Brief aan VWS inzake onafhankelijk onderzoek Tuitjenhorn [pdf]

 Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Ministerie van VWS Den Haag Betreft: beantwoording vragen dd. 2 nov. 2013 inzake ‘de zaak Tuitjenhorn’ toegezegd extern onafhankelijk onderzoek Amsterdam 24 juni 2014 Geachte minister Schippers, Op 2 november 2013 vroegen wij u per brief om op korte termijn het initiatief te nemen tot een extern, onafhankelijk onderzoek naar ‘de zaak Tuitjenhorn’ waarbij, na verleende zorg aan en het overlijden van een terminale patiënt, onze collega-­‐huisarts Nico Tromp moord ten laste werd gelegd. Wij vroegen nadrukkelijk onderzoek te laten doen naar het gevoerde beleid van het AMC, de IGZ en het OM in deze zaak. Wij stelden u daarover een 14-­‐tal vragen. In algemene zin vroegen wij u ‘hoever een behandelende (huis)arts van de richtlijnen en protocollen in het kader van de zorg rond het levenseinde mag afwijken, voordat hij/zij het risico loopt met de IGZ en/of het OM te maken te krijgen.’ Wij zijn van mening dat de beleidskeuzes van het AMC, de IGZ en het OM, moeten worden verantwoord. Het gaat om transparantie en toetsbaarheid, net zoals dat van (huis)artsen en andere hulpverleners wordt geëist door uw ministerie en toezichthoudende instanties als IGZ en NZa. Begin februari hadden wij contact met het hoofd Eerstelijns-­‐ en Ketenzorg, mevrouw Mosterdijk. Zij liet ons weten dat uw ministerie en dat van Justitie nog bezig waren de benoeming van de onderzoekscommissie voor te bereiden. ‘..de onderzoekscommissie zal pas starten als het calamiteitenonderzoek van de IGZ geheel is afgerond. Dit kan nog weken duren’. In april schreven bij u wederom met de vraag op welke termijn het externe, onafhankelijke onderzoek van start zou kunnen gaan. Inmiddels is het bijna 10 maanden na het opgelegde bevel van de IGZ aan collega Tromp om zijn praktijkwerkzaamheden te stoppen: 4 oktober 2013. In wat transparant zou moeten zijn of worden, is nog steeds sprake van mist. Wij ervaren een verontrustende discrepantie tussen de snelheid waarmee u vorig jaar publiekelijk uw oordeel gaf dat: ‘de IGZ en het OM goed hebben gehandeld in de zaak Tuitjenhorn’, en het feit dat na bijna 10 maanden de start van het externe en onafhankelijke onderzoek formeel nog tot stand moet komen. Het zolang uitblijven van publieke verantwoording over het gevoerde beleid draagt niet bij aan herstel van het geschonden vertrouwen zoals dat bij veel huisartsen en andere zorgverleners is ontstaan ten aanzien van de toezichthouders in de zorg. Wij vragen u dan ook ons zo spoedig mogelijk te informeren op welke termijn de gevraagde en toegezegde onderzoekscommissie wordt ingesteld, aan de slag gaat en met welke onderzoeksopdracht. Wij hebben eerder van uw ministerie begrepen dat (ook) onze 14 vragen worden voorgelegd aan de onderzoekscommissie. Wij horen graag op welke termijn wij antwoord mogen verwachten op de vragen over de overwegingen en beleidskeuzes van het AMC, de IGZ en het OM, met betrekking tot collega Tromp. ‘Waarom deze keuzes en geen andere?’ Het is van groot belang voor zowel individuele huisartsen als voor de Huisartsen(opleidings)instituten dat antwoord gegeven wordt op de vraag in hoeverre mag worden afgeweken van richtlijnen en protocollen bij de zorg rond het levenseinde. In afwachting van uw reactie, namens het bestuur van VPHuisartsen Wouter N. van den Berg, voorzitter Hans Nobel, secretaris [email protected] [email protected] CC: LHV Sarphatipark 28 | 1072 PB Amsterdam