Onderwijs- en examenregeling 2014 – 2015 Bacheloropleiding Bedrijfseconomie voltijd, crohonummer 34401 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 16 mei 2014 Instemming verleend door Centrale Medezeggenschap, d.d. 3 juli 2014 Vastgesteld door het College van Bestuur, d.d. 8 juli 2014 NB: Uniformiteit Onderwijs- en Examenregeling (OER) 1. Deze OER bevat artikelen in de hoofdstukken 1 t/m 8 die voor een opleiding wel of niet van toepassen zijn. In geval een artikel(lid) niet van toepassing is wordt dit bij het betreffende artikel(lid) aangegeven. 1 Inhoudsopgave 1 Algemeen Art. 1 Begripsbepalingen Art. 2 Reikwijdte van de regeling Art. 3 Vaststelling en looptijd van de regeling 2 Toelating tot de opleiding Art. 1 Vooropleidingseisen voor opleidingen Art. 2 Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen Art. 3 Aanvullend onderzoek ex. art. 7.25 lid 4 WHW Art. 4 Aanvullende eisen Art. 5 Toelating tot versneld traject gericht op studenten met een vwo-diploma Art. 6 Toelating tot speciaal traject als bedoeld in art. 7.9b WHW Art. 7 Colloquium doctum (toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder) Art. 8 Eisen werkkring voor de deeltijdopleidingen Art. 9 Toelating duaal onderwijs, eisen werkkring Art. 10 Vrijstelling van vooropleidingseisen op grond van andere diploma’s ex. art. 7.28 WHW (Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek) Art. 11 Aanvullend onderzoek ex. art. 7.28 lid 3 en 4 Art. 12 Toelating tot de post-propedeutische fase Art. 13 Doorstroom Associate degree Art. 14 Rechtsbescherming 3 Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Onderwijsprogramma 1 Beoordeling Onderwijs- en examenregeling 2 Doelstelling van de opleiding 3 Inrichting en studielast van de opleiding 4 Voertaal in het onderwijs 5 Voorzieningen voor student met functiebeperking 6 Samenstelling van de propedeutische fase 7 Samenstelling van de post-propedeutische fase 8 Samenstelling Associate-degreeprogramma 9 Minor 10 Studeren in het buitenland 4 Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Examens en getuigschriften 1 De examens van de opleiding 2 Toekenning graden 3 Getuigschriften 4 Toekenning van getuigschriften 5 Ondertekening getuigschriften 6 Data van de uitslag en uitreiking getuigschriften 7 Cum Laude-regeling 8 Verklaringen 9 Grading Table van de opleiding 10 Rechtsbescherming 5 Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Tentamens, toetsen en beoordelen 1 Vorm van de tentamens en toetsen 2 Volgorde van tentamens en toetsen 3 Tijdvakken en frequentie van tentamens en toetsen 4 Gestelde eisen tentamens en toetsen 5 Inschrijvingsprocedure voor tentamens en toetsen 6a Praktische gang van zaken bij schriftelijke tentamens en toetsen 6b Praktische gang van zaken bij digitale tentamens en toetsen 7 Mondelinge tentamens en toetsen 2 Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. 8 Vaststelling van de beoordelingen 9 Normering van de beoordelingen 10 Het verlenen van vrijstellingen 11 Toekenning van studiepunten 12 Vastlegging en bekendmaking van de beoordelingen 13 Geldigheidsduur van studieresultaten 14 Inzage van tentamens en toetsen 15 Bewaring van afgelegde tentamens en toetsen 16 Fraude en plagiaat 17 Intellectueel eigendom 18 Rechtsbescherming 6. Studieloopbaanbegeleiding en Studieadvies Art. 1 Studieloopbaanbegeleiding Art. 2 Studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling Art. 3 Studieadvies aan het einde van het tweede jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling Art. 4 Voorwaarden Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA) Art. 5 Gevolgen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) Art. 6 Doorstroom van propedeutische fase naar postpropedeutische fase Art. 7 Verwijzing in de postpropedeutische fase Art. 8 Rechtsbescherming 7. Examencommissie Art. 1 Instelling en samenstelling Examencommissie 8. Art. Art. Art. Art. 1 2 3 4 Slot- en invoeringsbepalingen Hardheidsclausule Onvoorziene omstandigheden Bekendmaking van de regeling Citeertitel, inwerkingtreding Bijlage A Bijlage B Bijlage C Bijlage D Bijlage E Bijlage F Competenties van de opleiding Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de propedeutische fase Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de postpropedeutische fase Jaartoetsrooster Vrijstellingen beleid Literatuurlijst 3 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: afstudeerrichting: een specialisatie binnen de opleiding als bedoeld in artikel 7.13 WHW, niet zijnde een Associate-degreeprogramma of een minor; Associate-Degreeprogramma: programma als bedoeld in artikel 7.8a WHW met een studielast van tenminste 120 studiepunten; bezwaar, beroep en klachtenloket: faciliteit als bedoeld in artikel 7.59a WHW; college van beroep voor de examens: college als bedoeld in artikel 7.60 WHW; college van bestuur: het instellingsbestuur als bedoeld in artikel 1.1 en 10.8 WHW; competentie: een integraal geheel van beroepskennis, -houding en -vaardigheden die een persoon nodig heeft om binnen relevante beroepscontexten adequaat te kunnen functioneren; examen: afsluitend onderdeel van een opleiding als bedoeld in artikel 7.3 WHW of de propedeutische fase als bedoeld in artikel 7.8 WHW; examencommissie: commissie als bedoeld in artikel 7.12 WHW; examinator: persoon als bedoeld in artikel 7.12c WHW, niet zijnde een student of extraneus; extraneus: degene die als extraneus als bedoeld in artikel 7.32 en 7.36 WHW is ingeschreven bij de opleiding die voltijds of deeltijds is ingericht; gedragscode internationale student: gedragscode internationale student hoger onderwijs, zoals deze geldt per 1 maart 2013; instelling: Stenden Hogeschool; les-, toets- en tentamentijden: 8.00 uur tot 21.30 uur; centrale medezeggenschapsraad: raad als bedoeld in artikel 10.17 WHW; minorprogramma: een samenhangend keuzeprogramma van in totaal 30 studiepunten, dat gevolgd wordt in de postpropedeutische fase, niet zijnde een afstudeerrichting; onderwijseenheid: onderwijseenheid als bedoeld in artikel 7.3 WHW, die in samenhang met andere onderwijseenheden het onderwijsprogramma van de opleiding vormt, waaraan één eindbeoordeling is verbonden. Een onderwijseenheid kan betrekking hebben op een praktische oefening; opleidingscommissie: commissie als bedoeld in artikel 10.3c WHW; 4 opleidingsjaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar en, indien men zich inschrijft per 1 februari, het tijdvak dat aanvangt op 1 februari en eindigt op de laatste dag van februari van het daaropvolgende kalenderjaar; opleidingsvariant: een opleiding kan in de voltijd-, deeltijd- en/of duale variant aangeboden worden; post-propedeuse: de hoofdfase van de opleiding direct volgend op de propedeuse; praktische oefening: een onderwijseenheid als bedoeld in artikel 7.3 lid 2 WHW waarin de nadruk ligt op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening en op de beroepsuitoefening in verband met het onderwijs in een duale opleiding, voor zover deze activiteiten onder begeleiding van de instelling plaatsvinden. Een praktische oefening kan vormgegeven zijn in een project, werkstuk, of ontwerp, scriptie, mondelinge presentatie, doorlopen van een stage, deelname aan excursie, werken in (thema)groepen; programma: het samenhangend geheel van onderwijseenheden verzorgd door de opleiding; propedeuse: propedeutische fase van de opleiding, als bedoeld in artikel 7.8 WHW; ProgRESS: studenten informatie systeem; schooldag:alle dagen die in de jaarplanning doorgaans niet als vakantiedagen, zaterdagen, zondagen of reguliere feestdagen zijn aangeduid, zijn schooldagen, waarbij de zaterdag uitsluitend bestemd mag worden voor afname van tentamens en of toetsen en of examens. School-/Cluster en Staf Medezeggenschapsraad: raad bedoeld als in artikel 10.25 WHW. student: degene die als student als bedoeld in artikel 7.32 WHW is ingeschreven bij de instelling; studentenstatuut: statuut als bedoeld in artikel 7.59 WHW; studiejaar: het wettelijk studiejaar dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar; studieloopbaanbegeleider/studiecoach/studiebegeleider: degene die namens de opleiding is aangewezen om de student te begeleiden in zijn studie, keuze- en planningsprocessen, gericht op een effectieve studievoortgang; studiepunt: eenheid voor berekening van de studielast als bedoeld in artikel 7.4 WHW, waarbij 1 studiepunt gelijk staat aan 28 uren studie; tentamen: een onderzoek naar kennis, inzicht, vaardigheden als bedoeld in artikel 7.3 en 7.10 WHW, waarvan de uitkomst in een beoordeling wordt uitgedrukt en die de afsluiting vormt van een onderwijseenheid; toets: een onderdeel van een tentamen waaraan een beoordeling door een examinator is verbonden; WHW: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. 5 Artikel 2 Reikwijdte van de regeling 1. Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie voltijd, crohonummer 34401, verder te noemen: de opleiding. 2. Deze regeling is van toepassing op de studenten en extraneï die staan ingeschreven bij de opleiding en op aspirant-studenten en -extraneï die verzoeken om toegelaten te worden tot de opleiding. 3. Wordt de opleiding aangemerkt als een gezamenlijke opleiding, dan is deze regeling onverkort van toepassing, tenzij in de overeenkomst die aan de gezamenlijke opleiding ten grondslag ligt anders is bepaald. 4. Kent de opleiding een of meer afstudeerrichtingen, dan is deze regeling onverkort van toepassing, tenzij in de overeenkomst(en) die aan deze afstudeerrichting(en) ten grondslag lig(t)(en)anders is bepaald. 5. Indien van toepassing, een Associate-degreeprogramma is een onderdeel van de bachelor opleiding. Artikel 3 Vaststelling en looptijd van de regeling 1. Deze Onderwijs- en examenregeling wordt, gehoord de centrale medezeggenschapsraad conform artikel 10.20 WHW, vastgesteld door het College van Bestuur. 2. De opleidingscommissie wordt jaarlijks tijdig in de gelegenheid gesteld deze regeling te beoordelen en daarover advies uit brengen aan de Head of School. De opleidingscommissie zendt een afschrift van dit advies aan de School-/Cluster en Staf Medezeggenschapsraad (SCMR en SMR). 3. De regeling geldt voor de duur van een studiejaar. Gedurende het studiejaar kan de regeling niet worden gewijzigd, tenzij dit als gevolg van overmacht noodzakelijk is en studenten daar niet onevenredig door worden benadeeld. Een tussentijdse wijziging behoeft de voorafgaande instemming van de Head of School; de bepalingen in dit artikel zijn alsdan van overeenkomstige toepassing. 6 2 Toelating tot de opleiding WHW: 7.8a, 7.24, 7.25, 7.26, 7.27, 7.28, 7.29. Artikel 1 Vooropleidingseisen voor opleidingen 1. Voor de inschrijving voor een opleiding in het hoger onderwijs geldt als vooropleidingseis het bezit van een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) of hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) of een diploma van een middenkaderopleiding of van een specialistenopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) (mboniveau 4). Met een diploma bedoeld in de eerste volzin wordt voor de toepassing van dit lid gelijkgesteld het diploma van de bij ministeriële regeling aangewezen vakopleidingen, bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onder c, van de WEB. Artikel 2 Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen 1. De volgende diploma's van middelbaar beroepsonderwijs (mbo niveau 4), hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) geven rechtstreeks toegang tot de opleiding, waarbij op grond van een ministeriële regeling eisen aan het vakkenpakket kunnen worden gesteld: a. mbo-diploma niveau 4 [mits….. conform Ministeriële regeling]; b. havo-diploma, profiel natuur en techniek, geen eisen aan het vakkenpakket; c. havo-diploma, profiel natuur en gezondheid, mits economie of management & organisatie in het vakkenpakket; d. havo-diploma, profiel economie en maatschappij, geen eisen aan het vakkenpakket; e. havo-diploma, profiel cultuur en maatschappij, mits (economie of management & organisatie) + (wiskunde A of wiskunde B) in het vakkenpakket; f. vwo-diploma, profiel natuur en techniek, geen eisen aan het vakkenpakket; g. vwo-diploma, profiel natuur en gezondheid, mits economie of management & organisatie in het vakkenpakket; h. vwo-diploma, profiel economie en maatschappij, geen eisen aan het vakkenpakket; i. vwo-diploma, profiel cultuur en maatschappij, mits economie of management & organisatie in het vakkenpakket. De diploma’s vermeld onder de letters b tot en met i hebben betrekking op profielen havo/vwo die gelden vanaf 1 augustus 2007; j. havo-diploma, profiel natuur en techniek, mits economie 1 in het vakkenpakket; k. havo-diploma, profiel natuur en gezondheid, mits economie 1 in het vakkenpakket; l. havo-diploma, profiel economie en maatschappij, geen eisen aan het vakkenpakket; m. havo-diploma, profiel cultuur en maatschappij, mits wiskunde a1,2 of wiskunde b1 in het vakkenpakket; n. vwo-diploma, profiel natuur en techniek, mits economie 1 in het vakkenpakket; o. vwo-diploma, profiel natuur en gezondheid, mits economie 1 in het vakkenpakket; p. vwo-diploma, profiel economie en maatschappij, geen eisen aan het vakkenpakket; q. vwo-diploma, profiel cultuur en maatschappij, mits economie 1 in het vakkenpakket. 7 De diploma’s vermeld onder de letters j tot en met q hebben betrekking op profielen havo/vwo die tot 1 augustus 2007 werden gehanteerd. Artikel 3 Aanvullend onderzoek ex. art. 7.25 lid 4 WHW 1. Het College van Bestuur kan bepalen dat de bezitter van een diploma genoemd in artikel 1, die niet voldoet aan de in dit artikel 2 genoemde voorwaarden, toch wordt ingeschreven, onder de voorwaarde dat blijkens een onderzoek wordt voldaan aan inhoudelijk daarmee vergelijkbare eisen. Aan deze eisen moet zijn voldaan voor de aanvang van de opleiding. 2. In geval van een aanvullend onderzoek wordt de kennis van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau, genoemd in artikel 2, getoetst. Artikel 4 Aanvullende eisen (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING) 1. Indien de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop een opleiding voorbereidt, dan wel de organisatie en de inrichting van het onderwijs, specifieke eisen stelt ten aanzien van kennis of vaardigheden die niet of niet in voldoende mate onderdeel zijn van het voortgezet onderwijs of van het beroepsonderwijs, bedoeld in de Wet voortgezet onderwijs, onderscheidenlijk specifieke eisen stelt ten aanzien van de eigenschappen van de student, kunnen bij ministeriële regeling in verband daarmee eisen worden gesteld in aanvulling op de eisen, bedoeld in artikel 1. Het College van Bestuur stelt een regeling vast voor de selectiecriteria en procedure. De selectiecriteria kunnen uitsluitend eisen bevatten die direct verband houden met de gronden, bedoeld in de eerste volzin. Dit lid is niet van toepassing op opleidingen op het gebied van de kunst en lerarenopleidingen op het gebied van de kunst. 2. Bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld ten aanzien van welke opleidingen het eerste lid toepassing kan vinden, alsmede op welke kostensoorten het betrekking heeft en welke bedragen ten hoogste kunnen worden gevorderd. Artikel 5 Toelating tot versneld traject gericht op studenten met een vwodiploma (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING) 1. Een College van Bestuur kan binnen een bacheloropleiding in het hoger beroepsonderwijs een versneld traject aanbieden dat toegankelijk is voor studenten met een diploma als bedoeld in artikel 7.24, tweede lid WHW, onder a of b dan wel een op grond van artikel 7.28, tweede lid WHW, bij ministeriële regeling als ten minste gelijkwaardig aangemerkt onderscheidenlijk naar het oordeel van het College van Bestuur daaraan tenminste gelijkwaardig diploma. Een student die aan de in de eerste zin bedoelde voorwaarde en de overige voorwaarden voor inschrijving voldoet, wordt voor een versneld traject ingeschreven indien hij daarom verzoekt. 2. Het College van Bestuur kan besluiten ook een andere student dan degene, bedoeld in het eerste lid, tot het versnelde traject toe te laten indien hij naar het oordeel van het College van Bestuur blijk heeft gegeven van geschiktheid voor dat traject. 3. In afwijking van artikel 7.4b, eerste lid WHW, bedraagt de studielast voor een versneld traject 180 studiepunten. 8 Artikel 6 Toelating tot speciaal traject als bedoeld in art. 7.9b WHW (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING) 1. Indien het College van Bestuur binnen een opleiding een speciaal traject aanbiedt dat gericht is op het behalen van een hoger kennisniveau van studenten, kan selectie worden toegepast. 2. Het College van Bestuur stelt regels vast met betrekking tot de selectie, bedoeld in het eerste lid. Het betreft de volgende regels: [invullen regels waaronder in ieder geval: * cognitieve en non-cognitieve criteria; * relatie selectiecriteria en opleidingsprofiel; * gemotiveerd toelaten of afwijzen.] Artikel 7 Colloquium doctum (toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder) 1. Het College van Bestuur kan personen van eenentwintig jaar en ouder die niet voldoen aan de vooropleidingseisen genoemd in artikel 1, noch daarvan krachtens art. 7.28 WHW zijn vrijgesteld, van die vooropleidingseis vrijstellen, indien zij bij een onderzoek door een door het College van Bestuur in te stellen commissie hebben blijk gegeven van geschiktheid voor het desbetreffende onderwijs en van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. 2. De bij het onderzoek te stellen eisen worden opgenomen in de onderwijs- en examenregeling (OER) van de opleiding. Voorafgaand aan het Algemene Toelatingsonderzoek vindt er een intakegesprek plaats tussen studieloopbaanbegeleider of teamleider en de aspirant-student. In dit gesprek wordt vastgesteld of de aspirant-student de juiste motivatie heeft om de opleiding te volgen en beschikt over kennis van economie, management & organisatie en wiskunde op havo-niveau, conform de geldende nadere vooropleidingseisen. Naar aanleiding van de bevindingen in deze intake wordt aan de aspirant-student een advies verstrekt om zich wel of niet aan te melden voor het Algemene Toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder. Een positief advies op het intakegesprek gecombineerd met een positief afgerond Algemene Toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder leidt tot besluit dat de aspirantstudent toelaatbaar is voor de opleiding. 3. Het College van Bestuur kan ten aanzien van een bezitter van een buiten Nederland afgegeven diploma dat in het eigen land toegang geeft tot een opleiding aan een instelling voor het hoger onderwijs, afwijken van de in lid 1 genoemde leeftijdsgrens. Van die leeftijdsgrens kan het College van Bestuur ook afwijken, indien in bijzondere gevallen geen diploma kan worden overlegd. 9 Artikel 8 Eisen werkkring voor de deeltijdopleidingen (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING) 1. Het College van Bestuur kan met het oog op de inschrijving voor een deeltijdse opleiding eisen omtrent het verrichten van werkzaamheden tijdens het volgen van de opleiding stellen. 2. In het geval het College van Bestuur werkzaamheden aanmerkt als onderwijseenheden, kunnen er eisen gesteld worden aan de werkzaamheden. Artikel 9 Toelating duaal onderwijs, eisen werkkring (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING) 1. Extraneï worden niet toegelaten tot een duale opleiding. 2. De beroepsuitoefening van een duale opleiding vindt plaats op basis van een overeenkomst, namens de instelling gesloten door de opleiding, de student en het bedrijf of de organisatie waar het beroep in de praktijk wordt uitgeoefend. 3. De overeenkomst als bedoeld in het tweede lid omvat tenminste bepalingen over: de duur van de overeenkomst en de tijdsduur van de periode of perioden van de beroepsuitoefening, de begeleiding van de student, het deel van de kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden die een student bij beëindiging van de opleiding moet hebben verworven en die tijdens de beroepsuitoefening dienen te worden gerealiseerd, alsmede de beoordeling daarvan, en de gevallen waarin en de wijze waarop de overeenkomst voortijdig kan worden ontbonden. 4. Degene die tot een duale opleiding wenst te worden toegelaten dient op het moment van toelating, dan wel uiterlijk zes maanden nadien te beschikken over een overeenkomst als bedoeld in het tweede lid. Wordt niet voldaan aan de eis als bedoeld in de vorige volzin, dan wordt betrokkene geacht niet te voldoen aan de voorwaarden om aan de duale opleiding deel te nemen. Dit betekent dat de Examencommissie alsdan kan besluiten de student de toegang tot de duale opleiding te ontzeggen. Over een besluit als bedoeld in de vorige volzin wordt de student schriftelijk geïnformeerd. 5. Wordt een overeenkomst als bedoeld in het tweede lid voortijdig beëindigd als gevolg van toerekenbaar verzuim van de student, dan wordt de student voor een periode van maximaal zes maanden in de gelegenheid gesteld een nieuwe overeenkomst te sluiten als bedoeld in het tweede lid. Lukt dit niet, dan wordt de student geacht niet meer te voldoen aan de voorwaarden om aan de duale opleiding deel te nemen. Dit betekent dat de Examencommissie alsdan kan besluiten de student de toegang tot dit onderwijs te ontzeggen. Over een besluit als bedoeld in de vorige volzin wordt de student schriftelijk geïnformeerd. Artikel 10 Vrijstelling van vooropleidingseisen op grond van andere diploma’s ex. art. 7.28 WHW 1. Degene aan wie een graad (bachelor of master) is verleend, en de bezitter van een met goed gevolg afgelegd propedeutisch examen aan een instelling voor hoger onderwijs zijn vrijgesteld van de in artikel 1 bedoelde vooropleidingseisen, onverminderd het vierde en vijfde lid van dit artikel. 2. Van de vooropleidingseisen is eveneens vrijgesteld degene die toegang heeft tot het wetenschappelijk onderwijs of het hoger beroepsonderwijs in het land van een verdragspartij die het Verdrag inzake de erkenning van kwalificaties betreffende hoger onderwijs in de Europese regio (Trb. 2002, 137) heeft geratificeerd, 10 onverminderd de bevoegdheid van het College van Bestuur om op grond van artikel IV.1 van het genoemde verdrag een aanzienlijk verschil aan te tonen tussen de algemene eisen betreffende de toegang op het grondgebied van het bedoelde land waar de kwalificatie werd behaald en de algemene eisen bij of krachtens deze wet. 3. Het College van Bestuur, na advies van de Examencommissie, verleent vrijstelling van de in artikel 1 bedoelde vooropleidingseis aan de bezitter van een al dan niet in Nederland afgegeven diploma dat bij ministeriële regeling is aangemerkt als tenminste gelijkwaardig aan het in het desbetreffende lid bedoelde diploma, onverminderd het derde en vierde lid. Het College van Bestuur kan vrijstelling verlenen aan de bezitter van een al dan niet in Nederland afgegeven diploma dat niet in de in de eerste volzin genoemde ministeriële regeling is opgenomen, indien dat diploma naar het oordeel van het College van Bestuur, na advies van de Examencommissie tenminste gelijkwaardig is aan het bepaalde in artikel 1. Indien het een buiten Nederland afgegeven diploma betreft, kan het College van Bestuur bepalen dat geen examens of onderdelen daarvan worden afgelegd dan nadat ten genoegen van de desbetreffende Examencommissie het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. Het College van Bestuur kan, na advies van de Examencommissie tevens bepalen dat betrokkene niet wordt ingeschreven zolang het in de voorgaande volzin bedoelde bewijs niet is geleverd. 4. Indien bij ministeriële regeling nadere vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 7.25 WHW en opgenomen in artikel 2, zijn vastgesteld kan de bezitter van een diploma geen examens afleggen voordat hij op een door het College van Bestuur te bepalen wijze op grond van een aanvullend onderzoek heeft aangetoond te beschikken over de kennis en vaardigheden waarop de eisen, bedoeld in artikel 2 betrekking hebben. 5. Het College van Bestuur kan bepalen dat de bezitter van een diploma als bedoeld in art. 1 niet kan worden ingeschreven indien dat bestuur van oordeel is dat de nadere vooropleidingseisen, bedoeld in artikel 2 van dien aard zijn dat redelijkerwijs verwacht kan worden dat niet tijdens het eerste jaar van inschrijving voor de opleiding op grond van een aanvullend onderzoek als bedoeld in het vierde lid aangetoond kan worden dat betrokkene beschikt over de kennis en vaardigheden waarop die eisen betrekking hebben. Het College van Bestuur bepaalt op welke wijze betrokkene op grond van een aanvullend onderzoek met het oog op de inschrijving vrijgesteld kan worden van die eisen. 6. De bij het onderzoek, bedoeld in de leden 4 en 5, te stellen eisen zijn opgenomen in art. 9. Artikel 11 Aanvullend onderzoek ex. art. 7.28 lid 3 en 4 WHW 1. Indien de aspirant-student beschikt over een propedeutisch getuigschrift (hbo of wo), een hbo-getuigschrift of een wo-getuigschrift, maar niet voldoet aan de nadere vooropleidingseisen, genoemd in artikel 2, wordt in het aanvullend onderzoek de kennis van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau, genoemd in artikel 2, getoetst. 2. Indien een aspirant-student beschikt over een buitenlands diploma dat gelijkwaardig is aan een havo, vwo-diploma maar niet voldoet aan de nadere vooropleidingseisen, genoemd in artikel 2, wordt in het aanvullend onderzoek de kennis van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau, genoemd in artikel 2, getoetst en worden er ten aanzien van de beheersing van de Nederlandse taal of 11 Engelse taal eisen gesteld. 3. Indien een aspirant-student als bedoeld in lid 2 zich wil inschrijven voor een Nederlandstalige opleiding moet het diploma NT2-tweede niveau aantoonbaar zijn behaald. In afwijking hierop kan voor een aspirant-student met een Duits gelijkwaardig diploma van deze eis worden afgeweken. De aspirant-student heeft de Stenden cursus Nederlands met goed gevolg afgelegd. De cursus kent een omvang van 6 EC. In de afsluitende toets wordt de mondelinge en schriftelijke kennis van het Nederlands op het niveau NT2-niveau getoetst. De toets moet tenminste met het cijfer 5,5 zijn afgerond. De cursus leidt tot een Stenden certificaat. 4. Indien de aspirant-student als bedoeld in lid 2 zich wil inschrijven voor een Engelstalige opleiding moet de aspirant-student aantoonbaar hebben voldaan aan een IELTS score zes. Onder een - met een IELTS-test score 6.0 te vergelijken - test wordt verstaan: a. TOEFL10 Paper: 550; b. TOEFL Computer: 213; c. TOEFL Internet: 80; d. TOEIC11: 670; e. Cambridge ESOL12: CAE – C. Artikel 12 Toelating tot de post-propedeutische fase Een student kan op verschillende manieren rechtstreeks toegang krijgen tot de post- propedeutische fase van een opleiding: 1. Voor de inschrijving voor een opleiding na het propedeutisch examen geldt als eis het bezit van een getuigschrift van het met goed gevolg afgelegde propedeutisch examen van die opleiding. 2. Het College van Bestuur kan vrijstelling verlenen van de in het eerste lid bedoelde eis aan de bezitter van een al dan niet in Nederland afgegeven diploma, indien dat diploma naar het oordeel van het College van Bestuur ten minste gelijkwaardig is aan het in het eerste lid bedoelde getuigschrift. Indien het een buiten Nederland afgegeven diploma betreft, kan het College van Bestuur daarbij bepalen dat geen examens of onderdelen daarvan worden afgelegd dan nadat ten genoegen van de desbetreffende Examencommissie het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. 3. De Examencommissie kan, in afwijking van het eerste lid, aan degene die is ingeschreven, op zijn verzoek, reeds de toegang tot het afleggen van een of meer onderdelen van het afsluitend examen verlenen voordat hij het propedeutisch examen van de desbetreffende opleiding met goed gevolg heeft afgelegd. Een aspirant-student is alleen toelaatbaar met een elders in Nederland behaald propedeutisch getuigschrift Bedrijfseconomie in combinatie met een intakegesprek waarin de betreffende curricula worden vergeleken en wordt geconstateerd dat de competenties Bedrijfseconomie uit de propedeuse op het juiste niveau aanwezig zijn. Deze curriculumvergelijking leidt tot een dringend studieadvies. 12 Artikel 13 Doorstroom Associate degree 1. Een student aan wie een graad als bedoeld in art. 7.10b lid 1 WHW is verleend, heeft het recht zijn bacheloropleiding in het hoger beroepsonderwijs te vervolgen. Het College van Bestuur kan daarbij voorschrijven welke onderwijseenheden binnen de bacheloropleiding nog moeten worden gevolgd. Artikel 14 Rechtsbescherming 1. Een (aspirant) student kan binnen zes weken na dagtekening tegen besluiten over de toelating via [email protected] bezwaar maken bij het College van Bestuur. Alvorens te beslissen wint het College van Bestuur advies in bij de Geschillen- en Klachtenadviescommissie. 2. Tegen een beslissing op bezwaar staat beroep open bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag. 13 3 Onderwijsprogramma WHW: Artikel 1 6.13, 7.2, 7.4, 7.4b, 7.7, 7.8, 7.8a, 7.8b, 7.9, 7.9b, 7.11, 7,13, 7.14. Beoordeling Onderwijs- en examenregeling 1. Het College van Bestuur draagt zorg voor een regelmatige beoordeling van de Onderwijs- en Examenregeling (OER) en weegt daarbij, ten behoeve van de bewaking en zo nodig bijstelling van de studielast, het tijdsbeslag dat daaruit voor de studenten voortvloeit. Artikel 2 Doelstelling van de opleiding 1. Met de opleiding wordt beoogd de student zodanige kennis, houding en vaardigheden bij te brengen op het terrein van [Vakgebied invullen] zodat deze bij het voltooien van de opleiding in staat is tot de professionele uitvoering van taken op dat gebied en tevens in aanmerking komt voor een eventuele voortgezette opleiding. Na voltooiing van de opleiding moet de student als beroepsbeoefenaar zelfstandig en met kritische instelling kunnen werken en beschikt de student over de competenties op hbo-niveau zoals vermeld in Bijlage A. Artikel 3 Inrichting en studielast van de opleiding 1. De opleiding heeft een studielast van 240 studiepunten, waarvan 60 studiepunten behoren tot de propedeutische fase en 180 studiepunten behoren tot de postpropedeutische fase. 2. De opleiding is voltijds ingericht en wordt verzorgd door de School of Business. 3. De voltijdsopleiding kent afstudeerrichtingen. De voltijdsopleiding kent geen Associate-degreeprogramma. 4. De afstudeerrichtingen Financial Service Management en Accountancy & Control zijn voltijds ingericht. De afstudeerrichtingen kennen een studielast van 60 studiepunten. 5. Het Associate-degreeprogramma kent een studielast van [aantal studiepunten (tenminste 120) invullen] studiepunten]. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING 6. De student aan wie de graad Associate Degree is verleend en die de bacheloropleiding vervolgt, dient de door het College van Bestuur voorgeschreven onderwijseenheden binnen de bacheloropleiding te volgen. De student dient hierover in overleg te treden met de desbetreffende Examencommissie1. 7. Voor studenten die de opleiding in duale vorm volgen, worden de perioden waarin werkzaamheden in de beroepspraktijk worden verricht, aangemerkt als een onderwijseenheid, voor zover deze werkzaamheden onder begeleiding van de opleiding plaatsvinden. Aan deze werkzaamheden worden de volgende eisen gesteld: 1 Wetsvoorstel Kwaliteit in Verscheidenheid Hoger Onderwijs 14 a. de tijdsduur van de perioden in de beroepspraktijk bedraagt [omvang in maanden of weken invullen]; b. de studielast van de perioden in de beroepspraktijk bedraagt [omvang in studiepunten invullen]; c. een zodanige inrichting van elke periode dat de student in staat wordt gesteld de competenties te ontwikkelen tot het niveau dat voor die periode is genoemd in de overeenkomst tussen instelling, student en bedrijf; d. onderwijseenheden die in de beroepspraktijk worden uitgevoerd, worden afgesloten met een tentamen. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING Artikel 4 Voertaal in het onderwijs 1. Het onderwijs in de opleiding wordt gegeven in het Nederlands en op sommige onderdelen in het Engels, tenzij: a. het onderwijs betreft dat betrekking heeft op een andere taal; b. het onderwijs betreft dat in het kader van een gastcollege gegeven wordt door een anderstalige gastdocent; c. de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs, dan wel de herkomst van de studenten noodzaakt een andere taal te gebruiken. Het College van Bestuur heeft hiertoe een Gedragscode voor het gebruik van andere talen dan het Nederlands in het onderwijs, vastgesteld. 2. In een opleiding die in het Nederlands wordt aangeboden kan gebruik gemaakt worden van anderstalige literatuur. Artikel 5 Voorzieningen voor student met functiebeperking 1. De Head of School biedt aan studenten met een functiebeperking een onderwijsomgeving aan die zo veel als mogelijk gelijkwaardig is aan die van studenten zonder functiebeperking en die gelijkwaardige kansen op studiesucces biedt. De Regeling Studie & Handicap, zoals opgenomen als bijlage bij het Studentenstatuut, voorziet in de benodigde en afgesproken facilitering van betrokkene. Artikel 6 Samenstelling van de propedeutische fase 1. De propedeutische fase heeft drie doelstellingen: a. oriëntatie; b. verwijzing; c. selectie. 2. De propedeutische fase van de opleiding omvat de onderwijseenheden zoals beschreven in bijlage B, met de daarbij vermelde studielast (totaal 60 studiepunten). Artikel 7 Samenstelling van de postpropedeutische fase 1. De postpropedeutische fase van de opleiding - alsmede de daarmee verbonden afstudeerrichting(en- omvat de onderwijseenheden zoals beschreven in bijlage C, met de daarbij vermelde studielast (totaal 180 studiepunten). Artikel 8 Samenstelling Associate-degreeprogramma (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING) 1. Het Associate-degreeprogramma als bedoeld in artikel 2 lid 5 omvat de onderwijseenheden zoals beschreven in de betreffende bijlage met de daarbij 15 vermelde studielast. Artikel 9 Minor 1. Het minorprogramma heeft een omvang van in totaal 30 studiepunten en maakt deel uit van de postpropedeutische fase. 2. De minor die een student volgt, is gerelateerd aan de ambities van de student en heeft een duidelijke relatie met de eindcompetenties van de opleiding. De minor dient een aanvulling te zijn op overige onderdelen van de opleiding die de student volgt. 3. De Examencommissie van de School die de minor heeft ontwikkeld, is verantwoordelijk voor de inhoud van de minor en draagt er zorg voor dat de minor ten minste voldoet aan de eisen gesteld in het volgende lid. 4. De door de instelling aangeboden minoren worden voor het begin van het opleidingsjaar geplaatst op de voor alle studenten toegankelijke website iStenden. Op de website wordt tenminste vermeld: a. welke minoren binnen de instelling worden aangeboden; b. of het aanbieden van de minor wel of niet gebonden is aan een minimum aantal deelnemers; c. welke procedure wordt gehanteerd voor het inschrijven op een minor; d. welke toelatingseisen voor een minor van toepassing zijn; e. welke school verantwoordelijk is voor de inhoud van de minor en wie de verantwoordelijke is binnen het school; f. uit welke onderdelen de minor bestaat, met inbegrip van het aantal studiepunten en de wijze van toetsing en herkansing van elk onderdeel. 5. Gedurende het opleidingsjaar kan de inhoud van een minor niet worden gewijzigd. In afwijking van het bepaalde in de vorige volzin kan een aangeboden minor niet worden verzorgd, ingeval van onvoldoende belangstelling, mits op de website als bedoeld in het vierde lid is aangegeven dat voor het verzorgen van een minor een minimaal aantal deelnemers is vereist. Een minor kan pas worden gevolgd als het propedeutisch examen en tenminste 50 studiepunten zijn behaald. 6. Ongeacht het voorgaande behoeft de toelating van een student tot een minor de goedkeuring van de Examencommissie van de opleiding die de student volgt. De Examencommissie kan ervoor kiezen een lijst te publiceren van minoren die studenten mogen volgen zonder persoonlijk toestemming te hoeven vragen. 7. Buiten de door de instelling aangeboden minoren kunnen studenten minoren volgen via www.kiesopmaat.nl. De toelating van een student tot een minor via deze route behoeft goedkeuring van de Examencommissie van de opleiding waar de student ingeschreven is. Artikel 10 Studeren in het buitenland 1. Voor studeren in het buitenland geldt de Stenden beleidsregel dat maximaal 90 studiepunten van het onderwijsprogramma (30 studiepunten theorie en 60 studiepunten stage) in het buitenland mag worden gedaan. 16 4 Examens en getuigschriften WHW: 7.10, 7.10a, 7.11, 7.12c, 7.19a, 7.33 Artikel 1 De examens van de opleiding 1. In de opleiding wordt de propedeutische fase afgesloten met een examen en de postpropedeutische fase met een afsluitend examen. Is aan de opleiding een Associate-degreeprogramma verbonden dan wordt ook dat programma afgesloten met een examen. 2. De examens als bedoeld in het eerste lid zijn behaald, indien alle onderwijseenheden van de betreffende fase dan wel programma met goed gevolg (examen en beoordeling tezamen) zijn afgelegd, dan wel daarvoor vrijstelling is verkregen. 3. Het afsluitend examen in de postpropedeutische fase kan niet eerder worden behaald dan nadat het propedeutisch examen is behaald, dan wel vrijstelling is verleend voor het afleggen daarvan. 4. De Examencommissie stelt de uitslag vast van de examens bedoeld in het eerste lid, nadat zij heeft onderzocht of de student aan alle voor het betreffende examen geldende verplichtingen heeft voldaan. 5. De Examencommissie reikt een getuigschrift uit aan de student die een examen heeft behaald en ook verder voldoet aan de wettelijke vereisten. Per opleiding wordt één getuigschrift uitgereikt. Geen propedeuse getuigschrift wordt uitgereikt aan degene die van de Examencommissie vrijstelling heeft verkregen om deze fase van de opleiding te volgen. 6. Het examen dat met goed gevolg is afgelegd en de met het oog daarop vervaardigde werkstukken worden door het College van Bestuur gedurende een periode van ten minste zeven jaar bewaard. Artikel 2 Toekenning graden 1. De Examencommissie verleent namens het College van Bestuur de graad Bachelor of Business Administration, indien het afsluitend examen in de postpropedeutische fase met goed gevolg is behaald. 2. In geval van onderwijs in het buitenland is de notitie “Gedragslijn Nederlands Onderwijs in het buitenland” van de Minister van OCW van toepassing. 3. De Examencommissie verleent namens het College van Bestuur de graad Associate Degree, AD, aan degene die met goed gevolg het examen heeft afgelegd van een Associate- degreeprogramma. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING. Artikel 3 Getuigschriften 1. Het College van Bestuur hanteert het model van de getuigschriften en stelt de hierna genoemde bijlagen vast met inachtneming van artikel 7.11 WHW. In ieder geval wordt vermeld: a. de naam van de opleiding en de instelling die de opleiding verzorgt, zoals die worden vermeld in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO); 17 b. welke onderwijseenheden het examen omvatte; c. in voorkomende gevallen welke minor is behaald; d. in voorkomende gevallen welke bevoegdheid met betrekking tot de uitoefening van een beroep aan het getuigschrift is verbonden; e. welke graad door het College van Bestuur is verleend; f. op welk tijdstip de opleiding voor het laatst is geaccrediteerd dan wel “De toets nieuwe opleiding” met goed gevolg heeft ondergaan. 2. De onderwijseenheden van het examen en de behaalde minor worden benoemd in een gewaarmerkte bijlage, waarbij tevens per onderwijseenheid de omvang in studiepunten en de behaalde beoordeling worden vermeld. De beoordeling als bedoeld in de vorige volzin wordt uitgedrukt in gehele cijfers als bedoeld in artikel 9 van hoofdstuk 5. 3. De Examencommissie voegt aan een getuigschrift van het met goed gevolg afgelegde afsluitend examen, een diplomasupplement toe dat voldoet aan het Europese overeengekomen standaardformat. Het diplomasupplement heeft tot doel inzicht te verschaffen in de aard en inhoud van de afgeronde opleiding, mede met het oog op internationale herkenbaarheid van opleidingen. Het in het Nederlands of Engels gesteld diplomasupplement bevat in elk geval: a. de naam van de opleiding en de instelling die de opleiding verzorgt; b. of het een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs dan wel een opleiding in het hoger beroepsonderwijs betreft; c. een beschrijving van de inhoud van de opleiding; d. en de studielast van de opleiding; e. en de Grading Table van de opleiding zoals opgenomen in artikel 9. Artikel 4 Toekenning getuigschriften 1. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de Examencommissie een getuigschrift uitgereikt. 2. De student die aanspraak heeft op uitreiking van een getuigschrift, kan overeenkomstig door het College van Bestuur vast te stellen regels de Examencommissie verzoeken daartoe nog niet over te gaan. 3. Indien de student een fout constateert op zijn resultatenoverzicht dan dient de student direct contact op te nemen met de afdeling ESR – Information & Registration Centre. Indien daar geen fout wordt geconstateerd dan dient hij uiterlijk binnen vier schoolweken na vaststelling van de definitieve uitslag van een onderwijseenheid, schriftelijk te reageren naar de Examencommissie. 4. Voor de datum op het getuigschrift wordt de datum aangehouden waarop de Examencommissie heeft vastgesteld dat de student aan de voorwaarden heeft voldaan. Als procedurele voorwaarde voor toekenning van het getuigschrift geldt dat de student ingeschreven moet staan bij de opleiding. Artikel 5 Ondertekening getuigschriften 1. Het getuigschrift wordt namens het College van Bestuur ondertekend: a. Door de voorzitter en de secretaris van de Examencommissie of hun plaatsvervangers; b. Door de student. 2. Het diplomasupplement bij het getuigschrift genoemd in artikel 3 worden 18 ondertekend en voorzien van naam door de voorzitter van de Examencommissie en secretaris of hun plaatsvervangers. 3. De namen tekenbevoegden worden geregistreerd in een handtekeningenregister. Dit register wordt beheerd door de afdeling ESR-Toetsbureau. Artikel 6 Data van de uitslag en uitreiking getuigschriften 1. Aan het begin van elk studiejaar stelt de Examencommissie de data vast waarop de uitslag als bedoeld in artikel 1 wordt vastgesteld, met inachtneming van het derde en vierde lid van artikel 1. 2. Aan het begin van elk studiejaar stelt de Head of School de data vast waarop de getuigschriften als bedoeld in artikel 3 in een openbare bijeenkomst worden uitgereikt. 3. Het vaststellen van de uitslag van het propedeutisch examen vindt tweemaal per jaar plaats, aan het einde van het opleidingsjaar, na verwerking van de resultaten van de laatste herkansingen. Op verzoek van de student kan de uitslag ook tussentijds in de loop van het opleidingsjaar vastgesteld worden. Artikel 7 Cum laude-regeling 1. De student dient bij de Examencommissie een verzoek in tot toekenning van het predicaat Cum Laude bij het propedeusegetuigschrift. Het verzoek wordt vergezeld van een door de student aangeleverd overzicht van alle door de student behaalde beoordelingen op basis waarvan de student meent aanspraak te kunnen maken op het predicaat Cum Laude. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING 2. De student dient bij de Examencommissie een verzoek in tot toekenning van het predicaat Cum Laude bij het bachelorgetuigschrift. Het verzoek wordt vergezeld van een door de student aangeleverd overzicht van alle door de student behaalde beoordelingen op basis waarvan de student meent aanspraak te kunnen maken op het predicaat Cum Laude. 3. Het beoordelen van de toekenning van het predicaat Cum Laude vindt plaats door de Examencommissie. 4. De Examencommissie geeft het predicaat cum laude bij het behalen van het bachelorgetuigschrift als de student voldoet aan de volgende voorwaarden: a. Het gewogen gemiddelde op basis van behaalde studiepunten van alle behaalde cijfers is 8,0 of hoger; b. De student moet voor alle individuele studie-onderdelen van de propedeutische fase minimaal een voldoende hebben behaald en mag geen enkele herkansing hebben gedaan De student mag voor maximaal 25% van het aantal studiepunten een vrijstelling hebben gekregen; Artikel 8 Verklaringen 1. Een student die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift als bedoeld in artikel 4 kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd, mits binnen een jaar na uitschrijving van de student, een door de desbetreffende Examencommissie af te geven verklaring waarin in elk geval de tentamens zijn vermeld die door hem met goed gevolg zijn afgelegd. Artikel 9 Grading table van de opleiding 19 LMAD 10 9,5 9 8,5 8 7,5 7 6,5 6 5,5 LM 10 9,5 9 8,5 8 7,5 7 6,5 6 5,5 % 2% 1% 2% 3% 8% 11% 19% 20% 19% 14% Cumulative 2% 3% 5% 8% 16% 28% 46% 67% 86% 100% IBMS 10 9,5 9 8,5 8 7,5 7 6,5 6 5,5 % 0% 0% 1% 2% 8% 11% 26% 23% 24% 6% Cumulative 0% 0% 1% 3% 11% 22% 48% 70% 94% 100% LE CE 10 9,5 9 8,5 8 7,5 7 6,5 6 5,5 % 0% 0% 1% 3% 8% 13% 24% 19% 18% 13% Cumulative 0% 0% 1% 4% 12% 26% 50% 69% 87% 100% IBL OLB 10 9,5 9 8,5 8 7,5 7 6,5 6 5,5 % 0% 0% 4% 3% 19% 9% 28% 9% 22% 5% Cumulative 0% 1% 4% 8% 26% 36% 64% 73% 95% 100% LM % 23% 25% Cumulative 100% 111% 5 4,5 % 1% 0% 1% 1% 7% 12% 19% 22% 23% 15% Cumulative 1% 1% 1% 3% 10% 22% 41% 63% 85% 100% TM 10 9,5 9 8,5 8 7,5 7 6,5 6 5,5 % 2% 1% 4% 8% 14% 17% 19% 12% 12% 9% Cumulative 2% 3% 7% 15% 30% 47% 66% 79% 91% 100% S % 0% 0% 2% 3% 8% 14% 21% 18% 20% 14% Cumulative 0% 0% 2% 5% 13% 27% 48% 66% 86% 100% HRM 10 9,5 9 8,5 8 7,5 7 6,5 6 5,5 % 0% 1% 4% 7% 15% 15% 20% 14% 15% 9% Cumulative 0% 2% 5% 12% 27% 42% 61% 76% 91% 100% B 10 9,5 9 8,5 8 7,5 7 6,5 6 5,5 % 0% 1% 3% 7% 12% 15% 22% 14% 14% 11% Cumulative 0% 1% 4% 12% 24% 39% 61% 75% 89% 100% RBS 10 9,5 9 8,5 8 7,5 7 6,5 6 5,5 % 0% 0% 1% 2% 8% 7% 23% 16% 26% 17% Cumulative 0% 0% 1% 3% 10% 17% 41% 57% 83% 100% MEM 10 9,5 9 8,5 8 7,5 7 6,5 6 5,5 % 0% 0% 1% 4% 9% 12% 18% 18% 20% 18% Cumulative 0% 0% 2% 6% 15% 27% 45% 62% 82% 100% Inf % 0% 0% 1% 4% 9% 12% 18% 18% 20% 18% Cumulative 0% 0% 2% 6% 15% 27% 45% 62% 82% 100% C % 25% 28% Cumulative 97% 108% TM % 17% 19% Cumulative 112% 124% S 10 9,5 9 8,5 8 7,5 7 6,5 6 5,5 LMAD 5 4,5 10 9,5 9 8,5 8 7,5 7 6,5 6 5,5 5 4,5 20 R A 4 3,5 3 27% 29% 32% 123% 134% 146% 4 3,5 3 30% 33% 36% 120% 132% 143% 4 3,5 3 20% 21% 23% 136% 148% 161% Grading Table - explanation A grading table provides the statistical distribution of possible grades for a programme. The grading system used at Stenden Hogeschool (University of Applied Sciences) is a number in the range 1.0 to 10.0, 5.5 being the lowest pass grade. The grading table will only consider pass grades and is based on all grades from the past three years. A grading table is created for each program separately and is updated annually. An example of a grading table is shown below. Grade Count Percentile Cumulative 10 20 1% 1% 9.5 68 2% 2% 9 175 5% 7% 8.5 295 8% 14% 8 592 15% 30% 7.5 595 15% 45% 7 710 18% 63% 6.5 515 13% 77% 6 570 15% 91% 5.5 340 9% 100% Total 3880 In words: an 8.5 score is in the top 14% of all students in this programme. The percentile can be used to interpret the grade of a student independently of the grading system used. When a Stenden grade needs to be compared (or even converted) to a grade from another university with another grading system a Grading Table of the programme from the other university is required. Example: Below is a grading table of a university involved in an exchange program. A student has Stenden grade 8, the corresponding cumulative percentile is 30%. The best match in the table below is the 28% percentile which translates to ©. Grade percentile Cumulative β 1% 1% ¥ 4% 5% © 23% 28% ‡ 45% 73% § 27% 100% Please note: a separate Grading Table is required for each programme. 21 Artikel 10 Rechtsbescherming 1. De student die het oneens is met een beslissing van de Examencommissie op grond van de bepalingen in dit hoofdstuk kan daar tegen bezwaar maken bij de Examencommissie van de opleiding. 2. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de Examencommissie op het ingediende bezwaar in beroep te gaan bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX). 3. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de COBEX in beroep te gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag. 22 5 Tentamens, toetsen en beoordelen WHW: 7.3, 7.8b, 7.11, 7.12b, 7.12c, 7.13, 7.34, 7.61, 7.10. Artikel 1 Vorm van de tentamens3 en toetsen4 1. De onderwijseenheden 5 van het onderwijsprogramma worden getoetst op de wijze zoals aangegeven in de bijlage met de samenstelling van de propedeutische en postpropedeutische fase. 2. Een tentamen en of toets die door een groep van studenten gezamenlijk dient te worden uitgevoerd, wordt zodanig ingericht dat deze voor elke betrokken student tot een individuele beoordeling leidt. Daarbij wordt in ieder geval gewaarborgd dat de kwalificatie ‘onvoldoende’ als beoordeling wordt toegekend aan de student die zich onvoldoende heeft ingezet bij de uitvoering van deze toets. In de formulering van de opdracht wordt aangegeven hoe hieraan concreet invulling is gegeven. 3. Van een tentamen en of toets die bij herhaling in hetzelfde opleidingsjaar wordt aangeboden, moeten alle gelegenheden in dat opleidingsjaar dezelfde vorm hebben. 4. Van de bepaling in het vorige lid kan worden afgeweken in geval van overmacht of indien het om organisatorische en/of onderwijskundige redenen niet mogelijk is een herkansing aan te bieden met dezelfde vorm als de eerste gelegenheid in het betreffende opleidingsjaar. In dat geval mag de herkansing een andere vorm hebben, maar moet wel zijn voldaan aan de eisen van gelijkwaardigheid zoals bedoeld in artikel 4 van dit hoofdstuk. Behalve ingeval van overmacht dient een situatie zoals beschreven in de vorige volzin aan het begin van het opleidingsjaar te worden bekend gemaakt en betreft de volgende onderwijseenheden: a. onderwijseenheid ; DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING. 5. Een student met een functiebeperking kan aan de Examencommissie verzoeken gelegenheid te krijgen de toetsen op een zo veel mogelijk aan zijn individuele beperking aangepaste wijze af te leggen. De procedure is beschreven in de Regeling Studie & Handicap zoals opgenomen als bijlage bij het Studentenstatuut. 6. Een student die voldoet aan de criteria van de door het College van Bestuur vastgestelde Regeling Financiële ondersteuning student-topsporter kan de Examencommissie verzoeken om een aangepaste inroostering van de toetsen, waarbij - indien dit naar het oordeel van de Examencommissie mogelijk is en voor de opleiding niet bezwaarlijk - zo veel mogelijk wordt aangesloten bij de individuele mogelijkheden van de student. Artikel 2 Volgorde van tentamens en toetsen 3 Tentamen = een onderzoek naar kennis, inzicht, vaardigheden als bedoeld in art. 7.3 en 7.10 WHW, waarvan de uitkomst in een beoordeling wordt uitgedrukt en die de afsluiting vormt van een onderwijseenheid. 4 Toets = een onderdeel van een tentamen waaraan een beoordeling door een examinator is verbonden. 5 Onderwijseenheid = als bedoeld in art. 7.3 WHW, die in samenhang met andere onderwijseenheden het onderwijsprogramma van de opleiding vormt, waaraan een tentamen is verbonden. Een onderwijseenheid kan betrekking hebben op een praktische oefening. 23 1. De tentamens en toetsen van de onderwijseenheden van het propedeutisch examen en van het afsluitend examen kunnen binnen de desbetreffende fase in een willekeurige volgorde worden afgelegd. 2. Ongeacht het bepaalde in de vorige leden kan een minor pas worden gevolgd als is voldaan aan het bepaald in artikel 9 van hoofdstuk 3. Artikel 3 Tijdvakken en frequentie van tentamens en toetsen 1. Tot het afleggen van de tentamens en toetsen van de propedeutische fase wordt elk opleidingsjaar ten minste tweemaal gelegenheid gegeven, de eerste maal direct aansluitend op het onderwijs in de desbetreffende onderwijseenheid. 2. Tot het afleggen van de tentamens en toetsen van de postpropedeutische fase wordt elk opleidingsjaar ten minste tweemaal gelegenheid gegeven, waarvan eenmaal direct aansluitend op het onderwijs in de desbetreffende onderwijseenheid. 3. Bij het bepalen van de datum van de tweede tentamen- en of toetsgelegenheid in een opleidingsjaar, wordt rekening gehouden met de vereiste studeerbaarheid van het totale programma voor een student. 4. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid wordt in een opleidingsjaar slechts eenmaal gelegenheid gegeven voor het afleggen van het tentamen of een toets van een onderwijseenheid waarvan het onderwijs in dat opleidingsjaar niet is gegeven Tot het maken van het betreffende tentamen en of toets bestaat nog tweemaal de mogelijkheid, te rekenen vanaf het laatste opleidingsjaar waarin de bedoelde onderwijseenheid wordt aangeboden. 5. De tijdvakken waarin de toetsgelegenheden worden aangeboden, worden jaarlijks door de Examencommissie vastgesteld en uiterlijk bij aanvang van het opleidingsjaar bekend gemaakt. 6. Een student die verhinderd is van een toetsgelegenheid gebruik te maken, is aangewezen op de volgende toetsgelegenheid. In bijzondere gevallen kan de Examencommissie besluiten in een voor de student gunstige zin af te wijken van deze regel. Artikel 4 Gestelde eisen tentamens en toetsen 1. De Examencommissie maakt voor elk tentamen en elke toets afzonderlijk tijdig bekend welke eisen worden gesteld bij het afleggen van dat tentamen of die toets, zodat de student zich zo goed mogelijk kan voorbereiden. De Examencommissie vermeldt daarbij ook welke hulpmiddelen zijn toegestaan en welke beoordelingsnormen zullen worden gehanteerd. Deze informatie is in ieder geval opgenomen in het onderwijsmateriaal van de betreffende onderwijseenheid. Voor zover dat bij het ter perse gaan van dit Onderwijs- en Examenreglement mogelijk was, zijn bij het tentamen toegestane hulpmiddelen vermeld in de Bijlagen . 2. Van een tentamen of toets die bij herhaling binnen een opleidingsjaar wordt aangeboden, moet elke gelegenheid wat betreft inhoud, niveau en zwaarte gelijkwaardig zijn aan de voorafgaande gelegenheid. 3. Wanneer een student een onderwijseenheid niet heeft behaald in het opleidingsjaar waarin hij het onderwijs in die onderwijseenheid heeft gevolgd en in het volgende opleidingsjaar alsnog een tentamen of toets in die 24 onderwijseenheid wil afleggen, gelden ten aanzien van de gestelde eisen de eisen van het lopende opleidingsjaar. Artikel 5 Inschrijvingsprocedure voor tentamens en toetsen 1. Voor mondelinge tentamens en toetsen en voor tentamens of toetsen ter afsluiting van praktische oefeningen dient de student zich tijdig in te schrijven, op een nader door de Examencommissie aan te geven wijze. De student maakt een individuele afspraak met de betreffende docent. 2. Voor andere toets- en tentamenvormen dan genoemd in het eerste lid is de student verplicht zich te houden aan de volgende inschrijvingsprocedure voor deelname aan schriftelijke tentamens en toetsen: a. De student is verplicht zich digitaal voor een schriftelijke tentamen- en of toetskans in te schrijven, tenzij anders is bepaald. De student moet na inschrijving een bewijs van inschrijving uitprinten. b. Indien een student niet kan intekenen voor een toets en of tentamen dan neemt de student voor sluitingstijd van intekening rechtstreeks contact op met het ESR-Toetsservicebureau. Voor de vestigingen Emmen, Meppel en Assen geldt dat de student contact opneemt met het secretariaat van de opleiding, die vervolgens contact opneemt met het ESR- Toetsservicebureau; c. Inschrijven betekent verplicht deelnemen aan de toets en of tentamen én een kans gebruiken, overmachtsituaties uitgezonderd; d. Iedere secretaris van de Examencommissie meldt aan het ESRToetsservicebureau voor 15 mei van elk opleidingsjaar het aantal tentamen- en toetsgelegenheden dat een student aan de desbetreffende opleiding aangeboden krijgt. Bij overschrijding van dit aantal gelegenheden wordt de intekening voor deelname aan de betreffende toets en of tentamen geblokkeerd; e. Het ESR-Toetsservicebureau publiceert bij aanvang van het opleidingsjaar het jaartoetsrooster per opleiding. Het definitieve rooster worden uiterlijk twee schoolweken voor een tentamenperiode gepubliceerd; f. Verzoek tot wijziging van intekening voor een toets en of tentamen moet altijd door de student ter beoordeling aan de secretaris van de Examencommissie worden voorgelegd, overmachtsituaties uitgezonderd. Na toestemming van de secretaris van de Examencommissie kan tot twee werkdagen voor aanvang van de toetsweek/-periode tot 12.00 uur de toegestane wijzigingen door ESR- Toetsservicebureau worden verwerkt; g. Indien de student te laat is met digitaal intekenen én er is daarbij sprake van bijzondere omstandigheden dan neemt de student rechtstreeks contact op met de secretaris van de Examencommissie. Artikel 6a Praktische gang van zaken bij schriftelijke tentamens en toetsen Bij het afnemen van tentamens en toetsen moet aan de eisen gesteld in de volgende leden worden voldaan: 1. De student dient zich te kunnen legitimeren door middel van zijn of haar Multifunctionele kaart (MFK). Daarnaast moet de student zich desgevraagd kunnen legitimeren met een geldig identiteitsbewijs. 2. De student dient vijf minuten voor aanvang van het aanvangstijdstip in de tentamenzaal aanwezig te zijn en plaats te nemen op de door de organisatie 25 aangewezen plaats. 3. Degene die als gevolg van overmacht meer dan 30 minuten te laat arriveert, kan de toegang worden geweigerd. 4. Het is niet toegestaan om gedurende de eerste 30 minuten het lokaal te verlaten. 5. De aanwijzingen van de examinator of surveillant moeten worden opgevolgd. 6. De aangegeven tijd voor een toets en/of tentamen is inclusief het uitreiken en verzamelen van tentamenopgaven en antwoordformulieren. 7. De student dient bij ontvangst van de toets- en/of tentamenopgaven te controleren of hij een juist en volledig exemplaar heeft ontvangen. 8. Het is niet toegestaan om het tentamen en toets te maken op ander dan door de surveillant uitgedeelde antwoordformulieren. 9. De student dient -indien van toepassing- op de toets- en of tentamenopgaven en het antwoordformulier te vermelden: a. b. c. d. e. f. Naam; studentnummer / relatienummer; toets en/of tentamen; aantal antwoordformulier-bladen dat wordt ingeleverd; datum waarop aan de toets en of tentamen is deelgenomen; handtekening van de student. 10. Het gebruik van andere hulpmiddelen dan schrijfgerei en het ter plekke uitgereikte materiaal is uitsluitend toegestaan als dit uitdrukkelijk is aangegeven. 11. Elektronische apparaten waar gegevens op kunnen worden geraadpleegd of opgeslagen dienen vóór de aanvang te worden uitgezet en te worden weggeborgen in een afgesloten tas. 12. Het is niet toegestaan zonder toestemming van de examinator of surveillant te communiceren met andere personen in of buiten het lokaal waar het tentamen of de toets wordt afgenomen. 13. De examinator en de surveillant zijn bevoegd passende maatregelen te nemen indien de orde en rust worden verstoord. 14. De toets- en of tentamenopgaven moeten tegelijkertijd met de antwoordformulieren bij aftekening worden ingeleverd bij de surveillant. 15. De student wordt geacht aan een schriftelijke toets en of tentamen te hebben deelgenomen als de toets- en of tentamenopgaven en het totale aantal antwoordformulieren is ingeleverd en de presentielijst is getekend. Dit artikellid is onverkort van toepassing op degene die het antwoordformulier niet dan wel onvolledig heeft ingevuld. 16. Aan studenten met een functiebeperking kan de Examencommissie een verlenging van de standaardduur van het tentamen en of toets en/of het gebruik van hulpmiddelen toestaan, naast de bevoegdheid bepaald in artikel 1 voor studenten met een functiebeperking de toetsvorm nog verder aan te passen aan de mogelijkheden van de betrokken student. 26 17. Indien de student een klacht wil indienen betreffende de afname van een toets en of tentamen dan laat de student zijn/ haar klacht direct op het protocolformulier noteren door een surveillant van de toets en of tentamen. Daarnaast schrijft de student een schriftelijke klacht, binnen de duur van 6 weken aan de betreffende Examencommissie. 18. Indien een student een klacht heeft betreffende de inhoud van de toets en of tentamen dan moet deze klacht schriftelijk binnen twee werkdagen ingeleverd worden bij de secretaris van de betreffende Examencommissie. De benodigde toetsen of tentamensleutel wordt binnen 24 uur na afloop van de toets en of tentamen beschikbaar gesteld. Artikel 6b Artikel 7 Praktische gang van zaken bij digitale tentamens en toetsen DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING Mondelinge tentamens en toetsen 1. Mondeling wordt niet meer dan één student tegelijk getoetst, tenzij de Examencommissie anders heeft bepaald. 2. Het mondeling afnemen van een toets en of tentamen is niet openbaar, tenzij de Examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt. 3. Bij het afnemen van een mondeling tentamen en of toets met een studiebelasting van minimaal 28 uur dient een tweede examinator aanwezig te zijn of dient het examen met behulp van audiovisuele middelen te worden vastgelegd. Artikel 8 Vaststelling van de beoordelingen 1. De examinator stelt de beoordeling vast. De termijn voor de vaststelling van de beoordeling is in de regel dertien werkdagen, nadat het schriftelijke werk is gemaakt. Indien deze termijn wordt overschreden, wordt dit door de Examencommissie met redenen omkleed aan de student gemeld. 2. Ten aanzien van de uitslagen van de laatste onderwijsperiode van een opleidingsjaar kan door de opleidingen een versnelde procedure worden toegepast. 3. De beoordeling van een tentamen en of toets door een examinator geschiedt voor elke student afzonderlijk. 4. Indien de voorlopige uitslag van een tentamen en of toets door meer dan één examinator wordt vastgesteld, geschiedt de vaststelling in onderling overleg. Indien de examinatoren niet tot overeenstemming kunnen komen, wordt, nadat de betrokken examinatoren zijn gehoord, de definitieve uitslag vastgesteld door de voorzitter van de Examencommissie. 5. De datum waarop een student een toets en/of tentamen heeft behaald is de datum waarop de toets en of tentamen is afgelegd en beoordeeld. Antedatering is niet toegestaan. 6. De examinator stelt de beoordeling van een mondelinge toets en of tentamen vast direct, dan wel dezelfde dag na het afnemen van die toets en of tentamen en verstrekt de student een schriftelijke verklaring met de uitslag. 7. De Examencommissie stelt vast of de student aan de gestelde eisen voor de toets en/of tentamen heeft voldaan. 27 Artikel 9 Normering van de beoordelingen 1. De uitslag van een tentamen en of toets wordt uitgedrukt in een cijfer op een schaal van 1 tot en met 10 met ten hoogste één decimaal dan wel in een kwalificatie uitmuntend /goed/ voldoende/ onvoldoende. 2. Als laagste kwalificatie ‘voldoende’ geldt het cijfer 5,5. 3. Voor het afronden van decimale getallen gelden de volgende regels: a. Het gemiddelde van meerdere cijfers wordt naar beneden afgerond (=afgekapt) op één decimaal; b. Indien aan de orde wordt een cijfer met één decimaal op de normale, rekenkundige manier afgerond op een geheel getal (het cijfer 5,5 wordt dan afgerond tot een 6). 4. Indien de tentamen- en of toetsuitslag samengesteld wordt uit verschillende deelresultaten, wordt de wijze waarop de uitslag berekend wordt (bijvoorbeeld een rekenkundig of gewogen gemiddelde) nauwkeurig in de OER beschreven. 5. Bij deelname aan een tentamen en of toets krijgt de student tenminste het cijfer één of de kwalificatie onvoldoende. 6. Indien een tentamen en of toets niet met goed gevolg is afgelegd kan een student een verzoek indienen bij de Examencommissie tot een second opinion van de betreffende toets en of tentamen. De termijn voor het indienen van het verzoek bedraagt [termijn invullen]. 7. Indien de student een reeds eerder afgelegde toets en of tentamen nogmaals aflegt, is de hoogst behaalde beoordeling bepalend voor de vraag of de student aan zijn verplichtingen heeft voldaan. Artikel 10 Het verlenen van vrijstellingen 1. Een vrijstelling wordt door een Examencommissie altijd individueel verleend op basis van haar vrijstellingenbeleid en met in achtneming van de navolgende bepalingen van dit artikel. Zie ook de Bijlage Vrijstellingenbeleid. 2. Studenten studerend op één van de site(s) van Stenden Hogeschool volgen op enig moment een representatief deel van het onderwijs van de opleiding met een omvang van 60 EC bij de Nederlandse instelling. Dit onderwijsprogramma wordt uitgewerkt in de betreffende bijlage. Dit is van toepassing voor studenten die ingeschreven zijn vanaf september 2012. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING. 3. Studenten met het diploma diploma invullen zijn vrijgesteld van het afleggen van de toetsen van de volgende onderwijseenheden genoemd in de bijlage met de samenstelling van propedeutische en postpropedeutische fase: a. onderwijseenheid; DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING. 4. De student die in aanmerking wil komen voor de in dit artikel genoemde vrijstellingen, dient hiertoe een schriftelijk gemotiveerd verzoek in bij de Examencommissie. Bij het verzoek moet het diploma worden overgelegd evenals verdere bewijsstukken om aan te tonen dat reeds is voldaan aan de vereisten voor de onderwijseenheden waarvoor vrijstelling wordt gevraagd. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING. 28 5. Vrijstellingen kunnen mede gebaseerd zijn op EVC. Degene die op basis van een EVC-procedure meent in aanmerking te komen voor een of meer vrijstellingen, dient hiertoe een gemotiveerd verzoek in bij de Examencommissie, met bijsluiting van de EVC-rapportage. 6. Degene die op andere dan in de vorige leden bedoelde gronden meent in aanmerking te komen voor vrijstelling van het afleggen van een tentamen of toets, dient daartoe een schriftelijk en gemotiveerd verzoek in bij de Examencommissie, waarbij tevens de bewijsstukken ter onderbouwing van het verzoek worden overgelegd. 7. De Examencommissie beoordeelt mede aan de hand van de overgelegde bewijsstukken of wordt voldaan aan de vereisten gesteld voor de desbetreffende onderwijseenheid of onderdelen daarvan. 8. De Examencommissie kent een individueel verzoek om een vrijstelling toe, indien verzoeker aantoonbaar voldoet aan de vereisten gesteld voor de desbetreffende onderwijseenheid, dan wel voor – in voldoende mate afgeronde - onderdelen daarvan. De Examencommissie informeert de student over haar beslissing binnen zes schoolweken gerekend vanaf de datum waarop het verzoek is ontvangen. 9. Vrijstellingen worden in het resultatenoverzicht van de student getoond met de omschrijving “vrijstelling‟. Een tentamen en of toets waarvoor de student vrijstelling heeft gekregen, telt niet mee in eventuele middelingen tot een eindcijfer van de onderwijseenheid waarbij dit tentamen en toets is betrokken. Artikel 11 Toekenning van studiepunten 1. Als een onderwijseenheid wordt afgesloten met een tentamen, is de onderwijseenheid behaald en worden de bijbehorende studiepunten toegekend indien de student voor het tentamen en of toets een voldoende resultaat heeft behaald. 2. Als een onderwijseenheid wordt afgesloten met twee of meer (deel)toetsen, is de onderwijseenheid behaald en worden de bijbehorende studiepunten toegekend indien de student als beoordeling voor de onderwijseenheid een voldoende resultaat heeft ontvangen en tevens de resultaten voor de (deel)toetsen en of (deel) tentamens voldoen aan de daaraan gestelde eisen. In het bouwsteenboek wordt, indien aan de orde, dit voor de onderwijseenheid uitgewerkt. 3. Als de student voor een onderwijseenheid een vrijstelling heeft gekregen, is de onderwijseenheid behaald en worden de bijbehorende studiepunten toegekend. 4. Een minorprogramma is behaald en de bijbehorende studiepunten worden toegekend indien de student alle onderwijseenheden heeft behaald waaruit de minor is samengesteld. 5. Als datum waarop de studiepunten zijn behaald, wordt geregistreerd de datum waarop de toets en of tentamen, c.q. de laatste deeltoets is afgelegd inclusief de beoordeling die heeft geleid tot het behalen van de onderwijseenheid c.q. de minor. Antedatering is niet mogelijk. 29 6. Heeft een onderwijseenheid in het voltijd of deeltijd onderwijs betrekking op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening, dan worden aan die onderwijseenheid alleen studiepunten toegekend als de activiteiten onder begeleiding van de opleiding plaatsvinden. Artikel 12 Vastlegging en bekendmaking van de beoordelingen 1. De beoordelingen die een student heeft behaald, worden uiterlijk vijftien werkdagen na het maken van het tentamen en of de toets opgenomen in een geautomatiseerd systeem van studievoortgangregistratie (ProgRESS.www). Op het gebruik van dit systeem is de Regeling Bescherming Persoonsgegevens van de instelling van toepassing. 2. De registratie van studieresultaten vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de Examencommissie. 3. De student ontvangt van de behaalde beoordelingen geen schriftelijk bewijsstuk maar kan deze inzien in ProgRESS.www. 4. Indien de student een fout constateert op zijn resultatenoverzicht dan dient de student direct contact op te nemen met de afdeling ESR-Toetsservicebureau. Indien daar geen fout wordt geconstateerd dan dient hij uiterlijk vier schoolweken, na vaststelling van de definitieve uitslag van een onderwijseenheid, schriftelijk te reageren naar de Examencommissie. 5. Indien er een toets en of tentamenuitslag ontbreekt op de publicatielijst dan neemt de betreffende student direct contact op met de afdeling ESRToetsservicebureau. 6. Bij het ontbreken van een toets- en of tentamenuitslag worden protocolformulier, presentielijst en toets- en of tentamenopgaven door de afdeling ESRToetsservicebureau gecontroleerd. 7. Indien de student op protocolformulier en presentielijst als aanwezig staat geregistreerd en de toets- en of tentamenopgave ontbreekt dan dient de student schriftelijk een klacht in bij de secretaris van de Examencommissie. Artikel 13 Geldigheidsduur van studieresultaten 1. De geldigheidsduur van examenonderdelen is in beginsel onbeperkt. In afwijking hiervan kan de Examencommissie aan de student een aanvullend dan wel een vervangend tentamen opleggen indien het examenonderdeel langer dan acht jaar geleden is behaald. 2. Als wettelijk bewijs gelden de resultaten zoals vastgesteld door de Examencommissie. Artikel 14 Inzage van tentamens en toetsen 1. De Examencommissie draagt er zorg voor dat de student het door hem gemaakte en beoordeelde schriftelijk tentamen en of toetswerk kan inzien binnen twee maanden na de laatste dag van een tentamen en of toetsperiode of tenminste tien schooldagen voor een eventuele herkansing, tenzij afgeweken moet worden van gestelde termijnen op grond van redelijkheid en billijkheid 6. 2. Een student kan alleen inzage worden geboden in schriftelijk en beoordeeld tentamen- en of toetswerk in het bijzijn van de betrokken examinator of diens 6 De landelijk verplichte toetsen van de opleiding Leraar Basisonderwijs zijn hier van uitgezonderd. 30 plaatsvervanger. 3. De Examencommissie kan bepalen, dat de inzage of kennisneming geschiedt op een vaste plaats en op een vast tijdstip. Artikel 15 Bewaring van afgelegde tentamens en toetsen 1. De Examencommissie draagt er zorg voor dat de inspectie en organisaties in het kader van het accreditatieproces kennis kunnen nemen van de opdrachten, de opgaven en de bijbehorende beoordelingsnormen voor de schriftelijke en praktische examenonderdelen, alsmede inzage kunnen hebben in het schriftelijk tentamen- en of toetswerk. 2. In geval van beroep tegen de uitslag van een schriftelijk tentamen en of toets wordt het werk bewaard gedurende de periode dat nog niet op het (hoger) beroep is beslist. 3. De Examencommissie draagt er zorg voor, dat van elke student de tijdens het (post-) propedeutisch examen behaalde cijfers dan wel kwalificaties en de uitslag van het examen en het bijbehorende toets- en of tentamenwerk bewaard blijven in het archief van de opleiding, conform de “Selectielijst voor de administratieve neerslag van de openbaar gezagtaken en niet-publiekrechtelijke werkprocessen van Nederlandse hogescholen”, 2013. 4. Wanneer een student na afloop van een schriftelijke toets en/of tentamen de toets- en/of tentamenopgaven en het totale aantal antwoordformulieren heeft ingeleverd wordt dit door de surveillant afgetekend op het protocolformulier. Op dat moment gaat de verantwoordelijkheid tot zorgvuldige bewaring van een schriftelijke tentamenwerk over op de hogeschool. 5. In het geval dat tentamen- en of toetswerk als bedoeld in artikel 15.4 desalniettemin zoek raakt waardoor geen beoordeling kan plaatsvinden, wordt deze gang van zaken door de Examencommissie vastgesteld. Vervolgens wordt, na de betreffende student te hebben gehoord, door de betrokken docent, onderscheidenlijk coördinator, vastgesteld op welk tijdstip en in welke vorm de toets en/of tentamen opnieuw moet worden afgelegd. 6. De Examencommissie geeft de documenten bedoeld in de vorige leden op zodanige wijze in bewaring dat de authenticiteit van de documenten gedurende de bewaartermijn gewaarborgd is. 7. De student is gehouden een afschrift (schriftelijk en/of digitaal) van het ingeleverde toets- en of tentamen(onderdeel) onder zich te houden gedurende één jaar na inlevering, voor zover de omstandigheden zich hiertegen niet verzetten. 8. Een kopie van het getuigschrift en diplomasupplement wordt gedurende dertig jaren in het archief bewaard. Artikel 16 Fraude en plagiaat 1. Indien een student of extraneus fraudeert en of plagiaat pleegt, kan de Examencommissie betrokkene het recht ontnemen één of meer door de Examencommissie aan te wijzen toetsen, tentamens of examens af te leggen, gedurende een door de Examencommissie te bepalen termijn van ten hoogste een jaar. 2. Bij ernstige fraude kan het College van Bestuur op voorstel van de Examencommissie de inschrijving voor de opleiding van de betrokken student of 31 extraneus definitief beëindigen. 3. Wat in dit artikel wordt aangemerkt als fraude of ernstige fraude als bedoeld in artikel 7.12b WHW is nader uitgewerkt in het Reglement Fraude en Plagiaat Stenden Hogeschool, zoals opgenomen als bijlage bij het Studentenstatuut. Artikel 17 Intellectueel eigendom 1. Het auteursrecht van een werk komt toe aan de student, mits deze als maker ervan kan worden aangemerkt. 2. Als maker wordt, behoudens tegenbewijs, beschouwd degene die als zodanig op of in het werk is aangeduid. 3. Indien het werk tot stand is gebracht naar het ontwerp van een ander dan de student en onder diens leiding en toezicht, dan wordt deze ander als maker van dat werk aangemerkt. Artikel 18 Rechtsbescherming 1. De student die het oneens is met een beslissing van de Examencommissie op grond van de bepalingen in dit hoofdstuk kan daar tegen bezwaar maken bij de Examencommissie van de opleiding. 2. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de Examencommissie op het ingediende bezwaar in beroep te gaan bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX). 3. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de COBEX in beroep te gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag. 32 6 Studieloopbaanbegeleiding en Studieadvies WHW: Artikel 1 art. 5.5, 7.8b, 7.13, 7.34, 7.51, 7.59, 11.15. Studieloopbaanbegeleiding 1. De Head of School draagt zorg voor de studieloopbaanbegeleiding van elke student, mede ten behoeve van zijn oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding. 2. De Head of School besteedt bij de studieloopbaanbegeleiding bijzondere zorg aan de begeleiding van studenten met een functiebeperking waarvan de deelname in het hoger onderwijs in belangrijke mate achterblijft bij de deelname van studenten die hier niet toe behoren. 3. De Head of School besteedt namens het College van Bestuur bij de studieloopbaanbegeleiding bijzondere zorg aan de begeleiding van studenten die behoren tot een etnische of culturele minderheid waarvan deelname aan het hoger onderwijs in betekenende mate achterblijft bij de deelname van Nederlanders die niet behoren tot een dergelijke minderheid. 4. De student kan zich wenden tot zijn studieloopbaancoach voor problemen die rechtstreeks samenhangen met de studie. 5. De student kan zich wenden tot de decaan voor problemen van persoonlijke aard, al dan niet rechtstreeks samenhangend met de studie. Artikel 2 Studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling 1. Namens het College van Bestuur brengt de Examencommissie aan iedere student aan het einde van diens eerste jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling voor de propedeutische fase van de opleiding advies uit over de voortzetting van zijn studie binnen de opleiding. 2. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student kenbaar maakt, mag in geval van de september-instroom niet later worden verstuurd dan in de derde week van de maand juli. 3. Voor de februari-instroom wordt in afwijking van lid 1 het woord ‘jaar’ vervangen door 13 maanden. Deze uitzondering ten opzichte van de reguliere instroom in september vindt plaats op grond van organisatorische redenen die worden veroorzaakt door een afwijkende opbouw van het opleidingsjaar bij de februariinstroom. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student kenbaar maakt, mag in geval van de februari-instroom niet later worden verstuurd dan in de laatste week van februari. 4. Het studieadvies heeft een bindend afwijzend karakter indien de student minder dan 51 studiepunten uit de propedeutische fase heeft behaald, alsmede niet de door de opleiding aangewezen onderwijseenheden uit de propedeutische fase met een voldoende heeft afgesloten op het moment dat het advies wordt uitgebracht. 33 5. De door de opleiding aangewezen onderwijseenheden als bedoeld in de vorige volzin zijn: a. ‘Bedrijfseconomie & Bedrijfsadministratie” (DECBEBA) moet in het eerste jaar met een voldoende worden afgerond. b. Van de onderwijseenheden “Bedrijfseconomie 2” (DECBE2) en “Bedrijfseconomie 3” (DECBE3 moet tenminste één met een voldoende worden afgesloten in het eerste jaar van inschrijving. 6. Resultaten behaald door vrijstelling tellen wel mee bij de vaststelling of het minimum van 51 studiepunten is behaald. 7. Studenten die hun inschrijving bij de opleiding in de loop van het opleidingsjaar tussentijds hebben beëindigd ontvangen uiterlijk aan het einde van het opleidingsjaar een studieadvies propedeuse en dat kan ook een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) zijn, tenzij er - gelet op de persoonlijke omstandigheden van de student - voor de Examencommissie aanleiding bestaat geen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) uit te brengen. 8. Studenten die zich bij een opleiding hebben ingeschreven, de studie staken en zich vervolgens weer opnieuw inschrijven bij dezelfde opleiding bij dezelfde instelling worden wettelijk beschouwd als ‘studenten tweede jaar van inschrijving’. Dit betekent dat deze studenten aan het einde van hun tweede jaar van inschrijving aan al hun propedeuse verplichtingen moeten hebben voldaan. Artikel 3 Studieadvies aan het einde van het tweede jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling 1. Namens het College van Bestuur brengt de Examencommissie een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) uit indien de student aan het einde van het tweede jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling het propedeutisch examen niet heeft behaald. 2. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student kenbaar maakt, mag in geval van de september-instroom niet later worden verstuurd dan in de derde week van de maand juli. 3. Voor de februari-instroom wordt in afwijking van lid 1 het woord ‘jaar’ vervangen door 13 maanden. Deze uitzondering ten opzichte van de reguliere instroom in september vindt plaats op grond van organisatorische redenen die worden veroorzaakt door een afwijkende opbouw van het opleidingsjaar bij de februariinstroom. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student kenbaar maakt, mag in geval van de februari-instroom niet later worden verstuurd dan in de laatste week van februari. 4. Studenten die hun inschrijving bij de opleiding in de loop van het opleidingsjaar tussentijds hebben beëindigd ontvangen uiterlijk aan het einde van het opleidingsjaar een studieadvies propedeuse en dat kan ook een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) zijn, tenzij er - gelet op de persoonlijke omstandigheden van de student - voor de Examencommissie aanleiding bestaat geen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) uit te brengen. 5. Na het verstrijken van de termijn als bedoeld in lid 2 en 3 van dit artikel kan geen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) meer worden uitgebracht. Artikel 4 Voorwaarden Bindend studieadvies met afwijzing (BSA) 1. Een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) wordt niet uitgebracht wanneer de student gedurende het opleidingsjaar niet tijdig ten minste eenmaal via de 34 opleiding en op een redelijke termijn door de opleiding is gewaarschuwd dat hij bij ongewijzigde omstandigheden een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) zal kunnen ontvangen, alsmede wat de gevolgen daarvan zijn. 2. Indien aan de orde meldt een student bijzondere omstandigheden tijdig bij de studentendecaan en eventueel de studieloopbaancoach en verzoekt de Examencommissie deze mee te wegen in haar besluit over het uitbrengen van een bindend studieadvies met afwijzing (BSA). Slechts met toestemming van de student kan de Examencommissie de betrokken studentendecaan en studieloopbaancoach om nader advies vragen ten aanzien van mogelijke persoonlijke omstandigheden die kunnen rechtvaardigen dat wordt afgezien van het uitbrengen van een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) aan de betrokken student. 3. Een melding van een bijzondere omstandigheid wordt aangemerkt als tijdig wanneer de student de omstandigheden meldt zodra deze zich voordoen dan wel zeer spoedig daarna. 4. Als bijzondere omstandigheden worden aangemerkt: a. b. c. d. e. ziekte; zwangerschap; bijzondere familieomstandigheden; lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis; bestuursactiviteiten die een student in het kader van de medezeggenschap van Stenden verricht, waarbij sprake is van een substantiële tijdsbesteding, ter beoordeling aan het College van Bestuur, onder voorwaarde dat de student kan aantonen dat de geldende facilitering de studievertraging niet compenseert en derhalve als bijzondere omstandigheid kan worden aangemerkt. 5. De situaties genoemd onder a t/m d dienen schriftelijk te worden vastgesteld door een onafhankelijke deskundige. 6. Als de Examencommissie besluit af te zien van een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) in gevallen zoals bedoeld in het vorige lid, dan is de Examencommissie bevoegd om in plaats daarvan een niet-bindend advies uit te brengen aan de betrokken student. 7. Afhankelijk van de aard van de persoonlijke omstandigheden kan de student de Examencommissie verzoeken de informatie verstrekt in het kader van het advies als bedoeld in het tweede lid vertrouwelijk te behandelen. 8. Ongeacht het bepaalde in de vorige leden stelt de Examencommissie - alvorens tot een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) over te gaan - de student in de gelegenheid om door of namens de Examencommissie te worden gehoord. Artikel 5 Gevolgen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) 1. Degene die een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) heeft ontvangen, kan zich gedurende minimaal één jaar niet meer aan de instelling voor dezelfde opleiding als student of extraneus worden ingeschreven. Na deze periode moet bij een hernieuwde inschrijving ten genoege van de Examencommissie van de opleiding aannemelijk gemaakt worden dat de opleiding met vrucht zal kunnen volgen. 2. Indien de student een Bindend studieadvies met afwijzing (BSA) ontvangt, wordt de inschrijving beëindigd door het College van Bestuur conform de geldende 35 uitschrijfprocedure in hoofdstuk 2 van het Studentenstatuut. 3. De Examencommissie is bevoegd in bepaalde gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, die zich bij toepassing van het verstrekken van een Bindend studieadvies met afwijzing (BSA) mochten voordoen. Artikel 6 Doorstroom van propedeutische naar postpropedeutische fase 1. Aan het einde van het eerste opleidingsjaar stelt de Examencommissie vast welke studenten kunnen doorstromen van de propedeutische fase naar de postpropedeutische fase. De volgende categorieën studenten zijn toelaatbaar: a. studenten die het propedeutisch examen hebben behaald; b. studenten die ten minste 51 studiepunten hebben behaald in de propedeutische fase en niet om andere redenen een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) hebben gekregen. 2. De student die 51 of meer maar minder dan 60 studiepunten van de propedeutische fase heeft behaald, dient in overleg met de studieloopbaancoach een studieplan op te stellen primair gericht op het inlopen van de achterstand in de propedeuse. In dit studie-plan wordt vastgelegd tot welke onderwijseenheden van de postpropedeutische fase de student toegang heeft. 3. De student die 51 of meer maar minder dan 60 studiepunten van de propedeutische fase heeft behaald, dient eerst te overleggen met de studieloopbaancoach maar heeft daarna rechtstreeks toegang tot alle onderwijseenheden van de postpropedeutische fase. 4. Bij de uitwerking van de beide vorige leden wordt er rekening mee gehouden dat het de student niet is toegestaan deel te nemen aan een onderwijseenheid uit de postpropedeutische fase die een rechtstreekse voortzetting vormt van een onderwijseenheid uit de propedeuse die hij nog niet heeft behaald. Ook wordt rekening gehouden met de bepalingen van hoofdstuk 5, artikel 2 over de volgorde waarin toetsen en of tentamens kunnen worden afgelegd. 5. Aan het volgen van onderwijs uit zowel de propedeutische fase als de postpropedeutische fase kan de student geen rechten ontlenen ten aanzien van de wijze van inroostering. Het is dus mogelijk dat dergelijke onderwijsactiviteiten gelijktijdig gegeven worden. Artikel 7 Verwijzing in de postpropedeutische fase 1. Studenten van de opleiding hebben toegang tot alle afstudeerrichtingen beschreven in hoofdstuk 3, artikel 2. 2. De Examencommissie baseert haar beslissing op: a. b. de studieresultaten van de student: Nadere eisen invullen en/of in hoeverre het door de student gevolgde studieprogramma voldoende aansluit op de door de student gewenste afstudeerrichting: Nadere eisen invullen. 3. De Examencommissie stelt de student in de gelegenheid te worden gehoord alvorens tot een beslissing over te gaan. Bij de beslissing houdt de Examencommissie rekening met de persoonlijke omstandigheden van de student. 36 Artikel 8 Rechtsbescherming 1. De student die het oneens is met het verstrekte studieadvies kan daar tegen bezwaar maken bij de Examencommissie van de opleiding. 2. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de Examencommissie op het ingediende bezwaar in beroep te gaan bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX). 3. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de COBEX in beroep te gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag. 4. De consequentie van een bezwaar- en beroepsprocedure betreffende een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) is dat zolang de student nog geen onherroepelijk uitspraak heeft ontvangen vóór de start van het onderwijs op 1 september, zich niet kan herinschrijven. 37 7 Examencommissie WHW: 7.10,7.11,7.12,7.12b, 7.12c, 7.13, 7.28, 7.30, 7.42a, 7.61 Artikel 1 Instelling en samenstelling Examencommissie 1. Elke opleiding of groep van opleidingen heeft een Examencommissie. De Examencommissie is het orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die deze regeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad als bedoeld in artikel 2 van Hoofdstuk 4 van deze OER. De samenstelling, werkwijze, taken en bevoegdheden van de Examencommissie zijn uitgewerkt in het Reglement Examencommissies van de Stenden Hogeschool. 38 8 Slot- en invoeringsbepalingen WHW: 10.20 Artikel 1 Hardheidsclausule 1. De examencommissie is bevoegd in bepaalde gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, die zich bij toepassing van deze OER mochten voordoen. Artikel 2 Onvoorziene omstandigheden 1. In gevallen waarin deze OER niet voorziet en waaromtrent een onmiddellijke beslissing noodzakelijk is, beslist de examencommissie op basis van redelijkheid en billijkheid. Artikel 3 Bekendmaking van de regeling 1. De Head of School draagt zorg voor een passende en tijdige bekendmaking van deze onderwijs- en examenregeling. Artikel 4 Citeertitel, inwerkingtreding 1. Deze Onderwijs- en examenregeling wordt, gehoord de centrale medezeggenschapsraad conform artikel 10.20 WHW, vastgesteld door het College van Bestuur, vervangt de eerder voor de opleiding geldende Onderwijs- en examenregeling en kan worden aangehaald als Onderwijs- en examenregeling opleiding Bedrijfseconomie voltijd, crohonummer 34401 en treedt in werking op 1 september 2014. 39 Bijlage A Competenties van de opleiding Na voltooiing van de opleiding moet de student als beroepsbeoefenaar zelfstandig en met kritische instelling kunnen werken en beschikt de student over de volgende competenties op hbo-niveau: Bijlage B Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum van de opleiding voor de propedeutische fase: Bijlage C Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de post-propedeutische fase: Bijlage D Bijlage E Bijlage F Jaartoetsrooster Vrijstellingenbeleid Literatuurlijst 40 Bijlage A Competenties van de opleiding Na voltooiing van de opleiding moet de student als beroepsbeoefenaar zelfstandig en met kritische instelling kunnen werken en beschikt de student over de volgende competenties op hbo-niveau: DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het besturen van organisaties. BoKs Planning and control cyclus Financiële administratie o.a. boekhoudcyclus Kostentoerekening Financiële informatie systemen DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. BoKs Grondslagen en inrichting AO Kwaliteitszorg en kwaliteitsbeheersing Verandermanagement/organisatie van mensen, structureren en processen Betrouwbaarheid van de informatie DC 3. Bepalen en beheersen van financieel-economische en fiscale risico’s. BoKs Werkkapitaal beheer Risico management Belastingrecht Transfer pricing DC 4. Bepalen en verstrekken van financieel-economische en fiscale informatie voor besluitvorming. BoKs Marketing Kostencalculaties/budgetteren en verschilanalyse Ondernemingsrecht Algemene economie DC 5. Verstrekken van informatie t.b.v. externe belanghebbenden. BoKs Externe verslaglegging/ IFRS Inversterings- en waarderingsvraagstukken Corporate Governance DC 6. Geven van adviezen en verlenen van diensten op financieel-economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden. BoKs Financiering particulier Ondernemingsfinanciering Fusies en overnames Efficiënte en effectiviteit van de bedrijfsvoering DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie): • samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de organisatie, waaruit eisen voortvloeien die betrekking hebben op de volgende kenmerken: multidisci- plinariteit en interdisciplinariteit, klantgerichtheid, collegialiteit, leidinggeven (het sociale deel van de competentie); • communiceren intern op alle niveaus, effectief en in de gangbare bedrijfstaal, veelal in het Nederlands en/of Engels; in termen van beroepstaken omvat dat zaken als het opstellen en schrijven van plannen en notities, informeren, overleg voeren, draagvlak creëren, stimuleren, motiveren, overtuigen, verwoorden van besluiten. DC 8. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional): • sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit; • nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op be-trokkenheid en kritische zelfbeoordeling; 41 • ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatief-culturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen; • leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche, publicaties, bijdra- gen aan congressen, enzovoort. Dublin Descriptoren (DD) DD1: Kennis en inzicht DD2: Toepassen kennis en inzicht DD3: Oordeelsvorming DD4: Communicatie DD5: Leervaardigheden Niveau van toetsen N1: Weten N2: Inzien N3: Toepassen N4: Integreren 42 Bijlage B Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum van de opleiding voor de propedeutische fase: Propedeuse, vanaf Cohort 2012 Periode Vak Code Naam EC Toetsing 1.1 De organisatie 1 DECBEBA D.Bedrijfseconomie en -administratie 3 S/O/M 2 DECMAN1 OD. Management 1 . P Project- en informatie management r o O.Recht 1 j e I.De organisatie (Bedrijfsprocessen) c t - 3 S/O/M 3 S/O/M 3 S/O/M 3 S/O/M G.Schriftelijke communicatie 1 e n D.Marketing 3 S/O/M 3 S/O/M 3 S/O/M 3 S/O/M 3 OBEPM 4 OBERE1 5 OBEBP1 1.2 De omgeving 1 GSC01 2 OBEMAR I D.Bedrijfseconomie 2 n f O.Operationeel Management o r I.De m groei a t i e G.Onderzoek 1 m a G.Mondelinge communicatie 1 n a O.Administratieve Organisatie 1 g e O.Bedrijfsadministratie 1 m e I.De interne beheersing n t 3 S/O/M 3 S/O/M 3 S/O/M 3 S/O/M 3 S/O/M 3 S/O/M 1 GSLB1 G.SLB/ZM 1 3 S/O/M 2 DECRE O. Algemene Economie 3 S/O/M 3 DECBE3 D.Bedrijfseconomie 3 3 S/O/M 4 OBERE2 O.Recht 2 3 S/O/M 5 OECOP I.Ondernemingsplan 3 S/O/M 3 DECBE2 4 OBEOM 5 OBEDG 1.3 De bedrijfsvoering 1 OBEOZ1 2 GMOCO1 3 OBEAO1 4 OBEBA1 5 OBEDIB 1.4 De onderneming Totaal 60 43 NB: S = Schriftelijke tentamen, O = Opdracht, M = Mondeling/ presemntatie. Leganda kleuren. G. Generieke bouwsteen met generieke competenties D. Domein Economie gerelateerde bouwsteen O. Bouwsteen van opleiding Logistiek en Economie I. Integratieve bouwsteen Het volgende onderdeel moet als onderdeel van het Bindende studieadvies in het eerste jaar met een voldoende worden afgerond: codes eenheid DECBEBA Bedrijfseconomie en Bedrijfsadministratie Daarnaast dient één van de volgende onderdelen in het eerste jaar met een voldoende worden afgerond: codes eenheid DECBE2 Bedrijfseconomie 2 DECBE3 Bedrijfseconomie 3 Contacturentabel 1e jaar. Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Jaar 1 Contacturen = 16 Contacturen = 16 Contacturen = 16 Contacturen = 16 Klokuren = 12 Klokuren = 12 Klokuren = 12 Klokuren = 12 Tabel. Contacturen propedeusejaar Voltijdse opleiding Bedrijfseconomie, Bachelor. 44 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: BE jaar 1 DECBEBA Inleiding Bedrijfseconomie- en administratie 3 EC (84 uur studiebelasting) 1.1.1 9 weken geen nederlands Korte beschrijving van de inhoud Basiskennis van bedrijfseconomie en bedrijfsadministratie Kennis en vaardigheden Inzicht hebben in de samenstelling van een jaarrekening Het analyseren en interpreteren van een jaarrekening Het verwerken van financiële gegevens in de boekhouding Werkvormen Werkcolleges (2 x 2 lesuren per week) Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) een jaarrekening te lezen, te Toets analyseren en te interpreteren financiële gegevens te Toets verwerken in de boekhouding Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het bestu- ren van organisaties. Werkvorm(en) WC Hulpmiddelen Rekenmachine WC Rekenmachine Niveau van toetsing: N2: Inzien BoKs Financiële administratie o.a. boekhoudcyclus Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Basisboek Bedrijfseconomie, De Boer, Brouwers, Koetzier Basisboek Bedrijfseconomie, opgaven, De Boer, Brouwers, Koetzier Introductie bedrijfsadministratie, Klerks ISBN 978-90-01-79788-1 978-90-01-79776-8 978-90-01-70998-3 45 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: DECMAN1 Management 1 3 EC, 84 uur studiebelasting 1.1.3 1 periode MBO/HAVO Nederland en Engels Korte beschrijving van de inhoud In de bouwsteen Management 1 maak je kennis met de beginselen van Management en Organisatiekunde en is een voorbereiding op Management 2. Deze bouwsteen geeft je inzicht in de aansturing van organisaties en worden de kenmerken van organisaties behandeld. De onderwerpen die binnen deze bouwsteen Organisatie en Management aan de orde komen zijn: De geschiedenis en denkrichtingen van Organisatie & Management De relatie met de omgeving Management Besluitvorming Besturing Structurering Cultuur Werkvormen DECMAN 1 kent drie werkvormen: Een viertal hoorcolleges, zeven werkcolleges en een achttal PGO-bijeenkomsten. Tijdens de hoorcolleges worden de verschillende onderwerpen uit de literatuur ingeleid. Tijdens de werkcolleges worden opdrachten en cases besproken. Tijdens de PGO- taken werken studenten aan taken die gericht is op het tot stand brengen van een koppeling tussen de theorie en de beroepspraktijk. Voor de uitwerkingen van werkcolleges en PGO-taken moet een minimale score worden gehaald, alvorens studenten worden toegelaten tot het tentamen. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) de denkrichtingen en Tentamen=S ontwikkelingen uit de op het gebied van organisatie en management weergeven, de invloeden vanuit de omgeving op een organisatie uiteenzetten, de besluitvormingsproblematiek in organisatie weergeven en verschillende besluitvormingsprocessen typeren en bepalen de belangrijkste Tentamen=S managementtaken en leiderschapsstijlen typeren en bepalen, de besturingsproblematiek in organisatie weergeven, de verschillende bedrijfsprocessen benoemen en bepalen, de structuur van een organisatie typeren en modelleren, het effectiviteits streven van organisaties beschrijven en de cultuur van een organisatie beschrijven en bepalen WC=71% Cesuur PGO=55% Tentamen=55% Werkvorm(en) WC=M Hulpmiddelen WC=alle Tentamen= Geen PGO=M WC=M WC=alle PGO=alle Tentamen= geen 46 Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. BoKs Organisatie van mensen, structureren en processen Niveau van toetsing: N3: Toepassen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Een praktijkgerichte benadering van Organisatie en Management, Nick van Dam en Jos Marcus (Nederlands editie). Voor DECMAN1 gaat het om de hoofdstukken 1, 2, 6 t/m 6.3.3, 7 t/m 7.4, 8 t/m8.2, 9 t/m 9.4 en 10 t/m 10.3 ISBN 47 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: OBEPM Project- en Informatiemanagement 3 EC (84 uur studiebelasting) 1.1.2 9 weken Geen Nederlands Korte beschrijving van de inhoud Projectmanagement De samenleving verandert voortdurend. Organisaties moeten hierop telkens reageren en erop vooruitlopen. Om veranderingen door te voeren, wordt vaak een projectmatige aanpak gekozen. Projectmanagement is hierdoor een ‘must’ geworden. Belangrijke vragen zijn: Wat is een project? Wanneer kiest men voor een projectmatige aanpak? Hoe is een project aan te pakken? Om studenten in het hoger en wetenschappelijk onderwijs te trainen, werken zij steeds meer samen in projectverband. Voordat een project begint, is veel tijd nodig om eenzelfde manier van werken af te spreken. Indien men zich deze tijd niet gunt, zullen projectmedewerkers behoorlijk langs elkaar heen kunnen werken, met een voorspelbaar slecht projectresultaat. Informatiemanagement Het kunnen werken met Excel en het ontwikkelen van Excelsheets voor een economisch onderwerp. Kennis en vaardigheden Samenwerken in een projectgroep Maken Plan van aanpak (beroepsproduct) Maken Excelmodel economische situatie Werkvormen Projectmanagement 5 x Introductiecolleges Projectmanagement Maken wekelijkse opdrachten in werkgroep Opdracht: maken Plan van Aanpak op basis van een Case Informatiemanagement 6 x Computerpracticum MS Excel Maken spreadsheetopdrachten Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Collegeaanwezigheid 80% Presentie Maken concept plan van Mondeling aanpak Maken definitief plan van Schriftelijk aanpak Maken Excelmodel Mondelinge toets economische situatie 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. BoKs Kwaliteitszorg en kwaliteitsbeheersing DC 3. Bepalen en beheersen van financieeleconomische en fiscale risico’s. BoKs Risico management Werkvorm(en) Hulpmiddelen HC/WC HC/WC Checklist met criteria HC/WC Niveau van toetsing: N3: Toepassen N3: Toepassen 48 Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Projectmanagement Werken met Excel ISBN 978-90-01-79092-9 Stendenpublicatie (BlackBoard) Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) www.projectmanagement.noordhoff.nl www.gratiscursus.be 49 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Studiejaar: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: OBERE1 Recht 3 EC (84 uur studielast) 1 1 9 weken Geen speciale vereisten Nederlands Korte beschrijving van de inhoud: In deze bouwsteen krijg je een algemene inleiding in het publiekrecht, zoals dat van belang is voor studenten die na hun afstuderen werkzaam zullen zijn in economische beroepen of een economische master-opleiding willen volgen. De bouwsteen vormt een basis voor andere bouwstenen die raken aan juridische aspecten. Na een kennismaking met de bronnen van het recht en de rechtsgebieden, verdiepen we ons kort in het internationaal recht (met inbegrip van het recht van de Europese Unie), het staatsrecht, de rechtsstaat en de rechten van de mens. Vervolgens gaan we wat dieper in op het bestuursrecht – een rechtsgebied waarmee ondernemers veelvuldig te maken krijgen. Het laatste deel van deze bouwsteen laat je kennis maken met een voor bedrijfseconomen belangrijk deel van het recht, namelijk het belastingrecht. Werkvormen Colleges, werkgroepen, zelfstudie, individuele opdrachten. Competenties en wijze van toetsing: Competenties en BOKS: HEO-standaard Business Law and Ethics Niveau van toetsing: Wijze van toetsing: Niveau 12 Schriftelijk Belangrijkste doelstelling(en) inclusief niveau aanduiding zoals in de matrix is opgenomen en wijze van toetsing en de toegestane hulpmiddelen: Doelstelling: Wijze van Toegestane toetsing: hulpmiddel en De student heeft kennis van en inzicht in de ‘rechtsbronnen’ en de Schriftelijk Wettenbelangrijkste rechtsgebieden. bundel Internationaal recht: De student heeft kennis van en inzicht in enige Schriftelijk Wettenbasisbegrippen en basisregels op het gebied van het ‘internationaal bundel recht’, inclusief het recht van de Europese Unie in het bijzonder. De student heeft kennis van en inzicht in de rol van het EU-recht binnen de Nederlandse rechtsorde en het belang daarvan voor ondernemers. Staatsrecht: De student heeft kennis van en inzicht in de begrippen Schriftelijk Wetten‘staatsrecht’, ‘rechtsstaat’ (inclusief daarmee samenhangende bundel begrippen), ‘grondrechten’ en het belang daarvan voor ondernemers en burgers. Bestuursrecht: De student heeft kennis van en inzicht in: enige Schriftelijk Wettenbasisbegrippen en rechtsbronnen van het bestuursrecht, criteria aan de bundel hand waarvan de bestuursrechter het bestuurshandelen toetst, en het belang van he bestuursrecht voor ondernemers. Aan de hand van de Awb kan de student in eenvoudige situaties vaststellen of bezwaar en beroep mogelijk is. Belastingrecht: De student heeft kennis van en inzicht in de plaats van Schriftelijk Wettenhet belastingrecht in de Nederlandse rechtsorde, de (Nederlandse en bundel internationale) rechtsbronnen van het belastingrecht, de soorten belastingen die er zijn, de beleidsbeginselen die aan het belastingrecht ten grondslag liggen, en welke partijen binnen het belastingrecht een 2 Volgens Landelijk Opleidingsprofiel BBA-Bedrijfseconomie, 2013 50 rol spelen. Cesuur3 55% Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Wetteksten hoger onderwijs 2014-2015 ISBN 9789001834074 Van der Roest, Basisboek Recht 9789001842772 Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) http://wetten.overheid.nl http://europa.eu/eu-law/index_nl.htm Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt (aanbevolen/verplicht) Bouwsteenboek 3 Indien deze bouwsteen in combinatie met andere bouwstenen in 1 eindtentamen wordt getoetst, dient het onderdeel Recht van die toets met een voldoende te worden afgesloten. 51 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: OBEBP1 De Organisatie (Bedrijfsprocessen 1) 84 sbu 1.1.5 8 weken 1e jaar periode 1 + 2 afgerond Nederlands Korte beschrijving van de inhoud De bouwsteen die je nu gaat volgen is een andere dan de overige bouwstenen binnen deze periode dit is namelijk een integratieve bouwsteen. Het is de bedoeling dat je alle kennis en vaardigheden die je opdoet bij de bouwstenen Inleiding Logistiek, Management I, Marketing I en Bedrijfseconomie I geïntegreerd gaat toepassen bij de bouwsteen De Organisatie. Werkvormen Begeleide tutorgroepen Onbegeleidt opdrachten uitwerken in subgroepen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) De student kan processen Schriftelijk binnen een organisatie herkennen en benoemen. De student kan van Werkvorm(en) PGO Hulpmiddelen Nvt Schriftelijk PGO Nvt Schriftelijk PGO Nvt Schriftelijk PGO Nvt Schriftelijk PGO Nvt Schriftelijk PGO Nvt verschillende samenwerkingsvormen tussen bedrijven de voor- en nadelen benoemen en aangeven welke vorm wanneer het meest zinvol is. De student kan signalen in de omgeving van een bedrijf herkennen en aangeven hoe deze signalen kunnen leiden tot veranderingen in de organisatie. De student kan een jaarrekening analyseren en interpreteren. De student kan de invloed van klanten op bedrijfsprocessen benoemen en interpreteren De student draagt bij aan een positieve werksfeer en respecteert en maakt gebruik van de bijdragen van anderen. 52 Bouwsteendoelstellingen: De student verzamelt Toetsvorm(en) Schriftelijk Werkvorm(en) PGO Hulpmiddelen Nvt informatie, ontleedt een probleem, situatie of proces in componenten en begrijpt de herkomst en samenhang hiervan. Cesuur 55% Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. BoKs Verandermanagement/organisatie van mensen, structureren en processen Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Niveau van toetsing: N3: Toepassen ISBN 53 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Soort bouwsteen: Aantal credits: Opleiding Periode: Duur: Instapniveau: (min. competentieniveau) Taal bouwsteen: GSC01 Schriftelijke communicatie 1 Generiek 3 EC BE/CE/IBL/L&E 1.2.1 9 weken Beginniveau HBO Nederlands/Engels Korte beschrijving van de inhoud De Stenden opleidingen richten zich op 4 sectoren (Economie, Techniek, Sociaal Agogisch en Onderwijs), waarin schriftelijke communicatie altijd een rol speelt. Ook in de opleidingen wordt veel schriftelijk gecommuniceerd, waarbij de studenten hun studieresultaten, kennis, vaardigheden en ontwikkeling schriftelijk moeten vastleggen. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) De student gebruikt Productenmap/ bouwplannen voor zijn Actieve participatie schriftelijke communicatie De student gebruikt de Productenmap/ passende structuur bij doel en Actieve participatie doelgroep. De student gebruikt de Productenmap/ passende stijl bij doel en Actieve participatie doelgroep. De student argumenteert Actieve participatie volgens de methode van Toulmin. De student vat informatie Productenmap/ samen. Actieve participatie De student schrijft in de fases: Productenmap bouwplan, eerste opzet, herschrijven, vorm geven. De student vermeldt op de APA Productenmap manier zijn bronnen in zijn schriftelijke communicatie. Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie) Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Veelal websites Werkvorm(en) HC/PGO Hulpmiddelen Nvt PGO Nvt PGO Nvt PGO Nvt PGO Nvt PGO Nvt PGO Nvt Niveau van toetsing: N3: Toepassen ISBN 54 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: DECBE2 Bedrijfseconomie 2 3 ECTS 1.2.2 9 weken DECBEBA Nederlands Korte beschrijving van de inhoud In deze bouwsteen leer je wat kosten zijn en verschillende manieren om kostprijzen te berekenen, afhankelijk van de situatie in een bedrijf. Kennis en vaardigheden Het kunnen berekenen van het break-even punt. Het kunnen berekenen van kostprijzen. Het kunnen analyseren van verschillen tussen de gebudgetteerde en werkelijke kosten. Werkvormen Werkcolleges Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Het kunnen berekenen van het schriftelijk break-even punt Het kunnen berekenen van schriftelijk kostprijzen Het kunnen analyseren van schriftelijk verschillen tussen de gebudgetteerde en werkelijke kosten 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor besluitvorming. BoKs Kostencalculaties/budgetteren en verschilanalyse Werkvorm(en) WC Hulpmiddelen Rekenmachine WC Rekenmachine WC Rekenmachine Niveau van toetsing: N2: Inzien Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Basisboek Bedrijfseconomie, negende druk, De Boer, Brouwers, Koetzoer Basisboek Bedrijfseconomie, oopgaven negende druk, De Boer, Brouwers, Koetzoer ISBN 978-90-01-79788-1 978-90-01-79776-8 55 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: OBEOM Operational Management 3 EC (84 uur studiebelasting) 1.2.3 9 weken Nederlands Korte beschrijving van de inhoud: In het dagelijks leven speel je, als consument, een rol binnen een keten van organisaties welke jou een dienst of een product aanbieden. Deze producten en/of diensten worden voortgebracht door mensen binnen die organisaties. In deze periode en deze bouwsteen zul je kennismaken met de theorie en achtergronden welke nodig zijn om operationele processen in de verschillende omgevingen goed te kunnen inrichten en beheersen. Werkvormen Werkcollege’s Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) De student toont aan dat hij de S invloed van de andere schakels in de keten op de eigen bedrijfsorganisatie kan analyseren. De student toont aan dat hij in S staat is een eenvoudig (productie)proces te besturen. De student toont aan dat hij S het softwarepakket Excel beheerst. De student toont aan dat hij in S staat is een materiaal uitgifteplan op te stellen. De student toont aan dat hij S inzicht heeft in de planningshierarchie van een organisatie. De student toont aan dat hij S eenvoudige capaciteitsberekeningen kan maken. De student toont aan dat hij hij S een eenvoudige layout van een productieproces kan ontwerpen De student toont aan dat hij hij S een eenvoudige layout van een productiebedrijf kan ontwerpen 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. BoKs Theorieën van organisatiewetenschappen Werkvorm(en) PGO Hulpmiddelen PGO PGO PGO PGO PGO PGO PGO Niveau van toetsing: N2: Inzien N3: Toepassen 56 DC 3. Toepassen van human resource management in het licht van de strategie van de organisatie. BoKs HRM-beleid Personeelsinstrumenten DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen. BoKs Organisatiekunde Relatiemanagement Informatiesystemen Zorgsystemen Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Operations Management, Jay Heizer and Barry Render, Ninth Edition, Person education, ISBN 57 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: DECCE1 Marketing 1 3 EC 1.2.4 1 periode Geen Nederlands Korte beschrijving van de inhoud: In deze bouwsteen maakt de student kennis met het vakgebied marketing. Wat is marketing, hoe organiseer je dit, welke vormen zijn er etc. Vervolgens wordt ingegaan op de omgeving, met welke factoren moet een marketeer rekening houden (op macro- en microniveau). Aansluitend wordt er aandacht geschonken aan de doelgroep, op wie wil een bedrijf zich richten. Hierbij is de eerste stap dat je de totale markt onderverdeelt in kleinere segmenten met gelijksoortige kenmerken. In deze bouwsteen wordt er ingegaan op hoe je dat effectief kunt doen. Als de totale markt in kleinere segmenten is verdeeld, kies je voor het marktsegment waar jij je marketingactiviteiten op wilt gaan afstemmen, hiermee heb je de keuze voor je doelgroep gemaakt. Na het identificeren van je doelgroep ga je als bedrijf je positioneren binnen het segment. De positionering is de plaats die het product, merk of dienst in de ogen van de consument inneemt in vergelijking met de concurren. De positionering vormt de basis van de daadwerkelijke marketingactiviteiten. Werkvormen Per week is er een hoorcollege (1 lesuur): hierin wordt een toelichting gegeven op de stof die voor deze week op het programma staat. Daarnaast is er per week een werkcollege (2 lesuren): hierin worden de opgaven en cases behandeld behorend bij de stof die voor deze week op het programma staat. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Schriftelijk tentamen 1. De student kan de met daarin 40 MCmarketingmanagement vragen en 1 à 2 open concepten onderscheiden. vragen in de toets. De 2. De student kent de termen verdeling over de stof maatschappelijk is evenredig. Met de verantwoordelijkheid en open vragen wordt marketingethiek. vooral toepassing 3. De student kent het getoetst. verloop van de beslissingsprocessen bij klanten en de beïnvloedende factoren. 4. De student kent het perceptieproces van de klant. 5. De student kent de verschillen tussen goederen en diensten. 6. De student heeft inzicht in het strategisch marketingmanagementproc Werkvorm(en) HC en WC Hulpmiddelen Rekenmachine, worodenboek (D-NL) 58 Bouwsteendoelstellingen: es, de onderdelen daarvan en mogelijke hulpmiddelen daarbij. 7. De student kent de verschillen tussen consumenten en zakelijke klanten en heeft inzicht in de marketingimplicaties hiervan. 8. De student kan op basis van relevante criteria de markt segmenteren en segmenten beschrijven. 9. De student kan op basis van marktsegmentatie een aantrekkelijke doelgroep kiezen. 10. De student kan positioneringstrategieën formuleren. 11. De student kent het belang van klantrelaties en concurrentievoordeel Toetsvorm(en) Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor besluitvorming. BoKs Marketing Werkvorm(en) Hulpmiddelen Niveau van toetsing: N2: Inzien Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Boekema, J.J. e.a., Basisboek Marketing, 5 e druk, Noordhoff, Groningen ISBN ISBN: 9001092586 Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) Basisboekmarketing.noordhoff.nl Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt (aanbevolen/verplicht) 59 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Soort bouwsteen: Aantal credits: Periode: Duur: Instapniveau: OBEDG De Groei Generiek/ Domein Economie 3 EC (84 uur studiebelasting) 1.2.5 9 weken Marketing 1 moet gevolgd zijn Taal bouwsteen: Nederlands Korte beschrijving van de inhoud Consumentengedrag is ingrijpend veranderd en ook de communicatiekanalen ontwikkelen zich in snel tempo. Internet en e-commerce en andere ontwikkelingen hebben de marketing ingrijpend gewijzigd.Deze ontwikkelingen hebben ook hun weerslag op het fietsenbedrijf de Vooruitgang die te kampen heeft met stagnatie in de omzet a.g.v. economische crisis. Daarom wil zij zich gaan orienteren op het produceren en verkopen van de e-bike. In deze bouwsteen komt de student in de situatie dat het marketingbeleid voor de e-bike moet worden geanalyseerd en geformuleerd om aan de steeds veranderende consumentenvraag te blijven voldoen. Daarnaast het maken van kostprijsberekeningen en het opstellen van een kostenverdeelstaat. Toetsvorm Het eindproduct voor deze bouwsteen is een Introductieplan voor een nieuw product als uitbreiding op het bestaande produktassortiment. Werkvorm PGO-taken. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) De student kan het door een Het opstellen van een onderneming te voeren introductieplan voor productbeleid op elementair een nieuw product; niveau ontwikkelen en verder te noemen: de beoordelen. opdracht. De student kan het door een opdracht onderneming te voeren distributie-beleid op elementair niveau ontwikkelen en beoordelen. De student kan het door een opdracht onderneming te voeren prijsbeleid op elementair niveau ontwikkelen en beoordelen. De student kan het door een opdracht onderneming te voeren promotiebeleid op elementair niveau ontwikkelen en beoordelen. De student kan een integrale opdracht kostprijs opstellen. De student kan een Breakopdracht Even-analyse uitvoeren. De student kan een opdracht kostenverdeelstaat opstellen De student kan een opdracht verschillenanalyse maken 55% Cesuur Werkvorm(en) PGO Hulpmiddelen PGO PGO PGO PGO Rekenmachine PGO Rekenmachine PGO Rekenmachine PGO Rekenmachine 60 Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor besluitvorming. BoKs Algemene economie Niveau van toetsing: N3: Toepassen Kostencalculaties/budgetteren en verschilanalyse Marketing Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Boekema, J.J. e.a., Basisboek Marketing, 5e druk, Noordhoff, Groningen Basisboek bedrijfseconomie (is al voorgeschreven bij DECBE2) ISBN ISBN: 9001092586 - 61 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Soort bouwsteen: Aantal credits: Opleiding Periode: Duur: Instapniveau: (min. competentieniveau) Taal bouwsteen: GMOCO1 Mondelinge communicatieve vaardigheden 1 Generiek 3 EC BE/CE/IBL/L&E 1.3.1 9 weken GLSB1 Nederlands/Engels Korte beschrijving van de inhoud In deze bouwsteen gaat het om mondelinge communicatie in groepsverband. Je leert presenteren en vergaderen. Bij het onderdeel presenteren word je je bewust van de non-verbale aspecten van communicatie. Je leert hoe je een presentatie voorbereidt en opbouwt en welke hulpmiddelen je kunt inzetten. Je leert boeiend en overtuigend te zijn. Tenslotte leer je hoe je een presentatie beoordeeld en opbouwende kritiek geeft. Deze bouwsteen legt een basis voor de verdere duur van je opleiding en loopbaan en is onderdeel van alle Stenden studies. Ook bij het onderdeel vergaderen word je je bewust van de non-verbale aspecten van communicatie. Je leert de spelregels van een vergadering en welke processen in een vergadering binnen een groep spelen. Je leert een vergadering voorbereiden, leiden en een effectieve bijdrage levert als deelnemer. Toetsvorm De vaardigheden tijdens de training getoetst: assessment for learning. Dit deel van de toetsing wordt gedocumenteerd met een productenmap. Werkvorm Hoorcolleges en workshops, Kennis en vaardigheden (uit de BOKS), Niet van toepassing: bouwsteen is ontwikkeld op basis van dublin descriptor 4: Communicatie “De student is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten” Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Participatie / 1) Je weet hoe je moet peerassessment/ vergaderen, deze voorbereidt, als voorzitter leidt en hoe je als portfolio deelnemer actief een goede bijdrage aan de vergadering levert. 2) Je kunt een presentatie Participatie / houden en deze voorbereiden, peerassessment/ opbouwen met juiste portfolio / individuele ondersteuning (PP), je publiek en groepspresentatie boeien, constructieve feedback op een presentatie kunt geven. Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie) Werkvorm(en) WC Hulpmiddelen nvt HC/workshops nvt Niveau van toetsing: N3: Toepassen Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Gesprekken in organisaties – Y. Gramsbergen-Hoogland, H. van der Molen, Wolters Noordhoff, 4e druk Henk T. Van der Molen, and Yvonne Gramsbergen-Hoogland, Communication in Organizations.Basic Skills and Conversation Models, Hove UK: Psychology Press 2005. ISBN 978 90-01-70625-8 978-1-84169-556-3 62 Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) http://iwp.cs.utwente.nl/Vaardigheden/6Presenteren/Voormeting/voormeting.html http://www.learnit.nl/gratiscursus/cursus_presenteren/ http://www.carrieretijger.nl/functioneren/communiceren/mondeling/m odel len/presentatie http://www.lichaamstaal.nl/lichaamstaal.html?presentatie.html 63 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: GOZ1 Onderzoek 1 84 uur (3 ECTS) 1.3.2 1 periode HBO-toelaatbaar Nederlands of Engels Korte beschrijving van de inhoud Professionals dienen in hun beroepsuitoefening beslissingen te nemen die zijn gebaseerd op degelijke situatie analyse, gefundeerde inschattingen van verwachte effecten van mogelijke interventies, en valide uitspraken over gerealiseerde resultaten. Zij dienen daartoe op verantwoorde wijze gebruik te maken van beschikbare onderzoekspublicaties, onderzoeksopdrachten formuleren en beoordelen, uitvoeren van onderzoek. In deze eerste bouwsteen leert de student de gehele cyclus van het onderzoeksproces te doorlopen, van probleemanalyse tot en met de eindrapportage. Kennis en vaardigheden De student voert de onderzoeksopdracht in principe zelfstandig (in koppels of in groepen) uit en wordt daarbij ondersteund middels verschillende didactische werkvormen. Per week wordt een bepaald gedeelte van onderzoek in het algemeen toegelicht in een hoorcollege en worden bepaalde technieken doorgenomen in een workshop. Op drie tussentijdse momenten is er een consultatiecollege waar de student praktische ondersteuning bij de opdracht krijgt aangeboden. Onderwerp Introductie Aanleiding Afbakening Onderzoekstypen Inhoud Uitleg & toelichting, Onderzoekscyclus Fasen in onderzoek Keuze van onderwerp, Informatie verzamelen Onderzoekspad, Probleemstelling formuleren, Begrippen, Hypothesen & modellen, Onderzoeksplan, Ontwerpkeuze Kwantitatief, Kwalitatief, Keuze voor type Dataverzamelings methoden Van theorie naar praktijk, Enquêtevragen opstellen, Topics bij interviews, Populatie en steekproef, Kwaliteit van onderzoek Conclusie en discussie Onderzoeksrapport Conclusies trekken, Discussie en evaluatie Opbouw van rapport, Criteria voor inhoud rapport, APA Opmerkingen Kenniscomponenten in hoorcolleges Kan in workshop t.b.v. voorbereiding opdracht Kenniscomponenten in hoorcolleges, kan gekoppeld worden aan opdracht Overwegend kenniscomponenten Overwegend kenniscomponenten, kan gekoppeld worden aan opdracht Deels kenniscomponenten, deels practicum Kenniscomponenten, kan gekoppeld worden aan opdracht Werkvormen Combinatie hoorcolleges en werkcolleges Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Kan de onderzoekscyclus Schriftelijke toets beschrijven De fasen in een onderzoek Schriftelijke toets beschrijven Een onderzoeksonderwerp Schriftelijke toets, afbakenen opdracht De aanleiding tot een Schriftelijke toets, onderzoek geven opdracht Een aantal eenvoudige Opdracht zoekacties naar literatuur en Werkvorm(en) HC/WC Hulpmiddelen Rekenmachine HC/WC HC/WC HC/WC HC/WC 64 Bouwsteendoelstellingen: andere bronnen uitvoeren Uitleggen wat het doel is van het opzetten van een logboek Een goede probleem- en doelstelling formuleren Indien van toepassing deelvragen ontwikkelen Begrippen uit probleem- en doelstelling omschrijven en afbakenen De wijze waarop een model de verwachte uitkomsten weergeeft beschrijven Een beargumenteerde keuze voor een bepaald onderzoekstype maken De onderdelen van een survey beschrijven De onderdelen van een experiment beschrijven Beschrijven wat een secundaire analyse is De werking van een monitor beschrijven Een aantal onderzoekstypen beschrijven (observatie, interview, literatuuronderzoek, inhoudsanalyse, gevalsstudie) Uitleggen op welke wijze de theoretische opzet van een onderzoek vertaald kan worden naar onderzoek in de praktijk Een deelverzameling afbakenen ten behoeve van eigen onderzoek De bruikbaarheid, validiteit en betrouwbaarheid van een onderzoeksontwerp bespreken Bepalen wat de inhoud van conclusies, aanbevelingen en discussie moet zijn Op de juiste wijze conclusies trekken op grond van de resultaten van een onderzoeksanalyse In een evaluatie de interne validiteit van conclusies beoordelen Zinvolle (bruikbaar voor opdrachtgever) aanbevelingen doen voor verder beleid of vervolgonderzoek Een relevante discussieparagraaf over een onderzoeksontwerp schrijven De opzet en structuur van een goed onderzoeksverslag, inclusief doelen en tijdsplanning beschrijven De criteria waaraan een wetenschappelijk rapport moet Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen Schriftelijke toets HC/WC Schriftelijke toets, opdracht Schriftelijke toets, opdracht Schriftelijke toets, opdracht HC/WC Schriftelijke toets HC/WC Schriftelijke toets, opdracht HC/WC Schriftelijke toets HC/WC Schriftelijke toets HC/WC Schriftelijke toets HC/WC Schriftelijke toets HC/WC Schriftelijke toets HC/WC Schriftelijke toets HC/WC Schriftelijke toets, opdracht HC/WC Rekenmachine Schriftelijke toets, opdracht HC/WC Rekenmachine Schriftelijke toets, opdracht HC/WC Schriftelijke toets, opdracht HC/WC Schriftelijke toets, opdracht HC/WC Opdracht HC/WC Opdracht HC/WC Schriftelijke toets HC/WC Schriftelijke toets HC/WC HC/WC HC/WC 65 Bouwsteendoelstellingen: voldoen omschrijven Op de juiste wijze literatuurverwijzing en bronvermelding toepassen Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Opdracht HC/WC Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. BoKs Betrouwbaarheid van de informatie DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie) Hulpmiddelen Niveau van toetsing: N3: Toepassen N3: Toepassen Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Verhoeven, N. (2007). Wat is onderzoek? Den Haag: Boom. Aanbevolen literatuur Baarda, B.D. & Goede, de, M.P.M. (2006). Basisboek Methoden en Technieken. Groningen: Wolters-Noordhoff Broekhoff, M.A. (2007). Deskresearch. Groningen: WoltersNoordhoff Kooiker, R., Broekhoff, M.A. & Stumpel, H. (2007). Marktonderzoek. Groningen: Wolters-Noordhoff ISBN 978-90-473-0001-4 978-90-207-3315-0 978-90-01-70027-0 978-90-01-40029-3 66 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: OBEAO1 Administratieve organisatie 1 3 EC (84 uur studiebelasting) 1.3.3 9 weken Nederlands Korte beschrijving van de inhoud De bouwsteen Administratieve Organisatie 1 gaat over de beginselen van de administratieve organisatie. Het behandelt de volgende onderwerpen: zoals organisaties en bedrijfsprocessen, beheersing (control en controle) van organisaties en bedrijfsprocessen, de principes van administratieve organisatie, de hoofdlijnen van de administratieve organisatie van primaire en secundaire processen ontwikkeling op het gebied van administratieve organisatie Werkvormen Acht weken vier lesuren waarin theorie en casuïstiek wordt behandeld. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Participatie Werkvorm(en) PGO Weet de student wat een administratieve organisatie is; Meerkeuzevraag en/of open vraag Hoorcollege en behandelen vragen aan het eind van ieder hoofdstuk Weet de student wat een interne controle is en wat een control is; Meerkeuzevraag en/of open vraag Hoorcollege en behandelen vragen aan het eind van ieder hoofdstuk Weet de student hoe een standaard bedrijfsproces inkoop, voorraad en verkoop kan worden gestructureerd; Meerkeuzevraag en/of open vraag Hoorcollege en behandelen vragen aan het eind van ieder hoofdstuk Weet de student hoe een standaard personeelsproces, financieel-administratief proces en IT-proces het primaire proces ondersteunt Weet de student wat het verschil tussen informatie en gegevens is; Meerkeuzevraag en/of open vraag Hoorcollege en behandelen vragen aan het eind van ieder hoofdstuk Meerkeuzevraag en/of open vraag Hoorcollege en behandelen vragen aan het eind van ieder hoofdstuk Is de student in staat om Casus Casus Casus Casus Hulpmiddelen op basis van een specifieke casus een proces te structureren Is de student in staat om 67 Bouwsteendoelstellingen: op basis van een specifieke casus een organisatie te structureren Is de student in staat om de randvoorwaarden voor een AO te definieren voor een specifieke casus Cesuur Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Casus Casus Hulpmiddelen 58% (theorie 60% + casus 40%) Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: C2 Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie Niveau van toetsing: Niveau 1 Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Beginselen van de administratieve organisatie , M. Paur, e.a. Enkele nader nog bekend te maken artikelen ISBN 978001769253 Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) Digitaal materiaal wat beschikbaar is bij de uitgever van het boek 68 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: OBEBA1 Bedrijfsadministratie 1 3 ECTS 1.3.4 9 weken DECBEBA (introductie) Nederlands Korte beschrijving van de inhoud Permanentie in de boekhouding, ontvangst en afgifte van goederen en facturen, duurzame productiemiddelen en voorzieningen. Kennis en vaardigheden Het kunnen toepassen van de permanentie op verschillende boekingen Het kunnen maken van boekingen i.v.m. ontvangst/afgifte van goederen en facturen Het kunnen maken van boekingen i.v.m. duurzame productiemiddelen en voorzieningen Werkvormen Werkcolleges, practica, instructiecolleges Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) afhankelijk van het soort bedrijf, schriftelijk verschillende boekingen te maken van diverse kostensoorten; boekingen te maken betreffende de schriftelijk voorraad bij hantering van verschillende voorraadwaarderingssystemen boekingen te maken betreffende de schriftelijk oprichting en winstverdeling van een VOF, BV of NV 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het besturen van organisaties. BoKs Financiële administratie o.a. boekhoudcyclus Werkvorm(en) WC Hulpmiddelen Rekenmachine WC Rekenmachine WC Rekenmachine Niveau van toetsing: N2: Inzien Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Boekhouden Geboekstaafd deel 1, Fuchs en van Vlimmeren, 10e druk Boekhouden Geboekstaafd deel 1, opgavenboek, Fuchs en van Vlimmeren, 10e druk ISBN 9001410065 9001410049 69 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: OBEDIB De interne beheersing 84 sbu 1.3.5 8 weken 1e jaar periode 1 + 2 afgerond Nederlands Korte beschrijving van de inhoud Het verwerken van diverse boekingen in een geautomatiseerd boekhoudpakket, waarbij het resultaat dient te worden geanalyseerd gezamenlijk met en vanuit de onderliggende AO processen. Kennis en vaardigheden De bouwstenen DECBEBA1 en DECBE2 zijn afgerond. NB. Er kan een wijziging komen in de gekozen software vanuit de actualiteit! Werkvormen Begeleide tutorgroepen Onbegeleidt opdrachten uitwerken in subgroepen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Het verwerken van diverse Schriftelijk middels boekingen in Exact Online weekopdrachten en eindrapport Het opstellen van een eindbalans en resultatenrekening Knelpuntsanalyse per deelproces van de organisatie uitvoeren Administratieve processen analyseren/beoordelen Cesuur Werkvorm(en) PGO Hulpmiddelen PGO PGO PGO 55% Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het besturen van organisaties. BoKs Financiële administratie o.a. boekhoudcyclus Financiële informatie systemen Niveau van toetsing: N3: Toepassen DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. BoKs Grondslagen en inrichting AO Kwaliteitszorg en kwaliteitsbeheersing Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Basisboek bedrijfseconomie Boekhouden Geboekstaafd deel 1, Fuchs en van Vlimmeren, 10e druk Beginselen van de administratieve organisatie , M. Paur, e.a. ISBN 9789001702427 9001410065 978001769253 70 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Studiejaar: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: GSLB1 SLB1 Studieloopbaanbegeleiding 1 3 EC (84 studieuren) BE1, LE1, CE1, ILM1, IBL1 1.4.1 Gehele eerste jaar Studenten die voldoen aan de toelatingseisen voor de studie Nederlands en Engels Korte beschrijving van de inhoud De bouwsteen studieloopbaanbegeleiding 1 bestaat uit 2 onderdelen, te weten “Studieloopbaanvaardigheden” (SLV) en “Studieloopbaancoaching” (SLC). Wie ben ik? , Wat kan ik al?, Waar pas ik? , Wat wil ik worden?, Wat moet ik nog doen? Onderstaande verplichte onderdelen ondersteunen je gedurende het hele studiejaar in het vinden van een antwoord op deze vragen. Voor SLB1 gelden de volgende verplichte onderdelen: Startweek, Startgesprek (periode 1), Werkveldoriëntatie activiteiten en stageterugkomdag, Portfolio met uitwerkingen van de opdrachten SLV en bewijsstukken van de activiteiten, Eindgesprek met studiecoach waarin de student zijn ontwikkeling toelicht aan de hand van SMART geformuleerde concrete doelen. Kennis en vaardigheden Informatievaardigheden, APA normen Studievaardigheden, studeren in het HBO, leren leren in het competentieonderwijs Studiehouding, studieplanning, motivatie, leerstijlen Reflecteren, feedback geven/ ontvangen, opstellen POP, leerdoelen SMART formuleren Werkvormen SLV werkcolleges in periode 1, 3 en 4 SLC klassikale coachingsuren in periode 1,2,3 en4 SLC individuele coachingsgesprekken in periode 1,2,3 en 4 Doelstellingen en wijze van toetsing Bouwsteendoelstellingen: Je vergroot je zelfinzicht door het maken van testen en opdrachten en daarop te reflecteren. Daarnaast zul je vaardigheden leren die jou in staat stellen in de toekomst adequater naar je zelf te kijken, waarmee je nog beter sturing aan je persoonlijke ontwikkeling kunt geven. Studievaardigheden komen ook aan bod. Na het succesvol afronden van deze bouwsteen: heb je zicht op het curriculum, weet je welke informatie je nodig hebt, kan je deze opsporen, evalueren en verwerken tot een concreet product. Je leert je eigen leerstijl ontwikkelen en je bent in staat deze waar nodig bij te stellen. Je hebt inzicht in de functie en mogelijkheden van studieloopbaancoaching, je kunt vijf studieloopbaancompetenties benoemen en toepassen op een niveau dat past bij jouw ontwikkelingsfase. Je kunt een en werkvorm Toetsvorm(en) Opdrachten/ portfolio/ eindgesprek Werkvorm(en) WC Hulpmiddelen 71 Bouwsteendoelstellingen: portfolio samenstellen dat de gestelde eisen inzake de bewijslast van jouw opleiding. Je bent je bewust van de waarde van zelfreflectie en kan je hiervoor passende instrumenten kiezen en toepassen. Aan de hand van jouw portfolio kun je op zowel inhoudals procesniveau reflecteren op jouw eigen ontwikkelproces. Toetsvorm(en) Cesuur 55% Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 8. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional) Werkvorm(en) Hulpmiddelen Niveau van toetsing: N2: Inzien Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Dankers-Van der Spek, M.(2010), Studieloopbaanontwikkeling, Beroepsgeschikt, Amsterdam, 2e druk, Pearson Education Benelux ISBN 978-90-430-1807-4 72 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: DECBE3 Bedrijfseconomie 3 3 ECTS 1.4.2 9 weken DECBEBA Nederlands Korte beschrijving van de inhoud In deze bouwsteen leer je allerlei begrotingen te maken die nodig zijn in een ondernemingsplan of als ondersteuning voor bepaalde managementbeslissingen Kennis en vaardigheden Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het besturen van organisaties. Bepalen en verstrekken van financieel-economische en fiscale informatie voor de besluitvorming. Verstrekken van informatie t.b.v. externe belanghebbenden. Werkvormen Werkcolleges Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) verschillende financiële schriftelijk overzichten te maken; investeringsprojecten te schriftelijk beoordelen; werkkapitaal te beheren. schriftelijk 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 5. Verstrekken van informatie t.b.v. externe belanghebbenden. BoKs Externe verslaglegging/ IFRS DC 6. Geven van adviezen en verlenen van diensten op financieel-economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden. BoKs Ondernemingsfinanciering Werkvorm(en) WC Hulpmiddelen Rekenmachina WC Rekenmachine WC Rekenmachine Niveau van toetsing: N2: Inzien N2: Inzien Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Basisboek Bedrijfseconomie, negende druk, De Boer, Brouwers, Koetzoer Basisboek Bedrijfseconomie, opgaven negende druk, De Boer, Brouwers, Koetzoer ISBN 978-90-01-79788-1 978-90-01-79776-8 73 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: DECAE Algemene economie 3 EC 1.4.3 1 moduul : 9 weeks lessons Nederlands Korte beschrijving van de inhoud The microeconomic principles, theories and methods of analysis form a part of it in order to prepare them to use this knowledge within an applied framework of analysis: market structures (monopoly, oligopoly, (non)perfect competition, elasticity’s, price theory), supply/demand, market failures (externalities, public goods, taxation, subsidies, property rights, etc.). The macroeconomic theory considers the performance of the (regional) economy as a whole (production, income, (un)employment, inflation, multiplier effect, etc) Kennis en vaardigheden This course provides sound knowledge, equips you with tools for critical attitude. The analytical skills will be challenged and sharpened. Thinking rationally, based on relevant economic theory, is for a bachelor in economics self-evident; Capable of using practical economic insight and skills, required for successfully managing business functions in the turbulent economic world. A student is able to carry out risk analysis on the basis of rate of interest, fiscal, exchange, Macroeconomic, Meso-economic information, Economic system and economic politics, policy of rate of interest. Fundamental information related to strategic tools such as SWOT, and DESTEP Werkvormen Lessons and hands on workshops on writing article on any current economics topic. The students are encourage to contribute by providing cases and examples. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) The student can identify the Report basic problem and collect relevant and recent information The student can analyse and interpret the collected information The student is able to apply Written exam the theory and information to the general economic , social, company problems on the basis of insights 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 3. Bepalen en beheersen van financieeleconomische en fiscale risico’s. BoKs Risico management DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor besluitvorming. BoKs Algemene economie Werkvorm(en) WC Hulpmiddelen Rekenmachine, worodenboek (ENGNL) WC Rekenmachine, worodenboek (ENGNL) Niveau van toetsing: N3: Toepassen Literatuur 74 Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Matt McGee- Economics: In terms of the good the bad and the economics. First published in 2004 by IBID press, Victroria, Australia ISBN no. 187 6659 10 6 Second edition: ISBN 978 1 876659 22 6 History of economic thought http://www.boisestate.edu/econ/lreynol/web/PDF_HET/CHAPTER1INTRO.pdf Aanbevolen literatuur 'Introduction to Microeconomics' by Saul Estrin and David Laidler, 4th edition, Harvester & Wheatsheaf, 1995 (EL) 'ECONOMICS' by Dornbusch, Begg and Fischer;, Mcgraw-Hill , 7th edition, 2002. Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) Business Source Premier: http://ebsco.chn.nl ISBN 75 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Studiejaar: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: OBERE2 Recht 3 EC (84 uur studielast) 1.4.4 4 9 weken Geen speciale vereisten Nederlands Korte beschrijving van de inhoud: In deze bouwsteen krijg je een algemene inleiding in het privaatrechtrecht, zoals dat van belang is voor studenten die na hun afstuderen werkzaam zullen zijn in economische beroepen, of een economische master-opleiding willen volgen. De bouwsteen vormt een basis voor andere bouwstenen die raken aan juridische aspecten. Je maakt kennis met het systeem van het Burgerlijk Wetboek en daarmee met de breedte van het privaatrecht. Je leert om regels op te zoeken in het Burgerlijk Wetboek en om met behulp daarvan rechten en plichten vast te stellen van partijen bij een overeenkomst of als het gaat om een conflict over schadevergoeding, bijvoorbeeld veroorzaakt door een gebrekkig product. Werkvormen Colleges, werkgroepen, zelfstudie, individuele opdrachten. Competenties en wijze van toetsing: Competenties en BOKS: HEO-standaard Business Law and Ethics Niveau van toetsing: Wijze van toetsing: Niveau 14 Schriftelijk Belangrijkste doelstelling(en) inclusief niveau aanduiding zoals in de matrix is opgenomen en wijze van toetsing en de toegestane hulpmiddelen: Doelstelling: Wijze van Toegestane toetsing: hulpmiddelen De student heeft kennis van en inzicht in belangrijke ‘rechtsbronnen’ en Schriftelijk Wettendeelgebieden van het privaatrecht. bundel De student heeft kennis van en inzicht in het systeem van het Schriftelijk WettenBurgerlijk Wetboek bundel De student heeft kennis van en inzicht in enige basisbegrippen en Schriftelijk Wettenbasisregels van de Boeken 1 en 2 van het BW. bundel De student heeft kennis van en inzicht in: Schriftelijk Wetten* het begrip ‘rechtshandeling’ en de regels daarover in het BW, bundel * het begrip ‘overeenkomst’ en de regels daarover in het BW, * het begrip ‘verbintenissen uit wet’ en de regels daarover in het BW, * het begrip ‘goederenrecht’ en de regels daarover in het BW, * het begrip ‘koopovereenkomsten’ en de regels daarover in het BW, en kan met behulp daarvan in eenvoudige situaties rechten en plichten van partijen vaststellen. Cesuur5 55% 4 Volgens Landelijk Opleidingsprofiel BBA-Bedrijfseconomie, 2013 Indien deze bouwsteen in combinatie met andere bouwstenen in 1 eindtentamen wordt getoetst, dient het 76 onderdeel Recht van die toets met een voldoende te worden afgesloten. 5 Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Wetteksten hoger onderwijs 2014-2015 ISBN 9789001834074 Van der Roest, Basisboek Recht 9789001842772 Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) http://wetten.overheid.nl Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt (aanbevolen/verplicht) Bouwsteenboek 77 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Soort bouwsteen: Aantal credits: Periode: Duur: Instapniveau: (min. competentieniveau) Taal bouwsteen: OECOP Ondernemingsplan Opleidingspecifiek twee opleidingen 3 EC 1.4.5 9 weken Nederlands Korte beschrijving van de inhoud Van een student economie wordt verwacht dat hij gedurende zijn opleiding ondernemerskwaliteiten ontwikkelt. Ondernemerskwaliteiten zijn nodig als hij als je als afgestudeerde student een functie krijgt binnen een bestaande organisatie. Je leert denken als een ondernemer en alle facetten van een organisatie kennen. Stap 1: Ken jezelf als ondernemer Onderzoek naar je eigen ondernemerskwaliteiten. Sterke- en ontwikkelpunten, kansen en valkuilen Stap 2: Werk je idee uit Wat wil je verkopen? Haalbaarheid bepalen en je missie en doelstellingen Stap 3: Zet je onderneming op Je bedenkt de naam, rechtsvorm, huisvesting en doet onderzoek naar vergunningen, regels, subsidies en verzekeringen. Stap 4: Onderzoek je markt Klant-, concurrentie analyse. Manier van aanbieden en benaderen markt. Stap 5: Bepaal je promotie Marketingplan Stap 6: Organiseer je onderneming Organiseren van productieproces, boekhouding, personeel en eventueel automatiseringshulpmiddelen. Stap 7: Regel de financiën Inversteerders, startkapitaal, openingsbalans, te verwachten resultaat. Stap 8: Voer het ondernemingsplan uit Presentatie aan de bank. In deze stap staan nog allerlei tips voor ná de start. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) 1. Sterke en zwakke Schriftelijk ondernemerskwaliteiten benoemen en maatregelen nemen zwakke punten te neutraliseren. 2. Commercieel productidee Schriftelijk uitwerken tot een samenhangend en uitvoerbaar ondernemingsplan 3. Op basis van een Schriftelijk commercieel idee beslissingen nemen over de rechtsvorm, huisvesting, aanvraag vergunningen, regels, subsidies en verzekeringen. 4. Gestructureerde inschatting Schriftelijk van de marktmogelijkheden van het commerciële productidee. 5. Ontwerp maken van de Schriftelijk praktische inrichting van een startend bedrijf 6. Financiële begrotingen Schriftelijk opstellen (omzetprognose, investeringsbegroting, Werkvorm(en) PGO Hulpmiddelen PGO PGO PGO PGO PGO Rekenmachine 78 Bouwsteendoelstellingen: financieringsplan, openingsbalans, resultatenbegroting, liquiditeitsbegroting) 7. BTW-verplichtingen toepassen. 8. Overtuigend presenteren voor de geldschieter. Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen Schriftelijk PGO Rekenmachine Mondeling PGO Cesuur 55% Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het besturen van organisaties. BoKs Financiële administratie o.a. boekhoudcyclus Financiële informatie systemen DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor besluitvorming. BoKs Marketing Kostencalculaties/budgetteren en verschilanalyse Ondernemingsrecht DC 6. Geven van adviezen en verlenen van diensten op financieel-economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden. BoKs Ondernemingsfinanciering DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie) DC 8. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional) Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Zo maak je een ondernemingsplan Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) Niveau van toetsing: N3: Toepassen N3: Toepassen N3: Toepassen N3: Toepassen N3: Toepassen ISBN NL: 9789001712846 www.zomaakjeeenondernemingsplan.no ordhoff.nl 79 Bijlage C Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de postpropedeutische fase: Postpropedeutische fase / Hoofdfase Studiejaren 2, 3 en 4. Periode Vak Code Naam EC Toetsing 2.1 Informatiemanagement 1 OBEOZ2 G.Onderzoek 2 3 S/O/M 2 DECEN1 O.Engels 1 3 S/O/M 3 OBEBA2 O.Bedrijfsadministratie 2 3 S/O/M 4 OBEEV O.Externe verslaggeving 3 S/O/M 5 OBEMIS I.Management Information Systems 3 S/O/M 1 GMOCO2 G.Mondelinge Communicatie 2 3 S/O/M 2 OBEED2 O.Engels 2 3 S/O/M 3 OBEAO2 O.Administratieve organisatie 2 3 S/O/M 4 OBEFM O.Finance & Riskmanagement 3 S/O/M 5 OBEIC I.In Control 3 S/O/M 1 DECHR1 D.HRM 1 3 S/O/M 2 DECMAN2 D.Management 2 3 S/O/M 3 OBEED3 O. Business English 3 S/O/M 4 OBEOR O.Ondernemingsrecht 3 S/O/M 5 OBEDO I.De overname 3 S/O/M 1 GSLB2 G.SLB/ZM 2 3 S/O/M 2 GCD Conceptueel denken 3 S/O/M 3 OBEIEFA O.International Economics and Finance 3 S/O/M 4 OBEMA O.Management Accounting 3 S/O/M 5 OBEDNE I.De nieuwe economie 3 S/O/M 1 OECSTA1 O.Stage 1 15 S/O/M 2.2 De investering 2.3 De manager 2.4 Internationalisering 3.1 Stage 1 80 3.2 Stage 2 1 OECSTA2 O.Stage 2 15 S/O/M 1 OECMIN1 M.Minor 1 15 S/O/M 1 OECMIN2 M.Minor 2 15 S/O/M 15 S/O/M 15 S/O/M 3.3 Minor 1 3.4 Minor 2 4.1 Major 1 1 OBESPECA O.Specialisatie A 4.2 Major 2 2 1 OBESPECB O.Specialisatie B 4.3 Afstuderen 2 1 OBEAFSCA O.Afstudeerstage 15 S/O/M 1 OBEAFSCB O.Scriptie 15 S/O/M 4.4 Scriptie Totaal 180 81 Jaar 2 Bouwsteen code: Bouwsteen naam: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau Bouwsteen taal OLEOZ2 Onderzoek2 3 ects 2.1.1 1 periode Onderzoek1 Nederlands Korte beschrijving van de inhoud Een onderzoeker krijgt al snel te maken met kwantitatieve aspecten van onderzoek zoals bijvoorbeeld de vraag hoeveel personen ondervraagd dienen te worden voor een betrouwbaar resultaat. In onderzoek 2 worden een aantal onderzoekstechnieken voor kwantitatief onderzoek aangereikt en toegelicht. Schatten, Toetsen (waaronder verschiltoetsen en de chikwadraattoets), Regressie, correlatie en Trendanalyse. Met behulp van het statistisch programma SPSS wordt geleerd hoe data in te voeren, te verwerken en hoe de computeruitvoer te interpreteren Werkvorm Gecombineerd hoor/werkcollege Computerpracticum Doelstellingen, werkvorm en toetsing Werkvorm Kennis en vaardigheden ontwikkelen om kwantitatief onderzoek uit te kunnen voeren Cesuur Competenties en toets niveau Competenties en Body of Knowledge and Skills (BOKS) A1. Voert onderzoek uit door middel van analyse Toetsvorm schriftelijk 55% Toetsniveau N3: Toepassen Verplichte literatuur: Buijs, A. (2012). Statistiek om mee te werken (9e druk).Groningen:Noordhoff. Buijs, A. (2012). Statistiek om mee te werken opgaven –en uitwerkingenboek(9e druk).Groningen:Noordhoff. 9789001802486 9789001802592 82 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: OBEBA2 Bedrijfsadministratie 2 3 ECTS 2.1.2 9 weken OBEBA1 Nederlands Korte beschrijving van de inhoud Fabrieksboekhouding Kennis en vaardigheden Het kunnen maken van boekingen die verband houden met de kosten van duurzame productiemiddelen. Het kunnen maken van boekingen, specifiek voor productie-ondernemingen. Het kunnen maken van boekingen bij toepassing van budgetten. Werkvormen werkcolleges Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) boekingen te maken van schriftelijk kosten, verband houdende met duurzame productiemiddelen boekingen te maken bij schriftelijk gebruik van de kostenplaatsenmethode boekingen te maken van schriftelijk budgetten boekingen te maken bij schriftelijk verschillende productieprocessen boekingen te maken in schriftelijk verband met afval en/of uitval 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het besturen van organisaties. BoKs Financiële administratie o.a. boekhoudcyclus Kostentoerekening Werkvorm(en) WC Hulpmiddelen rekenmachine WC rekenmachine WC rekenmachine WC rekenmachine WC rekenmachine Niveau van toetsing: N3: Toepassen Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Boekhouden Geboekstaafd deel 2, Fuchs en van Vlimmeren, Boekhouden Geboekstaafd deel 2, opgavenboek, Fuchs en van Vlimmeren, ISBN 83 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Soort bouwsteen: Aantal credits: Opleiding Periode: Duur: Instapniveau: (min. competentieniveau) Taal bouwsteen: DECEN 1 Engels 1 Domein gerelateerd 3 EC BE/CE 2.1.3 9 weken B1 (CEFR) English Korte beschrijving van de inhoud In deze bouwsteen werkt de student aan de ontwikkeling van de basisvaardigheden van zakelijk Engels. De cursus richt zich op de ontwikkeling van belangrijke zakelijke communicatievaardigheden zoals telefoneren, vergaderen, onderhandelen, presenteren en het schrijven van emails, memo’s en korte rapporten. Daarnaast wordt de zakelijke woordenschat uitgebreid en worden de belangrijkste grammaticale structuren herhaald. Tot slot wordt de student zich bewust van de communicatieve conventies die gelden in het Angelsaksische taalgebied. Toetsvorm Schriftelijke toets en mondeling Werkvorm Werkcolleges, rollenspelen, case studies, discussie, opdrachten en zelfwerkzaamheid. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) De student kan deelnemen aan Mondeling gesprekken en discussies over onderwerpen uit het vakgebied. Werkvorm(en) Hulpmiddelen Geen De student kan een korte presentatie houden over een onderwerp uit de studie – en werksfeer en vragen daarover beantwoorden. Mondeling Geen De student kan teksten over onderwerpen uit het vakgebied begrijpen. Schriftelijk Geen De student kan emails, korte rapporten en samenvattingen schrijven over onderwerpen uit de studie – en werksfeer. Schriftelijk Geen De student beschikt over een voldoende woordenschat over onderwerpen uit het vakgebied en heeft een voldoende beheersing van de relevante structuren en taalfuncties. Schriftelijk/mondeling Geen Cesuur 55% Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 7. Sociale en communicatieve competentie Niveau van toetsing: CEF B1 - Toepassen 84 (interpersoonlijk, organisatie) Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Cotton, D., Falvey, D. and Kent, S. Market Leader Upper Intermediate, 3rd edition, (2-pack) Course book and Practice file, Pearson Longman ISBN 9781408291696 Aanbevolen literatuur Longman Business English Dictionary, new edition, paper edition + CDROM, Pearson Longman 9781405867061 Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) bbc.co.uk, ft.com, economist.com, time.com, nytimes.com Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt (aanbevolen/verplicht) 85 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: (min. competentieniveau) Taal bouwsteen: OBEEV Externe verslaggeving 3 EC 2.1.4 9 weken Bedrijfsecnomie 1 en 3 afgerond Nederlands/Engels Korte beschrijving van de inhoud: Om als Bedrijfseconoom te kunnen functioneren is kennis nodig van de financiele informatie en hoe deze informatie gebruikt kan worden bij het besturen van een onderneming en als ondersteuning kan dienen bij het nemen/onderbouwen van beslissingen. De afzonderlijke financieel economische gegevens zoals de balans, resultatenrekening en het kasstroomoverzicht zijn reeds in de propedeuse aan de orde gekomen. Bij externe verslaggeving wordt de student geacht het verband tussen deze afzonderlijke financieel economische gegevens te kunnen leggen en op basis van financieel economische gegevens van de onderneming een jaarrekening te kunnen opstellen en een meerjarenanalyse te kunnen uitvoeren. Dit leggen van verbanden en het analyseren van financieel economische gegevens doet een beroep op een hoger perceptie niveau van de student. Het voeren van een goede financiële rapportage is wezenlijk voor de beheersing van de financiële risico’s en een betrouwbare verstrekking aan externe belanghebbenden. Toetsvorm: Schriftelijk tentamen en opdrachten Werkvorm: Werkcollege Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) De student(e) kan aangeven Schriftelijk wat de gevolgen zijn voor de balanspresentatie bij toepassing van verschillende waarderingsgrondslagen. Werkvorm(en) WC Hulpmiddelen Rekenmachine De student(e) heeft basiskennis van de jaarverslaggeving volgens internationale regelgeving (IFRS) en de Nederlandse regelgeving. Schriftelijk WC Rekenmachine De student(e) heeft kennis van de belangrijkste waarderingsstelsels en is in staat om deze toe te passen bij het analyseren en opstellen van een jaarrekening. Schriftelijk WC Rekenmachine 86 Bouwsteendoelstellingen: Cesuur Toetsvorm(en) 55% Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 5. Verstrekken van informatie t.b.v. externe belanghebbenden. BoKs Externe verslaglegging/ IFRS Waarderingsvraagstukken Werkvorm(en) Hulpmiddelen Niveau van toetsing: N3: Toepassen Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Jaarverslaggeving, Epe &Koetzier ,5e druk Aanbevolen literatuur Externe verslaggeving, Klaassen, Hoogendoorn, Vergoossen,1e druk Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt (aanbevolen/verplicht) ISBN 9789001710088 9789001710101 87 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: OBEMIS Management Informatiesystemen 3 EC (84 studiebelastinguren) 2.1.5 9 weken Nederlands Korte beschrijving van de inhoud De leert de basisbegrippen met betrekking tot informatiesystemen, het leert om te gaan met de basisfunctionaliteiten van een ERP-pakket en de betekenis van een ERP pakket voor organisaties. Is in staat om de stand van zaken op het gebied van informatievoorziening en automatisering van een organisatie te inventariseren. Kennis en vaardigheden 1e jaars vakken afgerond. Werkvormen Werkcolleges waarbij de student individueel aan de ERP opdrachten werkt. Een docent is hierbij aanwerzig voor ondersteuning. Hoorcolleges over informatiemanagement PGO: de student dient in een groep van maximaal 6 personen een informatieplan voor een organisatie op te stellen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Inzicht krijgen in de werking Opdracht van een ERP programma Werkvorm(en) Werkcolleges Kennis en inzicht in de theorie van informatiemanagement. Schriftelijk MC en open vragen) Hoorcolleges Inzicht krijgen in de informatievoorziening en automatisering van een organisatie Cesuur Rapport PGO Hulpmiddelen De ERP opdracht en Rapport dienen beide voldoende te zijn en schriftelijk tentamen 55 punten. Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: Kostentoerekening Financiële administratie o.a. boekhoudcyclus DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het besturen van organisaties. BoKs Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) De praktijk van my SAP/IDES, Schenk en Draijer, 3e druk Informatiemanagement, R. Grit, 4e druk Niveau van toetsing: N3: Toepassen ISBN 9789001820527 9789001809751 88 89 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: GMOCO2 Mondelinge communicatie 2 3 EC (84 studieuren) 2.2.1 1 module Mondelinge communicatie 1 Nederlands en Engels Korte beschrijving van de inhoud Onze samenleving is een communicatiesamenleving. Voor alle Hbo-functies zijn communicatieve vaardigheden van groot belang. Deze bouwsteen leert de student twee gesprekstechnieken, te weten: Onderhandelen en conflicthantering; Luisteren, samenvatten en doorvragen Kennis en vaardigheden Op een correcte en effectieve wijze onderhandelen en conflicten hanteren; Het interpreteren van mondelinge informatie op een juiste manier en samenvatten door goed door te vragen Werkvormen Hoorcollege’s Werkcollege’s (aanwezigheid bij tenminste 80% van de werkgroepen is vereist) Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Verplichte actieve werkcollegeParticipatie voorbereiding De student toont aan dat hij Opdracht / inzicht heeft in de verschillende Productenmap wijzen van onderhandelen door middel van het bestuderen van de theorie De student kan een interview Opdracht / afnemen en dit interview Productenmap verwerken tot een artikel Interviewversl ag Werkvorm(en) PGO PGO PGO De student kan gesprekstechnieken toepassen in verschillende situaties De student verwerft de benodigde vaardigheden door het uitspelen van casussen Opdracht / Productenmap PGO Opdracht / Productenmap PGO Cesuur 55% Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie) Hulpmiddelen Gebruik voice recorder Niveau van toetsing: N3: Toepassen Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Gramsbergen-Hoogland, Y. & Van der Molen, H. ( 2008 ). Gesprekken in organisaties ( 4e druk ). Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff Aanbevolen literatuur Janssen, D ( 2007 ). Zakelijke communicatie 1: Een leergang communicatieve vaardigheden voor het HBO (5e geh.herz.dr.). Groningen: Wolters-Noordhoff Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) ISBN 978 90-01-706258 90 www.managersonline.nl www.writingstudio.eu 91 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: OBEAO2 Administratieve organisatie 2 3 EC (84 studiebelastinguren) 2.2.2 9 weken OBEAO1 stof beheersen Nederlands Korte beschrijving van de inhoud De bouwsteen Administratieve Organisatie 2 gaat over de kern van administratieve organisatie. Het behandelt de volgende onderwerpen: Theoretische grondslagen (o.a. COSO, risicomanagement, managementinstrumenten), De administratieve organisatie van de volgende typologieën: o Handel o Productie o Dienstverlening o Overige Werkvormen Gecombineerde hoor- en werkcolleges met individuele verplichte opdrachten Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Student heeft kennis van de Open vragen theoretische grondslagen van de administratieve organisatie (o.a. Coso, balance scorecard, managementmodellen, risicomanagement, typologieën en de daarbij behorende maatregelen van interne controle) Werkvorm(en) Hoorcollege en zelfstudie + het behandelen van huiswerkopdrachten (bij boek behorende eindvragen en extra vraagstukken) Student is in staat om op basis van de opgedane theoretische kennis van de administratieve organisatie van eenvoudige typologie te ontwerpen en beschrijven Student is in staat om de behoefte van de management informatie te beschrijven Casus met open vragen (en voldaan hebben aan de inleververplichting) Werkcolleges waarin het huiswerk wordt behandeld. Casus met open vragen (en voldaan hebben aan de inleververplichting) Werkcolleges waarin het huiswerk wordt behandeld. Cesuur 55% (theorie 30% + casus 70%) Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: C1 Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerrde) informatiesystemen voor het besturen van organisaties. C2 Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie C3 Bepalen en beheersen van financieel-economische en fiscale risico’s Hulpmiddelen Niveau van toetsing: Niveau 3 Niveau 2 Niveau 2 Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) De kern van de administratieve organisatie , M. Paur, e.a., 1e druk Evt. enkele nader nog bekend te maken artikelen ISBN 978001785062 92 Aanbevolen literatuur Internet bronnen (verplicht) http://www.coso.org/documents/COSO%202013%20ICFR%20Executive_Summa ry.pdf Digitaal materiaal wat beschikbaar is bij de uitgever van het boek 93 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: OBEED2 Engels 2 3 EC 2.2.3 1 moduul B1.1 (CEFR) English Korte beschrijving van de inhoud In deze bouwsteen werkt de student aan de ontwikkeling van de basisvaardigheden van zakelijk Engels. De cursus richt zich op de ontwikkeling van belangrijke zakelijke communicatievaardigheden zoals telefoneren, vergaderen, onderhandelen, presenteren en het schrijven van emails, memo’s en korte rapporten. Daarnaast wordt de zakelijke woordenschat uitgebreid en worden de belangrijkste grammaticale structuren herhaald. Tot slot wordt de student zich bewust van de communicatieve conventies die gelden in het Angelsaksische taalgebied. Werkvormen Werkcolleges, rollenspelen, case studies, discussie, opdrachten en zelfwerkzaamheid. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) De student kan deelnemen aan Mondeling gesprekken en discussies over onderwerpen uit het vakgebied. Werkvorm(en) Hulpmiddelen Geen De student kan een korte presentatie houden over een onderwerp uit de studie – en werksfeer en vragen daarover beantwoorden. Mondeling Geen De student kan teksten over onderwerpen uit het vakgebied begrijpen. Schriftelijk Geen De student kan emails, korte rapporten en samenvattingen schrijven over onderwerpen uit de studie – en werksfeer. Schriftelijk Geen De student beschikt over een voldoende woordenschat over onderwerpen uit het vakgebied en heeft een voldoende beheersing van de relevante structuren en taalfuncties. Schriftelijk/mondeling Geen Cesuur 55% Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie) Niveau van toetsing: CEF B1 – Toepassen Literatuur 94 Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Cotton, D., Falvey, D. and Kent, S. Market Leader Upper Intermediate, 3rd edition, (2-pack) Course book and Practice file, Pearson Longman 9781408291696 Aanbevolen literatuur Longman Business English Dictionary, new edition, paper edition + CDROM, Pearson Longman 9781405867061 Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) bbc.co.uk, ft.com, economist.com, time.com, nytimes.com Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt (aanbevolen/verplicht) 95 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: OBEFM Finance & Riskmanagement 3 EC (84 studieuren) 2.2.4 9 weken Nederlands Korte beschrijving van de inhoud Om als Bedrijfseconoom te kunnen functioneren is kennis nodig van de financiële informatie en hoe deze informatie gebruikt kan worden bij het besturen van een onderneming en als ondersteuning kan dienen bij het nemen/onderbouwen van beslissingen. De afzonderlijke financieel-economische gegevens zoals de balans, resultatenrekening en het kasstroomoverzicht zijn reeds in de propedeuse aan de orde gekomen. Bij Finance & Riskmanagement wordt de student geacht het verband tussen deze afzonderlijke financieel-economische gegevens te kunnen zien en op basis van gegevens van de onderneming de risico’s te kunnen inschatten. Dit verkrijgen van inzicht doet een beroep op een hoger perceptieniveau van de student. Het voeren van een goed risk management is wezenlijk voor de beheersing van de financiële risico’s. Kennis en vaardigheden Bepalen en beheersen van financieel-economische en fiscale risico´s Opstellen van door derde gevraagde financiële en economische gegevens in specifieke gevallen zoals investeringen Verzamelen, interpreteren en beoordelen van financieel-economische en fiscale informatie ten behoeve van de particulier, zakelijke en interne klant Inventariseren en analyseren van de financiële risico’s en het doen van (product) voorstellen om de financiële risico’s te beperken. Werkvormen Gecombineerd Hoor/werkcollege waarin oefeningen worden gedaan met de lesstof en waar een duiding wordt gegeven van de theorie, aangevuld met een PGO opdracht waarbij de student een opdracht maakt aan de hand van een zelf gekozen jaarverslag. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen De student is in staat om de financieringsbehoefte van een onderneming te bepalen. De student is in staat om een financiële positie van een onderneming vast te stellen en te beoordelen. De student is in staat om de financiële planning op lange en korte termijn van een onderneming vast te stellen. De student kan een structuur ontwikkelen voor het identificeren, analyseren en evalueren van de risico's, waaraan een onderneming of organisatie blootstaat De student kan oplossingen voorstellen om de risico’s waaraan een onderneming blootstaat te beperken. Schriftelijk WC/HC Rekenmachine Schriftelijk WC/HC Rekenmachine Schriftelijk WC/HC Rekenmachine Schriftelijk WC/HC Rekenmachine Schriftelijk WC/HC Rekenmachine Cesuur 55% Competenties en niveau van toetsing: 96 Competenties en BOKS: DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. BoKs Betrouwbaarheid van de informatie Niveau van toetsing: N2: Inzien DC 3. Bepalen en beheersen van financieeleconomische en fiscale risico’s. BoKs Werkkapitaal beheer Risico management N2 en N3: Inzien en toepassen DC 5. Verstrekken van informatie t.b.v. externe belanghebbenden. BoKs Inversterings- en waarderingsvraagstukken N2 en N3: Inzien en toepassen DC 6. Geven van adviezen en verlenen van diensten op financieel-economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden. BoKs Ondernemingsfinanciering Efficiënte en effectiviteit van de bedrijfsvoering N3: Toepassen Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN e Finance & Risk Management, Wim Tijhaar, 1 druk, Noordhoff Uitgevers. Aanbevolen literatuur Risicomanagement, P.F. Claes, 4e druk, Noordhoff Uitgevers Financieel management, Heezen en Kroot, 1 e druk, ISBNnr Noordhoff Uitgevers 9789001778156 9789001709792 9789001701321 97 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: OBEIC In Control 84 sbu 2.2.5 8 weken Afgeronde propedeuse Nederlands Korte beschrijving van de inhoud Het opstellen van een haalbaarheidsonderzoek betreffende een investeringsproject en dit uitvoeren in samenhang met de bijbehorende adviezen over (wijzigingen in) de interne procedures. Kennis en vaardigheden 1e jaar is afgerond als instapeis. Werkvormen Groepsbijeenkomsten waar aan de opdrachten wordt gewerkt. Feedback door docenten op de voortgang van de opdrachten. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Investeringsproject Schriftelijk doorrekenen Processen in de organisatie Schriftelijk analyseren en verbeteren Het adviseren van de Mondeling organisatie nav de uitgevoerde opdrachten 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. BoKs Grondslagen en inrichting AO DC 5. Verstrekken van informatie t.b.v. externe belanghebbenden. BoKs Inversterings- en waarderingsvraagstukken Werkvorm(en) PGO Hulpmiddelen Rekenmachine PGO Niveau van toetsing: N3: Toepassen N3: Toepassen Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Basisboek Bedrijfseconomie; De kern van de administratieve organisatie ISBN 98 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Soort bouwsteen: Aantal credits: Opleiding Periode: Duur: Instapniveau: (minimaal competentieniveau) Taal bouwsteen: DECHR1 Human Resouce Management 1 Generiek 3 EC (84 studiebelasting uren) BE/ CE 2.3.1 9 weken Basiskennis van management Nederlands Korte beschrijving van de inhoud Iedere organisatie heeft te maken met personeel. Binnen de dienstverlenende organisaties in het werkveld kan bijvoorbeeld hospitality, vrijetijd, media en toerisme is personeel een groot goed. Het is daarom van belang dat studenten leren hoe ze personeel kunnen managen. In eerste instantie vanuit strategisch perspectief, maar omdat lijnmanagement ook steeds meer directe HRM taken krijgt, ook vanuit operationeel perspectief. Toetsvorm: Invullen: Actieve participatie / opdracht Werkvormen Wekelijks zijn is er een werkcollege waarin tevens de theorie wordt behandeld. Studenten werken – alleen of samen- aan opdrachten. De uitwerkingen worden tijdens de werkcolleges besproken en gewaardeerd. Er is een aanwezigheidsplicht van 80% en de score voor de individuele- en groepsopdrachten is voldoende. Als hieraan wordt voldaan, mag men meedoen aan de toetsing. Doelstelling: Wijze van toetsing: Toegestane hulpmiddelen De student begrijpt wat een HRM proces inhoudt en welke zijn of haar rol is, gezien vanuit de positie van een lijnmanager. Tevens wordt het inzicht van de student getoetst wanneer, welke instrumenten kunnen worden ingezet, hoe ze werken en wat de voor en nadelen zijn. Cesuur Tentamen Geen Opdracht Presentatie Geen Werkvorm: Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. BoKs Verandermanagement/organisatie van mensen, structureren en processen 55% Niveau van toetsing: N2: Inzien / N3: Toepassen 99 Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Introducing Human Resource Management, Foot,M., 978-02-737120008 (paperback) Hook,C. (2008), Pearson Education, Edition 5th. Human Resource Management, Foot, M., Hook, C. 978-90-43015653 (2009), Amsterdam: Pearson Education Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) Business Source Premier Ga naar www.stenden.com Kies MyStenden Kies Studielandschap vh CHN (of Mediatheek vh HD) Kies Catalogi en digitale databases (of Literatuurlijsten en electronische bestanden) Kies Full text databases (of Electronische bestanden Economie) Kies business source premier http://www.marketlineinfo.com/library/default.aspx http://owl.englisch.purdue.edu/handouts/research/r apa.htlm http://www.thewritesources.com/APA/APA.html 100 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Studiejaar: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: DECMAN2 Management 2 3 EC (84 studiebelastinguren) 2 2.3.2 9 Weken DECMAN1 Nederlands Korte beschrijving van de inhoud De bouwsteen Management 2 is een vervolg op Management 1. Er wordt ingegaan op de onderwerpen die ook al in Management 1 aan de orde zijn geweest. Er wordt nu dieper op de betreffende onderwerpen ingegaan, er komen nu andere visies/modellen aan de orde of er worden andere onderwerpen binnen hetzelfde thema behandeld. In DECMAN2 komen twee nieuwe onderwerpen aan de orde, nl.: Strategisch Management (inleiding) en Samenwerkingsvormen tussen bedrijven. Werkvormen DECMAN 2 kent drie werkvormen: Een viertal hoorcolleges, zeven werkcolleges en een achttal PGO-bijeenkomsten. Tijdens de hoorcolleges worden de verschillende onderwerpen uit de literatuur ingeleid. In de werkcolleges worden opdrachten en cases besproken. Tijdens de PGO- taken werken studenten aan taken die gericht is op het tot stand brengen van een koppeling tussen de theorie en de beroepspraktijk. Voor de uitwerkingen van werkcolleges en PGO-taken moet een minimale score worden gehaald, alvorens studenten worden toegelaten tot het tentamen. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) de wijze waarop managers een Tentamen=S organisatie besturen uiteenzetten, kan de relatie tussen management, ethiek en informatie weergeven, de verschillende aspecten die een rol spelen bij besluitvorming weergeven, hulpmiddelen en technieken bij besluitvorming gebruiken, organisatieconfiguraties van Mintzberg modelleren, overleg/communicatie structuren opstellen, de ontwikkelingen m.b.t. het structureren van organisaties weergeven, de verschillende methoden van organisatieadvieswerk en organisatie onderzoek weergeven de klassieke benadering van Tentamen=S strategisch management uiteenzetten, het strategiemodel van Hamel & Prahalad weergeven, de verschillende vormen van samenwerking van organisaties vaststellen en kan de aspecten die bij een samenwerkingsvorm een rol spelen bepalen, verschillende methoden van het besturen van organisaties opstellen, de Werkvorm(en) WC=M Hulpmiddelen WC=alle Tentamen= Geen WC=M PGO=M WC=alle PGO=alle Tentamen= geen 101 Bouwsteendoelstellingen: ontwikkeling van een organisatie bepalen Toetsvorm(en) Cesuur WC=71% PGO=55% Tentamen=55% Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: Verandermanagement/organisatie van mensen, structureren en processen DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. BoKs Werkvorm(en) Hulpmiddelen Niveau van toetsing: N2: Inzien / N3: Toepassen Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Een praktijkgerichte benadering van Organisatie en Management, Nick van Dam en Jos Marcus (Nederlands editie). Voor DECMAN2 gaat het om de hoofdstukken 3, 4, 6.3.4 tot einde, 7.5 tot einde, 8.3 tot einde, 9.4 tot einde en 10.4 tot einde ISBN 978-90-01-76665-8 978-90-01-57704-9 (engelse versie) 102 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: OBEED3 Business English for Finance and Accounting 3 3 EC (84 studiebelastingsuren) 2.3.3 9 weken B2.1 English Korte beschrijving van de inhoud In deze bouwsteen verdiept de student zijn mondelinge en schriftelijke vaardigheden van het zakelijke Engels en Duits en ontwikkelt een specialistische woordenschat op het gebied van Accounting and Finance. Daarnaast wordt de student zich bewust van de communicatieve conventies die gelden in het Angelsaksische taalgebied. Kennis en vaardigheden Financiële woordenschat; Relevante grammatica en taalfuncties; Taalvaardigheden: luisteren (interviews, presentations), spreken (discussies, presentaties), lezen (correspondentie, rapporten, artikelen, balance sheets ) en schrijven (correspondentie, rapporten; Communicatievaardigheden: presenteren, telefoneren, onderhandelen en vergaderen. Werkvormen Werkcolleges, rollenspelen, case studies, discussie, opdrachten en zelfwerkzaamheid. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) De student kan deelnemen aan Mondeling gesprekken en discussies over onderwerpen uit het vakgebied. Werkvorm(en) Hulpmiddelen Geen De student kan een korte presentatie houden over een onderwerp uit de studie – en werksfeer en vragen daarover beantwoorden. Mondeling Geen De student kan teksten over onderwerpen uit het vakgebied begrijpen. Schriftelijk Geen De student kan emails, korte rapporten en samenvattingen schrijven over onderwerpen uit de studie – en werksfeer. Schriftelijk Geen De student beschikt over een voldoende woordenschat over onderwerpen uit het vakgebied en heeft een voldoende beheersing van de relevante structuren en taalfuncties. Schriftelijk/mondeling Geen Cesuur 55% Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 7. Sociale en communicatieve competentie Niveau van toetsing: CEF B1 – Toepassen 103 (interpersoonlijk, organisatie) Literatuur Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Helm, S. Accounting and finance, 1e druk, Pearson Longman 9781408220023 Aanbevolen literatuur Longman Business English Dictionary, new edition, paper edition + CDROM, Pearson Longman 9781405867061 Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) bbc.co.uk, ft.com, economist.com, time.com, nytimes.com Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt (aanbevolen/verplicht) 104 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Studiejaar: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: OBEOR Ondernemingsrecht (Voorheen Int. Zaken doen B) 3 EC 2 2.3.4 9 weken Propedeutische fase, DECRE1 Nederlands Korte beschrijving van de inhoud Het ondernemingsrecht gaat over de rechtsvormen van organisaties. Veel onderwerpen waar je als Bedrijfseconoom mee te maken krijgt hebben op een of andere manier met de rechtsvorm van een organisatie waarvoor je werkt te maken: denk aan zaken als externe verslaglegging, management en organisatie, corporate governance. Het is daarom belangrijk dat je op een basisniveau kennis en inzicht ontwikkelt ten aanzien van de wet- en regelgeving op het gebied van het Ondernemingsrecht. In deze onderwijseenheid maak je daarmee een begin. Toetsvorm: Schriftelijk tentamen en opdrachten. Werkvormen Werkcollege Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Het verzamelen, interpreteren Schriftelijk en beoordelen van financieeleconomische en fiscale informatie ten behoeve van de particuliere, de zakelijke en de interne klant, Werkvorm(en) WC Hulpmiddelen Burgerlijk Wetboek en Wetboek van Koophandel Het informeren over veranderende regelgeving, overheidsbeleid, rechterlijke uitspraken op sociaal (bv. WAO), fiscaal (bv. vennootschapsbelasting) en financieel economisch terrein (bv. IFRS en AFM) en de gevolgen aangeven van die veranderingen. Schriftelijk WC Burgerlijk Wetboek en Wetboek van Koophandel Het inventariseren en beoordelen van de vragen, wensen en eisen van de klant op fiscaal en financieel economisch terrein. Schriftelijk WC Burgerlijk Wetboek en Wetboek van Koophandel Cesuur 55% 105 Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor besluitvorming. BoKs Ondernemingsrecht Niveau van toetsing: N3: Toepassen Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Keizer, Bedrijf & Recht, Hoofdstukken 2, 3, 4, (6) ISBN Burgerlijk Wetboek en Wetboek van Koophandel Aanvullende literatuur/achtergrondliteratuur: Dorresteijn, A.F.M. en R.H. van het Kaar, De juridische organisatie van de onderneming, Deventer 2008. Brack, Bedrijfsrecht op een bedrijfskundige manier, Noordhoff 2010. Overige informatie: Bijzonder nuttig is de informatie die verschaft wordt door de Kamer van Koophandel (zie website + downladable PDF-bestanden). 106 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Soort bouwsteen: Aantal credits: Opleiding Studiejaar: Periode: Duur: Instapniveau: OBDEO De overname Sector Economie 3 EC BE 2 2.3.5 9 weken MBO-4, HAVO of gelijkwaardig Taal bouwsteen: Nederlands Korte beschrijving van de inhoud In deze bouwsteen worden de studenten geconfronteerd met een aantal problematische ontwikkelingen in het bedrijf DLM, een automatiseringsbedrijf dat hardware en software ontwikkelt en daaraan gelieerde diensten verricht, waardoor het bedrijf gedwongen wordt in een overnametraject. De problematiek bij DLM ligt op de vakgebieden Bedrijfsorganisatie, Recht, Bedrijfseconomie en Psychologisch handelen. Na zorgvuldige lezing van de casus zullen de studenten zien dat er van alles moet veranderen bij DLM om het bedrijf als een aantrekkelijke overnamekandidaat te presenteren. Het is aan de studenten om aan te geven wat daarvoor dient plaats te vinden, waarom dat moet en hoe dat moet.Een en ander dient in de vorm van een adviesrapport te worden uitgewerkt. Dit advies is nadrukkelijk een reorganisatieadvies, dat wil zeggen een rapport waarin na een inventarisatie van de bestaande problemen een goed onderbouwd reorganisatie voorstel wordt gedaan. Dit rapport moet mondeling worden gepresenteerd en verdedigd tegenover de directie van DLM. Toetsvorm: Schriftelijke verslaglegging middels en adviesrapport en mondelinge presentatie van het rapport aan het management. Werkvorm: PGO, gastcolleges, feedback uren, hoorcollege, instructiecollege. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Schriftelijk en de student is in staat om mondeling bedrijfsorganisatorische en juridische aspecten van de casus te doorgronden Schriftelijk en de student is in staat een reorganisatieplan in hoofdlijnen mondeling op te stellen waarin op integrale wijze een oplossing wordt aangedragen voor de problematiek van de casus. Schriftelijk en Het voorzien in en verwerken mondeling van informatie ten behoeve van een duurzame besturing van bedrijfsproces 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. BoKs Verandermanagement/organisatie van mensen, structureren en processen DC 6. Geven van adviezen en verlenen van diensten op financieel-economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden. Werkvorm(en) PGO Hulpmiddelen PGO PGO Niveau van toetsing: N3: Toepassen N3: Toepassen 107 BoKs Fusies en overnames Efficiënte en effectiviteit van de bedrijfsvoering Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Nader te bepalen door de docent ISBN 108 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Soort bouwsteen: Aantal credits: Opleiding Periode: Duur: Instapniveau: (minimaal competentieniveau) Taal bouwsteen: SLB2/ZM2 Studieloopbaanbegeleiding/ Zelfmanagement 2 Generiek 3 EC CE/IB/,BE/LE/ILM 2.4.1 Gehele tweede jaar SLB 1 Nederlands / Engels Korte beschrijving van de bouwsteen: De student toont aan dat hij een helder beeld heeft van de verschillende functies die met de genoten opleiding kunnen worden uitgeoefend en dat hij een realistische inschatting kan maken van loopbaanmogelijkheden die bij de verschillende functies horen. Hij kan zijn eigen sterktes en zwaktes spiegelen aan de eisen die aan de functies worden gesteld. Hij heeft een helder beeld van de eigen wensen m.b.t. de mogelijke functies. De student kan een consistent en realistisch loopbaanplan (POP) opstellen aansluitend bij de wensen, sterkten en zwakten. De student kan SMART op basis van loopbaancompetenties zijn leerdoelen formuleren. Toetsvorm: Sollicitatieverslag en eindgesprek met studiecoach op basis van portfolio. Werkvorm: Werkcollege en studiecoachingsgesprekken. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Der student toont aan dat hij Opdracht inzicht heeft in zijn eigen kwaliteiten. Werkvorm(en) WC Hulpmiddelen nvt Opdracht WC nvt Opdracht WC nvt De student kan een succesvol sollicitatiegesprek voeren. Opdracht WC nvt Cesuur 55% De student kan een koppeling maken tussen de eigen kwaliteiten en de competenties die werkgevers vragen aan huidige HBO’ers. De student heeft een duidelijk beeld krijgen van wat de arbeidsmarkt vraagt en zicht krijgen op wat geschikte bedrijven en stageplaatsen zijn. De student kan een beargumenteerde keuze maken voor een stagebedrijf. De student kan een goede sollicitatiebrief schrijven en hij kan een adequaat CV opstellen. 109 Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 8. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional) Niveau van toetsing: N3: Toepassen Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Dankers-Van der Spek, M.(2010), Studieloopbaanontwikkeling, 978-90-430-1807-4 Beroepsgeschikt, Amsterdam, 2e druk, Pearson Education Benelux Aanbevolen: diverse sites die genoemd staan in de bouwsteen. 110 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: GCD Coneptueel denken 3 EC (84 studiebelastingsuren) 2.3.2 9 weken Korte beschrijving van de inhoud Kennis en vaardigheden Taalvaardigheden: Werkvormen Werkcolleges, rollenspelen, case studies, discussie, opdrachten en zelfwerkzaamheid. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) . Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: Werkvorm(en) Hulpmiddelen Niveau van toetsing: CEF B1 – Toepassen 111 Code bouwsteen OBEIEF Codebuilding GCD Name block: International Economics and Finance bouwste 3 EC (84 hours of study load) Naam Study load: Coneptueel denken en: bouwstee Studielast 3 EC (84 Period: 2.4.3 :n: studiebelastingsuren 1 period: 8 weeks lessons Periode: 2.3.2 Length: Duur: Entry level: )9 weken Propedeutisch fase, DECAE Instapniv Building block Langage: English eau: bouwsteen: Taal bouwstee Korte beschrijving van de inhoud n: Korte beschrijving vanhave de basics of international trade, necessity of International trade, the This course will include inhoudaspects of the trade, the impact on the balance. The course includes basic principles and hidden theory of finance, the advantages and disadvantages of international trade, different payment methods of the international financial, the problem of information in the market, the broader perspectives of models economic growth and development. The current developments in the global Kennis en vaardigheden organizations Taalvaardigheden: Toetsvorm: Werkvormen Schriftelijk tentamen en opdrachten Werkcolleges, rollenspelen, case studies, discussie, opdrachten Werkvormen en zelfwerkzaamheid. Lessons with to be applied examples from international field. The students are encourage to contribute by providing cases and examples. Doelstellingenen enwijze wijzevan vantoetsing en werkvorm Doelstellingen toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Werk ToBouwstee be able toToetsv determine theHulpm Written exam .ndoelstell orm(eof vorm iddele nature and extent the ingen: n) (en) n Financial risks of the companies with respect to the external factors. A student is able to carry out risk analysis on the basis of rate of interest, fiscal, exchange, Macro-economic, Meso-economic information, Economic system and economic politics, policy of rate of interest. Fundamental information related to strategic tools such as SWOT, and DESTEP 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: Werkvorm(en) WC/HC Hulpmiddelen Niveau van toetsing: DC 3. Bepalen en beheersen van financieeleconomische en fiscale risico’s. BoKs Risico management N3: Toepassen DC 6. Geven van adviezen en verlenen van diensten op financieel-economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden. Competenties en niveau van BoKs toetsing: Ondernemingsfinanciering Competenties en Niveau van Fusies en overnamestoetsing: BOKS: CEF B1 – Efficiënte en effectiviteit van de bedrijfsvoering Toepassen : N3: Toepassen 112 Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 113 (interpersoonlijk, organisatie) Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN 114 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: OBEMA Management Accounting 3 EC (84 studiebelastinguren) 2.4.4 9 weken DECBE2 Nederlands Korte beschrijving van de inhoud Kostensoorten, kostenindelingen, kostenverbijzonderingen en breakeven analyse Kennis en vaardigheden Het kunnen analyseren van prijs- en efficiencyverschillen Het kunnen opstellen van een kostprijscalculatie Het kunnen Opstellen van een make or buy decision Werkvormen werkcolleges Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) een kostprijsberekening te schriftelijk maken een break-even analyse uit te schriftelijk voeren verschillende methoden van schriftelijk kostentoerekening in de juiste situatie toe te passen berekeningen te maken waarop schriftelijk een gemotiveerde managementbeslissing genomen kan worden 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor besluitvorming. BoKs Kostencalculaties/budgetteren en verschilanalyse Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Cost & management Accounting, 1e druk, Wim Tijhaar Werkvorm(en) WC Hulpmiddelen Rekenmachine WC Rekenmachine WC Rekenmachine WC Rekenmachine Niveau van toetsing: N3: Toepassen ISBN 978-90-0177813-2 115 Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Matt McGee- Economics: In terms of the good the bad and the economics. First published in 2004 by IBID press, Victroria, Australia History of economic thought http://www.boisestate.edu/econ/lreynol/web/PDF_HET/CHAPTER1INTRO.pdf ISBN ISBN no. 187 6659 10 6 Second edition: ISBN 978 1 876659 22 6 Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) Business Source Premier: http://ebsco.chn.nl 116 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: OBEDNE De nieuwe economie 3 EC (84 studiebelastinguren) 2.4.5 8 weeks PBL and exam week Completed 1 st year Nederlands en Engels (Engelse literatuur) Korte beschrijving van de inhoud During this project the students evaluate an intended strategic decision on the basis of the information they have collected and come forward with a recommendation on whether to accept that decision. The decision of the company is to set up a sales office in an English speaking area, U.nited Kingdon, United States of America or Canada. The executive board of Spekman is seriously considering to open a sales office in the United states of America. The aim is to generate 10% of the total revenue from this sales office. The students have to work in problem based learning groups and bring out an advice on the feasibility of sales office. They are expected to integrate the knowledge which will be imparted during this period. The project is elaborated on the basis of a company in the confectionery sector: Suikerwerkfabriek (Confectionery factory) Speckman BV. The following knowledge areas are covered in this project: Externe verslaggeving International Economics (International zakendoen A) International Finance and International law (International zakendoen B) Werkvormen Independent learning, the groups sessions, Feedback hours. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Has understanding of the S concept of feasibility and can calculate the feasibility using various criteria Understand and calculate the financial economic and fiscal risks. has insight into the effects of GAAP on the decision making for the companies Is able to Able to provide the necessary sound financial information in the right format to the internal and external parties. Able to draw conclusion on the basis of legal, financial, economic and fiscal information. Is able provide the sound advice on the basis of analysis financial, economic legal and fiscal information. can make a general, business social-economic analysis of a country, understands the concepts of strategy and strategy formulation and can describe the course of a strategy formulation process, can evaluate collected Werkvorm(en) PBL Hulpmiddelen Sales feasibility report Calcualtor 117 Bouwsteendoelstellingen: information and ascertain the effect of the various factors on a company’s strategy, is able to investigate on a basic (European, English and American) level the legal environment as part of an analysis for example PESTELanalysis has a basic understanding of trends and contemporary issues in the global economy is familiar with the foundations of international economic and financial theory, can deploy theoretical insights when studying international trade policies and the globalization of finance, has insight into the effects of European integration on the strategy of individual companies, has knowledge of current developments in the area of European integration and EU relations with U.S.A., U.K. and Canada Has understanding of the concept of feasibility and can calculate the feasibility using various criteria Understand and calculate the financial economic and fiscal risks. has insight into the effects of GAAP on the decision making for the companies Toetsvorm(en) Cesuur 55% Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 3. Bepalen en beheersen van financieeleconomische en fiscale risico’s. BoKs Risico management DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor besluitvorming. Werkvorm(en) Hulpmiddelen Niveau van toetsing: N3: Toepassen BoKs Marketing Algemene economie DC 6. Geven van adviezen en verlenen van diensten op financieel-economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden. BoKs Ondernemingsfinanciering DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie): 118 Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Matt McGee- Economics: In terms of the good the bad and the economics. First published in 2004 by IBID press, Victroria, Australia ISBN no. 187 6659 10 6 Second edition: ISBN 978 1 876659 22 6 Aanbevolen literatuur Economics of Money, Banking and Financial Markets, The (9th Edition) Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) http://www.rogersbrown.com/support/resources/Payment_Methods_Intl_Trade.pdf ISBN First edition 187 6659 10 6 Second edition: ISBN 978 1 876659 22 6 ISBN-10: 0321599799 | ISBN13: 978-0321599797 119 Minoren Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: FSM1 Financial Service Management 1 30 EC (840 studiebelastinguren) Minor (Periode 3.3 en 3.4) 20 weken Afgeronde propedeuse en 30 EC in de hoofdfase. Nederlands Korte beschrijving van de inhoud De opzet van de minor is om studenten op te leiden voor een startfunctie binnen de financiële dienstverlening. Centraal hierbij staan die competenties (kennis, houding en vaardigheden) die een student nodig heeft om te kunnen functioneren als HBO-er in de financiële dienstverlening. De colleges worden verzorgd door ervaren docenten met praktijkervaring waarbij van verschillende werkvormen gebruik wordt gemaakt. Toetsing geschied door middel van Kennistoetsen, opdrachten en assessments van praktijksituaties. De minor staat open voor derdejaars HBO economiestudenten die hun propedeuse behaald hebben en 30 EC punten van het tweede jaar behaald hebben. Naast het binnenhalen van de praktijk in de school door middel van gastcolleges van o.a. de Rabobank, ING , Meeus, TVM en Univé gaan de studenten ook verschillende bedrijven bezoeken. Zo staat een bezoek aan de De Nederlandse Bank, naast een bezoek aan andere banken altijd op het programma. De minor Financial Service Management 1 bestaat uit twee perioden, met elk een studieomvang van 15 EC. Periode 2 is onlosmakelijk verbonden met periode 1 en kan niet los van elkaar worden gezien. Wanneer beide perioden met een voldoende zijn afgesloten worden er 30 ECTS bijgeschreven in progress. Werkvormen Werkvormen waarvan gebruik zal worden gemaakt zijn o.a. hoorcolleges, groepsgesprekken, workshops, opdrachten (individueel en groepsopdrachten), zelfstudie. Dit laat zich zien in het voeren van een verkoopgesprek, het maken van een hypotheekadvies. Het schrijven van een Financieel plan. Communicatie wordt interactief gedoceerd. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Participatie Werkvorm(en) PGO Hulpmiddelen Blok 3 Hypotheken 1 Belastingrecht 1 Financiële markten en beleggen Communicatie 1 Financiële dienstverlening & WFT Estate planning, Fin. Planning en pensioen 1 Assurantiën 1 Blok 4 S/O/M Hoor en werkcolleges. Rekenmachines en rekenmodules tbv adviesplan Hypotheken 2 Belastingrecht 2 Financiële markten en beleggen (Beleggingsleer) 2 Communicatie S/O/M Hoor en werkcolleges. Rekenmachines en rekenmodules tbv adviesplan 120 Bouwsteendoelstellingen: Financiële dienstverlening & WFT Estate planning, Fin. Planning en pensioen 2 Assurantiën 2 Toetsvorm(en) Cesuur 55% per onderdeel minimaal Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: CE DC 1. Producten en diensten initieren en creeren, zelfstandig en ondernemend. Financieel management Recht en juridische zaken DC 2. Marktonderzoek uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren Werkvorm(en) Hulpmiddelen Niveau van toetsing: N2 en N3 N3 Analyse van onderzoeksresultaten DC 6. Geven van adviezen en het verlenen van diensten op financieel-economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden N2 Financiering particulier DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie): N3 DC 8. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional): N3 BE DC 3. Bepalen en beheersen van financieel-economische en fiscale risico’s N2 en N3 Risicomanagement Belastingrecht DC 4. Bepalen en verstrekken van financieel-economische en fiscale informatie voor besluitvorming. Ondernemingsrecht DC 6. Geven van adviezen en verlenen van diensten op financieel-economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden. N3 N2 Financiering particulier DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie): N3 121 DC 8. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional) Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) “Beleggen en financiële markten” van Hans Buunk. 3e druk , ISBN 9789039525722 N3 ISBN WFT Financiële dienstverlening Bankzaken Economie van commercial banking Reinold Windeman Compendium Estate Planning Autar, Baard en Kolkman (red.) ISBN 9789013081305 Kluwer Belastingrecht voor Bachelors en Masters editie 2011/2012 Theorieboek ISBN 9789079564316 mr. G.A.C. Aarts MFP Convoy Uitgevers Belastingrecht voor Bachelors en Masters editie 2011/2012 Werkboek ISBN 9789079564323 Convoy Uitgevers Woningfinanciering, een inleiding ISBN 9789043016971 328 pagina’s 23-02-2010 Pearson Education Financiële planning voor de Particulier Academic Service Anneke de Koning Ploni Koevoet ISBN 9789039526309 Alles over verkopen Richte Lommert ISBN 9032509942 De Kern NIBE-SVV Wft-Schade Particulier Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) Judex.nl AFM.nl Belastingdienst Wetboekonline.nl IEX.nl DNB.nl 122 Major Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Studiejaar: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: FSM2 Financial Service Management 2 30 EC 4 1 en 2 20 weken Propedeuse + stage of FSM1, dan wel een andere minor Nederlands Korte beschrijving van de inhoud: De ontwikkelingen in de financiële wereld volgen elkaar in snel tempo op, het is een zeer dynamische en uitdagende sector. Vooral internationaal zijn er enorme veranderingen gaande en in deze vooral Europese context wordt de minor FSM 2 aangeboden. Recente voorbeelden zijn er te over. De hypothekencrisis in de Verenigde Staten heeft wereldwijd geleid tot een kredietcrisis die zijn weerga niet kent en waarvan zelfs de deskundigen niet aan kunnen geven hoever de reikwijdte van de crisis is. Een direct gevolg hiervan is de Eurocrisis welke in deze minor uitvoerig bestudeerd wordt. Bovenstaande geeft aan dat de bank- en verzekeringsbranche niet alleen in een nationaal perspectief geplaatst moet worden maar zeker in een internationaal perspectief. Dat gaan we binnen de minor FSM 2 doen. We gaan letterlijk en figuurlijk over onze landsgrenzen heenkijken. We wensen jullie een zeer leerzame minor toe. Om in de dynamische en internationale bank- en verzekeringswereld aan de slag te kunnen zul je over bepaalde competenties moeten beschikken. Om te kunnen slagen voor de opleiding commerciële economie of bedrijfseconomie zul je aan moeten tonen dat je aan de vereiste competenties op een bepaald niveau voldoet. In die zin is FSM 2 een bijzondere minor, er wordt aan de competenties van twee afstudeerrichtingen gewerkt, zowel commerciële economie als bedrijfseconomie. Werkvormen Hoor- en werkcolleges, PBL, Excursies/Bedrijfsbezoeken, Assessments Competenties en wijze van toetsing: Competenties en BOKS: Maatschappelijk verantwoord ondernemen: Maatschappelijk bewustzijn: De beginnend beroepsbeoefenaar is zich bewust van de verschillende partijen in de samenleving en hoe zij elkaar (kunnen) beïnvloeden. Strategische inzicht: De beginnend beroepsbeoefenaar is in staat om strategisch te kijken naar de bedrijfsomgeving, en maatschappelijke ontwikkelingen te vertalen naar kansen en risico’s voor bedrijven, en hierdoor MVO te verbinden met de bedrijfsstrategie. Integriteit: De beginnend financieel-zakelijk dienstverlener demonstreert dat hij in staat is om vanuit de afweging rendement, risico en relatie klanten te accepteren of af te wijzen. Research: Leidinggeven en projectmatig werken: De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat zij/hij in staat is om samen te werken met anderen en anderen tot samenwerking te motiveren in teams, projectgroepen en andere samenwerkingsverbanden, ruimte te geven aan de standpunten van andere betrokkenen, te bemiddelen in conflicten en conclusies te formuleren, verantwoordelijkheid te nemen en leiding te geven Analyseren: De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat zij/hij in staat is om helder en kritisch te denken, ervaring, redenering en affectiviteit te integreren in weloverwogen oordelen binnen een handelingscontext. Niveau van toetsing: Wijze van toetsing: Schriftelijk, ToePassen Opdracht Mondeling 123 Zij/hij toont zich in een situatie te kunnen oriënteren, relevante factoren te onderscheiden, begrippen op eenduidige en heldere wijze te gebruiken, logisch en helder te redeneren, feiten, interpretaties en waardeoordelen te onderscheiden. Kwaliteit verbeteren: De beginnend financieel-zakelijk dienstverlener demonstreert dat hij in staat is kwaliteit te monitoren en vanuit de uitkomsten met verbeterplannen te komen waarvoor hij draagvlak heeft gecreëerd. Riskmanagement: Inzicht in en analyse van(financiele)informatie Bepalen en verstrekken van financieel-economische en fiscale informatie voor de besluitvorming. Berichtgeving omtrent nieuwe ontwikkelingen en veranderende wet - en regelgeving en martktontwikkelingen volgen en begrijpen en dit waar nodig met klanten delen. Hij kan de voor zijn organisatie en in zijn situatie van belang zijnde, fiscaal en financieel economisch ontwikkelingen toepassen in advisering of beleidsmatige beslissingen. Werken aan de organisatie Kunnen inspelen op politiek en economisch beleid. Inspelen op de (politieke) omgeving van zijn organisatie door een bijdrage te leveren in het (ontwikkelen van) beleid en de doelstellingen van zijn organisatie hierop (mede) af te stemmen. Finance: Het zorg dragen voor voorbereiden, uitvoeren, afwikkeling en nazorg van dienstverlening. Vanuit de afweging rendement, risico en relatie klanten accepteren of afwijzen. Advisering geven over inrichting van de ondernemingsstructuur, adviezen geven en diensten verlenen op financieel-economisch (en fiscaal) terrein aan belanghebbenden. Analytisch vermogen: Ondernemingsanalyse: Inschattingen maken over investeringsbeslissingen in ondernemingen, een financieel resultaat monitoren en zowel tussenevaluaties als een jaarrekening analyseren, herkennen hoe de financiële prestaties, financiële positie, continuïteit en/of reputatie van de organisatie is. Treasury: werken aan de business beleidsdocument schrijven werken aan je eigen professionaliteit benutten van leervermogen Sales: verleent diensten adviseren en verkopen Global Sustainability: Systeemgerichtheid Toekomstgerichtheid Persoonlijke inzet Leadership: Professionaliteit Oordeelsvorming Communicatie Belangrijkste doelstelling(en) inclusief niveau aanduiding zoals in de matrix is opgenomen en wijze van toetsing en de toegestane hulpmiddelen: Doelstelling: Wijze Toegevan stane toetsing: hulpmiddelen: De student heeft kennis en inzicht op het gebied van internationale SchrifteGeen financiële dienstverlening en kan deze kennis en betreffend inzicht lijk toepassen. MondeStudent weet zich een oordeel te vormen aangaande internationale 124 financiële ontwikkelingen en is in staat om informatie, ideeën en oplossingen aan te dragen. Cesuur Literatuur: Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Basisboek MVO, Lars Moratis & Mark van der Veen , Uitgeverij: van Gorcum , IDerde druk (2010) Zo doe je een onderzoek, Roel Grit & Mark Julsing, 2009 De Kredietcrisis voorbij, 1e Druk 2009m, Prof. dr. J. Koelewijn, Drs. P. de Keijzer, Drs. P.H.C Kuijk, Dr. E Melse MBA, Drs. B.J.J. Steinebach De financiële functie: Vermogensmarkt en ondernemingswaarde, 3e Druk 2010, A.W.W. Heezen, T. Ammeraal Risicobeheer, T. Ammeraal & A.W.W. Heezen Beslissingen en & planning, T. Ammeraal & A.W.W. Heezen Basisboek Duurzame Ontwikkeling, Niko Roorda, Noordhoff , Tweede editie (2010) Risicomanagement: Een nieuwe visie op het verzekeringsadvies, Paul Claes en Lizanne Vroom, Kluwer, 2000 Aanbevolen literatuur ling 55% ISBN 978 90 232 4627 5 978 90 01 77308 3 978-90-0177453-0 978-90-0178431-7 978-90-0103428-3 978-90-0103425-2 978 90 01 79638 9 90 312 1996 7 Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt (aanbevolen/verplicht) 125 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: OBEST Stage 30 credits 3.1 en 3.2 2 perioden Voldoen aan de stagenorm: Propedeuse behaald + 30 credits na propedeuse (hoofdfase) Taal van het land Korte beschrijving van de inhoud Als onderdeel van je opleiding doe je bij een normaal studieverloop in het derde jaar je stage. Een stage duurt twintig weken en moet bij een geschikt bedrijf of een geschikte instelling worden uitgevoerd. De uit te voeren werkzaamheden moeten liggen op het vakgebied van de opleiding. Ter voorbereiding en uitvoering: Sollicitatie naar stageplaats, Formuleren stagevoorstel,Leerdoelen formuleren, Plan van aanpak opstellen,100 dagen praktijkstage, Verslag stagebedrijf en stagewerkzaamheden, Evaluatie stagewerkzaamheden en eigen functioneren Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Je moet op het sociale vlak Schriftelijk binnen een organisatie leren stageverslag functioneren. Werkvorm(en) Practicum Hulpmiddelen nvt Je moet een globaal beeld verkrijgen van het functioneren van een organisatie. Schriftelijk stageverslag Practicum nvt Je verwerft praktische competenties in je toekomstige beroepspraktijk. Schriftelijk stageverslag Practicum nvt Je moet je op school verworven kennis leren toepassen in de praktijk. Schriftelijk stageverslag Practicum nvt Cesuur 55% Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie): DC 8. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional) Daarnaast minimaal één van de volgende 6 domeincompetenties: DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het besturen van organisaties. Niveau van toetsing: N4: Integreren N4: Integreren DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. DC 3. Bepalen en beheersen van financieeleconomische en fiscale risico’s. 126 DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor besluitvorming. DC 5. Verstrekken van informatie t.b.v. externe belanghebbenden. DC 6. Geven van adviezen en verlenen van diensten op financieel-economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden. Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Projectmanagement Stagehandleiding Delen A en B Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) www.projectmanagement.noordhoff.nl ISBN 978-90-01-79092-9 127 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: OLEAF (Scriptie A & B) Afstudeeropdracht 30 credits (840 studiebelastinguren) 4.3 en 4.4 2 perioden (half studie jaar) Voldaan aan de afstudeernorm: Stage behaald + 120 credits totaal ná propedeuse (hoofdfase) Taal van het land Korte beschrijving van de inhoud Als onderdeel van je opleiding doe een afstudeeronderzoek. Dit duurt ongeveer twintig weken en moet bij een geschikt bedrijf of een geschikte instelling worden uitgevoerd. Het onderzoek wordt op een gestructureerde wijze uitgevoerd en leidt tot een onderzoeksrapport en een presentatie (inclusief verdediging). Ter voorbereiding en uitvoering: Sollicitatie naar afstudeerplaats, Formuleren onderzoeksvoorstel, Plan van aanpak opstellen, Formuleren onderzoeksplan, Gegevens verzamelen en analyseren, Literatuuronderzoek, Ongeveer 100 dagen praktijkonderzoek en verslaglegging in een organisatie, Verslag onderzoek (50% van het cijfer), Presentatie en verdediging van het onderzoeksrapport (50% van het cijfer), Evaluatie afstudeeronderzoek Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Je moet tijdens de Schriftelijk afstudeerperiode aantonen (afstudeerverslag/scriptie) dat je op grond van de verworven theoretische inzichten en de al eerder opgedane praktijkervaring in staat bent een voor je opleiding relevant onderwerp te onderzoeken. Dit levert een onderzoeksrapport Presentatie onderzoekrapport Mondeling + verdediging onderzoekrapport 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie): DC 8. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional) Daarnaast minimaal één van de volgende 6 domeincompetenties: DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het besturen van organisaties. Werkvorm(en) Practicum Hulpmiddelen checklist Practicum Checklisten Niveau van toetsing: N4: Integreren N4: Integreren DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. DC 3. Bepalen en beheersen van financieeleconomische en fiscale risico’s. 128 DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor besluitvorming. DC 5. Verstrekken van informatie t.b.v. externe belanghebbenden. DC 6. Geven van adviezen en verlenen van diensten op financieel-economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden. Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Afstudeerhandleiding Zo doe je een onderzoek Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) www.zodoejeeenonderzoek.noordhoff.nl ISBN Stenden Blackboard 978-90-01-71284-6 129 Bijlage D Jaartoetsrooster Het Jaartoetsrooster van de opleiding wordt gepubliceerd rond 1 september 2014. 130 Bijlage E Vrijstellingenbeleid Examencommissie School of Business In artikel 10 van hoofdstuk 5 van het OER wordt de regelgeving met betrekking tot het verlenen van vrijstellingen door de Examencommissie beschreven. Het eerste geeft aan dat vrijstellingen worden verleend op basis van het vrijstellingenbeleid. In dit document worden de uitgangspunten voor het vrijstellingenbeleid beschreven. 1. Vrijstellingen moeten door de student vroegtijdig worden aangevraagd, in principe uiterlijk tot zes weken voor de start van het desbetreffende opleidingsonderdeel. Onder ‘programmaonderdeel’ wordt verstaan elke notitie in Progress. 2. Studenten moeten vrijstellingsverzoeken indienen op de daartoe bestemde formulieren die op Blackboard zijn geplaatst. 3. Onvolledig en incompleet ingevulde verzoeken worden niet in behandeling genomen en worden geretourneerd. 4. De student moet documenten bij het verzoek toevoegen waaruit blijkt dat aan de kwalificaties/doelen/competenties is voldaan. 5. De examencommissie laat zich adviseren door vakdocenten en/of modulecoördinatoren voor een inhoudelijke weging van het vrijstellingsverzoek. Een onderzoek kan deel uitmaken van de procedure. 6. Zolang een vrijstellingsverzoek niet is toegekend, wordt de student geacht aan alle verplichtingen te voldoen die voor het desbetreffende programmaonderdeel zijn geformuleerd. Een student wordt geacht de toetsen te maken zolang een vrijstellingsverzoek niet is toegekend; als de student zakt voor de betreffende toets, wordt een vrijstellingsverzoek afgewezen. 7. De examencommissie kan een verzoek afwijzen als de documenten die als grond voor het vrijstellingsverzoek dienen, ouder zijn dan vijf jaar. 8. Vakken en toetsen uit een vooropleiding (voortgezet onderwijs, mbo) geven geen grond/recht op een vrijstelling. 9. De examencommissie heeft het recht om vrijstellingsverzoeken af te wijzen als dat leidt tot een individueel programma dat als niet stimulerend voor de studievoortgang wordt geacht. 10. De examencommissie kan verzoeken tot het vrijstellen van vaardigheden afwijzen als tot de mening van de examencommissie het onderhouden van deze vaardigheden een belangrijk doel is. 11. Studenten kunnen geen vrijstellingen aanvragen voor onderdelen uit de set van eindwerken. 12. Hardheidsclausule: de examencommissie is bevoegd in bepaalde gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, die zich bij toepassing van het vrijstellingenbeleid mochten voordoen. 131 Bijlage F Literatuurlijst 132
© Copyright 2024 ExpyDoc