November 2014 special

Een uitgave van de Nederlandse Vereniging van Makelaars • november 2014 • zie ook: www.nvm.nl
SPECIAL OUDERENHUISVESTING
inHoudsoPgAve
Pagina 2
NVM-makelaar Albrecht Kok:
‘Nu anticiperen op toekomstige
woonwensen’
Liane den Haan, algemeen directeur
ANBO:
‘Meer oog voor gedifferentieerd wonen’
Pagina 3
Henk Krol, Kamerlid 50PLUS:
‘Voorkomen is beter dan genezen’
Hoogleraar Jan Latten:
‘Honderdduizenden vooral alleenstaande
ouderen komen erbij’
Het nieuwe seniorenwonen
De transformatie van
ouderenhuisvesting
VooRWooRD
te verleiden. Huishoudens staan dan namelijk open voor een
mogelijk ander type woning.
Grote groepen huishoudens, vooral zij die huren, ervaren ook
dat er voor hen eigenlijk geen keuzevrijheid is en dat zij de boot,
deels door het ontbreken van eigen vermogen, hebben gemist.
Een groep die dan ook speciale aandacht verdient.
Makelaars, maar niet alleen makelaars, geven aan dat de focus
zich moet richten op twee oplossingen. Het aanpassen van de
bestaande woningvoorraad aan de wensen van de ouderen - de
directe woonomgeving wordt daarbij regelmatig genoemd - en
daarnaast meer passend nieuw woningaanbod zowel in de huurals in de koopsfeer. De invulling zal daarbij overigens plaatselijk
sterk verschillen.
Het aangezicht van Nederland gaat de komende jaren
veranderen. In toenemende mate zullen vijftigers en zestigers
het straatbeeld gaan bepalen. Interessant is te vernemen
hoe deze huishoudens oud willen worden. Doelgroepen
waar vaak over wordt gesproken, maar weinig mee wordt
gecommuniceerd. Onze NVM-makelaars spreken veel met
deze consumenten en dan valt een paar zaken op. Ouderen zijn
honkvast en willen echt worden verleid. In enquêtes geeft men
aan best wel te willen verhuizen, maar ze kiezen hun momenten,
zijn terecht veeleisend en mopperen dan ook regelmatig over
het niet passende aanbod op de huur- of koopmarkt.
Duidelijk is dat het voormalige bejaardenhuis en het
verzorgingshuis geen opties meer zijn. Verder is het moment
dat de kinderen de deur uitgaan een uitgelezen moment om
In het kader van de zelfredzaamheid en het delen, juich ik een
initiatief als peer-to-peer toe. Mensen doen iets voor elkaar,
delen bepaalde zaken. De ene buurman maait het gras, de
andere geeft advies over het invullen van een belastingaangifte.
Kennis van de buurt, kennis van mensen is dan een essentieel
thema. Juist daarin zouden makelaars kunnen excelleren als
kenners van de buurt.
In deze special komt een groot aantal deskundigen aan het
woord die hun licht laten schijnen over de ontwikkelingen
rond wonen, zorg en de senioren. Het zijn zeer lezenswaardige
interviews, die onder meer duidelijk maken dat we nu al moeten
anticiperen op toekomstige woonwensen. De toekomst begint
dus al nú.
Ger Hukker, voorzitter NVM
luisteren naar de wensen van
onze senioren is een kunst
Column Paulus Jansen:
Bouwen voor toekomstig gebruik door
ouderen
Pagina 4
Frank van Dam, Planbureau voor de
Leefomgeving:
‘Maak de openbare ruimte seniorenproof’
Marnix Norder, leider van aanjaagteam:
‘We moeten ervoor zorgen dat de barrières
worden weggenomen’
Pagina 5
Minister Stef Blok:
‘Regionale samenwerking verbeteren’
De Leyhoeve:
het nieuwe wonen voor mensen op leeftijd
Pagina 6
Netty van Triest, Platform 31:
‘Senioren willen triple A wonen:
Albert Heijn, Arts en Apotheek’
George de Kam, honorair hoogleraar:
‘Ouderen moeten het thuis goed
hebben’
Pagina7
Henry Meijdam, Raad voor de
leefomgeving en infrastructuur:
‘Toekomst seniorenhuisvesting vergt
omslag in denken’
Architect Mark van der Poll:
‘Ieder zijn eigen woondroom’
Pagina 8
Ineke Bakker, gedeputeerde provincie
Overijssel:
’80 procent van de mensen boven de
zestig verhuist niet meer’
Lia Jacobsen, Seniorkeurmakelaar in
Bennekom:
‘Meer nieuwbouw nodig voor senioren’
Interview
NVM-makelaar Albrecht Kok:
‘Nu anticiperen op toekomstige woonwensen’
Senioren zullen steeds langer zelfstandig blijven wonen, is de verwachting van
makelaar Albrecht Kok uit Drachten. Dat willen mensen niet alleen graag, maar is ook
noodzakelijk. Zeker nu veel bejaardenhuizen sluiten en de regels voor opname in een
verpleeghuis strenger worden. “Mensen zullen dan ook veel eerder in hun leven moeten
nadenken over wat ze verder nog willen en hierop tijdig anticiperen”, aldus Kok.
Albrecht Kok is naast makelaar tevens ambassadeur van de
Krimpbeweging in Friesland en voorzitter van de NVM-afdeling
Friesland. “We anticiperen hier met een aantal partijen op
die krimp en kijken hoe we de dorpen leefbaarder kunnen
maken of houden. Dit onder het motto: ‘Fan mear nei Better’
(Van meer naar beter, red.). Dat betekent dat we er niet bij
moeten bouwen, maar dat de kwaliteit omhoog moet. Zo willen
ouderen – er is hier veel eigenwoningbezit – graag in hun dorp
blijven wonen. Voor hen is woningaanpassing of -verbouwing
de beste oplossing. Helaas lukt zo’n aanpassing of verbouwing
niet altijd, omdat de woning hiervoor eenvoudigweg niet
geschikt is.”
Zorgflat
Voor senioren die huren en niet in een bejaardenhuis
terechtkunnen, is er de mogelijkheid een appartement te huren
in een zorgflat. “Een goed voorbeeld van zo’n zorgflat hebben
we hier in Drachten. Omdat er voor deze nieuwbouwflat niet
voldoende kopers bleken, heeft men besloten deze om te
vormen tot een appartementengebouw waar senioren een
appartement met zorg kunnen huren”, aldus Kok.
dan moet er echter wel voldoende aanbod zijn van kleine
grondgebonden woningen. Dat aanbod is er vrijwel niet in
de bestaande bouw en nieuwbouw vindt hierin bijna niet
plaats.”
Overheid
Het is volgens Kok ook even afwachten hoe de decentralisatie
van overheidstaken naar gemeenten gaat verlopen. “De
overheid moet zich goed bewust zijn van de vergrijzing van
ons land en daar denk ik beter of meer op inspelen.” Zo zijn er
volgens Kok voor senioren met een klein pensioen bijna geen
huurwoningen beschikbaar. “De woningcorporaties bouwen
steeds minder, beperken zich vaak tot renovatie en vervanging
omdat de middelen hiervoor ontbreken. Dit komt mede door de
verhuurdersheffing die een verschrikkelijk grote wissel op de
corporaties trekt.”
Bewustwording
Volgens Kok begint alles echter met bewustwording:
“Mensen moeten eerder in hun leven nadenken over wat ze
verder nog willen. Op het moment dat de kinderen de deur uit
zijn – dan ben je 50-55 jaar – zou je ervoor kunnen kiezen om
nog één keer te verhuizen. Naar een kleiner huis, waar je als
je wat gaat mankeren ook kunt blijven wonen. Want als je op
je 65e nog een patiobungalow wilt kopen, moet je over flink
wat eigen geld beschikken. Van de bank hoef je dan niets
meer te verwachten.”
Patiobungalow
leven nadenken over wat ze verder nog willen.”
De overheid moet zich
goed bewust van de
vergrijzing’
Liane den Haan, algemeen directeur ANBO:
‘Meer oog voor gedifferentieerd wonen’
“De ontwikkelingen rond wonen en zorg zijn al heel lang gaande. Sommigen schrijven dat
toe aan het kabinetsbeleid en de bezuinigingen”, zegt Liane den Haan, algemeen directeur
van ANBO, belangenbehartiger van senioren. “Maar je ziet eigenlijk al veel langer dat
mensen thuis willen blijven wonen. Waar je vroeger met zestig oud was, kun je nu nog met
tachtig heel zelfstandig zijn. Ook ontstaan er veel nieuwe initiatieven op het gebied van
wonen. Er is veel meer keuze is om een woonvorm te kiezen die bij je past.”
Er zijn senioren die het liefst in hun eigen huis blijven wonen.
En er zijn mensen die de gezelligheid samen met anderen
opzoeken, zegt Den Haan. “Maar ook wanneer de aanpassingen
die nodig zijn in een woning te kostbaar zijn en intensieve zorg
nodig is, zijn senioren genoodzaakt om te verhuizen. Gelukkig
kan dat tegenwoordig ook, want de mogelijkheden om anders
te wonen nemen toe.”
Kleine kamers, lange gangen
Den Haan: “Er zijn organisaties die totaalpakketten aanbieden op
het gebied van zorg en welzijn. Veel mensen vinden het fijn als
er in een appartementencomplex gezellige activiteiten worden
aangeboden. Zij kiezen een verzorg- of verpleeginstelling,
waar alles onder één dak is samengebracht. Maar dan wel
een wooncomplex waar veel meer oog is voor gedifferentieerd
wonen. Decennialang bepaalden kleine kamers aan lange
gangen het beeld in verzorg- en verpleeginstellingen, maar die
tijden zijn zo langzamerhand voorbij.”
Er wordt steeds meer ingesprongen op individuele
woonbehoeften, zegt Den Haan. “Dat is goed. Mensen die klein
wonen gewend zijn, kunnen klein blijven wonen. Voor mensen
die andere woonbehoeften hebben, is die mogelijkheid er ook.
In stedelijke gebieden is die keuze wel wat groter dan op het
platteland. Daar zie je juist vaker dat senioren bij familie of bij
hun kinderen gaan inwonen. Of dat boerderijen deels voor hen
worden ingericht.”
Genossenschaften
Den Haan: “In steden, en op verpleeginstellingsniveau, zie
je steeds vaker kleinschalige nieuwbouwprojecten ontstaan
waarin beknopte woonunits worden aangeboden. Een woning
waarin senioren een eigen slaapkamer hebben, maar met een
gemeenschappelijke woonkamer en keuken. In Duitsland zijn
dit soort Genossenschaften erg in zwang en bijzonder populair.
Mensen nemen in deze woningen zorgtaken van elkaar over. Ze
helpen elkaar. Een vorm van dienst en wederdienst.”
Anticiperen
Den Haan: “Ik ben een voorstander van levensloopbestendig
bouwen. Tegelijkertijd moeten we met nieuwbouw heel
voorzichtig zijn, want over dertig jaar ziet de demografie van
Nederland er weer totaal anders uit. Als we daar niet op
anticiperen, werken we misschien leegstand in de hand. Dat
neemt niet weg dat er anno 2014 tal van nieuwe woonvormen
ontstaan. Mensen kopen bijvoorbeeld op hun veertigste
samen een huis, waar ze de komende decennia willen blijven
wonen.”
‘Met nieuwbouw moeten we heel voorzichtig zijn’
2
Ook thuiszorgorganisaties ontplooien nieuwe initiatieven,
zegt Den Haan. Ze vindt dat een goede ontwikkeling. “Er
ontstaan wooncomplexen met senioren én jongeren. Zoals
bestaande verzorgingshuizen die geschikt worden gemaakt voor
jongerenhuisvesting. Daardoor ontstaat er interactie tussen
jongeren en ouderen. Zij doen iets voor ouderen en bezuinigen zo
op hun huurlasten.”
Interview
NVM-makelaar Albrecht Kok: “Mensen moeten eerder in hun
Het liefst wil men – althans in Friesland – wonen in een
grondgebonden woning met een tuin, vertelt Kok. “Dat
betekent dat senioren die wonen in een eengezins- of
vrijstaande woning als zij verhuizen kiezen voor een kleine
patiobungalow. Wil je deze verhuisbeweging stimuleren,
Liane den Haan, algemeen directeur ANBO: “Ik ben een voorstander van
levensloopbestendig bouwen.”
Een traplift, een douche en een bed beneden, geen drempels
meer in huis. Het lijkt zo eenvoudig. Toch worden al dit soort
maatregelen vaak veel te laat genomen, vindt Henk Krol van
de politieke partij 50PLUS. “Daar moeten we met z’n allen
iets aan doen. Een voorlichtingscampagne waarin 50PLUS, de
overheid én Omroep Max een rol spelen. Dat zou mooi zijn.”
Schrijnend
Het zijn de dingen waar hij zelf tegenaan loopt, waar Krol zich
als Tweede Kamerlid hard voor maakt. Dingen die hem aan het
hart gaan. “Jaren geleden werd mijn eigen moeder dement. Ze
was een slimme vrouw, heeft haar hele leven keihard gewerkt
in het onderwijs, en dan is het schrijnend om te zien dat zij niet
de zorg krijgt die aansluit op wat zij eigenlijk haar leven lang
had verdiend. Ik diende een verzoek in bij de gemeente voor
een tijdelijke woning in de achtertuin, om haar zo mantelzorg
te geven. Die vergunning kreeg ik zeven jaar nadat ze was
overleden. Hoe zuur is dat?”
Tóch beboet
Vanaf 1 november is het gelukkig makkelijker geworden om een
mantelzorgwoning in de achtertuin te plaatsen. “Godzijdank”, zegt
Krol. “Want ik weet dat heel veel mensen dat graag willen. Maar
helaas heb je dan wel weer te maken met de kostendelersnorm,
want formeel wonen er dan meer mensen op hetzelfde adres
en word je extra aangeslagen. Belachelijk natuurlijk. Je levert
mantelzorg zodat ouderen langer thuis kunnen wonen. Dat
bespaart kosten, maar je wordt tóch beboet.”
Kamerlid Henk Krol: “Iedereen moet nú nog gebruik maken van
het schenkingsrecht.”
Latten: “Deels komt de toename van het aantal alleenstaanden
doordat er veel relaties verbroken worden. Een toenemend
aantal mensen besluit op hun veertigste/vijftigste te scheiden.
Die mensen blijven vaak alleen.” Alleenwonende vrouwen
hebben het doorgaans financieel moeilijker dan mannen,
zegt Latten. “Zij moeten op hogere leeftijd vaak rondkomen
van een bescheiden pensioen. Alleenstaanden hebben het,
vergeleken met stellen, sowieso vaak minder breed. Dat zal
naar verwachting ook in het wonen zichtbaar worden. Als je
ouder wordt en je hebt geen pensioen, dan is een eigen woning
financieel moeilijk te behappen. Dan is kleiner wonen financieel
niet alleen aantrekkelijker, maar ook noodzakelijk.”
Special ouderenhuisvesting | november 2014
Bouwen voor toekomstig
gebruik door ouderen
Poeh: wonen & zorg in 240 woorden behandelen, ga er maar aanstaan. Als
wethouder ‘stenen’ is mijn grootste betrokkenheid: zorg dat alles wat gebouwd en
verbouwd wordt in de stad al zoveel mogelijk geschikt is voor toekomstig gebruik
door ouderen. In een gemeente als Utrecht is dat goed te doen. Zo worden er
heel veel appartementen voor starters gebouwd met een vloeroppervlak tussen
50-65m². Gelijkvloers, met liftontsluiting en dichtbij het centrum en voorzieningen,
want dat willen starters.
Over tien, twintig of veertig jaar kunnen die woningen ook prima gebruikt worden
door senioren. Misschien niet in de zwaarste zorgcategorieën, maar wel door de
héle grote groep die een kleine functiebeperking heeft.
Druk maakte Krol zich ook over het schenkingsrecht. “Ons land
telt een aantal vermogende ouderen”, legt hij uit. “Die hebben
hun leven lang hard gewerkt en verdienen ons respect. Maar
Een tweede interessante ontwikkeling is het persoonlijk benaderen van ouderen in
een grote sociale huurwoning met het aanbod om ze te helpen om een passende,
levensloopbestendige woning te vinden. De gemeente werkt bij dit project met de
corporaties samen. Ouderen die gebruik maken van het aanbod mogen een deel van
hun opgebouwde huurkorting meenemen, die gedekt wordt uit de huurverhoging van
de vrijkomende woning. Per saldo worden twee vliegen in één klap geslagen: de
senior verhuist naar een geschiktere levensloopbestendige woning, terwijl er een
(schaarse) grote woning wordt vrijgemaakt voor een gezin met kinderen.
De persoonsgerichte benadering is
tamelijk arbeidsintensief, maar wel
effectief. We proberen de efficiency te
verhogen door senior-vrijwilligers op te
leiden tot woonconsulent. Ook kunnen
de buurtteams die in het kader van de
decentralisatie van rijksdiensten gevormd
worden wellicht een rol krijgen bij het in
kaart brengen van de doelgroep.
gemeenschappelijke ruimten raakt meer in trek.”
Hofjeswoning
Latten noemt hofjeswoningen. “In sommige steden zie je die
ontstaan, zoals in Haarlem. Een oud concept dat een nieuwe
invulling krijgt. Privé wonen, maar wel met saamhorigheid
en gezelligheid, en met een tuin of binnenplaats waar men
elkaar ontmoet. Een nieuwe vorm van groepswonen. Je ziet in
steden ook andere vormen van groepswonen ontstaan. Geen
communes, maar wel plekken waar privé en gemeenschapsgeest
samenvloeien.”
Volgens Latten zie je dat mensen in toenemende mate
zelf sturing geven aan hun woonwensen. “Zo ontstaan
wooncoöperaties als nieuw model voor huisvesting. Een soort
eigen initiatief van mensen om een ‘gebouw’ te ontwikkelen. De
overheid trekt zich terug. Mensen pakken het dus zelf op.”
Geen kinderen
Latten: “Veiligheid en
geborgenheid zijn belangrijk
bij ouderenhuisvesting. Dat
heeft te maken met het aantal
kinderlozen dat groeit. Je ziet
dat terug in de demografie.
In de participatiesamenleving
wordt die groep vaak
vergeten. De individualisering
neemt toe.
Hoogleraar Jan Latten:
“Je ziet dat andere woonvormen bij dit kleiner wonen hun intrede
doen. Geen grote wooncomplexen, maar kleinere huisvesting voor
ouderen met een centrale publieksruimte. Collectief wonen met
‘Veel mensen
willen een mantelzorg­
woning in de achtertuin’
Persoonlijk
‘Honderdduizenden vooral
alleenstaande ouderen komen erbij’
Latten: “De groei zit hem vooral in alleenstaande ouderen van
50plus en die concentreert zich in absolute zin in randstedelijke
gebieden. Er zit geen groei in jonge gezinnen, ook niet als de
economie aantrekt. Het aantal ouderen krijgt dus de overhand.”
oproepen om dit nog voor het eind van het jaar te doen.”
Schenkingsrecht
Jan Latten, hoogleraar demografie Universiteit van Amsterdam:
Er is een toenemende vergrijzing gaande.
Babyboomers worden oud. Hoe gaat de vraag
naar wonen er uitzien in de toekomst? “Er
zijn harde signalen dat er honderdduizenden
huishoudens bijkomen”, zegt Jan Latten,
hoogleraar demografie aan de Universiteit
van Amsterdam. “Dat zijn vooral ouderen.”
Latten is behalve hoogleraar ook als
demografisch expert verbonden aan het
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Interview
Als er een baby op komst is, wordt het kamertje maanden van te voren ingericht. Als je
ouder wordt, moet je eerst van de trap vallen, wil er iets in je woning veranderen. “En
het ligt in de eerste plaats aan die ouderen zelf hoor”, vindt 50PLUS leider Henk Krol.
“Wanneer dringt het nu eens door?”
“Veiligheid en geborgenheid
zijn belangrijk bij ouderen­
huisvesting.”
Paulus Jansen,
wethouder wonen, gemeente Utrecht
c ol u m n
‘Voorkomen is beter
dan genezen’
wat doet het kabinet? Dat straft ze af. We weten allemaal dat
de woningmarkt op slot zit. Als die vermogende senioren wat
makkelijker aan hun kinderen zouden kunnen schenken, tegen
een aantrekkelijk belastingtarief, krijgen die weer meer ruimte
voor het kopen van een eigen huis. Als 50PLUS hebben wij
ons hard gemaakt voor het verruimen van het schenkingsrecht.
Met succes, want het heeft wel zo’n vijf miljard euro in de
woningmarkt gepompt. Maar niet lang meer helaas, want per
1 januari wordt die verruiming weer keihard afgeschaft. Ik wil
dus iedereen die hier graag gebruik van zou maken met klem
Doordat men alleen is, zoeken mensen elkaar meer op. Dat komt
ook tot uitdrukking in de gekozen woonvorm.”
Sociale component
Het levensloopbestendig bouwen heeft een technische, maar ook
sociale component, zegt hij. “Het gaat
niet alleen om voorzieningen, maar juist
ook de behoefte om elkaar tot steun te
zijn en elkaar te helpen. Alleenstaanden
zoeken elkaar op en ontmoeten elkaar.
Het levensloopbestendig bouwen
zal daarop moeten anticiperen. Ook
duurzaamheid en mobiliteit spelen een
rol. Kleinere, centraal gelegen woningen
in de stad. Dichtbij alle voorzieningen die
gemakkelijk zijn te bereiken.”
‘Hofjeswoningen
vormen een nieuwe
vorm van groepswonen’
3
Interview
Henk Krol, Kamerlid 50PLUS:
Frank van Dam, Planbureau voor de Leefomgeving:
IntervIew
‘Maak de openbare ruimte
seniorenproof’
We worden met z’n allen steeds ouder en we blijven steeds langer vitaal. Steeds meer
ouderen blijven met een aanpassing hier en daar, wonen waar ze wonen: lekker vertrouwd
in hun eigen huis. Mits de leefomgeving het toelaat.
“Zoals de meeste ouderen, ging mijn oma op haar tachtigste
naar het bejaardentehuis”, vertelt Frank van Dam van het
Planbureau voor de Leefomgeving, die als projectleider
verantwoordelijk was voor de studie Vergrijzing en Woningmarkt.
“Dat was in die tijd heel normaal. Mijn moeder die nu al
negentig is, moet daar niet aan denken. Die woont nog op
zichzelf en dat gaat prima.” Deels is dat volgens Van Dam
gewoonte. “Zo ging het vroeger, daar dacht je niet zo over na.
Als je ouder werd, ging je naar het bejaardentehuis.” Deels
heeft het ook met de woonwensen van senioren te maken én
met nieuwe zorgarrangementen die langer thuis wonen veel
makkelijker maken.
Verhuisbereidheid
“We worden steeds individualistischer”, vervolgt Van Dam.
“Zeker de babyboomers. Die zijn bijzonder zelfstandig,
zelfredzaam en vitaal. Ze zijn onder totaal andere
omstandigheden opgegroeid dan de generatie voor hen. Ze
hebben carrière gemaakt en konden in een goedkope tijd een
mooie woning kopen die enorm in waarde is gestegen. Hun
hypotheek is afgelost en met relatief lage woonlasten blijven
ze gewoon lekker wonen waar ze wonen. Waarom zouden ze
weggaan?” De verhuisbereidheid onder ouderen is dus relatief
laag. En dat kunnen ze volgens Van Dam tot op hele hoge
leeftijd volhouden. Mits hun woning, de woonomgeving en de
zorgarrangementen daar op zijn ingericht. “Een traplift, een bed
in de woonkamer, drempelloze woningen. Mensen zijn bereid om
hun woning aan te passen, tot het echt niet meer gaat en er niks
anders op zit dan verhuizen naar een passende woning.”
Meer prioriteit
IntervIew
Toch draait het volgens Van Dam om meer dan de woning alleen.
De kwaliteit van de directe woonomgeving speelt ook een
belangrijke rol in de keuze om zelfstandig te blijven wonen. “Kun
je veilig over straat? Is het verkeer overzichtelijk? Hoe zit het
Marnix Norder, leider van Aanjaagteam Langer Zelfstandig Wonen:
‘We moeten ervoor zorgen
dat de barrières worden
weggenomen’
“Een bestaande woonvorm, het verzorgingstehuis, blijft niet meer zoals die is. Die
verdwijnt, omdat we als samenleving vinden dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig thuis
moeten blijven wonen. Ze moeten niet in een onzelfstandige situatie verblijven, terwijl dat
onnodig is. Maar dat betekent niet dat er voldoende goede woningen zijn voor hun nieuwe
situatie, dat er voldoende mogelijkheden zijn om woningen aan te passen en dat er in het
bestaande vastgoed hiervoor een oplossing is. Dat zijn de drie knelpunten die we hebben
gesignaleerd”, zegt Marnix Norder, oud-wethouder van Den Haag.
Norder is sinds de zomer leider van een ‘aanjaagteam’ dat
gemeenten en regio’s helpt de regionale samenwerking te
zoeken en te verbeteren op het gebied van zorg-gerelateerd
wonen voor ouderen. Het team, bestaande uit in totaal drie
personen, meldt knelpunten in landelijke
regels aan het kabinet. Norder is gevraagd
om het team voor te zitten, omdat hij
voormalig wethouder en oud-gedeputeerde
is. Hij kent daardoor het lokale en
regionale schaalniveau heel goed. “Vanuit
die achtergrond snap ik wat er wel niet of
wel goed gaat en ik kan dan sturen om het
de goede kant op te laten gaan.”
in de regio’s voldoende zorgwoningen worden gerealiseerd.
Maar als er beperkingen zijn op nationaal niveau, dan zijn
wij de club die dit bij de minister en staatssecretaris gaat
aankaarten. We doen dan een beroep op hen om dit soort
dingen te veranderen. We werken dus
twee kanten op: richting de regio’s en
richting de regelgeving. Die regelgeving
moet soms wat glad worden gestreken.
Het is het signaleren van knelpunten en
oplossingsrichtingen. En als team moeten
we ervoor zorgen dat alle barrières worden
weggenomen.”
Norder benadrukt dat zijn team onafhankelijk is. “Als aanjager
moet je natuurlijk een neutrale positie innemen. We zijn door
minister Blok en staatssecretaris Van Rijn gevraagd om dit
werk te gaan doen, maar doen ons werk op een onafhankelijke
manier. Op politiek gebied zijn we neutraal, al worden we wel
ondersteund door een groepje ambtenaren. De bedoeling is dat
Norder: “Er is een grote verandering in het beleid ten aanzien
van ouderen, zorg en wonen. Dat willen we als samenleving
kennelijk al vele jaren lang, want die verandering is al
heel veel kabinetten eerder ingezet. Die verandering heeft
tot gevolg dat mensen hun woningen meer moeten gaan
aanpassen, zodat ze langer thuis kunnen blijven wonen.
‘Er is een grote
verandering in
het beleid ten
aanzien van
ouderen, zorg
en wonen.’
4
Grote verandering
Frank van Dam van het Planbureau voor de Leefomgeving: “We
worden steeds individualistischer.”
met de kwaliteit van de stoep en de straat? Als je makkelijker
er op uit gaat, heb je meer sociale contacten. Zo blijf je langer
onder de mensen en blijf je langer actief. Participeren in de
omgeving en meer mobiel kunnen zijn, heeft positieve effecten
op het welbevinden en de gezondheid.” Zeker in grote steden is
die woonomgeving volgens Van Dam wel aan verbetering toe.
“Het seniorenproof maken van de openbare ruimte, moet daarom
meer prioriteit hebben. Het zou een vast onderdeel moeten zijn
van ieder nieuw stedelijk plan. En niet pas achteraf, want dan is
het vaak te laat.”
‘Babyboomers zijn
bijzonder zelfstandig,
zelfredzaam en vitaal’
Daarnaast moeten er woningen gebouwd worden, waarbij
zorg in die woonsituaties geleverd kan worden. Dus
nieuwe woonvormen, in plaats van het bejaardentehuis of
verzorgingstehuis. En ten derde moeten we de bestaande
complexen transformeren. Naar wat dan ook. Dit zijn de drie
opgaven op het gebied van ouderen, zorg en wonen.”
Marnix Norder: “Als aanjager moet je natuurlijk een neutrale positie innemen.”
Interview
Minister Stef Blok van Wonen:
‘Regionale samenwerking verbeteren’
“Het merendeel van de mensen met een zorg- of
ondersteuningsvraag wil zo lang mogelijk in zijn eigen huis
blijven wonen. Voor ouderen is dit vaak het huis waar hun
kinderen zijn opgegroeid. Het is de buurt waar mensen
hun sociale netwerk hebben en hun voorzieningen kennen.
Mensen willen - zo lang mogelijk - regie over hun eigen leven
voeren”, schreven minister Blok (Wonen) en
staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid)
in juni aan de Tweede Kamer. “Dit geldt voor
ouderen, mensen die worden geconfronteerd
met ernstige ziekte of ongeval,
verstandelijk gehandicapten en mensen
met psychiatrische problemen. De trend
dat ouderen langer thuis blijven wonen is
duidelijk zichtbaar vanaf de jaren ’80.”
Aanjaagteam
Minister Blok: “Mensen willen zo lang mogelijk regie over hun
Een aanjaagteam onder leiding van ex-wethouder Marnix
Norder, het Aanjaagteam Langer Zelfstandig Wonen, moet
daarom de regio’s op weg helpen. Naast Norder hebben
Wim Korsten en Ton Streppel zitting in het team. Korsten
is in Noord-Brabant bestuurder geweest van een heel
grote zorginstelling, terwijl Streppel voormalig topman is
geweest van een corporatie, eveneens in Noord-Brabant. Hij
heeft ook deel uitgemaakt van het bestuur van Aedes, de
koepelorganisatie van woningcorporaties.
leven voeren.”
Het team is in gesprek met zogeheten regiotafels, waarin
kennis en informatie wordt gedeeld. In deze regiotafels zitten
zorgverzekeraars, zorgkantoren, gemeenten, zorgaanbieders,
woningcorporaties, cliëntenorganisaties en
beroepsorganisaties bij elkaar. Het team is
in ieder geval voor één jaar, tot 1 juli 2015,
aangesteld.
‘Informatie­
voorziening
gemeenten
moet
verbeteren’
Volgens de bewindslieden gaat het bij het langer zelfstandig
wonen om lokaal maatwerk: over mogelijkheden voor wonen
en zorg dicht bij de burger, zijn netwerk en buurt. “Dit vraagt
om regionale samenwerking en afstemming tussen partijen. Uit
het advies van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur
en onze gesprekken met de koepelorganisaties blijkt evenwel
dat de samenwerking tussen gemeenten, corporaties,
zorgaanbieders en zorgkantoren regelmatig moeizaam verloopt.
Partijen geven aan dat het Rijk hen kan ondersteunen om deze
samenwerking te verbeteren.”
Informatievoorziening
Norder vindt dat gemeenten, maar ook het
Rijk, hun informatievoorziening flink moeten
verbeteren voor mensen die een zorgvraag
hebben. “Dit is een klacht die ik vaak hoor.
Er zijn maar weinig websites waarop je informatie kunt vinden
over bijvoorbeeld het verzorgen van je moeder, die haar heup
gebroken heeft. Vroeger kon je terecht bij de huisarts, die je
doorverwees. Nu moet je zelf wat organiseren, maar informatie
hierover is op websites maar schaars aanwezig. Dat leidt
tot veel irritatie en dat kan ik heel goed begrijpen. Door heel
goed te informeren en voor te lichten kunnen gemeenten juist
een groot deel van hun kostenbesparingen, die ze moeten
doorvoeren, pakken. Maar als ik kijk naar de informatie op een
gemiddelde website, dan is dat helaas echt heel slecht.”
De Leyhoeve: het nieuwe
wonen voor mensen op leeftijd
Samen aangenaam oud worden. Dat is de slogan achter het Woonlandschap de Leyhoeve
in Tilburg. Op 1 oktober is met het slaan van de symbolische eerste paal de bouw van dit
complex feestelijk gestart. Volgens de initiatiefnemers geeft de Leyhoeve vorm ‘aan het
nieuwe wonen voor mensen op leeftijd’. Ze noemen het ‘een totaaloplossing om je leven zo
lang mogelijk te kunnen leiden. Dat is wat mensen wensen’.
In het complex van zes verdiepingen komen 200 luxe
huurappartementen, 85 zorgsuites voor ouderen en vele
faciliteiten zoals horeca, zwembad, restaurant en kinderopvang.
Het ligt ook in de nabijheid van een ziekenhuis. De ontwikkeling
van de Leyhoeve heeft 7 jaar geduurd. Initiatiefnemers zijn
verschillende partijen, zoals projectontwikkelaar Roozen van
Hoppe en internationaal aanbieder van zorg Senior Assist. Zij
Bij de Leyhoeve
gaan ouderen
wonen in een
groene omgeving,
komen wonen, hoeven nooit meer naar een verzorgingstehuis
toe, omdat alle faciliteiten onzichtbaar aanwezig zijn voor het
moment dat ze zorg nodig hebben.”
“Normaliter wordt er een gebouw gebouwd en daar mensen
ingestopt. Wij redeneren net andersom: je bouwt een gebouw
rondom mensen. Dat is een heel andere insteek”, zegt
ontwikkelaar Hendrik Roozen.
stellen de droom van ‘samen aangenaam oud worden’ nu ook in
Tilburg te verwezenlijken.
Bij de Leyhoeve gaan ouderen wonen in een groene omgeving,
aan het beekje De Leij, met het gelijknamige park naast de deur.
De woningen zijn voorzien van alle gemakken, de service is
gelijk aan die in een luxe hotel, maar met optimale zorg binnen
handbereik wanneer die noodzakelijk is.
Bejaardenhuis
Hospitality
“Mensen willen niet naar een verzorgingstehuis. Als je dat
aan mijzelf zou vragen, dan is mijn antwoord ook volmondig
nee”, stelt projectleider Laurens van Rij. “Mensen die hier
“Er is heel slim nagedacht over de bouw, er is slim nagedacht
over een stukje hospitality. Dankzij de TU Delft kan er gebruik
worden gemaakt van technische hulpmiddelen, waardoor het
leefgenot omhoog gaat, en de kosten gedrukt worden. We
hebben een appartement gemaakt, waarin je zo lang mogelijk
zonder hulp van buiten kunt wonen. Dus zonder dat je de fysieke
aanwezigheid van een zuster nodig hebt”, vertelt Van Rij. “De
mensen die hier gaan wonen zijn 55 jaar of ouder, hebben
over het algemeen nog geen zorgbehoefte, maar denken wel
hierover na. Ze willen de regie in eigen hand hebben. Dat zijn
de mensen die zich hier inschrijven.” Als de zorgbehoefte van de
bewoner toeneemt, kan de woning ‘in een handomdraai’ worden
aangepast, zo beloven de initiatiefnemers.
Het concept van de Leyhoeve blijkt aan te slaan, want in maart
werd bekend dat alle 200 huurappartementen al zijn verhuurd.
Dat was een half jaar voordat met de bouw van het complex van
start is gegaan. De oppervlakten van de woningen verschillen
sterk: de kleinste is 67 m², terwijl de grootste ruim 150 m² telt.
aan het beekje
De Leij, met het
gelijknamige park
naast de deur.
Special ouderenhuisvesting | november 2014
actueel
Per 1 januari krijgen gemeenten te maken
met een aantal nieuwe zorg­taken. Ze
worden in 2015 onder meer verantwoorde­­lijk
voor zorg aan langdurig zieken en ouderen.
Gemeenten krijgen ook te maken met de
trend dat mensen steeds langer in hun
vertrouwde omgeving willen vertoeven.
‘Je bouwt een gebouw
rondom mensen’
5
IntervIew
Netty van Triest, projectleider Platform 31:
‘Senioren willen triple A wonen:
Albert Heijn, Arts en Apotheek’
Een heleboel senioren uit de babyboomgeneratie huren bij
een woningcorporatie een woning waar ze al jaren zitten.
Woningen uit de jaren ’60 of ’70 waar ze als jong gezin ooit
in zijn getrokken. “Toch is zo’n woning vaak niet meer zo
geschikt”, zegt Netty van Triest. “Dan kun je twee dingen doen.
De woning aanpassen of kijken of er binnen de corporatie een
andere geschikte en interessante woning is. Oudere huurders
wíllen namelijk best verhuizen, maar alleen als ze er op vooruit
gaan.”
Nabijheid van voorzieningen
Die vooruitgang heeft volgens Van Triest lang niet alleen met
de woning zelf te maken. “Natuurlijk is het prettig als de
woning de juiste aanpassingen heeft, maar even belangrijk
is de omgeving. Het sociale netwerk, leuke verenigingen, de
aanwezigheid van vrienden en kennissen, gezellige winkels,
ontmoetingsplekken in de wijk, een loopje kunnen maken in
de buurt. Maar ook: je veilig kunnen voelen op straat, zowel
in sociaal opzicht als op het gebied van verkeersveiligheid.
Dat zijn de dingen waar het om draait als je ouder wordt. En
natuurlijk ook de nabijheid van voorzieningen. Wij zeggen
Netty van Triest: “Het verzorgingshuis is er straks niet meer.
Dat is niet erg.”
altijd: ouderen willen Triple A wonen. Albert Heijn, de arts en
de apotheek moeten dichtbij zijn.”
Autonomie
Die nabijheid van voorzieningen wordt in de toekomst dus steeds
belangrijker. Van Triest: “Het verzorgingstehuis is er straks niet
meer. Dat is niet erg. Het past bij de autonomie die ouderen
vandaag de dag willen hebben. Maar het is wél een reden
om goed na te denken over hoe je jezelf in de toekomst gaat
redden. Natuurlijk is er een steeds groter wordende groep die
zonder extra zorg -of misschien met wat kleine aanpassingenzelfstandig oud kan worden. Maar er zijn ook ouderen die wél
een zorgvraag hebben. Met elkaar moeten we kijken hoe we
die zorg het best kunnen organiseren. Bijvoorbeeld door het
eenvoudiger te maken om mantelzorgunits in de tuin van de
kinderen te plaatsen. Want daar is veel vraag naar. Maar ook
door het aanbieden van zorgdiensten aan huis.”
Of dit soort maatregelen uitsluitend vanuit de gemeente moeten
komen, betwijfelt Van Triest. “Volgens mij is de nieuwe vraag
naar dienstverlening van babyboomouderen met vaak een goed
pensioen en eigen vermogen meer een markt voor slimme,
nieuwe ondernemers. Als de bedrijven straks eenmaal gewend
zijn aan deze nieuwe doelgroep en hun wensen, gaan ze hier
massaal op reageren.”
‘De nabijheid van
voorzieningen is heel
belangrijk’
George de Kam, honorair hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen:
‘Ouderen moeten het thuis goed hebben’
Het bejaardenhuis en later het verzorgingshuis waren niet de meest aantrekkelijke
woonvormen. Het is daarom goed te begrijpen dat mensen tegenwoordig liever
in hun eigen huis willen blijven wonen. Dat is inmiddels ook het uitgangspunt
van het overheidsbeleid, stelt George de Kam honorair (onbezoldigd) hoogleraar
Volkshuisvesting en Grondmarkt aan de Rijksuniversiteit Groningen.
De Kam heeft in zijn hoogleraarschap een bijzondere
aandacht voor het wonen van ouderen. Hij heeft zelf ook al de
pensioengerechtigde leeftijd bereikt, maar blijft de komende tijd
toch verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Hij schetst allereerst in een notendop de woonsituatie van
ouderen in de 19de eeuw. “Dat was jezelf basaal redden.
Men was aangewezen op steun van familie en de omgeving.
Grootouders of ouders bleven vaak ook thuis wonen. En als dat
niet mogelijk was, was je aangewezen op
heel basale armenzorg van de gemeente
of van de kerk. Dat was in Nederland al
vrij vroeg geregeld en we deden het in
internationaal verband ook niet zo slecht.”
al op vrij jonge leeftijd in de tehuizen terecht kwamen. Je
schreef je in en vervolgens kreeg je een plek in het tehuis.
Veel mensen maakten al rond hun 65ste de overstap. Mensen
werden toen nog niet zo oud als nu, maar het betekende wel
dat ze daar een flink aantal jaren leefden. Een tijdlang werd
mensen dus gestimuleerd om naar die bejaardenoorden te
verhuizen, maar de overheid is het toch gaan inperken, omdat
het een heel dure voorziening is. Daarnaast willen mensen
verder gaan op de plek, waar ze gewend zijn te wonen. Dat
is inmiddels ook tot uitgangspunt in het
beleid verheven.”
Overstap
Volgens De Kam kwamen na de
Tweede Wereldoorlog de bejaarden- en
verzorgingstehuizen op. “Dat werd
onder andere gedaan om huizen vrij
te maken voor de aanstormende
wederopbouwgeneratie. Mensen
accepteerden het als een vooruitgang,
met name omdat de AOW als
inkomstenbron erbij kwam. Het idee was
dat je in die bejaardenoorden geheel
verzorgd ging wonen. In het begin was die
zorg niet heel erg nodig, omdat mensen
6
George de Kam, honorair hoogleraar in
Groningen: “In de 19de eeuw was men
aangewezen op steun van de familie en
omgeving.”
IntervIew
In de nabije toekomst zullen steeds meer ouderen zelfstandig in de wijk wonen in plaats
van in zorginstellingen, zo blijkt uit onderzoek van kennis- en netwerkorganisatie
Platform31. Maar alleen als zorg, welzijn en wonen goed op elkaar zijn afgestemd.
Projectleider Netty van Triest vertelt waarom.
Eenheidsworst
De Kam meent dat het verzorgingstehuis
niet echt een ideale plek was om te wonen.
“Je had allemaal dezelfde kamer en er was
één gemeenschappelijke ruimte. Het leven
werd een soort van eenheidsworst, met
alle respect voor wat er allemaal gebeurde.
Maar het is goed voorstelbaar dat mensen
dit niet de meest aantrekkelijke woonvorm
vinden. Het is ook zo dat de meeste oudere
mensen thuis wonen. Dat is zo en dat
blijft zo. Het is niet zo dat we vroeger
met z’n allen naar het verzorgingstehuis
gingen en we nú allemaal thuis blijven
wonen. Het totale aantal inwoners
van verzorgingstehuizen is momenteel
slechts zo’n 120.000. In totaal zijn die verschuivingen niet zo
dramatisch. Het is eigenlijk veel belangrijker dat je ervoor zorgt
dat de mensen die in meerderheid al thuis oud worden, plus
de paar duizend die erbij komen, het daar goed hebben. En dan
kom je terecht op de omgeving, de voorzieningen in de buurt en
steunpunten. Winkels moeten goed bereikbaar zijn en er moet
goede mantelzorg zijn. Dat laatste wordt ook nadrukkelijker in
het beleid van de overheid meegenomen.”
‘Een tijdlang werd mensen
gestimuleerd om naar bejaarden­
oorden te verhuizen’
IntervIew
Henry Meijdam, voorzitter van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur:
‘Toekomst seniorenhuisvesting
vergt omslag in denken’
De komende jaren zullen senioren in toenemende mate aangewezen zijn op zorg die
wordt verstrekt in de omgeving waar zij wonen. Zorg die voor een deel bovendien onder
de eigen verantwoordelijkheid komt te vallen. “Mensen moeten er rekening mee houden
dat ze ergens in een fase komen waarin ze meer zorg behoeven en hierop anticiperen. Dit
vergt wel een omslag in denken”, aldus Henry Meijdam, voorzitter van de Raad voor de
leefomgeving en infrastructuur.
Regierol
Langer zelfstandig blijven wonen
sluit heel erg aan bij de wensen van
ouderen zelf, aldus Meijdam. “Het
is dan ook van belang om bij de
ontwikkeling van wijken goed te kijken
naar de nabijheid van winkels en
zorgvoorzieningen. Daar ligt meteen een
belangrijke regierol voor gemeenten.
Zij zullen samen met zorgorganisaties,
woningbouwcorporaties,
particuliere huizenbezitters maar
ook met bewonersorganisaties en
vastgoedpartijen goed moeten nadenken
over hoe woningen veel meer leeftijdsen zorgbestendig gemaakt kunnen
worden.
Bij nieuwbouw is dat relatief eenvoudig
te realiseren. Maar in de bestaande
bouw zullen volgens Meijdam absoluut
renovaties en aanpassingen noodzakelijk
zijn. “Tel hierbij op dat voor een deel
van de bestaande woningvoorraad (2,5
miljoen van de 7 miljoen woningen)
vervanging of renovaties nodig zullen
zijn, dan betekent dit, dat er een grote
bouwkundige opgave op ons afkomt.”
Dat mensen zelf financieel zullen
moeten gaan bijdragen aan zorg en
wonen, is volgens Meijdam zeker te
verwachten. Dit besef leeft echter nog
niet voldoende. Het is volgens hem zaak
dit probleem eerst op de kaart te zetten.
“Dan zal langzamerhand een omslag
in denken ontstaan. Mensen zullen
beseffen: ‘Ik moet nu ik nog gezond
en vitaal ben nadenken over de vraag
hoe ik dat straks ga regelen.’ Dat kan
bijvoorbeeld betekenen dat je kapitaal
in de eigen woning vrij gaat maken om
in een kleinere woning de zorg in te
kopen die je verlangt.”
Transitie
“Die omslag in denken is veel
belangrijker dan wat ik uit de media
weleens bespeur”, besluit Meijdam.
“Daar wordt het toch teruggebracht tot
‘In de bestaande bouw zijn
renovaties absoluut noodzakelijk’
Architect Mark van der Poll:
‘Ieder zijn eigen woondroom’
Mensen willen niet oud zijn, maar ze willen wél hun
levenswijze veranderen. Ontwerpers spelen daar op in.
Tussen de eengezinswoning en het verpleegtehuis in zit nog
een enorme markt, zegt architect Mark van der Poll.
Voor gezinnen bouwen we hele
vinexwijken, compleet aangepast aan
de woon- en leefwensen van gezinnen
met kinderen. Waarom niet ook voor
senioren? “In de Verenigde Staten
doen ze dat wél”, zegt Mark van der
Poll hoofdontwerper stedenbouw
bij CroonenBuro5. “En daar werkt
het ook goed. In Sun City wonen ze
allemaal bij elkaar. Gelijkgestemden
die samen dingen organiseren met een
heleboel voorzieningen in de directe
omgeving.” Zou zoiets ook in ons land
aanslaan? Van der Poll denkt van wel.
Bij architectenbureau Inbo ontwierp hij
een Nederlandse seniorenstad: Nieuw
Schokland. “Zonder de woningcrisis
was die wijk er zeker gekomen”, merkt
hij op.
Heel exclusief
Toch willen lang niet alle senioren in
zo’n eigen wijkje bij elkaar wonen. En
dé oudere bestaat volgens Van der Poll
al helemaal niet. “Dat kenmerkt ook
wel de generatie van de babyboomers.
Architect Mark van der Poll: ‘De toekomst
ligt in de domotica.”
Special ouderenhuisvesting | november 2014
De één wil naar een instelling, de
ander blijft liever zo lang mogelijk thuis
wonen, weer een ander wil naar een
collectief met gelijkgestemden en er
zijn er ook bij die heel exclusief willen
wonen. Tussen de eengezinswoning
en het verpleeghuis in zit dus nog een
enorme markt. Zo ontstaan steeds meer
nichegroepjes, die allemaal hun eigen
woondroom willen realiseren. Dat is
echt de trend van nu. En dat vraagt om
creatieve ideeën van ontwerpers en
bouwers.”
Van functie veranderen
Hybride gebouwen bijvoorbeeld, die
makkelijk zijn te transformeren als
de markt daar om vraagt. “Door de
huidige ontwikkelingen in de zorg
kunnen we niet meer dan tien jaar
vooruit kijken”, merkt Van der Poll
op. “Een gebouw moet dus snel van
functie kunnen veranderen. Wat
nu een verzorgingstehuis is, moet
kunnen transformeren tot bijvoorbeeld
studentenwoning of gemeentelijke
instelling. Om zorgorganisaties
bewuster met hun terreinen en hun
vastgoed om te laten gaan, voeren
wij als bureau grondige analyses uit
en doen wij modellenstudies voor
nieuwe gebouw en gebiedsconcepten.
Zo brengen wij heel doelgericht in
beeld wat wijs en haalbaar is en welke
keuzes ze het best kunnen maken.
Met als primair doel de kwaliteit van
wonen voor toekomstig bewoner of
cliënt te verbeteren: ieder zijn eigen
woondroom.”
Henry Meydam: “De overheid moet een consequent beleid voeren
en niet iedere vier jaar van koers veranderen.”
een technocratische en redelijk steriele
operatie. Terwijl het hier natuurlijk gaat
om mensen in een kwetsbare levensfase
en om een proces dat een transitie vergt
die niet in een halfjaar voor elkaar is.
Het is voor die transitie dan ook van
belang dat de overheid een consequent
beleid voert en niet iedere vier jaar
van koers verandert. Dit om de markt
zekerheid te geven voor wat betreft haar
investeringsbeslissingen.”
‘Een gebouw
moet snel van
functie kunnen
veranderen’
CoLoFon
NVMagazine is een periodieke uitgave
van de Nederlandse Vereniging van
Makelaars o.g. en vastgoeddeskundigen
NVM.
NVMagazine biedt nieuws, achtergronden
en opinies uit de wereld van onroerend
goed in de markten wonen, business en
agrarisch & landelijk vastgoed.
Uitgever
NVM, Postbus 2222, 3430 DC
Nieuwegein,
T: 030 608 5185
Hoofdredactie
Roeland Kimman ([email protected])
Bladmanagement & eindredactie
PACT Public Affairs
Redactie
Liesbeth Kramer, Daan Keij, Sander
Schilders, Peter Westhof
Fotografie
PACT, Patricia Steur, Sicco van Grieken,
Nationale Beeldbank, All in Living,
CroonenBuro5
Vormgeving & opmaak
Koos in Vorm
Druk & distributie
MediaCenter Rotterdam
Domotica
Tot slot ziet Van der Poll een enorme
kans in domotica; de technologie die
ervoor zorgt dat langer thuis wonen
IntervIew
Op dit moment maken zo’n 150.000
mensen gebruik van verzorgingshuizen
en verpleeghuizen. Dat aantal zal
de komende jaren gaan afnemen tot
ongeveer 100.000 mensen, aldus Henry
Meijdam, voorzitter van de Raad voor de
leefomgeving en infrastructuur. “Dan heb
je het met de GGZ-instellingen erbij toch
over een vermindering met ongeveer 4
miljoen m2 gebouwd oppervlak, dus een
enorme transitie.”
voor steeds meer mensen een optie
wordt. “Slimme technische oplossingen
en robotica die helpen met allerlei
handelingen rondom bed, bad en
slaapkamer. Hierdoor zullen steeds
meer verzorgingstehuizen verdwijnen of
veranderen in dienstencentra. Want dat
is dé toekomst.”
7
IntervIew
Ineke Bakker, gedeputeerde provincie Overijssel:
‘80 procent van de mensen
boven de zestig verhuist
niet meer’
Niet alleen gemeenten, ook provincies buigen zich over ouderen en hun
woonomgeving. Zoals de provincie Overijssel. “Wij zijn als provincie al langer bezig
met de problematiek van ouderen, het wonen en de zorg voor senioren. Al ver voordat
het kabinet met zijn plannen kwam over het scheiden van wonen en zorg ontplooien
wij initiatieven op dat gebied”, zegt Ineke Bakker, gedeputeerde voor Milieu, Wonen
en Financieel toezicht in de provincie Overijssel.
Een belangrijk aandachtspunt, noemt zij het. “Het aantal ouderen
neemt de komende jaren fors toe in onze samenleving. Er zal
meer behoefte zijn aan passende huisvesting al dan niet in
combinatie met zorg. Levensloopbestendig bouwen, met oog voor
de toekomst, wordt steeds belangrijker. Wij brengen dat onder de
aandacht van gemeenten.”
Provincie en gemeenten in Overijssel zijn enige tijd terug de bewustwordingscampagne. ‘Lang zult u wonen’ begonnen. “Dat doen
we samen met gemeenten, installateurs en aannemers”, zegt
Bakker. “We vinden dat mensen niet vroeg genoeg kunnen gaan
nadenken over hun woonsituatie op latere leeftijd. Wat kunnen zij
allemaal doen om hun woning aan te passen aan de wensen die
er dan zijn? En wat kunnen ouderen van nu doen om hun woning
te verbeteren? Welke voorzieningen zijn er aan te brengen? Waar
moet je aan denken als je een woning gaat verbouwen?”
Ze vertelt dat er in Overijssel regelmatig woonbeurzen en
informatiebijeenkomsten worden gehouden over het thema
‘ouderen en wonen’. “We presenteren ons, hebben een website
en besteden aan dit onderwerp aandacht bij de regionale
omroep. Met name voor leveranciers is het belangrijk dat
zij ouderen op de hoogte brengen van de mogelijkheden van
woningverbetering.”
Woonvisies
De gemeenten in Overijssel zijn bezig met twee regionale
woonvisies, zegt Bakker. “Eén voor Twente en één voor WestOverijssel. Daarin komt het thema ‘ouderen en wonen’ ook aan
de orde. We streven naar een goed woon- en leefklimaat. Sturen
op woningbouw die levensloopbestendig en toekomstgericht is,
maakt daar deel vanuit.”
Gemeenten maken visies op woonservicegebied, zegt Bakker.
“Want het is belangrijk dat er voldoende eerstelijnszorg is
in de omgeving waar mensen wonen. En dat er in kleinere
woonkernen een centrale ontmoetingsplek is waar van alles
wordt georganiseerd. Hierop hebben gemeenten met hulp van de
‘De tijd van grote zorgcomplexen is voorbij’
Gedeputeerde Ineke Bakker: “Mensen denken niet vroeg genoeg over
hun woonsituatie op latere leeftijd.”
provincie een visie geschreven en die is vervolgens vertaald in een
uitvoeringsprogramma.”
Verhuisgeneigdheid
Bakker: “Uit onderzoek blijkt dat 80 procent van de mensen boven
de zestig jaar niet meer verhuist in onze provincie. Mensen blijven
langer en liever in hun eigen woning wonen. Het is zelfs zo dat
vijf van de zes mensen boven de tachtig jaar nog steeds in zijn
of haar eigen woning woont. Dat is niet omdat de overheid dat
zo heeft geregeld, maar omdat zij er zelf voor kiezen. Je ziet dus
verschuivingen optreden in de wensen en behoeften van mensen.
De tijd van grote zorgcomplexen is voorbij: Mensen willen het
liefste blijven zitten waar ze zitten. Daarnaast zijn ook kleinere
woonvormen populair. Met geïntegreerde zorg en veel aandacht
voor sociaal contact.”
Lia Jacobsen, Seniorkeurmakelaar in Bennekom:
‘Meer nieuwbouw nodig voor senioren’
Nu steeds meer verzorgingstehuizen de deuren sluiten, moeten senioren op zoek naar andere
vormen van wonen en zorg. Daarbij lopen zij volgens Lia Jacobsen, Seniorkeurmakelaar
bij Rozeboom Makelaardij in Bennekom vaak tegen lastige situaties aan. “De overheid
zet nadrukkelijk in op het zo lang mogelijk thuis blijven wonen, maar de budgetten om dat
mogelijk te maken worden steeds kleiner.” Daarnaast zou er volgens haar meer aandacht
mogen komen voor nieuwbouw voor deze doelgroep.
Lia Jacobsen: “Er zijn op het gebied van wonen en zorg
tegenwoordig diverse opties voor senioren en medioren.”
Lastige situaties
Hier zet de overheid ook nadrukkelijk op in, hoewel de budgetten
daarvoor kleiner worden en daardoor soms lastige situaties
ontstaan, aldus Jacobsen. “Zo hebben wij een bungalow uit
de jaren 70 in de verkoop van een mevrouw die in een rolstoel
zit. Zij kan zich thuis steeds moeilijker redden en de bungalow
is niet verder aan te passen. Als die woning verkocht wordt,
kan zij niet naar een tussenoplossing. Zij moet dan meteen
naar een ander huis, terwijl ze pas op het moment dat ze een
andere woning heeft, bijvoorbeeld een aangepaste keuken kan
aanvragen. Maar krijgt ze die wel vergoed? In zo’n geval wacht
iedereen op elkaar.”
Kangoeroewoning
Anderen kiezen ervoor om ergens samen met hun kinderen te gaan
wonen. Jacobsen: “In zo’n kangoeroewoning wonen de ouders
beneden en de kinderen boven. Zodra er dan meer zorg nodig is,
is dat makkelijker te regelen. Voor mensen die al hulpbehoevend
zijn, bestaat er de mogelijkheid om een mantelzorgunit bij de
huidige woning of bij de woning van een kind te plaatsen. Al
hangt dat wel weer af van gemeentelijke regels.”
Steeds vaker kiezen mensen voor een appartement waar men
zelfstandig woont, maar waar zodra daar behoefte aan ontstaat,
hulp ingeroepen kan worden, vertelt Jacobsen: “Deze zijn in
voldoende mate beschikbaar, maar voor mensen met alleen
AOW of een klein pensioen te duur, want zo’n appartement kost
al snel 800 euro per maand. En dan komen er vaak nog allerlei
kosten bij.”
Nieuwbouw
Medioren tot slot hebben vaak interesse in een
levensloopbestendige woning, waarbij een kamer op de begane
grond om te bouwen is tot slaapkamer en badkamer. Hoewel er
wel nieuwbouw plaatsvindt van levensloopbestendige woningen,
worden er volgens Jacobsen nog niet voldoende woningen voor
senioren en medioren gebouwd. “Daar zou meer aandacht voor
mogen komen, want die vergrijzing gaat gewoon verder.”
IntervIew
Volgens Lia Jacobsen, makelaar bij Rozeboom Makelaardij in
Bennekom, zijn er op het gebied van wonen en zorg diverse
opties voor senioren en medioren (vitale ouderen van 50-60 jaar,
red.). “Zo is er een groep die zo lang mogelijk thuis wil blijven
wonen. Het is van belang hen daarbij goed te begeleiden en te
informeren. Want zij hebben daarvoor diverse mogelijkheden.
Daarbij kun je denken aan aanpassingen zoals bijvoorbeeld een
traplift en stopcontacten op niveau”, aldus Jacobsen.
‘Er is meer aandacht nodig voor senioren en medioren’
8