Notulen vergadering algemeen bestuur d.d.26 maart 2014 CONCEPT Plaats Van Aanwezig : Houten, Bestuurszaal : 19.30-21.20 uur : Water Natuurlijk : CDA : : : : : : : : : PvdA VVD AWP Waterschap@inwonersbelangen ChristenUnie SGP Bos- en Natuureigenaren PVDD Agrariërs : Bedrijven mevrouw E. van der Vorm en G.P. Beugelink (hoogheemraden), G.J.P. Jansen, L.J.L. Boot, P. Blokdijk J.G.M. Kromwijk (hoogheemraad), mevrouw M.L.A.A. de Bont, J.M. Verheul mevrouw J.A. Balkema, J.G.M. Reerink mevrouw T. van der Stroom, H.A. ten Hove, R.D. Woittiez W. van der Zaag, A.E. Jansen E. Verkaik J.P. Verweij G. van Leeuwen mevrouw A.J. de Kruijf, W.H.J. de Beaufort mevrouw W.A. Bodewitz H.A.P. van der Maat (hoogheemraad), G. van den Hoeven, H. Schalkwijk N.J.M. Ypma, J.F.C. Kupers : mevrouw G.A. van der Nat (PvdA), B. de Jong (CDA), P.M. Terpstra (W@I) en mevrouw L.A. Tutein Nolthenius (WN) Voorzitter : P.J.M. Poelmann (dijkgraaf) Secretaris : mevrouw J. Goedhart Notulist : W. Nijenhuis Afwezig 1. Opening, vaststelling agenda en loting primus De voorzitter opent de vergadering om 19.30 uur en heet de aanwezigen welkom. Er zijn berichten van verhindering ontvangen van de heer De Jong en mevrouw Van der Nat, de heer Terpstra en mevrouw Tutein Nolthenius. Vaststellen agenda en loting primus De heer Woittiez (VVD) stelt namens de VVD-fractie voor om agendapunt 6a en 6b (Handhavingsvisie) van de agenda te halen, zodat de visie nog eens kan worden besproken in de commissie BMZ. Het stuk is nog niet rijp voor besluitvorming. De voorzitter oppert om de visie, weliswaar laat, te agenderen voor de commissie BMZ van 1 april. De heer Reerink (PvdA) merkt op dat hij tijdens de commissiebehandeling geen antwoord heeft gekregen op zijn vragen. Het lijkt hem verstandig dat het college de visie eerst aanpast, voor het stuk opnieuw wordt geagendeerd. Mevrouw De Bont (CDA) steunt het voorstel van de heer Woittiez. Uit het verslag is goed op te maken op welke punten het stuk moet worden verbeterd. De heer Ypma (Bedrijven) wijst op de inhoudelijke elementen die belangrijk zijn in de afweging, zoals het principe dat de vervuiler betaalt en de aangelanden verantwoordelijk zijn. Binnen die elementen moet het college ook een hiërarchie aanbrengen, om willekeur te voorkomen. De voorzitter concludeert dat het college de handhavingsvisie terugneemt. De vier fracties die nu aan het woord zijn geweest zullen van ambtelijke zijde worden benaderd om de verbeterpunten helder aan te geven. Naar verwachting kan een aangepaste handhavingsvisie worden besproken in de meivergadering van de commissie BMZ. De heer Verweij (CU) wijst op agendapunt 4. Het gaat daarbij om een hamerstuk, maar hij wil daar nog wel een vraag over stellen. De voorzitter merkt op dat fracties altijd het recht hebben om een inbreng te leveren, ook als het om hamerstukken gaat. Hij wijst op het afscheid van de heer Karelse (agendapunt 2) en stelt voor om na de rondvraag afscheid te Bestuurszaken / DM 810887 Pagina 1 van 9 Notulen vergadering algemeen bestuur d.d.26 maart 2014 CONCEPT nemen. Het algemeen bestuur stemt hiermee in. De agenda wordt vastgesteld met inachtneming van de bovengenoemde wijzigingen. De loting van de prima komt uit op nummer 2, de heer De Beaufort. 3. Notulen vergadering a) Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 12 februari Tekstueel Pagina 1: de heer Blokdijk (WN) merkt op dat hij zich had afgemeld, maar dat dit niet als zodanig staat vermeld. Pagina 2: de heer Ypma (Bedrijven) wijst op de wat vreemde zinsnede halverwege 3d, de actiepuntenlijst: ‘(…) de provincie wil dit voorstel meenemen naar de provinciale staten’. Besloten wordt ‘provincie’ te vervangen door ‘Gedeputeerde Staten’. Pagina 8: de heer Ten Hove (VVD) wijst op zijn bijdrage in de derde alinea van onderen. De laatste zin behoeft verduidelijking. Besloten wordt om ‘(…) dit niet meer zal voorkomen’ te wijzigen in ‘het niet meer zal voorkomen dat er geen reserveringen worden gepleegd voor grote, te verwachten uitgaven’. Pagina 10, 11a, eerste termijn, bijdrage de heer Reerink, zesde regel: op voorstel van de heer Reerink (PvdA) wordt ‘het bedrijfsleven en’ geschrapt. Twee regels verder wordt ‘lozen’ vervangen door ‘zuiveren’. Pagina 15, stemming: de heer Ypma (Bedrijven) stelt voor om ook aan te geven welke fracties hebben tegengestemd. Besloten wordt dit in het vervolg bij iedere stemming aan te geven. De notulen worden vastgesteld met inachtneming van de bovenstaande wijzigingen. De voorzitter merkt op dat fracties eventuele wijzigingen op de notulen ook vooraf bij het secretariaat mogen worden gemeld. Naar aanleiding van Pagina 2: de heer Verweij (CU) geeft aan dat zijn woorden goed staan weergegeven, maar hij wil deze graag verduidelijken. Waar hij aangeeft dat de heer Beugelink zich niet op ‘onderzoeksfeiten’ heeft gebaseerd, bedoelde hij te zeggen: ‘onderzoeksfeiten die al door het college besproken zijn’. Het ging om uitspraken van de heer Beugelink in het programma Nieuwsuur over de kostenverdeling binnen het waterschap. Hij heeft de heer Beugelink geen verwijt willen maken, eigenlijk is hij het roerend met hem eens. In dat licht verbaast hij zich er enorm over dat het algemeen bestuur bij recente stemmingen anders heeft gekozen dan de heer Beugelink in Nieuwsuur heeft verwoord. Hij vraagt hem om een toelichting. De heer Beugelink is blij met de steun van de heer Verweij en het feit dat deze hem geen verwijten maakt. Hij licht toe dat het stemgedrag van enige tijd geleden gebaseerd was op een politieke overeenkomst. Pagina 15: de heer Ypma (Bedrijven) wijst op de weergave van de discussie over de geborgde zetels. Hij vraagt de heer Poelmann als voorzitter van het algemeen bestuur om in het bestuurlijk overleg met de verantwoordelijk gedeputeerde ook het minderheidsstandpunt dat er een correctie zou moeten plaatsvinden (ook al is dat niet aanvaard) onder de aandacht te brengen. Op die manier wordt er een compleet beeld geschetst van de opvattingen binnen het algemeen bestuur en kunnen ook anderen de argumenten wegen. De heer Schalkwijk (Agrariërs) merkt op dat hier al uitgebreid over is gesproken in de vergadering van 12 februari en begrijpt niet waarom de heer Ypma het onderwerp nu opnieuw aan de orde stelt. De voorzitter begrijpt het verzoek van de heer Ypma en geeft aan dat hij bereid is om het standpunt van de minderheid in dit algemeen bestuur actief, maar neutraal naar voren te brengen, bijvoorbeeld door de gedeputeerde het verslag van de bespreking te overhandigen. De heer Woittiez (VVD) licht toe dat het de VVD zou verheugen als er geen sprake zou zijn van geborgde zetels. Het nadeel van de geborgden is dat zij geen beroep kunnen doen op fractiegenoten in bijvoorbeeld Provinciale Staten of de Tweede Kamer. Namens de VVD-fractie zegt hij de heer Ypma toe om het punt ook via de fractielijnen van de VVD onder de aandacht te brengen. De heer Van Leeuwen (SGP) vraagt de voorzitter voorzichtig te zijn met dit soort verzoeken. De voorzitter licht toe dat zijn bereidheid om het minderheidsstandpunt in dit geval naar voren te brengen, voortkomt uit het feit dat het hier gaat om een belanghebbende groep die niet is vertegenwoordigd in de provinciale of landelijke politiek. De heer Ypma (Bedrijven) wijst op het besluit van de minister om op dit moment de Waterschapswet niet te wijzigen. Een deel van het algemeen bestuur vindt misschien dat er geen geborgde zetels hoeven te zijn, maar dat moet men dan in Den Haag aan de orde stellen. Hij krijgt op zijn beurt namelijk het advies om zijn kwestie aan te kaarten bij de provincie. De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren) vraagt de voorzitter voorzichtig te zijn. Hij heeft er geen bezwaar tegen wanneer de voorzitter de wijze van besluitvorming voorlegt aan de gedeputeerde – het gaat immers om openbare stukken –, maar er moet niet het beeld ontstaan dat dit algemeen bestuur zijn besluiten opnieuw ter discussie voorlegt aan de provincie, dat zou een zwaktebod zijn. De voorzitter zal daar zeker op letten en benadrukt dat het om een uitzondering gaat. Mevrouw De Bont (CDA) stelt de vraag of deze discussie ook zou zijn gevoerd als er een volle agenda was geweest. Zij spreekt haar grote ongenoegen uit over de wijze waarop nu opnieuw over dit onderwerp wordt gesproken. De voorzitter geeft aan dat de regels voor deze vergadering het mogelijk maken om naar aanleiding van de notulen een vraag te stellen. Bestuurszaken / DM 810887 Pagina 2 van 9 Notulen vergadering algemeen bestuur d.d.26 maart 2014 CONCEPT De heer Ypma heeft dat gedaan. Dat anderen daar op inhaken, kan hij niet voorkomen, hij kan discussies hooguit afkappen. De heer Reerink (PvdA) merkt op dat de voorzitter behalve het minderheidsstandpunt ook moet aangeven wat de meerderheid heeft besloten. De voorzitter geeft aan dat hij dit uiteraard zal doen. b) Verkorte besluitenlijst vergadering algemeen bestuur d.d. 12 februari 2014 De verkorte besluitenlijst wordt voor kennisgeving aangenomen. d) Actiepuntenlijst met leeswijzer Geen opmerkingen. Besluitvormend deel hamerstukken 4. Wijziging delegatieregeling en veranderagenda De heer Poelmann draagt het voorzitterschap over aan de heer Beugelink. De heer Verweij (CU) merkt op dat naar aanleiding van de commissievergadering de tekst op enkele punten is gecorrigeerd. In de commissievergadering is ook aan de orde geweest dat bij eerdere besluitvorming over het delegeren van de besluiten over waterakkoorden de portefeuillehouder zowel richting commissie BMZ als het algemeen bestuur twee belangrijke toezeggingen heeft gedaan. Die keren in de tekst van dit besluit niet volledig terug. In de vergadering van de commissie BMZ van 3 september 2013 heeft de heer Poelmann over gevoelige waterakkoorden gezegd: “Delegatie is nodig voor kleine, technische wijzigingen. Het college wil niets bij het algemeen bestuur weghouden, waarvan men denkt dat het discussie zou opleveren. Gevoelige zaken worden gewoon geagendeerd.” Vervolgens heeft de heer Poelmann in de vergadering van het algemeen bestuur van 2 oktober 2013, naar aanleiding van vragen van de heer Ypma, gezegd: “Het Waterakkoord Gekanaliseerde Hollandsche IJssel betreft een complex geheel dat zeker uitgebreid in het algemeen bestuur besproken zal worden.” Hij vraagt de heer Poelmann te bevestigen dat dit ook bij het nieuw te nemen delegatiebesluit de uitgangspunten zijn. De heer Poelmann bevestigt dat dit het geval is. De heer Reerink (PvdA) merkt op dat er nu geen besluit wordt genomen om stukken digitaal toe te zenden en die te behandelen, maar er wordt wel een besluit genomen om dit mogelijk te maken, waarbij het uiteindelijke besluit ligt bij het college. Het algemeen bestuur komt er niet meer aan te pas. Hij heeft verschillende artikelen van verschillende hoogleraren gelezen dat het digitaal scannen van een stuk goed gaat, maar dat het begrijpen en analyseren van een stuk digitaal slecht en in ieder geval minder goed gaat dan bij een papieren stuk. Dat is voor hem een reden om zich principieel tegenstander te verklaren van het digitaal verzenden van vergaderstukken (maar niet zozeer rapporten). Daarnaast verbaast het hem dat het college, in de context van dit besluit, niets meldt over de wijze waarop de digitale verzending en behandeling van stukken zal worden ingevoerd. Kortom: het algemeen bestuur weet niet waar het aan wordt overgeleverd. Hij heeft zelf pogingen ondernomen om te werken met een iPad. Hem lukte het niet en hij hoopt dat hij niet de enige is binnen het algemeen bestuur De heer Poelmann licht toe dat de wet zich niet verzet tegen het digitaliseren van vergaderingen. Er is door het algemeen bestuur al vaker aangedrongen op voortvarendheid als het gaat om het papierloos vergaderen. Hij zal er in het kader van de mededelingen uitgebreid op terugkomen en vraagt de leden van het algemeen bestuur om op 23 april vanaf circa 16.30 uur ruimte vrij te houden in de agenda. De voorzitter concludeert dat het stuk wordt vastgesteld. Besloten wordt: 1. in te trekken: a. Delegatieregeling Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden vastgesteld d.d. 21 februari 2001, laatst gewijzigd d.d. 19 december 2012; b. Besluit ‘Delegatie van de bevoegdheid tot het benoemen van de (plaatsvervangende) leden van de commissie behandeling bezwaren’, vastgesteld d.d. 20 december 1995; c. Archiefverordening Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 1998 vastgesteld d.d. 10 juni 1998; 2. de intrekking van de besluiten onder a, b en c in werking te laten treden na bekendmaking in het Waterschapsblad; 3. de Delegatieregeling Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2014 vast te stellen; Bestuurszaken / DM 810887 Pagina 3 van 9 Notulen vergadering algemeen bestuur d.d.26 maart 2014 CONCEPT 4. het reglement van orde van het algemeen bestuur te wijzigen en deze wijziging met onmiddellijke ingang in werking te laten treden. De voorzitter geeft het voorzitterschap terug aan de heer Poelmann. 5. Projectplan Waterwet en inspraakrapport Grote Heicopkade Zuid Besloten wordt: 1. het projectplan Grote Heicopkade (Zuid) en het bijbehorende inspraakrapport vast te stellen; 2. de in het inspraakrapport opgenomen beantwoording te verzenden aan de insprekers. Opiniërend deel 6a. Handhavingsvisie en buiten werking stellen eerder beleid Op voorstel van de VVD-fractie is het stuk teruggenomen (zie opmerking bij 1). 7a. Initiatiefvoorstel ‘aanvulling in artikel 1, lid e, reglement voor de vaste commissies van advies’ De voorzitter licht toe dat het college vindt dat dit initiatiefvoorstel een zaak is van het algemeen bestuur. Het college heeft er geen standpunt over ingenomen. Hij geeft mevrouw Bodewitz het woord voor een toelichting op haar initiatiefvoorstel. Mevrouw Bodewitz (PVDD) zal de tekst van het voorstel niet herhalen. De gedachte bij dit voorstel is dat het belangrijk is dat ook nieuw politiek talent de kans moet krijgen om een periode mee te draaien, om vervolgens als lid van het algemeen bestuur actief te kunnen zijn. Die mogelijkheid is er nu, maar in beperkte mate. Bij kleine fracties kan het zich voordoen dat de kandidatenlijst is uitgeput en op dat moment kunnen opvolgers of nieuw talent niet worden ingewerkt. Zij wil die mogelijkheid graag wel realiseren en merkt op dat daarmee een algemeen belang wordt gediend: voldoende politiek talent in de toekomst. Bij andere waterschappen wordt die mogelijkheid ook geboden. Bij de Hollandse Delta controleert een commissie alleen de geloofsbrieven van kandidaten en Delfland noemt zelfs geen enkele beperking, behalve die krachtens de artikelen 31 tot 33 van de Waterschapswet gelden. Een ruimere regeling is dus niet ongebruikelijk. Eerste termijn De heer Van Leeuwen (SGP) stelt dat een kandidatenlijst er niet voor niets is. Mensen hebben gestemd op kandidaten en in beginsel zou men uit de lijst moeten putten. Partijen kunnen bovendien een flinke lijst maken en het verrast hem dat de lijst bij de PVDD is uitgeput. Tegelijkertijd kan zich een nieuw politiek talent aandienen, dat vervolgens geen zitting kan nemen, althans niet in de commissie. Hij kan niet zonder meer instemmen met verruiming van de mogelijkheden, maar wanneer het algemeen bestuur langer dan vier jaar zit, zoals nu, is het wel handig. Hij stelt voor om voor deze situatie en voor de toekomst af te spreken dat in de eerste twee jaar van de zittingstermijn van het college wordt vastgehouden aan de kandidatenlijst. Daarna kan deze worden losgelaten. De heer Reerink (PvdA) geeft aan dat zijn fractie het voorstel van mevrouw Bodewitz kan volgen, behalve dat wat de PvdA betreft iemand in het geheel niet op de kandidatenlijst hoeft te staan. Hij wijst op de beweging bij gemeenten en provincies in het kader van de dualisering: zelfs een wethouder hoeft niet op de kandidatenlijst te staan. De heer Van Leeuwen (SGP) merkt op dat het daarbij om een duaal stelsel gaat: de heer Reerink vergelijkt appels met peren. De heer Reerink (PvdA) bestrijdt dit. Hij begrijpt niet wat de ratio is om als voorwaarde te stellen dat iemand op een kandidatenlijst moet staan. De kwaliteit van mensen kan alleen worden verhoogd als er een ruimere keuze is. Nieuwe mensen staan niet op de lijst en juist bij nieuwe mensen speelt dat je ze wilt inwerken. De heer Verweij (CU) benadrukt dat de mogelijkheid om als kleine fractie een duocommissielid voor te dragen, een voorrecht is. Het is goed dat er in het algemeen bestuur leden zitten die gekozen zijn, op basis van een vooraf bekende lijst. Hij sluit zich wat dat betreft aan bij de heer Van Leeuwen: wanneer mensen actief zijn in een commissie, is het wenselijk dat ze ook op een kandidatenlijst hebben gestaan. Hij kan zich vinden in het voorstel om na twee jaar de plicht om uit de kandidatenlijst te putten, los te laten. Hij wijst op de geborgde zetels. Daarvoor worden mensen benoemd. Er zijn in dit bestuur al een aantal wisselingen geweest en dat betekent dat de Kamer van Koophandel, het Bestuurszaken / DM 810887 Pagina 4 van 9 Notulen vergadering algemeen bestuur d.d.26 maart 2014 CONCEPT Bosschap of LTO op dat moment iemand voordraagt die ook niet op een lijst heeft gestaan. Men moet niet al te moeilijk doen over de vraag of iemand op een kandidatenlijst heeft gestaan of niet. De heer Ypma (Bedrijven) stelt bij interruptie dat de heer Verweij geen juiste voorstelling van zaken geeft. Bij de Kamer van Koophandel hebben kandidaten moeten solliciteren, waarna er een lijst met een rangorde wordt gemaakt, waaruit wordt geput. De heer Jansen (AWP) vraagt bij interruptie of deze lijst bekend is bij het waterschap. De voorzitter stelt dat er geen lijst is, er is een sollicitatieprocedure. De heer Verweij (CU) geeft aan dat hij geen onjuiste voorstelling van zaken heeft willen geven. Hij steunt het voorstel met een amendement in lijn met het betoog van de heer Van Leeuwen van harte. Mevrouw Van der Stroom (VVD) licht toe dat de VVD-fractie voorstander is van zorgvuldig en structureel besturen. Bij de installatie van dit bestuur zijn er afspraken gemaakt. Er is een reglement vastgesteld en daarover is met elkaar van gedachten gewisseld. Nu komt mevrouw Bodewitz met een voorstel om de regels gedurende de termijn te veranderen. Daar heeft zij moverende redenen voor en gezien ook de landelijke ontwikkelingen, bijvoorbeeld bij lokale partijen, is de VVD ook wel geneigd om flexibel te zijn. Ze merkt op dat er over een jaar een nieuw bestuur zit en dat er een visie moet komen op de reglementen. Ze stelt voor dat het dagelijks bestuur daar een voorstel voor doet. De nu voorgestelde handelwijze waarbij het reglement via een initiatiefvoorstel wordt veranderd, is heel rommelig. Zij pleit ervoor om het voorstel nu niet te behandelen en aanpassingen door te voeren bij de start van de nieuwe bestuursperiode. De voorzitter merkt op dat het algemeen bestuur nu niet kan besluiten dit initiatiefvoorstel niet te behandelen. Mevrouw Van der Stroom (VVD) respecteert dit, maar geeft aan dat de VVD-fractie dit voorstel op dit moment niet steunt. De heer Verheul (CDA) geeft aan dat de CDA-fractie nu wel akkoord gaat met het voorstel van mevrouw Bodewitz. Dit algemeen bestuur zit er geen vier jaar, maar al vijfeneenhalf jaar. Dat is veel langer dan gebruikelijk. Het CDA wil aan het voorstel wel toevoegen dat de uitzondering alleen deze periode betreft en dat het nieuwe algemeen bestuur het onderwerp opnieuw bespreekt. Hij kan zich voorstellen dat een nieuw algemeen bestuur weer andere afwegingen maakt. Nu moet men een uitzondering toestaan vanwege de extreem lange zittingsduur. De voorzitter concludeert dat de CDA-fractie een amendement overweegt. Het algemeen bestuur is bezig aan zijn zesde jaar. De heer Jansen (WN) sluit zich aan bij de overweging van de CDA-fractie: men zit nu inderdaad in het zesde jaar en vooral de lijsten van kleine fracties raken uitgeput. Het argument dat men nieuw politiek talent wil opleiden, is mooi en de WN-fractie heeft begrip voor dit voorstel. Aan het begin van deze bestuursperiode is over dit onderwerp gesproken, met de huidige opzet als resultaat. Het argument van de VVD-fractie is ook valide: moet men nu in dit laatste zittingsjaar al iets meegeven aan het nieuwe bestuur? De suggestie van het CDA om dit voorstel alleen voor deze bestuursperiode van toepassing te verklaren, biedt dan een mooie tussenweg, en hij oppert om het voorstel met die toevoeging aan te passen. De heer Jansen (AWP) en de heer Verkaik (W@I) sluiten zich aan bij de heer Jansen (WN). Mevrouw Bodewitz (PVDD) constateert dat er draagvlak is voor het initiatiefvoorstel, maar niet in deze vorm. Ze vermoedt dat er het meeste draagvlak is wanneer het voorstel alleen deze bestuursperiode betreft. Dat lijkt haar een goede aanpassing en ze vraagt de andere fracties of zij zich daar ook in kunnen vinden. Ze stelt voor om kort te schorsen, zodat een amendement kan worden opgesteld. De heer Reerink (PvdA) lijkt het niet verstandig om de aanpassing nu in het voorstel te verwerken. Wanneer het nieuwe bestuur het reglement wil wijzigen, kan het dat op elk moment doen. Mocht het algemeen bestuur straks drie maanden nodig hebben om zich in te werken en pas daarna toekomen aan het reglement, dan ontstaat er een Bestuurszaken / DM 810887 Pagina 5 van 9 Notulen vergadering algemeen bestuur d.d.26 maart 2014 CONCEPT vreemde situatie als dit voorstel zich beperkt tot deze bestuursperiode. Dan ontstaat er namelijk een periode waarin er geen regeling is. De voorzitter schorst daarop de vergadering. Schorsing De voorzitter heropent de vergadering. De heer Vos zal van ambtelijke zijde een amendement voorbereiden met daarin opgenomen dat het onderwerp opnieuw aan de orde komt bij de start van de volgende bestuursperiode en dat verruiming van de regels mogelijk wordt gemaakt voor het restant van deze bestuursperiode. Dat sluit aan bij wat mevrouw Bodewitz beoogt. Mevrouw Van der Stroom (VVD) stelt dat met het voorstel van de heer Verheul, dat ook door andere fracties wordt gesteund, tegemoet wordt gekomen aan de wens van de VVD-fractie om het onderwerp opnieuw aan de orde te stellen bij de start van de nieuwe bestuursperiode. De VVD-fractie zal instemmen met dat voorstel. Tegelijk onderschrijft zij het argument van de heer Reerink dat niet de situatie mag ontstaan dat er geen reglement van kracht is. De heer Ypma (Bedrijven) stemt in met het door de voorzitter beschreven voorstel. Zijn de rechten en plichten van de nieuwe kandidaat gelijk aan die van het duolidmaatschap? De voorzitter stelt dat de nieuwe kandidaat de eed zal afleggen voor het algemeen bestuur. De nieuwe kandidaat is geen vervanger: het lidmaatschap van het algemeen bestuur is persoonlijk. De heer Reerink (PvdA) wijst op artikel e, onder d. Daar staat een definitie die niet overeenkomt met artikel 31, waarin de regeling verwoord staat. Hij stelt voor om dit recht te zetten. De voorzitter sluit daarop de beraadslagingen. De voorzitter concludeert dat de vergadering wordt voortgezet met agendapunt 8a, het verslag van het functioneringsgesprek met de dijkgraaf. Daar is hij niet bij aanwezig. Hij draagt het voorzitterschap over aan de heer Beugelink, die de openbare vergadering schorst. (Schorsing openbare vergadering) De heer Beugelink heropent de openbare vergadering en geeft het voorzitterschap terug aan de heer Poelmann. De voorzitter wijst op het gewijzigde voorstel. Het heet een amendement op het initiatiefvoorstel te zijn, maar feitelijk is dit het voorstel. Mevrouw Bodewitz (PVDD) stelt dat het amendement op goede wijze de gevoerde discussie verwoordt. De heer Reerink (PvdA) wijst op besluitpunt 2. Daar staat dat het reglement met ingang van 1 april 2015 vervalt. De voorzitter geeft aan dat uiteraard wordt bedoeld dat alleen dit specifieke punt komt te vervallen. Hij concludeert dat de tekst kan worden aangescherpt door in besluitpunt 2 na ‘en’ toe te voegen: ‘de onder genoemde aanvulling’. Amendement volgnummer 1 Titel: Amendement op initiatiefvoorstel reglement voor de vaste commissies Het algemeen bestuur van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden in vergadering bijeen op 26 maart 2014, besluit: het dictum van het initiatiefvoorstel als volgt te wijzigen: Bestuurszaken / DM 810887 Pagina 6 van 9 Notulen vergadering algemeen bestuur d.d.26 maart 2014 CONCEPT 1. 2. artikel 1, lid e, van het reglement voor de vaste commissies van advies aan te vullen met “(…), tenzij elke kandidaat op de lijst van de betreffende fractie heeft aangegeven niet beschikbaar te zijn als duo-commissielid, ofwel daar niet meer toe in staat is”; de onder 1. vermelde aanvulling met onmiddellijke ingang in werking te laten treden en te laten vervallen met ingang van 1 april 2015. Het amendement is ondertekend door de fractievoorzitter van de PVDD. Besluitvormend deel 6b. Handhavingsvisie en buiten werking stellen eerder beleid Op voorstel van de VVD-fractie is het stuk teruggenomen (zie opmerking bij 1). 7b. Initiatiefvoorstel ‘aanvulling in artikel 1, lid e, reglement voor de vaste commissies van advies’ Het algemeen bestuur van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnland heeft met algemene stemmen besloten: 1. artikel 1, lid e, van het reglement voor de vaste commissies van advies aan te vullen met “(…), tenzij elke kandidaat op de lijst van de betreffende fractie heeft aangegeven niet beschikbaar te zijn als duo-commissielid, ofwel daar niet meer toe in staat is”; 2. de onder 1. vermelde aanvulling met onmiddellijke ingang in werking te laten treden en te laten vervallen met ingang van 1 april 2015. Informerend deel 8. Ingekomen stukken en mededelingen a. Verslag functioneringsgesprek dijkgraaf De behandeling van dit agendapunt is opgenomen in een vertrouwelijk verslag. Mededelingen: De voorzitter wijst op de aankomende digitalisering van de vergaderingen van het algemeen bestuur. Hij memoreert dat het algemeen bestuur in het verleden met overgrote meerderheid tot die digitalisering heeft besloten. Dat zou aanvankelijk in mei gebeuren, maar het blijkt al eerder mogelijk. Over drie tot vier weken zullen de iPads beschikbaar zijn en de leden van het algemeen bestuur worden uitgenodigd om op woensdag 23 april vanaf circa16.30 tot 18.30 uur op het kantoor van het waterschap aanwezig te zijn. De leden krijgen dan een iPad, na ondertekening van een verklaring dat de iPad eigendom van het waterschap blijft. Ook zijn er mensen die de werking van een iPad kunnen uitleggen. Op dinsdag 6 en donderdag 8 mei staan instructies gepland voor het werken met IBabs, een systeem voor papierloos vergaderen. De vergadering van het algemeen bestuur van mei zullen vergaderstukken behalve digitaal ook nog op papier worden verstrekt. Voor de vergadering van 2 juli zullen geen stukken meer op papier worden verstrekt. Het algemeen bestuur ontvangt nog een e-mail met een nadere toelichting. Mevrouw Van der Stroom (VVD) stelt dat het hier gaat om een flinke verandering, al werkt ze zelf met een iPad. Ze vindt het vreemd dat het algemeen bestuur hier geen notitie over krijgt, zodat dat deze wijziging eerst kan worden besproken. De voorzitter merkt op dat het invoeren van papierloos vergaderen al eerder aan de orde is geweest. Ook is opgeroepen tot voortvarendheid. De overgang is niet heel ingewikkeld. Het besluit om over te gaan tot papierloos vergaderen is in het kader van de veranderagenda genomen. De heer Reerink (PvdA) bevestigt dat het onderwerp eerder aan de orde is geweest. Toen is toegezegd dat het onderwerp eerst zou terugkeren in het algemeen bestuur, voor er besluit zou worden genomen. Bestuurszaken / DM 810887 Pagina 7 van 9 Notulen vergadering algemeen bestuur d.d.26 maart 2014 CONCEPT De heer Van Leeuwen (SGP) constateert dat er mensen zijn die moeite hebben met een iPad te werken, maar pleit ervoor om nu op te houden met praten en ermee aan de slag te gaan. De heer Verheul (CDA) en mevrouw De Bont sluiten zich hier van harte bij aan. De voorzitter constateert dat het algemeen bestuur met een enkele kritische kanttekening kennisneemt van deze mededeling. 9. Rondvraag Mevrouw Bodewitz (PVDD) wijst op de uitzending van Tegenlicht op zondag 23 maart, met daarin ook aandacht voor een rioolwaterzuiveringsinstallatie in Hongarije, op basis van planten. Het betrof een grote kas en vermeld werd dat het idee naar verschillende landen is geëxporteerd. Ze vraagt of De Stichtse Rijnlanden kennis heeft genomen van deze ontwikkeling en deze ook heeft meegenomen in de overwegingen. De voorzitter licht toe dat hij bij deze waterzuivering is geweest, toen die nog in aanbouw was. Het is een enorm betonnen object. Hij zegt toe de vraag schriftelijk te beantwoorden. 2. Afscheid J.J.H.G.D. Karelse (fractie WN) De voorzitter merkt op dat het voorkomt dat het algemeen bestuur meer dan eens afscheid moest nemen van een lid, als gevolg van een verkiezingsuitslag. Dat is niet leuk, men heeft de verkiezingen verloren. Dat kan ook worden omgedraaid: als iemand vaker dan eens afscheid neemt als lid van het algemeen bestuur, dan heeft diegene ondanks een eerder afscheid de ambitie om terug te keren in het bestuur en zich bezig te houden met zaken die het waterschap aangaan. Alle leden van het bestuur hebben die inhoudelijke belangstelling. Als bestuurslid nam de heer Karelse in 2003 voor het eerst afscheid. Toen had hij sinds 4 januari 1996 in het algemeen bestuur gezeten en daarmee is hij een van de weinige bestuursleden die op drie verschillende manieren tot lid van dit bestuur is gekozen: eind 1994 door indirecte verkiezingen, toen de gemeenteraden nog als een soort kiescolleges fungeerden voor de vertegenwoordigers van de belangencategorieën Ingezetenen en Gebouwd in het algemeen bestuur. En in 1999 door directe verkiezingen, op basis van het personenstelsel. En in 2008 werd hij gekozen op basis van het lijstenstelsel. Dat overkomt slechts een enkel lid van het algemeen bestuur van een waterschap. In 2003 ging het even mis: de tucht van de stembus bepaalde dat de heer Karelse niet werd gekozen als kandidaat voor de categorie Gebouwd in kieskring 1. Door een wijziging had het waterschap drie in plaats van vier kieskringen gekregen: west, midden en oost. Dat betekende dat de heer Karelse het als inwoner van IJsselstein moest opnemen tegen inwoners uit Woerden waaronder ook de heer De Jong en de heer Verheul. Die strijd verloor hij en dat was zeker geen schande. In 2008 stond de heer Karelse opnieuw op de lijst, nu voor Water Natuurlijk. Dat is gezien zijn werkzaamheden in het flora- en faunabeheer niet vreemd. Zorg voor de natuur en wat hiermee samenhangt, heeft de heer Karelse hoog in het vaandel staan. Die liefde voor de natuur is ook uitgemond in een boek over het cultuurhistorische fenomeen van de eendenkooi. Daar zijn er nog maar een paar van en de heer Karelse heeft daar een prachtig boek over geschreven. Sinds juli 2012 zat de heer Karelse opnieuw in het algemeen bestuur. Dat heeft niet heel lang geduurd, de nieuwe functie bij Faunabeheer Noord Holland bleek moeilijk te combineren met het werk als bestuurslid voor het waterschap. Spreker gunt hem die baan van harte en wenst hem namens het algemeen bestuur alle goeds in de toekomst. Hij overhandigt de heer Karelse een klein aandenken aan zijn tijd bij het waterschap en dankt hem voor zijn inspanningen. De heer Karelse bevestigt dat hij al een paar keer afscheid heeft genomen van het algemeen bestuur. Dat heeft hij altijd beschouwd als het afsluiten van een leuke periode. Dat is nu opnieuw zo. Hij heeft nu zelf besloten om uit het algemeen bestuur te stappen, na lang beraad, want het werk vindt hij heel leuk. De dikke envelop betekende altijd veel werk, maar wanneer de vergadering was geweest, was hij vaak blij (soms niet) over wat er was bereikt. Hij heeft genoten van zijn tijd bij het waterschap, ook van de soms onverwachte coalities die gesloten konden worden in het huidige partijenstelsel. De samenwerking met de verschillende fracties en de afzonderlijke fractieleden heeft hij altijd als heel plezierig ervaren. Hij stopt nu om persoonlijke redenen, met een keuze voor (iets van) vrije tijd: het is beter om het zo te doen, dan om het half te doen. Hij was lid van de fractie Water Natuurlijk. Dat is hem zeer goed bevallen, niet alleen vanwege de groene achtergrond, ook omdat het een mooie, gezellige en vooral deskundige fractie is. Daar moet het algemeen bestuur zuinig op zijn. Hij is er trots op dat hij onderdeel mocht zijn van deze fractie en stelt dat er door de WN-fractie veel goed werk is verricht. Hij wil ook vooruitkijken en wijst op de komst van de heer Boot, in wie hij een waardige opvolger heeft. Hij constateert dat er nog veel leuke dingen op stapel staan, zoals de toekomst van de rivierdijk, de omgang met de Randstad en het peilbeheer, en de vraag hoe het waterschap groot genoeg kan Bestuurszaken / DM 810887 Pagina 8 van 9 Notulen vergadering algemeen bestuur d.d.26 maart 2014 CONCEPT blijven om mee te kunnen in de vaart der volkeren. Voorlopig is de toekomst van het waterschap zeker gesteld en hij denkt niet dat de waterschappen snel zullen verdwijnen. Hij dankt de leden van het algemeen bestuur voor de prettige samenwerking en wenst hen veel wijsheid toe bij het nemen van besluiten. 10. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om 21.20 uur. Vastgesteld in de openbare vergadering van 23 april 2014, Voorzitter, P.J.M. Poelmann Secretaris, J. Goedhart Bestuurszaken / DM 810887 Pagina 9 van 9
© Copyright 2025 ExpyDoc