Konkunktiv II: Beleeft spreken/schrijven D Konjunktiv 2 NL aanvoegende wijs De beleefdheidsvorm gebruik je dan als je wilt aangeven dat je niet opdringerig wilt zijn maar dat je op een beleefde en sympathieke manier iets wilt bereiken gebruik je de Konjunktiv 2. In het Nederlands doe je dit met het werkwoord “zouden” en het hele werkwoord. Als ik jou was zou ik morgen naar Duitsland gaan. Hoe maak je de beleefdheidsvorm in het Duits? Zouden direct vertaald betekend würden en is afkomstig van het werkwoord “werden”. a) zouden + hele werkwoord = beleefd Ik zou het vliegtuig morgen om drie uur nemen. 1. Vervoeg het werkwoord “werden” in de verleden tijd ich du er, sie, es wir ihr sie, Sie wurde wurdest wurde wurden wurdet wurden 2. Zet puntjes op de klinker. Klaar! Ich würde das Flugzeug morgen um 3 Uhr nehmen. 1 A.Beckmann b) Vaak gebruik je een hulpwerkwoord bij de beleefdheidsvorm. zouden + hulpwerkwoord + hele werkwoord = beleefd Van “zouden + hulpwerkwoord” maak je het beleefde hulpwerkwoord. Zou ik een pen kunnen lenen? 1. Vertaal het werkwoord kunnen NL kunnen D können 2. Vervoeg de stam van het werkwoord in de verleden tijd. ich du er, sie, es wir ihr sie, Sie konnte konntest konnte konnten konntet konnten 3. Zet puntjes op de klinker. Klaar! Dus: Könnte ich einen Kugelschreiber leihen? Voorbeeldzinnen: NL Zou ik naar de WC mogen gaan? Dürfte ich auf die Toilette gehen? De hulpwerkwoorden zijn: können, müssen, dürfen, werden, sollen 2 A.Beckmann Het beleefde gebruik van het werkwoord “zijn”: ich wäre, du wärst er,es,sie wäre, wir wären, ihr wärt, sie,Sie wären Als ik jou was dan zou ik deze vliegreis boeken. (advies) Wenn ich du wäre dann würde ich diese Flugreise buchen. Zit je in een restaurant: Ik wil graag Ich hätte/möchte gern einen Kaffee bitte. 3 A.Beckmann
© Copyright 2024 ExpyDoc