4. Zondag 16 nov 2014 Doop en Overdoop

(Over)dopen?
Over doop en overdoop
Gen 15; Gen 17. 1-14; Hd 2.37-42
Naar aanleiding van ons gesprek over de betekenis van jouw
doop als kind voor je leven nu, kwam er van verschillende
mensen de vraag: hoe zit het nu met mensen die als kind gedoopt
zijn, en die zich opnieuw laten dopen als volwassenen?
Vaak komt deze vraag van broers en zussen die een tijd van
geloofsverdieping hebben meegemaakt, en die graag hun leven
opnieuw aan God willen wijden. Ze zien dat als een stap van
gehoorzaamheid aan de Heer, en willen daarin zelf een bewuste
keuze maken.
Hieronder volgen drie bouwstenen om ons te helpen om hierover
tot gesprek te komen.
Eerste bouwsteen: sacrament
We kennen in onze kerken twee sacramenten: doop en
avondmaal. Allebei zijn ze door Jezus zelf ingesteld.
Maar wat is een “sacrament”? In Zondag 25 van de Catechismus
lezen we: “Sacramenten zijn heilige, zichtbare tekenen en zegels,
die God ingesteld heeft om ons door het gebruik daarvan de belofte
van het evangelie nog beter te doen verstaan en te verzegelen”.
En in de NGB, Art 33, belijden we: “God heeft de sacramenten bij
het Woord van het evangelie gevoegd om ons door middel van onze
zintuigen des te beter duidelijk te maken, zowel wat Hij ons door
zijn Woord te verstaan geeft, als wat Hij van binnen in ons hart
doet.”
Je kunt het kort samenvatten en zeggen: een sacrament is

een zichtbaar Woord van God

waarmee Hij voor onze zintuigen ervaarbaar maakt
o wat Hij zegt en in ons hart doet
o zodat we het evangelie beter kunnen verstaan

waarmee God zijn handtekening onder zijn belofte zet
o om ons door zijn Geest te overtuigen dat Hij
zijn belofte zal houden
Een sacrament legt iets uit, en een sacrament bevestigt iets. Maar
in beiden gevallen is het God die uitlegt, en God die bevestigt, God
die iets aan ons communiceert.
We zeggen ook dat een sacrament een genademiddel is waarmee
God, door zijn Geest, iets in ons hart doet: Hij wekt geloof en geeft
vertrouwen.
Het Oude Testament staat vol van tekenen die God aan mensen
geeft om zijn belofte kracht te geven: denk aan de regenboog die
Noach ziet, aan de ervaring van Abram in Gen 15, de besnijdenis
(Gen 17) en het teken dat Gideon ontvangt (Rechters 6).
In het Nieuwe Testament komen we twee tekenen tegen: doop en
avondmaal. De eerste christelijke kerken hebben deze twee
tekenen meteen herkend al hulpmiddelen die Jezus ons gegeven
heeft om zijn verlossingswerk aan ons uit te leggen en als het
ware zijn handtekening bij zijn eigen beloften te zetten. Dat is wat
Petrus later bedoelt als hij in Handelingen 2 naar aanleiding van
de doop zegt: “voor u geldt deze belofte, evenals voor uw kinderen
en voor allen die ver weg zijn en die de Heer, onze God, tot zich zal
roepen”.
Toch is de doop – net als de besnijdenis – iets van de hele
geloofsgemeenschap. Daarom worden kinderen ook in het
midden van de gemeente gedoopt, en niet privé thuis. De doop is
een zichtbaar woord voor ons allemaal bedoeld.
In de sacramenten zijn God aan het woord om zijn belofte aan ons
te maken, om zijn handtekening bij zijn belofte te zetten, en om
iets in ons hart te doen.
De kinderdoop heeft alleen zin en betekenis als er een actieve
verbondsgemeenschap is waarin de bijbelse betekenis van de
doop uitgelegd, verteld en geleefd wordt. Zijn we nog zo een
verbondsgemeenschap? Of laten we mensen vooral aan zichzelf
over om hun eigen weg met God te vinden, op hun eigen tijd en
manier?
Tweede bouwsteen: verbond
In het Nieuwe Testament lijkt het vooral over de volwassendoop
te gaan. Dat heeft ermee te maken dat het de begintijd van de
kerk beschrijft: mensen komen vooral als volwassenen tot geloof
in Jezus.
Dat wil niet zeggen dat de kinderdoop afwezig is! Er is in de
Bijbel één genadeverbond van God met mensen, maar twee
verschillende manieren waarop Hij vorm geeft aan dat verbond.
Eerst doet hij dat door middel van de wetten, de besnijdenis en
de tempeldienst met al zijn bloedoffers. Dat wijst allemaal naar
een andere (en betere) vorm die nog zou komen: Jezus Christus!
In hem komen al de lijnen van het Oude Testament samen. Nu
doet God het op een andere manier: Jezus zegt – door het nieuwe
verbond in zijn bloed. Het teken daarvan is de doop.
Net zoals God in het geval van Abraham de paraplu van zijn
genade over zijn hele huishouden wil openen (inclusief kinderen,
slaven en vreemdelingen), zo doet Hij dat ook in het NT (zie Hd 2
en Hd 16).
Zo zien we iets van de genadige asymmetrie van het verbond. Het
is een groot woord, maar het betekent gewoon dit: God neemt
alles in het verbond voor zijn rekening. Hij eist het niet van ons!
Het is niet een relatie van gelijke partners, maar een relatie
waarin één partner alles doet, en de ander niets. (Kijk naar
Abram die ligt te slapen terwijl God alleen tussen de
doorgesneden dieren doorgaat – Gen 15. Denk ook aan Jezus aan
het kruis).
Er is dus iets objectiefs aan het verbond en het teken van het
verbond: het gebeurt bijna buiten jou om, alsof je van buiten
alleen toekijkt. Het is alsof er een contract wordt gesloten dat
jouw leven volledig gaat bepalen, maar jouw handtekening wordt
niet gevraagd.
Juist daarom was het voor het volk Israël belangrijk de verhalen
van de grote daden van God te vertellen om het teken van de
besnijdenis aan de kinderen uit te leggen. Het doel van dat
vertellen was dat ook de volgende generaties God zouden
kennen, liefhebben, vertrouwen en gehoorzamen (Ps 78.5-7).
De verbondsgemeenschap wordt ook veranderd door een aantal
verschuivingen in de cultuur om ons heen:
van gemeenschappelijkheid naar individualisme
van objectieve gebeuren naar subjectieve beleving: we willen
niet dat God alles ervaart terwijl wij liggen te slapen
naar groter autonomie: we willen niet dat anderen namens
ons beslissen
naar hier en nu: we willen niet leven in een groot verhaal dat
altijd hetzelfde is, maar leven van moment tot moment.
Morgen is alles anders…




F Krüger
Om over na te denken
1.
Wat zegt het woord “sacrament” over de manier
waarop we omgaan met doop en avondmaal?
2.
Hoe helpt het verbond van God jou in het nadenken
over doop en overdoop?
3.
is het echt de bedoeling dat we zo passief moeten zijn
in het ontvangen van de sacramenten? Is de doop
hierin gelijk aan het avondmaal?
4.
Hoe ervaar jij de rol van de verbondsgemeenschap in
de Zaankerk, ook rondom de doop van kinderen?
5.
Zie je in je eigen leven iets van de vier verschuivingen
in onze cultuur terug?
6.
Hoe kunnen we tot verbondsvernieuwing komen in ons
leven? (Denk aan de doop van Johannes de Doper!)
7.
Hoe verhouden zich doop en avondmaal zich tot
elkaar in dit verband?
Derde bouwsteen: verbondsgemeenschap
Je doop is heel persoonlijk: je wordt op je naam genoemd
wanneer je gedoopt wordt in de naam van de Vader, de Zoon en
de Heilige Geest. God zegt: ik wil jouw God zijn – leef met mij!
Zaankerk, 16 november 2014