OER BE 2014 2015

Onderwijs- en examenregeling 2014 – 2015
Bacheloropleiding Bedrijfseconomie voltijd,
crohonummer 34401
Advies afgegeven door Opleidingscommissie,
d.d. 16 mei 2014
Instemming verleend door Centrale Medezeggenschap,
d.d. 3 juli 2014
Vastgesteld door het College van Bestuur,
d.d. 8 juli 2014
NB:
Uniformiteit Onderwijs- en Examenregeling (OER)
1. Deze OER bevat artikelen in de hoofdstukken 1 t/m 8 die voor een opleiding wel of
niet van toepassen zijn. In geval een artikel(lid) niet van toepassing is wordt dit bij
het betreffende artikel(lid) aangegeven.
1
Inhoudsopgave
1
Algemeen
Art. 1 Begripsbepalingen
Art. 2 Reikwijdte van de regeling
Art. 3 Vaststelling en looptijd van de regeling
2
Toelating tot de opleiding
Art. 1 Vooropleidingseisen voor opleidingen
Art. 2 Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen
Art. 3 Aanvullend onderzoek ex. art. 7.25 lid 4 WHW
Art. 4 Aanvullende eisen
Art. 5 Toelating tot versneld traject gericht op studenten met een vwo-diploma
Art. 6 Toelating tot speciaal traject als bedoeld in art. 7.9b WHW
Art. 7 Colloquium doctum (toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder)
Art. 8 Eisen werkkring voor de deeltijdopleidingen
Art. 9 Toelating duaal onderwijs, eisen werkkring
Art. 10 Vrijstelling van vooropleidingseisen op grond van andere diploma’s
ex. art. 7.28 WHW (Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek)
Art. 11 Aanvullend onderzoek ex. art. 7.28 lid 3 en 4
Art. 12 Toelating tot de post-propedeutische fase
Art. 13 Doorstroom Associate degree
Art. 14 Rechtsbescherming
3
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Onderwijsprogramma
1 Beoordeling Onderwijs- en examenregeling
2 Doelstelling van de opleiding
3 Inrichting en studielast van de opleiding
4 Voertaal in het onderwijs
5 Voorzieningen voor student met functiebeperking
6 Samenstelling van de propedeutische fase
7 Samenstelling van de post-propedeutische fase
8 Samenstelling Associate-degreeprogramma
9 Minor
10 Studeren in het buitenland
4
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Examens en getuigschriften
1 De examens van de opleiding
2 Toekenning graden
3 Getuigschriften
4 Toekenning van getuigschriften
5 Ondertekening getuigschriften
6 Data van de uitslag en uitreiking getuigschriften
7 Cum Laude-regeling
8 Verklaringen
9 Grading Table van de opleiding
10 Rechtsbescherming
5
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Tentamens, toetsen en beoordelen
1 Vorm van de tentamens en toetsen
2 Volgorde van tentamens en toetsen
3 Tijdvakken en frequentie van tentamens en toetsen
4 Gestelde eisen tentamens en toetsen
5 Inschrijvingsprocedure voor tentamens en toetsen
6a Praktische gang van zaken bij schriftelijke tentamens en toetsen
6b Praktische gang van zaken bij digitale tentamens en toetsen
7 Mondelinge tentamens en toetsen
2
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
8 Vaststelling van de beoordelingen
9 Normering van de beoordelingen
10 Het verlenen van vrijstellingen
11 Toekenning van studiepunten
12 Vastlegging en bekendmaking van de beoordelingen
13 Geldigheidsduur van studieresultaten
14 Inzage van tentamens en toetsen
15 Bewaring van afgelegde tentamens en toetsen
16 Fraude en plagiaat
17 Intellectueel eigendom
18 Rechtsbescherming
6.
Studieloopbaanbegeleiding en Studieadvies
Art. 1 Studieloopbaanbegeleiding
Art. 2 Studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving aan dezelfde
opleiding aan dezelfde instelling
Art. 3 Studieadvies aan het einde van het tweede jaar van inschrijving aan dezelfde
opleiding aan dezelfde instelling
Art. 4 Voorwaarden Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA)
Art. 5 Gevolgen bindend studieadvies met afwijzing (BSA)
Art. 6 Doorstroom van propedeutische fase naar postpropedeutische fase
Art. 7 Verwijzing in de postpropedeutische fase
Art. 8 Rechtsbescherming
7.
Examencommissie
Art. 1 Instelling en samenstelling Examencommissie
8.
Art.
Art.
Art.
Art.
1
2
3
4
Slot- en invoeringsbepalingen
Hardheidsclausule
Onvoorziene omstandigheden
Bekendmaking van de regeling
Citeertitel, inwerkingtreding
Bijlage A
Bijlage B
Bijlage C
Bijlage D
Bijlage E
Bijlage F
Competenties van de opleiding
Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de
propedeutische fase
Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de
postpropedeutische fase
Jaartoetsrooster
Vrijstellingen beleid
Literatuurlijst
3
1
Algemeen
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
afstudeerrichting: een specialisatie binnen de opleiding als bedoeld in artikel 7.13
WHW, niet zijnde een Associate-degreeprogramma of een minor;
Associate-Degreeprogramma: programma als bedoeld in artikel 7.8a WHW met een
studielast van tenminste 120 studiepunten;
bezwaar, beroep en klachtenloket: faciliteit als bedoeld in artikel 7.59a WHW;
college van beroep voor de examens: college als bedoeld in artikel 7.60 WHW;
college van bestuur: het instellingsbestuur als bedoeld in artikel 1.1 en 10.8 WHW;
competentie: een integraal geheel van beroepskennis, -houding en -vaardigheden die
een persoon nodig heeft om binnen relevante beroepscontexten adequaat te kunnen
functioneren;
examen: afsluitend onderdeel van een opleiding als bedoeld in artikel 7.3 WHW of de
propedeutische fase als bedoeld in artikel 7.8 WHW;
examencommissie: commissie als bedoeld in artikel 7.12 WHW;
examinator: persoon als bedoeld in artikel 7.12c WHW, niet zijnde een student of
extraneus;
extraneus: degene die als extraneus als bedoeld in artikel 7.32 en 7.36 WHW is
ingeschreven bij de opleiding die voltijds of deeltijds is ingericht;
gedragscode internationale student: gedragscode internationale student hoger
onderwijs, zoals deze geldt per 1 maart 2013;
instelling: Stenden Hogeschool;
les-, toets- en tentamentijden: 8.00 uur tot 21.30 uur;
centrale medezeggenschapsraad: raad als bedoeld in artikel 10.17 WHW;
minorprogramma: een samenhangend keuzeprogramma van in totaal 30
studiepunten, dat gevolgd wordt in de postpropedeutische fase, niet zijnde een
afstudeerrichting;
onderwijseenheid: onderwijseenheid als bedoeld in artikel 7.3 WHW, die in samenhang
met andere onderwijseenheden het onderwijsprogramma van de opleiding vormt, waaraan
één eindbeoordeling is verbonden. Een onderwijseenheid kan betrekking hebben op een
praktische oefening;
opleidingscommissie: commissie als bedoeld in artikel 10.3c WHW;
4
opleidingsjaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van
het daaropvolgende kalenderjaar en, indien men zich inschrijft per 1 februari, het tijdvak
dat aanvangt op 1 februari en eindigt op de laatste dag van februari van het
daaropvolgende kalenderjaar;
opleidingsvariant: een opleiding kan in de voltijd-, deeltijd- en/of duale variant
aangeboden worden;
post-propedeuse: de hoofdfase van de opleiding direct volgend op de propedeuse;
praktische oefening: een onderwijseenheid als bedoeld in artikel 7.3 lid 2 WHW waarin
de nadruk ligt op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening en op de
beroepsuitoefening in verband met het onderwijs in een duale opleiding, voor zover deze
activiteiten onder begeleiding van de instelling plaatsvinden. Een praktische oefening kan
vormgegeven zijn in een project, werkstuk, of ontwerp, scriptie, mondelinge presentatie,
doorlopen van een stage, deelname aan excursie, werken in (thema)groepen;
programma: het samenhangend geheel van onderwijseenheden verzorgd door de
opleiding;
propedeuse: propedeutische fase van de opleiding, als bedoeld in artikel 7.8 WHW;
ProgRESS: studenten informatie systeem;
schooldag:alle dagen die in de jaarplanning doorgaans niet als vakantiedagen,
zaterdagen, zondagen of reguliere feestdagen zijn aangeduid, zijn schooldagen, waarbij
de zaterdag uitsluitend bestemd mag worden voor afname van tentamens en of toetsen
en of examens.
School-/Cluster en Staf Medezeggenschapsraad: raad bedoeld als in artikel 10.25
WHW.
student: degene die als student als bedoeld in artikel 7.32 WHW is ingeschreven bij de
instelling;
studentenstatuut: statuut als bedoeld in artikel 7.59 WHW;
studiejaar: het wettelijk studiejaar dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31
augustus van het daaropvolgende kalenderjaar;
studieloopbaanbegeleider/studiecoach/studiebegeleider: degene die namens de
opleiding is aangewezen om de student te begeleiden in zijn studie, keuze- en
planningsprocessen, gericht op een effectieve studievoortgang;
studiepunt: eenheid voor berekening van de studielast als bedoeld in artikel 7.4 WHW,
waarbij 1 studiepunt gelijk staat aan 28 uren studie;
tentamen: een onderzoek naar kennis, inzicht, vaardigheden als bedoeld in artikel 7.3
en 7.10 WHW, waarvan de uitkomst in een beoordeling wordt uitgedrukt en die de
afsluiting vormt van een onderwijseenheid;
toets: een onderdeel van een tentamen waaraan een beoordeling door een examinator
is verbonden;
WHW: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
5
Artikel 2
Reikwijdte van de regeling
1. Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de
bacheloropleiding Bedrijfseconomie voltijd, crohonummer 34401, verder te
noemen: de opleiding.
2. Deze regeling is van toepassing op de studenten en extraneï die staan
ingeschreven bij de opleiding en op aspirant-studenten en -extraneï die verzoeken
om toegelaten te worden tot de opleiding.
3. Wordt de opleiding aangemerkt als een gezamenlijke opleiding, dan is deze
regeling onverkort van toepassing, tenzij in de overeenkomst die aan de
gezamenlijke opleiding ten grondslag ligt anders is bepaald.
4. Kent de opleiding een of meer afstudeerrichtingen, dan is deze regeling onverkort
van toepassing, tenzij in de overeenkomst(en) die aan deze afstudeerrichting(en)
ten grondslag lig(t)(en)anders is bepaald.
5. Indien van toepassing, een Associate-degreeprogramma is een onderdeel van de
bachelor opleiding.
Artikel 3
Vaststelling en looptijd van de regeling
1. Deze Onderwijs- en examenregeling wordt, gehoord de centrale
medezeggenschapsraad conform artikel 10.20 WHW, vastgesteld door het College
van Bestuur.
2. De opleidingscommissie wordt jaarlijks tijdig in de gelegenheid gesteld deze
regeling te beoordelen en daarover advies uit brengen aan de Head of School. De
opleidingscommissie zendt een afschrift van dit advies aan de School-/Cluster en
Staf Medezeggenschapsraad (SCMR en SMR).
3. De regeling geldt voor de duur van een studiejaar. Gedurende het studiejaar kan
de regeling niet worden gewijzigd, tenzij dit als gevolg van overmacht
noodzakelijk is en studenten daar niet onevenredig door worden benadeeld. Een
tussentijdse wijziging behoeft de voorafgaande instemming van de Head of
School; de bepalingen in dit artikel zijn alsdan van overeenkomstige toepassing.
6
2
Toelating tot de opleiding
WHW:
7.8a, 7.24, 7.25, 7.26, 7.27, 7.28, 7.29.
Artikel 1
Vooropleidingseisen voor opleidingen
1. Voor de inschrijving voor een opleiding in het hoger onderwijs geldt als
vooropleidingseis het bezit van een diploma voorbereidend wetenschappelijk
onderwijs (vwo) of hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) of een diploma
van een middenkaderopleiding of van een specialistenopleiding als bedoeld in
artikel 7.2.2, eerste lid, van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) (mboniveau 4). Met een diploma bedoeld in de eerste volzin wordt voor de toepassing
van dit lid gelijkgesteld het diploma van de bij ministeriële regeling aangewezen
vakopleidingen, bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onder c, van de WEB.
Artikel 2
Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen
1. De volgende diploma's van middelbaar beroepsonderwijs (mbo niveau 4), hoger
algemeen voortgezet onderwijs (havo) en voorbereidend wetenschappelijk
onderwijs (vwo) geven rechtstreeks toegang tot de opleiding, waarbij op grond
van een ministeriële regeling eisen aan het vakkenpakket kunnen worden
gesteld:
a. mbo-diploma niveau 4 [mits….. conform Ministeriële regeling];
b. havo-diploma, profiel natuur en techniek, geen eisen aan het vakkenpakket;
c. havo-diploma, profiel natuur en gezondheid, mits economie of management &
organisatie in het vakkenpakket;
d. havo-diploma, profiel economie en maatschappij, geen eisen aan het
vakkenpakket;
e. havo-diploma, profiel cultuur en maatschappij, mits (economie of management &
organisatie) + (wiskunde A of wiskunde B) in het vakkenpakket;
f. vwo-diploma, profiel natuur en techniek, geen eisen aan het vakkenpakket;
g. vwo-diploma, profiel natuur en gezondheid, mits economie of management &
organisatie in het vakkenpakket;
h. vwo-diploma, profiel economie en maatschappij, geen eisen aan het
vakkenpakket;
i. vwo-diploma, profiel cultuur en maatschappij, mits economie of management &
organisatie in het vakkenpakket.
De diploma’s vermeld onder de letters b tot en met i hebben betrekking op
profielen havo/vwo die gelden vanaf 1 augustus 2007;
j. havo-diploma, profiel natuur en techniek, mits economie 1 in het vakkenpakket;
k. havo-diploma, profiel natuur en gezondheid, mits economie 1 in het
vakkenpakket;
l. havo-diploma, profiel economie en maatschappij, geen eisen aan het
vakkenpakket;
m. havo-diploma, profiel cultuur en maatschappij, mits wiskunde a1,2 of wiskunde b1
in het vakkenpakket;
n. vwo-diploma, profiel natuur en techniek, mits economie 1 in het vakkenpakket;
o. vwo-diploma, profiel natuur en gezondheid, mits economie 1 in het vakkenpakket;
p. vwo-diploma, profiel economie en maatschappij, geen eisen aan het
vakkenpakket;
q. vwo-diploma, profiel cultuur en maatschappij, mits economie 1 in het
vakkenpakket.
7
De diploma’s vermeld onder de letters j tot en met q hebben betrekking op
profielen havo/vwo die tot 1 augustus 2007 werden gehanteerd.
Artikel 3
Aanvullend onderzoek ex. art. 7.25 lid 4 WHW
1. Het College van Bestuur kan bepalen dat de bezitter van een diploma genoemd in
artikel 1, die niet voldoet aan de in dit artikel 2 genoemde voorwaarden, toch
wordt ingeschreven, onder de voorwaarde dat blijkens een onderzoek wordt
voldaan aan inhoudelijk daarmee vergelijkbare eisen. Aan deze eisen moet zijn
voldaan voor de aanvang van de opleiding.
2. In geval van een aanvullend onderzoek wordt de kennis van de vereiste vakken
dan wel het vereiste niveau, genoemd in artikel 2, getoetst.
Artikel 4
Aanvullende eisen (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING)
1. Indien de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop een opleiding
voorbereidt, dan wel de organisatie en de inrichting van het onderwijs, specifieke
eisen stelt ten aanzien van kennis of vaardigheden die niet of niet in voldoende mate
onderdeel zijn van het voortgezet onderwijs of van het beroepsonderwijs, bedoeld in
de Wet voortgezet onderwijs, onderscheidenlijk specifieke eisen stelt ten aanzien
van de eigenschappen van de student, kunnen bij ministeriële regeling in verband
daarmee eisen worden gesteld in aanvulling op de eisen, bedoeld in artikel 1.
Het College van Bestuur stelt een regeling vast voor de selectiecriteria en procedure. De selectiecriteria kunnen uitsluitend eisen bevatten die direct verband
houden met de gronden, bedoeld in de eerste volzin. Dit lid is niet van toepassing op
opleidingen op het gebied van de kunst en lerarenopleidingen op het gebied van de
kunst.
2. Bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld ten aanzien van welke
opleidingen het eerste lid toepassing kan vinden, alsmede op welke kostensoorten
het betrekking heeft en welke bedragen ten hoogste kunnen worden gevorderd.
Artikel 5
Toelating tot versneld traject gericht op studenten met een vwodiploma (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING)
1. Een College van Bestuur kan binnen een bacheloropleiding in het hoger
beroepsonderwijs een versneld traject aanbieden dat toegankelijk is voor studenten
met een diploma als bedoeld in artikel 7.24, tweede lid WHW, onder a of b dan wel
een op grond van artikel 7.28, tweede lid WHW, bij ministeriële regeling als ten
minste gelijkwaardig aangemerkt onderscheidenlijk naar het oordeel van het College
van Bestuur daaraan tenminste gelijkwaardig diploma. Een student die aan de in de
eerste zin bedoelde voorwaarde en de overige voorwaarden voor inschrijving
voldoet, wordt voor een versneld traject ingeschreven indien hij daarom verzoekt.
2. Het College van Bestuur kan besluiten ook een andere student dan degene, bedoeld
in het eerste lid, tot het versnelde traject toe te laten indien hij naar het oordeel van
het College van Bestuur blijk heeft gegeven van geschiktheid voor dat traject.
3. In afwijking van artikel 7.4b, eerste lid WHW, bedraagt de studielast voor een
versneld traject 180 studiepunten.
8
Artikel 6
Toelating tot speciaal traject als bedoeld in art. 7.9b WHW
(DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING)
1. Indien het College van Bestuur binnen een opleiding een speciaal traject aanbiedt
dat gericht is op het behalen van een hoger kennisniveau van studenten, kan
selectie worden toegepast.
2. Het College van Bestuur stelt regels vast met betrekking tot de selectie, bedoeld in
het eerste lid.
Het betreft de volgende regels:
[invullen regels waaronder in ieder geval:
* cognitieve en non-cognitieve criteria;
* relatie selectiecriteria en opleidingsprofiel;
* gemotiveerd toelaten of afwijzen.]
Artikel 7
Colloquium doctum (toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder)
1. Het College van Bestuur kan personen van eenentwintig jaar en ouder die niet
voldoen aan de vooropleidingseisen genoemd in artikel 1, noch daarvan krachtens
art. 7.28 WHW zijn vrijgesteld, van die vooropleidingseis vrijstellen, indien zij bij
een onderzoek door een door het College van Bestuur in te stellen commissie
hebben blijk gegeven van geschiktheid voor het desbetreffende onderwijs en van
voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen
van het onderwijs.
2. De bij het onderzoek te stellen eisen worden opgenomen in de onderwijs- en
examenregeling (OER) van de opleiding.
Voorafgaand aan het Algemene Toelatingsonderzoek vindt er een intakegesprek
plaats tussen studieloopbaanbegeleider of teamleider en de aspirant-student. In
dit gesprek wordt vastgesteld of de aspirant-student de juiste motivatie heeft
om de opleiding te volgen en beschikt over kennis van economie, management
& organisatie en wiskunde op havo-niveau, conform de geldende nadere
vooropleidingseisen.
Naar aanleiding van de bevindingen in deze intake wordt aan de aspirant-student
een advies verstrekt om zich wel of niet aan te melden voor het Algemene
Toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder.
Een positief advies op het intakegesprek gecombineerd met een positief afgerond
Algemene Toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder leidt tot besluit dat de aspirantstudent toelaatbaar is voor de opleiding.
3. Het College van Bestuur kan ten aanzien van een bezitter van een buiten
Nederland afgegeven diploma dat in het eigen land toegang geeft tot een
opleiding aan een instelling voor het hoger onderwijs, afwijken van de in lid 1
genoemde leeftijdsgrens. Van die leeftijdsgrens kan het College van Bestuur ook
afwijken, indien in bijzondere gevallen geen diploma kan worden overlegd.
9
Artikel 8
Eisen werkkring voor de deeltijdopleidingen (DIT ARTIKEL IS NIET
VAN TOEPASSING)
1. Het College van Bestuur kan met het oog op de inschrijving voor een deeltijdse
opleiding eisen omtrent het verrichten van werkzaamheden tijdens het volgen
van de opleiding stellen.
2. In het geval het College van Bestuur werkzaamheden aanmerkt als
onderwijseenheden, kunnen er eisen gesteld worden aan de werkzaamheden.
Artikel 9
Toelating duaal onderwijs, eisen werkkring (DIT ARTIKEL IS NIET
VAN TOEPASSING)
1. Extraneï worden niet toegelaten tot een duale opleiding.
2. De beroepsuitoefening van een duale opleiding vindt plaats op basis van een
overeenkomst, namens de instelling gesloten door de opleiding, de student en het
bedrijf of de organisatie waar het beroep in de praktijk wordt uitgeoefend.
3. De overeenkomst als bedoeld in het tweede lid omvat tenminste bepalingen over:
de duur van de overeenkomst en de tijdsduur van de periode of perioden van de
beroepsuitoefening, de begeleiding van de student, het deel van de kwaliteiten op
het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden die een student bij beëindiging
van de opleiding moet hebben verworven en die tijdens de beroepsuitoefening
dienen te worden gerealiseerd, alsmede de beoordeling daarvan, en de gevallen
waarin en de wijze waarop de overeenkomst voortijdig kan worden ontbonden.
4. Degene die tot een duale opleiding wenst te worden toegelaten dient op het
moment van toelating, dan wel uiterlijk zes maanden nadien te beschikken over
een overeenkomst als bedoeld in het tweede lid. Wordt niet voldaan aan de eis als
bedoeld in de vorige volzin, dan wordt betrokkene geacht niet te voldoen aan de
voorwaarden om aan de duale opleiding deel te nemen. Dit betekent dat de
Examencommissie alsdan kan besluiten de student de toegang tot de duale
opleiding te ontzeggen. Over een besluit als bedoeld in de vorige volzin wordt de
student schriftelijk geïnformeerd.
5. Wordt een overeenkomst als bedoeld in het tweede lid voortijdig beëindigd als
gevolg van toerekenbaar verzuim van de student, dan wordt de student voor een
periode van maximaal zes maanden in de gelegenheid gesteld een nieuwe
overeenkomst te sluiten als bedoeld in het tweede lid. Lukt dit niet, dan wordt de
student geacht niet meer te voldoen aan de voorwaarden om aan de duale
opleiding deel te nemen. Dit betekent dat de Examencommissie alsdan kan
besluiten de student de toegang tot dit onderwijs te ontzeggen. Over een besluit
als bedoeld in de vorige volzin wordt de student schriftelijk geïnformeerd.
Artikel 10
Vrijstelling van vooropleidingseisen op grond van andere diploma’s
ex. art. 7.28 WHW
1. Degene aan wie een graad (bachelor of master) is verleend, en de bezitter van
een met goed gevolg afgelegd propedeutisch examen aan een instelling voor
hoger onderwijs zijn vrijgesteld van de in artikel 1 bedoelde vooropleidingseisen,
onverminderd het vierde en vijfde lid van dit artikel.
2. Van de vooropleidingseisen is eveneens vrijgesteld degene die toegang heeft tot
het wetenschappelijk onderwijs of het hoger beroepsonderwijs in het land van een
verdragspartij die het Verdrag inzake de erkenning van kwalificaties betreffende
hoger onderwijs in de Europese regio (Trb. 2002, 137) heeft geratificeerd,
10
onverminderd de bevoegdheid van het College van Bestuur om op grond van
artikel IV.1 van het genoemde verdrag een aanzienlijk verschil aan te tonen
tussen de algemene eisen betreffende de toegang op het grondgebied van het
bedoelde land waar de kwalificatie werd behaald en de algemene eisen bij of
krachtens deze wet.
3. Het College van Bestuur, na advies van de Examencommissie, verleent vrijstelling
van de in artikel 1 bedoelde vooropleidingseis aan de bezitter van een al dan niet
in Nederland afgegeven diploma dat bij ministeriële regeling is aangemerkt als
tenminste gelijkwaardig aan het in het desbetreffende lid bedoelde diploma,
onverminderd het derde en vierde lid. Het College van Bestuur kan vrijstelling
verlenen aan de bezitter van een al dan niet in Nederland afgegeven diploma dat
niet in de in de eerste volzin genoemde ministeriële regeling is opgenomen, indien
dat diploma naar het oordeel van het College van Bestuur, na advies van de
Examencommissie tenminste gelijkwaardig is aan het bepaalde in artikel 1.
Indien het een buiten Nederland afgegeven diploma betreft, kan het College van
Bestuur bepalen dat geen examens of onderdelen daarvan worden afgelegd dan
nadat ten genoegen van de desbetreffende Examencommissie het bewijs is
geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht
kunnen volgen van het onderwijs. Het College van Bestuur kan, na advies van de
Examencommissie tevens bepalen dat betrokkene niet wordt ingeschreven zolang
het in de voorgaande volzin bedoelde bewijs niet is geleverd.
4. Indien bij ministeriële regeling nadere vooropleidingseisen als bedoeld in artikel
7.25 WHW en opgenomen in artikel 2, zijn vastgesteld kan de bezitter van een
diploma geen examens afleggen voordat hij op een door het College van Bestuur
te bepalen wijze op grond van een aanvullend onderzoek heeft aangetoond te
beschikken over de kennis en vaardigheden waarop de eisen, bedoeld in artikel 2
betrekking hebben.
5. Het College van Bestuur kan bepalen dat de bezitter van een diploma als bedoeld
in art. 1 niet kan worden ingeschreven indien dat bestuur van oordeel is dat de
nadere vooropleidingseisen, bedoeld in artikel 2 van dien aard zijn dat
redelijkerwijs verwacht kan worden dat niet tijdens het eerste jaar van
inschrijving voor de opleiding op grond van een aanvullend onderzoek als bedoeld
in het vierde lid aangetoond kan worden dat betrokkene beschikt over de kennis
en vaardigheden waarop die eisen betrekking hebben. Het College van Bestuur
bepaalt op welke wijze betrokkene op grond van een aanvullend onderzoek met
het oog op de inschrijving vrijgesteld kan worden van die eisen.
6. De bij het onderzoek, bedoeld in de leden 4 en 5, te stellen eisen zijn opgenomen
in art. 9.
Artikel 11
Aanvullend onderzoek ex. art. 7.28 lid 3 en 4 WHW
1. Indien de aspirant-student beschikt over een propedeutisch getuigschrift (hbo of
wo), een hbo-getuigschrift of een wo-getuigschrift, maar niet voldoet aan de
nadere vooropleidingseisen, genoemd in artikel 2, wordt in het aanvullend
onderzoek de kennis van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau,
genoemd in artikel 2, getoetst.
2. Indien een aspirant-student beschikt over een buitenlands diploma dat
gelijkwaardig is aan een havo, vwo-diploma maar niet voldoet aan de nadere
vooropleidingseisen, genoemd in artikel 2, wordt in het aanvullend onderzoek de
kennis van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau, genoemd in artikel 2,
getoetst en worden er ten aanzien van de beheersing van de Nederlandse taal of
11
Engelse taal eisen gesteld.
3. Indien een aspirant-student als bedoeld in lid 2 zich wil inschrijven voor een
Nederlandstalige opleiding moet het diploma NT2-tweede niveau aantoonbaar
zijn behaald. In afwijking hierop kan voor een aspirant-student met een Duits
gelijkwaardig diploma van deze eis worden afgeweken.
De aspirant-student heeft de Stenden cursus Nederlands met goed gevolg
afgelegd. De cursus kent een omvang van 6 EC. In de afsluitende toets wordt
de
mondelinge en schriftelijke kennis van het Nederlands op het niveau NT2-niveau
getoetst. De toets moet tenminste met het cijfer 5,5 zijn afgerond. De cursus
leidt tot een Stenden certificaat.
4. Indien de aspirant-student als bedoeld in lid 2 zich wil inschrijven voor een
Engelstalige opleiding moet de aspirant-student aantoonbaar hebben voldaan
aan een IELTS score zes.
Onder een - met een IELTS-test score 6.0 te vergelijken - test wordt verstaan:
a. TOEFL10 Paper: 550;
b. TOEFL Computer: 213;
c. TOEFL Internet: 80;
d. TOEIC11: 670;
e. Cambridge ESOL12: CAE – C.
Artikel 12
Toelating tot de post-propedeutische fase
Een student kan op verschillende manieren rechtstreeks toegang krijgen tot de
post- propedeutische fase van een opleiding:
1. Voor de inschrijving voor een opleiding na het propedeutisch examen geldt als
eis het bezit van een getuigschrift van het met goed gevolg afgelegde
propedeutisch examen van die opleiding.
2. Het College van Bestuur kan vrijstelling verlenen van de in het eerste lid
bedoelde eis aan de bezitter van een al dan niet in Nederland afgegeven
diploma, indien dat diploma naar het oordeel van het College van Bestuur ten
minste gelijkwaardig is aan het in het eerste lid bedoelde getuigschrift. Indien
het een buiten Nederland afgegeven diploma betreft, kan het College van
Bestuur daarbij bepalen dat geen examens of onderdelen daarvan worden
afgelegd dan nadat ten genoegen van de desbetreffende Examencommissie het
bewijs is geleverd van voldoende
beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van
het onderwijs.
3. De Examencommissie kan, in afwijking van het eerste lid, aan degene die is
ingeschreven, op zijn verzoek, reeds de toegang tot het afleggen van een of
meer onderdelen van het afsluitend examen verlenen voordat hij het
propedeutisch examen van de desbetreffende opleiding met goed gevolg heeft
afgelegd.
Een aspirant-student is alleen toelaatbaar met een elders in Nederland behaald
propedeutisch getuigschrift Bedrijfseconomie in combinatie met een
intakegesprek
waarin de betreffende curricula worden vergeleken en wordt geconstateerd dat
de
competenties Bedrijfseconomie uit de propedeuse op het juiste niveau
aanwezig zijn. Deze curriculumvergelijking leidt tot een dringend
studieadvies.
12
Artikel 13
Doorstroom Associate degree
1. Een student aan wie een graad als bedoeld in art. 7.10b lid 1 WHW is verleend,
heeft het recht zijn bacheloropleiding in het hoger beroepsonderwijs te
vervolgen. Het College van Bestuur kan daarbij voorschrijven welke
onderwijseenheden binnen de bacheloropleiding nog moeten worden gevolgd.
Artikel 14
Rechtsbescherming
1. Een (aspirant) student kan binnen zes weken na dagtekening tegen besluiten
over de toelating via [email protected] bezwaar maken bij het College van
Bestuur. Alvorens te beslissen wint het College van Bestuur advies in bij de
Geschillen- en Klachtenadviescommissie.
2. Tegen een beslissing op bezwaar staat beroep open bij het College van Beroep
voor het Hoger Onderwijs in Den Haag.
13
3
Onderwijsprogramma
WHW:
Artikel 1
6.13, 7.2, 7.4, 7.4b, 7.7, 7.8, 7.8a, 7.8b, 7.9, 7.9b, 7.11, 7,13, 7.14.
Beoordeling Onderwijs- en examenregeling
1. Het College van Bestuur draagt zorg voor een regelmatige beoordeling van de
Onderwijs- en Examenregeling (OER) en weegt daarbij, ten behoeve van de
bewaking en zo nodig bijstelling van de studielast, het tijdsbeslag dat daaruit voor
de studenten voortvloeit.
Artikel 2
Doelstelling van de opleiding
1. Met de opleiding wordt beoogd de student zodanige kennis, houding en
vaardigheden bij te brengen op het terrein van [Vakgebied invullen] zodat deze
bij het voltooien van de opleiding in staat is tot de professionele uitvoering van
taken op dat gebied en tevens in aanmerking komt voor een eventuele
voortgezette opleiding. Na voltooiing van de opleiding moet de student als
beroepsbeoefenaar zelfstandig en met kritische instelling kunnen werken en
beschikt de student over de competenties op hbo-niveau zoals vermeld in
Bijlage A.
Artikel 3
Inrichting en studielast van de opleiding
1. De opleiding heeft een studielast van 240 studiepunten, waarvan 60 studiepunten
behoren tot de propedeutische fase en 180 studiepunten behoren tot de
postpropedeutische fase.
2. De opleiding is voltijds ingericht en wordt verzorgd door de School of Business.
3. De voltijdsopleiding kent afstudeerrichtingen. De voltijdsopleiding kent geen
Associate-degreeprogramma.
4. De afstudeerrichtingen Financial Service Management en Accountancy & Control zijn
voltijds ingericht. De afstudeerrichtingen kennen een studielast van 60
studiepunten.
5. Het Associate-degreeprogramma kent een studielast van [aantal studiepunten
(tenminste 120) invullen] studiepunten].
DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING
6. De student aan wie de graad Associate Degree is verleend en die de
bacheloropleiding vervolgt, dient de door het College van Bestuur voorgeschreven
onderwijseenheden binnen de bacheloropleiding te volgen. De student dient hierover
in overleg te treden met de desbetreffende Examencommissie1.
7. Voor studenten die de opleiding in duale vorm volgen, worden de perioden waarin
werkzaamheden in de beroepspraktijk worden verricht, aangemerkt als een
onderwijseenheid, voor zover deze werkzaamheden onder begeleiding van de
opleiding plaatsvinden. Aan deze werkzaamheden worden de volgende eisen
gesteld:
1
Wetsvoorstel Kwaliteit in Verscheidenheid Hoger Onderwijs
14
a. de tijdsduur van de perioden in de beroepspraktijk bedraagt [omvang in maanden
of weken invullen];
b. de studielast van de perioden in de beroepspraktijk bedraagt [omvang in
studiepunten invullen];
c. een zodanige inrichting van elke periode dat de student in staat wordt gesteld de
competenties te ontwikkelen tot het niveau dat voor die periode is genoemd in de
overeenkomst tussen instelling, student en bedrijf;
d. onderwijseenheden die in de beroepspraktijk worden uitgevoerd, worden
afgesloten met een tentamen.
DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING
Artikel 4
Voertaal in het onderwijs
1. Het onderwijs in de opleiding wordt gegeven in het Nederlands en op sommige
onderdelen in het Engels, tenzij:
a. het onderwijs betreft dat betrekking heeft op een andere taal;
b. het onderwijs betreft dat in het kader van een gastcollege gegeven wordt door
een anderstalige gastdocent;
c. de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs, dan wel de
herkomst van de studenten noodzaakt een andere taal te gebruiken. Het
College van Bestuur heeft hiertoe een Gedragscode voor het gebruik van
andere talen dan het Nederlands in het onderwijs, vastgesteld.
2. In een opleiding die in het Nederlands wordt aangeboden kan gebruik gemaakt
worden van anderstalige literatuur.
Artikel 5
Voorzieningen voor student met functiebeperking
1. De Head of School biedt aan studenten met een functiebeperking een
onderwijsomgeving aan die zo veel als mogelijk gelijkwaardig is aan die van
studenten zonder functiebeperking en die gelijkwaardige kansen op studiesucces
biedt. De Regeling Studie & Handicap, zoals opgenomen als bijlage bij het
Studentenstatuut, voorziet in de benodigde en afgesproken facilitering van
betrokkene.
Artikel 6
Samenstelling van de propedeutische fase
1. De propedeutische fase heeft drie doelstellingen:
a. oriëntatie;
b. verwijzing;
c. selectie.
2. De propedeutische fase van de opleiding omvat de onderwijseenheden zoals
beschreven in bijlage B, met de daarbij vermelde studielast (totaal 60
studiepunten).
Artikel 7
Samenstelling van de postpropedeutische fase
1. De postpropedeutische fase van de opleiding - alsmede de daarmee verbonden
afstudeerrichting(en- omvat de onderwijseenheden zoals beschreven in bijlage C,
met de daarbij vermelde studielast (totaal 180 studiepunten).
Artikel 8
Samenstelling Associate-degreeprogramma (DIT ARTIKEL IS NIET
VAN TOEPASSING)
1. Het Associate-degreeprogramma als bedoeld in artikel 2 lid 5 omvat de
onderwijseenheden zoals beschreven in de betreffende bijlage met de daarbij
15
vermelde studielast.
Artikel 9
Minor
1. Het minorprogramma heeft een omvang van in totaal 30 studiepunten en maakt
deel uit van de postpropedeutische fase.
2. De minor die een student volgt, is gerelateerd aan de ambities van de student en
heeft een duidelijke relatie met de eindcompetenties van de opleiding. De minor
dient een aanvulling te zijn op overige onderdelen van de opleiding die de student
volgt.
3. De Examencommissie van de School die de minor heeft ontwikkeld, is
verantwoordelijk voor de inhoud van de minor en draagt er zorg voor dat de
minor ten minste voldoet aan de eisen gesteld in het volgende lid.
4. De door de instelling aangeboden minoren worden voor het begin van het
opleidingsjaar geplaatst op de voor alle studenten toegankelijke website
iStenden. Op de website wordt tenminste vermeld:
a. welke minoren binnen de instelling worden aangeboden;
b. of het aanbieden van de minor wel of niet gebonden is aan een minimum
aantal deelnemers;
c. welke procedure wordt gehanteerd voor het inschrijven op een minor;
d. welke toelatingseisen voor een minor van toepassing zijn;
e. welke school verantwoordelijk is voor de inhoud van de minor en wie de
verantwoordelijke is binnen het school;
f. uit welke onderdelen de minor bestaat, met inbegrip van het aantal
studiepunten en de wijze van toetsing en herkansing van elk onderdeel.
5. Gedurende het opleidingsjaar kan de inhoud van een minor niet worden gewijzigd.
In afwijking van het bepaalde in de vorige volzin kan een aangeboden minor niet
worden verzorgd, ingeval van onvoldoende belangstelling, mits op de website als
bedoeld
in het vierde lid is aangegeven dat voor het verzorgen van een minor een
minimaal aantal deelnemers is vereist. Een minor kan pas worden gevolgd als het
propedeutisch examen en tenminste 50 studiepunten zijn behaald.
6. Ongeacht het voorgaande behoeft de toelating van een student tot een minor de
goedkeuring van de Examencommissie van de opleiding die de student volgt. De
Examencommissie kan ervoor kiezen een lijst te publiceren van minoren die
studenten mogen volgen zonder persoonlijk toestemming te hoeven vragen.
7. Buiten de door de instelling aangeboden minoren kunnen studenten minoren
volgen via www.kiesopmaat.nl. De toelating van een student tot een minor via deze
route behoeft goedkeuring van de Examencommissie van de opleiding waar de
student ingeschreven is.
Artikel 10
Studeren in het buitenland
1. Voor studeren in het buitenland geldt de Stenden beleidsregel dat maximaal 90
studiepunten van het onderwijsprogramma (30 studiepunten theorie en 60
studiepunten stage) in het buitenland mag worden gedaan.
16
4
Examens en getuigschriften
WHW:
7.10, 7.10a, 7.11, 7.12c, 7.19a, 7.33
Artikel 1
De examens van de opleiding
1. In de opleiding wordt de propedeutische fase afgesloten met een examen en de
postpropedeutische fase met een afsluitend examen. Is aan de opleiding een
Associate-degreeprogramma verbonden dan wordt ook dat programma afgesloten
met een examen.
2. De examens als bedoeld in het eerste lid zijn behaald, indien alle onderwijseenheden
van de betreffende fase dan wel programma met goed gevolg (examen en
beoordeling tezamen) zijn afgelegd, dan wel daarvoor vrijstelling is verkregen.
3. Het afsluitend examen in de postpropedeutische fase kan niet eerder worden
behaald dan nadat het propedeutisch examen is behaald, dan wel vrijstelling is
verleend voor het afleggen daarvan.
4. De Examencommissie stelt de uitslag vast van de examens bedoeld in het eerste lid,
nadat zij heeft onderzocht of de student aan alle voor het betreffende examen
geldende verplichtingen heeft voldaan.
5. De Examencommissie reikt een getuigschrift uit aan de student die een examen
heeft behaald en ook verder voldoet aan de wettelijke vereisten. Per opleiding wordt
één getuigschrift uitgereikt. Geen propedeuse getuigschrift wordt uitgereikt aan
degene die van de Examencommissie vrijstelling heeft verkregen om deze fase van
de opleiding te volgen.
6. Het examen dat met goed gevolg is afgelegd en de met het oog daarop vervaardigde
werkstukken worden door het College van Bestuur gedurende een periode van ten
minste zeven jaar bewaard.
Artikel 2
Toekenning graden
1. De Examencommissie verleent namens het College van Bestuur de graad Bachelor
of Business Administration, indien het afsluitend examen in de postpropedeutische
fase met goed gevolg is behaald.
2. In geval van onderwijs in het buitenland is de notitie “Gedragslijn Nederlands
Onderwijs in het buitenland” van de Minister van OCW van toepassing.
3. De Examencommissie verleent namens het College van Bestuur de graad
Associate Degree, AD, aan degene die met goed gevolg het examen heeft afgelegd
van een Associate- degreeprogramma.
DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING.
Artikel 3
Getuigschriften
1. Het College van Bestuur hanteert het model van de getuigschriften en stelt de
hierna genoemde bijlagen vast met inachtneming van artikel 7.11 WHW. In ieder
geval wordt vermeld:
a. de naam van de opleiding en de instelling die de opleiding verzorgt, zoals die
worden vermeld in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs
(CROHO);
17
b. welke onderwijseenheden het examen omvatte;
c. in voorkomende gevallen welke minor is behaald;
d. in voorkomende gevallen welke bevoegdheid met betrekking tot de uitoefening
van een beroep aan het getuigschrift is verbonden;
e. welke graad door het College van Bestuur is verleend;
f. op welk tijdstip de opleiding voor het laatst is geaccrediteerd dan wel “De
toets nieuwe opleiding” met goed gevolg heeft ondergaan.
2. De onderwijseenheden van het examen en de behaalde minor worden benoemd in
een gewaarmerkte bijlage, waarbij tevens per onderwijseenheid de omvang in
studiepunten en de behaalde beoordeling worden vermeld. De beoordeling als
bedoeld in de vorige volzin wordt uitgedrukt in gehele cijfers als bedoeld in artikel
9 van hoofdstuk 5.
3. De Examencommissie voegt aan een getuigschrift van het met goed gevolg
afgelegde afsluitend examen, een diplomasupplement toe dat voldoet aan het
Europese overeengekomen standaardformat. Het diplomasupplement heeft tot
doel inzicht te verschaffen in de aard en inhoud van de afgeronde opleiding, mede
met het oog op internationale herkenbaarheid van opleidingen. Het in het
Nederlands of Engels gesteld diplomasupplement bevat in elk geval:
a. de naam van de opleiding en de instelling die de opleiding verzorgt;
b. of het een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs dan wel een opleiding in
het hoger beroepsonderwijs betreft;
c. een beschrijving van de inhoud van de opleiding;
d. en de studielast van de opleiding;
e. en de Grading Table van de opleiding zoals opgenomen in artikel 9.
Artikel 4
Toekenning getuigschriften
1. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de
Examencommissie een getuigschrift uitgereikt.
2. De student die aanspraak heeft op uitreiking van een getuigschrift, kan
overeenkomstig door het College van Bestuur vast te stellen regels de
Examencommissie verzoeken daartoe nog niet over te gaan.
3. Indien de student een fout constateert op zijn resultatenoverzicht dan dient de
student direct contact op te nemen met de afdeling ESR – Information &
Registration Centre. Indien daar geen fout wordt geconstateerd dan dient hij
uiterlijk binnen vier schoolweken na vaststelling van de definitieve uitslag van een
onderwijseenheid, schriftelijk te reageren naar de Examencommissie.
4. Voor de datum op het getuigschrift wordt de datum aangehouden waarop de
Examencommissie heeft vastgesteld dat de student aan de voorwaarden heeft
voldaan. Als procedurele voorwaarde voor toekenning van het getuigschrift geldt
dat de student ingeschreven moet staan bij de opleiding.
Artikel 5
Ondertekening getuigschriften
1. Het getuigschrift wordt namens het College van Bestuur ondertekend:
a. Door de voorzitter en de secretaris van de Examencommissie of hun
plaatsvervangers;
b. Door de student.
2. Het diplomasupplement bij het getuigschrift genoemd in artikel 3 worden
18
ondertekend en voorzien van naam door de voorzitter van de Examencommissie
en secretaris of hun plaatsvervangers.
3. De namen tekenbevoegden worden geregistreerd in een handtekeningenregister.
Dit register wordt beheerd door de afdeling ESR-Toetsbureau.
Artikel 6
Data van de uitslag en uitreiking getuigschriften
1. Aan het begin van elk studiejaar stelt de Examencommissie de data vast waarop
de uitslag als bedoeld in artikel 1 wordt vastgesteld, met inachtneming van het
derde en vierde lid van artikel 1.
2. Aan het begin van elk studiejaar stelt de Head of School de data vast waarop de
getuigschriften als bedoeld in artikel 3 in een openbare bijeenkomst worden
uitgereikt.
3. Het vaststellen van de uitslag van het propedeutisch examen vindt tweemaal per
jaar plaats, aan het einde van het opleidingsjaar, na verwerking van de resultaten
van de laatste herkansingen. Op verzoek van de student kan de uitslag ook
tussentijds in de loop van het opleidingsjaar vastgesteld worden.
Artikel 7
Cum laude-regeling
1. De student dient bij de Examencommissie een verzoek in tot toekenning van het
predicaat Cum Laude bij het propedeusegetuigschrift. Het verzoek wordt vergezeld
van een door de student aangeleverd overzicht van alle door de student behaalde
beoordelingen op basis waarvan de student meent aanspraak te kunnen maken op
het predicaat Cum Laude. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING
2. De student dient bij de Examencommissie een verzoek in tot toekenning van het
predicaat Cum Laude bij het bachelorgetuigschrift. Het verzoek wordt vergezeld
van een door de student aangeleverd overzicht van alle door de student behaalde
beoordelingen op basis waarvan de student meent aanspraak te kunnen maken op
het predicaat Cum Laude.
3. Het beoordelen van de toekenning van het predicaat Cum Laude vindt plaats door de
Examencommissie.
4. De Examencommissie geeft het predicaat cum laude bij het behalen van het
bachelorgetuigschrift als de student voldoet aan de volgende voorwaarden:
a. Het gewogen gemiddelde op basis van behaalde studiepunten van alle behaalde
cijfers is 8,0 of hoger;
b. De student moet voor alle individuele studie-onderdelen van de propedeutische
fase minimaal een voldoende hebben behaald en mag geen enkele herkansing
hebben gedaan
De student mag voor maximaal 25% van het aantal studiepunten een vrijstelling
hebben gekregen;
Artikel 8
Verklaringen
1. Een student die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan
wie geen getuigschrift als bedoeld in artikel 4 kan worden uitgereikt, ontvangt
desgevraagd, mits binnen een jaar na uitschrijving van de student, een door de
desbetreffende Examencommissie af te geven verklaring waarin in elk geval de
tentamens zijn vermeld die door hem met goed gevolg zijn afgelegd.
Artikel 9
Grading table van de opleiding
19
LMAD
10
9,5
9
8,5
8
7,5
7
6,5
6
5,5
LM
10
9,5
9
8,5
8
7,5
7
6,5
6
5,5
%
2%
1%
2%
3%
8%
11%
19%
20%
19%
14%
Cumulative
2%
3%
5%
8%
16%
28%
46%
67%
86%
100%
IBMS
10
9,5
9
8,5
8
7,5
7
6,5
6
5,5
%
0%
0%
1%
2%
8%
11%
26%
23%
24%
6%
Cumulative
0%
0%
1%
3%
11%
22%
48%
70%
94%
100%
LE
CE
10
9,5
9
8,5
8
7,5
7
6,5
6
5,5
%
0%
0%
1%
3%
8%
13%
24%
19%
18%
13%
Cumulative
0%
0%
1%
4%
12%
26%
50%
69%
87%
100%
IBL
OLB
10
9,5
9
8,5
8
7,5
7
6,5
6
5,5
%
0%
0%
4%
3%
19%
9%
28%
9%
22%
5%
Cumulative
0%
1%
4%
8%
26%
36%
64%
73%
95%
100%
LM
%
23%
25%
Cumulative
100%
111%
5
4,5
%
1%
0%
1%
1%
7%
12%
19%
22%
23%
15%
Cumulative
1%
1%
1%
3%
10%
22%
41%
63%
85%
100%
TM
10
9,5
9
8,5
8
7,5
7
6,5
6
5,5
%
2%
1%
4%
8%
14%
17%
19%
12%
12%
9%
Cumulative
2%
3%
7%
15%
30%
47%
66%
79%
91%
100%
S
%
0%
0%
2%
3%
8%
14%
21%
18%
20%
14%
Cumulative
0%
0%
2%
5%
13%
27%
48%
66%
86%
100%
HRM
10
9,5
9
8,5
8
7,5
7
6,5
6
5,5
%
0%
1%
4%
7%
15%
15%
20%
14%
15%
9%
Cumulative
0%
2%
5%
12%
27%
42%
61%
76%
91%
100%
B
10
9,5
9
8,5
8
7,5
7
6,5
6
5,5
%
0%
1%
3%
7%
12%
15%
22%
14%
14%
11%
Cumulative
0%
1%
4%
12%
24%
39%
61%
75%
89%
100%
RBS
10
9,5
9
8,5
8
7,5
7
6,5
6
5,5
%
0%
0%
1%
2%
8%
7%
23%
16%
26%
17%
Cumulative
0%
0%
1%
3%
10%
17%
41%
57%
83%
100%
MEM
10
9,5
9
8,5
8
7,5
7
6,5
6
5,5
%
0%
0%
1%
4%
9%
12%
18%
18%
20%
18%
Cumulative
0%
0%
2%
6%
15%
27%
45%
62%
82%
100%
Inf
%
0%
0%
1%
4%
9%
12%
18%
18%
20%
18%
Cumulative
0%
0%
2%
6%
15%
27%
45%
62%
82%
100%
C
%
25%
28%
Cumulative
97%
108%
TM
%
17%
19%
Cumulative
112%
124%
S
10
9,5
9
8,5
8
7,5
7
6,5
6
5,5
LMAD
5
4,5
10
9,5
9
8,5
8
7,5
7
6,5
6
5,5
5
4,5
20
R
A
4
3,5
3
27%
29%
32%
123%
134%
146%
4
3,5
3
30%
33%
36%
120%
132%
143%
4
3,5
3
20%
21%
23%
136%
148%
161%
Grading Table - explanation
A grading table provides the statistical distribution of possible grades for a programme. The grading
system used at Stenden Hogeschool (University of Applied Sciences) is a number in the range 1.0 to
10.0, 5.5 being the lowest pass grade. The grading table will only consider pass grades and is based
on all grades from the past three years. A grading table is created for each program separately and is
updated annually.
An example of a grading table is shown below.
Grade Count Percentile
Cumulative
10
20
1%
1%
9.5
68
2%
2%
9
175
5%
7%
8.5
295
8%
14%
8
592
15%
30%
7.5
595
15%
45%
7
710
18%
63%
6.5
515
13%
77%
6
570
15%
91%
5.5
340
9%
100%
Total 3880
In words: an 8.5 score is in the top 14% of all students in this programme.
The percentile can be used to interpret the grade of a student independently of the grading system
used.
When a Stenden grade needs to be compared (or even converted) to a grade from another university
with another grading system a Grading Table of the programme from the other university is required.
Example:
Below is a grading table of a university involved in an exchange program. A student has Stenden
grade 8, the corresponding cumulative percentile is 30%. The best match in the table below is the
28% percentile which translates to ©.
Grade percentile
Cumulative
β
1%
1%
¥
4%
5%
©
23%
28%
‡
45%
73%
§
27%
100%
Please note: a separate Grading Table is required for each programme.
21
Artikel 10
Rechtsbescherming
1. De student die het oneens is met een beslissing van de Examencommissie op
grond van de bepalingen in dit hoofdstuk kan daar tegen bezwaar maken bij de
Examencommissie van de opleiding.
2. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de Examencommissie
op het ingediende bezwaar in beroep te gaan bij het College van Beroep voor de
Examens (COBEX).
3. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de COBEX in beroep te
gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag.
22
5
Tentamens, toetsen en beoordelen
WHW:
7.3, 7.8b, 7.11, 7.12b, 7.12c, 7.13, 7.34, 7.61, 7.10.
Artikel 1
Vorm van de tentamens3 en toetsen4
1. De onderwijseenheden 5 van het onderwijsprogramma worden getoetst op de wijze
zoals aangegeven in de bijlage met de samenstelling van de propedeutische en
postpropedeutische fase.
2. Een tentamen en of toets die door een groep van studenten gezamenlijk dient te
worden uitgevoerd, wordt zodanig ingericht dat deze voor elke betrokken student
tot een individuele beoordeling leidt. Daarbij wordt in ieder geval gewaarborgd dat
de kwalificatie ‘onvoldoende’ als beoordeling wordt toegekend aan de student die
zich onvoldoende heeft ingezet bij de uitvoering van deze toets. In de formulering
van de opdracht wordt aangegeven hoe hieraan concreet invulling is gegeven.
3. Van een tentamen en of toets die bij herhaling in hetzelfde opleidingsjaar wordt
aangeboden, moeten alle gelegenheden in dat opleidingsjaar dezelfde vorm
hebben.
4. Van de bepaling in het vorige lid kan worden afgeweken in geval van overmacht of
indien het om organisatorische en/of onderwijskundige redenen niet mogelijk is
een herkansing aan te bieden met dezelfde vorm als de eerste gelegenheid in het
betreffende opleidingsjaar. In dat geval mag de herkansing een andere vorm
hebben, maar moet wel zijn voldaan aan de eisen van gelijkwaardigheid zoals
bedoeld in artikel 4 van dit hoofdstuk. Behalve ingeval van overmacht dient een
situatie zoals beschreven in de vorige volzin aan het begin van het opleidingsjaar
te worden bekend gemaakt en betreft de volgende onderwijseenheden:
a. onderwijseenheid ;
DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING.
5. Een student met een functiebeperking kan aan de Examencommissie verzoeken
gelegenheid te krijgen de toetsen op een zo veel mogelijk aan zijn individuele
beperking aangepaste wijze af te leggen. De procedure is beschreven in de
Regeling Studie & Handicap zoals opgenomen als bijlage bij het
Studentenstatuut.
6. Een student die voldoet aan de criteria van de door het College van Bestuur
vastgestelde Regeling Financiële ondersteuning student-topsporter kan de
Examencommissie verzoeken om een aangepaste inroostering van de toetsen,
waarbij - indien dit naar het oordeel van de Examencommissie mogelijk is en voor
de opleiding niet bezwaarlijk - zo veel mogelijk wordt aangesloten bij de
individuele mogelijkheden van de student.
Artikel 2
Volgorde van tentamens en toetsen
3
Tentamen = een onderzoek naar kennis, inzicht, vaardigheden als bedoeld in art. 7.3 en 7.10 WHW, waarvan
de uitkomst in een beoordeling wordt uitgedrukt en die de afsluiting vormt van een onderwijseenheid.
4
Toets = een onderdeel van een tentamen waaraan een beoordeling door een examinator is verbonden.
5
Onderwijseenheid = als bedoeld in art. 7.3 WHW, die in samenhang met andere onderwijseenheden het
onderwijsprogramma van de opleiding vormt, waaraan een tentamen is verbonden. Een onderwijseenheid kan
betrekking hebben op een praktische oefening.
23
1. De tentamens en toetsen van de onderwijseenheden van het propedeutisch
examen en van het afsluitend examen kunnen binnen de desbetreffende fase in
een willekeurige volgorde worden afgelegd.
2. Ongeacht het bepaalde in de vorige leden kan een minor pas worden gevolgd als
is voldaan aan het bepaald in artikel 9 van hoofdstuk 3.
Artikel 3
Tijdvakken en frequentie van tentamens en toetsen
1. Tot het afleggen van de tentamens en toetsen van de propedeutische fase wordt
elk opleidingsjaar ten minste tweemaal gelegenheid gegeven, de eerste maal
direct aansluitend op het onderwijs in de desbetreffende onderwijseenheid.
2. Tot het afleggen van de tentamens en toetsen van de postpropedeutische fase
wordt elk opleidingsjaar ten minste tweemaal gelegenheid gegeven, waarvan
eenmaal direct aansluitend op het onderwijs in de desbetreffende
onderwijseenheid.
3. Bij het bepalen van de datum van de tweede tentamen- en of toetsgelegenheid in
een opleidingsjaar, wordt rekening gehouden met de vereiste studeerbaarheid van
het totale programma voor een student.
4. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid wordt in een opleidingsjaar slechts
eenmaal gelegenheid gegeven voor het afleggen van het tentamen of een toets
van een onderwijseenheid waarvan het onderwijs in dat opleidingsjaar niet is
gegeven Tot het maken van het betreffende tentamen en of toets bestaat nog
tweemaal de mogelijkheid, te rekenen vanaf het laatste opleidingsjaar waarin de
bedoelde onderwijseenheid wordt aangeboden.
5. De tijdvakken waarin de toetsgelegenheden worden aangeboden, worden jaarlijks
door de Examencommissie vastgesteld en uiterlijk bij aanvang van het
opleidingsjaar bekend gemaakt.
6. Een student die verhinderd is van een toetsgelegenheid gebruik te maken, is
aangewezen op de volgende toetsgelegenheid. In bijzondere gevallen kan de
Examencommissie besluiten in een voor de student gunstige zin af te wijken van
deze regel.
Artikel 4
Gestelde eisen tentamens en toetsen
1. De Examencommissie maakt voor elk tentamen en elke toets afzonderlijk tijdig
bekend welke eisen worden gesteld bij het afleggen van dat tentamen of die
toets, zodat de student zich zo goed mogelijk kan voorbereiden. De
Examencommissie vermeldt daarbij ook welke hulpmiddelen zijn toegestaan en
welke beoordelingsnormen zullen worden gehanteerd. Deze informatie is in ieder
geval opgenomen in het onderwijsmateriaal van de betreffende onderwijseenheid.
Voor zover dat bij het ter perse gaan van dit Onderwijs- en Examenreglement
mogelijk was, zijn bij het tentamen toegestane hulpmiddelen vermeld in de
Bijlagen .
2. Van een tentamen of toets die bij herhaling binnen een opleidingsjaar wordt
aangeboden, moet elke gelegenheid wat betreft inhoud, niveau en zwaarte
gelijkwaardig zijn aan de voorafgaande gelegenheid.
3. Wanneer een student een onderwijseenheid niet heeft behaald in het
opleidingsjaar waarin hij het onderwijs in die onderwijseenheid heeft gevolgd en
in het volgende opleidingsjaar alsnog een tentamen of toets in die
24
onderwijseenheid wil afleggen, gelden ten aanzien van de gestelde eisen de eisen
van het lopende opleidingsjaar.
Artikel 5
Inschrijvingsprocedure voor tentamens en toetsen
1. Voor mondelinge tentamens en toetsen en voor tentamens of toetsen ter
afsluiting van praktische oefeningen dient de student zich tijdig in te schrijven, op
een nader door de Examencommissie aan te geven wijze. De student maakt een
individuele afspraak met de betreffende docent.
2. Voor andere toets- en tentamenvormen dan genoemd in het eerste lid is de
student verplicht zich te houden aan de volgende inschrijvingsprocedure voor
deelname aan schriftelijke tentamens en toetsen:
a. De student is verplicht zich digitaal voor een schriftelijke tentamen- en
of toetskans in te schrijven, tenzij anders is bepaald. De student moet na
inschrijving een bewijs van inschrijving uitprinten.
b. Indien een student niet kan intekenen voor een toets en of tentamen dan
neemt de student voor sluitingstijd van intekening rechtstreeks contact op met het
ESR-Toetsservicebureau. Voor de vestigingen Emmen, Meppel en Assen geldt dat
de student contact opneemt met het secretariaat van de opleiding, die
vervolgens contact opneemt met het ESR- Toetsservicebureau;
c. Inschrijven betekent verplicht deelnemen aan de toets en of tentamen én
een kans gebruiken, overmachtsituaties uitgezonderd;
d. Iedere secretaris van de Examencommissie meldt aan het ESRToetsservicebureau voor 15 mei van elk opleidingsjaar het aantal tentamen- en
toetsgelegenheden dat een student aan de desbetreffende opleiding aangeboden
krijgt. Bij overschrijding van dit aantal gelegenheden wordt de intekening voor
deelname aan de betreffende toets en of tentamen geblokkeerd;
e. Het ESR-Toetsservicebureau publiceert bij aanvang van het opleidingsjaar
het jaartoetsrooster per opleiding. Het definitieve rooster worden uiterlijk twee
schoolweken voor een tentamenperiode gepubliceerd;
f. Verzoek tot wijziging van intekening voor een toets en of tentamen moet
altijd door de student ter beoordeling aan de secretaris van de
Examencommissie worden voorgelegd, overmachtsituaties uitgezonderd. Na
toestemming van de secretaris van de Examencommissie kan tot twee
werkdagen voor aanvang van de toetsweek/-periode tot 12.00 uur de
toegestane wijzigingen door ESR- Toetsservicebureau worden verwerkt;
g. Indien de student te laat is met digitaal intekenen én er is daarbij sprake van
bijzondere omstandigheden dan neemt de student rechtstreeks contact op met de
secretaris van de Examencommissie.
Artikel 6a
Praktische gang van zaken bij schriftelijke tentamens en toetsen
Bij het afnemen van tentamens en toetsen moet aan de eisen gesteld in de volgende leden
worden voldaan:
1. De student dient zich te kunnen legitimeren door middel van zijn of haar
Multifunctionele kaart (MFK). Daarnaast moet de student zich desgevraagd kunnen
legitimeren met een geldig identiteitsbewijs.
2. De student dient vijf minuten voor aanvang van het aanvangstijdstip in de
tentamenzaal aanwezig te zijn en plaats te nemen op de door de organisatie
25
aangewezen plaats.
3. Degene die als gevolg van overmacht meer dan 30 minuten te laat arriveert, kan de
toegang worden geweigerd.
4. Het is niet toegestaan om gedurende de eerste 30 minuten het lokaal te verlaten.
5. De aanwijzingen van de examinator of surveillant moeten worden opgevolgd.
6. De aangegeven tijd voor een toets en/of tentamen is inclusief het uitreiken en
verzamelen van tentamenopgaven en antwoordformulieren.
7. De student dient bij ontvangst van de toets- en/of tentamenopgaven te controleren
of hij een juist en volledig exemplaar heeft ontvangen.
8. Het is niet toegestaan om het tentamen en toets te maken op ander dan door de
surveillant uitgedeelde antwoordformulieren.
9. De student dient -indien van toepassing- op de toets- en of tentamenopgaven en het
antwoordformulier te vermelden:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
Naam;
studentnummer / relatienummer;
toets en/of tentamen;
aantal antwoordformulier-bladen dat wordt ingeleverd;
datum waarop aan de toets en of tentamen is deelgenomen;
handtekening van de student.
10. Het gebruik van andere hulpmiddelen dan schrijfgerei en het ter plekke uitgereikte
materiaal is uitsluitend toegestaan als dit uitdrukkelijk is aangegeven.
11. Elektronische apparaten waar gegevens op kunnen worden geraadpleegd of
opgeslagen dienen vóór de aanvang te worden uitgezet en te worden weggeborgen
in een afgesloten tas.
12. Het is niet toegestaan zonder toestemming van de examinator of surveillant te
communiceren met andere personen in of buiten het lokaal waar het tentamen of de
toets wordt afgenomen.
13. De examinator en de surveillant zijn bevoegd passende maatregelen te nemen
indien de orde en rust worden verstoord.
14. De toets- en of tentamenopgaven moeten tegelijkertijd met de antwoordformulieren
bij aftekening worden ingeleverd bij de surveillant.
15. De student wordt geacht aan een schriftelijke toets en of tentamen te hebben
deelgenomen als de toets- en of tentamenopgaven en het totale aantal
antwoordformulieren is ingeleverd en de presentielijst is getekend. Dit artikellid is
onverkort van toepassing op degene die het antwoordformulier niet dan wel
onvolledig heeft ingevuld.
16. Aan studenten met een functiebeperking kan de Examencommissie een verlenging
van de standaardduur van het tentamen en of toets en/of het gebruik van
hulpmiddelen toestaan, naast de bevoegdheid bepaald in artikel 1 voor studenten
met een functiebeperking de toetsvorm nog verder aan te passen aan de
mogelijkheden van de betrokken student.
26
17. Indien de student een klacht wil indienen betreffende de afname van een toets en of
tentamen dan laat de student zijn/ haar klacht direct op het protocolformulier
noteren door een surveillant van de toets en of tentamen. Daarnaast schrijft de
student een schriftelijke klacht, binnen de duur van 6 weken aan de betreffende
Examencommissie.
18. Indien een student een klacht heeft betreffende de inhoud van de toets en of
tentamen dan moet deze klacht schriftelijk binnen twee werkdagen ingeleverd
worden bij de secretaris van de betreffende Examencommissie. De benodigde toetsen of tentamensleutel wordt binnen 24 uur na afloop van de toets en of tentamen
beschikbaar gesteld.
Artikel 6b
Artikel 7
Praktische gang van zaken bij digitale tentamens en toetsen
DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING
Mondelinge tentamens en toetsen
1. Mondeling wordt niet meer dan één student tegelijk getoetst, tenzij de
Examencommissie anders heeft bepaald.
2. Het mondeling afnemen van een toets en of tentamen is niet openbaar, tenzij de
Examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders
heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt.
3. Bij het afnemen van een mondeling tentamen en of toets met een studiebelasting
van minimaal 28 uur dient een tweede examinator aanwezig te zijn of dient het
examen met behulp van audiovisuele middelen te worden vastgelegd.
Artikel 8
Vaststelling van de beoordelingen
1. De examinator stelt de beoordeling vast. De termijn voor de vaststelling van de
beoordeling is in de regel dertien werkdagen, nadat het schriftelijke werk is
gemaakt. Indien deze termijn wordt overschreden, wordt dit door de
Examencommissie met redenen omkleed aan de student gemeld.
2. Ten aanzien van de uitslagen van de laatste onderwijsperiode van een
opleidingsjaar kan door de opleidingen een versnelde procedure worden
toegepast.
3. De beoordeling van een tentamen en of toets door een examinator geschiedt voor
elke student afzonderlijk.
4. Indien de voorlopige uitslag van een tentamen en of toets door meer dan één
examinator wordt vastgesteld, geschiedt de vaststelling in onderling overleg.
Indien de examinatoren niet tot overeenstemming kunnen komen, wordt, nadat
de betrokken examinatoren zijn gehoord, de definitieve uitslag vastgesteld door
de voorzitter van de Examencommissie.
5. De datum waarop een student een toets en/of tentamen heeft behaald is de
datum waarop de toets en of tentamen is afgelegd en beoordeeld. Antedatering is
niet toegestaan.
6. De examinator stelt de beoordeling van een mondelinge toets en of tentamen vast
direct, dan wel dezelfde dag na het afnemen van die toets en of tentamen en
verstrekt de student een schriftelijke verklaring met de uitslag.
7. De Examencommissie stelt vast of de student aan de gestelde eisen voor de toets
en/of tentamen heeft voldaan.
27
Artikel 9
Normering van de beoordelingen
1. De uitslag van een tentamen en of toets wordt uitgedrukt in een cijfer op een
schaal van 1 tot en met 10 met ten hoogste één decimaal dan wel in een
kwalificatie uitmuntend /goed/ voldoende/ onvoldoende.
2. Als laagste kwalificatie ‘voldoende’ geldt het cijfer 5,5.
3. Voor het afronden van decimale getallen gelden de volgende regels:
a. Het gemiddelde van meerdere cijfers wordt naar beneden afgerond (=afgekapt)
op één decimaal;
b. Indien aan de orde wordt een cijfer met één decimaal op de normale,
rekenkundige manier afgerond op een geheel getal (het cijfer 5,5 wordt dan
afgerond tot een 6).
4. Indien de tentamen- en of toetsuitslag samengesteld wordt uit verschillende
deelresultaten, wordt de wijze waarop de uitslag berekend wordt (bijvoorbeeld
een rekenkundig of gewogen gemiddelde) nauwkeurig in de OER beschreven.
5. Bij deelname aan een tentamen en of toets krijgt de student tenminste het cijfer
één of de kwalificatie onvoldoende.
6. Indien een tentamen en of toets niet met goed gevolg is afgelegd kan een student
een verzoek indienen bij de Examencommissie tot een second opinion van de
betreffende toets en of tentamen. De termijn voor het indienen van het verzoek
bedraagt [termijn invullen].
7. Indien de student een reeds eerder afgelegde toets en of tentamen nogmaals
aflegt, is de hoogst behaalde beoordeling bepalend voor de vraag of de student
aan zijn verplichtingen heeft voldaan.
Artikel 10
Het verlenen van vrijstellingen
1. Een vrijstelling wordt door een Examencommissie altijd individueel verleend op
basis van haar vrijstellingenbeleid en met in achtneming van de navolgende
bepalingen van dit artikel. Zie ook de Bijlage Vrijstellingenbeleid.
2. Studenten studerend op één van de site(s) van Stenden Hogeschool volgen op
enig moment een representatief deel van het onderwijs van de opleiding met een
omvang van 60 EC bij de Nederlandse instelling. Dit onderwijsprogramma wordt
uitgewerkt in de betreffende bijlage. Dit is van toepassing voor studenten die
ingeschreven zijn vanaf september 2012.
DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING.
3. Studenten met het diploma diploma invullen zijn vrijgesteld van het afleggen van
de toetsen van de volgende onderwijseenheden genoemd in de bijlage met de
samenstelling van propedeutische en postpropedeutische fase:
a. onderwijseenheid;
DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING.
4. De student die in aanmerking wil komen voor de in dit artikel genoemde
vrijstellingen, dient hiertoe een schriftelijk gemotiveerd verzoek in bij de
Examencommissie. Bij het verzoek moet het diploma worden overgelegd evenals
verdere bewijsstukken om aan te tonen dat reeds is voldaan aan de vereisten
voor de onderwijseenheden waarvoor vrijstelling wordt gevraagd.
DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING.
28
5. Vrijstellingen kunnen mede gebaseerd zijn op EVC. Degene die op basis van een
EVC-procedure meent in aanmerking te komen voor een of meer vrijstellingen,
dient hiertoe een gemotiveerd verzoek in bij de Examencommissie, met bijsluiting
van de EVC-rapportage.
6. Degene die op andere dan in de vorige leden bedoelde gronden meent in
aanmerking te komen voor vrijstelling van het afleggen van een tentamen of
toets, dient daartoe een schriftelijk en gemotiveerd verzoek in bij de
Examencommissie, waarbij tevens de bewijsstukken ter onderbouwing van het
verzoek worden overgelegd.
7. De Examencommissie beoordeelt mede aan de hand van de overgelegde
bewijsstukken of wordt voldaan aan de vereisten gesteld voor de desbetreffende
onderwijseenheid of onderdelen daarvan.
8. De Examencommissie kent een individueel verzoek om een vrijstelling toe, indien
verzoeker aantoonbaar voldoet aan de vereisten gesteld voor de desbetreffende
onderwijseenheid, dan wel voor – in voldoende mate afgeronde - onderdelen
daarvan. De Examencommissie informeert de student over haar beslissing binnen
zes schoolweken gerekend vanaf de datum waarop het verzoek is ontvangen.
9. Vrijstellingen worden in het resultatenoverzicht van de student getoond met de
omschrijving “vrijstelling‟. Een tentamen en of toets waarvoor de student
vrijstelling heeft gekregen, telt niet mee in eventuele middelingen tot een
eindcijfer van de onderwijseenheid waarbij dit tentamen en toets is betrokken.
Artikel 11
Toekenning van studiepunten
1. Als een onderwijseenheid wordt afgesloten met een tentamen, is de
onderwijseenheid behaald en worden de bijbehorende studiepunten toegekend
indien de student voor het tentamen en of toets een voldoende resultaat heeft
behaald.
2. Als een onderwijseenheid wordt afgesloten met twee of meer (deel)toetsen, is de
onderwijseenheid behaald en worden de bijbehorende studiepunten toegekend
indien de student als beoordeling voor de onderwijseenheid een voldoende
resultaat heeft ontvangen en tevens de resultaten voor de (deel)toetsen en of
(deel) tentamens voldoen aan de daaraan gestelde eisen. In het bouwsteenboek
wordt, indien aan de orde, dit voor de onderwijseenheid uitgewerkt.
3. Als de student voor een onderwijseenheid een vrijstelling heeft gekregen, is de
onderwijseenheid behaald en worden de bijbehorende studiepunten toegekend.
4. Een minorprogramma is behaald en de bijbehorende studiepunten worden
toegekend indien de student alle onderwijseenheden heeft behaald waaruit de
minor is samengesteld.
5. Als datum waarop de studiepunten zijn behaald, wordt geregistreerd de datum
waarop de toets en of tentamen, c.q. de laatste deeltoets is afgelegd inclusief de
beoordeling die heeft geleid tot het behalen van de onderwijseenheid c.q. de
minor. Antedatering is niet mogelijk.
29
6. Heeft een onderwijseenheid in het voltijd of deeltijd onderwijs betrekking op de
praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening, dan worden aan die
onderwijseenheid alleen studiepunten toegekend als de activiteiten onder
begeleiding van de opleiding plaatsvinden.
Artikel 12
Vastlegging en bekendmaking van de beoordelingen
1. De beoordelingen die een student heeft behaald, worden uiterlijk vijftien
werkdagen na het maken van het tentamen en of de toets opgenomen in een
geautomatiseerd systeem van studievoortgangregistratie (ProgRESS.www). Op
het gebruik van dit systeem is de Regeling Bescherming Persoonsgegevens van de
instelling van toepassing.
2. De registratie van studieresultaten vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de
Examencommissie.
3. De student ontvangt van de behaalde beoordelingen geen schriftelijk bewijsstuk
maar kan deze inzien in ProgRESS.www.
4. Indien de student een fout constateert op zijn resultatenoverzicht dan dient de
student direct contact op te nemen met de afdeling ESR-Toetsservicebureau.
Indien daar geen fout wordt geconstateerd dan dient hij uiterlijk vier schoolweken,
na vaststelling van de definitieve uitslag van een onderwijseenheid, schriftelijk te
reageren naar de Examencommissie.
5. Indien er een toets en of tentamenuitslag ontbreekt op de publicatielijst dan
neemt de betreffende student direct contact op met de afdeling ESRToetsservicebureau.
6. Bij het ontbreken van een toets- en of tentamenuitslag worden protocolformulier,
presentielijst en toets- en of tentamenopgaven door de afdeling ESRToetsservicebureau gecontroleerd.
7. Indien de student op protocolformulier en presentielijst als aanwezig staat
geregistreerd en de toets- en of tentamenopgave ontbreekt dan dient de student
schriftelijk een klacht in bij de secretaris van de Examencommissie.
Artikel 13
Geldigheidsduur van studieresultaten
1. De geldigheidsduur van examenonderdelen is in beginsel onbeperkt. In afwijking
hiervan kan de Examencommissie aan de student een aanvullend dan wel een
vervangend tentamen opleggen indien het examenonderdeel langer dan acht jaar
geleden is behaald.
2. Als wettelijk bewijs gelden de resultaten zoals vastgesteld door de
Examencommissie.
Artikel 14
Inzage van tentamens en toetsen
1. De Examencommissie draagt er zorg voor dat de student het door hem gemaakte
en beoordeelde schriftelijk tentamen en of toetswerk kan inzien binnen twee
maanden na de laatste dag van een tentamen en of toetsperiode of tenminste tien
schooldagen voor een eventuele herkansing, tenzij afgeweken moet worden van
gestelde termijnen op grond van redelijkheid en billijkheid 6.
2. Een student kan alleen inzage worden geboden in schriftelijk en beoordeeld
tentamen- en of toetswerk in het bijzijn van de betrokken examinator of diens
6
De landelijk verplichte toetsen van de opleiding Leraar Basisonderwijs zijn hier van uitgezonderd.
30
plaatsvervanger.
3. De Examencommissie kan bepalen, dat de inzage of kennisneming geschiedt op
een vaste plaats en op een vast tijdstip.
Artikel 15
Bewaring van afgelegde tentamens en toetsen
1. De Examencommissie draagt er zorg voor dat de inspectie en organisaties in het
kader van het accreditatieproces kennis kunnen nemen van de opdrachten, de
opgaven en de bijbehorende beoordelingsnormen voor de schriftelijke en
praktische examenonderdelen, alsmede inzage kunnen hebben in het schriftelijk
tentamen- en of toetswerk.
2. In geval van beroep tegen de uitslag van een schriftelijk tentamen en of toets
wordt het werk bewaard gedurende de periode dat nog niet op het (hoger) beroep
is beslist.
3. De Examencommissie draagt er zorg voor, dat van elke student de tijdens het
(post-) propedeutisch examen behaalde cijfers dan wel kwalificaties en de uitslag
van het examen en het bijbehorende toets- en of tentamenwerk bewaard blijven
in het archief van de opleiding, conform de “Selectielijst voor de administratieve
neerslag van de openbaar gezagtaken en niet-publiekrechtelijke werkprocessen
van Nederlandse hogescholen”, 2013.
4. Wanneer een student na afloop van een schriftelijke toets en/of tentamen de
toets- en/of tentamenopgaven en het totale aantal antwoordformulieren heeft
ingeleverd wordt dit door de surveillant afgetekend op het protocolformulier. Op
dat moment gaat de verantwoordelijkheid tot zorgvuldige bewaring van een
schriftelijke tentamenwerk over op de hogeschool.
5. In het geval dat tentamen- en of toetswerk als bedoeld in artikel 15.4
desalniettemin zoek raakt waardoor geen beoordeling kan plaatsvinden, wordt
deze gang van zaken door de Examencommissie vastgesteld. Vervolgens wordt,
na de betreffende student te hebben gehoord, door de betrokken docent,
onderscheidenlijk coördinator, vastgesteld op welk tijdstip en in welke vorm de
toets en/of tentamen opnieuw moet worden afgelegd.
6. De Examencommissie geeft de documenten bedoeld in de vorige leden op
zodanige wijze in bewaring dat de authenticiteit van de documenten gedurende de
bewaartermijn gewaarborgd is.
7. De student is gehouden een afschrift (schriftelijk en/of digitaal) van het
ingeleverde toets- en of tentamen(onderdeel) onder zich te houden gedurende
één jaar na inlevering, voor zover de omstandigheden zich hiertegen niet
verzetten.
8. Een kopie van het getuigschrift en diplomasupplement wordt gedurende dertig
jaren in het archief bewaard.
Artikel 16
Fraude en plagiaat
1. Indien een student of extraneus fraudeert en of plagiaat pleegt, kan de
Examencommissie betrokkene het recht ontnemen één of meer door de
Examencommissie aan te wijzen toetsen, tentamens of examens af te leggen,
gedurende een door de Examencommissie te bepalen termijn van ten hoogste een
jaar.
2. Bij ernstige fraude kan het College van Bestuur op voorstel van de
Examencommissie de inschrijving voor de opleiding van de betrokken student of
31
extraneus definitief beëindigen.
3. Wat in dit artikel wordt aangemerkt als fraude of ernstige fraude als bedoeld in
artikel 7.12b WHW is nader uitgewerkt in het Reglement Fraude en Plagiaat
Stenden Hogeschool, zoals opgenomen als bijlage bij het Studentenstatuut.
Artikel 17
Intellectueel eigendom
1. Het auteursrecht van een werk komt toe aan de student, mits deze als maker
ervan kan worden aangemerkt.
2. Als maker wordt, behoudens tegenbewijs, beschouwd degene die als zodanig op of
in het werk is aangeduid.
3. Indien het werk tot stand is gebracht naar het ontwerp van een ander dan de
student en onder diens leiding en toezicht, dan wordt deze ander als maker van
dat werk aangemerkt.
Artikel 18
Rechtsbescherming
1. De student die het oneens is met een beslissing van de Examencommissie op
grond van de bepalingen in dit hoofdstuk kan daar tegen bezwaar maken bij de
Examencommissie van de opleiding.
2. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de Examencommissie
op het ingediende bezwaar in beroep te gaan bij het College van Beroep voor de
Examens (COBEX).
3. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de COBEX in beroep te
gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag.
32
6
Studieloopbaanbegeleiding en Studieadvies
WHW:
Artikel 1
art. 5.5, 7.8b, 7.13, 7.34, 7.51, 7.59, 11.15.
Studieloopbaanbegeleiding
1. De Head of School draagt zorg voor de studieloopbaanbegeleiding van elke
student, mede ten behoeve van zijn oriëntatie op mogelijke studiewegen in en
buiten de opleiding.
2. De Head of School besteedt bij de studieloopbaanbegeleiding bijzondere zorg aan
de begeleiding van studenten met een functiebeperking waarvan de deelname in
het hoger onderwijs in belangrijke mate achterblijft bij de deelname van
studenten die hier niet toe behoren.
3. De Head of School besteedt namens het College van Bestuur bij de
studieloopbaanbegeleiding bijzondere zorg aan de begeleiding van studenten die
behoren tot een etnische of culturele minderheid waarvan deelname aan het
hoger onderwijs in betekenende mate achterblijft bij de deelname van
Nederlanders die niet behoren tot een dergelijke minderheid.
4. De student kan zich wenden tot zijn studieloopbaancoach voor problemen die
rechtstreeks samenhangen met de studie.
5. De student kan zich wenden tot de decaan voor problemen van persoonlijke aard,
al dan niet rechtstreeks samenhangend met de studie.
Artikel 2
Studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving aan
dezelfde opleiding aan dezelfde instelling
1. Namens het College van Bestuur brengt de Examencommissie aan iedere student
aan het einde van diens eerste jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan
dezelfde instelling voor de propedeutische fase van de opleiding advies uit over de
voortzetting van zijn studie binnen de opleiding.
2. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student kenbaar maakt,
mag in geval van de september-instroom niet later worden verstuurd dan in de
derde week van de maand juli.
3. Voor de februari-instroom wordt in afwijking van lid 1 het woord ‘jaar’ vervangen
door 13 maanden. Deze uitzondering ten opzichte van de reguliere instroom in
september vindt plaats op grond van organisatorische redenen die worden
veroorzaakt door een afwijkende opbouw van het opleidingsjaar bij de februariinstroom. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student
kenbaar maakt, mag in geval van de februari-instroom niet later worden verstuurd
dan in de laatste week van februari.
4. Het studieadvies heeft een bindend afwijzend karakter indien de student minder
dan 51 studiepunten uit de propedeutische fase heeft behaald, alsmede niet de
door de opleiding aangewezen onderwijseenheden uit de propedeutische fase met
een voldoende heeft afgesloten op het moment dat het advies wordt uitgebracht.
33
5. De door de opleiding aangewezen onderwijseenheden als bedoeld in de vorige
volzin zijn:
a. ‘Bedrijfseconomie & Bedrijfsadministratie” (DECBEBA) moet in het eerste jaar
met een voldoende worden afgerond.
b. Van de onderwijseenheden “Bedrijfseconomie 2” (DECBE2) en
“Bedrijfseconomie 3” (DECBE3 moet tenminste één met een voldoende
worden afgesloten in het eerste jaar van inschrijving.
6. Resultaten behaald door vrijstelling tellen wel mee bij de vaststelling of het
minimum van 51 studiepunten is behaald.
7. Studenten die hun inschrijving bij de opleiding in de loop van het opleidingsjaar
tussentijds hebben beëindigd ontvangen uiterlijk aan het einde van het
opleidingsjaar een studieadvies propedeuse en dat kan ook een bindend
studieadvies met afwijzing (BSA) zijn, tenzij er - gelet op de persoonlijke
omstandigheden van de student - voor de Examencommissie aanleiding bestaat
geen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) uit te brengen.
8. Studenten die zich bij een opleiding hebben ingeschreven, de studie staken en zich
vervolgens weer opnieuw inschrijven bij dezelfde opleiding bij dezelfde instelling
worden wettelijk beschouwd als ‘studenten tweede jaar van inschrijving’. Dit
betekent dat deze studenten aan het einde van hun tweede jaar van inschrijving
aan al hun propedeuse verplichtingen moeten hebben voldaan.
Artikel 3
Studieadvies aan het einde van het tweede jaar van inschrijving
aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling
1. Namens het College van Bestuur brengt de Examencommissie een bindend
studieadvies met afwijzing (BSA) uit indien de student aan het einde van het
tweede jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling het
propedeutisch examen niet heeft behaald.
2. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student kenbaar maakt,
mag in geval van de september-instroom niet later worden verstuurd dan in de
derde week van de maand juli.
3. Voor de februari-instroom wordt in afwijking van lid 1 het woord ‘jaar’ vervangen
door 13 maanden. Deze uitzondering ten opzichte van de reguliere instroom in
september vindt plaats op grond van organisatorische redenen die worden
veroorzaakt door een afwijkende opbouw van het opleidingsjaar bij de februariinstroom. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student
kenbaar maakt, mag in geval van de februari-instroom niet later worden verstuurd
dan in de laatste week van februari.
4. Studenten die hun inschrijving bij de opleiding in de loop van het opleidingsjaar
tussentijds hebben beëindigd ontvangen uiterlijk aan het einde van het
opleidingsjaar een studieadvies propedeuse en dat kan ook een bindend
studieadvies met afwijzing (BSA) zijn, tenzij er - gelet op de persoonlijke
omstandigheden van de student - voor de Examencommissie aanleiding bestaat
geen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) uit te brengen.
5. Na het verstrijken van de termijn als bedoeld in lid 2 en 3 van dit artikel kan geen
bindend studieadvies met afwijzing (BSA) meer worden uitgebracht.
Artikel 4
Voorwaarden Bindend studieadvies met afwijzing (BSA)
1. Een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) wordt niet uitgebracht wanneer de
student gedurende het opleidingsjaar niet tijdig ten minste eenmaal via de
34
opleiding en op een redelijke termijn door de opleiding is gewaarschuwd dat hij bij
ongewijzigde omstandigheden een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) zal
kunnen ontvangen, alsmede wat de gevolgen daarvan zijn.
2. Indien aan de orde meldt een student bijzondere omstandigheden tijdig bij de
studentendecaan en eventueel de studieloopbaancoach en verzoekt de
Examencommissie deze mee te wegen in haar besluit over het uitbrengen van
een bindend studieadvies met afwijzing (BSA). Slechts met toestemming van de
student kan de Examencommissie de betrokken studentendecaan en
studieloopbaancoach om nader advies vragen ten aanzien van mogelijke
persoonlijke omstandigheden die kunnen rechtvaardigen dat wordt afgezien van
het uitbrengen van een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) aan de
betrokken student.
3. Een melding van een bijzondere omstandigheid wordt aangemerkt als tijdig
wanneer de student de omstandigheden meldt zodra deze zich voordoen dan wel
zeer spoedig daarna.
4. Als bijzondere omstandigheden worden aangemerkt:
a.
b.
c.
d.
e.
ziekte;
zwangerschap;
bijzondere familieomstandigheden;
lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis;
bestuursactiviteiten die een student in het kader van de medezeggenschap van
Stenden verricht, waarbij sprake is van een substantiële tijdsbesteding, ter
beoordeling aan het College van Bestuur, onder voorwaarde dat de student kan
aantonen dat de geldende facilitering de studievertraging niet compenseert en
derhalve als bijzondere omstandigheid kan worden aangemerkt.
5. De situaties genoemd onder a t/m d dienen schriftelijk te worden vastgesteld door
een onafhankelijke deskundige.
6. Als de Examencommissie besluit af te zien van een bindend studieadvies met
afwijzing (BSA) in gevallen zoals bedoeld in het vorige lid, dan is de
Examencommissie bevoegd om in plaats daarvan een niet-bindend advies uit te
brengen aan de betrokken student.
7. Afhankelijk van de aard van de persoonlijke omstandigheden kan de student de
Examencommissie verzoeken de informatie verstrekt in het kader van het advies
als bedoeld in het tweede lid vertrouwelijk te behandelen.
8. Ongeacht het bepaalde in de vorige leden stelt de Examencommissie - alvorens
tot een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) over te gaan - de student in de
gelegenheid om door of namens de Examencommissie te worden gehoord.
Artikel 5
Gevolgen bindend studieadvies met afwijzing (BSA)
1. Degene die een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) heeft ontvangen, kan
zich gedurende minimaal één jaar niet meer aan de instelling voor dezelfde
opleiding als student of extraneus worden ingeschreven. Na deze periode moet bij
een hernieuwde inschrijving ten genoege van de Examencommissie van de
opleiding aannemelijk gemaakt worden dat de opleiding met vrucht zal kunnen
volgen.
2. Indien de student een Bindend studieadvies met afwijzing (BSA) ontvangt, wordt
de inschrijving beëindigd door het College van Bestuur conform de geldende
35
uitschrijfprocedure in hoofdstuk 2 van het Studentenstatuut.
3. De Examencommissie is bevoegd in bepaalde gevallen tegemoet te komen aan
onbillijkheden van overwegende aard, die zich bij toepassing van het verstrekken
van een Bindend studieadvies met afwijzing (BSA) mochten voordoen.
Artikel 6
Doorstroom van propedeutische naar postpropedeutische fase
1. Aan het einde van het eerste opleidingsjaar stelt de Examencommissie vast welke
studenten kunnen doorstromen van de propedeutische fase naar de
postpropedeutische fase. De volgende categorieën studenten zijn toelaatbaar:
a. studenten die het propedeutisch examen hebben behaald;
b. studenten die ten minste 51 studiepunten hebben behaald in de propedeutische
fase en niet om andere redenen een bindend studieadvies met afwijzing (BSA)
hebben gekregen.
2. De student die 51 of meer maar minder dan 60 studiepunten van de
propedeutische fase heeft behaald, dient in overleg met de studieloopbaancoach
een studieplan op te stellen primair gericht op het inlopen van de achterstand in
de propedeuse. In dit studie-plan wordt vastgelegd tot welke onderwijseenheden
van de postpropedeutische fase de student toegang heeft.
3. De student die 51 of meer maar minder dan 60 studiepunten van de
propedeutische fase heeft behaald, dient eerst te overleggen met de
studieloopbaancoach maar heeft daarna rechtstreeks toegang tot alle
onderwijseenheden van de postpropedeutische fase.
4. Bij de uitwerking van de beide vorige leden wordt er rekening mee gehouden dat
het de student niet is toegestaan deel te nemen aan een onderwijseenheid uit de
postpropedeutische fase die een rechtstreekse voortzetting vormt van een
onderwijseenheid uit de propedeuse die hij nog niet heeft behaald. Ook wordt
rekening gehouden met de bepalingen van hoofdstuk 5, artikel 2 over de volgorde
waarin toetsen en of tentamens kunnen worden afgelegd.
5. Aan het volgen van onderwijs uit zowel de propedeutische fase als de
postpropedeutische fase kan de student geen rechten ontlenen ten aanzien van de
wijze van inroostering. Het is dus mogelijk dat dergelijke onderwijsactiviteiten
gelijktijdig gegeven worden.
Artikel 7
Verwijzing in de postpropedeutische fase
1. Studenten van de opleiding hebben toegang tot alle afstudeerrichtingen
beschreven in hoofdstuk 3, artikel 2.
2. De Examencommissie baseert haar beslissing op:
a.
b.
de studieresultaten van de student: Nadere eisen invullen
en/of in hoeverre het door de student gevolgde studieprogramma voldoende
aansluit op de door de student gewenste afstudeerrichting: Nadere eisen
invullen.
3. De Examencommissie stelt de student in de gelegenheid te worden gehoord
alvorens tot een beslissing over te gaan. Bij de beslissing houdt de
Examencommissie rekening met de persoonlijke omstandigheden van de student.
36
Artikel 8
Rechtsbescherming
1. De student die het oneens is met het verstrekte studieadvies kan daar tegen
bezwaar maken bij de Examencommissie van de opleiding.
2. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de Examencommissie
op het ingediende bezwaar in beroep te gaan bij het College van Beroep voor de
Examens (COBEX).
3. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de COBEX in beroep te
gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag.
4. De consequentie van een bezwaar- en beroepsprocedure betreffende een bindend
studieadvies met afwijzing (BSA) is dat zolang de student nog geen onherroepelijk
uitspraak heeft ontvangen vóór de start van het onderwijs op 1 september, zich
niet kan herinschrijven.
37
7
Examencommissie
WHW:
7.10,7.11,7.12,7.12b, 7.12c, 7.13, 7.28, 7.30, 7.42a, 7.61
Artikel 1
Instelling en samenstelling Examencommissie
1. Elke opleiding of groep van opleidingen heeft een Examencommissie. De
Examencommissie is het orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt
of een student voldoet aan de voorwaarden die deze regeling stelt ten aanzien
van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een
graad als bedoeld in artikel 2 van Hoofdstuk 4 van deze OER. De samenstelling,
werkwijze, taken en bevoegdheden van de Examencommissie zijn uitgewerkt in
het Reglement Examencommissies van de Stenden Hogeschool.
38
8
Slot- en invoeringsbepalingen
WHW:
10.20
Artikel 1
Hardheidsclausule
1. De examencommissie is bevoegd in bepaalde gevallen tegemoet te komen aan
onbillijkheden van overwegende aard, die zich bij toepassing van deze OER
mochten voordoen.
Artikel 2
Onvoorziene omstandigheden
1. In gevallen waarin deze OER niet voorziet en waaromtrent een onmiddellijke
beslissing noodzakelijk is, beslist de examencommissie op basis van redelijkheid
en billijkheid.
Artikel 3
Bekendmaking van de regeling
1. De Head of School draagt zorg voor een passende en tijdige bekendmaking van
deze onderwijs- en examenregeling.
Artikel 4
Citeertitel, inwerkingtreding
1. Deze Onderwijs- en examenregeling wordt, gehoord de centrale
medezeggenschapsraad conform artikel 10.20 WHW, vastgesteld door het College
van Bestuur, vervangt de eerder voor de opleiding geldende Onderwijs- en
examenregeling en kan worden aangehaald als Onderwijs- en examenregeling
opleiding Bedrijfseconomie voltijd, crohonummer 34401 en treedt in werking
op 1 september 2014.
39
Bijlage A
Competenties van de opleiding
Na voltooiing van de opleiding moet de student als beroepsbeoefenaar
zelfstandig en met kritische instelling kunnen werken en beschikt de student
over de volgende competenties op hbo-niveau:
Bijlage B
Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum
van de opleiding voor de propedeutische fase:
Bijlage C
Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum
voor de post-propedeutische fase:
Bijlage D
Bijlage E
Bijlage F
Jaartoetsrooster
Vrijstellingenbeleid
Literatuurlijst
40
Bijlage A
Competenties van de opleiding
Na voltooiing van de opleiding moet de student als beroepsbeoefenaar zelfstandig en met kritische
instelling kunnen werken en beschikt de student over de volgende competenties op hbo-niveau:
DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen
voor het besturen van organisaties.
BoKs
Planning and control cyclus
Financiële administratie o.a. boekhoudcyclus
Kostentoerekening
Financiële informatie systemen
DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie.
BoKs
Grondslagen en inrichting AO
Kwaliteitszorg en kwaliteitsbeheersing
Verandermanagement/organisatie van mensen, structureren en processen
Betrouwbaarheid van de informatie
DC 3. Bepalen en beheersen van financieel-economische en fiscale
risico’s.
BoKs
Werkkapitaal beheer
Risico management
Belastingrecht
Transfer pricing
DC 4. Bepalen en verstrekken van financieel-economische en fiscale informatie voor
besluitvorming.
BoKs
Marketing
Kostencalculaties/budgetteren en verschilanalyse
Ondernemingsrecht
Algemene economie
DC 5. Verstrekken van informatie t.b.v. externe belanghebbenden.
BoKs
Externe verslaglegging/ IFRS
Inversterings- en waarderingsvraagstukken
Corporate Governance
DC 6. Geven van adviezen en verlenen van diensten op financieel-economisch en fiscaal
terrein aan belanghebbenden.
BoKs
Financiering particulier
Ondernemingsfinanciering
Fusies en overnames
Efficiënte en effectiviteit van de bedrijfsvoering
DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie):
• samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de
organisatie, waaruit eisen voortvloeien die betrekking hebben op de volgende kenmerken:
multidisci- plinariteit en interdisciplinariteit, klantgerichtheid, collegialiteit, leidinggeven
(het sociale deel van de competentie);
• communiceren intern op alle niveaus, effectief en in de gangbare bedrijfstaal, veelal in
het Nederlands en/of Engels; in termen van beroepstaken omvat dat zaken als het
opstellen en schrijven van plannen en notities, informeren, overleg voeren, draagvlak
creëren, stimuleren, motiveren, overtuigen, verwoorden van besluiten.
DC 8. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional):
• sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht
werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit;
• nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op
be-trokkenheid en kritische zelfbeoordeling;
41
• ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatief-culturele aspecten,
respect voor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel
handelen;
• leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche, publicaties,
bijdra- gen aan congressen, enzovoort.
Dublin Descriptoren (DD)
DD1: Kennis en inzicht
DD2: Toepassen kennis en inzicht
DD3: Oordeelsvorming
DD4: Communicatie
DD5: Leervaardigheden
Niveau van toetsen
N1: Weten
N2: Inzien
N3: Toepassen
N4: Integreren
42
Bijlage B
Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum van
de opleiding voor de propedeutische fase:
Propedeuse, vanaf Cohort 2012
Periode Vak
Code
Naam
EC
Toetsing
1.1 De organisatie
1 DECBEBA
D.Bedrijfseconomie en -administratie
3
S/O/M
2 DECMAN1
OD. Management 1
.
P
Project- en informatie management
r
o
O.Recht
1
j
e
I.De organisatie (Bedrijfsprocessen)
c
t
-
3
S/O/M
3
S/O/M
3
S/O/M
3
S/O/M
G.Schriftelijke communicatie 1
e
n
D.Marketing
3
S/O/M
3
S/O/M
3
S/O/M
3
S/O/M
3 OBEPM
4 OBERE1
5 OBEBP1
1.2 De omgeving
1 GSC01
2 OBEMAR
I
D.Bedrijfseconomie
2
n
f
O.Operationeel
Management
o
r
I.De
m groei
a
t
i
e
G.Onderzoek
1
m
a
G.Mondelinge communicatie 1
n
a
O.Administratieve Organisatie 1
g
e
O.Bedrijfsadministratie 1
m
e
I.De
interne beheersing
n
t
3
S/O/M
3
S/O/M
3
S/O/M
3
S/O/M
3
S/O/M
3
S/O/M
1 GSLB1
G.SLB/ZM 1
3
S/O/M
2 DECRE
O. Algemene Economie
3
S/O/M
3 DECBE3
D.Bedrijfseconomie 3
3
S/O/M
4 OBERE2
O.Recht 2
3
S/O/M
5 OECOP
I.Ondernemingsplan
3
S/O/M
3 DECBE2
4 OBEOM
5 OBEDG
1.3 De bedrijfsvoering
1 OBEOZ1
2 GMOCO1
3 OBEAO1
4 OBEBA1
5 OBEDIB
1.4 De onderneming
Totaal
60
43
NB: S = Schriftelijke tentamen, O = Opdracht, M = Mondeling/ presemntatie.
Leganda kleuren.
G. Generieke bouwsteen met generieke
competenties
D. Domein Economie gerelateerde bouwsteen
O. Bouwsteen van opleiding Logistiek en Economie
I. Integratieve bouwsteen
Het volgende onderdeel moet als onderdeel van het Bindende studieadvies in het eerste jaar met een
voldoende worden afgerond:
codes
eenheid
DECBEBA
Bedrijfseconomie en
Bedrijfsadministratie
Daarnaast dient één van de volgende onderdelen in het eerste jaar met een voldoende worden
afgerond:
codes
eenheid
DECBE2
Bedrijfseconomie 2
DECBE3
Bedrijfseconomie 3
Contacturentabel 1e jaar.
Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
Jaar 1
Contacturen = 16
Contacturen = 16
Contacturen = 16
Contacturen = 16
Klokuren = 12
Klokuren = 12
Klokuren = 12
Klokuren = 12
Tabel. Contacturen propedeusejaar Voltijdse opleiding Bedrijfseconomie, Bachelor.
44
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
BE jaar 1
DECBEBA
Inleiding Bedrijfseconomie- en administratie
3 EC (84 uur studiebelasting)
1.1.1
9 weken
geen
nederlands
Korte beschrijving van de inhoud
Basiskennis van bedrijfseconomie en bedrijfsadministratie
Kennis en vaardigheden
Inzicht hebben in de samenstelling van een jaarrekening
Het analyseren en interpreteren van een jaarrekening
Het verwerken van financiële gegevens in de boekhouding
Werkvormen
Werkcolleges (2 x 2 lesuren per week)
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
een jaarrekening te lezen, te
Toets
analyseren en te interpreteren
financiële gegevens te
Toets
verwerken in de boekhouding
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van
(geautomatiseerde) informatiesystemen voor
het bestu- ren van organisaties.
Werkvorm(en)
WC
Hulpmiddelen
Rekenmachine
WC
Rekenmachine
Niveau van toetsing:
N2: Inzien
BoKs
Financiële administratie o.a. boekhoudcyclus
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Basisboek Bedrijfseconomie, De Boer, Brouwers, Koetzier
Basisboek Bedrijfseconomie, opgaven, De Boer, Brouwers,
Koetzier
Introductie bedrijfsadministratie, Klerks
ISBN
978-90-01-79788-1
978-90-01-79776-8
978-90-01-70998-3
45
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
DECMAN1
Management 1
3 EC, 84 uur studiebelasting
1.1.3
1 periode
MBO/HAVO
Nederland en Engels
Korte beschrijving van de inhoud
In de bouwsteen Management 1 maak je kennis met de beginselen van Management en
Organisatiekunde en is een voorbereiding op Management 2. Deze bouwsteen geeft je inzicht in de
aansturing van organisaties en worden de kenmerken van organisaties behandeld. De onderwerpen
die binnen deze bouwsteen Organisatie en Management aan de orde komen zijn:
De geschiedenis en denkrichtingen van Organisatie & Management
De relatie met de omgeving
Management
Besluitvorming
Besturing
Structurering
Cultuur
Werkvormen
DECMAN 1 kent drie werkvormen: Een viertal hoorcolleges, zeven werkcolleges en een achttal
PGO-bijeenkomsten. Tijdens de hoorcolleges worden de verschillende onderwerpen uit de literatuur
ingeleid. Tijdens de werkcolleges worden opdrachten en cases besproken. Tijdens de PGO- taken
werken studenten aan taken die gericht is op het tot stand brengen van een koppeling tussen de
theorie en de beroepspraktijk. Voor de uitwerkingen van werkcolleges en PGO-taken moet een
minimale score worden gehaald, alvorens studenten worden toegelaten tot het tentamen.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
de denkrichtingen en
Tentamen=S
ontwikkelingen uit de op het
gebied van organisatie en
management weergeven, de
invloeden vanuit de omgeving op
een organisatie uiteenzetten, de
besluitvormingsproblematiek in
organisatie weergeven en
verschillende
besluitvormingsprocessen
typeren en bepalen
de belangrijkste
Tentamen=S
managementtaken en
leiderschapsstijlen typeren en
bepalen, de
besturingsproblematiek in
organisatie weergeven, de
verschillende bedrijfsprocessen
benoemen en bepalen, de
structuur van een organisatie
typeren en modelleren, het
effectiviteits streven van
organisaties beschrijven en de
cultuur van een organisatie
beschrijven en bepalen
WC=71%
Cesuur
PGO=55%
Tentamen=55%
Werkvorm(en)
WC=M
Hulpmiddelen
WC=alle
Tentamen=
Geen
PGO=M
WC=M
WC=alle
PGO=alle
Tentamen= geen
46
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de
administratieve organisatie.
BoKs
Organisatie van mensen, structureren en
processen
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Een praktijkgerichte benadering van Organisatie en Management, Nick
van Dam en Jos Marcus (Nederlands editie). Voor DECMAN1 gaat het om
de hoofdstukken 1, 2, 6 t/m 6.3.3, 7 t/m 7.4, 8 t/m8.2, 9 t/m 9.4 en 10
t/m 10.3
ISBN
47
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OBEPM
Project- en Informatiemanagement
3 EC (84 uur studiebelasting)
1.1.2
9 weken
Geen
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud
Projectmanagement
De samenleving verandert voortdurend. Organisaties moeten hierop telkens reageren en erop
vooruitlopen. Om veranderingen door te voeren, wordt vaak een projectmatige aanpak gekozen.
Projectmanagement is hierdoor een ‘must’ geworden. Belangrijke vragen zijn: Wat is een project?
Wanneer kiest men voor een projectmatige aanpak? Hoe is een project aan te pakken?
Om studenten in het hoger en wetenschappelijk onderwijs te trainen, werken zij steeds meer
samen in projectverband. Voordat een project begint, is veel tijd nodig om eenzelfde manier van
werken af te spreken. Indien men zich deze tijd niet gunt, zullen projectmedewerkers behoorlijk
langs elkaar heen kunnen werken, met een voorspelbaar slecht projectresultaat.
Informatiemanagement
Het kunnen werken met Excel en het ontwikkelen van Excelsheets voor een economisch onderwerp.
Kennis en vaardigheden
Samenwerken in een projectgroep
Maken Plan van aanpak (beroepsproduct)
Maken Excelmodel economische situatie
Werkvormen
Projectmanagement
5 x Introductiecolleges Projectmanagement
Maken wekelijkse opdrachten in werkgroep
Opdracht: maken Plan van Aanpak op basis van een Case
Informatiemanagement
6 x Computerpracticum MS Excel
Maken spreadsheetopdrachten
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Collegeaanwezigheid 80%
Presentie
Maken concept plan van
Mondeling
aanpak
Maken definitief plan van
Schriftelijk
aanpak
Maken Excelmodel
Mondelinge toets
economische situatie
55%
Cesuur
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de
administratieve organisatie.
BoKs
Kwaliteitszorg en kwaliteitsbeheersing
DC 3. Bepalen en beheersen van financieeleconomische en fiscale
risico’s.
BoKs
Risico management
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
HC/WC
HC/WC
Checklist met
criteria
HC/WC
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
N3: Toepassen
48
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Projectmanagement
Werken met Excel
ISBN
978-90-01-79092-9
Stendenpublicatie
(BlackBoard)
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
www.projectmanagement.noordhoff.nl
www.gratiscursus.be
49
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Studiejaar:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OBERE1
Recht
3 EC (84 uur studielast)
1
1
9 weken
Geen speciale vereisten
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud:
In deze bouwsteen krijg je een algemene inleiding in het publiekrecht, zoals dat van belang is voor
studenten die na hun afstuderen werkzaam zullen zijn in economische beroepen of een
economische master-opleiding willen volgen. De bouwsteen vormt een basis voor andere
bouwstenen die raken aan juridische aspecten. Na een kennismaking met de bronnen van het recht
en de rechtsgebieden, verdiepen we ons kort in het internationaal recht (met inbegrip van het recht
van de Europese Unie), het staatsrecht, de rechtsstaat en de rechten van de mens. Vervolgens
gaan we wat dieper in op het bestuursrecht – een rechtsgebied waarmee ondernemers veelvuldig
te maken krijgen. Het laatste deel van deze bouwsteen laat je kennis maken met een voor
bedrijfseconomen belangrijk deel van het recht, namelijk het belastingrecht.
Werkvormen
Colleges, werkgroepen, zelfstudie, individuele opdrachten.
Competenties en wijze van toetsing:
Competenties en BOKS:
HEO-standaard
Business Law and Ethics
Niveau van
toetsing:
Wijze van
toetsing:
Niveau 12
Schriftelijk
Belangrijkste doelstelling(en) inclusief niveau aanduiding zoals in de matrix is opgenomen en wijze van
toetsing en de toegestane hulpmiddelen:
Doelstelling:
Wijze van
Toegestane
toetsing:
hulpmiddel
en
De student heeft kennis van en inzicht in de ‘rechtsbronnen’ en de
Schriftelijk
Wettenbelangrijkste rechtsgebieden.
bundel
Internationaal recht: De student heeft kennis van en inzicht in enige
Schriftelijk
Wettenbasisbegrippen en basisregels op het gebied van het ‘internationaal
bundel
recht’, inclusief het recht van de Europese Unie in het bijzonder. De
student heeft kennis van en inzicht in de rol van het EU-recht binnen de
Nederlandse rechtsorde en het belang daarvan voor ondernemers.
Staatsrecht: De student heeft kennis van en inzicht in de begrippen
Schriftelijk
Wetten‘staatsrecht’, ‘rechtsstaat’ (inclusief daarmee samenhangende
bundel
begrippen), ‘grondrechten’ en het belang daarvan voor ondernemers en
burgers.
Bestuursrecht: De student heeft kennis van en inzicht in: enige
Schriftelijk
Wettenbasisbegrippen en rechtsbronnen van het bestuursrecht, criteria aan de
bundel
hand waarvan de bestuursrechter het bestuurshandelen toetst, en het
belang van he bestuursrecht voor ondernemers. Aan de hand van de
Awb kan de student in eenvoudige situaties vaststellen of bezwaar en
beroep mogelijk is.
Belastingrecht: De student heeft kennis van en inzicht in de plaats van
Schriftelijk
Wettenhet belastingrecht in de Nederlandse rechtsorde, de (Nederlandse en
bundel
internationale) rechtsbronnen van het belastingrecht, de soorten
belastingen die er zijn, de beleidsbeginselen die aan het belastingrecht
ten grondslag liggen, en welke partijen binnen het belastingrecht een
2
Volgens Landelijk Opleidingsprofiel BBA-Bedrijfseconomie, 2013
50
rol spelen.
Cesuur3
55%
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Wetteksten hoger onderwijs 2014-2015
ISBN
9789001834074
Van der Roest, Basisboek Recht
9789001842772
Aanbevolen literatuur
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
http://wetten.overheid.nl
http://europa.eu/eu-law/index_nl.htm
Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt
(aanbevolen/verplicht)
Bouwsteenboek
3
Indien deze bouwsteen in combinatie met andere bouwstenen in 1 eindtentamen wordt getoetst, dient het
onderdeel Recht van die toets met een voldoende te worden afgesloten.
51
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OBEBP1
De Organisatie (Bedrijfsprocessen 1)
84 sbu
1.1.5
8 weken
1e jaar periode 1 + 2 afgerond
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud
De bouwsteen die je nu gaat volgen is een andere dan de overige bouwstenen binnen
deze periode dit is namelijk een integratieve bouwsteen. Het is de bedoeling dat je alle
kennis en vaardigheden die je opdoet bij de bouwstenen Inleiding Logistiek, Management
I, Marketing I en Bedrijfseconomie I geïntegreerd gaat toepassen bij de bouwsteen De
Organisatie.
Werkvormen
Begeleide tutorgroepen
Onbegeleidt opdrachten uitwerken in subgroepen
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
De student kan processen
Schriftelijk
binnen een organisatie
herkennen en benoemen.
De student kan van
Werkvorm(en)
PGO
Hulpmiddelen
Nvt
Schriftelijk
PGO
Nvt
Schriftelijk
PGO
Nvt
Schriftelijk
PGO
Nvt
Schriftelijk
PGO
Nvt
Schriftelijk
PGO
Nvt
verschillende
samenwerkingsvormen tussen
bedrijven de voor- en nadelen
benoemen en aangeven welke
vorm wanneer het meest zinvol
is.
De student kan signalen in de
omgeving van een bedrijf
herkennen en aangeven hoe
deze signalen kunnen leiden
tot veranderingen in de
organisatie.
De student kan een
jaarrekening analyseren en
interpreteren.
De student kan de invloed van
klanten op bedrijfsprocessen
benoemen en interpreteren
De student draagt bij aan een
positieve werksfeer en
respecteert en maakt gebruik
van de bijdragen van anderen.
52
Bouwsteendoelstellingen:
De student verzamelt
Toetsvorm(en)
Schriftelijk
Werkvorm(en)
PGO
Hulpmiddelen
Nvt
informatie, ontleedt een
probleem, situatie of proces in
componenten en begrijpt de
herkomst en samenhang
hiervan.
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de
administratieve organisatie.
BoKs
Verandermanagement/organisatie van mensen,
structureren en processen
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
ISBN
53
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Soort bouwsteen:
Aantal credits:
Opleiding
Periode:
Duur:
Instapniveau:
(min. competentieniveau)
Taal bouwsteen:
GSC01
Schriftelijke communicatie 1
Generiek
3 EC
BE/CE/IBL/L&E
1.2.1
9 weken
Beginniveau HBO
Nederlands/Engels
Korte beschrijving van de inhoud
De Stenden opleidingen richten zich op 4 sectoren (Economie, Techniek, Sociaal Agogisch en
Onderwijs), waarin schriftelijke communicatie altijd een rol speelt. Ook in de opleidingen wordt veel
schriftelijk gecommuniceerd, waarbij de studenten hun studieresultaten, kennis, vaardigheden en
ontwikkeling schriftelijk moeten vastleggen.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
De student gebruikt
Productenmap/
bouwplannen voor zijn
Actieve participatie
schriftelijke communicatie
De student gebruikt de
Productenmap/
passende structuur bij doel en
Actieve participatie
doelgroep.
De student gebruikt de
Productenmap/
passende stijl bij doel en
Actieve participatie
doelgroep.
De student argumenteert
Actieve participatie
volgens de methode van
Toulmin.
De student vat informatie
Productenmap/
samen.
Actieve participatie
De student schrijft in de fases:
Productenmap
bouwplan, eerste opzet,
herschrijven, vorm geven.
De student vermeldt op de APA Productenmap
manier zijn bronnen in zijn
schriftelijke communicatie.
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 7. Sociale en communicatieve competentie
(interpersoonlijk, organisatie)
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Veelal websites
Werkvorm(en)
HC/PGO
Hulpmiddelen
Nvt
PGO
Nvt
PGO
Nvt
PGO
Nvt
PGO
Nvt
PGO
Nvt
PGO
Nvt
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
ISBN
54
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
DECBE2
Bedrijfseconomie 2
3 ECTS
1.2.2
9 weken
DECBEBA
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud
In deze bouwsteen leer je wat kosten zijn en verschillende manieren om kostprijzen te berekenen,
afhankelijk van de situatie in een bedrijf.
Kennis en vaardigheden
Het kunnen berekenen van het break-even punt. Het kunnen berekenen van kostprijzen. Het
kunnen analyseren van verschillen tussen de gebudgetteerde en werkelijke kosten.
Werkvormen
Werkcolleges
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Het kunnen berekenen van het
schriftelijk
break-even punt
Het kunnen berekenen van
schriftelijk
kostprijzen
Het kunnen analyseren van
schriftelijk
verschillen tussen de
gebudgetteerde en werkelijke
kosten
55%
Cesuur
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor
besluitvorming.
BoKs
Kostencalculaties/budgetteren en
verschilanalyse
Werkvorm(en)
WC
Hulpmiddelen
Rekenmachine
WC
Rekenmachine
WC
Rekenmachine
Niveau van toetsing:
N2: Inzien
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Basisboek Bedrijfseconomie, negende druk, De Boer, Brouwers, Koetzoer
Basisboek Bedrijfseconomie, oopgaven negende druk, De Boer, Brouwers,
Koetzoer
ISBN
978-90-01-79788-1
978-90-01-79776-8
55
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OBEOM
Operational Management
3 EC (84 uur studiebelasting)
1.2.3
9 weken
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud:
In het dagelijks leven speel je, als consument, een rol binnen een keten van organisaties welke jou
een dienst of een product aanbieden. Deze producten en/of diensten worden voortgebracht door
mensen binnen die organisaties.
In deze periode en deze bouwsteen zul je kennismaken met de theorie en achtergronden welke
nodig zijn om operationele processen in de verschillende omgevingen goed te kunnen inrichten en
beheersen.
Werkvormen
Werkcollege’s
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
De student toont aan dat hij de S
invloed van de andere schakels
in de keten op de eigen
bedrijfsorganisatie kan
analyseren.
De student toont aan dat hij in
S
staat is een eenvoudig
(productie)proces te besturen.
De student toont aan dat hij
S
het softwarepakket Excel
beheerst.
De student toont aan dat hij in
S
staat is een materiaal
uitgifteplan op te stellen.
De student toont aan dat hij
S
inzicht heeft in de
planningshierarchie van een
organisatie.
De student toont aan dat hij
S
eenvoudige
capaciteitsberekeningen kan
maken.
De student toont aan dat hij hij S
een eenvoudige layout van een
productieproces kan ontwerpen
De student toont aan dat hij hij S
een eenvoudige layout van een
productiebedrijf kan ontwerpen
55%
Cesuur
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en
trends in de externe omgeving en ontwikkelen van
relaties, netwerken en ketens.
BoKs
Theorieën van organisatiewetenschappen
Werkvorm(en)
PGO
Hulpmiddelen
PGO
PGO
PGO
PGO
PGO
PGO
PGO
Niveau van toetsing:
N2: Inzien
N3: Toepassen
56
DC 3. Toepassen van human resource management in
het licht van de strategie van de organisatie.
BoKs
HRM-beleid
Personeelsinstrumenten
DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen.
BoKs
Organisatiekunde
Relatiemanagement
Informatiesystemen
Zorgsystemen
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Operations Management, Jay Heizer and Barry Render, Ninth Edition, Person
education,
ISBN
57
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
DECCE1
Marketing 1
3 EC
1.2.4
1 periode
Geen
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud:
In deze bouwsteen maakt de student kennis met het vakgebied marketing. Wat is marketing, hoe
organiseer je dit, welke vormen zijn er etc.
Vervolgens wordt ingegaan op de omgeving, met welke factoren moet een marketeer rekening
houden (op macro- en microniveau).
Aansluitend wordt er aandacht geschonken aan de doelgroep, op wie wil een bedrijf zich richten.
Hierbij is de eerste stap dat je de totale markt onderverdeelt in kleinere segmenten met
gelijksoortige kenmerken. In deze bouwsteen wordt er ingegaan op hoe je dat effectief kunt doen.
Als de totale markt in kleinere segmenten is verdeeld, kies je voor het marktsegment waar jij je
marketingactiviteiten op wilt gaan afstemmen, hiermee heb je de keuze voor je doelgroep
gemaakt.
Na het identificeren van je doelgroep ga je als bedrijf je positioneren binnen het segment. De
positionering is de plaats die het product, merk of dienst in de ogen van de consument inneemt in
vergelijking met de concurren.
De positionering vormt de basis van de daadwerkelijke marketingactiviteiten.
Werkvormen
Per week is er een hoorcollege (1 lesuur): hierin wordt een toelichting gegeven op de stof die
voor deze week op het programma staat.
Daarnaast is er per week een werkcollege (2 lesuren): hierin worden de opgaven en cases
behandeld behorend bij de stof die voor deze week op het programma staat.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Schriftelijk tentamen
1. De student kan de
met daarin 40 MCmarketingmanagement
vragen en 1 à 2 open
concepten onderscheiden.
vragen in de toets. De
2. De student kent de termen
verdeling over de stof
maatschappelijk
is evenredig. Met de
verantwoordelijkheid en
open vragen wordt
marketingethiek.
vooral toepassing
3. De student kent het
getoetst.
verloop van de
beslissingsprocessen bij
klanten en de
beïnvloedende factoren.
4. De student kent het
perceptieproces van de
klant.
5. De student kent de
verschillen tussen
goederen en diensten.
6. De student heeft inzicht in
het strategisch
marketingmanagementproc
Werkvorm(en)
HC en WC
Hulpmiddelen
Rekenmachine,
worodenboek (D-NL)
58
Bouwsteendoelstellingen:
es, de onderdelen daarvan
en mogelijke hulpmiddelen
daarbij.
7. De student kent de
verschillen tussen
consumenten en zakelijke
klanten en heeft inzicht in
de marketingimplicaties
hiervan.
8. De student kan op basis
van relevante criteria de
markt segmenteren en
segmenten beschrijven.
9. De student kan op basis
van marktsegmentatie een
aantrekkelijke doelgroep
kiezen.
10. De student kan
positioneringstrategieën
formuleren.
11. De student kent het belang
van klantrelaties en
concurrentievoordeel
Toetsvorm(en)
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor
besluitvorming.
BoKs
Marketing
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing:
N2: Inzien
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Boekema, J.J. e.a., Basisboek Marketing, 5 e druk, Noordhoff, Groningen
ISBN
ISBN: 9001092586
Aanbevolen literatuur
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
Basisboekmarketing.noordhoff.nl
Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt
(aanbevolen/verplicht)
59
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Soort bouwsteen:
Aantal credits:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
OBEDG
De Groei
Generiek/ Domein Economie
3 EC (84 uur studiebelasting)
1.2.5
9 weken
Marketing 1 moet gevolgd zijn
Taal bouwsteen:
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud
Consumentengedrag is ingrijpend veranderd en ook de communicatiekanalen ontwikkelen zich in snel
tempo. Internet en e-commerce en andere ontwikkelingen hebben de marketing ingrijpend
gewijzigd.Deze ontwikkelingen hebben ook hun weerslag op het fietsenbedrijf de Vooruitgang die te
kampen heeft met stagnatie in de omzet a.g.v. economische crisis. Daarom wil zij zich gaan
orienteren op het produceren en verkopen van de e-bike. In deze bouwsteen komt de student in de
situatie dat het marketingbeleid voor de e-bike moet worden geanalyseerd en geformuleerd om aan
de steeds veranderende consumentenvraag te blijven voldoen. Daarnaast het maken van
kostprijsberekeningen en het opstellen van een kostenverdeelstaat.
Toetsvorm
Het eindproduct voor deze bouwsteen is een Introductieplan voor een nieuw product als uitbreiding
op het bestaande produktassortiment.
Werkvorm
PGO-taken.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
De student kan het door een
Het opstellen van een
onderneming te voeren
introductieplan voor
productbeleid op elementair
een nieuw product;
niveau ontwikkelen en
verder te noemen: de
beoordelen.
opdracht.
De student kan het door een
opdracht
onderneming te voeren
distributie-beleid op elementair
niveau ontwikkelen en
beoordelen.
De student kan het door een
opdracht
onderneming te voeren
prijsbeleid op elementair
niveau ontwikkelen en
beoordelen.
De student kan het door een
opdracht
onderneming te voeren
promotiebeleid op elementair
niveau ontwikkelen en
beoordelen.
De student kan een integrale
opdracht
kostprijs opstellen.
De student kan een Breakopdracht
Even-analyse uitvoeren.
De student kan een
opdracht
kostenverdeelstaat
opstellen
De student kan een
opdracht
verschillenanalyse maken
55%
Cesuur
Werkvorm(en)
PGO
Hulpmiddelen
PGO
PGO
PGO
PGO
Rekenmachine
PGO
Rekenmachine
PGO
Rekenmachine
PGO
Rekenmachine
60
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor
besluitvorming.
BoKs
Algemene economie
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
Kostencalculaties/budgetteren en
verschilanalyse
Marketing
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Boekema, J.J. e.a., Basisboek Marketing, 5e druk,
Noordhoff, Groningen
Basisboek bedrijfseconomie (is al voorgeschreven bij
DECBE2)
ISBN
ISBN: 9001092586
-
61
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Soort bouwsteen:
Aantal credits:
Opleiding
Periode:
Duur:
Instapniveau:
(min. competentieniveau)
Taal bouwsteen:
GMOCO1
Mondelinge communicatieve vaardigheden 1
Generiek
3 EC
BE/CE/IBL/L&E
1.3.1
9 weken
GLSB1
Nederlands/Engels
Korte beschrijving van de inhoud
In deze bouwsteen gaat het om mondelinge communicatie in groepsverband. Je leert presenteren
en vergaderen. Bij het onderdeel presenteren word je je bewust van de non-verbale aspecten van
communicatie. Je leert hoe je een presentatie voorbereidt en opbouwt en welke hulpmiddelen je
kunt inzetten. Je leert boeiend en overtuigend te zijn. Tenslotte leer je hoe je een presentatie
beoordeeld en opbouwende kritiek geeft. Deze bouwsteen legt een basis voor de verdere duur van
je opleiding en loopbaan en is onderdeel van alle Stenden studies. Ook bij het onderdeel
vergaderen word je je bewust van de non-verbale aspecten van communicatie. Je leert de
spelregels van een vergadering en welke processen in een vergadering binnen een groep spelen. Je
leert een vergadering voorbereiden, leiden en een effectieve bijdrage levert als deelnemer.
Toetsvorm
De vaardigheden tijdens de training getoetst: assessment for learning. Dit deel van de toetsing
wordt gedocumenteerd met een productenmap.
Werkvorm
Hoorcolleges en workshops, Kennis en vaardigheden (uit de BOKS), Niet van toepassing:
bouwsteen is ontwikkeld op basis van dublin descriptor 4: Communicatie “De student is in staat om
informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of
niet-specialisten”
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Participatie /
1) Je weet hoe je moet
peerassessment/
vergaderen, deze voorbereidt,
als voorzitter leidt en hoe je als portfolio
deelnemer actief een goede
bijdrage aan de vergadering
levert.
2) Je kunt een presentatie
Participatie /
houden en deze voorbereiden,
peerassessment/
opbouwen met juiste
portfolio / individuele
ondersteuning (PP), je publiek
en groepspresentatie
boeien, constructieve feedback
op een presentatie kunt geven.
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 7. Sociale en communicatieve competentie
(interpersoonlijk, organisatie)
Werkvorm(en)
WC
Hulpmiddelen
nvt
HC/workshops
nvt
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Gesprekken in organisaties – Y. Gramsbergen-Hoogland, H. van der
Molen, Wolters Noordhoff, 4e druk
Henk T. Van der Molen, and Yvonne Gramsbergen-Hoogland,
Communication in Organizations.Basic Skills and Conversation Models,
Hove UK: Psychology Press 2005.
ISBN
978 90-01-70625-8
978-1-84169-556-3
62
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
http://iwp.cs.utwente.nl/Vaardigheden/6Presenteren/Voormeting/voormeting.html
http://www.learnit.nl/gratiscursus/cursus_presenteren/
http://www.carrieretijger.nl/functioneren/communiceren/mondeling/m
odel len/presentatie
http://www.lichaamstaal.nl/lichaamstaal.html?presentatie.html
63
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
GOZ1
Onderzoek 1
84 uur (3 ECTS)
1.3.2
1 periode
HBO-toelaatbaar
Nederlands of Engels
Korte beschrijving van de inhoud
Professionals dienen in hun beroepsuitoefening beslissingen te nemen die zijn gebaseerd op
degelijke situatie analyse, gefundeerde inschattingen van verwachte effecten van mogelijke
interventies, en valide uitspraken over gerealiseerde resultaten. Zij dienen daartoe op
verantwoorde wijze gebruik te maken van beschikbare onderzoekspublicaties,
onderzoeksopdrachten formuleren en beoordelen, uitvoeren van onderzoek. In deze eerste
bouwsteen leert de student de gehele cyclus van het onderzoeksproces te doorlopen, van
probleemanalyse tot en met de eindrapportage.
Kennis en vaardigheden
De student voert de onderzoeksopdracht in principe zelfstandig (in koppels of in groepen) uit en
wordt daarbij ondersteund middels verschillende didactische werkvormen. Per week wordt een
bepaald gedeelte van onderzoek in het algemeen toegelicht in een hoorcollege en worden bepaalde
technieken doorgenomen in een workshop. Op drie tussentijdse momenten is er een
consultatiecollege waar de student praktische ondersteuning bij de opdracht krijgt aangeboden.
Onderwerp
Introductie
Aanleiding
Afbakening
Onderzoekstypen
Inhoud
Uitleg & toelichting, Onderzoekscyclus
Fasen in onderzoek
Keuze van onderwerp, Informatie verzamelen
Onderzoekspad, Probleemstelling formuleren,
Begrippen, Hypothesen & modellen,
Onderzoeksplan, Ontwerpkeuze
Kwantitatief, Kwalitatief, Keuze voor type
Dataverzamelings
methoden
Van theorie naar praktijk, Enquêtevragen
opstellen, Topics bij interviews, Populatie en
steekproef, Kwaliteit van onderzoek
Conclusie en
discussie
Onderzoeksrapport
Conclusies trekken, Discussie en evaluatie
Opbouw van rapport, Criteria voor inhoud
rapport, APA
Opmerkingen
Kenniscomponenten in
hoorcolleges
Kan in workshop t.b.v.
voorbereiding opdracht
Kenniscomponenten in
hoorcolleges, kan gekoppeld
worden aan opdracht
Overwegend
kenniscomponenten
Overwegend
kenniscomponenten, kan
gekoppeld worden aan
opdracht
Deels kenniscomponenten,
deels practicum
Kenniscomponenten, kan
gekoppeld worden aan
opdracht
Werkvormen
Combinatie hoorcolleges en werkcolleges
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Kan de onderzoekscyclus
Schriftelijke toets
beschrijven
De fasen in een onderzoek
Schriftelijke toets
beschrijven
Een onderzoeksonderwerp
Schriftelijke toets,
afbakenen
opdracht
De aanleiding tot een
Schriftelijke toets,
onderzoek geven
opdracht
Een aantal eenvoudige
Opdracht
zoekacties naar literatuur en
Werkvorm(en)
HC/WC
Hulpmiddelen
Rekenmachine
HC/WC
HC/WC
HC/WC
HC/WC
64
Bouwsteendoelstellingen:
andere bronnen uitvoeren
Uitleggen wat het doel is van
het opzetten van een logboek
Een goede probleem- en
doelstelling formuleren
Indien van toepassing
deelvragen ontwikkelen
Begrippen uit probleem- en
doelstelling omschrijven en
afbakenen
De wijze waarop een model de
verwachte uitkomsten
weergeeft beschrijven
Een beargumenteerde keuze
voor een bepaald
onderzoekstype maken
De onderdelen van een survey
beschrijven
De onderdelen van een
experiment beschrijven
Beschrijven wat een secundaire
analyse is
De werking van een monitor
beschrijven
Een aantal onderzoekstypen
beschrijven (observatie,
interview, literatuuronderzoek,
inhoudsanalyse, gevalsstudie)
Uitleggen op welke wijze de
theoretische opzet van een
onderzoek vertaald kan worden
naar onderzoek in de praktijk
Een deelverzameling
afbakenen ten behoeve van
eigen onderzoek
De bruikbaarheid, validiteit en
betrouwbaarheid van een
onderzoeksontwerp bespreken
Bepalen wat de inhoud van
conclusies, aanbevelingen en
discussie moet zijn
Op de juiste wijze conclusies
trekken op grond van de
resultaten van een
onderzoeksanalyse
In een evaluatie de interne
validiteit van conclusies
beoordelen
Zinvolle (bruikbaar voor
opdrachtgever) aanbevelingen
doen voor verder beleid of
vervolgonderzoek
Een relevante
discussieparagraaf over een
onderzoeksontwerp schrijven
De opzet en structuur van een
goed onderzoeksverslag,
inclusief doelen en
tijdsplanning beschrijven
De criteria waaraan een
wetenschappelijk rapport moet
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Schriftelijke toets
HC/WC
Schriftelijke toets,
opdracht
Schriftelijke toets,
opdracht
Schriftelijke toets,
opdracht
HC/WC
Schriftelijke toets
HC/WC
Schriftelijke toets,
opdracht
HC/WC
Schriftelijke toets
HC/WC
Schriftelijke toets
HC/WC
Schriftelijke toets
HC/WC
Schriftelijke toets
HC/WC
Schriftelijke toets
HC/WC
Schriftelijke toets
HC/WC
Schriftelijke toets,
opdracht
HC/WC
Rekenmachine
Schriftelijke toets,
opdracht
HC/WC
Rekenmachine
Schriftelijke toets,
opdracht
HC/WC
Schriftelijke toets,
opdracht
HC/WC
Schriftelijke toets,
opdracht
HC/WC
Opdracht
HC/WC
Opdracht
HC/WC
Schriftelijke toets
HC/WC
Schriftelijke toets
HC/WC
HC/WC
HC/WC
65
Bouwsteendoelstellingen:
voldoen omschrijven
Op de juiste wijze
literatuurverwijzing en
bronvermelding toepassen
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Opdracht
HC/WC
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de
administratieve organisatie.
BoKs
Betrouwbaarheid van de informatie
DC 7. Sociale en communicatieve competentie
(interpersoonlijk, organisatie)
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
N3: Toepassen
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Verhoeven, N. (2007). Wat is onderzoek? Den Haag: Boom.
Aanbevolen literatuur
Baarda, B.D. & Goede, de, M.P.M. (2006). Basisboek Methoden en
Technieken. Groningen: Wolters-Noordhoff
Broekhoff, M.A. (2007). Deskresearch. Groningen: WoltersNoordhoff
Kooiker, R., Broekhoff, M.A. & Stumpel, H. (2007).
Marktonderzoek. Groningen: Wolters-Noordhoff
ISBN
978-90-473-0001-4
978-90-207-3315-0
978-90-01-70027-0
978-90-01-40029-3
66
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OBEAO1
Administratieve organisatie 1
3 EC (84 uur studiebelasting)
1.3.3
9 weken
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud
De bouwsteen Administratieve Organisatie 1 gaat over de beginselen van de administratieve
organisatie. Het behandelt de volgende onderwerpen:

zoals organisaties en bedrijfsprocessen,

beheersing (control en controle) van organisaties en bedrijfsprocessen,

de principes van administratieve organisatie,

de hoofdlijnen van de administratieve organisatie van primaire en secundaire processen

ontwikkeling op het gebied van administratieve organisatie
Werkvormen
Acht weken vier lesuren waarin theorie en casuïstiek wordt behandeld.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Participatie
Werkvorm(en)
PGO
Weet de student wat een
administratieve organisatie
is;
Meerkeuzevraag en/of
open vraag
Hoorcollege en
behandelen
vragen aan het
eind van ieder
hoofdstuk
Weet de student wat een
interne controle is en wat
een control is;
Meerkeuzevraag en/of
open vraag
Hoorcollege en
behandelen
vragen aan het
eind van ieder
hoofdstuk
Weet de student hoe een
standaard bedrijfsproces
inkoop, voorraad en
verkoop kan worden
gestructureerd;
Meerkeuzevraag en/of
open vraag
Hoorcollege en
behandelen
vragen aan het
eind van ieder
hoofdstuk
Weet de student hoe een
standaard
personeelsproces,
financieel-administratief
proces en IT-proces het
primaire proces
ondersteunt
Weet de student wat het
verschil tussen informatie
en gegevens is;
Meerkeuzevraag en/of
open vraag
Hoorcollege en
behandelen
vragen aan het
eind van ieder
hoofdstuk
Meerkeuzevraag en/of
open vraag
Hoorcollege en
behandelen
vragen aan het
eind van ieder
hoofdstuk
Is de student in staat om
Casus
Casus
Casus
Casus
Hulpmiddelen
op basis van een specifieke
casus een proces te
structureren
Is de student in staat om
67
Bouwsteendoelstellingen:
op basis van een specifieke
casus een organisatie te
structureren
Is de student in staat om
de randvoorwaarden voor
een AO te definieren voor
een specifieke casus
Cesuur
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Casus
Casus
Hulpmiddelen
58% (theorie 60% + casus 40%)
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
C2 Vormgeven, inrichten en toetsen van de
administratieve organisatie
Niveau van toetsing:
Niveau 1
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Beginselen van de administratieve organisatie , M. Paur, e.a.
Enkele nader nog bekend te maken artikelen
ISBN
978001769253
Aanbevolen literatuur
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
Digitaal materiaal wat beschikbaar is bij de uitgever van het boek
68
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OBEBA1
Bedrijfsadministratie 1
3 ECTS
1.3.4
9 weken
DECBEBA (introductie)
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud
Permanentie in de boekhouding, ontvangst en afgifte van goederen en facturen, duurzame
productiemiddelen en voorzieningen.
Kennis en vaardigheden
Het kunnen toepassen van de permanentie op verschillende boekingen
Het kunnen maken van boekingen i.v.m. ontvangst/afgifte van goederen en facturen
Het kunnen maken van boekingen i.v.m. duurzame productiemiddelen en voorzieningen
Werkvormen
Werkcolleges, practica, instructiecolleges
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
afhankelijk van het soort bedrijf,
schriftelijk
verschillende boekingen te maken
van diverse kostensoorten;
boekingen te maken betreffende de
schriftelijk
voorraad bij hantering van
verschillende
voorraadwaarderingssystemen
boekingen te maken betreffende de
schriftelijk
oprichting en winstverdeling van een
VOF, BV of NV
55%
Cesuur
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van
(geautomatiseerde) informatiesystemen voor
het besturen van organisaties.
BoKs
Financiële administratie o.a. boekhoudcyclus
Werkvorm(en)
WC
Hulpmiddelen
Rekenmachine
WC
Rekenmachine
WC
Rekenmachine
Niveau van toetsing:
N2: Inzien
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Boekhouden Geboekstaafd deel 1, Fuchs en van Vlimmeren, 10e druk
Boekhouden Geboekstaafd deel 1, opgavenboek, Fuchs en van Vlimmeren,
10e druk
ISBN
9001410065
9001410049
69
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OBEDIB
De interne beheersing
84 sbu
1.3.5
8 weken
1e jaar periode 1 + 2 afgerond
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud
Het verwerken van diverse boekingen in een geautomatiseerd boekhoudpakket, waarbij het
resultaat dient te worden geanalyseerd gezamenlijk met en vanuit de onderliggende AO
processen.
Kennis en vaardigheden
De bouwstenen DECBEBA1 en DECBE2 zijn afgerond.
NB. Er kan een wijziging komen in de gekozen software vanuit de actualiteit!
Werkvormen
Begeleide tutorgroepen
Onbegeleidt opdrachten uitwerken in subgroepen
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Het verwerken van diverse
Schriftelijk middels
boekingen in Exact Online
weekopdrachten
en eindrapport
Het opstellen van een
eindbalans en
resultatenrekening
Knelpuntsanalyse per
deelproces van de organisatie
uitvoeren
Administratieve processen
analyseren/beoordelen
Cesuur
Werkvorm(en)
PGO
Hulpmiddelen
PGO
PGO
PGO
55%
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van
(geautomatiseerde) informatiesystemen voor
het besturen van organisaties.
BoKs
Financiële administratie o.a. boekhoudcyclus
Financiële informatie systemen
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de
administratieve organisatie.
BoKs
Grondslagen en inrichting AO
Kwaliteitszorg en kwaliteitsbeheersing
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Basisboek bedrijfseconomie
Boekhouden Geboekstaafd deel 1, Fuchs en van Vlimmeren, 10e druk
Beginselen van de administratieve organisatie , M. Paur, e.a.
ISBN
9789001702427
9001410065
978001769253
70
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Studiejaar:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
GSLB1
SLB1 Studieloopbaanbegeleiding 1
3 EC (84 studieuren)
BE1, LE1, CE1, ILM1, IBL1
1.4.1
Gehele eerste jaar
Studenten die voldoen aan de toelatingseisen voor de studie
Nederlands en Engels
Korte beschrijving van de inhoud
De bouwsteen studieloopbaanbegeleiding 1 bestaat uit 2 onderdelen, te weten
“Studieloopbaanvaardigheden” (SLV) en “Studieloopbaancoaching” (SLC).
 Wie ben ik? , Wat kan ik al?, Waar pas ik? , Wat wil ik worden?, Wat moet ik nog doen?
Onderstaande verplichte onderdelen ondersteunen je gedurende het hele studiejaar in het vinden
van een antwoord op deze vragen.
Voor SLB1 gelden de volgende verplichte onderdelen:
 Startweek, Startgesprek (periode 1), Werkveldoriëntatie activiteiten en stageterugkomdag,
Portfolio met uitwerkingen van de opdrachten SLV en bewijsstukken van de activiteiten,
Eindgesprek met studiecoach waarin de student zijn ontwikkeling toelicht aan de hand van
SMART geformuleerde concrete doelen.
Kennis en vaardigheden
Informatievaardigheden, APA normen
Studievaardigheden, studeren in het HBO, leren leren in het competentieonderwijs
Studiehouding, studieplanning, motivatie, leerstijlen
Reflecteren, feedback geven/ ontvangen, opstellen POP, leerdoelen SMART formuleren
Werkvormen
SLV werkcolleges in periode 1, 3 en 4
SLC klassikale coachingsuren in periode 1,2,3 en4
SLC individuele coachingsgesprekken in periode 1,2,3 en 4
Doelstellingen en wijze van toetsing
Bouwsteendoelstellingen:
Je vergroot je zelfinzicht door het
maken van testen en opdrachten
en daarop te reflecteren.
Daarnaast zul je vaardigheden
leren die jou in staat stellen in de
toekomst adequater naar je zelf te
kijken, waarmee je nog beter
sturing aan je persoonlijke
ontwikkeling kunt geven.
Studievaardigheden komen ook
aan bod. Na het succesvol
afronden van deze bouwsteen:
heb je zicht op het curriculum,
weet je welke informatie je nodig
hebt, kan je deze opsporen,
evalueren en verwerken tot een
concreet product. Je leert je eigen
leerstijl ontwikkelen en je bent in
staat deze waar nodig bij te
stellen. Je hebt inzicht in de
functie en mogelijkheden van
studieloopbaancoaching, je kunt
vijf studieloopbaancompetenties
benoemen en toepassen op een
niveau dat past bij jouw
ontwikkelingsfase. Je kunt een
en werkvorm
Toetsvorm(en)
Opdrachten/
portfolio/
eindgesprek
Werkvorm(en)
WC
Hulpmiddelen
71
Bouwsteendoelstellingen:
portfolio samenstellen dat de
gestelde eisen inzake de
bewijslast van jouw opleiding. Je
bent je bewust van de waarde van
zelfreflectie en kan je hiervoor
passende instrumenten kiezen en
toepassen. Aan de hand van jouw
portfolio kun je op zowel inhoudals procesniveau reflecteren op
jouw eigen ontwikkelproces.
Toetsvorm(en)
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 8. Zelfsturende competentie
(intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of
professional)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing:
N2: Inzien
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Dankers-Van der Spek, M.(2010), Studieloopbaanontwikkeling,
Beroepsgeschikt, Amsterdam, 2e druk, Pearson Education Benelux
ISBN
978-90-430-1807-4
72
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
DECBE3
Bedrijfseconomie 3
3 ECTS
1.4.2
9 weken
DECBEBA
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud
In deze bouwsteen leer je allerlei begrotingen te maken die nodig zijn in een ondernemingsplan of
als ondersteuning voor bepaalde managementbeslissingen
Kennis en vaardigheden
Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het
besturen van organisaties.
Bepalen en verstrekken van financieel-economische en fiscale informatie voor de besluitvorming.
Verstrekken van informatie t.b.v. externe belanghebbenden.
Werkvormen
Werkcolleges
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
verschillende financiële
schriftelijk
overzichten te maken;
investeringsprojecten te
schriftelijk
beoordelen;
werkkapitaal te beheren.
schriftelijk
55%
Cesuur
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 5. Verstrekken van informatie t.b.v. externe
belanghebbenden.
BoKs
Externe verslaglegging/ IFRS
DC 6. Geven van adviezen en verlenen van
diensten op financieel-economisch en fiscaal
terrein aan belanghebbenden.
BoKs
Ondernemingsfinanciering
Werkvorm(en)
WC
Hulpmiddelen
Rekenmachina
WC
Rekenmachine
WC
Rekenmachine
Niveau van toetsing:
N2: Inzien
N2: Inzien
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Basisboek Bedrijfseconomie, negende druk, De Boer, Brouwers, Koetzoer
Basisboek Bedrijfseconomie, opgaven negende druk, De Boer, Brouwers,
Koetzoer
ISBN
978-90-01-79788-1
978-90-01-79776-8
73
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
DECAE
Algemene economie
3 EC
1.4.3
1 moduul : 9 weeks lessons
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud
The microeconomic principles, theories and methods of analysis form a part of it in order to prepare
them to use this knowledge within an applied framework of analysis: market structures (monopoly,
oligopoly, (non)perfect competition, elasticity’s, price theory), supply/demand, market failures
(externalities, public goods, taxation, subsidies, property rights, etc.). The macroeconomic theory
considers the performance of the (regional) economy as a whole (production, income,
(un)employment, inflation, multiplier effect, etc)
Kennis en vaardigheden
This course provides sound knowledge, equips you with tools for critical attitude. The analytical
skills will be challenged and sharpened. Thinking rationally, based on relevant economic theory, is
for a bachelor in economics self-evident; Capable of using practical economic insight and skills,
required for successfully managing business functions in the turbulent economic world.
A student is able to carry out risk analysis on the basis of rate of interest, fiscal, exchange, Macroeconomic, Meso-economic information, Economic system and economic politics, policy of rate of
interest. Fundamental information related to strategic tools such as SWOT, and DESTEP
Werkvormen
Lessons and hands on workshops on writing article on any current economics topic. The students
are encourage to contribute by providing cases and examples.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
The student can identify the
Report
basic problem and collect
relevant and recent
information The student can
analyse and interpret the
collected information
The student is able to apply
Written exam
the theory and information to
the general economic , social,
company problems on the
basis of insights
55%
Cesuur
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 3. Bepalen en beheersen van financieeleconomische en fiscale
risico’s.
BoKs
Risico management
DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor
besluitvorming.
BoKs
Algemene economie
Werkvorm(en)
WC
Hulpmiddelen
Rekenmachine,
worodenboek (ENGNL)
WC
Rekenmachine,
worodenboek (ENGNL)
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
Literatuur
74
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Matt McGee- Economics: In terms of the good the bad and the economics.
First published in 2004 by IBID press, Victroria, Australia ISBN no. 187 6659
10 6 Second edition: ISBN 978 1 876659 22 6
History of economic thought
http://www.boisestate.edu/econ/lreynol/web/PDF_HET/CHAPTER1INTRO.pdf
Aanbevolen literatuur
'Introduction to Microeconomics' by Saul Estrin and David Laidler, 4th
edition, Harvester & Wheatsheaf, 1995 (EL)
'ECONOMICS' by Dornbusch, Begg and Fischer;, Mcgraw-Hill , 7th edition,
2002.
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
Business Source Premier: http://ebsco.chn.nl
ISBN
75
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Studiejaar:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OBERE2
Recht
3 EC (84 uur studielast)
1.4.4
4
9 weken
Geen speciale vereisten
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud:
In deze bouwsteen krijg je een algemene inleiding in het privaatrechtrecht, zoals dat van belang is
voor studenten die na hun afstuderen werkzaam zullen zijn in economische beroepen, of een
economische master-opleiding willen volgen. De bouwsteen vormt een basis voor andere
bouwstenen die raken aan juridische aspecten.
Je maakt kennis met het systeem van het Burgerlijk Wetboek en daarmee met de breedte van het
privaatrecht. Je leert om regels op te zoeken in het Burgerlijk Wetboek en om met behulp daarvan
rechten en plichten vast te stellen van partijen bij een overeenkomst of als het gaat om een conflict
over schadevergoeding, bijvoorbeeld veroorzaakt door een gebrekkig product.
Werkvormen
Colleges, werkgroepen, zelfstudie, individuele opdrachten.
Competenties en wijze van toetsing:
Competenties en BOKS:
HEO-standaard
Business Law and Ethics
Niveau van
toetsing:
Wijze van
toetsing:
Niveau 14
Schriftelijk
Belangrijkste doelstelling(en) inclusief niveau aanduiding zoals in de matrix is opgenomen en wijze van
toetsing en de toegestane hulpmiddelen:
Doelstelling:
Wijze van
Toegestane
toetsing:
hulpmiddelen
De student heeft kennis van en inzicht in belangrijke ‘rechtsbronnen’ en Schriftelijk
Wettendeelgebieden van het privaatrecht.
bundel
De student heeft kennis van en inzicht in het systeem van het
Schriftelijk
WettenBurgerlijk Wetboek
bundel
De student heeft kennis van en inzicht in enige basisbegrippen en
Schriftelijk
Wettenbasisregels van de Boeken 1 en 2 van het BW.
bundel
De student heeft kennis van en inzicht in:
Schriftelijk
Wetten* het begrip ‘rechtshandeling’ en de regels daarover in het BW,
bundel
* het begrip ‘overeenkomst’ en de regels daarover in het BW,
* het begrip ‘verbintenissen uit wet’ en de regels daarover in het BW,
* het begrip ‘goederenrecht’ en de regels daarover in het BW,
* het begrip ‘koopovereenkomsten’ en de regels daarover in het BW,
en kan met behulp daarvan in eenvoudige situaties rechten en plichten
van partijen vaststellen.
Cesuur5
55%
4
Volgens Landelijk Opleidingsprofiel BBA-Bedrijfseconomie, 2013
Indien deze bouwsteen in combinatie met andere bouwstenen in 1 eindtentamen wordt getoetst, dient het
76
onderdeel Recht van die toets met een voldoende te worden afgesloten.
5
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Wetteksten hoger onderwijs 2014-2015
ISBN
9789001834074
Van der Roest, Basisboek Recht
9789001842772
Aanbevolen literatuur
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
http://wetten.overheid.nl
Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt
(aanbevolen/verplicht)
Bouwsteenboek
77
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Soort bouwsteen:
Aantal credits:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
(min. competentieniveau)
Taal bouwsteen:
OECOP
Ondernemingsplan
Opleidingspecifiek twee opleidingen
3 EC
1.4.5
9 weken
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud
Van een student economie wordt verwacht dat hij gedurende zijn opleiding ondernemerskwaliteiten
ontwikkelt. Ondernemerskwaliteiten zijn nodig als hij als je als afgestudeerde student een functie
krijgt binnen een bestaande organisatie. Je leert denken als een ondernemer en alle facetten van
een organisatie kennen.
Stap 1: Ken jezelf als ondernemer
Onderzoek naar je eigen ondernemerskwaliteiten. Sterke- en ontwikkelpunten, kansen en valkuilen
Stap 2: Werk je idee uit
Wat wil je verkopen? Haalbaarheid bepalen en je missie en doelstellingen
Stap 3: Zet je onderneming op
Je bedenkt de naam, rechtsvorm, huisvesting en doet onderzoek naar vergunningen, regels,
subsidies en verzekeringen.
Stap 4: Onderzoek je markt
Klant-, concurrentie analyse. Manier van aanbieden en benaderen markt.
Stap 5: Bepaal je promotie
Marketingplan
Stap 6: Organiseer je onderneming
Organiseren van productieproces, boekhouding, personeel en eventueel
automatiseringshulpmiddelen.
Stap 7: Regel de financiën
Inversteerders, startkapitaal, openingsbalans, te verwachten resultaat.
Stap 8: Voer het ondernemingsplan uit
Presentatie aan de bank. In deze stap staan nog allerlei tips voor ná de start.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
1. Sterke en zwakke
Schriftelijk
ondernemerskwaliteiten
benoemen en maatregelen
nemen zwakke punten te
neutraliseren.
2. Commercieel productidee
Schriftelijk
uitwerken tot een
samenhangend en uitvoerbaar
ondernemingsplan
3. Op basis van een
Schriftelijk
commercieel idee beslissingen
nemen over de rechtsvorm,
huisvesting, aanvraag
vergunningen, regels,
subsidies en verzekeringen.
4. Gestructureerde inschatting
Schriftelijk
van de marktmogelijkheden
van het commerciële
productidee.
5. Ontwerp maken van de
Schriftelijk
praktische inrichting van een
startend bedrijf
6. Financiële begrotingen
Schriftelijk
opstellen (omzetprognose,
investeringsbegroting,
Werkvorm(en)
PGO
Hulpmiddelen
PGO
PGO
PGO
PGO
PGO
Rekenmachine
78
Bouwsteendoelstellingen:
financieringsplan,
openingsbalans,
resultatenbegroting,
liquiditeitsbegroting)
7. BTW-verplichtingen
toepassen.
8. Overtuigend presenteren
voor de geldschieter.
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Schriftelijk
PGO
Rekenmachine
Mondeling
PGO
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van
(geautomatiseerde) informatiesystemen voor
het besturen van organisaties.
BoKs
Financiële administratie o.a. boekhoudcyclus
Financiële informatie systemen
DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor
besluitvorming.
BoKs Marketing
Kostencalculaties/budgetteren en
verschilanalyse
Ondernemingsrecht
DC 6. Geven van adviezen en verlenen van
diensten op financieel-economisch en fiscaal
terrein aan belanghebbenden.
BoKs
Ondernemingsfinanciering
DC 7. Sociale en communicatieve competentie
(interpersoonlijk, organisatie)
DC 8. Zelfsturende competentie
(intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of
professional)
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Zo maak je een ondernemingsplan
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
N3: Toepassen
N3: Toepassen
N3: Toepassen
N3: Toepassen
ISBN
NL: 9789001712846
www.zomaakjeeenondernemingsplan.no
ordhoff.nl
79
Bijlage C
Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het
curriculum voor de postpropedeutische fase:
Postpropedeutische fase / Hoofdfase
Studiejaren 2, 3 en 4.
Periode Vak
Code
Naam
EC
Toetsing
2.1 Informatiemanagement
1 OBEOZ2
G.Onderzoek 2
3
S/O/M
2 DECEN1
O.Engels 1
3
S/O/M
3 OBEBA2
O.Bedrijfsadministratie 2
3
S/O/M
4 OBEEV
O.Externe verslaggeving
3
S/O/M
5 OBEMIS
I.Management Information Systems
3
S/O/M
1 GMOCO2
G.Mondelinge Communicatie 2
3
S/O/M
2 OBEED2
O.Engels 2
3
S/O/M
3 OBEAO2
O.Administratieve organisatie 2
3
S/O/M
4 OBEFM
O.Finance & Riskmanagement
3
S/O/M
5 OBEIC
I.In Control
3
S/O/M
1 DECHR1
D.HRM 1
3
S/O/M
2 DECMAN2
D.Management 2
3
S/O/M
3 OBEED3
O. Business English
3
S/O/M
4 OBEOR
O.Ondernemingsrecht
3
S/O/M
5 OBEDO
I.De overname
3
S/O/M
1 GSLB2
G.SLB/ZM 2
3
S/O/M
2 GCD
Conceptueel denken
3
S/O/M
3 OBEIEFA
O.International Economics and Finance
3
S/O/M
4 OBEMA
O.Management Accounting
3
S/O/M
5 OBEDNE
I.De nieuwe economie
3
S/O/M
1 OECSTA1
O.Stage 1
15
S/O/M
2.2 De investering
2.3 De manager
2.4 Internationalisering
3.1 Stage 1
80
3.2 Stage 2
1 OECSTA2
O.Stage 2
15
S/O/M
1 OECMIN1
M.Minor 1
15
S/O/M
1 OECMIN2
M.Minor 2
15
S/O/M
15
S/O/M
15
S/O/M
3.3 Minor 1
3.4 Minor 2
4.1 Major 1
1 OBESPECA O.Specialisatie A
4.2 Major 2
2
1 OBESPECB O.Specialisatie B
4.3 Afstuderen
2
1 OBEAFSCA O.Afstudeerstage
15
S/O/M
1 OBEAFSCB O.Scriptie
15
S/O/M
4.4 Scriptie
Totaal
180
81
Jaar 2
Bouwsteen code:
Bouwsteen naam:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau
Bouwsteen taal
OLEOZ2
Onderzoek2
3 ects
2.1.1
1 periode
Onderzoek1
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud
Een onderzoeker krijgt al snel te maken met kwantitatieve aspecten van onderzoek zoals
bijvoorbeeld de vraag hoeveel personen ondervraagd dienen te worden voor een betrouwbaar
resultaat.
In onderzoek 2 worden een aantal onderzoekstechnieken voor kwantitatief onderzoek aangereikt en
toegelicht.
Schatten, Toetsen (waaronder verschiltoetsen en de chikwadraattoets), Regressie, correlatie en
Trendanalyse. Met behulp van het statistisch programma SPSS wordt geleerd hoe data in te voeren,
te verwerken en hoe de computeruitvoer te interpreteren
Werkvorm
Gecombineerd hoor/werkcollege
Computerpracticum
Doelstellingen, werkvorm en toetsing
Werkvorm
Kennis en vaardigheden ontwikkelen om kwantitatief
onderzoek uit te kunnen voeren
Cesuur
Competenties en toets niveau
Competenties en Body of Knowledge and Skills (BOKS)
A1. Voert onderzoek uit door middel van analyse
Toetsvorm
schriftelijk
55%
Toetsniveau
N3: Toepassen
Verplichte literatuur:
Buijs, A. (2012). Statistiek om mee te werken
(9e druk).Groningen:Noordhoff.
Buijs, A. (2012). Statistiek om mee te werken opgaven –en
uitwerkingenboek(9e druk).Groningen:Noordhoff.
9789001802486
9789001802592
82
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OBEBA2
Bedrijfsadministratie 2
3 ECTS
2.1.2
9 weken
OBEBA1
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud
Fabrieksboekhouding
Kennis en vaardigheden
Het kunnen maken van boekingen die verband houden met de kosten van duurzame
productiemiddelen.
Het kunnen maken van boekingen, specifiek voor productie-ondernemingen.
Het kunnen maken van boekingen bij toepassing van budgetten.
Werkvormen
werkcolleges
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
boekingen te maken van
schriftelijk
kosten, verband houdende met
duurzame productiemiddelen
boekingen te maken bij
schriftelijk
gebruik van de
kostenplaatsenmethode
boekingen te maken van
schriftelijk
budgetten
boekingen te maken bij
schriftelijk
verschillende
productieprocessen
boekingen te maken in
schriftelijk
verband met afval en/of uitval
55%
Cesuur
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van
(geautomatiseerde) informatiesystemen voor
het besturen van organisaties.
BoKs
Financiële administratie o.a. boekhoudcyclus
Kostentoerekening
Werkvorm(en)
WC
Hulpmiddelen
rekenmachine
WC
rekenmachine
WC
rekenmachine
WC
rekenmachine
WC
rekenmachine
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Boekhouden Geboekstaafd deel 2, Fuchs en van Vlimmeren,
Boekhouden Geboekstaafd deel 2, opgavenboek, Fuchs en van Vlimmeren,
ISBN
83
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Soort bouwsteen:
Aantal credits:
Opleiding
Periode:
Duur:
Instapniveau: (min. competentieniveau)
Taal bouwsteen:
DECEN 1
Engels 1
Domein gerelateerd
3 EC
BE/CE
2.1.3
9 weken
B1 (CEFR)
English
Korte beschrijving van de inhoud
In deze bouwsteen werkt de student aan de ontwikkeling van de basisvaardigheden van zakelijk
Engels. De cursus richt zich op de ontwikkeling van belangrijke zakelijke communicatievaardigheden zoals telefoneren, vergaderen, onderhandelen, presenteren en het schrijven van
emails, memo’s en korte rapporten. Daarnaast wordt de zakelijke woordenschat uitgebreid en
worden de belangrijkste grammaticale structuren herhaald. Tot slot wordt de student zich bewust
van de communicatieve conventies die gelden in het Angelsaksische taalgebied.
Toetsvorm
Schriftelijke toets en mondeling
Werkvorm
Werkcolleges, rollenspelen, case studies, discussie, opdrachten en zelfwerkzaamheid.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
De student kan deelnemen aan Mondeling
gesprekken en discussies over
onderwerpen uit het
vakgebied.
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Geen
De student kan een korte
presentatie houden over een
onderwerp uit de studie – en
werksfeer en vragen daarover
beantwoorden.
Mondeling
Geen
De student kan teksten over
onderwerpen uit het vakgebied
begrijpen.
Schriftelijk
Geen
De student kan emails, korte
rapporten en samenvattingen
schrijven over onderwerpen uit
de studie – en werksfeer.
Schriftelijk
Geen
De student beschikt over een
voldoende woordenschat over
onderwerpen uit het vakgebied
en heeft een voldoende
beheersing van de relevante
structuren en taalfuncties.
Schriftelijk/mondeling
Geen
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 7. Sociale en communicatieve competentie
Niveau van toetsing:
CEF B1 - Toepassen
84
(interpersoonlijk, organisatie)
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Cotton, D., Falvey, D. and Kent, S. Market Leader Upper Intermediate, 3rd
edition, (2-pack) Course book and Practice file, Pearson Longman
ISBN
9781408291696
Aanbevolen literatuur
Longman Business English Dictionary, new edition, paper edition + CDROM, Pearson Longman
9781405867061
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
bbc.co.uk, ft.com, economist.com, time.com, nytimes.com
Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt
(aanbevolen/verplicht)
85
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau: (min. competentieniveau)
Taal bouwsteen:
OBEEV
Externe verslaggeving
3 EC
2.1.4
9 weken
Bedrijfsecnomie 1 en 3 afgerond
Nederlands/Engels
Korte beschrijving van de inhoud:
Om als Bedrijfseconoom te kunnen functioneren is kennis nodig van de financiele informatie en hoe
deze informatie gebruikt kan worden bij het besturen van een onderneming en als ondersteuning
kan dienen bij het nemen/onderbouwen van beslissingen. De afzonderlijke financieel
economische gegevens zoals de balans, resultatenrekening en het kasstroomoverzicht zijn reeds in
de propedeuse aan de orde gekomen. Bij externe verslaggeving wordt de student geacht het
verband tussen deze afzonderlijke financieel
economische gegevens te kunnen leggen en op basis van financieel
economische gegevens van de onderneming een jaarrekening te kunnen opstellen en een
meerjarenanalyse te kunnen uitvoeren. Dit leggen van verbanden en het analyseren van financieel
economische gegevens doet een beroep op een hoger perceptie
niveau van de student. Het voeren van een goede financiële rapportage is wezenlijk voor de
beheersing van de financiële risico’s en een betrouwbare verstrekking aan externe
belanghebbenden.
Toetsvorm:
Schriftelijk tentamen en opdrachten
Werkvorm:
Werkcollege
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
De student(e) kan aangeven
Schriftelijk
wat de gevolgen zijn voor de
balanspresentatie bij
toepassing van verschillende
waarderingsgrondslagen.
Werkvorm(en)
WC
Hulpmiddelen
Rekenmachine
De student(e) heeft
basiskennis van de
jaarverslaggeving volgens
internationale regelgeving
(IFRS) en de Nederlandse
regelgeving.
Schriftelijk
WC
Rekenmachine
De student(e) heeft kennis van
de belangrijkste
waarderingsstelsels en is in
staat om deze toe te passen bij
het analyseren en opstellen
van een jaarrekening.
Schriftelijk
WC
Rekenmachine
86
Bouwsteendoelstellingen:
Cesuur
Toetsvorm(en)
55%
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 5. Verstrekken van informatie t.b.v. externe
belanghebbenden.
BoKs
Externe verslaglegging/ IFRS
Waarderingsvraagstukken
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Jaarverslaggeving, Epe &Koetzier ,5e druk
Aanbevolen literatuur
Externe verslaggeving, Klaassen, Hoogendoorn,
Vergoossen,1e druk
Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen
zijn verwerkt (aanbevolen/verplicht)
ISBN
9789001710088
9789001710101
87
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OBEMIS
Management Informatiesystemen
3 EC (84 studiebelastinguren)
2.1.5
9 weken
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud
De leert de basisbegrippen met betrekking tot informatiesystemen, het leert om te gaan met de
basisfunctionaliteiten van een ERP-pakket en de betekenis van een ERP pakket voor organisaties. Is in
staat om de stand van zaken op het gebied van informatievoorziening en automatisering van een
organisatie te inventariseren.
Kennis en vaardigheden
1e jaars vakken afgerond.
Werkvormen
Werkcolleges waarbij de student individueel aan de ERP opdrachten werkt. Een docent is hierbij
aanwerzig voor ondersteuning.
Hoorcolleges over informatiemanagement
PGO: de student dient in een groep van maximaal 6 personen een informatieplan voor een organisatie
op te stellen
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Inzicht krijgen in de werking
Opdracht
van een ERP programma
Werkvorm(en)
Werkcolleges
Kennis en inzicht in de theorie
van informatiemanagement.
Schriftelijk MC
en open
vragen)
Hoorcolleges
Inzicht krijgen in de
informatievoorziening en
automatisering van een
organisatie
Cesuur
Rapport
PGO
Hulpmiddelen
De ERP opdracht en Rapport dienen beide voldoende te zijn en
schriftelijk tentamen 55 punten.
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
Kostentoerekening
Financiële administratie o.a. boekhoudcyclus
DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van
(geautomatiseerde) informatiesystemen voor
het besturen van organisaties.
BoKs
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
De praktijk van my SAP/IDES, Schenk en Draijer, 3e druk
Informatiemanagement, R. Grit, 4e druk
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
ISBN
9789001820527
9789001809751
88
89
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
GMOCO2
Mondelinge communicatie 2
3 EC (84 studieuren)
2.2.1
1 module
Mondelinge communicatie 1
Nederlands en Engels
Korte beschrijving van de inhoud
Onze samenleving is een communicatiesamenleving. Voor alle Hbo-functies zijn communicatieve
vaardigheden van groot belang. Deze bouwsteen leert de student twee gesprekstechnieken, te
weten: Onderhandelen en conflicthantering;
Luisteren, samenvatten en doorvragen
Kennis en vaardigheden
Op een correcte en effectieve wijze onderhandelen en conflicten hanteren;
Het interpreteren van mondelinge informatie op een juiste manier en samenvatten door goed door
te vragen
Werkvormen
Hoorcollege’s
Werkcollege’s (aanwezigheid bij tenminste 80% van de werkgroepen is vereist)
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Verplichte actieve werkcollegeParticipatie
voorbereiding
De student toont aan dat hij
Opdracht /
inzicht heeft in de verschillende Productenmap
wijzen van onderhandelen door
middel van het bestuderen van
de theorie
De student kan een interview
Opdracht /
afnemen en dit interview
Productenmap
verwerken tot een artikel
Interviewversl
ag
Werkvorm(en)
PGO
PGO
PGO
De student kan
gesprekstechnieken toepassen
in verschillende situaties
De student verwerft de
benodigde vaardigheden door
het uitspelen van casussen
Opdracht /
Productenmap
PGO
Opdracht /
Productenmap
PGO
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 7. Sociale en communicatieve competentie
(interpersoonlijk, organisatie)
Hulpmiddelen
Gebruik voice recorder
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Gramsbergen-Hoogland, Y. & Van der Molen, H. ( 2008 ). Gesprekken in
organisaties ( 4e druk ). Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff
Aanbevolen literatuur
Janssen, D ( 2007 ). Zakelijke communicatie 1: Een leergang
communicatieve vaardigheden voor het HBO (5e geh.herz.dr.). Groningen:
Wolters-Noordhoff
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
ISBN
978 90-01-706258
90
www.managersonline.nl
www.writingstudio.eu
91
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OBEAO2
Administratieve organisatie 2
3 EC (84 studiebelastinguren)
2.2.2
9 weken
OBEAO1 stof beheersen
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud
De bouwsteen Administratieve Organisatie 2 gaat over de kern van administratieve organisatie. Het
behandelt de volgende onderwerpen:

Theoretische grondslagen (o.a. COSO, risicomanagement, managementinstrumenten),

De administratieve organisatie van de volgende typologieën:
o Handel
o Productie
o Dienstverlening
o Overige
Werkvormen
Gecombineerde hoor- en werkcolleges met individuele verplichte opdrachten
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Student heeft kennis van de
Open vragen
theoretische grondslagen van
de administratieve organisatie
(o.a. Coso, balance scorecard,
managementmodellen,
risicomanagement,
typologieën en de daarbij
behorende maatregelen van
interne controle)
Werkvorm(en)
Hoorcollege en
zelfstudie + het
behandelen van
huiswerkopdrachten
(bij boek behorende
eindvragen en extra
vraagstukken)
Student is in staat om op
basis van de opgedane
theoretische kennis van de
administratieve organisatie
van eenvoudige typologie te
ontwerpen en beschrijven
Student is in staat om de
behoefte van de management
informatie te beschrijven
Casus met open
vragen (en voldaan
hebben aan de
inleververplichting)
Werkcolleges
waarin het
huiswerk wordt
behandeld.
Casus met open
vragen (en voldaan
hebben aan de
inleververplichting)
Werkcolleges
waarin het
huiswerk wordt
behandeld.
Cesuur
55% (theorie 30% + casus 70%)
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
C1 Ontwerpen, inrichten en onderhouden van
(geautomatiseerrde) informatiesystemen voor het
besturen van organisaties.
C2 Vormgeven, inrichten en toetsen van de
administratieve organisatie
C3 Bepalen en beheersen van financieel-economische
en fiscale risico’s
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing:
Niveau 3
Niveau 2
Niveau 2
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
De kern van de administratieve organisatie , M. Paur, e.a., 1e druk
Evt. enkele nader nog bekend te maken artikelen
ISBN
978001785062
92
Aanbevolen literatuur
Internet bronnen (verplicht)
http://www.coso.org/documents/COSO%202013%20ICFR%20Executive_Summa
ry.pdf
Digitaal materiaal wat beschikbaar is bij de uitgever van het boek
93
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OBEED2
Engels 2
3 EC
2.2.3
1 moduul
B1.1 (CEFR)
English
Korte beschrijving van de inhoud
In deze bouwsteen werkt de student aan de ontwikkeling van de basisvaardigheden van zakelijk
Engels. De cursus richt zich op de ontwikkeling van belangrijke zakelijke communicatievaardigheden zoals telefoneren, vergaderen, onderhandelen, presenteren en het schrijven van
emails, memo’s en korte rapporten. Daarnaast wordt de zakelijke woordenschat uitgebreid en
worden de belangrijkste grammaticale structuren herhaald. Tot slot wordt de student zich bewust
van de communicatieve conventies die gelden in het Angelsaksische taalgebied.
Werkvormen
Werkcolleges, rollenspelen, case studies, discussie, opdrachten en zelfwerkzaamheid.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
De student kan deelnemen aan Mondeling
gesprekken en discussies over
onderwerpen uit het
vakgebied.
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Geen
De student kan een korte
presentatie houden over een
onderwerp uit de studie – en
werksfeer en vragen daarover
beantwoorden.
Mondeling
Geen
De student kan teksten over
onderwerpen uit het vakgebied
begrijpen.
Schriftelijk
Geen
De student kan emails, korte
rapporten en samenvattingen
schrijven over onderwerpen uit
de studie – en werksfeer.
Schriftelijk
Geen
De student beschikt over een
voldoende woordenschat over
onderwerpen uit het vakgebied
en heeft een voldoende
beheersing van de relevante
structuren en taalfuncties.
Schriftelijk/mondeling
Geen
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 7. Sociale en communicatieve competentie
(interpersoonlijk, organisatie)
Niveau van toetsing:
CEF B1 – Toepassen
Literatuur
94
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Cotton, D., Falvey, D. and Kent, S. Market Leader Upper Intermediate, 3rd
edition, (2-pack) Course book and Practice file, Pearson Longman
9781408291696
Aanbevolen literatuur
Longman Business English Dictionary, new edition, paper edition + CDROM, Pearson Longman
9781405867061
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
bbc.co.uk, ft.com, economist.com, time.com, nytimes.com
Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt
(aanbevolen/verplicht)
95
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OBEFM
Finance & Riskmanagement
3 EC (84 studieuren)
2.2.4
9 weken
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud
Om als Bedrijfseconoom te kunnen functioneren is kennis nodig van de financiële informatie en hoe
deze informatie gebruikt kan worden bij het besturen van een onderneming en als ondersteuning
kan dienen bij het nemen/onderbouwen van beslissingen. De afzonderlijke financieel-economische
gegevens zoals de balans, resultatenrekening en het kasstroomoverzicht zijn reeds in de
propedeuse aan de orde gekomen.
Bij Finance & Riskmanagement wordt de student geacht het verband tussen deze afzonderlijke
financieel-economische gegevens te kunnen zien en op basis van gegevens van de onderneming de
risico’s te kunnen inschatten. Dit verkrijgen van inzicht doet een beroep op een hoger perceptieniveau van de student. Het voeren van een goed risk management is wezenlijk voor de beheersing
van de financiële risico’s.
Kennis en vaardigheden
Bepalen en beheersen van financieel-economische en fiscale risico´s
Opstellen van door derde gevraagde financiële en economische gegevens in specifieke gevallen
zoals investeringen
Verzamelen, interpreteren en beoordelen van financieel-economische en fiscale informatie ten
behoeve van de particulier, zakelijke en interne klant
Inventariseren en analyseren van de financiële risico’s en het doen van (product) voorstellen om de
financiële risico’s te beperken.
Werkvormen
Gecombineerd Hoor/werkcollege waarin oefeningen worden gedaan met de lesstof en waar een
duiding wordt gegeven van de theorie, aangevuld met een PGO opdracht waarbij de student een
opdracht maakt aan de hand van een zelf gekozen jaarverslag.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
De student is in staat om de
financieringsbehoefte van een
onderneming te bepalen.
De student is in staat om een
financiële positie van een
onderneming vast te stellen en
te beoordelen.
De student is in staat om de
financiële planning op lange en
korte termijn van een
onderneming vast te stellen.
De student kan een structuur
ontwikkelen voor het
identificeren, analyseren en
evalueren van de risico's,
waaraan een onderneming of
organisatie blootstaat
De student kan oplossingen
voorstellen om de risico’s
waaraan een onderneming
blootstaat te beperken.
Schriftelijk
WC/HC
Rekenmachine
Schriftelijk
WC/HC
Rekenmachine
Schriftelijk
WC/HC
Rekenmachine
Schriftelijk
WC/HC
Rekenmachine
Schriftelijk
WC/HC
Rekenmachine
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing:
96
Competenties en BOKS:
DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de
administratieve organisatie.
BoKs
Betrouwbaarheid van de informatie
Niveau van toetsing:
N2: Inzien
DC 3. Bepalen en beheersen van financieeleconomische en fiscale
risico’s.
BoKs
Werkkapitaal beheer
Risico management
N2 en N3: Inzien en toepassen
DC 5. Verstrekken van informatie t.b.v. externe
belanghebbenden.
BoKs
Inversterings- en waarderingsvraagstukken
N2 en N3: Inzien en toepassen
DC 6. Geven van adviezen en verlenen van
diensten op financieel-economisch en fiscaal
terrein aan belanghebbenden.
BoKs
Ondernemingsfinanciering
Efficiënte en effectiviteit van de bedrijfsvoering
N3: Toepassen
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
e
Finance & Risk Management, Wim Tijhaar, 1 druk, Noordhoff Uitgevers.
Aanbevolen literatuur
Risicomanagement, P.F. Claes, 4e druk, Noordhoff Uitgevers
Financieel management, Heezen en Kroot, 1 e druk, ISBNnr Noordhoff
Uitgevers
9789001778156
9789001709792
9789001701321
97
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OBEIC
In Control
84 sbu
2.2.5
8 weken
Afgeronde propedeuse
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud
Het opstellen van een haalbaarheidsonderzoek betreffende een investeringsproject en dit uitvoeren in
samenhang met de bijbehorende adviezen over (wijzigingen in) de interne procedures.
Kennis en vaardigheden
1e jaar is afgerond als instapeis.
Werkvormen
Groepsbijeenkomsten waar aan de opdrachten wordt gewerkt. Feedback door docenten op de
voortgang van de opdrachten.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Investeringsproject
Schriftelijk
doorrekenen
Processen in de organisatie
Schriftelijk
analyseren en verbeteren
Het adviseren van de
Mondeling
organisatie nav de uitgevoerde
opdrachten
55%
Cesuur
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de
administratieve organisatie.
BoKs
Grondslagen en inrichting AO
DC 5. Verstrekken van informatie t.b.v. externe
belanghebbenden.
BoKs
Inversterings- en waarderingsvraagstukken
Werkvorm(en)
PGO
Hulpmiddelen
Rekenmachine
PGO
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
N3: Toepassen
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Basisboek Bedrijfseconomie; De kern van de administratieve organisatie
ISBN
98
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Soort bouwsteen:
Aantal credits:
Opleiding
Periode:
Duur:
Instapniveau:
(minimaal competentieniveau)
Taal bouwsteen:
DECHR1
Human Resouce Management 1
Generiek
3 EC (84 studiebelasting uren)
BE/ CE
2.3.1
9 weken
Basiskennis van management
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud
Iedere organisatie heeft te maken met personeel. Binnen de dienstverlenende organisaties in het
werkveld kan bijvoorbeeld hospitality, vrijetijd, media en toerisme is personeel een groot goed. Het
is daarom van belang dat studenten leren hoe ze personeel kunnen managen. In eerste instantie
vanuit strategisch perspectief, maar omdat lijnmanagement ook steeds meer directe HRM taken
krijgt, ook vanuit operationeel perspectief.
Toetsvorm:
Invullen: Actieve participatie / opdracht
Werkvormen
Wekelijks zijn is er een werkcollege waarin tevens de theorie wordt behandeld. Studenten werken –
alleen of samen- aan opdrachten. De uitwerkingen worden tijdens de werkcolleges besproken en
gewaardeerd.
Er is een aanwezigheidsplicht van 80% en de score voor de individuele- en groepsopdrachten is
voldoende. Als hieraan wordt voldaan, mag men meedoen aan de toetsing.
Doelstelling:
Wijze van toetsing:
Toegestane
hulpmiddelen
De student begrijpt wat een HRM proces inhoudt en
welke zijn of haar rol is, gezien vanuit de positie van
een lijnmanager.
Tevens
wordt het inzicht van de student getoetst
wanneer, welke instrumenten kunnen worden ingezet,
hoe ze werken en wat de voor en nadelen zijn.
Cesuur
Tentamen
Geen
Opdracht
Presentatie
Geen
Werkvorm:
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de
administratieve organisatie.
BoKs
Verandermanagement/organisatie van mensen,
structureren en processen
55%
Niveau van toetsing:
N2: Inzien / N3: Toepassen
99
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Introducing Human Resource Management, Foot,M.,
978-02-737120008 (paperback)
Hook,C. (2008), Pearson Education, Edition 5th.
Human Resource Management, Foot, M., Hook, C.
978-90-43015653
(2009), Amsterdam: Pearson Education
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
 Business Source Premier
 Ga naar www.stenden.com
 Kies MyStenden
 Kies Studielandschap vh CHN (of Mediatheek vh HD)
 Kies Catalogi en digitale databases (of Literatuurlijsten en electronische bestanden)
 Kies Full text databases (of Electronische bestanden Economie)
 Kies business source premier
http://www.marketlineinfo.com/library/default.aspx
http://owl.englisch.purdue.edu/handouts/research/r apa.htlm
http://www.thewritesources.com/APA/APA.html
100
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Studiejaar:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
DECMAN2
Management 2
3 EC (84 studiebelastinguren)
2
2.3.2
9 Weken
DECMAN1
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud
De bouwsteen Management 2 is een vervolg op Management 1. Er wordt ingegaan op de
onderwerpen die ook al in Management 1 aan de orde zijn geweest. Er wordt nu dieper op de
betreffende onderwerpen ingegaan, er komen nu andere visies/modellen aan de orde of er worden
andere onderwerpen binnen hetzelfde thema behandeld.
In DECMAN2 komen twee nieuwe onderwerpen aan de orde, nl.:
Strategisch Management (inleiding) en Samenwerkingsvormen
tussen bedrijven.
Werkvormen
DECMAN 2 kent drie werkvormen: Een viertal hoorcolleges, zeven werkcolleges en een achttal
PGO-bijeenkomsten. Tijdens de hoorcolleges worden de verschillende onderwerpen uit de literatuur
ingeleid. In de werkcolleges worden opdrachten en cases besproken. Tijdens de PGO- taken werken
studenten aan taken die gericht is op het tot stand brengen van een koppeling tussen de theorie en
de beroepspraktijk. Voor de uitwerkingen van werkcolleges en PGO-taken moet een minimale score
worden gehaald, alvorens studenten worden toegelaten tot het tentamen.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
de wijze waarop managers een
Tentamen=S
organisatie besturen
uiteenzetten, kan de relatie
tussen management, ethiek en
informatie weergeven, de
verschillende aspecten die een
rol spelen bij besluitvorming
weergeven, hulpmiddelen en
technieken bij besluitvorming
gebruiken,
organisatieconfiguraties van
Mintzberg modelleren,
overleg/communicatie
structuren opstellen, de
ontwikkelingen m.b.t. het
structureren van organisaties
weergeven, de verschillende
methoden van
organisatieadvieswerk en
organisatie onderzoek
weergeven
de klassieke benadering van
Tentamen=S
strategisch management
uiteenzetten, het
strategiemodel van Hamel &
Prahalad weergeven, de
verschillende vormen van
samenwerking van organisaties
vaststellen en kan de aspecten
die bij een
samenwerkingsvorm een rol
spelen bepalen, verschillende
methoden van het besturen
van organisaties opstellen, de
Werkvorm(en)
WC=M
Hulpmiddelen
WC=alle
Tentamen=
Geen
WC=M
PGO=M
WC=alle
PGO=alle
Tentamen= geen
101
Bouwsteendoelstellingen:
ontwikkeling van een
organisatie bepalen
Toetsvorm(en)
Cesuur
WC=71%
PGO=55%
Tentamen=55%
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
Verandermanagement/organisatie van mensen,
structureren en processen
DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de
administratieve organisatie.
BoKs
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing:
N2: Inzien / N3: Toepassen
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Een praktijkgerichte benadering van Organisatie en Management, Nick van
Dam en Jos Marcus (Nederlands editie). Voor DECMAN2 gaat het om de
hoofdstukken 3, 4, 6.3.4 tot einde, 7.5 tot einde, 8.3 tot einde, 9.4 tot
einde en 10.4 tot einde
ISBN
978-90-01-76665-8
978-90-01-57704-9
(engelse versie)
102
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OBEED3
Business English for Finance and Accounting 3
3 EC (84 studiebelastingsuren)
2.3.3
9 weken
B2.1
English
Korte beschrijving van de inhoud
In deze bouwsteen verdiept de student zijn mondelinge en schriftelijke vaardigheden van het
zakelijke Engels en Duits en ontwikkelt een specialistische woordenschat op het gebied van
Accounting and Finance. Daarnaast wordt de student zich bewust van de communicatieve
conventies die gelden in het Angelsaksische taalgebied.
Kennis en vaardigheden
Financiële woordenschat;
Relevante grammatica en taalfuncties;
Taalvaardigheden: luisteren (interviews, presentations), spreken (discussies, presentaties), lezen
(correspondentie, rapporten, artikelen, balance sheets ) en schrijven (correspondentie, rapporten;
Communicatievaardigheden: presenteren, telefoneren, onderhandelen en vergaderen.
Werkvormen
Werkcolleges, rollenspelen, case studies, discussie, opdrachten en zelfwerkzaamheid.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
De student kan deelnemen aan Mondeling
gesprekken en discussies over
onderwerpen uit het
vakgebied.
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Geen
De student kan een korte
presentatie houden over een
onderwerp uit de studie – en
werksfeer en vragen daarover
beantwoorden.
Mondeling
Geen
De student kan teksten over
onderwerpen uit het vakgebied
begrijpen.
Schriftelijk
Geen
De student kan emails, korte
rapporten en samenvattingen
schrijven over onderwerpen uit
de studie – en werksfeer.
Schriftelijk
Geen
De student beschikt over een
voldoende woordenschat over
onderwerpen uit het vakgebied
en heeft een voldoende
beheersing van de relevante
structuren en taalfuncties.
Schriftelijk/mondeling
Geen
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 7. Sociale en communicatieve competentie
Niveau van toetsing:
CEF B1 – Toepassen
103
(interpersoonlijk, organisatie)
Literatuur
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Helm, S. Accounting and finance, 1e druk, Pearson Longman
9781408220023
Aanbevolen literatuur
Longman Business English Dictionary, new edition, paper edition + CDROM, Pearson Longman
9781405867061
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
bbc.co.uk, ft.com, economist.com, time.com, nytimes.com
Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt
(aanbevolen/verplicht)
104
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Studiejaar:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OBEOR
Ondernemingsrecht (Voorheen Int. Zaken doen B)
3 EC
2
2.3.4
9 weken
Propedeutische fase, DECRE1
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud
Het ondernemingsrecht gaat over de rechtsvormen van organisaties. Veel onderwerpen waar je als
Bedrijfseconoom mee te maken krijgt hebben op een of andere manier met de rechtsvorm van een
organisatie waarvoor je werkt te maken: denk aan zaken als externe verslaglegging, management
en organisatie, corporate governance. Het is daarom belangrijk dat je op een basisniveau kennis en
inzicht ontwikkelt ten aanzien van de wet- en regelgeving op het gebied van het
Ondernemingsrecht. In deze onderwijseenheid maak je daarmee een begin.
Toetsvorm:
Schriftelijk tentamen en opdrachten.
Werkvormen
Werkcollege
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Het verzamelen, interpreteren
Schriftelijk
en beoordelen van financieeleconomische en fiscale
informatie ten behoeve van de
particuliere, de zakelijke en de
interne klant,
Werkvorm(en)
WC
Hulpmiddelen
Burgerlijk Wetboek
en Wetboek van
Koophandel
Het informeren over
veranderende regelgeving,
overheidsbeleid, rechterlijke
uitspraken op sociaal (bv.
WAO), fiscaal (bv.
vennootschapsbelasting) en
financieel economisch terrein
(bv. IFRS en AFM) en de
gevolgen aangeven van die
veranderingen.
Schriftelijk
WC
Burgerlijk Wetboek
en Wetboek van
Koophandel
Het inventariseren en
beoordelen van de vragen,
wensen en eisen van de klant
op fiscaal en financieel
economisch terrein.
Schriftelijk
WC
Burgerlijk Wetboek
en Wetboek van
Koophandel
Cesuur
55%
105
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor
besluitvorming.
BoKs
Ondernemingsrecht
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Keizer, Bedrijf & Recht, Hoofdstukken 2, 3, 4, (6)
ISBN
Burgerlijk Wetboek en Wetboek van Koophandel
Aanvullende literatuur/achtergrondliteratuur:
Dorresteijn, A.F.M. en R.H. van het Kaar, De juridische organisatie van de
onderneming, Deventer 2008.
Brack, Bedrijfsrecht op een bedrijfskundige manier, Noordhoff 2010.
Overige informatie:
Bijzonder nuttig is de informatie die verschaft wordt door de Kamer van
Koophandel (zie website + downladable PDF-bestanden).
106
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Soort bouwsteen:
Aantal credits:
Opleiding
Studiejaar:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
OBDEO
De overname
Sector Economie
3 EC
BE
2
2.3.5
9 weken
MBO-4, HAVO of gelijkwaardig
Taal bouwsteen:
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud
In deze bouwsteen worden de studenten geconfronteerd met een aantal problematische
ontwikkelingen in het bedrijf DLM, een automatiseringsbedrijf dat hardware en software ontwikkelt en
daaraan gelieerde diensten verricht, waardoor het bedrijf gedwongen wordt in een overnametraject.
De problematiek bij DLM ligt op de vakgebieden Bedrijfsorganisatie, Recht, Bedrijfseconomie en
Psychologisch handelen. Na zorgvuldige lezing van de casus zullen de studenten zien dat er van alles
moet veranderen bij DLM om het bedrijf als een aantrekkelijke overnamekandidaat te presenteren.
Het is aan de studenten om aan te geven wat daarvoor dient plaats te vinden, waarom dat moet en
hoe dat moet.Een en ander dient in de vorm van een adviesrapport te worden uitgewerkt. Dit advies is
nadrukkelijk een reorganisatieadvies, dat wil zeggen een rapport waarin na een inventarisatie van de
bestaande problemen een goed onderbouwd reorganisatie voorstel wordt gedaan.
Dit rapport moet mondeling worden gepresenteerd en verdedigd tegenover de directie van DLM.
Toetsvorm:
Schriftelijke verslaglegging middels en adviesrapport en mondelinge presentatie van het rapport aan het
management.
Werkvorm:
PGO, gastcolleges, feedback uren, hoorcollege, instructiecollege.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Schriftelijk en
de student is in staat om
mondeling
bedrijfsorganisatorische en
juridische aspecten van de
casus te doorgronden
Schriftelijk en
de student is in staat een
reorganisatieplan in hoofdlijnen mondeling
op te stellen waarin op
integrale wijze een oplossing
wordt aangedragen voor de
problematiek van de casus.
Schriftelijk en
Het voorzien in en verwerken
mondeling
van informatie ten behoeve
van een duurzame besturing
van bedrijfsproces
55%
Cesuur
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de
administratieve organisatie.
BoKs
Verandermanagement/organisatie van mensen,
structureren en processen
DC 6. Geven van adviezen en verlenen van
diensten op financieel-economisch en fiscaal
terrein aan belanghebbenden.
Werkvorm(en)
PGO
Hulpmiddelen
PGO
PGO
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
N3: Toepassen
107
BoKs
Fusies en overnames
Efficiënte en effectiviteit van de bedrijfsvoering
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Nader te bepalen door de docent
ISBN
108
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Soort bouwsteen:
Aantal credits:
Opleiding
Periode:
Duur:
Instapniveau:
(minimaal competentieniveau)
Taal bouwsteen:
SLB2/ZM2
Studieloopbaanbegeleiding/ Zelfmanagement 2
Generiek
3 EC
CE/IB/,BE/LE/ILM
2.4.1
Gehele tweede jaar
SLB 1
Nederlands / Engels
Korte beschrijving van de bouwsteen:
De student toont aan dat hij een helder beeld heeft van de verschillende functies die met de
genoten opleiding kunnen worden uitgeoefend en dat hij een realistische inschatting kan maken
van loopbaanmogelijkheden die bij de verschillende functies horen. Hij kan zijn eigen sterktes en
zwaktes spiegelen aan de eisen die aan de functies worden gesteld. Hij heeft een helder beeld van
de eigen wensen m.b.t. de mogelijke functies. De student kan een consistent en realistisch
loopbaanplan (POP) opstellen aansluitend bij de wensen, sterkten en zwakten. De student kan
SMART op basis van loopbaancompetenties zijn leerdoelen formuleren.
Toetsvorm:
Sollicitatieverslag en eindgesprek met studiecoach op basis van portfolio.
Werkvorm:
Werkcollege en studiecoachingsgesprekken.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Der student toont aan dat hij
Opdracht
inzicht heeft in zijn eigen
kwaliteiten.
Werkvorm(en)
WC
Hulpmiddelen
nvt
Opdracht
WC
nvt
Opdracht
WC
nvt
De student kan een succesvol
sollicitatiegesprek voeren.
Opdracht
WC
nvt
Cesuur
55%
De student kan een koppeling
maken tussen de eigen
kwaliteiten en de competenties
die werkgevers vragen aan
huidige HBO’ers.
De student heeft een duidelijk
beeld krijgen van wat de
arbeidsmarkt vraagt en zicht
krijgen op wat geschikte
bedrijven en stageplaatsen
zijn.
De student kan een
beargumenteerde keuze
maken voor een stagebedrijf.
De student kan een goede
sollicitatiebrief schrijven en hij
kan een adequaat CV
opstellen.
109
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 8. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk,
beroepsbeoefenaar of professional)
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN
Dankers-Van der Spek, M.(2010), Studieloopbaanontwikkeling, 978-90-430-1807-4
Beroepsgeschikt, Amsterdam, 2e druk, Pearson Education Benelux
Aanbevolen: diverse sites die genoemd staan in de bouwsteen.
110
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
GCD
Coneptueel denken
3 EC (84 studiebelastingsuren)
2.3.2
9 weken
Korte beschrijving van de inhoud
Kennis en vaardigheden
Taalvaardigheden:
Werkvormen
Werkcolleges, rollenspelen, case studies, discussie, opdrachten en zelfwerkzaamheid.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
.
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing:
CEF B1 – Toepassen
111
Code bouwsteen
OBEIEF
Codebuilding
GCD
Name
block:
International Economics and Finance
bouwste
3 EC (84 hours of study load)
Naam
Study
load: Coneptueel denken
en:
bouwstee
Studielast 3 EC (84
Period:
2.4.3
:n:
studiebelastingsuren 1 period: 8 weeks lessons
Periode:
2.3.2
Length:
Duur:
Entry
level: )9 weken
Propedeutisch fase, DECAE
Instapniv
Building
block Langage:
English
eau:
bouwsteen:
Taal
bouwstee
Korte
beschrijving van de inhoud
n:
Korte
beschrijving
vanhave
de basics of international trade, necessity of International trade, the
This
course
will include
inhoudaspects of the trade, the impact on the balance. The course includes basic principles and
hidden
theory of finance, the advantages and disadvantages of international trade, different payment
methods of the international financial, the problem of information in the market, the broader
perspectives
of models economic growth and development. The current developments in the global
Kennis en vaardigheden
organizations
Taalvaardigheden:
Toetsvorm:
Werkvormen
Schriftelijk
tentamen en opdrachten
Werkcolleges, rollenspelen, case
studies, discussie, opdrachten
Werkvormen
en zelfwerkzaamheid.
Lessons
with to be applied examples from international field. The students are encourage to
contribute by providing cases and examples.
Doelstellingenen
enwijze
wijzevan
vantoetsing en werkvorm
Doelstellingen
toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werk
ToBouwstee
be able toToetsv
determine
theHulpm Written exam
.ndoelstell
orm(eof vorm
iddele
nature
and extent
the
ingen:
n)
(en) n
Financial risks of the
companies with respect to the
external factors.
A student is able to carry out
risk analysis on the basis of
rate of interest, fiscal,
exchange, Macro-economic,
Meso-economic information,
Economic system and
economic politics, policy of rate
of interest. Fundamental
information related to strategic
tools such as SWOT, and
DESTEP
55%
Cesuur
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
Werkvorm(en)
WC/HC
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing:
DC 3. Bepalen en beheersen van financieeleconomische en fiscale
risico’s.
BoKs
Risico management
N3: Toepassen
DC 6. Geven van adviezen en verlenen van
diensten op financieel-economisch en fiscaal
terrein
aan belanghebbenden.
Competenties
en niveau van
BoKs
toetsing:
Ondernemingsfinanciering
Competenties en Niveau van
Fusies
en overnamestoetsing:
BOKS:
CEF B1 –
Efficiënte en effectiviteit
van de bedrijfsvoering
Toepassen
:
N3: Toepassen
112
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Aanbevolen literatuur
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
113
(interpersoonlijk, organisatie)
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
114
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OBEMA
Management Accounting
3 EC (84 studiebelastinguren)
2.4.4
9 weken
DECBE2
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud
Kostensoorten, kostenindelingen, kostenverbijzonderingen en breakeven analyse
Kennis en vaardigheden
Het kunnen analyseren van prijs- en efficiencyverschillen
Het kunnen opstellen van een kostprijscalculatie
Het kunnen Opstellen van een make or buy decision
Werkvormen
werkcolleges
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
een kostprijsberekening te
schriftelijk
maken
een break-even analyse uit te
schriftelijk
voeren
verschillende methoden van
schriftelijk
kostentoerekening in de juiste
situatie toe te passen
berekeningen te maken waarop schriftelijk
een gemotiveerde
managementbeslissing
genomen kan worden
55%
Cesuur
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor
besluitvorming.
BoKs
Kostencalculaties/budgetteren en
verschilanalyse
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Cost & management Accounting, 1e druk, Wim Tijhaar
Werkvorm(en)
WC
Hulpmiddelen
Rekenmachine
WC
Rekenmachine
WC
Rekenmachine
WC
Rekenmachine
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
ISBN
978-90-0177813-2
115
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Matt McGee- Economics: In terms of the good the bad and the economics.
First published in 2004 by IBID press, Victroria, Australia
History of economic thought
http://www.boisestate.edu/econ/lreynol/web/PDF_HET/CHAPTER1INTRO.pdf
ISBN
ISBN no. 187 6659
10 6
Second edition:
ISBN 978 1
876659 22 6
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
Business Source Premier: http://ebsco.chn.nl
116
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OBEDNE
De nieuwe economie
3 EC (84 studiebelastinguren)
2.4.5
8 weeks PBL and exam week
Completed 1 st year
Nederlands en Engels (Engelse literatuur)
Korte beschrijving van de inhoud
During this project the students evaluate an intended strategic decision on the basis of the
information they have collected and come forward with a recommendation on whether to accept
that decision. The decision of the company is to set up a sales office in an English speaking area,
U.nited Kingdon, United States of America or Canada. The executive board of Spekman is seriously
considering to open a sales office in the United states of America. The aim is to generate 10% of
the total revenue from this sales office.
The students have to work in problem based learning groups and bring out an advice on the
feasibility of sales office. They are expected to integrate the knowledge which will be imparted
during this period.
The project is elaborated on the basis of a company in the confectionery sector: Suikerwerkfabriek
(Confectionery factory) Speckman BV. The following knowledge areas are covered in this project:
Externe verslaggeving
International Economics (International zakendoen A)
International Finance and International law (International zakendoen B)
Werkvormen
Independent learning, the groups sessions, Feedback hours.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Has understanding of the
S
concept of feasibility and can
calculate the feasibility using
various criteria
Understand and calculate the
financial economic and fiscal
risks.
has insight into the effects of
GAAP on the decision making
for the companies
Is able to
Able to provide the necessary
sound financial information in
the right format to the internal
and external parties.
Able to draw conclusion on the
basis of legal, financial,
economic and fiscal
information.
Is able provide the sound
advice on the basis of analysis
financial, economic legal and
fiscal information.
can make a general, business
social-economic analysis of a
country,
understands the concepts of
strategy and strategy
formulation and can describe
the course of a strategy
formulation process,
can evaluate collected
Werkvorm(en)
PBL
Hulpmiddelen
Sales feasibility
report
Calcualtor
117
Bouwsteendoelstellingen:
information and ascertain the
effect of the various factors on
a company’s strategy,
is able to investigate on a basic
(European, English and
American) level the legal
environment as part of an
analysis for example PESTELanalysis
has a basic understanding of
trends and contemporary
issues in the global economy
is familiar with the foundations
of international economic and
financial theory,
can deploy theoretical insights
when studying international
trade policies and the
globalization of finance,
has insight into the effects of
European integration on the
strategy of individual
companies,
has knowledge of current
developments in the area of
European integration and EU
relations with U.S.A., U.K. and
Canada
Has understanding of the
concept of feasibility and can
calculate the feasibility using
various criteria
Understand and calculate the
financial economic and fiscal
risks.
has insight into the effects of
GAAP on the decision making
for the companies
Toetsvorm(en)
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 3. Bepalen en beheersen van financieeleconomische en fiscale
risico’s.
BoKs
Risico management
DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor
besluitvorming.
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
BoKs
Marketing
Algemene economie
DC 6. Geven van adviezen en verlenen van
diensten op financieel-economisch en fiscaal
terrein aan belanghebbenden.
BoKs
Ondernemingsfinanciering
DC 7. Sociale en communicatieve competentie
(interpersoonlijk, organisatie):
118
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Matt McGee- Economics: In terms of the good the bad and the
economics. First published in 2004 by IBID press, Victroria,
Australia ISBN no. 187 6659 10 6 Second edition: ISBN 978 1
876659 22 6
Aanbevolen literatuur
Economics of Money, Banking and Financial Markets, The (9th
Edition)
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
http://www.rogersbrown.com/support/resources/Payment_Methods_Intl_Trade.pdf
ISBN
First edition 187 6659 10 6
Second edition: ISBN 978 1
876659 22 6
ISBN-10: 0321599799 | ISBN13: 978-0321599797
119
Minoren
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
FSM1
Financial Service Management 1
30 EC (840 studiebelastinguren)
Minor (Periode 3.3 en 3.4)
20 weken
Afgeronde propedeuse en 30 EC in de hoofdfase.
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud
De opzet van de minor is om studenten op te leiden voor een startfunctie binnen de financiële
dienstverlening. Centraal hierbij staan die competenties (kennis, houding en vaardigheden) die een
student nodig heeft om te kunnen functioneren als HBO-er in de financiële dienstverlening. De
colleges worden verzorgd door ervaren docenten met praktijkervaring waarbij van verschillende
werkvormen gebruik wordt gemaakt.
Toetsing geschied door middel van Kennistoetsen, opdrachten en assessments van
praktijksituaties.
De minor staat open voor derdejaars HBO economiestudenten die hun propedeuse behaald hebben
en 30 EC punten van het tweede jaar behaald hebben. Naast het binnenhalen van de praktijk in de
school door middel van gastcolleges van o.a. de Rabobank, ING , Meeus, TVM en Univé gaan de
studenten ook verschillende bedrijven bezoeken. Zo staat een bezoek aan de De Nederlandse
Bank, naast een bezoek aan andere banken altijd op het programma.
De minor Financial Service Management 1 bestaat uit twee perioden, met elk een studieomvang
van 15 EC. Periode 2 is onlosmakelijk verbonden met periode 1 en kan niet los van elkaar worden
gezien. Wanneer beide perioden met een voldoende zijn afgesloten worden er 30 ECTS
bijgeschreven in progress.
Werkvormen
Werkvormen waarvan gebruik zal worden gemaakt zijn o.a. hoorcolleges, groepsgesprekken,
workshops, opdrachten (individueel en groepsopdrachten), zelfstudie. Dit laat zich zien in het
voeren van een verkoopgesprek, het maken van een hypotheekadvies. Het schrijven van een
Financieel plan. Communicatie wordt interactief gedoceerd.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Participatie
Werkvorm(en)
PGO
Hulpmiddelen
Blok 3
Hypotheken 1
Belastingrecht 1
Financiële markten en beleggen
Communicatie 1
Financiële dienstverlening & WFT
Estate planning, Fin. Planning en pensioen
1
Assurantiën 1
Blok 4
S/O/M
Hoor en
werkcolleges.
Rekenmachines
en rekenmodules
tbv adviesplan
Hypotheken 2
Belastingrecht 2
Financiële markten en beleggen
(Beleggingsleer) 2
Communicatie
S/O/M
Hoor en
werkcolleges.
Rekenmachines
en rekenmodules
tbv adviesplan
120
Bouwsteendoelstellingen:
Financiële dienstverlening & WFT
Estate planning, Fin. Planning en pensioen
2
Assurantiën 2
Toetsvorm(en)
Cesuur
55% per onderdeel minimaal
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
CE
DC 1. Producten en diensten initieren en creeren, zelfstandig en
ondernemend. Financieel
management Recht en
juridische zaken
DC 2. Marktonderzoek uitvoeren, interpreteren, toetsen en
evalueren
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing:
N2 en N3
N3
Analyse van onderzoeksresultaten
DC 6. Geven van adviezen en het verlenen van diensten op
financieel-economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden
N2
Financiering particulier
DC 7. Sociale en communicatieve competentie
(interpersoonlijk, organisatie):
N3
DC 8. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk,
beroepsbeoefenaar of professional):
N3
BE
DC 3. Bepalen en beheersen van financieel-economische
en fiscale risico’s
N2 en N3
Risicomanagement
Belastingrecht
DC 4. Bepalen en verstrekken van financieel-economische en
fiscale informatie voor besluitvorming.
Ondernemingsrecht
DC 6. Geven van adviezen en verlenen van diensten op
financieel-economisch en fiscaal terrein aan
belanghebbenden.
N3
N2
Financiering particulier
DC 7. Sociale en communicatieve competentie
(interpersoonlijk, organisatie):
N3
121
DC 8. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk,
beroepsbeoefenaar of professional)
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
“Beleggen en financiële markten” van Hans Buunk.
3e druk , ISBN 9789039525722
N3
ISBN
WFT Financiële dienstverlening
Bankzaken
Economie van commercial banking
Reinold Windeman
Compendium Estate Planning
Autar, Baard en Kolkman (red.)
ISBN 9789013081305
Kluwer
Belastingrecht voor Bachelors en Masters editie 2011/2012 Theorieboek
ISBN 9789079564316
mr. G.A.C. Aarts MFP
Convoy Uitgevers
Belastingrecht voor Bachelors en Masters editie 2011/2012 Werkboek
ISBN 9789079564323
Convoy Uitgevers
Woningfinanciering, een inleiding
ISBN 9789043016971
328 pagina’s
23-02-2010
Pearson Education
Financiële planning voor de Particulier
Academic Service
Anneke de Koning
Ploni Koevoet
ISBN 9789039526309
Alles over verkopen
Richte Lommert
ISBN 9032509942
De Kern
NIBE-SVV Wft-Schade Particulier
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
Judex.nl
AFM.nl
Belastingdienst
Wetboekonline.nl
IEX.nl
DNB.nl
122
Major
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Studiejaar:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
FSM2
Financial Service Management 2
30 EC
4
1 en 2
20 weken
Propedeuse + stage of FSM1, dan wel een andere minor
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud:
De ontwikkelingen in de financiële wereld volgen elkaar in snel tempo op, het is een zeer
dynamische en uitdagende sector. Vooral internationaal zijn er enorme veranderingen gaande en in
deze vooral Europese context wordt de minor FSM 2 aangeboden. Recente voorbeelden zijn er te
over.
De hypothekencrisis in de Verenigde Staten heeft wereldwijd geleid tot een kredietcrisis die zijn
weerga niet kent en waarvan zelfs de deskundigen niet aan kunnen geven hoever de reikwijdte van
de crisis is. Een direct gevolg hiervan is de Eurocrisis welke in deze minor uitvoerig bestudeerd
wordt.
Bovenstaande geeft aan dat de bank- en verzekeringsbranche niet alleen in een nationaal
perspectief geplaatst moet worden maar zeker in een internationaal perspectief. Dat gaan we
binnen de minor FSM 2 doen. We gaan letterlijk en figuurlijk over onze landsgrenzen heenkijken.
We wensen jullie een zeer leerzame minor toe.
Om in de dynamische en internationale bank- en verzekeringswereld aan de slag te kunnen zul je
over bepaalde competenties moeten beschikken. Om te kunnen slagen voor de opleiding
commerciële economie of bedrijfseconomie zul je aan moeten tonen dat je aan de vereiste
competenties op een bepaald niveau voldoet. In die zin is FSM 2 een bijzondere minor, er wordt
aan de competenties van twee afstudeerrichtingen gewerkt, zowel commerciële economie als
bedrijfseconomie.
Werkvormen
Hoor- en werkcolleges, PBL, Excursies/Bedrijfsbezoeken, Assessments
Competenties en wijze van toetsing:
Competenties en BOKS:
Maatschappelijk verantwoord ondernemen:
 Maatschappelijk bewustzijn:
De beginnend beroepsbeoefenaar is zich bewust van de verschillende
partijen in de samenleving en hoe zij elkaar (kunnen) beïnvloeden.
 Strategische inzicht:
De beginnend beroepsbeoefenaar is in staat om strategisch te kijken
naar de bedrijfsomgeving, en maatschappelijke ontwikkelingen te
vertalen naar kansen en risico’s voor bedrijven, en hierdoor MVO te
verbinden met de bedrijfsstrategie.
 Integriteit:
De beginnend financieel-zakelijk dienstverlener demonstreert dat hij in
staat is om vanuit de afweging rendement, risico en relatie klanten te
accepteren of af te wijzen.
Research:
 Leidinggeven en projectmatig werken:
De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat zij/hij in staat is om
samen te werken met anderen en anderen tot samenwerking te
motiveren in teams, projectgroepen en andere
samenwerkingsverbanden, ruimte te geven aan de standpunten van
andere betrokkenen, te bemiddelen in conflicten en conclusies te
formuleren, verantwoordelijkheid te nemen en leiding te geven
Analyseren:
 De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat zij/hij in staat is om
helder en kritisch te denken, ervaring, redenering en affectiviteit te
integreren in weloverwogen oordelen binnen een handelingscontext.
Niveau
van
toetsing:
Wijze van
toetsing:
Schriftelijk,
ToePassen
Opdracht
Mondeling
123
Zij/hij toont zich in een situatie te kunnen oriënteren, relevante factoren
te onderscheiden, begrippen op eenduidige en heldere wijze te
gebruiken, logisch en helder te redeneren, feiten, interpretaties en
waardeoordelen te onderscheiden.
Kwaliteit verbeteren:
 De beginnend financieel-zakelijk dienstverlener demonstreert dat hij in
staat is kwaliteit te monitoren en vanuit de uitkomsten met
verbeterplannen te komen waarvoor hij draagvlak heeft gecreëerd.
Riskmanagement:
 Inzicht in en analyse van(financiele)informatie Bepalen en verstrekken
van financieel-economische en fiscale informatie voor de besluitvorming.
 Berichtgeving omtrent nieuwe ontwikkelingen en veranderende wet - en
regelgeving en martktontwikkelingen volgen en begrijpen en dit waar
nodig met klanten delen. Hij kan de voor zijn organisatie en in zijn
situatie van belang zijnde, fiscaal en financieel economisch
ontwikkelingen toepassen in advisering of beleidsmatige beslissingen.
 Werken aan de organisatie
 Kunnen inspelen op politiek en economisch beleid.
 Inspelen op de (politieke) omgeving van zijn organisatie door een
bijdrage te leveren in het (ontwikkelen van) beleid en de doelstellingen
van zijn organisatie hierop (mede) af te stemmen.
Finance:
 Het zorg dragen voor voorbereiden, uitvoeren, afwikkeling en nazorg
van dienstverlening.
 Vanuit de afweging rendement, risico en relatie klanten accepteren of
afwijzen. Advisering geven over inrichting van de
ondernemingsstructuur, adviezen geven en diensten verlenen op
financieel-economisch (en fiscaal) terrein aan belanghebbenden.
Analytisch vermogen:
 Ondernemingsanalyse: Inschattingen maken over
investeringsbeslissingen in ondernemingen, een financieel resultaat
monitoren en zowel tussenevaluaties als een jaarrekening analyseren,
herkennen hoe de financiële prestaties, financiële positie, continuïteit
en/of reputatie van de organisatie is.
Treasury:
 werken aan de business
 beleidsdocument schrijven
 werken aan je eigen professionaliteit
 benutten van leervermogen
Sales:
 verleent diensten
 adviseren en verkopen
Global Sustainability:
 Systeemgerichtheid
 Toekomstgerichtheid
 Persoonlijke inzet
Leadership:
 Professionaliteit
 Oordeelsvorming
 Communicatie
Belangrijkste doelstelling(en) inclusief niveau aanduiding zoals in de matrix is opgenomen en wijze
van toetsing en de toegestane hulpmiddelen:
Doelstelling:
Wijze
Toegevan
stane
toetsing:
hulpmiddelen:
De student heeft kennis en inzicht op het gebied van internationale
SchrifteGeen
financiële dienstverlening en kan deze kennis en betreffend inzicht
lijk
toepassen.
MondeStudent weet zich een oordeel te vormen aangaande internationale
124
financiële ontwikkelingen en is in staat om informatie, ideeën en
oplossingen aan te dragen.
Cesuur
Literatuur:
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
 Basisboek MVO, Lars Moratis & Mark van der Veen , Uitgeverij: van
Gorcum , IDerde druk (2010)
 Zo doe je een onderzoek, Roel Grit & Mark Julsing, 2009


De Kredietcrisis voorbij, 1e Druk 2009m, Prof. dr. J. Koelewijn, Drs. P. de
Keijzer, Drs. P.H.C Kuijk, Dr. E Melse MBA, Drs. B.J.J. Steinebach
De financiële functie: Vermogensmarkt en ondernemingswaarde, 3e Druk
2010, A.W.W. Heezen, T. Ammeraal
Risicobeheer, T. Ammeraal & A.W.W. Heezen

Beslissingen en & planning, T. Ammeraal & A.W.W. Heezen


Basisboek Duurzame Ontwikkeling, Niko Roorda, Noordhoff , Tweede editie
(2010)
 Risicomanagement: Een nieuwe visie op het verzekeringsadvies, Paul Claes
en Lizanne Vroom, Kluwer, 2000
Aanbevolen literatuur
ling
55%
ISBN
 978 90 232
4627 5
 978 90 01
77308 3
 978-90-0177453-0
 978-90-0178431-7
 978-90-0103428-3
 978-90-0103425-2
 978 90 01
79638 9
 90 312 1996 7
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt
(aanbevolen/verplicht)
125
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OBEST
Stage
30 credits
3.1 en 3.2
2 perioden
Voldoen aan de stagenorm:
Propedeuse behaald + 30 credits na propedeuse (hoofdfase)
Taal van het land
Korte beschrijving van de inhoud
Als onderdeel van je opleiding doe je bij een normaal studieverloop in het derde jaar je stage. Een
stage duurt twintig weken en moet bij een geschikt bedrijf of een geschikte instelling worden
uitgevoerd. De uit te voeren werkzaamheden moeten liggen op het vakgebied van de opleiding.
Ter voorbereiding en uitvoering:
Sollicitatie naar stageplaats, Formuleren stagevoorstel,Leerdoelen formuleren, Plan van aanpak
opstellen,100 dagen praktijkstage, Verslag stagebedrijf en stagewerkzaamheden, Evaluatie
stagewerkzaamheden en eigen functioneren
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Je moet op het sociale vlak
Schriftelijk
binnen een organisatie leren
stageverslag
functioneren.
Werkvorm(en)
Practicum
Hulpmiddelen
nvt
Je moet een globaal beeld
verkrijgen van het functioneren
van een organisatie.
Schriftelijk
stageverslag
Practicum
nvt
Je verwerft praktische
competenties in je toekomstige
beroepspraktijk.
Schriftelijk
stageverslag
Practicum
nvt
Je moet je op school
verworven kennis leren
toepassen in de praktijk.
Schriftelijk
stageverslag
Practicum
nvt
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 7. Sociale en communicatieve competentie
(interpersoonlijk, organisatie):
DC 8. Zelfsturende competentie
(intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of
professional)
Daarnaast minimaal één van de volgende 6
domeincompetenties:
DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van
(geautomatiseerde) informatiesystemen voor
het besturen van organisaties.
Niveau van toetsing:
N4: Integreren
N4: Integreren
DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de
administratieve organisatie.
DC 3. Bepalen en beheersen van financieeleconomische en fiscale
risico’s.
126
DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor
besluitvorming.
DC 5. Verstrekken van informatie t.b.v. externe
belanghebbenden.
DC 6. Geven van adviezen en verlenen van
diensten op financieel-economisch en fiscaal
terrein aan belanghebbenden.
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Projectmanagement
Stagehandleiding Delen A en B
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
www.projectmanagement.noordhoff.nl
ISBN
978-90-01-79092-9
127
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OLEAF (Scriptie A & B)
Afstudeeropdracht
30 credits (840 studiebelastinguren)
4.3 en 4.4
2 perioden (half studie jaar)
Voldaan aan de afstudeernorm:
Stage behaald + 120 credits totaal ná propedeuse (hoofdfase)
Taal van het land
Korte beschrijving van de inhoud
Als onderdeel van je opleiding doe een afstudeeronderzoek. Dit duurt ongeveer twintig weken en
moet bij een geschikt bedrijf of een geschikte instelling worden uitgevoerd. Het onderzoek wordt op
een gestructureerde wijze uitgevoerd en leidt tot een onderzoeksrapport en een presentatie
(inclusief verdediging).
Ter voorbereiding en uitvoering:
Sollicitatie naar afstudeerplaats, Formuleren onderzoeksvoorstel, Plan van aanpak opstellen,
Formuleren onderzoeksplan, Gegevens verzamelen en analyseren, Literatuuronderzoek, Ongeveer
100 dagen praktijkonderzoek en verslaglegging in een organisatie, Verslag onderzoek (50% van
het cijfer), Presentatie en verdediging van het onderzoeksrapport (50% van het cijfer), Evaluatie
afstudeeronderzoek
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Je moet tijdens de
Schriftelijk
afstudeerperiode aantonen
(afstudeerverslag/scriptie)
dat je op grond van de
verworven theoretische
inzichten en de al eerder
opgedane praktijkervaring in
staat bent een voor je
opleiding relevant onderwerp
te onderzoeken. Dit levert
een onderzoeksrapport
Presentatie onderzoekrapport
Mondeling
+ verdediging
onderzoekrapport
55%
Cesuur
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 7. Sociale en communicatieve competentie
(interpersoonlijk, organisatie): DC 8.
Zelfsturende competentie
(intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of
professional)
Daarnaast minimaal één van de volgende 6
domeincompetenties:
DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van
(geautomatiseerde) informatiesystemen voor
het besturen van organisaties.
Werkvorm(en)
Practicum
Hulpmiddelen
checklist
Practicum
Checklisten
Niveau van toetsing:
N4: Integreren
N4: Integreren
DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de
administratieve organisatie.
DC 3. Bepalen en beheersen van financieeleconomische en fiscale
risico’s.
128
DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor
besluitvorming.
DC 5. Verstrekken van informatie t.b.v. externe
belanghebbenden.
DC 6. Geven van adviezen en verlenen van diensten op
financieel-economisch en fiscaal terrein aan
belanghebbenden.
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Afstudeerhandleiding
Zo doe je een onderzoek
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
www.zodoejeeenonderzoek.noordhoff.nl
ISBN
Stenden Blackboard
978-90-01-71284-6
129
Bijlage D
Jaartoetsrooster
Het Jaartoetsrooster van de opleiding wordt gepubliceerd rond 1 september 2014.
130
Bijlage E
Vrijstellingenbeleid Examencommissie School of Business
In artikel 10 van hoofdstuk 5 van het OER wordt de regelgeving met betrekking tot het verlenen van
vrijstellingen door de Examencommissie beschreven. Het eerste geeft aan dat vrijstellingen worden
verleend op basis van het vrijstellingenbeleid.
In dit document worden de uitgangspunten voor het vrijstellingenbeleid beschreven.
1. Vrijstellingen moeten door de student vroegtijdig worden aangevraagd, in principe uiterlijk tot
zes weken voor de start van het desbetreffende opleidingsonderdeel. Onder
‘programmaonderdeel’ wordt verstaan elke notitie in Progress.
2. Studenten moeten vrijstellingsverzoeken indienen op de daartoe bestemde formulieren die op
Blackboard zijn geplaatst.
3. Onvolledig en incompleet ingevulde verzoeken worden niet in behandeling genomen en worden
geretourneerd.
4. De student moet documenten bij het verzoek toevoegen waaruit blijkt dat aan de
kwalificaties/doelen/competenties is voldaan.
5. De examencommissie laat zich adviseren door vakdocenten en/of modulecoördinatoren voor een
inhoudelijke weging van het vrijstellingsverzoek. Een onderzoek kan deel uitmaken van de
procedure.
6. Zolang een vrijstellingsverzoek niet is toegekend, wordt de student geacht aan alle verplichtingen
te voldoen die voor het desbetreffende programmaonderdeel zijn geformuleerd. Een student
wordt geacht de toetsen te maken zolang een vrijstellingsverzoek niet is toegekend; als de
student zakt voor de betreffende toets, wordt een vrijstellingsverzoek afgewezen.
7. De examencommissie kan een verzoek afwijzen als de documenten die als grond voor het
vrijstellingsverzoek dienen, ouder zijn dan vijf jaar.
8. Vakken en toetsen uit een vooropleiding (voortgezet onderwijs, mbo) geven geen grond/recht op
een vrijstelling.
9. De examencommissie heeft het recht om vrijstellingsverzoeken af te wijzen als dat leidt tot een
individueel programma dat als niet stimulerend voor de studievoortgang wordt geacht.
10. De examencommissie kan verzoeken tot het vrijstellen van vaardigheden afwijzen als tot de
mening van de examencommissie het onderhouden van deze vaardigheden een belangrijk doel is.
11. Studenten kunnen geen vrijstellingen aanvragen voor onderdelen uit de set van eindwerken.
12. Hardheidsclausule: de examencommissie is bevoegd in bepaalde gevallen tegemoet te komen
aan onbillijkheden van overwegende aard, die zich bij toepassing van het vrijstellingenbeleid
mochten voordoen.
131
Bijlage F
Literatuurlijst
132