(Over)dopen? Over doop en overdoop Gen 15; Gen 17. 1-14; Hd 2.37-42 Naar aanleiding van ons gesprek over de betekenis van jouw doop als kind voor je leven nu, kwam er van verschillende mensen de vraag: hoe zit het nu met mensen die als kind gedoopt zijn, en die zich opnieuw laten dopen als volwassenen? Vaak komt deze vraag van broers en zussen die een tijd van geloofsverdieping hebben meegemaakt, en die graag hun leven opnieuw aan God willen wijden. Ze zien dat als een stap van gehoorzaamheid aan de Heer, en willen daarin zelf een bewuste keuze maken. Hieronder volgen drie bouwstenen om ons te helpen om hierover tot gesprek te komen. Eerste bouwsteen: sacrament We kennen in onze kerken twee sacramenten: doop en avondmaal. Allebei zijn ze door Jezus zelf ingesteld. Maar wat is een “sacrament”? In Zondag 25 van de Catechismus lezen we: “Sacramenten zijn heilige, zichtbare tekenen en zegels, die God ingesteld heeft om ons door het gebruik daarvan de belofte van het evangelie nog beter te doen verstaan en te verzegelen”. En in de NGB, Art 33, belijden we: “God heeft de sacramenten bij het Woord van het evangelie gevoegd om ons door middel van onze zintuigen des te beter duidelijk te maken, zowel wat Hij ons door zijn Woord te verstaan geeft, als wat Hij van binnen in ons hart doet.” Je kunt het kort samenvatten en zeggen: een sacrament is een zichtbaar Woord van God waarmee Hij voor onze zintuigen ervaarbaar maakt o wat Hij zegt en in ons hart doet o zodat we het evangelie beter kunnen verstaan waarmee God zijn handtekening onder zijn belofte zet o om ons door zijn Geest te overtuigen dat Hij zijn belofte zal houden Een sacrament legt iets uit, en een sacrament bevestigt iets. Maar in beiden gevallen is het God die uitlegt, en God die bevestigt, God die iets aan ons communiceert. We zeggen ook dat een sacrament een genademiddel is waarmee God, door zijn Geest, iets in ons hart doet: Hij wekt geloof en geeft vertrouwen. Het Oude Testament staat vol van tekenen die God aan mensen geeft om zijn belofte kracht te geven: denk aan de regenboog die Noach ziet, aan de ervaring van Abram in Gen 15, de besnijdenis (Gen 17) en het teken dat Gideon ontvangt (Rechters 6). In het Nieuwe Testament komen we twee tekenen tegen: doop en avondmaal. De eerste christelijke kerken hebben deze twee tekenen meteen herkend al hulpmiddelen die Jezus ons gegeven heeft om zijn verlossingswerk aan ons uit te leggen en als het ware zijn handtekening bij zijn eigen beloften te zetten. Dat is wat Petrus later bedoelt als hij in Handelingen 2 naar aanleiding van de doop zegt: “voor u geldt deze belofte, evenals voor uw kinderen en voor allen die ver weg zijn en die de Heer, onze God, tot zich zal roepen”. Toch is de doop – net als de besnijdenis – iets van de hele geloofsgemeenschap. Daarom worden kinderen ook in het midden van de gemeente gedoopt, en niet privé thuis. De doop is een zichtbaar woord voor ons allemaal bedoeld. In de sacramenten zijn God aan het woord om zijn belofte aan ons te maken, om zijn handtekening bij zijn belofte te zetten, en om iets in ons hart te doen. De kinderdoop heeft alleen zin en betekenis als er een actieve verbondsgemeenschap is waarin de bijbelse betekenis van de doop uitgelegd, verteld en geleefd wordt. Zijn we nog zo een verbondsgemeenschap? Of laten we mensen vooral aan zichzelf over om hun eigen weg met God te vinden, op hun eigen tijd en manier? Tweede bouwsteen: verbond In het Nieuwe Testament lijkt het vooral over de volwassendoop te gaan. Dat heeft ermee te maken dat het de begintijd van de kerk beschrijft: mensen komen vooral als volwassenen tot geloof in Jezus. Dat wil niet zeggen dat de kinderdoop afwezig is! Er is in de Bijbel één genadeverbond van God met mensen, maar twee verschillende manieren waarop Hij vorm geeft aan dat verbond. Eerst doet hij dat door middel van de wetten, de besnijdenis en de tempeldienst met al zijn bloedoffers. Dat wijst allemaal naar een andere (en betere) vorm die nog zou komen: Jezus Christus! In hem komen al de lijnen van het Oude Testament samen. Nu doet God het op een andere manier: Jezus zegt – door het nieuwe verbond in zijn bloed. Het teken daarvan is de doop. Net zoals God in het geval van Abraham de paraplu van zijn genade over zijn hele huishouden wil openen (inclusief kinderen, slaven en vreemdelingen), zo doet Hij dat ook in het NT (zie Hd 2 en Hd 16). Zo zien we iets van de genadige asymmetrie van het verbond. Het is een groot woord, maar het betekent gewoon dit: God neemt alles in het verbond voor zijn rekening. Hij eist het niet van ons! Het is niet een relatie van gelijke partners, maar een relatie waarin één partner alles doet, en de ander niets. (Kijk naar Abram die ligt te slapen terwijl God alleen tussen de doorgesneden dieren doorgaat – Gen 15. Denk ook aan Jezus aan het kruis). Er is dus iets objectiefs aan het verbond en het teken van het verbond: het gebeurt bijna buiten jou om, alsof je van buiten alleen toekijkt. Het is alsof er een contract wordt gesloten dat jouw leven volledig gaat bepalen, maar jouw handtekening wordt niet gevraagd. Juist daarom was het voor het volk Israël belangrijk de verhalen van de grote daden van God te vertellen om het teken van de besnijdenis aan de kinderen uit te leggen. Het doel van dat vertellen was dat ook de volgende generaties God zouden kennen, liefhebben, vertrouwen en gehoorzamen (Ps 78.5-7). De verbondsgemeenschap wordt ook veranderd door een aantal verschuivingen in de cultuur om ons heen: van gemeenschappelijkheid naar individualisme van objectieve gebeuren naar subjectieve beleving: we willen niet dat God alles ervaart terwijl wij liggen te slapen naar groter autonomie: we willen niet dat anderen namens ons beslissen naar hier en nu: we willen niet leven in een groot verhaal dat altijd hetzelfde is, maar leven van moment tot moment. Morgen is alles anders… F Krüger Om over na te denken 1. Wat zegt het woord “sacrament” over de manier waarop we omgaan met doop en avondmaal? 2. Hoe helpt het verbond van God jou in het nadenken over doop en overdoop? 3. is het echt de bedoeling dat we zo passief moeten zijn in het ontvangen van de sacramenten? Is de doop hierin gelijk aan het avondmaal? 4. Hoe ervaar jij de rol van de verbondsgemeenschap in de Zaankerk, ook rondom de doop van kinderen? 5. Zie je in je eigen leven iets van de vier verschuivingen in onze cultuur terug? 6. Hoe kunnen we tot verbondsvernieuwing komen in ons leven? (Denk aan de doop van Johannes de Doper!) 7. Hoe verhouden zich doop en avondmaal zich tot elkaar in dit verband? Derde bouwsteen: verbondsgemeenschap Je doop is heel persoonlijk: je wordt op je naam genoemd wanneer je gedoopt wordt in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. God zegt: ik wil jouw God zijn – leef met mij! Zaankerk, 16 november 2014
© Copyright 2024 ExpyDoc