Gespreksverslag tafel 9: Levendige stad Aanwezigen: Martine Vis Merel Poulisse Jeroen Hopmans Jeroen de Leeuw Santhusia Ramlakhan Ronald Schouten Daan Touw Jos van der Vegt Annelies van ’t Hul Rick van Vlimmeren Dennis Kleijn voorzitter verslag Directeur Zadkine Horeca, Toerisme & Facilitaire dienstverlening Facilitair/Facility Manager Rotterdamse Schouwburg Bestuurslid Wijkorgaan Centrum Stadsdriehoek Social & Crossmedia adviseur Deelgemeente IJsselmonde Buurtbestuur Vreewijk/Speeltuin de Vaan President Commissaris AHOY Rotterdam betrokken bewoner Hoogvliet betrokken Rotterdammer betrokken bewoner Hoogvliet Wanneer is Rotterdam een levendige stad ? Staphorst aan de Maas moet het in geen geval worden, het is en blijft een grote stad. De stad is levendig wanneer er – op het moment dat je de deur uit stapt – activiteiten zijn waar je in mee kunt gaan. Rotterdam heeft initiatief nodig. Want een levendige, aantrekkelijke stad houdt niet alleen in dat er grote evenementen zijn. Juist de buurtinitiatieven zijn heel erg belangrijk om je thuis te voelen. Een levendige stad kent twee kanten: de stad wordt leuker door horeca en (buurt) evenementen/initiatieven, maar dit kent ook een keerzijde. Wat de een leuk vindt, is voor de ander overlast. Je kunt nooit iedereen tevreden stellen. In Rotterdam moet men leren om te geven en te nemen. Sommige gebieden zijn van oudsher horeca- en evenementengebieden en in deze gebieden zijn de panden hier niet altijd geschikt voor. De bewoners zijn er toentertijd waarschijnlijk gaan wonen omdat het leuk en levendig was, maar inmiddels zijn ze ouder en past hun woon- en leefgedrag eigenlijk niet meer bij de buurt. Oplossingen kunnen op verschillende manieren worden gezocht en feitelijk kan per gebied een andere oplossing nodig zijn. Gebiedsgerichte plannen zijn daarom essentieel. Zo geeft een horecaondernemer aan dat in de Oude Haven gekozen zou kunnen worden voor het toestaan van een hogere geluidsnorm. Zo zou in het centrum de late night economy veel meer moeten worden gestimuleerd en zouden in gebieden waar het uitgaansgeluid hoog is, juist jonge studenten moeten wonen in plaats van de ouderen die meer rust nodig hebben. Daarnaast kunnen evenementen overdag meer gestimuleerd worden, niet alles concentreren op de avond en in de nachtelijke uren. De keerzijde van uitgaan door jonge mensen komt ook aan bod. Waarom zijn zoveel jongeren na het stappen dronken en wordt het zo’n zooitje op het Stadhuisplein? Het uitgaanspubliek is in Nederland jong, hier ga je al uit als je 14-18 bent. Dat is in bijvoorbeeld New York City anders: daar zie je een veel ouder publiek. De politie doet elke week dertig tot veertig arrestaties wegens geweld, openbare dronkenschap en het lastig vallen van meisjes. Oplossingen die genoemd worden om uitgaan van jongeren op het Stadhuisplein in goede banen te leiden, zijn: - Laat jongeren in containers in de haven die leegstaan hun roes uitslapen. - Er moet harder opgetreden worden, neem een voorbeeld aan FC Barcelona waar je bij één misstap een levenslang stadionverbod krijgt. - Meer voorlichting op scholen, maak kinderen meer bewust van hun gedrag. - Betrek ouders van dronken jongeren (gebeurt al, maar de helft van ouders komt niet als politie belt dat zoon of dochter opgehaald kan worden op het politiebureau). - Gezag van (ontzag voor) handhavers moet hersteld worden. - Mensen die zelf de fout in zijn gegaan, voorlichting laten geven op scholen. Verhaal met impact. - Laat de jongeren die in de cel hun roes uitslapen de volgende ochtend meteen het Stadhuisplein schoonvegen. verslag tafel 8 versie 003 - Begin al bij het consultatiebureau. Horecaondernemers moeten verantwoordelijkheid nemen en niet schenken aan 16-jarigen of personen die al zichtbaar dronken zijn. Tegengaan van indrinken thuis, ouderverantwoordelijkheid stimuleren. Hoe zou de stad tot haar keuze moeten komen welke evenementen plaats gaan vinden? Het moet in ieder geval voor elk wat wils zijn. En evenementen waar de bezoekersaantallen (jaar op jaar) tegenvallen en minder worden, zouden moeten worden afgeschaft (bijvoorbeeld de Redbullrace). De evenementen moeten vooral veilig zijn. De hoeveelheid politie-inzet die nodig is bij een evenement, kan hiervoor als indicator gelden. Initiatieven voor kleinere evenementen ontstaan - en komen vaak tot bloei - op buurtniveau. Het thuisen samenhorigheidsgevoel staat daarbij centraal. Dit kan de overheid niet tot stand brengen, het moet opborrelen. Er kan al best veel, bijvoorbeeld via Opzoomeren krijg je geld mee om een barbecue te organiseren, dat is best uniek. Ondernemers kunnen bijvoorbeeld wel door de overheid gewezen worden op hun rol om een functie voor de buurt te vervullen. Maar het echt initiëren en organiseren moet vooral tussen bewoners en ondernemers ontstaan. Daar moet de overheid niet tussen gaan zitten. De overheid is daarvoor veel te langzaam. Wel zouden goede initiatieven aan de achterkant, dus als het geslaagd is, beloond moeten worden door de overheid. En niet te snel institutionaliseren. Of een goed spontaan ontstaan initiatief ‘verkopen’ aan een organisatie die het vervolgens moet ‘uitrollen’ over de stad. Deze organisaties krijgen hier vaak veel subsidie voor, maar ondertussen maken ze niks waar. De actieve buurtbewoners zijn hier veel beter in, allen met een eigen twist. De overheid kan helpen bij communicatie op buurtniveau, welke vorm wordt gekozen hangt af van wat nodig is en kan per buurt verschillen. Communicatie is essentieel voor het welslagen van initiatieven. Mensen moeten weten wat er te doen is, waar ze kunnen bijdragen, waar ze vragen kunnen stellen en waar ze kunnen klagen. Dat is nu nog veel te onduidelijk. De rol van de buurtagent en buurtwerkers in een gebied zijn wel essentieel. Er moet op laagdrempelige manier contact te leggen zijn, vragen gesteld kunnen worden, hulp worden geboden bij initiatieven (niet altijd ‘nee, dat mag niet’ zeggen). Daarom werkt het programma Buurt Bestuurt, de agent met klaptafel buiten op een centrale ontmoetingsplek, twitteren met je buurtagent. Op de vraag wat zou je ten aanzien van de levendige stad doen als je voor één dag burgemeester was, kwamen de volgende antwoorden: - Meer blauw op straat in de avonduren. Strakkere handhaving – hogere boetes. Mooie stad maken, hoe gezelliger hoe beter, meer terrasjes. Geluidsnorm op bepaalde uitgaansplekken standaard omhoog om levendigheid te creëren. Meer van het oude Rotterdam terugbrengen, wat is weggebombardeerd herstellen. Meer pleinen met terrasjes realiseren. Pleinen laten ontstaan, gebruik ervan niet te veel reguleren. Bijeenkomsten als deze organiseren. verslag tafel 8 versie 003
© Copyright 2024 ExpyDoc