Programma

Summer TRIP: JUDEX FABER
(inter)actieve rechtscreatie
ref.: SPE-068
__________________________________________________________________________________
Doelpubliek
Magistratuur (zowel zetel als openbaar ministerie)
Doelstelling en competenties
De summer trip is een unieke gelegenheid voor de magistraat om zijn of haar intellectuele horizon op
interactieve wijze te verruimen. Door een stap terug te treden uit de dagdagelijkse beslommeringen
wordt de magistraat in staat gesteld zich aan een diepgaande reflectie te wijden. Dit jaar zullen de
deelnemers de thematiek van de (inter)actieve rechtscreatie verder uitdiepen.
Tijdens deze opleiding wordt de competentie ‘gerechtelijke oordeelsvorming’ (verder) ontwikkeld.
Context
‘No man is an island’, zo luidt een van de beroemdste dichtregels uit de Devotions van de 17deeeuwse Engelse dichter John Donne, die meteen ook de toon zet van het thema dat tijdens deze
tweedaagse zal worden aangesneden. Van de filosofie van Aristoteles tot de individueelpsychologische behoeftepiramide van Abraham Maslow werd voortdurend met zuiver rationele en
experimentele argumenten aangetoond dat de mens een sociaal dier is dat niet zonder naasten kan
leven: vriendschappen, familierelaties of zelfs sociologische en politieke entiteiten zijn zonder meer
constitutief voor de bepaling van de individuele identiteit. Zelfs de meest gewiekste der misantropen
zal niet anders kunnen dan pretenderen uit te zijn op echte vriendschap - hoewel hij dit echter alleen
maar kan veinzen.
Uiteraard leven we niet uitsluitend in een wereld van wederzijds affectieve relaties, zoals de
voorbeelden hierboven doen uitschijnen. Vele en misschien zelfs de meeste van de relaties zijn
louter instrumentenrationeel van aard, zoals zakelijke of commerciële contacten. Deze vorm van
inter-persoonlijk verkeer wordt gekenmerkt door een strategisch doel-middeldenken en kan best,
naar de metafoor van Bernard Mandeville, worden omschreven als een bijenkorf waarin iedereen
ondoelmatig de grootste gemene welvaart genereert. Vriendschappelijke wederkerigheid wordt
zakelijke procedure, wat aldus het momentum creëert waarop het recht van belang is: ubi societas,
ibi ius is niet louter een mooi Latijns rechtsadagium (*), maar bovenal een sociologische waarheid
zonder weerga.
Men zou deze spreuk natuurlijk ook als een filosofisch vraagstuk kunnen opvatten: was het recht er
voor, na of gelijktijdig mét die samenleving? Verdedigers van een onwrikbaar theologisch
natuurrecht zullen het eerste beamen: het recht bestaat als een eeuwige vorm in het goddelijke
Intellect, en is volledig transcendent aan eender welke temporele rechtsconstellatie hier op aarde. Zij
die daarentegen beweren dat het recht nà het samenleven komt, zijn de ultrapositivisten die de
these van Hobbes zullen beamen dat het recht alleen maar kan geschieden indien de samenleving
wordt opgeheven, waarna een autocratisch soeverein kan beslissen wat ‘recht’ precies inhoudt.
De gelijktijdigheidthese stelt daarentegen dat er helemaal geen temporeel verband wordt aangeduid
wanneer we zeggen dat recht en samenleving aan elkaar zijn gecorreleerd. Iedere vorm van
intersubjectief gedrag kan slechts geschieden, als en slechts als, dit ook geschiedt in een normatieve
context van wederzijdse erkenning. Zonder deze zou iedere vorm van coöperatieve samenwerking of
samenleving volstrekt onmogelijk zijn.
Recht en samenleving zijn dus twee zijden van dezelfde munt. Maar in welke mate draagt de
magistraat hier zijn steentje toe bij? De titel van dit seminarie pretendeert dat de (zetelende)
magistraat een ‘iudex faber’ is - letterlijk een ‘scheppende rechter’. Deze stelling is allerminst
gespeend van enkele quasi-theologische overwegingen: net zoals volgens het bekende
Scheppingsverhaal God de wereld en de kosmische orde uit het niets heeft geschapen, zo is ook het
juridische vernuft in staat een orde van rechtvaardigheid, billijkheid en clementie te grondvesten.
Niet voor niets vergeleek Ronald Dworkin de (sterk geïdealiseerde) rechtsprekende rechter met de
Griekse halfgod Hercules, die kan putten uit een oneindige bron aan kennis en wijsheid.
Maar klopt dit beeld wel? Indien ook de rechter in functie een ‘animal sociale’ is, dan kan hij niet
anders dan in voortdurende dialoog treden met zijn collega’s. Ook het recht behoeft immers
interactieve corroboratie opdat de rechter niet in een autarkisch dogmatisme zou verzanden. In
hoeverre is er vandaag de dag nog ruimte om een bepaald individueel standpunt af te toetsen aan
dat van andere magistraten? In welke mate wordt een rechterlijk standpunt, ten goede en ten
kwade, beïnvloed door dat van anderen? Zou het wenselijk zijn mocht er meer dialoog tussen
magistraten onderling zijn? Kunnen ook andere actoren uit de samenleving - academische wereld,
politiek, middenveldorganisaties,... - hier een bijdrage toe leveren, of komt de fel geprezen
‘onafhankelijkheid’ van de rechterlijke macht dan in het gedrang? Dienen vrederechters, die
alleenzetelend rechtspreken, eveneens rekening te houden met zogenaamde dissenting opinions?
Het zijn maar enkele vragen die aan bod zullen komen tijdens dit tweedaags seminarie.
Nieuw dit jaar is dat we de aanwezige deelnemers ook effectief zullen uitnodigen tot interactieve
oordeelsvorming aan de hand van enkele casussen. Want het vervolg op de eerder vermelde
versregel van John Donne luidt: ‘every man is a piece of the continent.’ Bent u bereid om dit
werelddeel samen met ons te verkennen? Schrijf u dan nu in!
(*) Het bekende adagium ubi societas, ibi ius wordt gezien haar Latijnse vorm vaak verkeerdelijk
toegeschreven aan juristen en rechtsfilosofen zoals Cicero, Ulpianus of zelfs Hugo Grotius. De
formule zoals die vandaag gekend is verschijnt echter pas voor het eerst in 1751, in een postuum
verschenen recensie van Grotius’ De Iure Belli Ac Pacis geschreven door de Duitse jurist Heinrich von
Cocceji (1644-1719).
-2-
Data
Donderdag 28 augustus en vrijdag 29 augustus 2014
Plaats
Het Godshuis - Leemweg 11 - 9980 Sint-Laureins - tel: 09/223 15 10
www.godshuis.be
Inschrijvingen
De deelnemers worden verzocht hun inschrijvingsformulier ten laatste op vrijdag 8 augustus 2014
over te maken aan mevrouw Anita Cools ([email protected]).
Opmerkingen
Teneinde een optimaal kader te scheppen om in alle rust en sereniteit van gedachten te wisselen, is
het aangeraden om ter plaatse te overnachten. Deze mogelijkheid is voorzien, en de kosten hiervoor
zijn geheel ten laste van het IGO. Let wel op: er is slechts plaats voor maximum vijftig deelnemers,
dus snel reageren is de boodschap!
Gedurende het hele seminarie zal er simultaanvertaling (Frans-Nederlands) worden voorzien. Een
verslag van het seminarie zal u achteraf tevens worden overgemaakt.
Onze organisatie streeft naar een papierloos beleid met respect voor het milieu. Om die reden
worden de deelnemers verzocht de documentatie tijdens het seminarie te raadplegen op een
elektronisch medium (laptop, tablet, smartphone,...), hetzij zélf op voorhand af te drukken en mee te
brengen. De documentatie zal u een week voor de aanvang van het seminarie worden bezorgd via
een hyperlink op ons digitaal platform.
Voor alle (praktische) vragen kunt u terecht bij mevrouw Anita Cools, telefonisch op het nummer 02
518 49 56 of per e-mail via [email protected] .
-3-
Programma
_________________________________________________________________________________
Voorzitter:
Mevr. Edith VAN DEN BROECK, directeur van het Instituut voor Gerechtelijke
Opleiding
_______________________________________________________________________________
1) Donderdag 28 augustus 2014
10.15
Onthaal – check in
10.35
verwelkoming door de voorzitter
11.00
Rechter in gesprek of ambtenaar in functie?
Rechtspreken is wat een rechter als zodanig geacht wordt te doen. Etymologisch is de
term ‘recht’ evenwel afgeleid van het Latijnse werkwoord ‘regere’; iets onder
heerschappij brengen of onder controle hebben. Vanuit het standpunt van het
dominerende rechtspositivisme wordt het recht dan ook opgevat als een
maatschappelijke verhouding tussen de heerser (‘rex’) en zijn rechtssubjecten; een
verhouding die geïnstitutionaliseerd wordt middels wettelijke bepalingen,
verordeningen en regelgeving. De gevolgen voor de rechterlijke macht zijn enorm: de
rechter wordt herleid tot een ambtenaar in functie die tot taak heeft de vigerende
rechtsorde te doen naleven. Recht, opgevat als het geheel van positieve wetgeving
(‘lex’), is echter slechts zelden in samenspraak met recht als objectieve eigenschap van
de orde der dingen. Die objectieve orde der dingen die het recht (‘ius’) behelst kan
echter alleen maar gevonden worden door de logische en dialogische vaardigheden van
een interactieve rechter in gesprek.
Uiteenzetting gevolgd door een stelling debat
Dhr. Frank VAN DUN, eredocent aan de Universiteiten Gent en Maastricht
12.15
De functie van de rechtspraak tussen de wet en het recht
De rechter is pas waarlijk schepper van het recht wanneer hij rekening houdt met de
standpunten van minderheden die echter geen toevlucht tot de wet kunnen nemen. Hij
moet dus werken binnen de context van de dubbele erkenning van zowel de wet,
waarvan de rechter de schatbewaarder is, alsook met de verzuchtingen die gebaseerd
zijn op een grondwettelijk principe (denken we bijvoorbeeld maar aan het conflict dat in
Frankrijk woedt tussen het recht op leven enerzijds, en de halsstarrige weigering iemand
met een vrijwillige levensbeëindiging te begeleiden). Het is in die zin dat zij de nieuwe
setting van onze pluralistische democratie vormt: de rechter is de hoeder van twee
conflicterende normen die hij moet trachten te overstijgen.
Uiteenzetting gevolgd door debat:
Dhr. Denis SALAS, vice-voorzitter van de arrondissementsrechtbank van Parijs
-4-
13.00
Lunch
14.30
De eenzaamheid en vrijheid van de rechter
Een rechter dient van een zekere vrijheid te genieten opdat deze op ambachtelijke wijze
recht zou kunnen creëren. Soms kan een rechter ook effectief afstand nemen van de
wet (zoals in de mythe van Antigone) en aldus het laken naar zich toe trekken om recht
te maken. Ook al is die bewegingsvrijheid beperkt, toch moet zij worden gewaardeerd
als een privilege. De keerzijde hiervan is natuurlijk de ‘eenzaamheid’ van de rechters,
vooral voor alleenzetelende rechters (bv. vrederechters)
Uiteenzetting gevolgd door debat:
Dhr. Frank FLEERACKERS, professor aan de Katholieke Universiteit Leuven
15.45
Koffiepauze
16.15
Workshops
casussen onder auspiciën van de heren Frank FLEERACKERS (voornoemd), Paul
MARTENS, emeritus voorzitter van het Grondwettelijk Hof, eredocent aan de
‘Université Libre de Bruxelles’ en aan de Universiteit Luik en Frederik EVERS,
erevrederechter 2e kanton Gent
17.45
Einde
18.00
Socratische wandeling
19.45
Diner
__________________________________________________________________________________
2) Vrijdag 29 augustus 2014
7.30 – 9.15 Ontbijt
9.30
De herinvoering van de collegialiteit in het juridisch wordingsproces?
In fel contrast met de ‘eenzaamheid’ van de rechter en de uniciteit van de casus wordt
er een ‘inter-rechterlijke’ eenheid verwacht ten aanzien van de geldende jurisprudentie.
Het is daarom interessant en allicht zelfs noodzakelijk om de notie van ‘collegialiteit’ op
het niveau van de rechtspraak opnieuw in te voeren. Op die manier zouden rechters in
wederzijds overleg tot een besluit moeten komen dat gekenmerkt wordt door een logica
van het ‘gedeelde geheim’. Nochtans blijkt geenszins uit de feiten dat er ook effectief
gebruik wordt gemaakt van deze mogelijkheid. Zo stelt de deontologische code dat een
magistraat “zijn collega’s mag raadplegen, zij het echter met de nodige voorzichtigheid”.
Op die manier wordt de indruk gewekt dat dit in feite een laakbare en te mijden
strategie is.
-5-
Uiteenzetting gevolgd door debat:
De heer Paul MARTENS, (voornoemd)
10.45
Koffiepauze
11.00
Judex Faber: klantgeoriënteerd & kwaliteit
Wat legitimeert de positie van de vrij gevestigde handwerksman in de markt? Het
volgens zijn professionele kwaliteit op maat van de klant geleverde product. Dat geldt
ook voor rechters. Wat kwaliteit is, weet u. De rechter belichaamt het zelf én stemt
onderling af. Maar hoe weet de rechter wat de rechtzoekende in zijn of haar hoofd
heeft?
Uiteenzetting gevolgd door debat:
Mevr. Rosa JANSEN, Voorzitter van het College van Bestuur van het Studiecentrum
Rechtspleging (SSR), Nederland
12.15
Lunch
13.45
Plenaire sessie: presentatie en discussie van de werkgroepen (casussen)
15.00
Koffiepauze
15.15
Het rechterlijk oordeel tussen recht en ethiek
De rechterlijke taak om de wet toe te passen door het uitspreken van vonnissen is in de
loop van de geschiedenis vanaf de klassieke rechtsstaat tot de hedendaagse
constitutionele rechtsstaat almaar moeilijker geworden. De taak van de rechter heeft
immers ook een ethische inhoud, doordat grondwetten fundamentele waarden
incorporeren die aan de basis liggen van de rechten van de mens.
Uiteenzetting gevolgd door debat:
Dhr. Carlos GOMEZ, Presidente de la Audiencia Provincial de Baleares y de la Sección
nº 3
16.15
Slotconclusie door Dhr. Paul MARTENS, (voornoemd)
16.45
Slotrede door de voorzitter
17.00
Afscheidsdrankje
__________________________________________________________________________________
-6-