boodschap paus - Roeping in veelvoud

Roepingen, getuigenis van de waarheid
Wereldgebedsdag voor roepingen – 11 mei 2014
Beste broeders en zusters,
1. Het Evangelie vertelt ons dat: “Jezus rond ging door alle steden en dorpen, waar Hij
onderricht gaf in hun synagogen en de Blijde Boodschap verkondigde van het Koninkrijk en
alle ziekten en kwalen genas. Bij het zien van die menigte mensen werd Hij door medelijden
bewogen, omdat ze afgetobd neerlagen als schapen zonder herder. Toen sprak Hij tot zijn
leerlingen: ‘De oogst is wel groot, maar arbeiders zijn er weinig. Vraagt daarom de Heer van
de oogst arbeiders te sturen om te oogsten’” (Mt. 9, 35-38). Deze woorden verbazen ons want
wij weten dat eerst de aarde omgeploegd moet worden, dat er dan gezaaid wordt en tenslotte
op de juiste tijd geoogst wordt. Jezus daarentegen zegt ‘de oogst is groot’. Maar wie deed het
werk om dit resultaat op te leveren? Er is maar één antwoord: de Heer. Het is duidelijk dat de
akkers waar Jezus over spreekt, de akkers van de mensheid zijn. De harde werker die ‘een
groot oogst’ opbrengt is de genade Gods, de gemeenschap met Hem. Het gebed dat Jezus
vraagt aan de Kerk betreft de noodzaak om het aantal dienaars voor zijn rijk te vermeerderen.
De heilige Paulus, één van de ‘arbeiders van God’, werkte met grote toewijding en
onvermoeibaar voor het evangelie en de Kerk. De apostel herinnert de christenen in
Korinthië: “U bent Gods akker.” (1 Kor 3, 9). Daarom is het zo dat – waneer we open zijn
voor zijn handelen in ons leven - er eerst verwondering is in ons hart over de oeverloze oogst
die de Heer ons geeft; dan ook dankbaarheid voor de liefde die ons voorgaat en tenslotte
aanbidding voor het werk dat Hij in ons verricht.
2. Vaak bidden wij met de woorden van de psalmist: “De Heer is God; Hij heeft ons gemaakt,
wij behoren Hem toe, wij, zijn volk en de kudde, door Hem geweid." (Ps. 100, 3) of “De Heer
heeft Jacob uitverkoren, Israël gekozen tot zijn liefste bezit.” (Ps. 135, 4) Zijn bezit zijn wij,
niet zijn slaven, maar wel door een sterke band met God verbonden. Dit stemt overeen met
zijn eeuwig verbond met ons. “Eeuwig duurt zijn trouw” (Ps. 136) In het voorbeeld van de
roeping van de profeet Jeremia herinnert de Heer ons dat Hij steeds over ons waakt, zodat zijn
woord in ons waar mag worden.
Alles komt van Hem en is een geschenk van Hem: wereld, leven, sterven, heden en toekomst.
Paulus verzekert ons: “U bent van Christus en Christus is van God.” (1 Kor. 3, 23) Ons
toebehoren aan de Heer gebeurt door onze relatie met Jezus Christus. Het is Christus die ons
steeds oproept, vertrouwen te schenken aan zijn woord om Hem te beminnen “en Hem
beminnen met heel zijn hart, heel zijn verstand en heel zijn kracht en de naaste beminnen als
zichzelf gaat boven alle brand - en slachtoffers.” (Mc. 12, 33). Daarom vraagt iedere roeping
altijd een tocht weg uit zichzelf, om enkel Christus en het evangelie als centrum van het leven
te maken. Zowel in het huwelijksleven als in het geconsacreerde en het priesterlijke leven,
dienen wij de denkwijzen die geen rekening houden met Gods wil, te overstijgen. Het is een
weg die leidt tot aanbidding van de Heer, en een weg van dienstbaarheid aan onze broeders en
zusters in het geloof. Daarom zijn wij allen geroepen om Jezus Christus te beminnen met heel
ons hart opdat wij zouden geraakt worden door het zaad van het woord van het evangelie dat
in ons mag groeien en zich laat vertalen in daden van liefde tot onze naaste. We moeten hier
geen schrik voor hebben. De Heer volgt het werk van zijn handen nauwgezet in ieder fase van
ons leven. Nooit laat Hij ons in de steek! Ten diepste leeft in zijn hart het voltooien van zijn
plan voor ons, en wenst Hij die enkel te bereiken met ons toestemming en samenwerking.
3. Ook vandaag leeft en beweegt Jezus zich op de wegen van het gewone leven om zo dicht
mogelijk bij mensen te komen, beginnend bij de kleinsten, om ons te genezen van onze
zwakheid en ziekte. Luister naar de stem van Christus die klinkt in de Kerk, om jouw roeping
op het spoor te komen. Ik nodig jullie allemaal uit om te luisteren naar Jezus en Hem te
volgen, en laat je door Hem van binnenuit omvormen door zijn woorden die “Geest en
waarheid” zijn. Maria, Jezus’ moeder, maar ook onze moeder, zegt tot ons: “Doe maar wat
Hij jullie zeggen zal, wat het ook is.” (Joh. 2, 5) Het zal je helpen deel te nemen aan een
gezamenlijke weg die in staat is je beste krachten in jou en rondom jou vrij te maken. Een
roeping is een vrucht dat rijpt in een goed onderhouden akker van wederkerige liefde, dat
wederkerige dienstbaarheid wordt in een kader van echt kerkelijk leven. Geen enkele roeping
is er voor zichzelf of leeft voor zichzelf. Een roeping stroomt uit het hart van de Heer en
bloeit open in de goede aarde van geloofsvolle mensen, in de ervaring van broederlijke liefde.
Was het niet Jezus zelf die zei: “Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie Mijn
leerlingen zijn.” (Joh. 13, 35).
4. Lieve broeders en zusters, deze hoge standaard van christelijk leven wil zeggen dat we ook
tegen de tij ingaan, zowel in ons eigen leven, als tegen de tij van de maatschappij. Jezus zelf
zegt het ons: “hij die het kwaad zelf is rooft wat hun in het hart is gezaaid. De zorg om het
dagelijkse bestaan en de verleiding van de rijkdom verstikken het woord zodat het zonder
vrucht blijft." (vgl. Mt. 13, 19-20). Al deze moeilijkheden ontmoedigen ons en doen ons
denken om gemakkelijkere wegen te volgen. Alhoewel, de ware vreugde van zij die geroepen
zijn, bestaat er in te geloven en te beleven dat de Heer altijd trouw is en dat wij met Hem
onderweg zijn, samen met Hem leerlingen zijn en met Hem getuigen zijn van Gods liefde.
Openen wij ons hart voor grote idealen en grote daden. Wij zijn als christenen niet gekozen
door de Heer om kleine zaken te doen; maar uitgekozen tot de hoogste idealen. Verbind je
leven aan nobele idealen.
Ik vraag alle christengelovigen om de roepingenpastoraal in die richting in te richten, door
jongeren op een weg van heiligheid te begeleiden door in een persoonlijk traject hun roeping
te laten uitzuiveren. Een training als het ware zowel individueel als in een groep, met gekende
methoden en nieuwe inzichten die groeien binnen de kerkgemeenschap. Laten we onze harten
omvormen tot “goede aarde”, door te luisteren naar het woord van de Heer, het in onze hart
ontvangen en het om te zetten in ons eigen leven, om zo goede vrucht voort te brengen. Hoe
meer we ons verenigen met Christus in gebed, zijn evangelie beschouwen, de eucharistie en
de sacramenten vieren, en als broeders en zusters onderling leven, hoe meer in ons de vreugde
zal groeien om mee te werken met de Heer in dienst van zijn koninkrijk van barmhartigheid,
waarheid, gerechtigheid en vrede. De oogst zal groot zijn in verhouding tot de genade die wij
beetje bij beetje toelaten in ons leven. Met deze wens en met de vraag te willen bidden voor
mij, verleen ik mijn apostolische zegen.
Franciscus
Met dank aan Igor de Bliquy voor deze vertaling