50
50
50
50
W0
W0
W0
W0
W0
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
0
0
0
0
0
W0
W0
W0
W0
W0
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
0,75
0,75
0,75
0,75
0,75
0
0
0
0
0
W0
W0
W0
W0
W0
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
dB
dB
dB
dB
dB
0,75
0,75
0,75
0,75
0,75
0
0
0
0
0
W0
W0
W0
W0
W0
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
1.5
1.5
1.5
1.5
1.5
dB
dB
dB
dB
dB
0,75
0,75
0,75
0,75
0,75
0
0
0
0
0
W0
W0
W0
W0
W0
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
False
False
False
False
False
1.5
1.5
1.5
1.5
1.5
dB
dB
dB
dB
dB
0,75
0,75
0,75
0,75
0,75
0
0
0
0
0
W0
W0
W0
W0
W0
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
False
1.5 dB
0,75
0
W0
50
50
50
50
50
50
29-4-2013 15:21:06
Invoergegevens: grid en wegen
Model:
Groep:
Naam
Geluidsmodel 2030 - Wegverkeer - Almere - Olympiakwartier ho=10m
Olympiakwartier - Almere Poort
(hoofdgroep)
Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012
V(LV(N))
50
50
50
50
50
V(LVP4)
50
50
50
50
50
V(MV(D))
50
50
50
50
50
V(MV(A))
50
50
50
50
50
V(MV(N))
50
50
50
50
50
V(MVP4)
50
50
50
50
50
V(ZV(D))
50
50
50
50
50
V(ZV(A))
50
50
50
50
50
V(ZV(N))
50
50
50
50
50
V(ZVP4)
50
50
50
50
50
Totaal aantal
11195,00
2340,00
2276,00
2276,00
2276,00
%Int(D)
6,30
7,10
7,10
7,10
7,10
%Int(A)
4,22
2,70
2,70
2,70
2,70
%Int(N)
0,94
0,51
0,51
0,51
0,51
%IntP4
------
%MR(D)
------
%MR(A)
------
%MR(N)
------
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
9189,00
11159,00
9210,00
11159,00
4183,00
6,51
6,30
6,30
6,30
6,31
3,49
4,22
4,22
4,22
4,20
1,00
0,94
0,94
0,94
0,94
------
------
------
------
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
4183,00
13053,00
13053,00
13053,00
25425,00
6,31
6,29
6,29
6,29
6,31
4,20
4,24
4,24
4,24
4,18
0,94
0,94
0,94
0,94
0,94
------
------
------
------
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
4656,00
6504,00
4656,00
6504,00
28286,00
6,30
6,30
6,30
6,30
6,29
4,22
4,22
4,22
4,22
4,24
0,94
0,94
0,94
0,94
0,94
------
------
------
------
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
44638,00
31329,00
44638,00
28286,00
24992,00
6,32
6,30
6,32
6,29
6,30
4,17
4,21
4,17
4,24
4,23
0,94
0,94
0,94
0,94
0,94
------
------
------
------
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
24992,00
29046,00
29046,00
29046,00
31329,00
6,30
6,30
6,30
6,30
6,30
4,23
4,21
4,21
4,21
4,21
0,94
0,94
0,94
0,94
0,94
------
------
------
------
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
31329,00
3470,00
3470,00
2234,00
5334,00
6,30
7,10
7,10
7,10
7,10
4,21
2,70
2,70
2,70
2,70
0,94
0,50
0,50
0,51
0,50
------
------
------
------
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
4614,00
7,10
2,70
0,50
--
--
--
--
Geomilieu V2.13
29-4-2013 15:21:06
Invoergegevens: grid en wegen
Model:
Groep:
Naam
Geluidsmodel 2030 - Wegverkeer - Almere - Olympiakwartier ho=10m
Olympiakwartier - Almere Poort
(hoofdgroep)
Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012
%MRP4
------
%LV(D)
96,47
96,64
96,55
96,55
96,55
%LV(A)
98,95
96,72
96,63
96,63
96,63
%LV(N)
96,92
95,30
95,17
95,17
95,17
%LVP4
------
%MV(D)
1,75
2,01
2,07
2,07
2,07
%MV(A)
0,53
1,97
2,02
2,02
2,02
%MV(N)
1,60
2,82
2,90
2,90
2,90
%MVP4
------
%ZV(D)
1,79
1,34
1,38
1,38
1,38
%ZV(A)
0,52
1,31
1,35
1,35
1,35
%ZV(N)
1,48
1,88
1,93
1,93
1,93
%ZVP4
------
MR(D)
------
MR(A)
------
MR(N)
------
MRP4
------
LV(D)
680,32
160,48
155,96
155,96
155,96
LV(A)
467,65
61,03
59,31
59,31
59,31
LV(N)
101,99
11,30
10,98
10,98
10,98
LVP4
------
------
95,88
96,46
96,33
96,46
95,55
98,67
98,94
98,90
98,94
98,66
95,72
96,91
96,78
96,91
96,07
------
2,08
1,75
2,08
1,75
2,84
0,61
0,53
0,63
0,53
0,87
1,95
1,60
1,90
1,60
2,60
------
2,03
1,79
1,59
1,79
1,61
0,72
0,52
0,46
0,52
0,47
2,33
1,49
1,32
1,49
1,33
------
------
------
------
------
573,18
678,06
558,99
678,06
252,08
316,66
466,10
384,25
466,10
173,28
87,57
101,66
83,80
101,66
37,79
------
------
95,55
97,31
97,31
97,31
94,79
98,66
99,20
99,20
99,20
98,42
96,07
97,64
97,64
97,64
95,40
------
2,84
1,56
1,56
1,56
3,18
0,87
0,47
0,47
0,47
0,98
2,60
1,42
1,42
1,42
2,91
------
1,61
1,14
1,14
1,14
2,03
0,47
0,33
0,33
0,33
0,60
1,33
0,94
0,94
0,94
1,69
------
------
------
------
------
252,08
799,18
799,18
799,18
1521,41
173,28
549,36
549,36
549,36
1045,82
37,79
119,81
119,81
119,81
228,09
------
------
96,61
96,35
96,61
96,35
97,03
98,99
98,91
98,99
98,91
99,11
97,04
96,82
97,04
96,82
97,38
------
1,67
1,81
1,67
1,81
1,88
0,51
0,55
0,51
0,55
0,57
1,53
1,65
1,53
1,65
1,72
------
1,72
1,84
1,72
1,84
1,08
0,50
0,54
0,50
0,54
0,31
1,43
1,53
1,43
1,53
0,90
------
------
------
------
------
283,27
394,80
283,27
394,80
1727,63
194,72
271,38
194,72
271,38
1187,58
42,47
59,19
42,47
59,19
259,01
------
------
94,50
96,07
94,50
97,03
96,78
98,33
98,82
98,33
99,11
99,04
95,14
96,53
95,14
97,38
97,16
------
3,37
2,47
3,37
1,88
2,07
1,04
0,76
1,04
0,57
0,63
3,09
2,26
3,09
1,72
1,89
------
2,12
1,46
2,12
1,08
1,15
0,63
0,43
0,63
0,31
0,33
1,77
1,21
1,77
0,90
0,95
------
------
------
------
------
2664,10
1896,85
2664,10
1727,63
1522,95
1831,30
1303,89
1831,30
1187,58
1046,88
399,40
284,38
399,40
259,01
228,32
------
------
96,78
96,09
96,09
96,09
96,07
99,04
98,82
98,82
98,82
98,82
97,16
96,55
96,55
96,55
96,53
------
2,07
2,48
2,48
2,48
2,47
0,63
0,76
0,76
0,76
0,76
1,89
2,27
2,27
2,27
2,26
------
1,15
1,42
1,42
1,42
1,46
0,33
0,42
0,42
0,42
0,43
0,95
1,18
1,18
1,18
1,21
------
------
------
------
------
1522,95
1759,01
1759,01
1759,01
1896,85
1046,88
1209,14
1209,14
1209,14
1303,89
228,32
263,71
263,71
263,71
284,38
------
------
96,07
99,23
99,23
97,21
97,56
98,82
99,24
99,24
97,28
97,61
96,53
98,90
98,90
96,09
96,56
------
2,47
0,38
0,38
1,27
1,18
0,76
0,37
0,37
1,25
1,15
2,26
0,53
0,53
1,79
1,65
------
1,46
0,40
0,40
1,51
1,27
0,43
0,39
0,39
1,48
1,24
1,21
0,56
0,56
2,12
1,78
------
------
------
------
------
1896,85
244,46
244,46
154,15
369,35
1303,89
92,96
92,96
58,62
140,46
284,38
17,22
17,22
10,86
26,01
------
--
98,18
98,23
97,44
--
0,84
0,82
1,19
--
0,97
0,95
1,37
--
--
--
--
--
321,57
122,29
22,65
--
Geomilieu V2.13
29-4-2013 15:21:06
Invoergegevens: grid en wegen
Model:
Groep:
Naam
Geluidsmodel 2030 - Wegverkeer - Almere - Olympiakwartier ho=10m
Olympiakwartier - Almere Poort
(hoofdgroep)
Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012
MV(D)
12,32
3,35
3,35
3,35
3,35
MV(A)
2,52
1,24
1,24
1,24
1,24
MV(N)
1,68
0,33
0,33
0,33
0,33
MVP4
------
ZV(D)
12,60
2,23
2,23
2,23
2,23
ZV(A)
2,46
0,83
0,83
0,83
0,83
ZV(N)
1,56
0,22
0,22
0,22
0,22
ZVP4
------
LE (D) 63
83,20
76,75
76,67
76,67
76,67
LE (D) 125
90,11
83,70
83,63
83,63
83,63
LE (D) 250
96,33
89,89
89,83
89,83
89,83
LE (D) 500
102,27
95,81
95,72
95,72
95,72
LE (D) 1k
108,55
102,21
102,10
102,10
102,10
LE (D) 2k
105,08
98,75
98,64
98,64
98,64
LE (D) 4k
98,31
91,98
91,87
91,87
91,87
LE (D) 8k
88,50
82,10
82,02
82,02
82,02
12,46
12,32
12,06
12,32
7,49
1,96
2,52
2,47
2,52
1,53
1,78
1,68
1,64
1,68
1,02
------
12,15
12,60
9,22
12,60
4,24
2,31
2,46
1,80
2,46
0,83
2,13
1,56
1,14
1,56
0,53
------
82,69
83,19
82,33
83,19
79,11
89,66
90,10
89,29
90,10
86,18
96,00
96,32
95,55
96,32
92,60
101,71
102,26
101,37
102,26
98,06
107,88
108,54
107,69
108,54
104,30
104,43
105,07
104,23
105,07
100,87
97,67
98,30
97,46
98,30
94,11
87,99
88,49
87,67
88,49
84,48
7,49
12,80
12,80
12,80
51,10
1,53
2,62
2,62
2,62
10,45
1,02
1,74
1,74
1,74
6,96
------
4,24
9,33
9,33
9,33
32,61
0,83
1,82
1,82
1,82
6,38
0,53
1,16
1,16
1,16
4,04
------
79,11
83,46
83,46
83,46
87,24
86,18
90,32
90,32
90,32
94,35
92,60
96,33
96,33
96,33
100,90
98,06
102,58
102,58
102,58
106,14
104,30
109,10
109,10
109,10
112,22
100,87
105,62
105,62
105,62
108,80
94,11
98,84
98,84
98,84
102,06
84,48
88,80
88,80
88,80
92,59
4,90
7,42
4,90
7,42
33,56
1,00
1,52
1,00
1,52
6,86
0,67
1,01
0,67
1,01
4,57
------
5,05
7,55
5,05
7,55
19,24
0,99
1,48
0,99
1,48
3,76
0,63
0,94
0,63
0,94
2,39
------
79,33
80,88
79,33
80,88
86,88
86,23
87,81
86,23
87,81
93,80
92,42
94,05
92,42
94,05
99,89
98,42
99,94
98,42
99,94
105,96
104,73
106,20
104,73
106,20
112,47
101,25
102,74
101,25
102,74
109,00
94,48
95,97
94,48
95,97
102,22
84,64
86,19
84,64
86,19
92,24
95,13
48,85
95,13
33,56
32,58
19,45
9,99
19,45
6,86
6,66
12,97
6,66
12,97
4,57
4,44
------
59,91
28,78
59,91
19,24
18,08
11,72
5,63
11,72
3,76
3,54
7,43
3,57
7,43
2,39
2,24
------
89,77
87,69
89,77
86,88
86,43
96,91
94,70
96,91
93,80
93,38
103,50
101,02
103,50
99,89
99,54
108,65
106,68
108,65
105,96
105,49
114,69
113,01
114,69
112,47
111,95
111,28
109,56
111,28
109,00
108,49
104,53
102,79
104,53
102,22
101,72
95,12
93,05
95,12
92,24
91,79
32,58
45,48
45,48
45,48
48,85
6,66
9,30
9,30
9,30
9,99
4,44
6,20
6,20
6,20
6,66
------
18,08
26,07
26,07
26,07
28,78
3,54
5,10
5,10
5,10
5,63
2,24
3,23
3,23
3,23
3,57
------
86,43
87,34
87,34
87,34
87,69
93,38
94,36
94,36
94,36
94,70
99,54
100,68
100,68
100,68
101,02
105,49
106,34
106,34
106,34
106,68
111,95
112,67
112,67
112,67
113,01
108,49
109,22
109,22
109,22
109,56
101,72
102,46
102,46
102,46
102,79
91,79
92,71
92,71
92,71
93,05
48,85
0,93
0,93
2,02
4,45
9,99
0,34
0,34
0,75
1,65
6,66
0,09
0,09
0,20
0,45
------
28,78
0,98
0,98
2,40
4,80
5,63
0,36
0,36
0,89
1,78
3,57
0,10
0,10
0,24
0,48
------
87,69
77,40
77,40
76,44
80,06
94,70
83,98
83,98
83,27
86,86
101,02
89,19
89,19
89,30
92,79
106,68
96,77
96,77
95,59
99,23
113,01
103,70
103,70
102,01
105,74
109,56
100,17
100,17
98,52
102,25
102,79
93,36
93,36
91,74
95,47
93,05
82,74
82,74
81,75
85,37
2,76
1,02
0,28
--
3,19
1,18
0,32
--
79,16
85,88
91,59
98,40
105,05
101,54
94,75
84,48
Geomilieu V2.13
29-4-2013 15:21:06
Invoergegevens: grid en wegen
Model:
Groep:
Naam
Geluidsmodel 2030 - Wegverkeer - Almere - Olympiakwartier ho=10m
Olympiakwartier - Almere Poort
(hoofdgroep)
Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012
LE (A) 63
80,37
72,52
72,44
72,44
72,44
LE (A) 125
87,00
79,46
79,39
79,39
79,39
LE (A) 250
92,36
85,63
85,57
85,57
85,57
LE (A) 500
99,70
91,59
91,49
91,49
91,49
LE (A) 1k
106,56
98,01
97,89
97,89
97,89
LE (A) 2k
103,03
94,54
94,43
94,43
94,43
LE (A) 4k
96,23
87,77
87,66
87,66
87,66
LE (A) 8k
85,70
77,87
77,79
77,79
77,79
LE (N) 63
74,73
65,74
65,67
65,67
65,67
LE (N) 125
81,62
72,81
72,74
72,74
72,74
LE (N) 250
87,73
79,26
79,21
79,21
79,21
LE (N) 500
93,84
84,69
84,60
84,60
84,60
LE (N) 1k
100,24
90,86
90,75
90,75
90,75
LE (N) 2k
96,76
87,43
87,32
87,32
87,32
LE (N) 4k
89,98
80,67
80,57
80,57
80,57
78,84
80,36
79,51
80,36
76,15
85,50
86,98
86,16
86,98
82,85
91,00
92,35
91,55
92,35
88,36
98,14
99,68
98,83
99,68
95,42
104,91
106,54
105,70
106,54
102,27
101,39
103,02
102,18
103,02
98,75
94,59
96,22
95,38
96,22
91,95
84,17
85,69
84,86
85,69
81,51
74,64
74,72
73,88
74,72
70,65
81,60
81,61
80,81
81,61
77,69
87,96
87,72
86,95
87,72
84,01
93,67
93,83
92,95
93,83
89,64
99,77
100,22
99,38
100,22
95,99
96,31
96,74
95,91
96,74
92,54
89,56
89,97
89,13
89,97
85,78
76,15
80,91
80,91
80,91
84,09
82,85
87,51
87,51
87,51
90,82
88,36
92,73
92,73
92,73
96,43
95,42
100,26
100,26
100,26
103,33
102,27
107,21
107,21
107,21
110,11
98,75
103,68
103,68
103,68
106,60
91,95
96,87
96,87
96,87
99,81
81,51
86,26
86,26
86,26
89,44
70,65
75,05
75,05
75,05
78,74
77,69
81,89
81,89
81,89
85,82
84,01
87,79
87,79
87,79
92,27
89,64
94,21
94,21
94,21
97,68
95,99
100,81
100,81
100,81
103,89
92,54
97,32
97,32
97,32
100,46
85,78
90,54
90,54
90,54
93,70
76,54
78,03
76,54
78,03
84,28
83,16
84,66
83,16
84,66
90,90
88,50
90,04
88,50
90,04
96,18
95,88
97,35
95,88
97,35
103,62
102,75
104,20
102,75
104,20
110,57
99,22
100,67
99,22
100,67
107,04
92,42
93,87
92,42
93,87
100,23
81,88
83,36
81,88
83,36
89,64
70,88
72,42
70,88
72,42
78,47
77,75
79,31
77,75
79,31
85,36
83,83
85,45
83,83
85,45
91,35
90,00
91,52
90,00
91,52
97,59
96,42
97,89
96,42
97,89
104,18
92,93
94,41
92,93
94,41
100,70
86,16
87,64
86,16
87,64
93,92
86,56
84,84
86,56
84,28
83,77
93,31
91,51
93,31
90,90
90,41
98,96
96,94
98,96
96,18
95,72
105,79
104,14
105,79
103,62
103,10
112,56
111,01
112,56
110,57
110,03
109,05
107,49
109,05
107,04
106,50
102,26
100,69
102,26
100,23
99,70
91,91
90,20
91,91
89,64
89,13
81,27
79,24
81,27
78,47
78,01
88,37
86,22
88,37
85,36
84,93
94,86
92,44
94,86
91,35
90,99
100,18
98,27
100,18
97,59
97,10
106,36
104,70
106,36
104,18
103,66
102,93
101,24
102,93
100,70
100,18
96,18
94,47
96,18
93,92
93,40
83,77
84,51
84,51
84,51
84,84
90,41
91,18
91,18
91,18
91,51
95,72
96,60
96,60
96,60
96,94
103,10
103,80
103,80
103,80
104,14
110,03
110,68
110,68
110,68
111,01
106,50
107,16
107,16
107,16
107,49
99,70
100,36
100,36
100,36
100,69
89,13
89,86
89,86
89,86
90,20
78,01
78,90
78,90
78,90
79,24
84,93
85,88
85,88
85,88
86,22
90,99
92,09
92,09
92,09
92,44
97,10
97,93
97,93
97,93
98,27
103,66
104,36
104,36
104,36
104,70
100,18
100,91
100,91
100,91
101,24
93,40
94,13
94,13
94,13
94,47
84,84
73,19
73,19
72,21
75,83
91,51
79,77
79,77
79,04
82,63
96,94
84,95
84,95
85,04
88,53
104,14
92,56
92,56
91,37
95,01
111,01
99,50
99,50
97,80
101,54
107,49
95,96
95,96
94,31
98,04
100,69
89,16
89,16
87,53
91,26
90,20
78,53
78,53
77,52
81,15
79,24
66,06
66,06
65,42
68,99
86,22
72,69
72,69
72,34
75,90
92,44
78,07
78,07
78,64
82,09
98,27
85,39
85,39
84,47
88,08
104,70
92,23
92,23
90,65
94,37
101,24
88,70
88,70
87,18
90,89
94,47
81,90
81,90
80,42
84,13
74,94
81,65
87,34
94,18
100,85
97,33
90,54
80,25
68,01
74,82
80,79
87,17
93,64
90,15
83,37
Geomilieu V2.13
29-4-2013 15:21:06
Invoergegevens: grid en wegen
Model:
Groep:
Naam
Geluidsmodel 2030 - Wegverkeer - Almere - Olympiakwartier ho=10m
Olympiakwartier - Almere Poort
(hoofdgroep)
Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012
LE (N) 8k
80,05
71,09
71,01
71,01
71,01
LE P4 63
------
LE P4 125
------
LE P4 250
------
LE P4 500
------
LE P4 1k
------
LE P4 2k
------
LE P4 4k
------
LE P4 8k
------
79,93
80,04
79,22
80,04
76,03
------
------
------
------
------
------
------
------
76,03
80,40
80,40
80,40
84,10
------
------
------
------
------
------
------
------
76,20
77,74
76,20
77,74
83,84
------
------
------
------
------
------
------
------
86,63
84,61
86,63
83,84
83,38
------
------
------
------
------
------
------
------
83,38
84,27
84,27
84,27
84,61
------
------
------
------
------
------
------
------
84,61
71,39
71,39
70,71
74,30
------
------
------
------
------
------
------
------
73,32
--
--
--
--
--
--
--
--
Geomilieu V2.13
29-4-2013 15:21:06
Invoergegevens: grid en wegen
Model:
Groep:
Naam
Geluidsmodel 2030 - Wegverkeer - Almere - Olympiakwartier ho=10m
Olympiakwartier - Almere Poort
(hoofdgroep)
Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012
Omschr.
P. de Coubertinlaan
Olympialaan
Zakenpoort
Olympialaan
Geomilieu V2.13
ISO H
------
ISO M
------
Hdef.
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Type
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
Cpl
False
False
False
False
False
Cpl_W
1.5 dB
1.5 dB
1.5 dB
1.5 dB
1.5 dB
Hbron
0,75
0,75
0,75
0,75
0,75
Helling
0
0
0
0
0
------
------
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Verdeling
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
False
False
False
False
False
1.5
1.5
1.5
1.5
1.5
dB
dB
dB
dB
dB
0,75
0,75
0,75
0,75
0,75
0
0
0
0
0
------
------
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
False
False
False
False
False
1.5
1.5
1.5
1.5
1.5
dB
dB
dB
dB
dB
0,75
0,75
0,75
0,75
0,75
------
------
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
False
False
False
False
False
1.5
1.5
1.5
1.5
1.5
dB
dB
dB
dB
dB
------
------
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
False
False
False
False
False
1.5
1.5
1.5
1.5
1.5
-2,32
--2,32
----
Absoluut
Absoluut
Absoluut
Intensiteit
Intensiteit
Intensiteit
False
False
False
Wegdek
W0
W0
W0
W0
W0
V(MR(D))
50
50
50
50
50
V(MR(A))
50
50
50
50
50
V(MR(N))
50
50
50
50
50
V(MRP4)
50
50
50
50
50
V(LV(D))
50
50
50
50
50
V(LV(A))
50
50
50
50
50
W0
W0
W0
W0
W0
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
0
0
0
0
0
W0
W0
W0
W0
W0
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
0,75
0,75
0,75
0,75
0,75
0
0
0
0
0
W0
W0
W0
W0
W0
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
dB
dB
dB
dB
dB
0,75
0,75
0,75
0,75
0,75
0
0
0
0
0
W0
W0
W0
W0
W0
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
30
30
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
1.5 dB
1.5 dB
1.5 dB
0,75
0,75
0,75
0
0
0
W0
W0
W0
50
50
50
50
50
50
50
50
50
30
30
30
50
50
50
50
50
50
29-4-2013 15:21:06
Invoergegevens: grid en wegen
Model:
Groep:
Naam
Geluidsmodel 2030 - Wegverkeer - Almere - Olympiakwartier ho=10m
Olympiakwartier - Almere Poort
(hoofdgroep)
Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012
V(LV(N))
50
50
50
50
50
V(LVP4)
50
50
50
50
50
V(MV(D))
50
50
50
50
50
V(MV(A))
50
50
50
50
50
V(MV(N))
50
50
50
50
50
V(MVP4)
50
50
50
50
50
V(ZV(D))
50
50
50
50
50
V(ZV(A))
50
50
50
50
50
V(ZV(N))
50
50
50
50
50
V(ZVP4)
50
50
50
50
50
Totaal aantal
5334,00
4654,00
3345,00
4654,00
3345,00
%Int(D)
7,10
7,10
7,10
7,10
7,10
%Int(A)
2,70
2,70
2,70
2,70
2,70
%Int(N)
0,50
0,50
0,50
0,50
0,50
%IntP4
------
%MR(D)
------
%MR(A)
------
%MR(N)
------
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
500,00
820,00
820,00
300,00
300,00
3,35
3,35
3,35
3,35
3,35
14,25
14,25
14,25
14,25
14,25
0,35
0,35
0,35
0,35
0,35
------
------
------
------
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
300,00
300,00
300,00
300,00
300,00
3,35
3,35
3,35
3,35
3,35
14,25
14,25
14,25
14,25
14,25
0,35
0,35
0,35
0,35
0,35
------
------
------
------
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
820,00
820,00
820,00
3702,00
5432,00
3,35
3,35
3,35
7,10
7,10
14,25
14,25
14,25
2,70
2,70
0,35
0,35
0,35
0,50
0,50
------
------
------
------
50
50
50
50
50
50
50
50
30
30
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
30
30
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
30
30
9161,00
5432,00
3702,00
4829,00
2909,00
7,10
7,10
7,10
7,10
7,10
2,70
2,70
2,70
2,70
2,70
0,50
0,50
0,50
0,50
0,50
------
------
------
------
50
50
50
30
30
30
50
50
50
50
50
50
50
50
50
30
30
30
50
50
50
50
50
50
50
50
50
30
30
30
4829,00
5632,00
4829,00
7,10
7,10
7,10
2,70
2,70
2,70
0,50
0,50
0,50
----
----
----
----
Geomilieu V2.13
29-4-2013 15:21:06
Invoergegevens: grid en wegen
Model:
Groep:
Naam
Geluidsmodel 2030 - Wegverkeer - Almere - Olympiakwartier ho=10m
Olympiakwartier - Almere Poort
(hoofdgroep)
Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012
%MRP4
------
%LV(D)
97,56
98,60
99,20
98,60
99,20
%LV(A)
97,61
98,63
99,21
98,63
99,21
%LV(N)
96,56
98,02
98,86
98,02
98,86
%LVP4
------
%MV(D)
1,18
0,66
0,39
0,66
0,39
%MV(A)
1,15
0,65
0,38
0,65
0,38
%MV(N)
1,65
0,94
0,55
0,94
0,55
%MVP4
------
%ZV(D)
1,27
0,74
0,41
0,74
0,41
%ZV(A)
1,24
0,72
0,40
0,72
0,40
%ZV(N)
1,78
1,04
0,59
1,04
0,59
%ZVP4
------
MR(D)
------
MR(A)
------
MR(N)
------
MRP4
------
LV(D)
369,35
325,71
235,59
325,71
235,59
LV(A)
140,46
123,86
89,59
123,86
89,59
LV(N)
26,01
22,94
16,59
22,94
16,59
LVP4
------
------
------
87,72
87,72
87,72
87,72
87,72
------
------
1,00
1,00
1,00
1,00
1,00
12,28
12,28
12,28
12,28
12,28
1,00
1,00
1,00
1,00
1,00
------
------
------
------
------
------
------
------
------
------
62,50
102,50
102,50
37,50
37,50
------
------
------
------
87,72
87,72
87,72
87,72
87,72
------
------
1,00
1,00
1,00
1,00
1,00
12,28
12,28
12,28
12,28
12,28
1,00
1,00
1,00
1,00
1,00
------
------
------
------
------
------
------
------
------
------
37,50
37,50
37,50
37,50
37,50
------
------
------
---97,62
98,13
87,72
87,72
87,72
97,68
98,17
---96,66
97,36
------
1,00
1,00
1,00
1,30
1,00
12,28
12,28
12,28
1,27
0,97
1,00
1,00
1,00
1,83
1,40
------
---1,08
0,88
---1,05
0,86
---1,52
1,23
------
------
------
------
------
---256,50
378,38
102,50
102,50
102,50
97,54
143,89
---18,06
26,65
------
------
98,23
98,13
97,62
97,73
98,91
98,28
98,17
97,68
97,78
98,93
97,51
97,36
96,66
96,81
98,45
------
0,88
1,00
1,30
1,31
0,47
0,86
0,97
1,27
1,28
0,46
1,24
1,40
1,83
1,85
0,66
------
0,89
0,88
1,08
0,96
0,63
0,87
0,86
1,05
0,93
0,61
1,25
1,23
1,52
1,34
0,89
------
------
------
------
------
638,75
378,38
256,50
335,00
204,27
242,91
143,89
97,54
127,39
77,68
44,98
26,65
18,06
23,59
14,39
------
----
97,73
98,06
97,73
97,78
98,10
97,78
96,81
97,26
96,81
----
1,31
1,13
1,31
1,28
1,10
1,28
1,85
1,59
1,85
----
0,96
0,82
0,96
0,93
0,80
0,93
1,34
1,15
1,34
----
----
----
----
----
335,00
391,98
335,00
127,39
149,06
127,39
23,59
27,60
23,59
----
Geomilieu V2.13
29-4-2013 15:21:06
Invoergegevens: grid en wegen
Model:
Groep:
Naam
Geluidsmodel 2030 - Wegverkeer - Almere - Olympiakwartier ho=10m
Olympiakwartier - Almere Poort
(hoofdgroep)
Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012
MV(D)
4,45
2,20
0,93
2,20
0,93
MV(A)
1,65
0,82
0,34
0,82
0,34
MV(N)
0,45
0,22
0,09
0,22
0,09
MVP4
------
ZV(D)
4,80
2,43
0,98
2,43
0,98
ZV(A)
1,78
0,90
0,36
0,90
0,36
ZV(N)
0,48
0,24
0,10
0,24
0,10
ZVP4
------
LE (D) 63
80,06
79,00
77,26
79,00
77,26
LE (D) 125
86,86
85,67
83,84
85,67
83,84
LE (D) 250
92,79
91,20
89,07
91,20
89,07
LE (D) 500
99,23
98,28
96,62
98,28
96,62
LE (D) 1k
105,74
105,04
103,55
105,04
103,55
LE (D) 2k
102,25
101,52
100,01
101,52
100,01
LE (D) 4k
95,47
94,73
93,21
94,73
93,21
LE (D) 8k
85,37
84,32
82,60
84,32
82,60
0,17
27,47
27,47
10,05
10,05
8,75
14,35
14,35
5,25
5,25
0,02
2,87
2,87
1,05
1,05
------
------
------
------
------
55,18
77,33
77,33
72,96
72,96
63,92
86,07
86,07
81,71
81,71
71,99
94,13
94,13
89,77
89,77
71,86
94,01
94,01
89,64
89,64
75,29
97,44
97,44
93,07
93,07
73,22
95,37
95,37
91,01
91,01
66,78
88,93
88,93
84,56
84,56
61,13
83,28
83,28
78,91
78,91
10,05
10,05
10,05
10,05
10,05
5,25
5,25
5,25
5,25
5,25
1,05
1,05
1,05
1,05
1,05
------
------
------
------
------
72,96
72,96
72,96
72,96
72,96
81,71
81,71
81,71
81,71
81,71
89,77
89,77
89,77
89,77
89,77
89,64
89,64
89,64
89,64
89,64
93,07
93,07
93,07
93,07
93,07
91,01
91,01
91,01
91,01
91,01
84,56
84,56
84,56
84,56
84,56
78,91
78,91
78,91
78,91
78,91
27,47
27,47
27,47
3,42
3,84
14,35
14,35
14,35
1,27
1,43
2,87
2,87
2,87
0,34
0,38
------
---2,83
3,38
---1,05
1,25
---0,28
0,34
------
77,33
77,33
77,33
78,40
79,86
86,07
86,07
86,07
85,22
86,61
94,13
94,13
94,13
91,13
92,34
94,01
94,01
94,01
97,57
99,08
97,44
97,44
97,44
104,13
105,75
95,37
95,37
95,37
100,64
102,25
88,93
88,93
88,93
93,86
95,46
83,28
83,28
83,28
83,73
85,19
5,70
3,84
3,42
4,50
0,96
2,12
1,43
1,27
1,67
0,36
0,57
0,38
0,34
0,45
0,10
------
5,77
3,38
2,83
3,27
1,29
2,14
1,25
1,05
1,22
0,48
0,58
0,34
0,28
0,33
0,13
------
82,10
79,86
78,40
79,49
76,82
88,82
86,61
85,22
86,30
83,44
94,51
92,34
91,13
92,17
88,82
101,34
99,08
97,57
98,66
96,15
108,02
105,75
104,13
105,27
102,98
104,51
102,25
100,64
101,78
99,45
97,72
95,46
93,86
94,99
92,65
87,42
85,19
83,73
84,83
82,14
4,50
4,50
4,50
1,67
1,67
1,67
0,45
0,45
0,45
----
3,27
3,27
3,27
1,22
1,22
1,22
0,33
0,33
0,33
----
79,49
80,02
79,49
86,30
86,79
86,30
92,17
92,55
92,17
98,66
99,23
98,66
105,27
105,91
105,27
101,78
102,40
101,78
94,99
95,62
94,99
84,83
85,36
84,83
Geomilieu V2.13
29-4-2013 15:21:06
Invoergegevens: grid en wegen
Model:
Groep:
Naam
Geluidsmodel 2030 - Wegverkeer - Almere - Olympiakwartier ho=10m
Olympiakwartier - Almere Poort
(hoofdgroep)
Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012
LE (A) 63
75,83
74,78
73,05
74,78
73,05
LE (A) 125
82,63
81,45
79,62
81,45
79,62
LE (A) 250
88,53
86,96
84,83
86,96
84,83
LE (A) 500
95,01
94,07
92,41
94,07
92,41
LE (A) 1k
101,54
100,84
99,34
100,84
99,34
LE (A) 2k
98,04
97,32
95,81
97,32
95,81
LE (A) 4k
91,26
90,52
89,00
90,52
89,00
LE (A) 8k
81,15
80,10
78,38
80,10
78,38
LE (N) 63
68,99
67,76
65,92
67,76
65,92
LE (N) 125
75,90
74,51
72,56
74,51
72,56
LE (N) 250
82,09
80,27
77,96
80,27
77,96
LE (N) 500
88,08
86,98
85,24
86,98
85,24
LE (N) 1k
94,37
93,60
92,07
93,60
92,07
LE (N) 2k
90,89
90,10
88,55
90,10
88,55
LE (N) 4k
84,13
83,31
81,75
83,31
81,75
74,75
76,90
76,90
72,54
72,54
82,67
84,81
84,81
80,45
80,45
89,95
92,10
92,10
87,73
87,73
92,85
95,00
95,00
90,63
90,63
98,81
100,96
100,96
96,59
96,59
95,65
97,80
97,80
93,43
93,43
88,95
91,10
91,10
86,73
86,73
80,46
82,61
82,61
78,24
78,24
45,37
67,52
67,52
63,15
63,15
54,11
76,26
76,26
71,90
71,90
62,18
84,32
84,32
79,96
79,96
62,05
84,20
84,20
79,84
79,84
65,48
87,63
87,63
83,26
83,26
63,41
85,56
85,56
81,20
81,20
56,97
79,12
79,12
74,75
74,75
72,54
72,54
72,54
72,54
72,54
80,45
80,45
80,45
80,45
80,45
87,73
87,73
87,73
87,73
87,73
90,63
90,63
90,63
90,63
90,63
96,59
96,59
96,59
96,59
96,59
93,43
93,43
93,43
93,43
93,43
86,73
86,73
86,73
86,73
86,73
78,24
78,24
78,24
78,24
78,24
63,15
63,15
63,15
63,15
63,15
71,90
71,90
71,90
71,90
71,90
79,96
79,96
79,96
79,96
79,96
79,84
79,84
79,84
79,84
79,84
83,26
83,26
83,26
83,26
83,26
81,20
81,20
81,20
81,20
81,20
74,75
74,75
74,75
74,75
74,75
76,90
76,90
76,90
74,18
75,64
84,81
84,81
84,81
80,99
82,38
92,10
92,10
92,10
86,88
88,09
95,00
95,00
95,00
93,35
94,87
100,96
100,96
100,96
99,93
101,55
97,80
97,80
97,80
96,43
98,04
91,10
91,10
91,10
89,65
91,25
82,61
82,61
82,61
79,51
80,97
67,52
67,52
67,52
67,30
68,70
76,26
76,26
76,26
74,22
75,54
84,32
84,32
84,32
80,39
81,52
84,20
84,20
84,20
86,37
87,84
87,63
87,63
87,63
92,74
94,34
85,56
85,56
85,56
89,27
90,85
79,12
79,12
79,12
82,50
84,07
77,88
75,64
74,18
75,27
72,61
84,60
82,38
80,99
82,07
79,22
90,27
88,09
86,88
87,93
84,59
97,12
94,87
93,35
94,44
91,94
103,81
101,55
99,93
101,06
98,77
100,30
98,04
96,43
97,57
95,24
93,51
91,25
89,65
90,78
88,44
83,20
80,97
79,51
80,61
77,93
70,93
68,70
67,30
68,38
65,56
77,74
75,54
74,22
75,30
72,24
83,68
81,52
80,39
81,44
77,85
90,09
87,84
86,37
87,46
84,83
96,60
94,34
92,74
93,87
91,53
93,11
90,85
89,27
90,40
88,01
86,33
84,07
82,50
83,63
81,22
75,27
75,80
75,27
82,07
82,57
82,07
87,93
88,31
87,93
94,44
95,01
94,44
101,06
101,70
101,06
97,57
98,20
97,57
90,78
91,41
90,78
80,61
81,14
80,61
68,38
68,87
68,38
75,30
75,74
75,30
81,44
81,76
81,44
87,46
87,99
87,46
93,87
94,49
93,87
90,40
91,01
90,40
83,63
84,23
83,63
Geomilieu V2.13
29-4-2013 15:21:06
Invoergegevens: grid en wegen
Model:
Groep:
Naam
Geluidsmodel 2030 - Wegverkeer - Almere - Olympiakwartier ho=10m
Olympiakwartier - Almere Poort
(hoofdgroep)
Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012
LE (N) 8k
74,30
73,08
71,25
73,08
71,25
LE P4 63
------
LE P4 125
------
LE P4 250
------
LE P4 500
------
LE P4 1k
------
LE P4 2k
------
LE P4 4k
------
LE P4 8k
------
51,32
73,47
73,47
69,10
69,10
------
------
------
------
------
------
------
------
69,10
69,10
69,10
69,10
69,10
------
------
------
------
------
------
------
------
73,47
73,47
73,47
72,62
74,02
------
------
------
------
------
------
------
------
76,25
74,02
72,62
73,72
70,87
------
------
------
------
------
------
------
------
73,72
74,21
73,72
----
----
----
----
----
----
----
----
Geomilieu V2.13
29-4-2013 15:21:06
Bijlage 4: Rekenresultaten
Gemeente Almere
Dienst Stedelijke Ontwikkeling
Onderzoek luchtkwaliteit
Akoestisch
onderzoek KustzoUitwerkingsplan
ne AlmereAlmere
HavenPoort
Olympiakwartier,
Bestemmingsplan De Laren
Stadhuisplein 1
Postbus 200
1300 AE Almere
Telefoon (036) 539 99 11
Fax (036) 539 99 12
www.almere.nl
Datum
26 juni 2013
Kenmerk
DSO/Ruimte/2013/OL001
Auteur
A.M. Kraaijeveld
Versie
1.1
Pagina
1/12
Inhoud
1.
2.
3.
3.1
3.2
4
5.
6.
Inleiding
Wettelijk kader
Uitgangspunten, onderzoeksopzet en beoordeling
Ligging plangebied en relevante wegen
Opzet onderzoek en beoordeling
Berekeningen en Rekenmodel
Resultaten
Conclusie
Bijlage(n)
1.
Etmaalintensiteiten 2020
2.
Resultaten berekeningen per wegvak voor 2014, 2020 en 2024
Pagina 2/12
3
4
6
6
8
9
12
12
1.
Inleiding
In opdracht van het gebiedsteam Poort & Hout is een onderzoek uitgevoerd naar de luchtkwaliteit voor het uitwerkingsplan Olympiakwartier
in Almere Poort.
Op 15 maart 2007 is door de raad van de gemeente Almere het bestemmingsplan Almere Poort vastgesteld. In dit plan hebben onder andere het centrumgebied Olympiakwartier West, centrumgebied Olympiakwartier Oost en kantoorgebied Olympia Officepark een uit te werken bestemming.
In het plan is de luchtkwaliteit onderzocht met in achtneming van de
bepalingen van het Besluit luchtkwaliteit 2005 (BLK 2005). Getoetst is
of uitwerking van het plan mogelijk is binnen de in dit besluit aangegeven kaders. Uit de toetsing blijkt dat er op basis van het Besluit luchtkwaliteit 2005 geen belemmeringen zijn voor de voorgenomen activiteiten in het plangebied.
Om bouwtitel te verkrijgen en de gewenste ontwikkeling van het gebied
daadwerkelijk te kunnen realiseren, is het nodig een uitwerkingsplan te
maken. Het uitwerkingsplan omvat een deel van het gebied Olympiakwartier West. Voor het uit te werken plangebied dient te worden aangetoond dat luchtkwaliteit geen belemmering vormt.
In hoofdstuk 2 is het wettelijk kader beschreven. Hoofdstuk 3 geeft inzicht in de onderzoeksopzet en de uitgangspunten voor de berekeningen. In Hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de wijze van berekenen en het
rekenmodel. De resultaten van de berekeningen zijn opgenomen in
hoofdstuk 5 en in hoofdstuk 6 zijn tenslotte de conclusie weergegeven.
Pagina 3/12
2.
Wettelijk kader
Het bestemmingsplan Almere Poort is vastgesteld op 15 maart 2007
met in achtneming van de bepalingen van het Besluit luchtkwaliteit
2005(3) (Blk 2005). Hierin is getoetst of uitwerking van het plan mogelijk is binnen de in dit besluit aangegeven kaders.
Op 11 oktober 2007 is de Wijzigingswet wet milieubeheer in werking
getreden en is het Besluit luchtkwaliteit 2005 ingetrokken. Ingevolge artikel V van deze wet zijn titel 5.2 van de Wet milieubeheer, bijlage 2 van
die wet en de op titel 5.2 berustende bepalingen niet van toepassing op
een voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet met toepassing
van artikel 7 van het Besluit luchtkwaliteit 2005 vastgesteld besluit.
Aangezien het bestemmingsplan Almere Poort is vastgesteld voordat de
Wijzigingswet is vastgesteld, brengt het overgangsrecht mee dat het Blk
2005 van toepassing voor het uitwerkingsplan.
Besluit luchtkwaliteit 2005
Het Besluit luchtkwaliteit 2005 is gebaseerd op regels van de Europese
Unie (EU). Het doel van het Besluit luchtkwaliteit is mensen te beschermen tegen risico’s van luchtverontreiniging. Het bevat luchtkwaliteitsnormen voor zwaveldioxide (SO ), stikstofdioxide (NO ), stikstof2
2
oxiden (NO ), fijn stof (PM ), lood (Pb), koolmonoxide (CO) en benx
10
zeen (C H ). Het besluit geeft aan op welke termijn de normen gelden
6
6
en gehaald moeten worden en welke bestuursorganen verantwoordelijk
zijn voor het halen van die normen.
Meetregeling luchtkwaliteit 2005
Deze regeling regelt hoeveel fijn stof van natuurlijke oorsprong mag
worden afgetrokken van de fijn stof-concentraties in de lucht. Dit wordt
wel de 'zeezout-aftrek' genoemd. De meetregeling is tegelijkertijd met
het Blk 2005 in werking getreden.
Pagina 4/12
Belangrijkste normen
In de gemeente Almere zijn alleen de jaargemiddelde norm voor NO en
2
de 24-uurgemiddelde norm voor PM van belang. De normstelling op
10
grond van het BLK 2005 en op grond van de luchtkwaliteitseisen in titel
5.2 van de Wet milieubeheer zijn gelijk. De normen zijn als volgt:
(Artikel 15) Voor stikstofdioxide (NO2) gelden de volgende grenswaarden voor de bescherming van de gezondheid van de mens:
a. 200 microgram per m³ als uurgemiddelde concentratie, waarbij geldt
dat deze maximaal achttien maal per kalenderjaar mag worden overschreden, en
b. 40 microgram per m³ als jaargemiddelde concentratie, uiterlijk op 1
januari 2010.
(Artikel 20) Voor zwevende deeltjes (PM10) gelden de volgende grenswaarden voor de bescherming van de gezondheid van de mens:
a. 40 microgram per m³ als jaargemiddelde concentratie;
b. 50 microgram per m³ als vierentwintig-uurgemiddelde concentratie,
waarbij geldt dat deze maximaal vijfendertig maal per kalenderjaar mag
worden overschreden.
Pagina 5/12
3.
Uitgangspunten, onderzoeksopzet en beoordeling
3.1
Ligging plangebied en relevante wegen
In figuur 3.1 is de ligging van Almere Poort weergegeven in figuur 3.2
de ligging van het uitwerkingsplan Olympiakwartier en in figuur 3.3 is
de benaming van de straten te zien. Wat betreft de luchtkwaliteit zijn
voor het plangebied met name de Elementendreef en de Olympialaan
van belang. Daarnaast ligt ten zuiden van Almere Poort de A6.
Figuur 3.1: Ligging plangebied Olympiakwartier west en oost
Pagina 6/12
Figuur 3.2: globale indeling Olympiakwartier west en oost
Figuur 3.3: Overzicht straatnamen
Pagina 7/12
3.2
Opzet onderzoek en beoordeling
Aangezien het hier om een uitwerking gaat van een vigerend bestemmingsplan, dient te worden getoetst of de luchtkwaliteit binnen de kaders van het moederplan blijft.
Door het uitvoeren van een berekening van de luchtkwaliteit kan worden aangetoond dat de grenswaarden zoals opgenomen in het BLK
2005 niet zullen worden overschreden.
Pagina 8/12
4
Berekeningen en Rekenmodel
De Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 stelt in artikel 70 representativiteiteisen voor de berekening van concentraties nabij een weg.
Een aantal relevante eisen worden in de volgende paragrafen belicht.
Representatief voor een straatsegment van minimaal 100 m2
Bij toetsing bij wegen moeten concentraties, voor zover mogelijk, op een
zodanig punt bepaald worden dat het rekenpunt representatief is voor
een straatsegment (een lengte) van 100 meter. Hiervan is af te leiden dat
in het geval van een kruisende weg het representatieve rekenpunt met de
hoogste concentraties op minimaal 50 meter van de as van deze kruisende weg ligt.
Maximale afstand tot de wegrand
Voor het bepalen van de concentraties stikstofdioxide en fijn stof geldt
een maximale afstand van 10 meter vanaf de wegrand. Het rekenpunt
op een andere afstand leggen is toegestaan als daarmee een representatiever beeld wordt verkregen:
1. hiervan is sprake als de afstand van de wegrand tot de gevels kleiner
is dan 10 meter van de weg. Er mag dan gerekend worden met de
werkelijke afstand;
2. dit kan het geval zijn bij de aanwezigheid van een geluidsscherm.
Het wordt dan aanbevolen te rekenen achter het scherm;
3. dit kan ook het geval zijn als de blootstelling op een projectlocatie
wordt onderzocht.
Praktische toepassing van de eisen
Voor de wegbreedte wordt uitgegaan van een minimale breedte van 4
meter. Tenzij anders gemotiveerd komt het rekenpunt voor stikstofdioxide en fijn stof dan op 12 meter uit het hart van de weg te liggen.
Rekenpunt
In dit onderzoek zijn luchtkwaliteitberekeningen uitgevoerd voor één
rekenpunt.
Rekenjaren
Het RIVM verwacht dat de emissiefactoren van wegverkeer zullen afnemen en ondanks een toename van het wegverkeer met enkele procenten per jaar de concentraties stikstofdioxide en fijn stof zullen afnemen
tot 2020. Tot en met 2020 zijn emissiefactoren vastgesteld. Voor bere-
Pagina 9/12
keningen na het jaar 2020 worden de emissiefactoren voor het jaar 2020
gebruikt. De planperiode bedraagt 10 jaar, als rekenjaren zijn de jaren
2014, 2020 en 2024 aangehouden.
Rekenmodellen
De ministeriële regeling Beoordeling luchtkwaliteit 2007 bevat voorschriften en rekenregels om de concentratie en depositie van luchtverontreinigende stoffen vast te stellen. Conform het Meet- en rekenvoorschrift bevoegdheden luchtkwaliteit is voor modelberekeningen langs
wegen het rekenmodel bepaald op grond van kenmerken van de bebouwing in de omgeving en kenmerken van de weg.
Het hier gaat om de bepaling van concentraties luchtverontreinigende
stoffen op een relatief korte afstand tot de wegas in een situatie met bebouwing langs de weg. Er is niet of nauwelijks sprake van een hoogteverschil tussen de weg en de omgeving, langs de weg bevinden zich geen
afschermende constructies en de weg is vrij van tunnels. De situatie voldoet aan het toepassingsbereik van Standaardrekenmethode 1. Er is gebruik gemaakt van de meest actuele versie van het programma Promil
Spatial (V3.06.01) van Goudappel Coffeng. Dit model werkt met de
meest recente gegevens over de ontwikkeling van emissiefactoren en
achtergrondconcentraties.
Uitgangspunten, rekenmethodiek en parameters voor het rekenpunt
De luchtkwaliteit in het plangebied wordt beïnvloed door:
•
de achtergrondconcentratie;
•
bedrijven: in de directe omgeving van het plangebied zijn geen
luchtrelevante bedrijven gelegen;
•
lokaal wegverkeer; de Elementendreef is de drukste weg(en) in de
directe omgeving. In dit onderzoek is uitgegaan van de worstcase
situatie dat de invloed van het wegverkeer in het plangebied gelijk is
aan die van de invloed van wegverkeer op de Elementendreef, nabij
die weg. De intensiteit op de Elementendreef staat in dit onderzoek
representatief voor de maximale verkeersemissies in het plangebied;
Pagina 10/12
Invoergegevens
De verkeersgegevens zijn afkomstig van verkeersmodellen van de gemeente Almere. Het basisjaar voor het verkeersmodel is 2010. De relevante wegen in en rond het plangebied waren in 2010 niet voor verkeer
geopend. De etmaalintensiteiten voor het jaar 2014 zijn verkregen door
extrapolatie van de intensiteiten uit het verkeersmodel 2020. Hierbij is
gerekend met een jaarlijkse afname van 3% per jaar.
Door extrapolatie van de verkeersintensiteiten van het jaar 2020 zijn de
verkeersintensiteiten van het verkeersmodel 2024 verkregen. Hierbij is
gerekend met een verkeerstoename van 3% per jaar. In onderstaande
tabel zijn de etmaalintensiteiten weergegeven voor de jaren 2014 en
2020.
Wegvak
Etmaalintensiteiten
2014
2020
2024
8.532
10.243
11.528
4.038
4.848
5.456
Elementendreef: ten zuiden Olympialaan
11.518
13.282
15.564
Olympialaan
5.608
6.696
7.577
P. Coubertinlaan
4.785
5.744
6.465
Winterspelenlaan
5.187
6.228
7.010
Elementendreef: ten noorden van P. de
Coubertinlaan
Elementendreef: tussen P. de Coubertinlaan en Olympialaan
Pagina 11/12
5.
Resultaten
In bijlage 2 zijn de resultaten weergegeven van de luchtkwaliteit zoals
berekend met het model van Promil Spatial voor de jaren 2014, 2020 en
2024. Voor alle wegvakken en voor alle jaren blijkt dat ruimschoots voldaan wordt aan de normen voor stikstofdioxide (NO2) en fijn stof
(PM10).
6.
Conclusie
Op basis van de voorgaande paragrafen wordt geconcludeerd dat na de
vaststelling van het uit te werken plan de grenswaarden voor stikstofdioxide en fijnstof niet worden overschreden.
Er wordt voldaan aan de luchtkwaliteitseisen, zodat deze de realisering
van het plan niet in de weg staan.
Pagina 12/12
Bijlagen
Bijlage 1:
Etmaalintensiteiten 2020
2
14
38
2305
27
06
38
90
2948
06
6
28
5
59
26
5108
74
2625
4385
48
8
4
5176
3
24
0
1
7
47611
2
9
7
3
32440420
382698
48
8
4
7 7
410672404
2
382938
2
8
82
3
18
82
3
1
1
96
4
3
138
28
10774047
4
328293862
2
09
662
6
66
26
0
882
71
529940647974
3
4
2338631
2
2109
9
21
24
277
6
6
24
79
6944994
3
84
49
6907
8820
6
53
9
277
6
85
7
59
3
21
90647973
65
8
65
8
65
9
27
29
70
3426 1
721
9483
13
475
26
24
79
6
00 1
563
0
1746
3
31328 4751
111
31328
43
600
5
4276
Etmaalintensiteiten 2020
Verkeersmodel Almere
258
2
2529
2861
1445
6
0
0
6
15
08
8
45
605
4563 5
176
4563
68
10
68
0
968 968
28
23
62
11
10
10
44
57
1607
449
6228
1
8
99
42
21
1
746
5
0
82
11
8
42
2779 4224 4224
2779
17
92
778
255
2
6397
2539
881
5
65
23
68
22
180
05
62
0
18
924
1390
12
23
96
1399
1
89
23
58
75
112
7759
5987
5
877
79
102
60
0
577
7958455
5
49
883
26
66
Datum
Model
Company Gemeente Almere
Bijlage 2
Resultaten berekeningen per wegvak
voor 2014, 2020 en 2024
Elementendreef ten noorden P.de
Coubertinlaan
26-6-2013 14:34:53 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1
Gemeente Almere
SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2014 Elementendreef ten noorden
(c) 2005 Goudappel Coffeng
P. de Coebertinlaan
Wegvak
34501-36512, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Elementendreef
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant
factor naburige rijlijnen ingevuld
geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar
nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00
gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020
_OV_uni
Algemene opmerkingen
Opmerkingen linkerzijde
Opmerkingen rechterzijde
13973384837962_0001
Wegvaklengte
297,6
Series linkerzijde
wegtype
Type linkerzijde
hoofddreef
Series rechterzijde
wegtype
Type rechterzijde
hoofddreef
Snelheid voor geluid
idem voor vrachtverkeer
idem voor bussen
idem voor trams
DAG
50
50
0
0
AVOND
50
50
0
0
NACHT
50
50
0
0
Opgeslagen intensiteit
Ophoogfactoren (beide zijden)
Etmaalintensiteit (gespiegeld)
Gemiddeld uurpercentage
Perc. motoren
Perc. personenauto's
Perc. midzwaar vrachtverkeer
Perc. zwaar vrachtverkeer
Uurintensiteit bromfietsen
Wegtype
GCN achtergr.conc.
Bijdrage extra bronnen
Afstand wegas-wegrand [m]
Expositieafstand NO2 [m]
Expositieafstand PM10 [m]
Expositieafstand Overig [m]
Voetgangersklasse
Parkeerbewegingen per 100m
Busbaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
Luchtresultaten
No2
PM10
So2
Co
Benzeen
Benz[a]pyreen
CO2 in kg/km
Linkerzijde
4266
OphFac =
4266
Dag
6,40
0,0
84,8
10,2
4,9
0
1,000
RijlFac =
Avond
3,92
0,0
95,0
3,4
1,6
0
Nacht
0,94
0,0
86,3
9,5
4,2
0
Rechterzijde
4266
1,000
CnstFac =
4266
Dag
Avond
6,37
4,01
0,0
0,0
88,2
96,2
8,0
2,6
3,8
1,2
0
0
1,000
4: Basistype (2)
Bomenfactor
Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype
Stagnerend percentage
No2(FNO2) PM10
Co
So2
(21,5)
(21,3)
(633,0)
(1,4)
(-1,7)
(-5,5) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0)
(0,0)
Linkerzijde
2,0
2,0
2,0
2,0
0
0,0
Wegas
Dek
Linkerzijde
JaarG. #Grns
GES
26,9 0
1074188574
4
16,8 7
130540436
3
1,5 0
1,00
Ve
36,6
Benzeen
(0,6)
(0,0)
Trambaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen
(0,3)
(0,0)
Rechterzijde
2,0
2,0
2,0
2,0
0
0,0
Wegas
Rechterzijde
JaarG. #Grns
26,9 0
16,8 7
1,5 0
859,7
Nacht
0,94
0,0
89,4
7,4
3,2
0
GES
4
3
Dek
98p.8h
Em/Etm
859,7
1,41
0,314
1,41
0,314
16,8
15,4
25-6-2013 16:54:14 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1
Gemeente Almere
SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2020 Elementendreef ten noorden
(c) 2005 Goudappel Coffeng
P. de Coubertinlaan
Wegvak
34501-36512, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Elementendreef
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant
factor naburige rijlijnen ingevuld
geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar
nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00
gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020
_OV_uni
Algemene opmerkingen
Opmerkingen linkerzijde
Opmerkingen rechterzijde
13973384837962_0001
Wegvaklengte
297,6
Series linkerzijde
wegtype
Type linkerzijde
hoofddreef
Series rechterzijde
wegtype
Type rechterzijde
hoofddreef
Snelheid voor geluid
idem voor vrachtverkeer
idem voor bussen
idem voor trams
DAG
50
50
0
0
AVOND
50
50
0
0
NACHT
50
50
0
0
Opgeslagen intensiteit
Ophoogfactoren (beide zijden)
Etmaalintensiteit (gespiegeld)
Gemiddeld uurpercentage
Perc. motoren
Perc. personenauto's
Perc. midzwaar vrachtverkeer
Perc. zwaar vrachtverkeer
Uurintensiteit bromfietsen
Wegtype
GCN achtergr.conc.
Bijdrage extra bronnen
Afstand wegas-wegrand [m]
Expositieafstand NO2 [m]
Expositieafstand PM10 [m]
Expositieafstand Overig [m]
Voetgangersklasse
Parkeerbewegingen per 100m
Busbaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
Luchtresultaten
No2
PM10
So2
Co
Benzeen
Benz[a]pyreen
CO2 in kg/km
Linkerzijde
5121
OphFac =
5121
Dag
6,40
0,0
84,8
10,2
4,9
0
1,000
RijlFac =
Avond
3,92
0,0
95,0
3,4
1,6
0
Nacht
0,94
0,0
86,3
9,5
4,2
0
Rechterzijde
5121
1,000
CnstFac =
5121
Dag
Avond
6,37
4,01
0,0
0,0
88,2
96,2
8,0
2,6
3,8
1,2
0
0
1,000
4: Basistype (2)
Bomenfactor
Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype
Stagnerend percentage
No2(FNO2) PM10
Co
So2
(16,4)
(19,9)
(633,0)
(1,3)
(-0,4)
(-5,2) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0)
(0,0)
Linkerzijde
2,0
2,0
2,0
2,0
0
0,0
Wegas
Dek
Linkerzijde
JaarG. #Grns
GES
21,0 0
1074188574
4
15,7 5
118907880
3
1,4 0
1,00
Ve
36,6
Benzeen
(0,6)
(0,0)
Trambaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen
(0,3)
(0,0)
Rechterzijde
2,0
2,0
2,0
2,0
0
0,0
Wegas
Rechterzijde
JaarG. #Grns
21,0 0
15,7 5
1,4 0
871,2
Nacht
0,94
0,0
89,4
7,4
3,2
0
GES
4
3
Dek
98p.8h
Em/Etm
871,2
1,47
0,308
1,47
0,308
19,8
18,1
26-6-2013 15:34:44 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1
Gemeente Almere
SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2020 Elementendreef ten noorden
(c) 2005 Goudappel Coffeng
P. de Coubertinlaan
Wegvak
34501-36512, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Elementendreef
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant
factor naburige rijlijnen ingevuld
geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar
nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00
gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020
_OV_uni
Algemene opmerkingen
Opmerkingen linkerzijde
Opmerkingen rechterzijde
13973384837962_0001
Wegvaklengte
297,6
Series linkerzijde
wegtype
Type linkerzijde
hoofddreef
Series rechterzijde
wegtype
Type rechterzijde
hoofddreef
Snelheid voor geluid
idem voor vrachtverkeer
idem voor bussen
idem voor trams
DAG
50
50
0
0
AVOND
50
50
0
0
NACHT
50
50
0
0
Opgeslagen intensiteit
Ophoogfactoren (beide zijden)
Etmaalintensiteit (gespiegeld)
Gemiddeld uurpercentage
Perc. motoren
Perc. personenauto's
Perc. midzwaar vrachtverkeer
Perc. zwaar vrachtverkeer
Uurintensiteit bromfietsen
Wegtype
GCN achtergr.conc.
Bijdrage extra bronnen
Afstand wegas-wegrand [m]
Expositieafstand NO2 [m]
Expositieafstand PM10 [m]
Expositieafstand Overig [m]
Voetgangersklasse
Parkeerbewegingen per 100m
Busbaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
Luchtresultaten
No2
PM10
So2
Co
Benzeen
Benz[a]pyreen
CO2 in kg/km
Linkerzijde
5764
OphFac =
5764
Dag
6,40
0,0
84,8
10,2
4,9
0
1,000
RijlFac =
Avond
3,92
0,0
95,0
3,4
1,6
0
Nacht
0,94
0,0
86,3
9,5
4,2
0
Rechterzijde
5764
1,000
CnstFac =
5764
Dag
Avond
6,37
4,01
0,0
0,0
88,2
96,2
8,0
2,6
3,8
1,2
0
0
1,000
4: Basistype (2)
Bomenfactor
Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype
Stagnerend percentage
No2(FNO2) PM10
Co
So2
(16,4)
(19,9)
(633,0)
(1,3)
(-0,4)
(-5,2) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0)
(0,0)
Linkerzijde
2,0
2,0
2,0
2,0
0
0,0
Wegas
Dek
Linkerzijde
JaarG. #Grns
GES
21,5 0
1074188574
4
15,8 6
144496892
3
1,4 0
1,00
Ve
36,6
Benzeen
(0,6)
(0,0)
Trambaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen
(0,3)
(0,0)
Rechterzijde
2,0
2,0
2,0
2,0
0
0,0
Wegas
Rechterzijde
JaarG. #Grns
21,5 0
15,8 6
1,4 0
901,1
Nacht
0,94
0,0
89,4
7,4
3,2
0
GES
4
3
Dek
98p.8h
Em/Etm
901,1
1,58
0,309
1,58
0,309
22,3
20,4
Elementendreef tussen P.de
Coubertinlaan en Olympialaan
21-6-2013 16:01:12 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1
Gemeente Almere
SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2014 Elementendreef
(c) 2005 Goudappel Coffeng
ten zuiden P. de Coubertinlaan
Wegvak
34517-36512, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Elementendreef
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant
factor naburige rijlijnen ingevuld
geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar
nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00
gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020
_OV_uni
Algemene opmerkingen
Opmerkingen linkerzijde
Opmerkingen rechterzijde
13954164836380_0001
Wegvaklengte
200,3
Series linkerzijde
wegtype
Type linkerzijde
hoofddreef
Series rechterzijde
wegtype
Type rechterzijde
hoofddreef
Snelheid voor geluid
idem voor vrachtverkeer
idem voor bussen
idem voor trams
DAG
50
50
0
0
AVOND
50
50
0
0
NACHT
50
50
0
0
Opgeslagen intensiteit
Ophoogfactoren (beide zijden)
Etmaalintensiteit (gespiegeld)
Gemiddeld uurpercentage
Perc. motoren
Perc. personenauto's
Perc. midzwaar vrachtverkeer
Perc. zwaar vrachtverkeer
Uurintensiteit bromfietsen
Wegtype
GCN achtergr.conc.
Bijdrage extra bronnen
Afstand wegas-wegrand [m]
Expositieafstand NO2 [m]
Expositieafstand PM10 [m]
Expositieafstand Overig [m]
Voetgangersklasse
Parkeerbewegingen per 100m
Busbaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
Luchtresultaten
No2
PM10
So2
Co
Benzeen
Benz[a]pyreen
CO2 in kg/km
Linkerzijde
2016
OphFac =
2016
Dag
6,36
0,0
89,8
6,9
3,3
0
1,000
RijlFac =
Avond
4,04
0,0
96,8
2,2
1,0
0
Nacht
0,94
0,0
90,8
6,4
2,8
0
Rechterzijde
2016
1,000
CnstFac =
2016
Dag
Avond
6,39
3,95
0,0
0,0
86,1
95,4
9,4
3,1
4,5
1,4
0
0
1,000
4: Basistype (2)
Bomenfactor
Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype
Stagnerend percentage
No2(FNO2) PM10
Co
So2
(21,5)
(21,3)
(633,0)
(1,4)
(-1,7)
(-5,5) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0)
(0,0)
Linkerzijde
2,0
12,0
12,0
12,0
0
0,0
Wegas
Dek
Linkerzijde
JaarG. #Grns
GES
21,9 0
1074188574
4
16,1 6
141377536
3
1,4 0
1,00
Ve
9,3
Benzeen
(0,6)
(0,0)
Trambaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen
(0,3)
(0,0)
Rechterzijde
2,0
12,0
12,0
12,0
0
0,0
Wegas
Rechterzijde
JaarG. #Grns
21,9 0
16,1 6
1,4 0
695,4
Nacht
0,94
0,0
87,4
8,8
3,8
0
GES
4
3
Dek
98p.8h
Em/Etm
695,4
0,84
0,303
0,84
0,303
6,5
7,2
25-6-2013 16:55:22 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1
Gemeente Almere
SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2020 Elementendreef tussen
(c) 2005 Goudappel Coffeng
P. de Coubertinlaan en Olympialaan
Wegvak
34517-36468, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Elementendreef
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant
factor naburige rijlijnen ingevuld
geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar
nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00
gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020
_OV_uni
Algemene opmerkingen
Opmerkingen linkerzijde
Opmerkingen rechterzijde
13938244835013_0001
Wegvaklengte
219,6
Series linkerzijde
wegtype
Type linkerzijde
hoofddreef
Series rechterzijde
wegtype
Type rechterzijde
hoofddreef
Snelheid voor geluid
idem voor vrachtverkeer
idem voor bussen
idem voor trams
DAG
50
50
0
0
AVOND
50
50
0
0
NACHT
50
50
0
0
Opgeslagen intensiteit
Ophoogfactoren (beide zijden)
Etmaalintensiteit (gespiegeld)
Gemiddeld uurpercentage
Perc. motoren
Perc. personenauto's
Perc. midzwaar vrachtverkeer
Perc. zwaar vrachtverkeer
Uurintensiteit bromfietsen
Wegtype
GCN achtergr.conc.
Bijdrage extra bronnen
Afstand wegas-wegrand [m]
Expositieafstand NO2 [m]
Expositieafstand PM10 [m]
Expositieafstand Overig [m]
Voetgangersklasse
Parkeerbewegingen per 100m
Busbaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
Luchtresultaten
No2
PM10
So2
Co
Benzeen
Benz[a]pyreen
CO2 in kg/km
Linkerzijde
2424
OphFac =
2424
Dag
6,39
0,0
86,1
9,4
4,5
0
1,000
RijlFac =
Avond
3,95
0,0
95,4
3,1
1,4
0
Nacht
0,94
0,0
87,4
8,8
3,8
0
Rechterzijde
2424
1,000
CnstFac =
2424
Dag
Avond
6,36
4,04
0,0
0,0
89,8
96,8
6,9
2,2
3,3
1,0
0
0
1,000
4: Basistype (2)
Bomenfactor
Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype
Stagnerend percentage
No2(FNO2) PM10
Co
So2
(16,4)
(19,9)
(633,0)
(1,3)
(-0,4)
(-5,2) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0)
(0,0)
Linkerzijde
2,0
2,0
2,0
2,0
0
0,0
Wegas
Dek
Linkerzijde
JaarG. #Grns
GES
18,3 0
1074188574
3
15,2 5
119088212
3
1,3 0
1,00
Ve
25,4
Benzeen
(0,6)
(0,0)
Trambaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen
(0,3)
(0,0)
Rechterzijde
2,0
2,0
2,0
2,0
0
0,0
Wegas
Rechterzijde
JaarG. #Grns
18,3 0
15,2 5
1,3 0
742,2
Nacht
0,94
0,0
90,8
6,4
2,8
0
GES
3
3
Dek
98p.8h
Em/Etm
742,2
1,01
0,303
1,01
0,303
8,9
8,0
21-6-2013 16:23:07 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1
Gemeente Almere
SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2024 Elementendreef ten zuiden
(c) 2005 Goudappel Coffeng
van de P. de Coubertinlaan
Wegvak
34517-36512, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Elementendreef
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant
factor naburige rijlijnen ingevuld
geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar
nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00
gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020
_OV_uni
Algemene opmerkingen
Opmerkingen linkerzijde
Opmerkingen rechterzijde
13954164836380_0001
Wegvaklengte
200,3
Series linkerzijde
wegtype
Type linkerzijde
hoofddreef
Series rechterzijde
wegtype
Type rechterzijde
hoofddreef
Snelheid voor geluid
idem voor vrachtverkeer
idem voor bussen
idem voor trams
DAG
50
50
0
0
AVOND
50
50
0
0
NACHT
50
50
0
0
Opgeslagen intensiteit
Ophoogfactoren (beide zijden)
Etmaalintensiteit (gespiegeld)
Gemiddeld uurpercentage
Perc. motoren
Perc. personenauto's
Perc. midzwaar vrachtverkeer
Perc. zwaar vrachtverkeer
Uurintensiteit bromfietsen
Wegtype
GCN achtergr.conc.
Bijdrage extra bronnen
Afstand wegas-wegrand [m]
Expositieafstand NO2 [m]
Expositieafstand PM10 [m]
Expositieafstand Overig [m]
Voetgangersklasse
Parkeerbewegingen per 100m
Busbaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
Luchtresultaten
No2
PM10
So2
Co
Benzeen
Benz[a]pyreen
CO2 in kg/km
Linkerzijde
2728
OphFac =
2728
Dag
6,36
0,0
89,8
6,9
3,3
0
1,000
RijlFac =
Avond
4,04
0,0
96,8
2,2
1,0
0
Nacht
0,94
0,0
90,8
6,4
2,8
0
Rechterzijde
2728
1,000
CnstFac =
2728
Dag
Avond
6,39
3,95
0,0
0,0
86,1
95,4
9,4
3,1
4,5
1,4
0
0
1,000
4: Basistype (2)
Bomenfactor
Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype
Stagnerend percentage
No2(FNO2) PM10
Co
So2
(16,4)
(19,9)
(633,0)
(1,3)
(-0,4)
(-5,2) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0)
(0,0)
Linkerzijde
2,0
12,0
12,0
12,0
0
0,0
Wegas
Dek
Linkerzijde
JaarG. #Grns
GES
17,5 0
1074188574
3
15,0 5
137062164
3
1,3 0
1,00
Ve
9,3
Benzeen
(0,6)
(0,0)
Trambaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen
(0,3)
(0,0)
Rechterzijde
2,0
12,0
12,0
12,0
0
0,0
Wegas
Rechterzijde
JaarG. #Grns
17,5 0
15,0 5
1,3 0
707,4
Nacht
0,94
0,0
87,4
8,8
3,8
0
GES
3
3
Dek
98p.8h
Em/Etm
707,4
0,89
0,302
0,89
0,302
8,7
9,6
Elementendreef ten zuiden
Olympialaan
26-6-2013 15:39:21 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1
Gemeente Almere
SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2014 Elementendreef ten zuiden
(c) 2005 Goudappel Coffeng
Olympialaan
Wegvak
34501-36512, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Elementendreef
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant
factor naburige rijlijnen ingevuld
geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar
nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00
gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020
_OV_uni
Algemene opmerkingen
Opmerkingen linkerzijde
Opmerkingen rechterzijde
13973384837962_0001
Wegvaklengte
297,6
Series linkerzijde
wegtype
Type linkerzijde
hoofddreef
Series rechterzijde
wegtype
Type rechterzijde
hoofddreef
Snelheid voor geluid
idem voor vrachtverkeer
idem voor bussen
idem voor trams
DAG
50
50
0
0
AVOND
50
50
0
0
NACHT
50
50
0
0
Opgeslagen intensiteit
Ophoogfactoren (beide zijden)
Etmaalintensiteit (gespiegeld)
Gemiddeld uurpercentage
Perc. motoren
Perc. personenauto's
Perc. midzwaar vrachtverkeer
Perc. zwaar vrachtverkeer
Uurintensiteit bromfietsen
Wegtype
GCN achtergr.conc.
Bijdrage extra bronnen
Afstand wegas-wegrand [m]
Expositieafstand NO2 [m]
Expositieafstand PM10 [m]
Expositieafstand Overig [m]
Voetgangersklasse
Parkeerbewegingen per 100m
Busbaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
Luchtresultaten
No2
PM10
So2
Co
Benzeen
Benz[a]pyreen
CO2 in kg/km
Linkerzijde
5759
OphFac =
5759
Dag
6,40
0,0
84,8
10,2
4,9
0
1,000
RijlFac =
Avond
3,92
0,0
95,0
3,4
1,6
0
Nacht
0,94
0,0
86,3
9,5
4,2
0
Rechterzijde
5759
1,000
CnstFac =
5759
Dag
Avond
6,37
4,01
0,0
0,0
88,2
96,2
8,0
2,6
3,8
1,2
0
0
1,000
4: Basistype (2)
Bomenfactor
Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype
Stagnerend percentage
No2(FNO2) PM10
Co
So2
(21,5)
(21,3)
(633,0)
(1,4)
(-1,7)
(-5,5) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0)
(0,0)
Linkerzijde
2,0
2,0
2,0
2,0
0
0,0
Wegas
Dek
Linkerzijde
JaarG. #Grns
GES
28,9 0
1074188574
4
17,2 7
147472384
3
1,5 0
1,00
Ve
36,6
Benzeen
(0,6)
(0,0)
Trambaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen
(0,3)
(0,0)
Rechterzijde
2,0
2,0
2,0
2,0
0
0,0
Wegas
Rechterzijde
JaarG. #Grns
28,9 0
17,2 7
1,5 0
939,1
Nacht
0,94
0,0
89,4
7,4
3,2
0
GES
4
3
Dek
98p.8h
Em/Etm
939,1
1,69
0,319
1,69
0,319
22,7
20,9
26-6-2013 15:42:43 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1
Gemeente Almere
SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2020 Elementendreef ten zuiden
(c) 2005 Goudappel Coffeng
Olympialaan
Wegvak
34501-36512, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Elementendreef
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant
factor naburige rijlijnen ingevuld
geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar
nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00
gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020
_OV_uni
Algemene opmerkingen
Opmerkingen linkerzijde
Opmerkingen rechterzijde
13973384837962_0001
Wegvaklengte
297,6
Series linkerzijde
wegtype
Type linkerzijde
hoofddreef
Series rechterzijde
wegtype
Type rechterzijde
hoofddreef
Snelheid voor geluid
idem voor vrachtverkeer
idem voor bussen
idem voor trams
DAG
50
50
0
0
AVOND
50
50
0
0
NACHT
50
50
0
0
Opgeslagen intensiteit
Ophoogfactoren (beide zijden)
Etmaalintensiteit (gespiegeld)
Gemiddeld uurpercentage
Perc. motoren
Perc. personenauto's
Perc. midzwaar vrachtverkeer
Perc. zwaar vrachtverkeer
Uurintensiteit bromfietsen
Wegtype
GCN achtergr.conc.
Bijdrage extra bronnen
Afstand wegas-wegrand [m]
Expositieafstand NO2 [m]
Expositieafstand PM10 [m]
Expositieafstand Overig [m]
Voetgangersklasse
Parkeerbewegingen per 100m
Busbaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
Luchtresultaten
No2
PM10
So2
Co
Benzeen
Benz[a]pyreen
CO2 in kg/km
Linkerzijde
6641
OphFac =
6641
Dag
6,40
0,0
84,8
10,2
4,9
0
1,000
RijlFac =
Avond
3,92
0,0
95,0
3,4
1,6
0
Nacht
0,94
0,0
86,3
9,5
4,2
0
Rechterzijde
6641
1,000
CnstFac =
6641
Dag
Avond
6,37
4,01
0,0
0,0
88,2
96,2
8,0
2,6
3,8
1,2
0
0
1,000
4: Basistype (2)
Bomenfactor
Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype
Stagnerend percentage
No2(FNO2) PM10
Co
So2
(16,4)
(19,9)
(633,0)
(1,3)
(-0,4)
(-5,2) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0)
(0,0)
Linkerzijde
2,0
2,0
2,0
2,0
0
0,0
Wegas
Dek
Linkerzijde
JaarG. #Grns
GES
22,2 0
1074188574
4
16,0 6
133562368
3
1,4 0
1,00
Ve
36,6
Benzeen
(0,6)
(0,0)
Trambaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen
(0,3)
(0,0)
Rechterzijde
2,0
2,0
2,0
2,0
0
0,0
Wegas
Rechterzijde
JaarG. #Grns
22,2 0
16,0 6
1,4 0
941,9
Nacht
0,94
0,0
89,4
7,4
3,2
0
GES
4
3
Dek
98p.8h
Em/Etm
941,9
1,72
0,311
1,72
0,311
25,7
23,5
26-6-2013 15:44:07 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1
Gemeente Almere
SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2024 Elementendreef ten zuiden
(c) 2005 Goudappel Coffeng
Olympialaan
Wegvak
34501-36512, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Elementendreef
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant
factor naburige rijlijnen ingevuld
geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar
nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00
gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020
_OV_uni
Algemene opmerkingen
Opmerkingen linkerzijde
Opmerkingen rechterzijde
13973384837962_0001
Wegvaklengte
297,6
Series linkerzijde
wegtype
Type linkerzijde
hoofddreef
Series rechterzijde
wegtype
Type rechterzijde
hoofddreef
Snelheid voor geluid
idem voor vrachtverkeer
idem voor bussen
idem voor trams
DAG
50
50
0
0
AVOND
50
50
0
0
NACHT
50
50
0
0
Opgeslagen intensiteit
Ophoogfactoren (beide zijden)
Etmaalintensiteit (gespiegeld)
Gemiddeld uurpercentage
Perc. motoren
Perc. personenauto's
Perc. midzwaar vrachtverkeer
Perc. zwaar vrachtverkeer
Uurintensiteit bromfietsen
Wegtype
GCN achtergr.conc.
Bijdrage extra bronnen
Afstand wegas-wegrand [m]
Expositieafstand NO2 [m]
Expositieafstand PM10 [m]
Expositieafstand Overig [m]
Voetgangersklasse
Parkeerbewegingen per 100m
Busbaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
Luchtresultaten
No2
PM10
So2
Co
Benzeen
Benz[a]pyreen
CO2 in kg/km
Linkerzijde
7782
OphFac =
7782
Dag
6,40
0,0
84,8
10,2
4,9
0
1,000
RijlFac =
Avond
3,92
0,0
95,0
3,4
1,6
0
Nacht
0,94
0,0
86,3
9,5
4,2
0
Rechterzijde
7782
1,000
CnstFac =
7782
Dag
Avond
6,37
4,01
0,0
0,0
88,2
96,2
8,0
2,6
3,8
1,2
0
0
1,000
4: Basistype (2)
Bomenfactor
Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype
Stagnerend percentage
No2(FNO2) PM10
Co
So2
(16,4)
(19,9)
(633,0)
(1,3)
(-0,4)
(-5,2) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0)
(0,0)
Linkerzijde
2,0
2,0
2,0
2,0
0
0,0
Wegas
Dek
Linkerzijde
JaarG. #Grns
GES
23,1 0
1074188574
4
16,2 6
143147008
3
1,4 0
1,00
Ve
36,6
Benzeen
(0,6)
(0,0)
Trambaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen
(0,3)
(0,0)
Rechterzijde
2,0
2,0
2,0
2,0
0
0,0
Wegas
Rechterzijde
JaarG. #Grns
23,1 0
16,2 6
1,4 0
995,0
Nacht
0,94
0,0
89,4
7,4
3,2
0
GES
4
3
Dek
98p.8h
Em/Etm
995,0
1,92
0,312
1,92
0,312
30,2
27,6
P.de Coubertinlaan
26-6-2013 14:53:28 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1
Gemeente Almere
SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2014 P. de Coebertinlaan
(c) 2005 Goudappel Coffeng
Wegvak
36512-36634, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Olympiakwartier
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant
factor naburige rijlijnen ingevuld
geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar
nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00
gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020
_OV_uni
Algemene opmerkingen
Opmerkingen linkerzijde
Opmerkingen rechterzijde
13958454837395_0001
Wegvaklengte
104,2
Series linkerzijde
wegtype
Type linkerzijde
buurtweg 2
Series rechterzijde
wegtype
Type rechterzijde
buurtweg 2
Snelheid voor geluid
idem voor vrachtverkeer
idem voor bussen
idem voor trams
DAG
50
50
0
0
AVOND
50
50
0
0
NACHT
50
50
0
0
Opgeslagen intensiteit
Ophoogfactoren (beide zijden)
Etmaalintensiteit (gespiegeld)
Gemiddeld uurpercentage
Perc. motoren
Perc. personenauto's
Perc. midzwaar vrachtverkeer
Perc. zwaar vrachtverkeer
Uurintensiteit bromfietsen
Wegtype
GCN achtergr.conc.
Bijdrage extra bronnen
Afstand wegas-wegrand [m]
Expositieafstand NO2 [m]
Expositieafstand PM10 [m]
Expositieafstand Overig [m]
Voetgangersklasse
Parkeerbewegingen per 100m
Busbaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
Luchtresultaten
No2
PM10
So2
Co
Benzeen
Benz[a]pyreen
CO2 in kg/km
Linkerzijde
2392
OphFac =
2392
Dag
7,09
0,0
91,3
6,9
1,7
0
1,000
RijlFac =
Avond
2,69
0,0
91,5
6,8
1,7
0
Nacht
0,52
0,0
88,1
9,5
2,4
0
Rechterzijde
2392
1,000
CnstFac =
2392
Dag
Avond
7,09
2,69
0,0
0,0
90,6
90,8
7,5
7,3
1,9
1,8
0
0
1,000
4: Basistype (2)
Bomenfactor
Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype
Stagnerend percentage
No2(FNO2) PM10
Co
So2
(21,5)
(21,3)
(633,0)
(1,4)
(-1,9)
(-5,5) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0)
(0,0)
Linkerzijde
2,0
12,0
12,0
12,0
0
0,0
Wegas
Dek
Linkerzijde
JaarG. #Grns
GES
21,8 0
1074188574
4
16,1 6
132136960
3
1,4 0
1,00
Ve
16,1
Benzeen
(0,6)
(0,0)
Trambaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen
(0,3)
(0,0)
Rechterzijde
2,0
12,0
12,0
12,0
0
0,0
Wegas
Rechterzijde
JaarG. #Grns
21,8 0
16,1 6
1,4 0
707,9
Nacht
0,52
0,0
87,2
10,3
2,6
0
GES
4
3
Dek
98p.8h
Em/Etm
707,9
0,89
0,304
0,89
0,304
7,7
7,9
25-6-2013 16:52:26 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1
Gemeente Almere
SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2020 P. de Coubertinlaan
(c) 2005 Goudappel Coffeng
Wegvak
36512-36634, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Olympiakwartier
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant
factor naburige rijlijnen ingevuld
geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar
nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00
gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020
_OV_uni
Algemene opmerkingen
Opmerkingen linkerzijde
Opmerkingen rechterzijde
13958454837395_0001
Wegvaklengte
104,2
Series linkerzijde
wegtype
Type linkerzijde
buurtweg 2
Series rechterzijde
wegtype
Type rechterzijde
buurtweg 2
Snelheid voor geluid
idem voor vrachtverkeer
idem voor bussen
idem voor trams
DAG
50
50
0
0
AVOND
50
50
0
0
NACHT
50
50
0
0
Opgeslagen intensiteit
Ophoogfactoren (beide zijden)
Etmaalintensiteit (gespiegeld)
Gemiddeld uurpercentage
Perc. motoren
Perc. personenauto's
Perc. midzwaar vrachtverkeer
Perc. zwaar vrachtverkeer
Uurintensiteit bromfietsen
Wegtype
GCN achtergr.conc.
Bijdrage extra bronnen
Afstand wegas-wegrand [m]
Expositieafstand NO2 [m]
Expositieafstand PM10 [m]
Expositieafstand Overig [m]
Voetgangersklasse
Parkeerbewegingen per 100m
Busbaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
Luchtresultaten
No2
PM10
So2
Co
Benzeen
Benz[a]pyreen
CO2 in kg/km
Linkerzijde
2872
OphFac =
2872
Dag
7,09
0,0
91,3
6,9
1,7
0
1,000
RijlFac =
Avond
2,69
0,0
91,5
6,8
1,7
0
Nacht
0,52
0,0
88,1
9,5
2,4
0
Rechterzijde
2872
1,000
CnstFac =
2872
Dag
Avond
7,09
2,69
0,0
0,0
90,6
90,8
7,5
7,3
1,9
1,8
0
0
1,000
4: Basistype (2)
Bomenfactor
Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype
Stagnerend percentage
No2(FNO2) PM10
Co
So2
(16,4)
(19,9)
(633,0)
(1,3)
(-0,6)
(-5,2) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0)
(0,0)
Linkerzijde
2,0
12,0
12,0
12,0
0
0,0
Wegas
Dek
Linkerzijde
JaarG. #Grns
GES
17,4 0
1074188574
3
15,0 5
117205728
3
1,3 0
1,00
Ve
16,1
Benzeen
(0,6)
(0,0)
Trambaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen
(0,3)
(0,0)
Rechterzijde
2,0
12,0
12,0
12,0
0
0,0
Wegas
Rechterzijde
JaarG. #Grns
17,4 0
15,0 5
1,3 0
711,8
Nacht
0,52
0,0
87,2
10,3
2,6
0
GES
3
3
Dek
98p.8h
Em/Etm
711,8
0,91
0,302
0,91
0,302
9,0
9,2
21-6-2013 16:18:56 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1
Gemeente Almere
SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2024 P. de Coubertinlaan
(c) 2005 Goudappel Coffeng
Wegvak
36512-36634, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Olympiakwartier
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant
factor naburige rijlijnen ingevuld
geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar
nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00
gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020
_OV_uni
Algemene opmerkingen
Opmerkingen linkerzijde
Opmerkingen rechterzijde
13958454837395_0001
Wegvaklengte
104,2
Series linkerzijde
wegtype
Type linkerzijde
buurtweg 2
Series rechterzijde
wegtype
Type rechterzijde
buurtweg 2
Snelheid voor geluid
idem voor vrachtverkeer
idem voor bussen
idem voor trams
DAG
50
50
0
0
AVOND
50
50
0
0
NACHT
50
50
0
0
Opgeslagen intensiteit
Ophoogfactoren (beide zijden)
Etmaalintensiteit (gespiegeld)
Gemiddeld uurpercentage
Perc. motoren
Perc. personenauto's
Perc. midzwaar vrachtverkeer
Perc. zwaar vrachtverkeer
Uurintensiteit bromfietsen
Wegtype
GCN achtergr.conc.
Bijdrage extra bronnen
Afstand wegas-wegrand [m]
Expositieafstand NO2 [m]
Expositieafstand PM10 [m]
Expositieafstand Overig [m]
Voetgangersklasse
Parkeerbewegingen per 100m
Busbaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
Luchtresultaten
No2
PM10
So2
Co
Benzeen
Benz[a]pyreen
CO2 in kg/km
Linkerzijde
3232
OphFac =
3232
Dag
7,09
0,0
91,3
6,9
1,7
0
1,000
RijlFac =
Avond
2,69
0,0
91,5
6,8
1,7
0
Nacht
0,52
0,0
88,1
9,5
2,4
0
Rechterzijde
3232
1,000
CnstFac =
3232
Dag
Avond
7,09
2,69
0,0
0,0
90,6
90,8
7,5
7,3
1,9
1,8
0
0
1,000
4: Basistype (2)
Bomenfactor
Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype
Stagnerend percentage
No2(FNO2) PM10
Co
So2
(16,4)
(19,9)
(633,0)
(1,3)
(-0,6)
(-5,2) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0)
(0,0)
Linkerzijde
2,0
12,0
12,0
12,0
0
0,0
Wegas
Dek
Linkerzijde
JaarG. #Grns
GES
17,5 0
1074188574
3
15,0 5
136708096
3
1,3 0
1,00
Ve
16,1
Benzeen
(0,6)
(0,0)
Trambaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen
(0,3)
(0,0)
Rechterzijde
2,0
12,0
12,0
12,0
0
0,0
Wegas
Rechterzijde
JaarG. #Grns
17,5 0
15,0 5
1,3 0
721,7
Nacht
0,52
0,0
87,2
10,3
2,6
0
GES
3
3
Dek
98p.8h
Em/Etm
721,7
0,95
0,303
0,95
0,303
10,2
10,4
Olympialaan
26-6-2013 14:54:36 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1
Gemeente Almere
SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2014 Olympialaan
(c) 2005 Goudappel Coffeng
Wegvak
36468-36469, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Olympialaan
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant
factor naburige rijlijnen ingevuld
geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar
nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00
gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020
_OV_uni
Algemene opmerkingen
Opmerkingen linkerzijde
Opmerkingen rechterzijde
13928004834537_0001
Wegvaklengte
67,4
Series linkerzijde
wegtype
Type linkerzijde
buurtweg 2
Series rechterzijde
wegtype
Type rechterzijde
buurtweg 2
Snelheid voor geluid
idem voor vrachtverkeer
idem voor bussen
idem voor trams
DAG
50
50
0
0
AVOND
50
50
0
0
NACHT
50
50
0
0
Opgeslagen intensiteit
Ophoogfactoren (beide zijden)
Etmaalintensiteit (gespiegeld)
Gemiddeld uurpercentage
Perc. motoren
Perc. personenauto's
Perc. midzwaar vrachtverkeer
Perc. zwaar vrachtverkeer
Uurintensiteit bromfietsen
Wegtype
GCN achtergr.conc.
Bijdrage extra bronnen
Afstand wegas-wegrand [m]
Expositieafstand NO2 [m]
Expositieafstand PM10 [m]
Expositieafstand Overig [m]
Voetgangersklasse
Parkeerbewegingen per 100m
Busbaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
Luchtresultaten
No2
PM10
So2
Co
Benzeen
Benz[a]pyreen
CO2 in kg/km
Linkerzijde
2804
OphFac =
2804
Dag
7,09
0,0
88,7
9,1
2,3
0
1,000
RijlFac =
Avond
2,69
0,0
88,9
8,9
2,2
0
Nacht
0,52
0,0
84,7
12,3
3,1
0
Rechterzijde
2804
1,000
CnstFac =
2804
Dag
Avond
7,09
2,71
0,0
0,0
94,0
94,2
4,8
4,7
1,2
1,2
0
0
1,000
4: Basistype (2)
Bomenfactor
Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype
Stagnerend percentage
No2(FNO2) PM10
Co
So2
(21,5)
(21,3)
(633,0)
(1,4)
(-1,7)
(-5,5) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0)
(0,0)
Linkerzijde
2,0
12,0
12,0
12,0
0
0,0
Wegas
Dek
Linkerzijde
JaarG. #Grns
GES
22,4 0
1074188574
4
16,2 6
132251648
3
1,4 0
1,00
Ve
26,4
Benzeen
(0,6)
(0,0)
Trambaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen
(0,3)
(0,0)
Rechterzijde
2,0
12,0
12,0
12,0
0
0,0
Wegas
Rechterzijde
JaarG. #Grns
22,4 0
16,2 6
1,4 0
723,8
Nacht
0,51
0,0
91,7
6,6
1,6
0
GES
4
3
Dek
98p.8h
Em/Etm
723,8
0,94
0,305
0,94
0,305
10,0
8,5
25-6-2013 16:27:33 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1
Gemeente Almere
SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2020 Olympialaan
(c) 2005 Goudappel Coffeng
Wegvak
36468-36469, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Olympialaan
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant
factor naburige rijlijnen ingevuld
geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar
nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00
gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020
_OV_uni
Algemene opmerkingen
Opmerkingen linkerzijde
Opmerkingen rechterzijde
13928004834537_0001
Wegvaklengte
67,4
Series linkerzijde
wegtype
Type linkerzijde
buurtweg 2
Series rechterzijde
wegtype
Type rechterzijde
buurtweg 2
Snelheid voor geluid
idem voor vrachtverkeer
idem voor bussen
idem voor trams
DAG
50
50
0
0
AVOND
50
50
0
0
NACHT
50
50
0
0
Opgeslagen intensiteit
Ophoogfactoren (beide zijden)
Etmaalintensiteit (gespiegeld)
Gemiddeld uurpercentage
Perc. motoren
Perc. personenauto's
Perc. midzwaar vrachtverkeer
Perc. zwaar vrachtverkeer
Uurintensiteit bromfietsen
Wegtype
GCN achtergr.conc.
Bijdrage extra bronnen
Afstand wegas-wegrand [m]
Expositieafstand NO2 [m]
Expositieafstand PM10 [m]
Expositieafstand Overig [m]
Voetgangersklasse
Parkeerbewegingen per 100m
Busbaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
Luchtresultaten
No2
PM10
So2
Co
Benzeen
Benz[a]pyreen
CO2 in kg/km
Linkerzijde
3348
OphFac =
3348
Dag
7,09
0,0
88,7
9,1
2,3
0
1,000
RijlFac =
Avond
2,69
0,0
88,9
8,9
2,2
0
Nacht
0,52
0,0
84,7
12,3
3,1
0
Rechterzijde
3348
1,000
CnstFac =
3348
Dag
Avond
7,09
2,71
0,0
0,0
94,0
94,2
4,8
4,7
1,2
1,2
0
0
1,000
4: Basistype (2)
Bomenfactor
Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype
Stagnerend percentage
No2(FNO2) PM10
Co
So2
(21,5)
(21,3)
(633,0)
(1,4)
(-1,7)
(-5,5) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0)
(0,0)
Linkerzijde
2,0
12,0
12,0
12,0
0
0,0
Wegas
Dek
Linkerzijde
JaarG. #Grns
GES
22,9 0
1074188574
4
16,2 6
84715776
3
1,4 0
1,00
Ve
26,4
Benzeen
(0,6)
(0,0)
Trambaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen
(0,3)
(0,0)
Rechterzijde
2,0
12,0
12,0
12,0
0
0,0
Wegas
Rechterzijde
JaarG. #Grns
22,9 0
16,2 6
1,4 0
741,4
Nacht
0,51
0,0
91,7
6,6
1,6
0
GES
4
3
Dek
98p.8h
Em/Etm
741,4
1,01
0,306
1,01
0,306
11,9
10,1
21-6-2013 16:17:11 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1
Gemeente Almere
SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2024 Olympialaan
(c) 2005 Goudappel Coffeng
Wegvak
36468-36469, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Olympialaan
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant
factor naburige rijlijnen ingevuld
geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar
nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00
gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020
_OV_uni
Algemene opmerkingen
Opmerkingen linkerzijde
Opmerkingen rechterzijde
13928004834537_0001
Wegvaklengte
67,4
Series linkerzijde
wegtype
Type linkerzijde
buurtweg 2
Series rechterzijde
wegtype
Type rechterzijde
buurtweg 2
Snelheid voor geluid
idem voor vrachtverkeer
idem voor bussen
idem voor trams
DAG
50
50
0
0
AVOND
50
50
0
0
NACHT
50
50
0
0
Opgeslagen intensiteit
Ophoogfactoren (beide zijden)
Etmaalintensiteit (gespiegeld)
Gemiddeld uurpercentage
Perc. motoren
Perc. personenauto's
Perc. midzwaar vrachtverkeer
Perc. zwaar vrachtverkeer
Uurintensiteit bromfietsen
Wegtype
GCN achtergr.conc.
Bijdrage extra bronnen
Afstand wegas-wegrand [m]
Expositieafstand NO2 [m]
Expositieafstand PM10 [m]
Expositieafstand Overig [m]
Voetgangersklasse
Parkeerbewegingen per 100m
Busbaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
Luchtresultaten
No2
PM10
So2
Co
Benzeen
Benz[a]pyreen
CO2 in kg/km
Linkerzijde
3789
OphFac =
3789
Dag
7,09
0,0
88,7
9,1
2,3
0
1,000
RijlFac =
Avond
2,69
0,0
88,9
8,9
2,2
0
Nacht
0,52
0,0
84,7
12,3
3,1
0
Rechterzijde
3789
1,000
CnstFac =
3789
Dag
Avond
7,09
2,71
0,0
0,0
94,0
94,2
4,8
4,7
1,2
1,2
0
0
1,000
4: Basistype (2)
Bomenfactor
Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype
Stagnerend percentage
No2(FNO2) PM10
Co
So2
(16,4)
(19,9)
(633,0)
(1,3)
(-0,4)
(-5,2) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0)
(0,0)
Linkerzijde
2,0
12,0
12,0
12,0
0
0,0
Wegas
Dek
Linkerzijde
JaarG. #Grns
GES
18,0 0
1074188574
3
15,1 5
136560640
3
1,3 0
1,00
Ve
26,4
Benzeen
(0,6)
(0,0)
Trambaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen
(0,3)
(0,0)
Rechterzijde
2,0
12,0
12,0
12,0
0
0,0
Wegas
Rechterzijde
JaarG. #Grns
18,0 0
15,1 5
1,3 0
740,0
Nacht
0,51
0,0
91,7
6,6
1,6
0
GES
3
3
Dek
98p.8h
Em/Etm
740,0
1,02
0,303
1,02
0,303
13,2
11,2
Winterspelenlaan
24-6-2013 11:58:45 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1
Gemeente Almere
SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2014 Winterspelenlaan
(c) 2005 Goudappel Coffeng
Wegvak
36649-36651, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Winterspelenlaan
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant
factor naburige rijlijnen ingevuld
geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar
nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00
gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020
_OV_uni
Algemene opmerkingen
Opmerkingen linkerzijde
Opmerkingen rechterzijde
13908914836858_0001
Wegvaklengte
76,2
Series linkerzijde
wegtype
Type linkerzijde
buurtweg 2
Series rechterzijde
wegtype
Type rechterzijde
buurtweg 2
Snelheid voor geluid
idem voor vrachtverkeer
idem voor bussen
idem voor trams
DAG
50
50
0
0
AVOND
50
50
0
0
NACHT
50
50
0
0
Opgeslagen intensiteit
Ophoogfactoren (beide zijden)
Etmaalintensiteit (gespiegeld)
Gemiddeld uurpercentage
Perc. motoren
Perc. personenauto's
Perc. midzwaar vrachtverkeer
Perc. zwaar vrachtverkeer
Uurintensiteit bromfietsen
Wegtype
GCN achtergr.conc.
Bijdrage extra bronnen
Afstand wegas-wegrand [m]
Expositieafstand NO2 [m]
Expositieafstand PM10 [m]
Expositieafstand Overig [m]
Voetgangersklasse
Parkeerbewegingen per 100m
Busbaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
Luchtresultaten
No2
PM10
So2
Co
Benzeen
Benz[a]pyreen
CO2 in kg/km
Linkerzijde
2594
OphFac =
2594
Dag
7,10
0,0
96,4
2,9
0,7
0
1,000
RijlFac =
Avond
2,68
0,0
96,4
2,8
0,7
0
Nacht
0,51
0,0
94,9
4,1
1,0
0
Rechterzijde
2594
1,000
CnstFac =
2594
Dag
Avond
7,10
2,68
0,0
0,0
95,4
95,5
3,7
3,6
0,9
0,9
0
0
1,000
4: Basistype (2)
Bomenfactor
Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype
Stagnerend percentage
No2(FNO2) PM10
Co
So2
(21,5)
(21,3)
(633,0)
(1,4)
(-2,5)
(-5,6) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0)
(0,0)
Linkerzijde
2,0
12,0
12,0
12,0
0
0,0
Wegas
Dek
Linkerzijde
JaarG. #Grns
GES
20,7 0
1074188574
4
16,0 6
133480448
3
1,4 0
1,00
Vc
0,0
Benzeen
(0,6)
(0,0)
Trambaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen
(0,3)
(0,0)
Rechterzijde
2,0
12,0
12,0
12,0
0
0,0
Wegas
Rechterzijde
JaarG. #Grns
20,7 0
16,0 6
1,4 0
711,4
Nacht
0,51
0,0
93,6
5,1
1,3
0
GES
4
3
Dek
98p.8h
Em/Etm
711,4
0,92
0,304
0,92
0,304
7,5
7,7
26-6-2013 14:57:17 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1
Gemeente Almere
SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2020 Winterspelenlaan
(c) 2005 Goudappel Coffeng
Wegvak
36649-36651, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Winterspelenlaan
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant
factor naburige rijlijnen ingevuld
geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar
nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00
gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020
_OV_uni
Algemene opmerkingen
Opmerkingen linkerzijde
Opmerkingen rechterzijde
13908914836858_0001
Wegvaklengte
76,2
Series linkerzijde
wegtype
Type linkerzijde
buurtweg 2
Series rechterzijde
wegtype
Type rechterzijde
buurtweg 2
Snelheid voor geluid
idem voor vrachtverkeer
idem voor bussen
idem voor trams
DAG
50
50
0
0
AVOND
50
50
0
0
NACHT
50
50
0
0
Opgeslagen intensiteit
Ophoogfactoren (beide zijden)
Etmaalintensiteit (gespiegeld)
Gemiddeld uurpercentage
Perc. motoren
Perc. personenauto's
Perc. midzwaar vrachtverkeer
Perc. zwaar vrachtverkeer
Uurintensiteit bromfietsen
Wegtype
GCN achtergr.conc.
Bijdrage extra bronnen
Afstand wegas-wegrand [m]
Expositieafstand NO2 [m]
Expositieafstand PM10 [m]
Expositieafstand Overig [m]
Voetgangersklasse
Parkeerbewegingen per 100m
Busbaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
Luchtresultaten
No2
PM10
So2
Co
Benzeen
Benz[a]pyreen
CO2 in kg/km
Linkerzijde
3114
OphFac =
3114
Dag
7,10
0,0
96,4
2,9
0,7
0
1,000
RijlFac =
Avond
2,68
0,0
96,4
2,8
0,7
0
Nacht
0,51
0,0
94,9
4,1
1,0
0
Rechterzijde
3114
1,000
CnstFac =
3114
Dag
Avond
7,10
2,68
0,0
0,0
95,4
95,5
3,7
3,6
0,9
0,9
0
0
1,000
4: Basistype (2)
Bomenfactor
Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype
Stagnerend percentage
No2(FNO2) PM10
Co
So2
(16,4)
(19,9)
(633,0)
(1,3)
(-1,1)
(-5,3) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0)
(0,0)
Linkerzijde
2,0
12,0
12,0
12,0
0
0,0
Wegas
Dek
Linkerzijde
JaarG. #Grns
GES
16,5 0
1074188574
3
14,9 5
130433024
3
1,3 0
1,00
Vc
0,0
Benzeen
(0,6)
(0,0)
Trambaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen
(0,3)
(0,0)
Rechterzijde
2,0
12,0
12,0
12,0
0
0,0
Wegas
Rechterzijde
JaarG. #Grns
16,5 0
14,9 5
1,3 0
714,4
Nacht
0,51
0,0
93,6
5,1
1,3
0
GES
3
3
Dek
98p.8h
Em/Etm
714,4
0,95
0,302
0,95
0,302
8,7
9,0
24-6-2013 11:57:10 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1
Gemeente Almere
SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2024 Winterspelenlaan
(c) 2005 Goudappel Coffeng
Wegvak
36649-36651, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Winterspelenlaan
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant
factor naburige rijlijnen ingevuld
geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar
nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00
gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020
_OV_uni
Algemene opmerkingen
Opmerkingen linkerzijde
Opmerkingen rechterzijde
13908914836858_0001
Wegvaklengte
76,2
Series linkerzijde
wegtype
Type linkerzijde
buurtweg 2
Series rechterzijde
wegtype
Type rechterzijde
buurtweg 2
Snelheid voor geluid
idem voor vrachtverkeer
idem voor bussen
idem voor trams
DAG
50
50
0
0
AVOND
50
50
0
0
NACHT
50
50
0
0
Opgeslagen intensiteit
Ophoogfactoren (beide zijden)
Etmaalintensiteit (gespiegeld)
Gemiddeld uurpercentage
Perc. motoren
Perc. personenauto's
Perc. midzwaar vrachtverkeer
Perc. zwaar vrachtverkeer
Uurintensiteit bromfietsen
Wegtype
GCN achtergr.conc.
Bijdrage extra bronnen
Afstand wegas-wegrand [m]
Expositieafstand NO2 [m]
Expositieafstand PM10 [m]
Expositieafstand Overig [m]
Voetgangersklasse
Parkeerbewegingen per 100m
Busbaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
Luchtresultaten
No2
PM10
So2
Co
Benzeen
Benz[a]pyreen
CO2 in kg/km
Linkerzijde
3505
OphFac =
3505
Dag
7,10
0,0
96,4
2,9
0,7
0
1,000
RijlFac =
Avond
2,68
0,0
96,4
2,8
0,7
0
Nacht
0,51
0,0
94,9
4,1
1,0
0
Rechterzijde
3505
1,000
CnstFac =
3505
Dag
Avond
7,10
2,68
0,0
0,0
95,4
95,5
3,7
3,6
0,9
0,9
0
0
1,000
4: Basistype (2)
Bomenfactor
Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype
Stagnerend percentage
No2(FNO2) PM10
Co
So2
(21,5)
(21,3)
(633,0)
(1,4)
(-2,5)
(-5,6) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0)
(0,0)
Linkerzijde
2,0
12,0
12,0
12,0
0
0,0
Wegas
Dek
Linkerzijde
JaarG. #Grns
GES
21,2 0
1074188574
4
16,1 6
139561388
3
1,4 0
1,00
Vc
0,0
Benzeen
(0,6)
(0,0)
Trambaan
Links niet aanwezig
Rechts niet aanwezig
98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen
(0,3)
(0,0)
Rechterzijde
2,0
12,0
12,0
12,0
0
0,0
Wegas
Rechterzijde
JaarG. #Grns
21,2 0
16,1 6
1,4 0
739,0
Nacht
0,51
0,0
93,6
5,1
1,3
0
GES
4
3
Dek
98p.8h
Em/Etm
739,0
1,04
0,305
1,04
0,305
10,1
10,4
Intern memo
Dienst Stedelijke Ontwikkeling
G.J. v.d. Bovenkamp
Telefoon (036) 036 5484027
Fax (036) 036 539955
E-mail
[email protected]
www.almere.nl
Aan
Projectgroep uitwerkingsplan Olympiakwartier
Kopie aan
Archief afdeling Ruimte & Wonen
Van
Gert Jan van de Bovenkamp
Berekening van het groepsrisico ten behoeve van het uitwerkingsplan
Olympiakwartier
Datum
25 januari 2013
Kenmerk
Definitief
Pagina
1/11
1. Inleiding
De gemeente Almere heeft de ambitie de nieuwe kern Almere Poort te ontwikkelen.
Hiervoor is in 2007 een bestemmingsplan vastgesteld, het zogenaamde moederplan.
Vervolgens is de stedenbouwkundige visie uitgewerkt tot een ontwikkelingsplan dat
in 2008 door de gemeenteraad is vastgesteld. Het moederplan is vervolgens herzien
primair vanwege juridisch technische aspecten. In 2010 heeft de gemeenteraad deze
1e herziening vastgesteld. Deze documenten worden nu juridisch uitwerkt tot een
uitwerkingsplan, maar dan alleen voor het deelgebied Olympiakwartier1.
In het kader van het op te stellen uitwerkingsplan voor dit deelgebied, is conform de
circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (hierna circulaire) de
risicobenadering toegepast. Conform paragraaf 3.3 van de circulaire RNVGS:
kan bij het vaststellen van een omgevingsbesluit2 langs een spoorlijn die deel
uitmaakt van het Basisnet Spoor, de berekening van het plaatsgebonden risico
achterwege blijven;
dient bij het vaststellen van een omgevingsbesluit langs een spoorlijn, een
beoordeling en verantwoording van het groepsrisico3 te worden gemaakt als
bedoeld in paragraaf 4.3 van de circulaire. In dit geval mede op basis van een
berekening van het groepsrisico4. Het doel van de berekening is, om een
kwantitatieve indicatie te geven van de mogelijke gevolgen van het uitwerkings
plan voor het groepsrisico in dit overwegend nog te bebouwen gebied.
Bij het berekenen van het groepsrisico dient te worden uitgegaan, van de voor het
baanvak geldende transportgegevens (gebaseerd op een maximale benutting van de
groeiruimte voor vervoer over deze transportas) en overige inputgegevens uit bijlage
4 van de circulaire.
In dit memo wordt ingegaan op de veiligheidsrisico’s van het transport van
gevaarlijke stoffen per spoor. Het gaat om de gevolgen buiten het doorgaande spoor.
Wegtransport van gevaarlijke stoffen speelt geen rol in het gebied. In het plangebied
zijn geen ondergrondse leidingen (druk hoger dan 16 kPa) met aardgas aanwezig.
Evenmin zijn risicovolle inrichtingen aanwezig waarop het Bevi van toepassing is.
2. Huidige situatie
In het plangebied (zie figuur 1) zijn op dit moment m.u.v. de topsporthal nog geen
functies gevestigd.
3. Toekomstige situatie
In figuur 2 staat een eindbeeld van het plangebied qua stedenbouwkundige
structuur met bijbehorende functies. Voor een nadere toelichting hierop wordt hier
verwezen naar het ontwikkelingsplan uit 2008.
1
2
Dus zonder het gebied Olympia Officepark uit het ontwikkelingsplan.
De uitwerking van een bestemmingsplan wordt hieronder mede begrepen. Hiervoor geldt formeel geen
verantwoordingsplicht, maar dient bij de voorbereiding hiervan in het kader van een zorgvuldige
(ruimtelijke) besluitvorming (= een goede R.O.) in de motivering te worden ingegaan op de mogelijke
gevolgen van het besluit voor het groepsrisico.
3
Voor de verantwoording van het groepsrisico wordt verwezen naar het document ‘Verantwoordings
plicht groepsrisico (VGR), (ontwerp) Uitwerkingsplan Olympiakwartier Almere Poort, februari 2013.
4
In dit geval kan niet worden volstaan met de vuistregels uit de concept Handleiding Risicoanalyse
Transport (verder Hart).
Datum
25 januari 2013
Kenmerk
definitief
Pagina
2/11
Datum
25 januari 2013
Kenmerk
definitief
Pagina
3/11
Figuur 1: Huidige situatie plangebied met globale aanduiding plangrens (rood) [bron: AIK].
Figuur 2: Toekomstige situatie plangebied met functies (mogelijk eindbeeld) [bron: ontwikkelingsplan
2008].
4. Berekeningsmodel en berekeningswijze
Het risico van het transport over het spoor is berekend met RBMII versie 2.2.
RBMII is een gestandaardiseerde rekenmethodiek voor het bereken van de risico’s
van het transport van gevaarlijke stoffen over de weg, over het spoor en over het
water. Met RBMII kan het plaatsgebonden risico en het groepsrisico berekend
worden. Het rekenmodel geeft een algemeen toepasbare benadering, waarmee
relatief snel en met een beperkte set invoergegevens het vervoer van gevaarlijke
stoffen geanalyseerd kan worden.
Voor de berekening zijn de volgende gegevens relevant:
de transportintensiteit van gevaarlijke stoffen en de aard van deze stoffen;
het aantal personen dat langs de route blootgesteld wordt aan de gevolgen van
een mogelijk ongeval;
de ongevalkans.
De berekeningen zijn conform de circulaire uitgevoerd in overeenstemming met de
conceptversie van de Handleiding Risicoanalyse Transport (hierna: HART), uitgave
november 2011.
5. Algemene uitgangspunten en modelparameters
Bevolkingsinventarisatie
De hoogte van het groepsrisico wordt bepaald door een tweetal aspecten:
de jaarlijkse kans dat zich een ongeval voordoet met gevaarlijke stoffen;
het aantal potentiële slachtoffers in de omgeving van de risicovolle activiteit.
Voor de berekening van het groepsrisico is inzicht nodig in de personendichtheid
(aan beide zijden) van het spoor ter hoogte van het plangebied. De personen
dichtheid is te definiëren als het gemiddelde aantal personen, per functie, per
planlocatie.
Het doel is om een juist en volledig beeld te verkrijgen van de aanwezige bevolking
op enig moment in het plangebied. Hiervoor is zowel de daadwerkelijk aanwezige
bevolking als de redelijkerwijs te verwachten bevolking o.b.v. de ‘juridische ruimte’
in de geldende bestemmingsplannen van belang.
Er is in dit geval uitgegaan van het maximale programma uit het moederplan
inclusief de wijzigingen van de 1e partiële herziening (zie bijlage 1). Deze correcties
zijn minimaal en bleken uiteindelijk niet significant voor de hoogte van het
groepsrisico5.
Binnen het plangebied liggen woningen, bedrijven, scholen, horeca, detailhandel,
kantoren en een paar specifieke objecten. De aanwezigen zijn omgerekend naar
blokken met gemiddelde personendichtheden aan de hand van aannames per
functie. O.a. gebaseerd op PGS 1, deel 6, concept HART, de Handreiking
Verantwoordingsplicht Groepsrisico en gegevens uit de ANKER studie. Zie bijlage
1 voor de details.
Vervolgens is het onderzoeksgebied op basis van het mogelijke eindbeeld in figuur 2
in verschillende blokken met verschillende functies onderverdeeld. Aan elk blok
werd een personendichtheid gekoppeld. Ten behoeve van de modellering zijn de
blokken na gevoeligheidsonderzoek weer samengevoegd tot grotere blokken. Er
wordt een voldoende nauwkeurig rekenresultaat verkregen door uit te gaan van twee
blokken (Olympiakwartier west en oost), waarbij het gemiddelde programma als één
laag evenredig wordt verdeeld over deze twee delen6.
Modellering transportroute
Het gaat hier om het spoortrajectnr. 40010 Weesp Hattem, ruwweg het spoorvak
40010 8 uit Bijlage 4 van de circulaire RNVGS. Aan weerszijden van het
plangebied is ca. 1 kilometer transportroute gemodelleerd.
Verdere zijn de volgende specifieke uitgangspunten gehanteerd:
5
RBM2 bevat een rekenmethodiek die een ruwe benadering van het te verwachten risico geeft. Het is
een ordegrootte model. De modelonzekerheid in het berekende groepsrisico wordt uitgedrukt in factoren.
Met een afwijking van een factor twee moet men rekening houden.
6
Uit eerdere berekening in 2007 (t.b.v. 1e concept uitwerkingsplan) en later in 2009 (eigen
berekeningen n.a.v. Basisnet Spoor berekeningen door Rijk), bleek dat een verfijning van het rekenmodel
niet tot nauwkeurigere rekenresultaten voor het groepsrisico leidde. Bovendien is de exacte verdeling
(zowel over Olympiakwartier West als Oost, als over de diverse bouwblokken) niet in het moederplan
(incl. 1e partiële herziening) en ook niet in dit uitwerkingsplan vastgelegd en daarmee flexibel. Voor de
ligging van de bepalende GR kilometer maakt dit ook niet uit.
Datum
25 januari 2013
Kenmerk
definitief
Pagina
4/11
transportsnelheid is hoger dan 40 km/uur;
in het traject bevinden zijn geen spoorwegovergangen;
in het traject zijn geen wissels aanwezig;
het transport van alle gevaarlijke stoffen, vindt voor 1/3 deel overdag en 2/3 deel
in de avond en nacht plaats.
Hierbij hoort een faalfrequentie van 2.772* 10 8 per wagenkilometer voor een traject
zonder wissels.
Transportintensiteit
Over de spoorlijn die door het plangebied in vindt momenteel geen vervoer van
gevaarlijke stoffen plaats. Naar verwachting vanaf 2017, na realisatie van de OV
SAAL korte termijn maatregelen, is één goederenpad over Flevolijn/Hanzelijn
beschikbaar en zal er ook transport van gevaarlijke stoffen gaan plaatsvinden.
De Flevolijn/Hanzelijn is onderdeel van het Basisnet Spoor. Dit betekent dat het
plaatsgebonden risico niet hoeft te worden berekend, maar dat kan worden
uitgegaan van de veiligheidszone voor het betreffende traject. Verder dient bij het
berekenen van het groepsrisico te worden uitgegaan, van de voor het baanvak
geldende transportgegevens (gebaseerd op een maximale benutting van de
groeiruimte voor vervoer over deze transportas) en overige inputgegevens uit bijlage
4 van de circulaire RNVGS.
Stofcategorie
Invloedsgebied
1%-letaliteitsafstand
[m] volgens HART
Marktverwachting
Prorail 2007
[beladen wagens/jaar]
Brandbare gassen (categorie A), bv
LPG
460
1430
Giftige gassen (categorie B2), bv NH3)
995
910
Zeer brandbare vloeistoffen (categorie
C3), bv benzine
Giftige vloeistoffen(categorie D3), bv
acrylnitril
Zeer giftige vloeistof (categorie D4), bv
flourwaterstof
35
5620
375
1110
4000
180
Volgens bijlage 4 van de circulaire RNVGS dienen met de volgende uitgangspunten
te worden gerekend:
rekenbreedte spoorbundel is 9 m;
de warme/koude Bleve verhouding voor stof A: 0 en voor stof B2: 0,84 (als
bonte trein ingevoerd in RBMII in de kolom ‘Aantal C3 wagons’);
weerstation Soesterberg.
6. Resultaten
De onderstaande scenario’s zijn doorgerekend. Het gaat hier vooral om de invloed
van dit ontwikkelingsplan op het groepsrisico. Ook het effect van de maatregelen van
het Basisnet Spoor zijn inzichtelijke gemaakt.
Bestaande situatie: er vindt nog geen transport van gevaarlijke stoffen plaats;
Autonome situatie: bestemmingplan Almere Poort zonder Olympiakwartier,
met transport van gevaarlijke stoffen vanaf 2013;
Autonome situatie (met Basisnet Spoor): bestemmingplan Almere Poort
zonder Olympiakwartier, plus Basisnet Spoor maatregelen;
Toekomstige situatie: bestemmingplan Almere Poort met Olympiakwartier,
plus Basisnet Spoor maatregelen.
Datum
25 januari 2013
Kenmerk
definitief
Pagina
5/11
Uitgebreide rapportages van de berekeningen staan in een aparte bijlage.
Scenario
Groepsrisico
Ligging kilometer
tarject met hoogste
groepsrisico
Normwaarde*
Maximaal aantal
slachtoffers
Bestaande situatie
-
-
-
Autonome situatie
7,4
5805
1433 - 2439
Autonome situatie
met Basisnet Spoor
0,6
1956
1617 - 2613
Toekomstige
situatie met
Basisnet Spoor
0,7
1956
1543 - 2538
* Normwaarde: de maximale waarde van het groepsrisico ten opzichte van de
oriëntatiewaarde. Een normwaarde > 1 betekent een overschrijding van de oriëntatiewaarde. Bij deze
normwaarde wordt tevens het daarbij horende aantal slachtoffers vermeld.
7. Conclusies
In de autonome situatie is het groepsrisico ruim een factor 7 boven de
oriëntatiewaarde. Door de Basisnet Spoor maatregel ‘warme bleve vrij’
samenstellen van treinen, daalt het groepsrisico fors tot ca. 0,6 x de
oriëntatiewaarde. De toename van het groepsrisico ten gevolge van het onderhavige
bestemmingsplan, bedraagt (slechts) een factor 1,17 tot ca. 0,7 x de
oriëntatiewaarde.
Datum
25 januari 2013
Kenmerk
definitief
Pagina
6/11
BIJLAGE 1: Bevolkingsgegevens.
Programma (ontwikkelingsplan 2008):
Datum
25 januari 2013
Kenmerk
definitief
Pagina
7/11
Bestemmingsplankaart en 1e partiële herziening:
Uitgangspunten:
per woning of appartement is uitgegaan van een gemiddelde van 2,4 personen
en een aanwezigheidspercentage dag/nacht van 50/100 %;
voor kantoren is uitgegaan van 1 werkzaam persoon per 30 m2 b.v.o. een
aanwezigheidspercentage dag/nacht van 100/0 %;
voor detailhandel is uitgegaan van 1 werkzaam persoon per 30 m2 b.v.o. en een
aanwezigheidspercentage dag/nacht van 86/10 %;
voor horeca is uitgegaan van 1 werkzaam persoon per 30 m2 b.v.o. en een
aanwezigheidspercentage dag/nacht van 29/67 %;
voor leisure is uitgegaan van 1 werkzaam persoon per 100 m2 b.v.o. en een
aanwezigheidspercentage dag/nacht van 29/67 %.
voor maatschappelijke voorzieningen (indien specifieke gegevens ontbreken) is
uitgegaan van 1 werkzaam persoon per 100 m2 b.v.o. en een aanwezigheids
percentage 74/31,4 %;
•
•
Datum
25 januari 2013
Voor de ROC school is uitgegaan van 2.000 personen (op basis van Almerse
gegevens) en een aanwezigheidspercentage dag/nacht van 36/0 %.
Voor de sporthal is uitgegaan van 1.000 personen een aanwezigheidspercentage
dag/nacht van 74/31,4 %.
Kenmerk
definitief
Pagina
8/11
Zie tabel 3 voor de resultaten hiervan.
Specifieke objecten:
Gebied in
Almere_Poort
Bevolking
Toelichting
[p/ha] dag
[p/ha] nacht
Europakwartier Oost/west
100
144
Officepark Oost/West
1060
0
Cascadepark Oost/West
5
2,5
Homeruskwartier
120
60
Middenkant
80
0
Gemengd gebied wonen, werken,
voorzieningen etc.
Alleen kantoren, homogeen gebied op basis
van programma ontwikkelingsplan.
PGS1, kental woongebied, incidentele
bebouwing
PGS1, kental woongebied, stadsbebouwing
met hoogbouw
PGS1, kental industriegebied, hoge
personendichtheid
Tabel 2
Resultaat (gemiddeld aantal personen per blok):
Olympiakwartier
Aantal
woningen of m2
bvo
Kental
Aanwezigheidspercentage
Aantal
personen
Aantal
personen
[%da
g]
dagperiode
nachtperiode
[%nacht]
Kantoren
200000
30
100
0
6667
0
woningen
1380
2,4
50
100
1656
3312
Maatschappelijke voorzieningen
30000
100
29
66
87
198
Detailhandel
15000
30
86
10
430
50
Horeca
5000
30
29
66
48
110
Leisure
35000
100
29
66
102
231
Topsporthal
1000
74
31
740
310
ROC
2000
36
0
720
0
Reserve
65000
29
66
189
429
10638
4640
100
Totaal
Oppervlakte Olypiakwartier
Oost [m2]
Oppervlakte Olympiakwartier
West [m2]
Tabel 3
211119
252
110
[p/ha]
109418
486
212
[p/ha]
Datum
25 januari 2013
Kenmerk
definitief
Pagina
9/11
Modellering bevolking: toekomstige situatie
BIJLAGE 2: Figuren toename groepsrisico en ligging
bepalende kilometer groepsrisico.
Datum
25 januari 2013
Kenmerk
definitief
Autonome situatie:
Autonome situatie met Basisnet Spoor maatregelen:
Pagina
10/11
Toekomstige situatie:
Datum
25 januari 2013
Kenmerk
definitief
Pagina
11/11
Ligging bepalende kilometer en locaties met hoogte groepsrisico voor toekomstige situatie:
Dienst Stedelijke Ontwikkeling
G.J. v.d. Bovenkamp
Telefoon (036) 036 5484027
Fax (036) 036 539955
E-mail
[email protected]
Verantwoordingsplicht groepsrisico (VGR)
Stadhuisplein 1Postbus 2001300
AE Almere
Telefoon 14 036Fax (036) 539 99
12E-mail
[email protected]
(Ontwerp Uitwerkingsplan Olympiakwartier Almere-Poort
Datum
7 februari 2013
Kenmerk
Auteur
Gert-Jan van de Bovenkamp
Versie
Definitief
Pagina
1/16
1
Verantwoordingsplicht
Het groepsrisico kent geen vaste norm, maar een oriëntatiewaarde. In het kader van
het Besluit externe veiligheid inrichtingen en de voor deze situatie relevante
Circulaire Risiconormering vervoer van gevaarlijke stoffen, dient elke verandering
van het groepsrisico verantwoord te worden. Deze verantwoordingsplicht geldt dus
ook als het groepsrisico toeneemt, maar de fN#curve onder de oriëntatiewaarde
blijft. Bij de verantwoording dient de veiligheidsregio/regionale brandweer om advies
gevraagd te worden.
In de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen zijn een aantal criteria
aangegeven die betrokken moeten worden bij het invullen van de verantwoordings#
plicht. Deze beoordeling is kwalitatief in plaats van kwantitatief. Dit heeft te maken
met het niet normatieve karakter van het groepsrisico. Elk criterium wordt
afzonderlijk berekend en is moeilijk met elkaar te vergelijken. Van belang is uiteraard
dat de meeste criteria zo positief mogelijk scoren. Deze criteria staan in tabel 8 (waar
‘inrichting’ staat dient in dit geval ‘transportroute’ gelezen te worden).
Bron: Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico, versie 1.0 november 2007
(VROM e.a. ).
Titel
Verantwoordingsplicht
Datum
7 februari 2013
Kenmerk
Versie
Definitief
Pagina
2/16
1. Aanwezige dichtheid van personen in het invloedsgebied van de
betrokken transportroute
•
Functie-indeling
•
Gemiddelde personendichtheid
•
Verblijfsduurcorrecties
•
Verschil tussen bestaande en nieuwe situatie
Het plangebied omvat de deelgebieden Olympiakwartier West en Olympiakwartier
Oost (artikelen 7 en 8 van het bestemmingsplan Almere Poort (hierna moederplan).
Verder is de 1e partiële herziening uit 2010 juridish geldend1.
Titel
Verantwoordingsplicht
Datum
7 februari 2013
Kenmerk
Versie
Definitief
Pagina
3/16
Figuur 1: Bestemmingsplankaart moederplan en verbeelding 1e partiële herziening:
In het plangebied is het centrum voor top# en breedtesport, in het noordoosten van
het Olympiakwartier, al gerealiseerd en in gebruik (2007). Ten behoeve hiervan zijn
tijdelijke parkeervoorzieningen aangelegd.
De stedenbouwkundige invulling van het gebied is (globaal) uitgewerkt tot een
ontwikkelingsplan, dat in 2008 door de gemeenteraad is vastgesteld. Hieronder staat
een (mogelijk) eindbeeld van het plangebied qua stedenbouwkundige structuur met
bijbehorende functies. Voor een nadere toelichting hierop wordt hier verwezen naar
het ontwikkelingsplan uit 2008.
Figuur 2: Toekomstige situatie plangebied met functies (mogelijk eindbeeld) [bron: ontwikkelingsplan 2008].
Door de ontwikkelingen in het plangebied neemt de personendichtheid toe ten
opzichte van de huidige situatie. Deze toename wordt vooral veroorzaakt door het
grote aantal uiteindelijk aanwezige aantal personen in de diverse functies direct naast
het spoor. Bepalend voor het groepsrisico zijn de functies in een zone tot ca. 200 m
vanaf het spoor.
1
Niet tot het plangebied behoort de spoorlijnzone die het gebied doorsnijdt (artikel 25 bestemmingsplan Almere
Poort). Deze heeft een directe bestemming, het plangebied heeft een nog uit te werken bestemming.
Voor de exacte wijze van modellering van de bevolking in de bestaande en nieuwe
situatie, wordt verwezen naar paragraaf 5 en bijlage 1 van het memo ‘Berekening
groepsrisico ten behoeve van het uitwerkingsplan Olympiakwartier’, januari 2013.
Uitgangspunt is het in het ontwikkelingsplan neergelegde eindbeeld.2
Titel
Verantwoordingsplicht
Datum
7 februari 2013
Kenmerk
2. De omvang van het groepsrisico
• De omvang voor het van kracht worden van het besluit
• De omvang na het van kracht worden van het besluit
• De verandering van het groepsrisico ten gevolge van het besluit
• De ligging van de groepsrisicocurve ten opzichte van de oriëntatiewaarde
Het groepsrisico voor het plangebied is berekend met het risicoberekenings#
programma RBMII versie 2.2. Zie het memo ‘Berekening van het groepsrisico ten
behoeve van het Uitwerkingsplan Olympiakwartier’, januari 2013.
De omvang van het groepsrisico in de bestaande situatie is nihil (want er vindt nog
geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats). In de autonome situatie zal (volgens
planning) vanaf 20173 vervoer van gevaarlijke stoffen gaan plaatsen vinden, hierdoor
stijgt het groepsrisico tot ruim een factor 7 boven de oriëntatiewaarde.
Door de Basisnet Spoor #maatregel ‘Warme BLEVE vrij’’ samenstellen van treinen,
daalt het groepsrisico tot circa 0,6 x de oriëntatiewaarde.
In de toekomstige situatie, ten gevolge van de ontwikkelingen in het plangebied,
neemt het groepsrisico toe. De toename van het groepsrisico ten gevolge van het
onderhavige bestemmingsplan, bedraagt ongeveer een factor 1,17 tot ca. 0,7 x de
oriëntatiewaarde.
Vanwege de verhoogde ligging van het spoor in de praktijk wijkt het werkelijke risico
af van de met RBM2 berekende risico. Volgens de concept HART leidt dit mogelijk
tot een geringe onderschatting van de risico’s.
Verkeersdeelnemers4 worden niet meegenomen in groepsrisicoberekeningen. In een
aanvullende berekening is het effect van het aantal overstappers op station Almere#
Poort bepaald t.b.v. de preparatie door de brandweer. Worstcase uitgaande van 5%
van de overstappers op station Utrecht#Centraal5, blijkt het groepsrisico en
maximale aantal slachtoffers niet toe te nemen.
Er is in dit plangebied geen sprake van cumulatie van externe veiligheidsrisico’s. Het
spoor is hier de enige relevante risicobron. Zie ook de inleiding van hiervoor
vermelde memo.
3. De mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen ter beperking van
het groepsrisico bij de transportroute
Bronmaatregelen zijn in dit specifieke geval niet aan de orde. Het gaat om de
toename van het groepsrisico ten gevolge van een omgevingsbesluit.
2
De exacte positionering van de blokken met functies is onzeker, maar dient plaats te vinden binnen de juridische
bestemmingsplancapaciteit van het moederplan inclusief 1e partiële herziening. De uiteindelijke positionering en
het tempo waarin het plangebied wordt ingevuld, bepaalt de (geleidelijke) toename van het groepsrisico en het
uiteindelijke maximale groepsrisico ten gevolgen van dit plangebied. Uit berekeningen met RBM2 is gebleken, dat
een preciezere modellering van de bouwblokken in Olypiakwartier tot ontwikkelingsplanniveau, niet tot een
nauwkeuriger rekenresultaat leidt. Bovendien is voor de hoogte van het groepsrisico (en de ligging van de
kilometer met het hoogste groepsrisico) het deelgebied Officepark direct ‘onder’ Olympiakwartier bepalend,
vanwege het forse (bijna homogene) kantorenprogramma en de als gevolg hiervan hoge personendichtheid per
oppervlakte-eenheid.
3
Na fysieke realisatie van de OV-SAAL, korte termijn infrastructurele maatregelen.
4
Hieronder worden personen (reizigers) verstaan op/in de transportroute zelf.
5
Op station Almere-Poort zijn dan overdag 540 personen en ’s nachts 76 personen volcontinue aanwezig.
Versie
Definitief
Pagina
4/16
In het kader van het Tracébesluit OV#SAAL, maatregelen korte termijn, traject
Weesp#Lelystad, van eind 2011 en het Basisnet Spoor (definitief gereed augustus
2011), worden wel een aantal bronmaatregelen getroffen (zie verder bijlage 1 en 2):
spoorontwerp resulterend in kruisingsvrije situaties, scheiden van
verkeersprocessen en flankbeveiliging;
ATB#vv of gelijkwaardige maatregel;
aan seinen gekoppelde wissels;
‘Warme BLEVE vrij’ samenstellen van treinen.
Deze maatregelen verlagen de kans op een calamiteit aan de vervoerszijde, en zorgen
mede voor een lager groepsrisico.
Het effect van de maatregel ‘Warme BLEVE vrij’ samenstellen van treinen op het
groepsrisico, staat beschreven onder punt 2 en bedraagt ruwweg een factor 10. Van
de overige maatregelen is nog geen goedgekeurd "kwantitatief (reken)effect"
beschikbaar, waardoor de beperking van het groepsrisico als gevolg van deze
maatregelen niet in de kwantitatieve berekeningen van het GR zijn meegenomen6.
4. De mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen ter beperking van
het groepsrisico in het ruimtelijk besluit7 waaronder de
stedenbouwkundige opzet en voorzieningen met betrekking tot de
inrichting van de openbare ruimte
Het gaat hier om een ‘groene wei’#situatie. Hierdoor zijn er mogelijkheden om door
een ‘goede ruimtelijke ordening’ de toename van het groepsrisico te beperken (en
tegelijkertijd de bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid te verhogen genoemd onder
punt 5 en 6).
Ten eerste is (al in moederplan in artikel 3, lid 9 i.c.m. artikel 3 lid 2 van de 1e
partiële herziening) vastgelegd: een ‘veiligheidszone#spoor’ van 30 m aan
weerszijden van de spoorbaan8, waarbinnen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare
objecten mogen worden gebouwd9. Deze maatregel geldt ook voor dit
uitwerkingsplan. In de verbeelding van het Uitwerkingsplan is deze zone op de kaart
gezet.
Ten tweede worden de onderstaande ontwerpregels10 in het uitwerkingsplan
opgenomen (in moederplan alleen geregeld voor de gebieden met een directe
bouwtitel via een Beschrijving in Hoofdlijnen i.c.m. Bijlage 4), omdat deze de
toename van het groepsrisico verlagen (en de bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid
verhogen).
Voor de helderheid het gaat om ontwerpwensen geen –eisen en zij vormen als het
ware een ‘zorgplicht’ om kosteneffectief in een zo vroeg mogelijk stadium externe
veiligheid aan de orde te laten komen bij de verdere planuitwerking van dit
6
Het kansreducerend effect van ATB-vv is in onderzoek bij het Rivm. Het rekenkundig effect is groot
verondersteld in het onderzoek “Basisnet Spoor overzicht maatregelen doorgaand spoor” van 2009. Het
voorkomen van kruisende rijwegen heeft volgens dit document eveneens een groot rekenkundig effect. In het
document Advies van de Ad-hoc werkgroep Maatregelen in 2010, zijn deze gekwantificeerd tot respectievelijk
een factor 1,23 en 1,18 lager groepsrisico.
7
Volgens de Circulaire RNVGS hoeven geen beperkingen aan het ruimtegebruik te worden gesteld in een gebied
dat om meer dan 200 m van een tracé ligt, maar dat mag wel.
8
Ter plaatse van de bestemming Spoorwegdoeleinden, gemeten uit het hart van de buitenste twee sporen.
9
Wel geldt een vrijstellingsbevoegdheid (inclusief de voorwaarden waaronder) voor dit plangebied, om ten
behoeve van de stationsomgeving (van Almere-Poort) in deze veiligheidszone beperkt kwetsbare objecten te
realiseren vanwege zwaarwegende belangen op gebied van vervoer, ruimtelijke ontwikkeling en economie (artikel
3 lid 9 i.c.m. artikel 25 lid 6 moederplan). Conform artikel 8 lid 4 van het moederplan, dient deze vrijstellingsbevoegdheid te worden opgenomen in het uitwerkingsplan.
10
Net als voor de gebieden met een direct bouwtitel, gelden deze ontwerpregels (ze zijn zacht, want gebaseerd op
buitenwettelijke oriëntatiewaarde) en dus geen eis maar wens, ook voor de concrete inrichting van dit uitwerkingsplan en zijn daarom ook hierin opgenomen. Ze worden meegegeven aan concrete initiatieven van onwikkelende
partijen in dit deelgebied.
Titel
Verantwoordingsplicht
Datum
7 februari 2013
Kenmerk
Versie
Definitief
Pagina
5/16
deelgebied. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid tussen de uiteindelijke
bouwers/ontwikkelaars/initiatiefnemers in het gebied en de gemeente, om te
bevorderen dat externe veiligheid zo vroeg mogelijk in het verdere planproces tot
uiteindelijk bij de bouwvergunningverlening wordt betrokken en liefst ook toegepast.
Titel
Verantwoordingsplicht
Ontwerpregels:
1. omgevingsgerelateerd:
functies waarin doorgaans grote aantallen mensen gedurende een groot gedeelte
van de dag aanwezig zijn (b.v. flats, kantoorgebouwen) bij voorkeur op grotere
afstand van het spoor;
functies voor mensen met lage zelfredzaamheid11, d.w.z. verminderde mobiliteit
(zievoorbeelden hieronder), bij voorkeur buiten de 200 m; indien dit niet
mogelijk is dan op zo groot mogelijk afstand van het spoor;
(vlucht)wegen zijn gericht van het spoor af, bij voorkeur loodrecht op het spoor
van het spoor af;
geen blokkades in vluchtroutes (laten) ontstaan bij gefaseerde realisatie van
bouwvolumes in het gebied;
goede bereikbaarheid voor de hulpverleningsdiensten.
2. slim ontwerp van gebouwplattegronden:
gebouwen indien mogelijk loodrecht op het spoor;
functies met lage bezettingsgraad (sanitaire voorzieningen, gangen, aula etc.) bij
voorkeur aan de spoorse kant;
vluchtrichting het gebouw uit, van het spoor af, eventuele verzamelplaatsen aan
de niet spoorse kant.
Voor stedenbouwkundige voorbeelden ter inspiratie zie bijlage 3.
Kenmerk
Deze ontwerpregels worden door DSO meegegeven aan ontwikkelende partijen in
het gebied. Hierbij worden deze partijen gewezen op hun (deel)verantwoordelijkheid
voor de externe veiligheid, zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid voor de uiteindelijk
hierin verblijvende personen bij realisatie van hun bouwplan. Vervolgens wordt bij
bouwvergunningverlening door Stadsbeheer, in een zo vroeg mogelijk stadium op
bouwplanniveau, samen met de betreffende adviseurs (SB/VTH Fysieke veiligheid
en de Brandweer Flevoland) geoptimaliseerd en afgestemd op gebiedsniveau (= een
optimale aansluiting van gebouwniveau op de openbare ruimte). Het resultaat wordt
met het bedrijf overeengekomen op vrijwillige/vrijblijvende basis en indien nodig
privaatrechtelijk vastgelegd.
Het effect van deze ruimtelijke maatregelen samen op de toename van het
groepsrisico is niet met RBMII te berekenen. In algemene zin verkleinen ze het
groepsrisico, maar van groter belang is, dat ze bijdragen aan een verbetering van de
veiligheid (verhogen de bestrijdbaarheid en de zelfredzaamheid).
Ten derde de vrijstellingsbevoegdheid uit het moederplan, om binnen de hiervoor
genoemde veiligheidszone beperkt kwetsbare objecten te realiseren, is overgenomen
in dit uitwerkingsplan (moet volgens artikel 7 lid 4 en artikel 8 lid 4 van het
moederplan). De verantwoording over externe veiligheid vindt later in de tijd plaats,
op het moment dat dit aan de orde is, en is aan procedurele en inhoudelijke eisen
gebonden.
11
Voorbeelden van functies met een lage zelfredzaamheid d.w.z. verminderde mobiliteit: instellingen
voor basis en speciaal onderwijs, gezondheidsinstellingen, bejaardenhuizen, kinderopvang en
dagverblijven, theaters, bioscopen, congresgebouwen, zalencentra en buurthuizen, kerken, crematoria en
uitvaartcentra, stadion, gevangenissen en asielzoekerscentra.
Datum
7 februari 2013
Versie
Definitief
Pagina
6/16
5. De mogelijkheden tot voorbereiding op en bestrijding en beperking van
de omvang van een ramp of zwaar ongeval
Pro-actie
Preventie
Preparatie
Repressie/zelfredzaamheid
6. De mogelijkheden van personen die zich in het invloedsgebied van de
inrichting bevinden om zichzelf in veiligheid te brengen
Aan de Brandweer Flevoland zal advies worden gevraagd over de aspecten genoemd
onder punt 5 en 6. Het (ontwerp) uitwerkingsplan zal hiertoe voor advies aan hen
worden toegestuurd. Op basis van dit advies worden de punten 5 en 6 te zijner tijd
in de procedure nader aangevuld en gemotiveerd.
7. De voor- en nadelen van andere mogelijkheden tot ruimtelijke
ontwikkeling met een lager groepsrisico
Extreme varianten waardoor het groepsrisico niet of in beperkte mate toeneemt zijn:
• geen vervoer van gevaarlijke stoffen;
• geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maken in het hier bedoelde plangebied.
Hieromtrent moet worden geconstateerd, dat hierover al ten tijde van de
besluitvorming over het laten vervallen van de Noordoostverbinding (NOV) van de
Betuwelijn en het Structuurplan Almere#Poort een maatschappelijke afweging heeft
plaatsgevonden en besloten is dat beide ontwikkelingen moeten plaatsvinden.
8. De mogelijkheden en voorgenomen maatregelen ter beperking van het
groepsrisico in de nabije toekomst
Ruimtelijke ordening:
In middels is de circulaire aangepast o.a. n.a.v. het Basisnet#Spoor. Dit heeft een
aantal consequenties voor externe veiligheid zoals nu opgenomen in de voorliggende
combinatie van moederplan en uitwerkingsplan.
Wat verandert er?
Conform de vigerende circulaire geldt:
voor dit spoortraject (40010: Weesp#Hattem) ter plaatse van trajectdeel
40010#8 een veiligheidszone van 1 m , gemeten uit het hart van de doorgaande
spoorbundel (= midden van de infrastructuur). Volgens het (concept) Besluit
transport routes externe veiligheid, is in deze zone de bouw, vestiging of aanleg
van kwetsbare objecten niet toegestaan en van beperkt kwetsbare objecten alleen
in uitzonderingsgevallen.12
een PlasbrandAandachtsGebied (PAG) van 30 meter zone aan weerzijden van
de spoorlijn, gemeten vanaf de buitenste spoorstaaf. Volgens het Basisnet Spoor,
geldt voor deze zone geldt een bijzondere verantwoordingsplicht, speciaal
gericht op het effect van een eventuele plasbrand, in combinatie met
aanvullende bouweisen (via Bouwbesluit 2012 en daarbij behorende ministeriële
regeling) voor nieuwe bebouwing (nieuw te bouwen bouwwerken) in deze zone.
12
Bij zwaarwegende belangen op het gebied van vervoer, ruimtelijke ordening en economie (verder: gewichtige
redenen). Of bij het opvullen van kleine open gaten in bestaand stedelijk gebied of vervangende nieuwbouw in
het kader van herstructurering van stedelijk gebied.
Titel
Verantwoordingsplicht
Datum
7 februari 2013
Kenmerk
Versie
Definitief
Pagina
7/16
Wat betekent dit voor de nabije toekomst?
In de toekomst bij herziening van het moederplan kan dichter op het spoor worden
gebouwd binnen de 30 m zone, voorzien van een op de huidige verantwoordings#
plicht groepsrisico aanvullende motivering waarom in deze zone wordt gebouwd13,
maar dient de nieuwe bebouwing binnen het PAG te voldoen aan de aanvullende
bouwvoorschrifteneisen in het Bouwbesluit.
Maatregelen:
Uit eerder in dit document aangehaald onderzoek door de Ad#hoc werkgroep
maatregelen, blijkt dat:
nog te treffen (spoorse)maatregelen ruimte kan bieden aan een vervoersgroei
met een factor 1,5 tot 2. Voorwaarde is dat deze maatregelen ook kwantitatief in
het rekenprotocol worden opgenomen;
door het treffen van maatregelen aan spoormaterieel die uitgaan boven
veiligheidsniveau zoals vereist in de (Europese) regelgeving (RID) meer ruimte
mogelijk is.
Andersom geredeneerd, al deze maatregelen kunnen mogelijk ook in de toekomst tot
een aanvullende reductie van externe veiligheidsrisico’s leiden, zeker die maatregelen
die een landelijk (= generiek) effect hebben zoals ETCS, Hotboxdetectie etc. Maar
ook de toekomstige maatregelen op gebouwniveau voor nieuwe bouwwerken binnen
de 30 m zone.
9. Conclusie verantwoordingsplicht groepsrisico
De gemeente acht op basis van alle maatregelen op de verschillende schaalniveaus
(Basisnet Spoor, OV#SAAL korte termijn en de ruimtelijke maatregelen in dit
uitwerkingsplan op gebiedsniveau) het totale te bereiken externe veiligheidsniveau
aanvaardbaar. Zowel qua berekend ’groepsrisicoplafond’ (dat onder de oriëntatie#
waarde ligt) als ten aanzien van de bestrijdbaarheid van een calamiteit op het spoor
en de zelfredzaamheid van de personen in het plangebied op gebiedsniveau.
De vele gemaakte (model)aannames (inclusief de in dit document beschreven
beperkingen hierin) en de onzekerheden qua stedenbouwkundig eindbeeld voor dit
plangebied (in de tijd), en de bewust gekozen ‘zachte sturing’ op bouwplanniveau,
leiden niet tot een onderschatting van dit niveau (er is conservatief gerekend). De in
de in de vorige alinea afgelegde verantwoording is voldoende robuust.
Het ‘groepsrisicoplafond’ wordt vanwege een geleidelijke groei van dit plangebied
pas naar verwachting op middellange termijn bereikt. De in dit uitwerkingsplan
opgenomen ruimtelijke maatregelen en de maatregelen die bijdragen aan een grotere
bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid op gebiedsniveau (qua hoofdstructuur) zijn
geborgd. Net als de maatregelen ter verhoging van de bestrijdbaarheid en zelfred#
zaamheid aan de spoorse kant volgens het TB OV#SAAL, korte termijn en de
maatregelen uit het Basisnet Spoor.
Een laatste optimalisering is nog mogelijk door wat nu met dit uitwerkingsplan
vastligt, goed te laten aansluiten op de optimaliseringsmogelijkheden op bouw#
planniveau. Hierbij is bewust gekozen voor een ‘zachte sturing’ door de gemeente.
De mate van realisatie hiervan is primair een verantwoordelijkheid van de
individuele bouwers/ontwikkelaars/eindgebruikers in het gebied. In elk geval heeft de
mate van doelrealisatie hiervan, geen invloed op de in dit besluit afgelegde
verantwoording.
13
Aanvulling op externe veiligheidsbeleid t.o.v. de huidige circulaire.
Titel
Verantwoordingsplicht
Datum
7 februari 2013
Kenmerk
Versie
Definitief
Pagina
8/16
Incidenten kunnen nu eenmaal ook op dit spoortraject gebeuren. Echter, de kans
hierop is klein en de effecten voor het plangebied zijn beheersbaar. Binnen het vaste
gegeven dat er een zeer kleine kans is op onbeheersbare gevolgen. Dit laatste is al
aanvaard als onderdeel van het in 2010 respectievelijk 2012 vastgestelde ‘Regionaal
risicoprofiel Flevoland’ en het ‘Beleidsplan 2011#2014’ van de Veiligheidsregio
Flevoland.
Titel
Verantwoordingsplicht
Datum
7 februari 2013
Kenmerk
Versie
Definitief
Pagina
9/16
BIJLAGE 1: Beschrijving Tracébesluit OV-SAAL, maatregelen korte
termijn, traject Weesp-Lelystad:
Algemeen:
De minster van I&M heeft eind 2011 dit besluit genomen. Het besluit gaat niet uit
van spooraanpassingen ter hoogte van het plangebied Almere#Poort:
Titel
Verantwoordingsplicht
Datum
7 februari 2013
Kenmerk
Versie
Definitief
Pagina
10/16
Maatregelen:
In het kader van TB OV#SAAL, maatregelen korte termijn, traject Weesp–Lelystad,
worden onderstaande maatregelen14 getroffen ten einde het groepsrisico te
beperken:
Spoorontwerp resulterend in kruisingsvrije situaties, scheiden van
verkeersprocessen en flankbeveiliging. Installeren van ATB#vv of minimaal een
andere gelijkwaardige maatregel. ATB#vv zorgt ervoor dat een trein
automatisch remt indien deze ook bij lage snelheden door een rood sein rijdt.
De ATB#vv wordt o.a. toegepast bij de in# en uittakkende sporen op de
doorgaande sporen aan de oost# en westzijde van station Almere Centrum.
Tevens worden hier aan seinen gekoppelde wissels toegepast, waardoor
conflicterende standen onmogelijk zijn.
Calamiteitenvoorzieningen ten behoeve van de hulpdiensten conform
onderstaande tabel. Deze calamiteitenvoorzieningen zijn aangesloten op de
bestaande infrastructuur. Daarnaast worden iedere 200 meter een baantoegang
en bluswatervoorzieningen gerealiseerd. In geluidschermen worden aan de
inzetzijde iedere 100 meter toegangsdeuren en bluswatervoorzieningen
gerealiseerd. Aan de ontvluchtingszijde worden om de 200 meter vluchtdeuren
aangebracht. Indien de baantoegang op een talud van meer dan 4 meter hoogte
is gelegen, worden taludtrappen aangebracht. Bij bestaande openwater#
voorzieningen worden opstelplaatsen gerealiseerd conform onderstaande tabel.
14
Deze maatregelen verlagen zowel de kans op een ongeval als de effecten, en zorgen dus ook voor een
lager groepsrisico. Van deze maatregelen was/is nog geen goedgekeurd "kwantitatief (reken)effect"
beschikbaar, waardoor de beperking van het groepsrisico als gevolg van deze maatregelen niet in de
kwantitatieve berekeningen van het GR kon/kan worden meegenomen.
Titel
Verantwoordingsplicht
Datum
7 februari 2013
Kenmerk
Versie
Definitief
Pagina
11/16
BIJLAGE 2: Beschrijving Basisnet Spoor:
Algemeen:
In de brief van 18 februari 2010 (Kamerstukken II, 30 373, nr. 40) zijn de
richtinggevende kaders voor het Basisnet Spoor vastgesteld. Met de brief van 9 juli
2010 (Kamerstukken II, 30 373, nr. 42) hebben vertegenwoordigers van het
bedrijfsleven, IPO en VNG op hoofdlijnen hebben ingestemd met het Rijksontwerp
Basisnet Spoor voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Met de brief van 15
augustus 2011 (kenmerk IenM/BSK#2011/94578), is de nadere verkenning van
enige onderwerpen afgerond en de Tweekamer hierover geïnformeerd, waarmee het
Basisnet Spoor definitief gereed is.
E.e.a. is recent opgenomen in de gewijzigde circulaire RNVGS (= beleid) en zal
vervolgens (wettelijk) worden vastgelegd in een wijziging van de Wet vervoer
gevaarlijke stoffen (Wet basisnet) en het Besluit transportroutes externe veiligheid
(BTEV).
Bestuurlijke afspraken:
Vooruitlopend hierop zijn ook de bestuurlijke afspraken gemaakt tussen de minister
van I&M en de gemeente Almere uit 1999, eind 2011 gewijzigd. Ruimtelijk relevant
zijn:
de ‘oude’ veiligheidszone van 30 m vervalt;
er geldt een veiligheidszone van maximaal 6 m gemeten ter weerszijden van de
spoorbaan, gemeten vanuit het midden van de doorgaande spoorbundel; hier
zijn geen nieuwe kwetsbare objecten toegestaan en nieuwe beperkte kwetsbare
objecten alleen bij zwaarwegende belangen;
verder geldt een plasbrandaandachtsgebied (met extra bouwkundige eisen via
Ministeriële regeling bij Bouwbesluit 2012 voor nieuwe gebouwen) van 30 m,
aan weerszijden van het spoor, gemeten vanaf de buitenste spoorstaaf.
Maatregelen:
Er worden in het kader van het Basisnet Spoor, geen locatie specifieke maatregelen
getroffen (deze maatregelen hebben alleen een lokaal effect).
Voor het onderhavige spoortraject wordt, in het kader van het Basisnet Spoor,
onderstaande generieke maatregel getroffen (deze maatregel werkt in het gehele
spoorwegnet door):
1. ‘Warme BLEVE vrij’ samenstellen van treinen’. Door het creëren van voldoende
afstand tussen tanks met brandbare gassen en tanks met zeer brandbare
vloeistoffen, wordt de kans op het scenario ‘Warme BLEVE15’ aanzienlijk
kleiner en nemen de risico’s fors af.
Voor het onderhavige spoortraject is uitgegaan van 100% ‘Warme BLEVE vrij’
samengestelde treinen.
15
Het zogenaamde ‘Warme BLEVE scenario’ heeft een belangrijke invloed op het berekende risico (vooral op
het groepsrisico), door het grote aantal slachtoffers dat in een bebouwde omgeving met dit scenario gepaard kan
gaan. Dit scenario wordt meestal als ‘worstcase’ beschouwd, met een kans van optreden kleiner dan 10-6 per jaar.
Titel
Verantwoordingsplicht
Datum
7 februari 2013
Kenmerk
Versie
Definitief
Pagina
12/16
BIJLAGE 3: Stedenbouwkundige voorbeelden toepassing ontwerpregels.
Stedenbouwkundige voorbeelden:
Titel
Verantwoordingsplicht
Datum
7 februari 2013
Kenmerk
Versie
Definitief
Pagina
13/16
8. Functie met lage bezettingsgraad in de nabijheid van infrastructuur
Functie met lage bezettingsgraad in de nabijheid van infrastructuur
Titel
Verantwoordingsplicht
Datum
7 februari 2013
Kenmerk
Versie
Definitief
Pagina
14/16
Vluchtwegen buiten gebouwen
Bij vorm van het gebouw rekening houden met drukeffecten
Indeling van het gebouw
Titel
Verantwoordingsplicht
Datum
7 februari 2013
Kenmerk
Versie
Definitief
Pagina
15/16
Twee voorbeelden van veiligheidsgeïntegreerd ontwerpen:
In dit voorbeeld is een aantal functionele maatregelen getroffen, gecombineerd met constructieve en bouwkundige
maatregelen. Zo vormt de parkeergarage (lage bezettingsgraad) in de veiligheidszone een buffer tegen calamiteiten
(b.v. plasbrand) op het spoor. Daarnaast is brandwerendheid van de gevel langs het spoor verhoogd. Dit werkt effectief
tegen de brandbelasting van een plasbrand. Het kantoorgedeelte (hoge bezettingsgraad) is zover mogelijk gerealiseerd
buiten de veiligheidszone. Vervolgens is er rekening mee gehouden dat de liftschacht niet bezwijkt bij een plasbrand
en daarom is deze zo ver mogelijk van de bron af gelegen. Nooduitgangen/vluchtwegen van de bebouwing zijn eveneens
zo ver mogelijk gesitueerd om te voorkomen dat bij een mogelijke calamiteit op het spoor, de mensen in de richting van
de calamiteiten vluchten.
Titel
Verantwoordingsplicht
Datum
7 februari 2013
Kenmerk
Versie
Definitief
Pagina
16/16
In dit voorbeeld is op stedenbouwkundigniveau de veiligheid in het ontwerp geïntegreerd door het kantoorgedeelte van
het gebouw loodrecht op het spoor en het parkeergedeelte parallel aan het spoor te plaatsen. Hiermee wordt een
kleiner oppervlak blootgesteld aan het effect van een calamiteit.
WATERSCHAP
DATUM
BEHANDELD DOOR
9 april 2008
M. Swenne
ZUIDERZEE LA 'ND
~
DIRECT NUMMER
876
Gemeente ALM ERE
De heer P Otten
Postbus 200
1300 AE ALMERE
."""' ,0
~
Geachte heer Otten,
ONDERWERP
Pré-advies
Olympiakwartier
In het overleg d.d. 25 maart 2008 vraagt u om een wateradvies voor de
ontwikkeling van het Olympiakwartier in Almere Poort. Naar aanleiding van het
overleg dat u heeft gevoerd met de heer Hom en de heer Swenne van
Waterschap Zuiderzeeland geven wij hierbij een pré-wateradvies voor dit plan.
ONS KENMERK
SWBL11322
BIJLAGEN
Aan de oostzijde van het plangebied is een gracht gepland om te voorzien in de
benodigde waterberging. Indien ervoor gekozen wordt de watergang aan één
zijde als kademuur in te richten, dan moet de waterberging die daarmee
verloren gaat gecompenseerd worden. Dat kan bijvoorbeeld door extra
wateroppervlak aan de andere zijde te realiseren.
UW BRIEF VAN
uw KENMERK
VERZONDEN
1 7 APR, 200B
Voor de waterkwaliteit in de gracht is het van belang om een goede
doorstroming van de watergang te krijgen. Hiervoor adviseren wij de
Muiderzandbeek te gebruiken. De beek dient dan middels een nieuw aan te
leggen duiker onder de Pampusweg door aangesloten te worden op de gracht.
Vooruitlopend op de benodigde keurontheffing delen wij u het volgende mee :
De hiervoor genoemde duiker moet 2 meter breed en 1,5 meter hoog zijn.
Onder de Pampusweg is reeds een duiker aanwezig . Deze kan in afwachting
van verdere ontwikkelingen westelijk van de Pampusweg worden dichtgezet.
De afmetingen van de gracht dienen minimaal te voldoen aan de volgende
afmetingen :
Bodembreedte
Bodemdiepte
Taludhelling
2.4 m
1.2m
:11. :2
Voor vragen over dit wateradvies kunt u contact opnemen met de heer Swenne
van Waterschap Zuiderzeeland (0320) 274 876 .
HooQ'achtend,
het college van Dijkgraaf en Heemraden,
namens dit college,
het hoofd van de afdeling
Beleidsontwikkeling en -evaluatie,
ADRES WATERSCHAPSHUIS
Postbus 229 - 8200 AE Lelystad
Lindelaan 20 - 8224 KT Lelystad
www .zuiderzeeland .nl
T (0320) 274 911
F (0320) 247 919
[email protected]
1/2