Liturgie van de Hervormde wijkgemeente 2 te Ede voor de doopdienst in Kerkelijk Centrum Emmaűs Op 7 december 2014 om 17.00 uur Voorganger: ds. J. van Holten Organist: Adryan Nijland Pianist: Annette Couprie Koster: Henk van Harn Welkom en mededelingen Zingen: Gezang 434: 1, 2 en 3 1. Lof zij de Heer, de almachtige Koning der ere. Laat ons naar hartelust zingen en blij musiceren. Komt allen saam, psalmzingt de heilige naam, looft al wat ademt de Here. 2. Lof zij de Heer, Hij omringt met zijn liefde uw leven; heeft u in 't licht als op adelaarsvleug'len geheven. Hij die u leidt, zodat uw hart zich verblijdt, Hij heeft zijn woord u gegeven. 3. Lof zij de Heer die uw lichaam zo schoon heeft geweven, dagelijks heeft Hij u kracht en gezondheid gegeven. Hij heeft u lief, die tot zijn kind u verhief, ja, Hij beschikt u ten leven. Stil gebed (staande) Votum en groet (staande) Zingen: Psalm 105: 1 Looft God den Heer, en laat ons blijde zijn glorierijke naam belijden. Meldt ieder volk en elk geslacht de wonderen die God volbracht. Gij die van harte zoekt den Heer, verblijdt u, geeft zijn naam de eer. Apostolische geloofsbelijdenis Zingen: Gezang 259:1 en 2 1. Halleluja! Lof zij het Lam, die onze zonden op zich nam, wiens bloed ons heeft geheiligd; die dood geweest is, en Hij leeft; die 't volk, dat Hij ontzondigd heeft, in eeuwigheid beveiligt! 2. Aanbidt de Vader in het woord! Aanbidt de Zoon, aan 't kruis doorboord! Aanbidt de Geest uit beiden! Van zijn gemeenschap, zijn gena, zijn liefd' en trouw, halleluja, zal ons geen schepsel scheiden. Lezen van het formulier voor de bediening van de Heilige Doop aan de kleine kinderen van de gemeente. Gemeente des Heren, Wij zijn samengekomen voor de bediening van het Woord en het sacrament van de Doop. Hoor dan nu uit het Woord van God, hoe Christus zelf bevolen heeft, dat zijn gemeente het teken en zegel van de Doop behoort te dragen. Want voor Hij naar de hemel opvoer, sprak Hij tot zijn discipelen: Gaat dan heen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heiligen Geest en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb (Matt. 28:19). Het heil dat ons in het evangelie verkondigd en geschonken is, wordt ons in het teken van de Doop afgebeeld en verzegeld ter bevestiging van ons geloof, zoals Jezus sprak: Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden (Marc. 16:16). We kunnen de leer van de Heilige Doop als volgt samenvatten: In de eerste plaats leert de Bijbel ons, dat de zonde al vanaf onze oorsprong in ons is (Psalm 51:7). Daarom kunnen wij niet in het Rijk van God komen en leven wij onder de toorn van God. Wij worden daarom ondergedompeld in of besprenkeld met water, omdat wij door de zonde geheel onrein zijn. En wij worden geroepen om onze zonden voor God te belijden en Hem te vragen onze zonden af te wassen. In de Doop belooft Jezus Christus ons dat Hij dat vast en zeker doet. In de tweede plaats worden we gedoopt in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, waarbij de Doop een teken en zegel is van het eeuwig verbond dat God met ons sluit. In de naam van de Vader betekent: Hij is onze Vader en wij zijn zijn kinderen. Hij wil voor ons zorgen. Hij wil ons goede gaven geven en verdriet en kwaad van ons weren. Of, als het kwaad ons treft, dan zal Hij het tot ons bestwil gebruiken en ons dragen in het verdriet. In de naam van de Zoon betekent: de Here Jezus, de Zoon van God, is aan het kruis voor onze zonden gestorven en heeft de macht van de zonde gebroken (Kolossenzen 2: 1315). Hij reinigt ons van al onze zonden. Door zijn dood en opstanding komen we weer in de rechte verhouding tot God te staan en krijgen we deel aan het eeuwige leven. In de naam van de Heilige Geest betekent: De Geest van God belooft ons dat Hij in ons hart wil wonen, zodat wij deel krijgen aan wat Christus voor ons heeft gedaan en dat wij Hem gaan liefhebben en ons leven telkens vernieuwd wordt. De Geest van God wil ons door het geloof de zekerheid geven dat wij kinderen van God zijn, dat onze zonden vergeven zijn en dat wij eenmaal met zijn gemeente deel zullen hebben aan het eeuwige leven. In de derde plaats vraagt de Here van ons Hem onvoorwaardelijk te vertrouwen en te gehoorzamen. Hij vraagt, dat wij Hem liefhebben met heel ons hart. Dat wij tegen de zonden strijden en leven zoals Hij dat wil. Echter, elke dag gaan wij tegen Gods wil in en staan wij schuldig voor God. Wij moeten dan niet bang zijn, dat de Here God zich van ons afkeert. Als wij oprecht schuld belijden, zal Hij onze zonden genadig vergeven. In de doop verzekert Hij ons dat Hij ons altijd liefheeft en ons wil reinigen van onze zonden. Aan deze beloften behoeven we niet te twijfelen. Onze kleine kinderen begrijpen de betekenis van de doop nog niet. Toch worden zij gedoopt, omdat zij in Adam, vanaf hun oorsprong onrein zijn en de Here hun de vergeving van zonden belooft. Bij het volk Israël wordt het teken en zegel van Gods verbond gegeven door middel van de besnijdenis. De doop echter is het teken en zegel van het in Christus kruis en opstanding vernieuwde verbond met Israël en de volken. In dit genadeverbond mogen wij en onze kinderen delen. In de Bijbel staat: De Here sprak tot Abraham: Ik zal mijn verbond oprichten tussen Mij en u en uw nageslacht tot een eeuwig verbond, om u en uw nageslacht tot een God te zijn (Gen. 17:7). Dit heeft ook Petrus gezegd op het Pinksterfeest in Jeruzalem: Voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen, die verre zijn, zo velen als de Here, onze God, er toe roepen zal (Hand. 2:39). De Bijbel vertelt ons ook dat er kinderen bij Jezus werden gebracht. Toen heeft Hij ze niet weggestuurd, maar Hij heeft ze bij zich genomen. Hij omhelsde hen en heeft Zijn handen op hun hoofd gelegd en hen gezegend. Gods liefde is er ook voor hen, evenals de vergeving van zonden en het eeuwige leven. Daarom mogen zij als bewijs van die belofte het teken van de Heilige Doop ontvangen. Zij zijn immers ook erfgenamen van het Rijk van God. De ouders hebben de opdracht hun kinderen dit van jongsaf te vertellen, uit te leggen en voor hen te bidden. Ze zijn geroepen zo te leven dat hun kinderen aan hen kunnen zien dat ze God dienen en liefhebben. Gebed voor de bediening van de Heilige Doop. Zingen: Psalm 105:5 (OB) (ondertussen wordt de dopeling binnengebracht). God zal Zijn waarheid nimmer krenken, Maar eeuwig Zijn verbond gedenken. Zijn woord wordt altoos trouw volbracht, Tot in het duizendste geslacht. 't Verbond met Abraham, Zijn vrind, Bevestigt Hij van kind tot kind. Doopgeloften van de ouders Beantwoording van de doopvragen Geliefden in de Here Christus. U hebt gehoord dat de Doop een instelling van God is om aan ons en onze kinderen zijn verbond te verzegelen. Daarom moeten wij de Doop met die bedoeling gebruiken en niet uit gewoonte of bijgeloof. Opdat wij allen zullen weten, dat u er zo over denkt, vraag ik u te gaan staan en op de volgende vragen eerlijk te antwoorden: Ten eerste: Belijdt u, hoewel onze kinderen vanaf hun oorsprong zondig zijn en daarom aan Gods toorn zijn onderworpen, dat zij in Christus geheiligd zijn en daarom als leden van zijn Gemeente behoren gedoopt te zijn? Ten tweede: Belijdt u dat de leer die ons in het Oude en Nieuwe Testament geschonken is en in de artikelen van het christelijk geloof is samengevat en hier in de kerk geleerd wordt, de ware en volkomen leer voor ons eeuwig behoud is? Ten derde: Belooft u en neemt u voor uw verantwoording om dit kind, waarvan u vader en moeder bent, bij het opgroeien naar uw vermogen Gods Woord over te dragen (of te laten overdragen) en voor dit kind een voorbeeld te zijn van een christelijke levenswandel? Wat is daarop uw antwoord? Ja Zingen: Eigen teksten 69 Doop In het water van de doop, zien wij hoe God zelf belooft, dat zijn Naam voorgoed aan ons verbonden is. Water dat getuigt en spreekt, van de hoop die in ons leeft, dat Gods liefde voor ons niet veranderd is. Eén met Christus in zijn dood, gaan wij onder in de doop, overtuigd dat er bij Hem vergeving is. Eén met Christus, ingelijfd, staan wij op van schuld bevrijd, in een leven dat voorgoed veranderd is. Met de Heer begraven en weer opgestaan, om voor Hem te leven, Jezus’ weg te gaan. Uit het water van de doop, putten wij geloof en hoop, dat Gods trouw en liefde blijvend is. Dat Gods trouw en liefde blijvend is. In zijn lichaam ingelijfd: Christus’ kerk die wereldwijd, is geroepen om een beeld van Hem te zijn. Mensen overal vandaan, die de weg van Christus gaan, om vernieuwd voor Hem te leven, vrij te zijn. Reinig ons, vernieuw ons leven Heer. Heilig ons, en vernieuw ons leven Heer. Prijs de Vader, prijs de Zoon en heil’ge Geest! Prijs de Heer met al wat leeft en adem heeft! Wat een liefde, wat een hoop! U verzegelt door de doop dat ons leven bij U veilig is. Dat ons leven bij U veilig is. De kinderen in de kerk komen naar voren voor een gesprek met hen over de betekenis van de doop. Samen met de kinderen zingen we lied 471 (Evang. Liedbundel) Weet je, dat de vader je kent? Weet je, dat je van waarde bent? Weet je, dat je een parel bent? Een parel in Gods hand, Een parel in gods hand. Ze zeggen allemaal je kan niks doen, je bent een oen! Ze trekken altijd aan me paardenstraat, ik ben niks waard! Nou heb ik weer de ranja omgooit, ik leer echt nooit! Me moeder luisterd nooit als ik wat zeg, ik heb altijd pech, ga maar weg! Weet je, dat de vader je kent. Weet je, dat je van waarde bent. Weet je, dat je een parel bent? Een parel in Gods hand, Een parel in gods hand. Ik snap alweer niks van die rare som, ik ben zo dom! Me bloes zit onder de spagettiemix, ik kan ook niks! Al noemt de hele klas me een chaggerijn, ik mag er zijn! Al zegt me broertje steeds, wat stout ben jij, God hou van mij. God houd van mij! Ik weet, dat de vader me kent Ik weet, dat me van waarde ben. Ik weet, dat ik een parel ben. Een parel in Gods hand, Een parel in gods hand. Bediening van de Heilige Doop aan: Jefta Jonathan Slingerland Toezingen: Lied 444 (Evangelische Liedbundel) (staande) Ik zegen jou in Jezus' Naam Hij bewijst zijn trouw. Ik zegen jou in Jezus'Naam: Hij blijft bij jou. Een bloem die in de schaduw groeit houdt zijn blaadjes dicht. Een bloem bloeit open in de zon, groeit naar het licht. Ik zegen jou in Jezus' Naam Hij bewijst zijn trouw. Ik zegen jou in Jezus'Naam: Hij blijft bij jou. Vraag aan de gemeente: (staande) Wilt u deze kinderen met liefde in uw midden opnemen als nieuwe leden van het lichaam van Christus, in het besef dat u medeverantwoordelijkheid voor hen draagt? Neemt u zich opnieuw van harte voor om hen op voorbeeldige wijze voor te gaan op de weg naar het Koninkrijk van God door vruchten voort te brengen die aan uw doop en bekering beantwoorden? Wat is daarop uw antwoord? Ja, dat beloven wij. Het gedoopte kind worden weggebracht en de andere kinderen gaan weer zitten of gaan naar de oppas. Dankgebed voor de bediening van de Heilige Doop en Gebed om de opening van het Woord. Schriftlezing: Lucas 1: 57-80 (NBV) “Toen de dag van haar bevalling was aangebroken, bracht Elisabet een zoon ter wereld. Haar buren en verwanten hoorden hoe barmhartig de Heer voor haar was geweest, en ze verheugden zich samen met haar. Op de achtste dag kwamen ze het kind besnijden, en ze wilden het Zacharias noemen, naar zijn vader. Maar zijn moeder zei: ‘Nee, Johannes zal hij heten!’ Ze zeiden tegen haar: ‘Er is niemand in je familie die zo heet.’ Ze beduidden zijn vader te laten weten hoe hij het kind wilde noemen. Hij vroeg om een schrijftablet en schreef erop: ‘Johannes is zijn naam.’ Iedereen was verbaasd. En meteen werd de verlamming van zijn mond en zijn tong ongedaan gemaakt, en hij begon te spreken en loofde God. Alle omwonenden waren diep onder de indruk, en in heel het bergland van Judea werden deze gebeurtenissen besproken. Ieder die het hoorde bleef erover nadenken, en vroeg zich af: Hoe zal het verder gaan met dit kind? Want de machtige hand van de Heer beschermde hem. Zijn vader Zacharias werd vervuld met de heilige Geest en sprak deze profetie: ‘Geprezen zij de Heer, de God van Israël, hij heeft zich om zijn volk bekommerd en het verlost. Een reddende kracht heeft hij voor ons opgewekt uit het huis van David, zijn dienaar, zoals hij van oudsher heeft beloofd bij monde van zijn heilige profeten: bevrijd zouden we worden van onze vijanden, gered uit de greep van allen die ons haten. Zo toont hij zich barmhartig jegens onze voorouders en herinnert hij zich zijn heilig verbond: de eed die hij gezworen had aan Abraham, onze vader, dat wij, ontkomen aan onze vijanden, hem zonder angst zouden dienen, toegewijd en oprecht, altijd levend in zijn nabijheid. En jij, kind, jij zult genoemd worden: profeet van de Allerhoogste, want voor de Heer zul je uit gaan om de weg voor hem gereed te maken, en om zijn volk bekend te maken met hun redding door de vergeving van hun zonden. Dankzij de liefdevolle barmhartigheid van onze God zal het stralende licht uit de hemel over ons opgaan en verschijnen aan allen die leven in duisternis en verkeren in de schaduw van de dood, zodat we onze voeten kunnen zetten op de weg van de vrede.’ Het kind groeide op en werd gesterkt door de Geest. Johannes leefde in de woestijn tot de dag aanbrak waarop hij zich kenbaar maakte aan het volk van Israël.” Tekst: Lucas 1: 60 “Maar zijn moeder zei: ‘Nee, Johannes zal hij heten!’” Zingen: Lofzang van Zacharias: 2 en 4 2. God had hun, tot hun troost, gemeld, Hoe Zijn genâ ons redden zou Van onzer haat'ren wreed geweld; Nu blijkt Zijn onverwrikb're trouw; Nu toont Hij Zijn barmhartigheid, Van ouds den vaad'ren toegezeid, En dat Hij wil gedenken Aan 't heilverbond, aan dien gestaafden eed, Dien Hij weleer aan Abram deed, Aan Zijn verbond, dat van geen wank'len weet. Preek 4. Dus wordt des HEEREN volk geleid, Door 't licht, dat nu ontstoken is, Tot kennis van de zaligheid, In hunne schuldvergiffenis; Die nooit in schoner glans verscheen, Dan nu, door Gods barmhartigheên, Die, met ons lot bewogen, Om ons van zond' en ongeval t' ontslaan, Een ster in Jakob op doet gaan, De zon des heils doet aan de kimmen staan. Thema: “Ze laten worden wie ze zijn” Zingen: Gezang 473: 1, 3, 5 en 10 1. Neem mijn leven, laat het, Heer, toegewijd zijn aan uw eer. Maak mijn uren en mijn tijd tot uw lof en dienst bereid. 3. Neem mijn stem, opdat mijn lied U, mijn Koning, hulde biedt. Maak, o Heer, mijn lippen rein, dat zij uw getuigen zijn 5. Neem mijn wil en maak hem vrij, dat hij U geheiligd zij. Maak mijn hart tot uwe troon, dat uw Heil'ge Geest er woon'. 10. Neem ook mijne liefde, Heer, 'k leg voor U haar schatten neer. Neem mijzelf en voor altijd ben ik aan U toegewijd. Dankgebed en voorbeden Dienst der offeranden: 1. Diaconie 2. Instandhouding kerkenwerk Zingen: Ps. 89: 1 en 7 (NB) (staande) Ik zal zo lang ik leef bezingen in mijn lied des Heren milde gunst, het werk aan ons geschied. Mijn mond verkondigt, Heer, aan komende geslachten hoe Gij uw trouw betoont aan hen die U verwachten. Uw goedertierenheid rijst op en gaat zich welven, een altijd veilig huis, vast als de hemel zelve. Hoe zalig is het volk dat U de lofzang zingt, dat uitbreekt in gejuich als de bazuin weerklinkt. Uw lichtend aangezicht zal altijd hen geleiden. Zij zullen in uw naam zich dag aan dag verblijden, zij gaan in vrede voort, zij wand'len voor uw ogen, want uw rechtvaardigheid zal hen voorgoed verhogen. Zegen (staande) Na afloop van de dienst is er gelegenheid de doopouders geluk te wensen.
© Copyright 2024 ExpyDoc