Het roer moet om? Het roer is stuk!

opinie
Tekst: lkol b.d. P. Dekkers
Het roer moet om?
Het roer is stuk!
Nederland is van oudsher een zeevarende natie. Dat uit zich onder meer in het feit dat onze taal in de loop van honderden jaren is verrijkt met een scala aan uitdrukkingen en gezegdes die afkomstig zijn uit de wereld van de zee en de
scheepvaart. Zo kunnen we de bakens verzetten om niet aan de grond te geraken. Of we kunnen bakzeil halen om de
vlag niet te hoeven strijken. Soms is het pompen of verzuipen om te voorkomen dat we het schip ingaan.
Dan liever de lucht in. Ook op de Nederlandse Defensie kan een scala aan maritieme uitdrukkingen worden losgelaten,
bijvoorbeeld gericht op de teloorgang van
ons defensieapparaat gedurende de afgelopen 25 jaar door een niet aflatende reeks
van bezuinigingen en reorganisaties na de
val van De Muur. Nu, met de dreiging van
de Islamitische Staat (IS) en de expansiedrift van Poetin, lijkt pas het besef post te
vatten dat we met onze nationale collectieve veiligheid te hard en te lang van stapel
zijn gelopen. Het roer moet om, maar kan
het roer eigenlijk nog wel om; gebeurt er
nog wel iets als we het roer omgooien?
Ooit is de norm afgesproken dat NAVO
lidstaten daarvoor 2% van hun BNP beschikbaar stellen. Nederland voldoet daar
allang niet meer aan, en als men de uitgaven voor wachtgelden en pensioenen erbij in beschouwing neemt, komen we zelfs
niet eens meer in de buurt. Maar let op,
Prinsjesdag 2014 gaat de boeken in als een
historisch moment waarop de negatieve
spiraal is doorbroken en voor het eerst in
tijden was er een, zij het naar verhouding
kleine, stijging van de defensiebegroting.
Het roer moest om, maar gaat het roer
echt om, of gebeurt er niets terwijl we denken dat het roer is omgegooid?
Gedurende de laatste 25 jaar is er stelselmatig op Defensie bezuinigd en daarbij zijn
vele, eerder gedane, kostbare investeringen
teniet gegaan. Vaak worden de wegbezuinigde Leopard II tanks, de afgestoten gemoderniseerde F-16’s en de Orions of het
sluiten van Marinevliegkamp Valkenburg
als voorbeelden van ondoordachte, visieloze bezuinigingen genoemd, wapensystemen die ons nu wellicht nog goed van pas
hadden kunnen komen. Daarbij wordt uit
het oog verloren dat het meest waardevolle
deel van onze krijgsmacht, het goed opgeleide, loyale en gemotiveerde personeel
eveneens te lijden heeft gehad onder de
politiek gedreven, niet aflatende bezuinigingsdrang met als gevolg een gemarginaliseerde operationele slagkracht. Een paar
voorbeelden uit de laatste decennia:
soneelsbestand een substantieel deel van
de werktijd -nog steeds- besteedt aan het
verwerven van een nieuwe functie dan wel
het ‘verdedigen’ van de plaatsing op de eigen functie.
Tijdens een inspectie bij een bepaald krijgsmachtonderdeel werd geconstateerd dat
de operationele boekwerken niet op orde
waren. Nader onderzoek bracht aan het
licht dat de centrale publicatievoorziening
van het betreffende krijgsmachtonderdeel
eerder ressorteerde onder een inmiddels
opgeheven directie. De functie publicatievoorziening was tussen wal en schip gevallen en in de nieuwe organisatie niet meer
opgenomen. Noodkreten van het betrokken personeel werden niet gehoord.
Het bovenstaande zijn tamelijk willekeurig
gekozen waarnemingen uit betrouwbare
bron van de laatste twintig jaar. Wellicht
niet geheel objectief, en wellicht met voorbijgaan aan positieve, althans positief bedoelde aspecten. Maar het toont wel aan,
en het bovenstaande kan met vele andere,
mogelijk ernstiger, voorbeelden worden
aangevuld, dat Defensie vaak en volkomen
onnodig slordig met zijn kostbaarste resources omspringt.
Het roer gaat om wordt nu gezegd. Daarbij wordt gemakkelijk voorbijgegaan aan
het feit dat daartoe op het schip een kapitein benodigd is die weet wat de nieuwe
bestemming is, een stuurman die de koers
daarheen kan uitzetten en een roerganger
die het schip deze koers kan laten aanhouden. Het veronderstelt dat het hele mechanisme tussen het stuurhuis en het roer
gesmeerd en feilloos functioneert. Op vele
punten wringt echter de schoen. De autoriteiten slagen er maar niet in een overtuigende visie te presenteren op de functie
van onze krijgsmacht in een snel veranderende wereld. En de middelen die er nog
zijn, worden niet altijd even effectief ingezet, getuige bijvoorbeeld de tandeloze inzet
van onze F-16’s ten tijde van de operatie
Unified Protector in Libië. Of de toezegging van extra geld daar op korte termijn
iets aan kan veranderen lijkt twijfelachtig.
Een eerste prioriteit zou dan moeten liggen
bij het verbeteren van de personeelssituatie, zodanig dat het vertrouwen in en de
trots op de organisatie terugkeren. Zodat
men niet meer hoeft te roeien met de riemen die er niet meer zijn. Daarvoor moet
niet alleen het roer om, maar zullen alle
zeilen moeten worden bijgezet.
Op één en dezelfde dag dat in een kort
persbericht de opheffing van een operationeel helikoptersquadron werd aangekondigd, werd in grote advertenties in landelijke dagbladen een auditie aangekondigd
voor zangers en zangeressen ten behoeve
van een door een krijgsmachtonderdeel te
produceren musical.
Bij één van de laatste bezuinigingsrondes
werd onverwachts de versnelde afstoting
van een type helikopter bekendgemaakt.
Personeel dat in opleiding was voor deze
heli of net de opleiding had afgerond,
kreeg te horen dat het niet meer benodigd
was en kon vertrekken. Pas na hevig verzet
kon deze kapitaalsvernietiging worden teruggedraaid, hetgeen overigens niet door
alle betrokkenen is afgewacht.
Enige jaren geleden werd de wijze van personeelsbeheer overboord gegooid ten behoeve van een meer flexibel systeem. Een
van de uitwassen van het nieuwe systeem
is dat personeel met regelmaat op de eigen
of een andere functie dient te solliciteren
waardoor zowat een derde van het per-
5