Inkoopbeleid 2015 Medisch Specialistische Zorg volgende> ‘Samen bouwen aan zinvolle zorg’ 2 Inhoud < Vorige volgende> Inkoopbeleid 2015 Inhoud Voorwoord Inkopen van zorg voor verzekerden Samen bouwen aan zinvolle zorg Substitutie 1 Visie en strategie Achmea Meerjarenvisie Achmea als stabiele leidraad voor de koers Beleidsrijk inkopen Regiovisie Substitutie Betaalbaarheid Invloed evaluatie inkoop 2014 op inkoopbeleid 2015 4 4 5 5 6 6 7 7 7 8 9 2Inkoopstrategieën en contracten 2015 10 Belangrijke veranderingen in 2015; gevolgen voor ons beleid 10 Transparantie 11 PROM-score 11 Inkoopspecificaties 12 Contracten 12 Nieuwe zorgaanbieders en zorgaanbieders met een klein volume zorgkosten (voor Achmea) 13 Beter Af Selectief Polis (BAS) 14 Digitaal contracteren 14 Prestatie-inkoop: pilot voor het inkopen van zorg op basis van kwaliteit 14 Gezamenlijke inkoop dure geneesmiddelen 15 medisch specialistische zorg 3 Beleidsprioriteiten 2015 16 Generieke zorginkoopspecificaties 17 1.Patiëntervaringen 17 2.Patiëntveiligheid 17 Thematische zorginkoopspecificaties 17 3.Eerstelijnsdiagnostiek 17 4. Intramurale farmacie 18 5. Dementie en ouderenzorg 18 6.Spoedzorg 19 Aandoeningspecifieke zorginkoopspecificaties 20 7. Beroerte (CVA) 20 8.Cardiologie 21 9. Chronische nierschade 22 10.COPD 22 11.Dermatologie 23 12. Diabetes mellitus 23 13.Heup/knievervanging 24 14.Wervelkolom 24 15. Morbide obesitas (bariatrie) 25 16.Oncologie 25 17.Varices 26 18.Cataract 26 19.Geboortezorg 27 20.Galstenen 28 4 Specifieke beleidsonderwerpen 5 Monitoring en naleving Visie en scope Monitoring van de naleving 1.Zorgkostendoelstelling 2. Kwaliteitsdoelstelling 3. Informatieaanlevering 32 32 32 32 33 33 6 Financiering onderhanden werk 36 7 Inkoopproces en tijdpad 37 Bijlage 1: Inkoopspecificaties 2015 38 Bijlage 2: Algemene kwaliteitsvoorwaarden 46 30 30 30 UMC-beleid Medisch specialistische revalidatie Medisch specialistische verpleging thuis (MSVT) 31 Inhoud < Vorige volgende> 3 Voorwoord Het zijn en blijven turbulente tijden in de zorg. Iedereen beweegt en acteert met gemeenschappelijke en eigen belangen. Maar uiteindelijk hebben we allemaal een gemeenschappelijk doel: optimale en doelmatige zorg voor onze verzekerden en uw patiënten tegen een betaalbare premie. Achmea hanteert dit doel als leidraad bij de zorginkoop, waarbij we dit jaar nog explicieter toevoegen dat de verzekerde/patiënt centraal staat. Dit lijkt een ‘open deur’, maar verliezen we niet juist onze doelgroep uit het oog in alle hectiek van wetswijzigingen, bezuinigingen, innovatie, prestatiebekostiging, integrale tarieven, zorgverplaatsing en de discussies over het zorglandschap? Verzekeraars hebben een regierol conform de Zorgverzekeringswet. Met dit inkoopdocument geven wij aan hoe wij dit zien en willen uitvoeren. Maar hierbij hebben wij u, als zorgaanbieder, nodig. Inkopen van zorg voor verzekerden Omdat we de wensen en feedback van onze verzekerden meenemen in ons inkoopbeleid, hebben wij opnieuw de enquête ‘Stem van de klant’ uitgezet. Het gaat daarin onder andere over prijs- en kwaliteitsverschillen in de zorg, nacontroles door de huisarts of specialist, het verplaatsen van zorg naar eerste lijn of verpleegkundigen, informatie over verschillende behandelmogelijkheden en de nabijheid van zorg. 4 Inhoud < Vorige volgende> Inkoopbeleid 2015 Samen bouwen aan zinvolle zorg Het thema van ons beleid 2015 is ‘Samen bouwen aan zinvolle zorg’. Onderling vertrouwen tussen Achmea en de zorgaanbieder is hierbij cruciaal. Wij vinden het belangrijk om samen met u de uitdagingen die voor ons liggen – waaronder de landelijk afnemende vraag naar ziekenhuiszorg, het strakke financiële kader waarin we zitten en concentratie van zorg – aan te gaan. We zullen deze uitdagingen vervolgens in zowel uw belang als dat van onze verzekerden vertalen in goede zakelijke afspraken. Voor de beste zorgverlening aan onze verzekerden gaan wij nog meer inspelen op de regionale dynamiek van vraag en aanbod en sturen op ketensamenwerking. Wij willen gesprekspartner zijn voor zorgverleners die in alle openheid echt vanuit een realistische visie willen verbeteren. Achmea de zorginkoop 2015 uiterlijk 1 november 2014 af. Hierdoor stellen wij onze verzekerden in staat om volledig geïnformeerd hun keuze voor 2015 te maken. Wij kijken uit naar een prettige en constructieve samenwerking en rekenen op uw inzet om de forse uitdagingen die we samen hebben, met ons aan te gaan. Maarten Akkerman Directeur zorginkoop medisch specialistisch zorg a.i. Achmea | Divisie Zorg & Gezondheid Achmea biedt, indien opportuun voor het bewerkstelligen van veranderingen, een meerjarig perspectief: investeringen hebben een langere looptijd en veranderingen zijn niet in één jaar gerealiseerd. Voor een optimaal rendement is zowel voor de verzekerde, patiënt, zorgaanbieder als Achmea meer dan één jaar nodig. Monitoring en verantwoording van gemaakte stappen zijn daarbij voorwaarden. Substitutie Wij zullen in de komende inkoopronde over een aantal specifieke onderwerpen met de ziekenhuizen en de eerstelijnszorgverleners en hun zorggroepen gezamenlijk het gesprek aangaan, om te bespreken hoe de juiste zorg op de juiste plaats tegen de juiste kosten geleverd kan worden. Afronding contractering uiterlijk 1 november 2014 Naast de wettelijke verplichting om op 19 november bekend te maken welke inkoopafspraken wij hebben gemaakt met de diverse zorgaanbieders, vinden wij het belangrijk om verzekerden tijdig te kunnen informeren. Om deze reden rondt medisch specialistische zorg Inhoud < Vorige volgende> 5 Visie en strategie Achmea 1 Meerjarenvisie Achmea als stabiele leidraad voor de koers Hoewel de gezondheidszorg in Nederland behoort tot de beste ter wereld, staat de houdbaarheid ervan onder druk. Een modaal gezin besteedt ongeveer een kwart van het inkomen aan gezondheidszorg. De komende jaren stijgt de zorgvraag door de vergrijzing, is technologisch meer mogelijk en zullen patiënten hoge verwachtingen koesteren van de kwaliteit van zorgverlening. Deze ontwikkelingen voltrekken zich in een economisch klimaat waarin de zorgkosten sneller blijven groeien dan ons bruto binnenlands product (BBP). Het blijft dus de komende jaren van groot belang dat alle spelers in de zorgsector zich maximaal inzetten voor het samen betaalbaar houden van zorg. De verantwoordelijkheid van de zorgverzekeraar is te sturen op een doelmatige inrichting van het zorglandschap, waarbij veiligheid, kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid uitgangspunten zijn. De eerste belanghebbende hierbij is onze klant, de verzekerde. Binnen Achmea vindt zorginkoop plaats door de divisie Zorg & Gezondheid. Onze kernopdracht is het gewaagde doel: ‘Vóór 2020 kan iedereen vertrouwen op de beste zorg’. Onze kernopdracht is geoperationaliseerd tot vier kerndoelstellingen: 1. Patiëntveiligheid: patiënten hebben een onvervreemdbaar recht op een veilige behandeling. 6 Inhoud < Vorige volgende> Inkoopbeleid 2015 2. Kwaliteit: patiënten hebben recht op optimale zorg en op voortdurende verbetering van de kwaliteit van zorg. 3. Betaalbaarheid: zorg wordt zo kostenefficiënt mogelijk geleverd (zinnige en zuinige zorg). 4. Solidariteit en toegankelijkheid: de beschikbaarheid van zorg voor al onze verzekerden is geregeld. Deze doelstellingen zijn, net als voorgaande jaren, leidend bij de zorginkoop 2015. De focus bij de onderhandeling ligt nadrukkelijk op welke zorg medisch noodzakelijk en van toegevoegde waarde is voor onze verzekerden. Het gaat dus niet slechts om het contracteren van zorgaanbieders maar om het inkopen van noodzakelijke, betaalbare, goede en veilige zorg. In de zorginkoop 2015 willen wij de in 2012 ingeslagen koers voortzetten en samen met de zorgaanbieders volgende stappen zetten. Aan de ene kant willen we blijvend met zorgaanbieders over de inhoud van zorg – veiligheid, kwaliteit, indicatiestelling – het gesprek voeren. Aan de andere kant willen we met hen zoeken naar mogelijkheden om de benodigde zorg goedkoper te maken en ondoelmatige zorg te elimineren. Beleidsrijk inkopen Wij hanteren inkoopstrategieën waarbij veiligheid, kwaliteit, toegankelijkheid, kosten en volume de kernelementen zijn. Het gaat dus om meer dan alleen prijs en volume. Differentiatie tussen zorgaanbieders zal hierbij een belangrijke rol spelen. Daarbij streven we naar evenwicht tussen wat in het belang is van onze verzekerden en de bedrijfsvoering van de zorgaanbieders. De regioteams handelen namens alle zorgmerken1 van Achmea. Elke regio ontwikkelt een regiovisie, waarin de zorgbehoefte van de verzekerden in relatie gebracht wordt met het zorgaanbod dat gecontracteerd wordt. De regiovisie geeft ons beleid weer met betrekking tot onderwerpen als concentratie en spreiding van zorg (dichtbij als het kan, verder weg als het moet) en onze ambities op eerdergenoemde inhoudelijke thema’s. Zicht op en kennis van de verzekerdenpopulatie is daarbij noodzakelijk. Immers, het feit dat wij zorg inkopen voor en namens onze verzekerden, impliceert dat de zorginkoop gebaseerd is op de zorgvraag die voortkomt uit de verzekerden in die specifieke inkoopregio. Drenthe is anders dan Amsterdam. Voor spoedeisende zorg zal Achmea de afspraken die landelijk gemaakt worden over de organisatie van spoedzorg ter hand nemen. Dit gebeurt in gezamenlijkheid met de andere zorgverzekeraars en met de zorgaanbieders. Achmea wil, zo snel als verantwoord mogelijk, de gewenste kwaliteitsverbetering en doelmatigheidswinst gerealiseerd zien. Verdergaande integratie van HAP en SEH ziet Achmea als een van de noodzakelijke speerpunten in het beleid voor 2015. In hoofdstuk 3 over de beleidsprioriteiten gaan we hier nader op in. Substitutie Achmea heeft – in lijn met het Bestuurlijk Hoofdlijnen Akkoord – een negental onderwerpen tot prioriteit voor verplaatsing van zorg en het verbeteren van de samenwerking tussen zorgaanbieders binnen en over de lijnen heen benoemd: Regiovisie De inkoop van zorg is verdeeld over vijf regio’s, te weten Noord-Holland, ZuidHolland, Midden-Nederland, Zuid-Nederland en Noordoost-Nederland. medisch specialistische zorg Inhoud 1 Zilveren Kruis, Avéro, Interpolis, OZF, FBTO en De Friesland. < Vorige volgende> 7 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Eerstelijnsdiagnostiek Diabetes mellitus COPD CVA Dementie en ouderenzorg Spoedzorg Oncologie Farmacie Geboortezorg Ook blijkt uit landelijke gegevens (Vektis) dat er in Nederland aanzienlijke verschillen zijn tussen het aantal operaties dat ziekenhuizen uitvoeren bij dezelfde aandoening: in een bepaald gebied wordt soms zelfs tot 5,5 keer vaker geopereerd bij eenzelfde aandoening. Figuur 2 is hier een voorbeeld van. In de komende inkoopronde zullen wij over deze onderwerpen het gesprek aangaan met de ziekenhuizen en de eerstelijnszorgverleners en hun zorggroepen. Basis van deze gesprekken is hoe partijen er met elkaar voor kunnen zorgen dat de juiste zorg op de juiste plaats tegen de juiste kosten geleverd kan worden. We zullen in gesprek gaan over de randvoorwaarden in de eerste én tweede lijn die ingevuld moeten worden om dit te kunnen realiseren. Betaalbaarheid Figuur 2: Variatie cataractoperaties. (Bron: Vektis juli 2013. Kwaliteit van de geleverde zorg rond electieve zorg in 2011) De komende jaren besparen we op onze eigen organisatiekosten, maar verwachten we ook van de zorgaanbieders dat zij hun aandeel oppakken in het betaalbaar houden van de zorg. Naar onze mening is daar ook ruimte voor. Als we alleen al kijken naar de prijsvariatie bij de door ons gecontracteerde aanbieders, zien we bij hemodialyse grote verschillen die oplopen tot € 3.248,- (zie figuur 1). Mede op basis van deze gegevens zullen wij gedifferentieerd inkopen. Zo kunnen patiëntenstromen verschuiven van zorgaanbieders die duurder zijn ten gunste van zorgaanbieders die, uiteraard met behoud van kwaliteit, goedkoper zijn. Met zorgaanbieders die meer gezondheidswaarde aan onze verzekerden toevoegen, kunnen wij meer volume en een hogere prijs afspreken. Zorgaanbieders zijn dan ook niet meer verzekerd van behoud van historische omzet. Figuur 1: Prijsvariatie op DBC-niveau bij hemodialyse. (Bron: Prijslijst 2013) 8 In de landkaart van figuur 2 is de praktijkvariatie cataractoperaties op gemeenteniveau (aantal geopereerde personen per 100.000 verzekerden) weergegeven. Het gaat hier om de gemeente waar de patiënt woont; niet om de gemeente waar de interventie heeft plaatsgevonden. In de gemeentes die licht gekleurd zijn, zijn relatief weinig mensen geopereerd. In gemeentes die donker gekleurd zijn, zijn naar verhouding juist veel mensen geopereerd aan staar. Deze waardes zijn gecorrigeerd voor relevante patiëntkenmerken (de casemixcorrectie). Inhoud < Vorige volgende> Inkoopbeleid 2015 Invloed evaluatie inkoop 2014 op inkoopbeleid 2015 Op de zorginkoop in 2012 en 2013 is door de partijen in het veld in het algemeen positief gereageerd. Bij de zorginkoop 2014 kregen wij vaak te horen dat het accent te sterk op doelmatigheid en te weinig op de inhoud gericht zou zijn geweest. De veranderende rol van de zorgverzekeraar – van het contracteren van ziekenhuizen naar zorg inkopen voor en namens verzekerden – en het ontstaan van meer marktdynamiek leidde tot toenemende onzekerheid zowel bij zorgaanbieders als bij ons. Achmea realiseert zich terdege dat haar invulling van de rol van zorgverzekeraar spanningen oproept. Als uitkomst van de evaluatie zorginkoop 2014 komen we in de inkoop 2015 met een aantal veranderingen. De overeenkomst is vereenvoudigd en we vragen alleen gegevens uit als we daar ook aantoonbaar iets mee doen. Daarnaast willen we op 1 november 2014 de overeenkomst 2015, inclusief prijslijst 2015, met u vastgelegd hebben. Inhoudelijk zetten we onze lijn van inkopen op kwaliteit door; we bieden onder voorwaarden meerjarige contracten aan (voor delen van de zorg) en we geven zorgaanbieders die met een innovatief, goedkoper of anderszins aantrekkelijk aanbod komen de kans om meer volume naar zich toe te trekken door patiëntenstromen (volumes) te verschuiven. Op het gebied van geneesmiddelen doen wij voorstellen om met zorgaanbieders de mogelijkheden te verkennen om samen middelen tegen een lagere prijs in te kopen. medisch specialistische zorg Inhoud < Vorige volgende> 9 Inkoopstrategieën en contracten 2015 2 In dit hoofdstuk geven wij onze uitgangspunten weer voor de inkoopronde 2015. Ons beleid in dit hoofdstuk is een beknopte weergave. Tijdens de gesprekken lichten de regionale inkoopteams onze strategieën graag verder toe. Belangrijke veranderingen in 2015; gevolgen voor ons beleid In 2015 zien wij een tweetal belangrijke veranderingen in de medisch specialistische zorg optreden: integrale tarieven en generieke inkorting van de looptijd van DBC-zorgproducten tot maximaal 120 dagen (in plaats van één jaar). Integrale tarieven op zichzelf hebben weinig effect op de zorginkoop maar we zien dat de verhouding tussen zorgaanbieder en aan die zorgaanbieder verbonden vrijgevestigde medisch specialisten drastisch kan veranderen. Ook de status van de vrijgevestigd medisch specialist als vrij ondernemer verandert mogelijk. De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en de Orde van Medisch Specialisten (OMS) hebben diverse modellen ontworpen die in de praktijk toegepast kunnen worden. Ongeacht het model dat gekozen wordt, gaan wij ervan uit dat de governance goed geregeld is. Dat wil zeggen dat zeggenschap en verantwoordelijkheid met elkaar verbonden moeten zijn. Daarnaast vinden wij het belangrijk dat de gelijkgerichtheid van zorgaanbieder en (vrijgevestigde) medisch specialisten en de focus op kwaliteit die de afgelopen jaren is ingebracht in deze relatie behouden worden. 10 Inhoud < Vorige volgende> Inkoopbeleid 2015 Wij verwachten dat de zorgaanbieder tijdig inzicht geeft in het governancemodel en in de samenwerkingsovereenkomst tussen ziekenhuis en medisch specialistisch bedrijf. De inhoud en naleving van de afspraken vinden wij de taak van de zorgaanbieder en de daaraan verbonden medisch specialisten. De generieke inkorting van de looptijd van DBC-zorgproducten tot maximaal 120 dagen leidt zowel bij u als bij ons tot nieuwe onzekerheid over aard en omvang van de producten en de daarbij behorende prijsstelling. Wij verwachten dat – ondanks het feit dat er landelijk informatieproducten ter beschikking gesteld worden – de onzekerheidsmarges groter zijn dan wenselijk. Om die reden stellen we zorgaanbieders prijsinformatie op het niveau van DBC-zorgproducten ter beschikking. De verkorting van de looptijd biedt ook veel voordelen. Zo verwachten wij dat rond 31 juli 2016 alle declaraties over 2015 bij ons binnen zijn. Dat is twee maanden nadat het laatste zorgproduct over 2015 wordt gesloten. Dat geeft ons de mogelijkheid de noodzakelijke controles sneller af te wikkelen en de inkoopafspraken over 2015 finaal tijdig af te ronden. Transparantie •• •• verwachte zorgkosten versus werkelijke zorgkosten (zowel voor medisch specialistische zorg als het totaal aan basiszorg); prijsinformatie op het niveau van DBC-zorgproducten. Wij vinden het wenselijk dat de grote spreiding (tot wel 4000%) in prijzen per DBCzorgproduct teruggebracht wordt. Daardoor kunnen zorgaanbieders ook beter profielkeuzes maken en kunnen wij onze verzekerden ook meer inzicht bieden in ‘de juiste zorg op de juiste plaats tegen de juiste prijs’. PROM-score Differentiëren op kwaliteit doen we onder andere met behulp van de PROMverschilscore (patient reported outcome measures) die bij specifieke aandoeningen meegenomen wordt in de CQi-vragenlijst. De PROM-score wordt zowel vóór als na de behandeling afgenomen en geeft weer in welke mate een patiënt een verbetering in zijn gezondheidstoestand heeft ervaren nadat hij een behandeling heeft ondergaan. Figuur 3 is een voorbeeld van de PROM-verschilscore bij een totale heupoperatie. Indien een zorgaanbieder ‘paars’ scoort, impliceert dit dat deze aanbieder slechter scoort dan het overall gemiddelde van alle zorgaanbieders gemeten in de studie. Wanneer een zorgaanbieder groen scoort, dan scoort deze aanbieder beter dan het overall gemiddelde van alle zorgaanbieders. Figuur 1a. HOOS-PS verschilscore per zorgaanbieder (gecorrigeerd voor zorgzwaarte). HOOS-PS verschilscore Gecorrigeerd voor zorgzwaarte 40 35 30 Gecorrigeerde PROM-verschilscore Wij vinden het goed als onze verzekerden bewust een keuze maken voor een zorgaanbieder. Daarbij willen wij hen graag helpen. Ook in 2015 zullen wij zo veel mogelijk beschikbare kennis en informatie over de geboden zorg inzichtelijk maken voor onze verzekerden. Zo kunnen zij de zorgaanbieder kiezen die het beste aansluit bij hun behoeften. 25 20 15 Met de zorgaanbieders zullen wij gedurende de contractbesprekingen in ieder geval de volgende informatie delen: 10 5 0 71 (N= 52) 23 (N= 46) 27 (N= 19) 51 (N= 44) 20 (N= 26) 53 (N= 33) 19 (N= 29) 61 (N= 93) 5 (N= 35) 7 (N= 30) 30 (N= 42) 24 (N= 63) 16 (N= 30) 39 (N= 28) 44 (N= 21) 73 (N= 24) 33 (N= 19) 50 (N= 18) 49 (N= 56) 6 (N= 59) 25 (N= 42) 4 (N= 31) 35 (N= 12) 3 (N= 24) 12 (N= 63) 52 (N= 36) 40 (N= 32) 72 (N= 42) 64 (N= 32) 29 (N= 30) 56 (N= 57) 55 (N= 57) 65 (N= 56) 38 (N= 22) 69 (N= 35) 37 (N= 36) 15 (N= 21) 18 (N= 63) 46 (N= 20) 59 (N= 41) 42 (N= 22) 28 (N= 30) 70 (N= 41) 31 (N= 24) 54 (N= 24) 63 (N= 38) 47 (N= 30) 67 (N= 61) 58 (N= 26) 43 (N= 22) 22 (N= 64) 10 (N= 31) 8 (N= 31) 21 (N= 71) 62 (N= 60) 17 (N= 28) 60 (N= 46) 34 (N= 38) 45 (N= 19) 57 (N= 46) 9 (N= 14) 11 (N= 107) 48 (N= 66) 1 (N= 76) 14 (N= 28) 36 (N= 47) 2 (N= 147) 66 (N= 43) 13 (N= 34) 32 (N= 59) 26 (N= 12) 41 (N= 28) 68 (N= 24) Onze verzekerden hebben er recht op om tijdig te weten bij welke zorgaanbieders zij met hun polis terechtkunnen in 2015. Daarom publiceren wij medio november 2014 op onze website met welke zorgaanbieders wij een contract hebben gesloten. Overall gemiddelde Instellingsgemiddelde 1 Ster 2 Sterren 3 Sterren Figuur 3: PROM-verschilscore bij totale heupoperatie. 4 (Bron: Mediquest, juli 2013. Ervaringen met de ziekenhuiszorg bij een totale heupoperatie) medisch specialistische zorg Inhoud < Vorige volgende> 11 Inkoopspecificaties Net als de afgelopen twee jaar zal Achmea weer werken met zogenoemde inkoopspecificaties op specifieke thema’s en aandoeningen. Op basis hiervan gaan de inkoopteams inhoudelijk het gesprek met u aan. In figuur 4 zijn de thema’s en aandoeningen voor het inkoopbeleid 2015 weergegeven. Een groot deel is voortzetting van de in 2013 en 2014 gehanteerde specificaties; een ander deel is een uitbreiding. di a gno s 4 . In t iek v a r in gen 2 . P a t ië n t le f ar m acie 5 . Demen t r amur a t ie en oud h ei d er e nzo rg 14. Wervelkolom 15. Morbide obesitas (bariatrie) 16. Oncologie 17.Varices 18.Cataract 19. Geboortezorg 20.Galstenen 6. Sp o De laatste categorie beschrijft de pluscertificaatcriteria. De zorgaanbieder kan op specifieke onderwerpen een pluscertificaat verdienen, indien hij op één of meerdere onderdelen bovengemiddeld presteert. Hiertoe moet de zorgaanbieder minimaal voldoen aan alle eerder genoemde categorieën: de algemene kwaliteits voorwaarden, de instapvoorwaarden, de betreffende doelstellingen én de betreffende pluscertificaatcriteria. Hiernaast kan gebruik gemaakt worden van aanvullende criteria. AANDOENINGSPECIFIEK THEMATISCH GENERIEK Figuur 4: Specifieke aandoeningen en thema’s 2015 Contracten Het proces van totstandkoming, uitvraag en gebruik van de inkoopspecificaties in de vorige inkoopronde is geëvalueerd, op basis waarvan een deels nieuwe en deels bekende en vereenvoudigde set van vragen is opgesteld. Hierbij wordt een vierdeling aangehouden: algemene kwaliteitsvoorwaarden, instapvoorwaarden, doelstellingen en pluscertificaten. De algemene kwaliteitsvoorwaarden komen terug in de overeenkomst. De overige drie onderdelen worden opnieuw digitaal bij de zorgaanbieders uitgezet via het Portaal. De doelstellingen dienen hierbij 12 Instapvoorwaarden worden ook gehanteerd als minimale voorwaarden om in aanmerking te komen voor een overeenkomst en worden net als vorig jaar uitgevraagd met behulp van het Portaal. Indien de zorgaanbieder voor de start van het contractjaar nog niet voldoet aan de instapvoorwaarden, is er de mogelijkheid om een verbeterafspraak te maken. In de verbeterafspraak wordt vastgelegd wanneer de zorgaanbieder dient te voldoen aan deze voorwaarden. Doelstellingen zijn een voorbode van instapvoorwaarden 2016 en geven richting aan het kwaliteitsbeleid 2015 dat Achmea op specifieke onderwerpen voert. rg 7. CVA 8. Cardiologie 9. Chronische nierschade 10.COPD 11.Dermatologie 12. Diabetes mellitus 13.Heup-/knievervanging v ei lig zo 3. e rs te s lijn ië n t e r ed E at 1. P expliciet als opmaat naar 2016 en verder ingevuld te worden. Algemene kwaliteitsvoorwaarden zijn de minimale kwaliteitsvoorwaarden waar een zorgaanbieder aan dient te voldoen om in aanmerking te komen voor een overeenkomst met Achmea. Indien het aandoeningspecifieke kwaliteits voorwaarden betreft, geldt dit alleen indien de betreffende zorg aangeboden wordt door de zorgaanbieder. Inhoud < Vorige Achmea differentieert in contractvormen met zorgaanbieders op basis van regiovisie (kwaliteit, veiligheid, doelmatigheid en toegankelijkheid), afspraken over specifieke aandoeningen, relatief prijsniveau en af te spreken verbeterpotentieel. volgende> Inkoopbeleid 2015 Ongeacht de contractvorm en contractduur die wij uiteindelijk overeenkomen met de zorgaanbieders zullen wij hun meerjarige visie, 2015-2020, op de volgende dimensies bespreken: •• productportfolio en daarbij behorende infrastructuur; •• kwaliteit en transparantie; •• gepaste zorg: zinnig en zuinig gebruik bij een te verantwoorden en uitlegbare indicatiestelling; •• prijsniveau en volume. Op basis van de positie die een zorgaanbieder inneemt op de verschillende dimensies, de bereidheid tot het doorvoeren van veranderingen en de mogelijkheid om een concreet ontwikkelpad af te spreken, worden contracten gesloten. Hierbij is er, ongeacht de contractvorm, de mogelijkheid om tot meerjarige afspraken te komen in de vorm van een raamcontract als daarmee de belangen van zowel Achmea als van de zorgaanbieder gediend zijn. In de afspraken met zorgaanbieders wordt op DBC-zorgproductniveau vastgelegd welke zorg een zorgaanbieder zal leveren aan verzekerden van Achmea. Uitsluitingen kunnen het gevolg zijn van het niet voldoen aan de gehanteerde (landelijke) minimumnormen voor bepaalde zorg, maar ook van lokale keuzes die wij met elkaar maken op basis van uitgevoerde benchmarks op toegankelijkheid, prijs en kwaliteit. Tevens betekent dit dat zorgvolume zal gaan verschuiven tussen zorgaanbieders; daarom maken wij geen onderscheid tussen typen zorgaanbieders. Mochten er gedurende het jaar wijzigingen in de productportfolio van de zorgaanbieder ontstaan, wordt in onderling overleg bezien hoe hiermee omgegaan dient te worden. Afgeleid van de onderwerpen op langere termijn willen wij met de zorgaanbieders concrete doelen voor 2015 afspreken die opgenomen worden in de overeenkomst. Indien sprake is van een meerjarige overeenkomst (eventueel voor delen van de geleverde zorg), vormen realisatie van deze doelen en het nakomen van de gemaakte verbeterafspraken in het eerste jaar de basis voor het gesprek voor verlenging van de overeenkomst naar het tweede jaar. medisch specialistische zorg Inhoud Ongeacht de contractvorm en de zorgaanbieder geldt dat voor DBCzorgproducten die behoren tot de door ons voor de zorginkoop 2015 gekozen thema’s voorzien zijn van een reële prijs en passend volume. De contracten die wij met zorgaanbieders sluiten zijn beschikbaar via onze regioteams. Inhoudelijk spelen deze contracten in op landelijke nieuwe ontwikkelingen en het in dit document geformuleerde zorginkoopbeleid. In het contract wordt ook vastgelegd hoe afspraken worden beheerst, gemonitord en nageleefd. Nieuwe zorgaanbieders en zorgaanbieders met een klein volume zorgkosten (voor Achmea) Zoals aangekondigd in 2013 hanteert Achmea in 2015 een ondergrens bij het contracteren van aanbieders van medisch specialistische zorg. Wij werken doorlopend aan het verbeteren van processen en uit bedrijfseconomisch perspectief is het contracteren van aanbieders met een Achmeaomzet van minder € 150.000,- niet langer mogelijk. Dit betreft de totale contractwaarde van zowel het kostendeel als het honorariumdeel. Dit betekent het volgende voor de diverse groepen zorgaanbieders. Dit beleid zal voor 2016 voortgezet worden op basis van de contractwaarde 2014. 1. Voor bestaande contractanten van Achmea betekent dit dat wanneer de contractwaarde 2013, zijnde de maximumopbrengst of de hoogte van de aanneemsom onder de ondergrens van € 150.000,- blijft, er vanaf 1 januari 2015 geen contract meer zal worden aangeboden. 2. Voor bestaande aanbieders op de markt waar Achmea in 2014 nog geen overeenkomst mee heeft, wordt ten behoeve van de contractering 2015 beoordeeld of de omzetgrens van € 150.000,- in 2014 wordt gehaald. Dit gebeurt op basis van aan Achmea verzekerde geleverde basiszorg welke via restitutie voor vergoeding in aanmerking is gekomen. Indien de vereiste ondergrens in 2014 niet is gehaald, wordt in 2015 geen overeenkomst met de betreffende zorgaanbieder gesloten. < Vorige volgende> 13 3. Voor nieuwe aanbieders wordt beoordeeld in hoeverre er sprake is van zorginnovatie. Uitzonderingen bij het handhaven van de ondergrens kunnen worden gemaakt, afhankelijk van de wettelijke zorgplicht, de marktdynamiek en de keuzevrijheid van de verzekerden. Hierbij valt te denken aan het inkopen van voldoende capaciteit, een uniek of innovatief zorgaanbod of zorgaanbod dat de marktdynamiek bevordert. Een en ander is ter beoordeling door Achmea. Beter Af Selectief Polis (BAS) De divisie Zorg en Gezondheid van Achmea zal in 2015 de polis die planbare medisch specialistische zorg 100% vergoedt bij een beperkt aantal geselecteerde zorgaanbieders handhaven. Deze polis biedt verzekerden tegen een lage premie alle noodzakelijke zorg uit de basisverzekering. Achmea zal voor haar verzekerden met deze polis in elk verzorgingsgebied een beperkt aantal ziekenhuizen contracteren. Deze ziekenhuizen zijn geselecteerd op basis van kwaliteit, patiëntveiligheid en bereikbaarheid. Wij maken met deze ziekenhuizen scherpe afspraken over de prijs van de zorgverlening. Voor alle planbare ziekenhuiszorg maken verzekerden gebruik van deze geselecteerde ziekenhuizen. Voor de geselecteerde ziekenhuizen kan dit een volumegroei aan patiënten betekenen. Digitaal contracteren Vanuit een oogpunt van efficiëntie start Achmea vanaf 2015 met een digitale inkoopprocedure voor een beperkt aantal zorgaanbieders. De aanbieders die op basis van onze Achmeagegevens voor deze procedure in aanmerking komen, ontvangen een uitnodiging voor een bijeenkomst in mei 2014. Tijdens deze bijeenkomst worden inhoud, procedures, tijdpad en randvoorwaarden nader toegelicht. In de planning gaat Achmea ervan uit dat 1 september 2014 het ‘digitale portaal’ opengesteld wordt en dat de contractering 1 oktober 2014 afgerond wordt. Het uitgangspunt voor de digitale inkoopprocedure is dat, als de zorgaanbieder voldoet aan de gestelde inkoopspecificaties (voor zover van toepassing), wij deze zorgaanbieders een plafondafspraak aanbieden met een bijbehorende vaste prijslijst. Zo niet, dan sluiten we geen overeenkomst of zeggen we de overeenkomst op. Achmea kan gedurende de periode voorafgaand aan de te maken afspraken 2015 aanvullende informatie opvragen om te controleren of zorgaanbieders voldoen aan de inkoopspecificaties. Prestatie-inkoop: pilot voor het inkopen van zorg op basis van kwaliteit Voor de BAS-polis hebben we in 2014 een aantal uitzonderingen benoemd (spoedeisende hulp, verloskunde, zorg op basis van een tertiaire verwijzing en alle zogenoemde overige producten (OVP’s)). Deze uitzonderingen blijven in 2015 ongewijzigd. In 2013 zijn wij gestart met de pilot prestatie-inkoop. De eerste fase was een marktconsultatie onder zorgaanbieders over onze plannen en de principes van prestatie-inkoop. Uit de marktconsultatie blijkt dat de meerderheid van de zorgaanbieders positief is over de pilot en de principes van prestatie-inkoop. Om die reden hebben wij besloten de pilot in 2014 daadwerkelijk uit te voeren! De selectie voor de inkoop 2015 zal plaatsvinden via een schriftelijke inkoopprocedure naast de reguliere inkoopronde voor 2015. U wordt door uw contactpersoon van Achmea verder geïnformeerd over ons aanbod, de voorwaarden van de Beter Af Selectief Polis en ons inkoopbeleid voor deze polis. Prestatie-inkoop gaat uit van het principe dat zorgaanbieders maximaal ruimte wordt geboden hun onderscheidende waarde en excellentie te tonen in het inkoopproces. Wij hebben, mede op basis van de marktconsultatie, besloten om cataract- en borstkankeroperaties, afhankelijk van de regio, in te kopen via 14 Inhoud < Vorige volgende> Inkoopbeleid 2015 prestatie-inkoop. Daarbij zetten wij de pilot niet in om deze zorg selectief in te kopen, maar juist de ‘beste’ zorgaanbieders te belonen met een driejarige overeenkomst. Met deze driejarige overeenkomst willen wij maximale ruimte creëren om met elkaar in gesprek te treden om de zorg nog verder te verbeteren en de doelmatigheid te verhogen. Los van de pilot worden alle aanbieders op de reguliere manier uitgenodigd een aanbieding te doen voor cataract- en borstkankeroperaties voor de inkoopronde 2015; hier verandert niets in. Ten slotte beseffen wij dat wij, ondanks het vertrouwen in prestatie-inkoop, op voorhand de effecten van prestatie-inkoop niet goed kunnen voorspellen. Daarom doen wij deze pilot. Gezamenlijke inkoop dure geneesmiddelen Achmea biedt op het gebied van farmacie in de tweede lijn aan om samen met de zorgaanbieders dure geneesmiddelen in te kopen (te beginnen bij TNF-α-remmers en hemostatica). Bij gezamenlijke inkoop draagt de zorgaanbieder bij aan de kwaliteitseisen en formulariumkeuze en zorgt Achmea voor de uitvoering van een geprofessionaliseerde inkoopprocedure voor de farmaceutische industrie. Eventuele voordelen van de inkoop worden gedeeld met verzekerden en worden ingezet bij innovaties op het gebied van farmaceutische diensten voor de patiënt. medisch specialistische zorg Inhoud < Vorige volgende> 15 Beleidsprioriteiten 2015 3 Uitgangspunt van het inkoopbeleid 2015 is het in 2012 ingezette beleid met focus op toegankelijkheid, kwaliteit, doelmatigheid en prijs. Om die reden zijn een aantal generieke, thematische en aandoeningspecifieke inkoopspecificaties geselecteerd waar specifieke minimumnormen (zorginkoopspecificaties) voor gelden en waar expliciet afspraken over gemaakt kunnen worden. Deze thema’s en aandoeningen zijn de basis voor het gedifferentieerd kunnen inkopen van zorg. De generieke inkoopspecificaties gelden voor alle in te kopen zorg. De inkoopspecificaties kunt u terugvinden in bijlage 1. Bij de keuze van thema’s en aandoeningen vormen de volgende vier aandachtsgebieden de basis: 1. Kwaliteit: op basis van (publiek) beschikbare en te leveren informatie stellen we kwaliteitsnormen voor 2015 en/of verder. 2. Indicatie: indicatiestelling voor onderzoek en behandeling moet gebaseerd zijn op richtlijnen van de wetenschappelijke verenigingen. Waar deze ontbreken, daagt Achmea de wetenschappelijke verenigingen uit tot richtlijnen te komen. 3. Zorgprofielen: zowel de gemiddelde, de lokale als de wenselijke zorgprofielen worden meegenomen waarbij rekening gehouden wordt met de casemix. 4. Kosten: we benchmarken op prijzen van zorgaanbieders en koppelen de verschillen aan variaties in kwaliteit, casemix en zorgprofielen. 16 Inhoud < Vorige volgende> Inkoopbeleid 2015 Generieke zorginkoopspecificaties 1.Patiëntervaringen Achmea wil dat iedereen kan vertrouwen op de beste zorg en stimuleert dat zorgaanbieders hun zorg continu verbeteren. Daarvoor zijn gegevens nodig over de kwaliteit van de geleverde zorg. Inzicht en transparantie in zorgkwaliteit zijn niet compleet zonder de inbreng van de klant. Patiëntervaringen worden door Achmea voor meerdere doelen gebruikt: •• als input voor de interne kwaliteitscyclus van de zorgaanbieder; •• als input bij onderhandelingen over de inkoop; •• als informatiebron voor Klantcontact om verzekerden die gerichte vragen hebben verder te kunnen helpen; •• als bron voor onlinekeuze-informatie voor onze verzekerden. Achmea wil dat zorgaanbieders zelf proactief klantervaringen gaan meten en wel op een valide en vergelijkbare manier met behulp van de CQ-index en PROM’s (patient reported outcome measures). Het zelf meten van CQi en PROM’s door de ziekenhuizen levert – door het terugdringen van de vertraging – veel recentere en daardoor beter bruikbare rapportages op dan wanneer de metingen op basis van declaratiedata door de zorgverzekeraar worden uitgevoerd. Deze werkwijze levert een hoger aantal respondenten en minder uitval op omdat veel meer zorgaanbieders daadwerkelijk meedoen. Achmea meent dat het verzamelen en transparant maken van kwaliteitsgegevens, waaronder patiëntervaringen en het door hen ervaren effect van de geboden zorg, onderdeel moet zijn van het zorgproces. 2.Patiëntveiligheid Hoewel de zorg in Nederland de afgelopen jaren veiliger is geworden,2 overlijden jaarlijks in de Nederlandse ziekenhuizen nog altijd circa duizend patiënten door vermijdbare menselijke fouten, en lopen dertigduizend patiënten vermijdbaar lichamelijk letsel op. De veiligheid in de zorg is dus nog steeds niet op orde! Achmea manifesteert zich als koploper patiëntveiligheid en draagt dit belang nadrukkelijk uit bij het inkopen van zorg. Als kerndoelstelling geldt het onvervreemdbaar recht van patiënten veilig behandeld te worden. Vanaf 2012 heeft Achmea in haar inkoopspecificaties daarover minimale voorwaarden opgenomen. Patiëntveiligheid is onlosmakelijk verbonden met bijna alle activiteiten die bij een zorgaanbieder plaatsvinden. Met de zorgaanbieders worden jaargesprekken over patiëntveiligheid gevoerd, waarbij de nadruk ligt op het borgen van veiligheid door het naleven van breed gedragen normen, zoals certificaten, veldnormen, convenanten, handreikingen, en dergelijke. Zorgaanbieders die het veiligheidsmanagementsysteem op orde hebben, kenmerken zich door een open houding. Dit blijkt wanneer Achmea in de jaargesprekken de dagelijkse bedrijfsrisico’s aan de orde stelt. Achmea is van mening dat een grondige aanpak van de veiligheidscultuur van de zorgaanbieder nodig is om medewerkers meer bewust te maken van het belang van patiëntveiligheid in hun dagelijks handelen. Via gesprekken wordt duidelijk welke vertaalslag binnen de organisatie wordt gemaakt in het bereiken van het gewenste resultaat: een optimale kwaliteit van zorg met een minimaal risico voor de patiënt. Patiëntveiligheid als corebusiness voor de zorgaanbieder! Thematische zorginkoopspecificaties 3.Eerstelijnsdiagnostiek Eerstelijnsdiagnostiek is een van de belangrijkste elementen in het medisch besluitvormingsproces. De tijdigheid, volledigheid en kwaliteit van de door huisarts of verloskundige aangevraagde diagnostiek bepalen bij uitstek of een patiënt in de eerste lijn goed kan worden behandeld of dat verwijzing naar een medisch specialist nodig is. 2 NIVEL. Implementatie VMS Veiligheidsprogramma. Evaluatieonderzoek in Nederlandse ziekenhuizen (november 2013). medisch specialistische zorg Inhoud < Vorige volgende> 17 In 2015 wordt een nieuwe en voor alle aanbieders van diagnostiek gelijke financieringssystematiek op basis van identieke producten en maximumtarieven definitief ingevoerd. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid voor verzekeraars om actiever te gaan sturen op kwaliteit en doelmatigheid bij de eerstelijnsdiagnostiek. Het inkoopbeleid 2015 is erop gericht op meerdere gebieden tot verbeteringen van kwaliteit en doelmatigheid voor de eerstelijnsdiagnostiek te komen: •• Laboratoriumdiagnostiek wordt vanaf 2015 alleen ingekocht bij geaccrediteerde aanbieders. •• We kopen de eerstelijnsdiagnostiek gedifferentieerd in bij aanbieders met efficiëntere bedrijfsvoering op basis van prijs- en productanalyses. •• Achmea stimuleert het doelmatiger aanvragen van eerstelijnsdiagnostiek en verwijzing naar de tweede lijn volgens het first-time-right-principe, overeenkomstig protocollen op basis van NHG-standaarden en bij voorkeur de LESA Rationeel aanvragen van laboratoriumdiagnostiek. •• Aanbieders van eerstelijnsdiagnostiek geven feedback aan aanvragers over het aanvraaggedrag door het organiseren van diagnostische toetsoverleggen. •• Onnodige verwijzing en dubbele diagnostiek bij verwijzing naar de tweede lijn moeten worden voorkomen. Landelijke protocollen en regionale samenwerkingsafspraken tussen eerste en tweede lijn dienen hieraan ten grondslag te liggen. In 2016 is dit een instapvoorwaarde. De afspraken tussen aanbieders van eerstelijnsdiagnostiek, eerste en tweede lijn over aanvragen van diagnostiek, doorverwijzing en het overnemen van diagnostische uitslagen moeten op termijn altijd (regionaal) ondersteund worden door informatietechnologie. Dit voorkomt ongewenste afwijkingen van de protocollen en leidt tot minder vergissingen. Daarnaast is Achmea nauw betrokken bij de ontwikkeling van resultaats afspraken voor eerstelijnsdiagnostiek in het kader van aanvullende kwaliteitsafspraken binnen de nieuwe huisartsenbekostiging. 18 Inhoud < Vorige 4. Intramurale farmacie In 2015 start Achmea met een integrale benadering van de farmaceutische zorg. Dat betekent: 1. Achmea treedt de farmacie in verschillende segmenten (eerste lijn, tweede lijn, AWBZ, ggz) vanuit eenzelfde zienswijze tegemoet en harmoniseert stapsgewijs het inkoopbeleid. 2. Stimuleren van farmaceutische dienstverlening voor de patiënt en reële prijzen voor farmaceutische producten. 3. De volgende stap wordt gezet in het koppelen van inkoop aan innovatie. Integrale farmacie in de tweede lijn De kosten van dure geneesmiddelen groeien harder dan het Bestuurlijk Hoofdlijnenakkoord toelaat. Maar de inkoopprestaties van zorgaanbieders op dat gebied zijn wisselend. Voor menige zorgaanbieder zijn de dure geneesmiddelen zelfs een hoofdpijndossier. Daarom biedt Achmea aan samen met deze aanbieders dure geneesmiddelen in te kopen (te beginnen bij TNF-α-remmers en hemostatica). Door deze gezamenlijke inkoop blijven dure geneesmiddelen betaalbaar en beschikbaar voor onze verzekerden. Door in te grijpen in de prijsstelling kunnen op termijn meer mensen profiteren van nieuwere en dure therapieën. De zorgaanbieder krijgt ook een benchmark met betrekking tot dure geneesmiddelen per aandoening om goed zicht te krijgen op het voorschrijfgedrag van de medisch specialisten. Europa loopt wereldwijd voorop met het gebruik van biosimilars, maar Nederland vormt hierop een uitzondering. Zorgaanbieders zullen uit maatschappelijk belang dan ook de acceptatie van biosimilars dienen te stimuleren. Deze middelen zijn even goed, productietechnisch soms beter en veel voordeliger dan de oorspronkelijke middelen. Achmea maakt afspraken over gepaste inzet van biosimilars en ondersteunt de zorgaanbieders met de door Achmea opgezette Initiatiefgroep Biosimilars Nederland. In deze initiatiefgroep werken apothekers, medisch specialisten, wetenschappers en zorgverzekeraars samen aan een verantwoord biosimilarklimaat in Nederland. volgende> Inkoopbeleid 2015 5. Dementie en ouderenzorg Voor het onderwerp dementie is het doel voor 2015 het aanleveren van managementinformatie over het geleverde zorgaanbod voor patiënten met dementie. Achmea ziet dit als eerste stap om het zorgaanbod en de praktijk variatie in de tweede lijn in kaart te brengen. Uitgangspunt vormt de (concept) multidisciplinaire richtlijn Diagnostiek en behandeling van dementie (2013). Het zwaartepunt van de zorg voor mensen met dementie ligt in de eerste lijn. Zo lang mogelijk verantwoord veilig in de vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen is alleen mogelijk als eerste- en tweedelijnszorg naadloos op elkaar aansluiten. Circa één op de drie ouderen gaat er door een ziekenhuisopname functioneel op achteruit.3 Het MSZ-beleid voor ouderenzorg van de komende jaren is erop gericht het ziekenhuisaanbod en de samenwerking van het ziekenhuis met andere zorgverleners (eerste lijn en AWBZ) beter te laten aansluiten bij de behoeften van de patiënten. Doel van Achmea is dat thuiswonende ouderen vanaf 65 jaar na een opname in het ziekenhuis door middel van een ‘warme overdracht’ (transmurale zorgbrug) actief begeleid worden bij het ontslagtraject naar huis. Hierdoor worden achteruitgang en heropnames van ouderen na een ziekenhuisopname beperkt. Wij stimuleren deze werkwijze door het pluscertificaat ouderenzorg (nu keurmerk Senior Friendly Hospital) in 2015 uit te breiden met de implementatie van de transmurale zorgbrug volgens de systematiek van prof. dr. Sophia de Rooij (AMC). 6.Spoedzorg Eenvoudige spoedzorg Het doel van Achmea is om de patiënt met een eenvoudige spoedvraag zo veel mogelijk door de huisarts of de huisartsenpost (HAP) te laten diagnosticeren en behandelen. Eén loket met eenduidige, generalistisch ingestoken triage voor spoedzorg zorgt ervoor dat de patiënt direct bij de juiste behandelaar terechtkomt. Dit voorkomt mogelijke overbehandeling en spaart het eigen risico 3 KNMG. Sterke medische zorg voor kwetsbare ouderen, 2010. medisch specialistische zorg Inhoud < Vorige volgende> 19 van onze verzekerden. Als verplaatsing van eenvoudige spoedzorg naar de HAP niet of alleen tegen te hoge investeringskosten mogelijk is, is Achmea bereid om met het ziekenhuis voor eenvoudige spoedzorg (voorlopig) een lager tarief af te spreken (conform het eerstelijnstarief). Complexe spoedzorg Verzekerden hebben vaak het idee dat men voor elke complexe spoedklacht bij elk ziekenhuis even goed terecht kan en overal tegen dezelfde kwaliteit wordt geholpen. Dit is aantoonbaar niet het geval. Onze verzekerden moeten ervan op aan kunnen dat de ambulance altijd naar het best geëquipeerde ziekenhuis rijdt. Een doelmatigere benutting van de infrastructuur voor complexe spoedzorg zorgt uiteraard ook voor lagere zorgkosten. Voor complexe spoedzorg worden alleen ziekenhuizen gecontracteerd die over voldoende gekwalificeerd personeel, faciliteiten en apparatuur beschikken, maar die ook in termen van proces, patiëntenaantallen (volume) en uitkomsten van zorg het beste scoren. Uiteraard houden we daarbij rekening met de bereikbaarheid en toegankelijkheid van de complexe spoedzorg. Achmea participeert in het gezamenlijke traject van Zorgverzekeraars Nederland, waarin de landelijk ontwikkelde kwaliteitsvisie in tien regio’s door de zorgverzekeraars met de zorgaanbieders in die regio’s (verenigd in de ROAZ) wordt besproken. Ambulancezorg De markt van ambulancezorg is vooralsnog een gereguleerde markt binnen door de overheid gestelde kaders. In Nederland zijn 25 veiligheidregio’s en evenzoveel Regionale Ambulancevoorzieningen (RAV’s). Een RAV bestaat uit één of meer ambulancediensten in een regio, met elk een eigen meldkamer en eigen (regionale) kenmerken. Desondanks heeft Achmea altijd ingezet op landelijk beleid met oog voor lokale omstandigheden. Het dossier wordt steeds complexer en uitdagender gezien de concentratie en spreiding van zorg, faillissementen en fusies van ziekenhuizen. Het Achmeabeleid richt zich op de volgende aandachtspunten: •• Een ambulance is bij spoedeisende zorg snel ter plaatse en de rijtijd naar de 20 Inhoud < Vorige •• SEH is beperkt. Daarnaast wil de patiënt bij besteld vervoer op tijd komen voor de afspraak en daarna zonder lange wachttijd weer retour. De behandeling dient adequaat te zijn. Met betrekking tot concentratie- en spreidingsvraagstukken is de ambulancesector een onmisbare schakel. Het goed inrichten van de ambulancesector met spreiding van de standplaatsen en de ambulance capaciteit kan dit proces bevorderen en maakt het mogelijk dat de doelstellingen kunnen worden gehaald. Aandoeningspecifieke zorginkoopspecificaties 7. Beroerte (CVA) Het inkoopbeleid van Achmea voor CVA (cerebrovasculair accident) omvat preventie en het gehele zorgtraject na een CVA, van spoedzorg tot revalidatie en nazorg. De langetermijndoelstelling van Achmea is kwalitatief goede, doelmatige en samenhangende (keten)zorg. Voor 2015 zijn een aantal beleidsdoelen opgesteld. Deze zijn van toepassing op de zorgaanbieders die ziekenhuiszorg en revalidatiezorg bieden: •• Verbetering van de spoedzorg. In het kader van de ZN-kwaliteitsvisie worden regionale afspraken over de spoedzorg gemaakt, waar CVA-zorg onderdeel van is. •• Trombolyse. Onder andere op geleide van de prestaties op het gebied van trombolyse hanteert Achmea minimale uitkomstmaten waar ziekenhuizen ultimo 1-1-2016 aan moeten voldoen. •• Pluscertificaten voor ziekenhuizen. Achmea zal ter stimulering van best practices voor 2015 ook voor CVA-zorg pluscertificaten uitreiken. Criteria hierbij zijn de resultaten van de ZiZo-indicatoren voor trombolysezorg (doorto-needle time en percentage getrombolyseerde patiënten). •• Kwaliteitsregistratie. Van ziekenhuizen wordt verwacht dat zij meewerken aan een goede en volledige registratie van de indicatoren in de CVA-benchmark 2.0 (DCVA/DICA). Hierbij hanteert Achmea een tweejarig groeitraject naar volledige registratie (> 95%) in 2016. volgende> Inkoopbeleid 2015 •• •• Triage. Achmea vindt het belangrijk dat de doelmatigheid en de transparantie van de instroom naar medisch specialistische revalidatiezorg en/of geriatrische revalidatiezorg verder verbeterd worden, door onder andere goede triage te vragen en spiegelinformatie te bieden aan ziekenhuizen. Correct declaratiegedrag. Het ziekenhuis declareert voor TIA-diagnostiek (zogeheten TIA-poli) geen dagbehandeling of klinische DOT-producten. Voor ambulant onderzoek of behandeling van CVA kan geen dagverpleging gedeclareerd worden. Een opeenvolging van separate consulten en/of onderzoeken op één dag, resulterend in een verblijf in het ziekenhuis van meer dan twee uur waarvoor geen verpleging noodzakelijk is, kwalificeert conform de NZa-regelgeving niet als dagbehandeling. Alleen in uitzonderlijke gevallen kan bij een TIA verpleging / observatie nodig zijn (stuttering stroke). In die gevallen kan observatie zonder overnachting of een klinische DOT worden gedeclareerd, indien wordt voldaan aan de voorwaarden in de NZa-regelgeving, waaronder adequate vastlegging in het medisch dossier. 8.Cardiologie Hart- en vaatziekten behoren tot de meest voorkomende ziektebeelden in Nederland. Niet alleen zijn de kosten voor deze ziekten de laatste jaren bovengemiddeld gestegen, ook zal naar verwachting het aantal patiënten met deze ziekten tot 2025 nog eens met 45% gaan toenemen. Zonder ingrijpen zullen de zorgkosten naar verwachting daarmee gelijke tred houden. Het inkoopbeleid voor de komende jaren is gericht op het opvangen van de verwachte uitbreiding van patiënten met cardiologische problematiek binnen de huidige ruimte, zonder dat de kwaliteit in het geding komt of de belasting van cardiologen en andere betrokken zorgverleners te hoog oploopt. Voor de lange termijn zien wij mogelijkheden voor verdergaande substitutie van zorg naar de eerste lijn, met name voor chronische hartpatiënten. Plannen daartoe worden in nauwe samenwerking tussen Achmea en de wetenschappelijke verenigingen ontwikkeld. De uitkomsten van pilots in twee proefregio’s in 2014 zullen in 2016 in het inkoopbeleid geïmplementeerd worden. Voor de korte termijn zal de discussie met de aanbieders worden aangegaan over voor ons onverklaarbare verschillen tussen DOT-profielen en -prijzen. medisch specialistische zorg Inhoud < Vorige volgende> 21 Wat betreft de interventiecardiologie handhaven we het beleid van 2014 dat deze zorg niet zal worden ingekocht bij ziekenhuizen die niet zijn opgenomen op de ‘witte lijsten’ van de NVVC. Voor dotterbehandelingen geldt aanvullend dat een ziekenhuis ook geselecteerd moet zijn als AMI-centrum in het kader van de inkoop spoedzorg. Ook zullen wij van ziekenhuizen vragen dat zij gegevens aanleveren voor de minimale dataset van de NCDR die 100% volledig zijn. Als eerste stap op weg naar meer transparantie naar onze verzekerden nodigen wij ziekenhuizen ook uit aanvullende informatie met ons te delen over ICDplaatsingen en -indicaties. 9. Chronische nierschade Achmea stimuleert vroegtijdige herkenning van patiënten met verhoogd risico op chronische nierschade en optimale zorg voor deze patiënten. De beste behandeling is veelal een transplantatie. Daarom wil Achmea, indien mogelijk, (pre-emptieve) transplantaties bevorderen. Voor patiënten die afhankelijk worden van dialyse vindt Achmea het belangrijk dat informatie tijdig, helder en transparant ontsloten wordt, zodat onze klanten een optimale keuzevrijheid hebben voor (het type) dialyse. Daarnaast vinden we dat de mogelijkheden voor verzekerden om te kiezen voor thuisdialyse vergroot moeten worden. Doelen 2015: •• Achmea vergoedt alleen chronische dialysezorg bij zorgaanbieders met een certificaat op basis van HKZ-dialyseschema 2009. •• Met de zorgaanbieders worden verbeterafspraken (deels gebaseerd op de ZiZo-indicatoren) gemaakt over de stimulering van thuis(hemo)dialyse en (pre-emptieve) transplantaties. •• Daarnaast worden met de zorgaanbieders gericht verbeterafspraken gemaakt over de borging van het protocol van de Landelijke Transmurale Afspraak Chronische nierschade. 10.COPD De komende decennia wordt een forse toename van zorgkosten verwacht voor patiënten met COPD (chronic obstructive pulmonary disease) omdat hun aantal naar verwachting in twintig jaar met circa 70% zal toenemen. Deze mensen zijn 22 Inhoud < Vorige volgende> Inkoopbeleid 2015 bovendien gemiddeld ouder dan de huidige patiënten en hebben daarom meer en andere zorg nodig. Om deze forse toename te beperken moet beter zicht komen op de zorg zoals die nu gegeven wordt. Om die reden richt het Achmeabeleid voor COPD zich voor 2015 op registratie: welke COPD-zorg wordt waar geleverd (eerste en tweede lijn)? De GOLDclassificatie (A, B, C en D) geeft de ernst van de COPD weer en geeft een goed richtsnoer om te beoordelen of patiënten in de eerste of tweede lijn behandeld zouden moeten worden. Hiernaast stellen we, net als voor 2014, de verplichting in 2015 de regionale transmurale afspraken schriftelijk vast te leggen. Hierin moet beschreven staan hoe eerste en tweede lijn de zorg optimaal op elkaar afstemmen, dus hoe samenwerking vorm zou moeten krijgen bij het verwijzen en terugverwijzen en welke afspraken zijn gemaakt over gezamenlijke behandeling. Uitgangspunt is zorg dichtbij indien de ernst van de COPD dat toelaat (bij de huisarts als het kan, bij de longarts als het moet). Dit zal een grote verandering gaan betekenen voor de huidige patiënten met GOLD-klasse A of C die nu veelal bij de longarts in zorg zijn. Indien een patiënt onder behandeling is van een longarts, zal hij in eerste instantie niet graag ‘teruggaan’ naar de huisarts. Hier zal een zorgvuldig proces voor ingericht moeten worden. Voordeel voor de patiënten die bij de huisarts onder behandeling zijn of komen, is dat het eigen risico voor deze zorg niet van toepassing is. 11.Dermatologie De incidentie van maligne en premaligne huidafwijkingen neemt fors toe. Achmea signaleert grote verschillen tussen aanbieders in keuze voor specifieke behandelingen. Door deze verschillen variëren de kosten sterk tussen zorgaanbieders. In de ZIP dermatologie richten we onze aandacht specifiek op de non melanoma skin cancer. Hierbij ligt de focus zowel op de kosten (prijs) van het type behandeling alsook op de keuze voor specifieke behandelingen, zoals gepaste en zinnige inzet van fotodynamische therapie. medisch specialistische zorg Inhoud Daarnaast richten we ons dit jaar specifiek op de praktijkvariatie bij de behandeling van benigne huidtumoren. Onderling worden zorgaanbieders vergeleken op het totaal aantal behandelingen voor (benigne) aandoeningen die per patiënt worden uitgevoerd en de totale kosten per patiënt per jaar (TKPPPJ). Een goede afbakening tussen medisch noodzakelijke en cosmetische aandoeningen is daarbij een vereiste. Ter verbetering van de kwaliteit van zorg is, in overleg met de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV), gekozen voor concentratie (volumenormen) van de mohschirurgie. Daarnaast moedigen we dermatologen aan om te registeren in de D-page van de NVDV. De substitutie van laagcomplexe zorg van de tweede naar de eerste lijn wordt voor de komende jaren een speerpunt voor Achmea. Dit zal Achmea realiseren door continu goed overleg te voeren en afstemming te zoeken met de NVDV. 12.Diabetes mellitus Achmea vindt dat diabeteszorg dichtbij huis moet worden geleverd, tenzij dit niet mogelijk is en dat alle professionals de e-diabetes kernset registreren waarmee zij kwaliteit en zorgzwaarte in kaart brengen en monitoren. Gehanteerde uitgangspunten bij dit beleid zijn: •• Van patiënten in de tweede lijn die in de eerste lijn behandeld kunnen worden, wordt het hoofdbehandelaarschap in beginsel overgedragen aan de huisarts. •• Zorg van minimaal gelijke kwaliteit wordt dichtbij huis geleverd door de huisarts, die het medische en psychosociale dossier in zijn geheel kent. •• Intensieve controles vroeg in het ziektebeloop in de eerste lijn verminderen complicaties en ziekenhuisbezoek. •• Huisartsen nemen al langer deel aan landelijke registratie van diabeteszorg dan medisch specialisten, waardoor zij beter inzicht hebben in resultaten van hun eigen behandeling. •• Betere registratie met de e-diabetes kernset leidt op termijn (inkoop voor 2018) tot meer transparantie over kwaliteit met meer keuze-informatie voor de klant. < Vorige volgende> 23 •• •• Achmea betaalt deels eerstelijnstarieven aan zorgaanbieders met relatief veel diabetespatiënten zonder een tweedelijnsindicatie. Achmea heeft zich voorgenomen om pluscertificaten voor diabeteszorg uit te reiken. 13.Heup/knievervanging Er zijn relevante kwaliteitsverschillen tussen zorgaanbieders bij het plaatsen van heup- en knie-implantaten, zoals blijkt uit het percentage heroperaties binnen twee jaar, de ZiZo-indicator Diepe wondinfecties en de PROM’s en CQi-scores. Het aantal patiënten dat een heup- of knievervanging krijgt, groeit jaarlijks. Deze groei is voor een deel te verklaren door de vergrijzing, maar berust deels ook – zo is te concluderen uit praktijkvariatieanalyses – op overproductie. Tot slot blijkt uit de Achmea-declaratiedata dat de prijsverschillen tussen zorgaanbieders voor deze zorg aanzienlijk zijn. Deze constateringen zijn voor Achmea aanleiding om het gesprek aan te gaan met zorgaanbieders over hun kwaliteitsbeleid, de gehanteerde indicatiestelling en de geoffreerde prijzen voor heup- en knievervangingen. Zorgaanbieders met een goede kwaliteitsscore krijgen opnieuw van Achmea een pluscertificaat. Om goede kwaliteit te stimuleren, willen we met goed scorende zorgaanbieders een ruimere volumeafspraak maken. We willen niet meer heup- en knievervangingen inkopen dan vorig jaar. De geringe reële groei kan naar onze opvatting worden opgevangen door niet meer onnodige operaties in te kopen. Ook willen we over de hele linie lagere prijsafspraken maken; innovaties als een kortere ligduur en daarmee samenhangend minder tweedelijnsfysiotherapie geven daar aanleiding toe. Daarnaast heeft Achmea een aantal zorginkoopspecificaties opgesteld die de doelmatigheid van zorg bevorderen. Deze betreffen terughoudendheid in de toepassing van hyaluronzuurinjecties, meniscectomie en osteoporosebehandeling in de tweede lijn. Een belangrijke aanvulling op het Achmeabeleid voor heup- en knieoperaties is onze inzet op concentratie van hoogcomplexe laagvolumerevisiechirurgie. 24 Inhoud < Vorige volgende> Inkoopbeleid 2015 We volgen daarbij de opvatting van de Nederlandse Vereniging van Orthopedie (NOV), die in april 2013 het document Kwaliteitsnormen voor orthopedische zorg publiceerde. Omdat op dit moment nog geen consensus bestaat over exacte minimumnormen voor revisiechirurgie start Achmea in 2015 nog niet met concentratie van revisiechirurgie. ZN heeft een uitvraag gedaan die inzicht moet geven in een aantal relevante parameters op dit gebied. Achmea zal in 2015 de nog te ontvangen antwoorden uit deze uitvraag bestuderen en, samen met de NOV, tot conclusies komen over criteria waar een centrum minimaal aan moet voldoen om op adequate wijze revisies uit te kunnen voeren. Achmea is voornemens deze criteria, na dialoog met de centra die er (nog) niet (volledig) aan voldoen, in te zetten bij de inkoop 2016. Tot slot stimuleren we een goede registratie van PROM’s, gebruikte implantaten en complicaties, hetgeen op termijn de kwaliteit ten goede komt. Dit stimuleren we via onze inkoopvoorwaarden en dit wordt verder versterkt door het programma Kwaliteit van Zorg dat inzet op een verhoging van de transparantie van zorg met behulp van PROM’s. 14.Wervelkolom Achmea wil de zorg voor patiënten met lagerugpijn verbeteren en zuinig en zinnig inkopen, zowel voor het merendeel (90%) van de patiënten met chronische lagerugklachten waarvoor geen duidelijke oorzaak gevonden wordt, als voor de patiënten met acute rugklachten veroorzaakt door een hernia (HNP). Voor patiënten met chronische rugklachten koopt Achmea alleen verzekerde zorg in. Sinds 2012 valt een deel van de behandeling voor lagerugklachten in de regeling voorwaardelijke toelating, die in 2014 is verscherpt. Onderdeel van deze regeling is een wetenschappelijk onderzoek (Minimal interventional treatment (MinT) studie) met als doel na te gaan of er voor een deel van de groep van de patiënten met lagerugklachten een effectieve behandeling mogelijk is. Voordat de patiënt in de tweede lijn voor invasieve behandeling terechtkomt, dient eerst een stepped care-traject te zijn doorlopen. Voor de HNP-behandeling en -indicatiestelling worden de recent door de beroepsgroep vastgestelde behandelcriteria ter navolging aanbevolen. medisch specialistische zorg Inhoud Doelstelling 2015: •• Achmea vergoedt alleen invasieve pijnbehandeling van chronische aspecifieke rugklachten bij centra die participeren in de MinT-studie. Uiteraard past Achmea de overgangsregeling toe. •• Daarnaast stellen wij als doelstelling dat zorgaanbieders de keuzehulp Verstandige keuzes bij lage rughernia van de Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie (NVvN) implementeren. 15.Morbide obesitas (bariatrie) Obesitas vormt een toenemende belasting voor ons zorgstelsel. De primaire behandeling van obesitas bestaat uit interventies gericht op verandering van leefstijl. Bij personen met morbide obesitas is alleen bariatrische chirurgie op termijn effectief, zowel in gewichtsreductie als in vermindering van comorbiditeit. Concentratie van bariatrische ingrepen in een beperkt aantal centra biedt de beste garantie op veilige zorg. De Nederlandse Vereniging voor Heelkunde heeft hiervoor de eerste stap gezet door kwaliteitsnormen te formuleren. Ziekenhuizen moeten aan minimale kwaliteits- en volume-eisen voldoen. De huidige aanbieders voldoen daaraan. De volgende stap is om een redelijke prijs voor deze zorg te contracteren. Op basis van een prijsbenchmark gaan we het gesprek aan met zorgaanbieders. Als doelmatigheid gecombineerd kan worden met uitkomstindicatoren, kunnen we zorg met de beste prijs-kwaliteitverhouding inkopen. Als de uitkomstgegevens uit de DICA-DATO-registratie beschikbaar komen (2016/2017) zullen we deze betrekken in onze benchmark. Daartoe is het van wezenlijk belang dat alle ziekenhuizen die bariatrische behandelingen bieden volledige en juiste gegevens tijdig opleveren aan de DICA-DATO-registratie. Aantoonbaar aan deze registratie-eis voldoen, is voor Achmea een voorwaarde voor een contract in 2015. 16.Oncologie Tot 2020 zal de incidentie van oncologie met 40% toenemen tot 123.000 nieuwe kankerpatiënten per jaar. Met de ontwikkeling van nieuwe behandelmethoden < Vorige volgende> 25 wordt de behandeling steeds meer toegespitst op de individuele patiënt. Diagnostiek (radiologie en pathologie) speelt daarbij een prominente rol. Uit onderzoek van KWF Kankerbestrijding blijkt dat er sprake is van soms forse en niet verklaarbare behandelvariatie tussen de verschillende behandelcentra. Inzicht in en transparantie van uitkomsten van zorg zijn daarom essentieel. Er worden nog onvoldoende patiënten systematisch geregistreerd in kankerregistraties. Hoewel kanker in Nederland nog steeds de belangrijkste oorzaak is van overlijden, neemt het aantal mensen dat langer leeft na/met kanker toe. Nazorg zal dan ook steeds belangrijker worden opdat patiënten beter en sneller herstellen van de behandeling en zij maatschappelijk actief blijven. Hoewel er wat de behandeling betreft steeds meer mogelijk is, is er ook steeds meer aandacht voor de vraag of (door)behandelen voor elke patiënt wenselijk is, waarbij de wens van de patiënt leidend is. Goede palliatieve protocollen worden dan ook steeds belangrijker. De behandeling van kanker is kostbaar. Om voor iedereen een gelijke toegankelijkheid tot kwalitatief hoogwaardige kankerzorg te kunnen garanderen is een doelmatige aanpak essentieel. Dat betekent dat het volume van de aangeboden zorg nauw moet worden afgestemd op de behoefte van de regio en dat er tussen zorgaanbieders goed moet worden samengewerkt en worden afgestemd wie welk deel van de behandeling voor zijn rekening neemt. Achmea signaleert forse prijsverschillen tussen zorgaanbieders die niet verklaard worden door de soort behandeling of patiëntenmix. Achmea zal de komende jaren dan ook extra aandacht besteden aan de volgende ontwikkelingen: •• klinische netwerken: ontwikkeling van regionale tumornetwerken met afgestemde zorgprocessen (inclusief radiologie en pathologie), duidelijke verwijslijnen en klinische registratie; •• ontwikkeling, registratie en transparantie van zorguitkomsten (Kwaliteit van Zorg); •• kwalitatief hoogwaardige nazorg; •• kwalitatief hoogwaardige palliatieve zorg; •• toewerken naar verklaarbare prijsverschillen tussen zorgaanbieders. 26 Inhoud < Vorige 17.Varices Op 25 maart 2011 heeft het CVZ het rapport Varices: medisch noodzakelijke versus cosmetische behandelingen uitgebracht. Dit rapport is in 2013 aangepast en aangescherpt met als erkenning de positie van de duplexonderzoeken. De behandelingen van patiënten met klasse C2-varices maken geen deel meer uit van het verzekerde pakket. Dit was al het geval voor de C0- en C1-behandelingen. Met deze beleidsmaatregel van CVZ zal het aantal ondoelmatige varicesbehandelingen moeten dalen. Om het beleid van CVZ goed gestalte te kunnen geven, zal Achmea haar beleid hier nog scherper op aan laten sluiten. Achmea zal zich tijdens de gesprekken met de zorgaanbieders richten op de volgende twee hoofddoelstellingen: •• verzekerde zorg inkopen en vergoeden conform de gestelde richtlijnen (CVZ en NZa) en instapvoorwaarden; •• verzekerde zorg vergoeden tegen een marktconforme prijs. De volgende onderwerpen zijn hierbij voor Achmea van belang: •• Verslaglegging moet zorgvuldig en controleerbaar zijn ter voorkoming van vergoeding van onverzekerde zorg. De diagnose moet met veneuze duplex als gouden standaard worden gesteld waarna deze inzichtelijk wordt vastgelegd in het dossier. •• Endovasculaire behandeling is behandeling van eerste keus. 18.Cataract Cataractzorg wordt door een groot deel van de zorgaanbieders met wie wij zaken doen geleverd en vaak ook nog op vrij grote schaal. In onze analyses over deze vrij gangbare zorg zien wij echter wel verschillen in kwaliteit, doelmatigheid en kosten. Voor de inkoop 2015 heeft Achmea een aantal parameters voor kwaliteit en doelmatigheid op een rij gezet en daar een score per ziekenhuis aan verbonden. Deze score zullen wij aan u terugkoppelen en waar nodig ook afspraken maken over verbetering. volgende> Inkoopbeleid 2015 Daarnaast hebben wij ook naar de kosten gekeken; wij signaleren grote variatie in prijs tussen verschillende zorgaanbieders die niet is toe te schrijven aan de kenmerken van de populatie die behandeld wordt. Daarom is het onze ambitie om in de inkoop 2015 de prijsvariatie terug te dringen. Dit inkoopbeleid staat los van de pilot prestatie-inkoop 2015. Met zorgaanbieders die meedoen met de pilot prestatie-inkoop 2015 zullen wij een ander traject doorlopen voor deze aandoening. 19.Geboortezorg In Nederland bevallen jaarlijks ongeveer 175.000 vrouwen. Dit leidt voor het overgrote deel tot een gezonde moeder en een gezond kind. Echter in 2004 overleden ongeveer 1.700 kinderen (1%) rond de geboorte (perinatale sterfte) en in een groter aantal gevallen was er sprake van morbiditeit. Nederland presteert op dit gebied ten opzichte van de meeste andere Europese landen slechter. Naar aanleiding hiervan stelt het rapport Een goed begin (2009) van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte verschillende verbeteringen voor. Het College Perinatale Zorg (CPZ) is aangesteld om de verbeteringen af te stemmen en te faciliteren. Een van de verbeteringen betreft de organisatie van 24/7-verloskunde in het ziekenhuis om te voldoen aan de norm de behandeling binnen vijftien minuten te starten. Om deze norm te halen, moet 24/7 een gynaecoloog beschikbaar zijn. Voor verloskundigen en ziekenhuizen geldt tevens de norm van één-op-éénbegeleiding (kraamverzorgende of O&G-verpleegkundige) en de één-op-tweebegeleiding (obstetrisch professional) van de vrouw tijdens de bevalling. Achmea wil vanaf 2015 verbetering van de samenwerking tussen eersteen tweedelijnsgeboortezorg stimuleren en hiermee de geboortesterfte in Nederland helpen verlagen. In dit kader bevorderen we goed geoutilleerde verloskundige samenwerkingsverbanden (VSV’s): goed georganiseerde ketens van integrale geboortezorg die verantwoordelijk zijn voor goede uitkomsten van obstetrische zorg. Doordat Achmea regionale integrale geboortezorg inkoopt, levert deze keten van professionals kwalitatief goede, veilige en doelmatige geboortezorg aan onze verzekerden waarbij deze verzekerden zelf kunnen sturen op wat zij belangrijk vinden binnen de medische standaarden. medisch specialistische zorg Inhoud < Vorige volgende> 27 De focus in de gesprekken met onze partners zal de komende jaren vooral komen te liggen op de volgende onderwerpen/doelstellingen: •• Ketenontwikkeling door goed geoutilleerde VSV’s, waarbij de cliënt centraal staat in haar zorgbehoefte met als doel dat de cliënt de juiste zorg op de juiste plek, tegen de juiste kosten ontvangt. •• Afspraken maken over een veilige en efficiënte benutting van bestaande capaciteit, door onder andere het vergroten van expertise binnen de eerstelijns verloskundige zorg, de geboortecentra en ziekenhuizen alsmede een soepele doorverwijzing van en naar deze zorgaanbieders zonder niet-structurele overdrachten en zonder dubbele bekostiging. •• Inkopen van VSV’s (de gehele keten) die voldoen aan alle kwalitatieve inkoopspecificaties. •• Complete en correcte perinatale registraties, inclusief een adequate verwerking met actuele verslaglegging door de Perinatale Registratie Nederland. •• Ontwikkelen van meetbaarheid en transparantie van de uitkomsten van de geleverde zorg. •• Gepast gebruik van bestaande mogelijkheden om de bevalling in te leiden en pijn te bestrijden inclusief goede voorlichting/begeleiding hierover. Overbehandeling kan schadelijk zijn voor de gezondheid en maakt de zorg onnodig duur. We gaan daarom de dialoog aan en maken afspraken met zorgaanbieders die afwijken van de landelijke norm. 20.Galstenen Naar schatting bezit 10 tot 15% van de Nederlanders galstenen. In de meeste gevallen zijn galstenen asymptomatisch en is een expectatief beleid voldoende. Chirurgische galblaasverwijdering is slechts onder bepaalde klinische omstandigheden noodzakelijk. Gezien de grote spreiding in praktijkvariatie van galblaasverwijderingen, richt het beleid van Achmea zich op het bevorderen van de juiste indicatiestelling van zo’n galblaasoperatie. Verder wordt verwacht dat een behandeling in een juiste setting plaatsvindt die past bij de omstandigheden van de patiënt, dus dagverpleging wanneer het kan en ziekenhuisopname wanneer het moet. Tevens verwachten wij dat de prijs van de chirurgische behandeling afgestemd is op de bijbehorende verrichtingen (zorgprofiel). 28 Inhoud < Vorige volgende> Inkoopbeleid 2015 medisch specialistische zorg Inhoud < Vorige volgende> 29 Specifieke beleidsonderwerpen 4 UMC-beleid UMC’s hebben een bijzondere positie in de driehoek van zorg, onderwijs en onderzoek. Voor Achmea aanleiding om aanvullend op het algemene inkoopbeleid specifiek UMC-beleid voor 2015 vast te stellen. Achmea wil haar verzekerden (blijven) voorzien van goede academische zorg indien noodzakelijk. Onderwerpen waar aanvullend beleid voor is geformuleerd zijn onder andere de transplantatiezorg en het gebruik van weesgeneesmiddelen. Medisch specialistische revalidatie De medisch specialistische revalidatiezorg wordt veelal aangeboden door revalidatiecentra. Een klein deel van de revalidatiezorg wordt in ziekenhuizen en in ZBC’s aangeboden. Voor 2015 is het beleid van Achmea gericht op het verhogen van de transparantie in de revalidatiezorg in de volle breedte en op verhoging van de kwaliteit en doelmatigheid voor een aantal subdoelgroepen en op specifieke aandoeningen (cerebrovasculair accident, chronische aspecifieke pijnklachten en dwarslaesie). Voor 2015 zijn de volgende doelen geformuleerd: •• Transparantie van de revalidatiezorg in de volle breedte. Aan de hand van spiegelinformatie over de gedeclareerde DOT’s wordt samen met de medisch specialistische revalidatiecentra in kaart gebracht welke zorg voor welke doelgroepen geboden wordt. 30 Inhoud < Vorige volgende> Inkoopbeleid 2015 •• •• Doelmatigheid met betrekking tot subgroepen. Achmea streeft in het kader van stepped care naar substitutie van laagcomplexe zorg naar de eerste lijn (onder andere aspecifieke pijn). Voor hierna genoemde doelgroepen betekent dit: –– Chronische aspecifieke pijnklachten. Voor deze doelgroep wil Achmea concrete afspraken maken voor de in 2015 te bieden zorg. In het kader van stepped care wordt medisch specialistische revalidatie alleen voor streng geselecteerde patiënten met chronische aspecifieke pijn ingekocht. Voor deze patiënten wordt op basis van de laatste inzichten gestreefd naar meer intensieve kortdurende behandeltrajecten. –– CVA. Het inkoopbeleid richt zich voor deze doelgroep op meer intensieve kortdurende klinische behandeltrajecten voor goed geselecteerde CVA-patiënten, met nazorg in de eerste lijn. –– Pluscertificaat. Achmea zal ter stimulering van best practices voor 2015 pluscertificaten uitreiken aan revalidatiecentra die onder andere bijdragen aan juiste indicatiestelling (triage) en verhoging van de behandelintensiteit in combinatie met verkorting van de behandelduur. Voor de doelgroep dwarslaesie vraagt Achmea om te voldoen aan de vastgestelde Zorgstandaard Dwarslaesie (maart 2013). Medisch specialistische verpleging thuis (MSVT) Per 2015 wordt, afhankelijk van besluitvorming door het Ministerie van VWS, verwacht dat de overheveling van de wijkverpleging naar de Zorgverzekeringswet doorgang vindt. MSVT maakt onderdeel uit van de geformuleerde aanspraak voor de wijkverpleging. 2015 zal een overgangsjaar zijn zodat per 2016 volledige integratie van de MSVT in de wijkverpleging plaatsvindt. Op het moment van publiceren van het Achmea inkoopbeleid 2015 is nog niet duidelijk hoe de afspraken voor 2015 voor de MSVT gemaakt kunnen worden. De voor 2014 geboden mogelijkheid aan zorgaanbieders om zelf de MSVT te organiseren blijft naar verwachting niet bestaan. medisch specialistische zorg Inhoud < Vorige volgende> 31 Monitoring en naleving 5 Visie en scope Samen met de zorgaanbieders staan we voor zinnige en zuinige zorg voor onze verzekerden. De hierover gemaakte afspraken leggen we samen vast in een contract. Binnen de afdeling Zorginkoop is team Naleving verantwoordelijk voor de naleving van met zorgaanbieders gemaakte afspraken. Monitoring van de naleving We bewaken de naleving van de afspraken aan de hand van de nalevingskalender. Dit instrument herijken we elk jaar op basis van de standaardovereenkomst en de werkelijk gemaakte afspraken. De nalevingskalender bestaat uit drie pijlers: 1. Zorgkostendoelstelling Bij deze pijler hebben we de volgende acties benoemd: •• De afgesproken aanneemsom of plafondafspraak met de zorgaanbieder bewaken we wekelijks. We monitoren de cumulatieve productie, de declaraties, de financiering van het onderhanden werk en het saldo van de eventuele uitstaande opbrengstverrekening. Als door het totaal van de geldstromen de financiële afspraak overschreden wordt, zal deze overschrijding tussentijds worden geneutraliseerd. Hiertoe treden we in overleg met de zorgaanbieder, waarbij we ons het recht voorbehouden om eenzijdig tot verrekening met toekomstig te betalen declaraties over te gaan. 32 Inhoud < Vorige volgende> Inkoopbeleid 2015 •• •• •• •• We letten ook op de herijking van de aanneemsom of plafondafspraak omdat we afspraken hebben gemaakt met de zorgaanbieder onder welke voorwaarden deze vaste opbrengst kan wijzigen. We kijken daarbij naar de effecten ten aanzien van de mutaties van ons verzekerdenbestand, het voorwaardelijke deel van de vaste of plafondopbrengst van de zorgaanbieder, de uitkomsten van materiële controles, de eventueel gemaakte nacalculatieafspraken en de uitkomsten van doelmatigheidsprogramma’s. Iedere herijking van de financiële afspraak wordt schriftelijk bevestigd door beide partijen. Het is mogelijk om met ons afspraken te maken over de financiering van het onderhanden werk. Dan gebruiken we het opgeleverde reële onderhanden werk van de zorgaanbieder en herijken het voorschot richting de zorgaanbieder en monitoren de financiering. De landelijke OHW-grouper is het enige systeem voor de aanlevering van het onderhanden werk. Zonder een opgave van het onderhanden werk is er geen recht op bevoorschotting. In de overeenkomst is het mogelijk afspraken te maken over voorwaarden voor een deel van de vaste aanneemsom of de maximumopbrengst. Voor het voorwaardelijke deel van de opbrengst registreren we daarom de informatieaanlevering (zie pijler 3), de kwaliteitsinformatie vanuit de inkoopspecificaties, certificering van het kwaliteitssysteem (bijvoorbeeld NIAZ, VMS, ISO) en de doelmatigheidsdata. Als er overige afspraken zijn in de overeenkomst, dan nemen we die ook mee. Per 30 juni ontvangen de betreffende zorgaanbieders een eerste overzicht met de stand van zaken. We stellen vast of de zorgaanbieder handelt volgens richtlijnen die gelden binnen de beroepsgroep. Dat doen we samen met onze medisch adviseurs en onze afdeling Materiële Controle. We voeren controles bij de zorgaanbieder uit op basis van een risicoanalyse. Deze risico’s veranderen in de loop van het jaar. Aanpassingen die voortvloeien uit materiële controles over voorgaande jaren en een structureel karakter hebben, worden verwerkt in het contract 2015. Als er een direct verband is tussen de uitkomst van materiële controle en de overeengekomen aanneemsom of plafondafspraak, dan kan deze nog gewijzigd worden. medisch specialistische zorg Inhoud 2. Kwaliteitsdoelstelling De tweede pijler van ons nalevingshuis bestaat uit de volgende bouwstenen: •• Als de zorgaanbieder aangeeft dat aan de inkoopspecificaties wordt voldaan en er geen verbeterplan nodig is, dan kijken we steekproefsgewijs of dat klopt. We stellen dan vast of de zorgaanbieder zich aan de gemaakte afspraken houdt. •• We monitoren de verbeterplannen die afgesproken zijn bij de vragen van de individuele inkoopspecificaties. Daarom leggen we de afgesproken verbeterplannen vast en beoordelen we daarna of de zorgaanbieder, na de realisatie van het verbeterplan, aan de inkoopspecificaties voldoet. •• Als zorgaanbieders voldoen aan alle inkoopspecificaties en aanvullende criteria, dan komen ze in aanmerking voor een pluscertificaat. Vanuit Naleving toetsen we of het toekennen van een pluscertificaat rechtmatig is. 3. Informatieaanlevering Aanlevering van de informatie van de zorgaanbieder helpt ons om goede afspraken te maken, nu en in de toekomst. Daarom hebben we de volgende informatie nodig: •• De productiecijfers (zorgactiviteiten) monitoren we per zorgaanbieder. Deze worden maandelijks via Vecozo (voorheen DBC Services) uitgevraagd. •• Om de inhoud van de zorg te kunnen bespreken vragen we proactief zorgprofielen uit. De zorgprofielen worden jaarlijks opgevraagd via Vecozo. •• De halfjaarcijfers en de jaarrekeningen gebruiken we om de financiële positie, de resultaatontwikkeling en daarmee de continuïteit van de zorgaanbieder te bewaken. Dan weten we op tijd of we samen moeten of kunnen ingrijpen. Voor de aanlevering van de jaarrekening maken we gebruik van de website www.jaarverslagenzorg.nl. De halfjaarcijfers worden conform de gemaakte afspraken via een format in Vecozo uitgevraagd. •• We vragen aanvullende kwaliteitsinformatie op vanuit de inkoopspecificaties. Dat gaat ook om de veiligheid van de zorg. Het kan zijn dat deze informatie gebruikt wordt om het voorwaardelijke deel van de opbrengst aan te passen. •• Voor de inkoopronde 2015 is het van belang dat wij tijdig beschikken over een offerte met prijs- en volumevoorstellen. Deze worden volgens afspraak op 1 augustus 2014 via Vecozo bij ons aangeleverd. Wij monitoren de tijdige aanlevering. < Vorige volgende> 33 •• Er is een Convenant Administratieve Organisatie en Interne Controle inzake registratie en facturering gesloten door Zorgverzekeraars Nederland (ZN), de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU). De zorgaanbieder levert een controleverklaring aan over de juistheid van de aan de zorgverzekeraar verantwoorde bedragen. Deze verklaring komt van de externe huisaccountant. Wij gebruiken deze verklaring voor onze risicoanalyse. We zijn erop gericht om dit proces van naleving efficiënt en doelmatig uit te voeren, voor ons en voor de zorgaanbieder. Daarom kan de richting van ons kompas veranderen door het jaar heen. Ook ontwikkelen we in de loop van de tijd slimme tools om de informatieuitwisseling met de zorgaanbieder over en weer gemakkelijker te maken. Denk bijvoorbeeld aan Vecozo dat steeds in ontwikkeling is. 34 Inhoud < Vorige volgende> Inkoopbeleid 2015 medisch specialistische zorg Inhoud < Vorige volgende> 35 Financiering onderhanden werk 6 Vanaf 2012 hebben wij met zorgaanbieders afspraken gemaakt over de financiering van het onderhanden werk (OHW). Onder de term OHW verstaan we alle openstaande zorgtrajecten voor Achmeaverzekerden. Deze definitie sluit aan bij de definitie van OHW in de landelijke OHW-grouper. De al afgesloten maar nog niet gedeclareerde trajecten vallen niet onder deze definitie. In 2015 vindt geen fundamentele wijziging op dit beleid plaats. De financiering van het OHW wordt één keer per kwartaal herijkt. De frequentie van de aanlevering van de OHW-positie blijft op maandelijkse basis, zodat wij elke maand inzicht hebben in de productieontwikkeling in verhouding tot de overeengekomen afspraken. Zodra een zorgaanbieder het schriftelijke contract 2015 heeft getekend, inclusief een door beide partijen geaccordeerde prijslijst, kan de financiering van het OHW worden geëffectueerd. De hoogte van de financiering OHW wordt elk kwartaal opnieuw vastgesteld op basis van de informatie die de zorgaanbieder via de landelijke OHW-grouper heeft aangeleverd. Achmea krijgt hiertoe de OHW-posities aangeleverd via Zorgprisma van Vektis. Van de aangeleverde OHW-waarde wordt, indien de aanlevering is gevalideerd, 90% gefinancierd. De aansluiting op de landelijke OHW-grouper is een voorwaarde om financiering te verkrijgen. 36 Inhoud < Vorige volgende> Inkoopbeleid 2015 Inkoopproces en tijdpad Hieronder treft u een overzicht aan van de belangrijkste data van de inkoopronde 2014: De belangrijkste data voor digitaal contracteren: Achmea relatiemiddag in Zeist donderdag 24 april 2014 Start zorginkoop 2014 donderdag 1 mei 2014 Zorgverlenersportaal open vrijdag 9 mei 2014 Zorgverlenersportaal - gegevens ingevuld door zorgaanbieder vrijdag 13 juni 2014 MSZ-contractteksten gereed maandag 2 juni 2014 Zorgverlenersportaal gesloten woensdag 1 oktober 2014 Onderhandelingen afgerond (onderhandelakkoord inclusief prijslijst 2015 ondertekend) vrijdag 31 oktober 2014 Publiceren verzekerde informatie over gecontracteerde zorg woensdag 19 november 2014 Getekende overeenkomst 2015 dinsdag 23 december 2014 medisch specialistische zorg 7 Inhoud Informatiebijeenkomst over digitaal contracteren mei 2014 Digitaal contracteren portaal open maandag 1 september 2014 Digitale contractering afgerond woensdag 1 oktober 2014 < Vorige volgende> 37 Bijlage 1: Inkoopspecificaties 2015 1. Patiëntervaringen 2. Vinden op basis van de teruggekoppelde uitkomsten van deze registraties aantoonbare verbeteracties plaats volgens de PDCA-methodiek? Doelstellingen 1. Heeft of organiseert uw instelling in 2015 de mogelijkheid om patiëntervaringen in de eigen instelling te meten met behulp van de CQ-index en PROM’s voor zover beschikbaar? Toelichting: de metingen worden uitgevoerd volgens het handboek van de CQ-index en door een CKZgeaccrediteerde meetorganisatie. 2. Sluit uw instelling zich in 2015 aan bij de meetagenda van de CQ-index en landelijke CQ-metingen uitgevoerd door de Stichting Miletus ten behoeve van de landelijke benchmark? 3. Heeft u in 2015 een plan-do-check-act (PDCA)-cyclus ingericht waarin de uitkomsten van de CQ-index worden gebruikt voor verbeteracties? Pluscertificaatcriterium Voldoet uw instelling in 2014 aan alle eerder genoemde doelstellingen? 2. Patiëntveiligheid Instapvoorwaarden 1. Neemt uw instelling jaarlijks deel aan de PREZIES-registratie of heeft uw instelling een goed werkende infectieregistratie volgens strikte protocollen (getoetst systeem) waarmee longitudinale vergelijkingen mogelijk zijn, voor minimaal vijf aandoeningen? 38 Inhoud < Vorige Doelstellingen 1. Voert uw instelling jaarlijks met alle medisch specialisten IFMS-gesprekken én zijn gespreksverslagen hiervan voor de raad van bestuur opvraagbaar? 2. Zorgt uw instelling voor de borging van de bepalingen van het convenant Veilige toepassing van medische technologie in de instelling in het beleid en de bedrijfsvoering van de organisatie? 3. Heeft uw instelling inzicht in de actuele status van de kwaliteit, deskundigheid en bekwaamheid van de verpleegkundige(n) en overige zorgprofessional(s) door middel van een transparant, branchegericht kwaliteitsregister en biedt uw instelling waarborgen voor de individuele/groepsgerichte deskundigheidsbevordering? 4. Werkt uw instelling aan het optimaliseren van de logistieke keten van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen via het bevorderen van de barcodetechnologie (GS1-standaard)? 5. Bevordert uw instelling de ontwikkeling en het gebruik van een landelijk gedefinieerde, generieke set gegevens die bij de overdracht van een patiënt in een ziekenhuisomgeving (elektronisch) uitgewisseld kan worden? 6. Nemen alle medisch specialisten in 2015 deel aan kwaliteitsvisitaties en audits van wetenschappelijke verenigingen, voor zover van toepassing op de zorgaanbieder in dat jaar? volgende> Inkoopbeleid 2015 3. Eerstelijnsdiagnostiek Doelstellingen 1. Is uw (ziekenhuis)laboratorium CCKL- of ISO-gecertificeerd? 2. Hanteert uw (ziekenhuis)laboratorium voor het aanvragen van eerstelijnsdiagnostiek het digitaal LESA-formulier (Landelijke Eerstelijns Samenwerkingsafspraken), zoals opgesteld door SAN/NVKC op basis van de NHG-standaarden? 3. Zijn binnen uw laboratorium alle aanvragen en uitslagen van eerstelijnsdiagnostiek alsmede noodzakelijke uitwisseling van gegevens met derden in geval van verwijzing digitaal ondersteund? 4. Genereert u spiegelinformatie (DTO) over zinvol en zuinig aanvraaggedrag van eerstelijnsdiagnostiek en deelt u die met de aanvragers? 5. Voert u geen diagnostiek uit voor de eerste lijn die expliciet in de NHGstandaarden wordt uitgesloten? 4. Intramurale farmacie Geen specifieke inkoopspecificaties. 5. Dementie en ouderenzorg Doelstellingen 1. Bent u bereid om managementinformatie aan te leveren ten aanzien van het aanbod voor patiënten met dementie? 2. Werkt u volgens de concept multidisciplinaire richtlijn Diagnostiek en behandeling bij dementie (2013)? 3. Voldoet uw instelling aan alle criteria die zijn genoemd in het keurmerk Senior Friendly Hospital (SFH) die zijn opgenomen in de vragenlijst die de opstellers van het keurmerk in maart 2013 hebben uitgezet? medisch specialistische zorg Inhoud < Vorige volgende> 39 Pluscertificaatcriterium Werkt u voor de doelgroep ouderen vanaf 70 jaar die acuut worden opgenomen volgens de criteria van de transmurale zorgbrug? 6. Spoedzorg Doelstelling Heeft u tijdens de avond-, nacht- en weekenduren (ANW) capaciteit beschikbaar voor het aanvragen van aanvullende diagnostiek door de huisarts(enpost), tegen dezelfde prijsstelling en condities als tijdens kantooruren, zoals voorgeschreven in de NZa-beleidsregel? 7. Beroerte (CVA) Doelstellingen 1. Kwaliteitsregistratie (CVA-benchmark). Neemt het ziekenhuis deel aan de CVA-benchmark 2.0 (in DCVA)? In 2016 moet van minimaal 95% van alle CVA-patiënten minimaal 95% van de gevraagde data aangeleverd worden. 2. Kwaliteit trombolyse. Voldoet het ziekenhuis 1 januari 2016 aan de norm dat het percentage getrombolyseerde patiënten niet significant onder de 15% is? 3. Voldoet uw ziekenhuis 1-1-2016 aan de norm: mediane door-to-needle time < 35 minuten? 4. Zijn binnen de stroke service geformaliseerde afspraken gemaakt tussen de revalidatiearts en de specialist ouderengeneeskunde hoe de triage in het ziekenhuis uitgevoerd wordt? 5. Heeft u voor 1 januari 2016 de aanbevelingen uit de CBO-richtlijn Diagnostiek, behandeling en zorg voor patiënten met een beroerte (2008) ten aanzien van oefentherapie geïmplementeerd: a. mobilisatie binnen 24 uur na ontstaan van een beroerte, tenzij medisch niet verantwoord; 40 Inhoud < Vorige b. dagelijks minimaal twee keer per dag, minimaal twintig tot dertig minuten oefentherapie per behandelsessie, onder begeleiding van een fysio- en/of ergotherapeut; c. voorkómen van lichamelijke inactiviteit zowel tijdens opname als na ontslag naar de thuissituatie? Pluscertificaatcriteria 1. Implementeert u voor 1 januari 2016 de aanbeveling uit de CBO-richtlijn Diagnostiek, behandeling en zorg voor patiënten met een beroerte (2008) ten aanzien van oefentherapie: doorbehandeling in de weekeinden? 2. Spant u zich in voor een goede transmurale afstemming, kwaliteitsmonitoring en verbetering van de zorg in de keten, onder meer door het aanstellen van een ketencoördinator conform de opzet van het KNCN? 3. Maakt de instelling gebruik van het VRA- of VERENSO-triage-instrument? 4. Heeft de stroke service/het CVA-netwerk waar uw instelling onderdeel van uitmaakt voor 1 januari 2016 afspraken gemaakt met huisartsen in het adherentiegebied, liefst in geaggregeerd verband van zorggroep of GEZ, in de lijn van de NHG-standaard 2013 en de LTA TIA/CVA uit 2004 en de thuiszorgorganisaties over het opstellen van een individueel zorgplan waarin onder andere de afspraken over afstemming en overdracht van secundaire preventie naar de eerste lijn en de coördinatie van de thuisrevalidatie en (na) zorg door de eerste lijn zijn geregeld? 8. Cardiologie Instapvoorwaarde Levert de instelling binnen drie maanden na interventie de registratiedata voor PTCA’s, THI’s, ICD’s en PM’s aan bij de registrerende instantie (volledige minimale dataset)? Bij voorkeur wordt aangeleverd bij de CIDR voor PTCA’s en THI’s en bij de DIPR voor ICD’s en PM’s. volgende> Inkoopbeleid 2015 Doelstelling Levert de instelling in het kader van transparantie per 1-4-2016 bij Achmea een rapportage aan over het aantal geplaatste ICD’s over de periode 1-1-2015 tot 1-1-2016, onderverdeeld naar de indicaties ‘preventief’ (prophylactic) en ‘curatief’ (therapeutic) gelijk aan de te registreren informatie voor de minimale dataset? De uitkomsten zullen met de instelling besproken en geduid worden in het kader van zinvolle, zuinige en doelmatige zorg. 9. Chronische nierschade Doelstellingen 1. Heeft u een aantoonbaar beleid om (pre-emptieve) niertransplantaties te bevorderen en thuis(hemo)dialyse te bevorderen? 2. Levert u op verzoek van Achmea uw reninegegevens aan? 3. Heeft u de LTA Chronische nierschade geïmplementeerd? 4. Bent u bereid verbeterafspraken te maken op grond van de gerapporteerde kwaliteitsindicatoren over indicatiestelling voor nierdialyse, voorbereidingstijd niertransplantatie en een goede voorbereiding op dialyse door middel van een tijdig aangelegde vaattoegang? 10. COPD Doelstellingen 1. Registreert u vanaf 1-1-2015 van alle COPD-patiënten in uw praktijk minimaal FEV1, symptoomscore en exacerbatiefrequentie, en levert u deze gegevens na afloop van een kwartaal vanaf het eerste kwartaal 2015 aan Achmea aan in het daarvoor beschikbaar gestelde format? 2. Heeft u de LTA COPD met de eerste lijn geïmplementeerd? medisch specialistische zorg Inhoud < Vorige volgende> 41 Pluscertificaatcriterium Levert u de gevraagde registratie – minimaal FEV1, symptoomscore en exacerbatiefrequentie – in het daarvoor beschikbaar gestelde format al aan over 2014? 11. Dermatologie Instapvoorwaarde Indiceert u fotodynamische therapie niet als eerstekeuzebehandeling bij actinische keratose en superficieel basaalcelcarcinoom? Doelstellingen 1. Indien u mohschirurgie aanbiedt, voldoet u aan de volume- en kwaliteitsnormen die de NVDV in de veldnormen voor mohschirurgie heeft geformuleerd? 2. Registreert u de DOT-codes voor benigne en maligne tumoren op basis van de PA-uitslag? 3. Registreert u per 1 januari 2015 in de D-page van de NVDV? 12. Diabetes mellitus Instapvoorwaarden 1. Maakt en implementeert u in 2015 concrete schriftelijke afspraken met 100% van de samenwerkingsverbanden die ketenzorg leveren (ook wel zorggroepen en GEZ’en genoemd) in het adherentiegebied over consultatie, verwijzing en terugverwijzing bij diabetes, op basis van de kaders beschreven in de LTA van 2012? De schriftelijke afspraken moeten ook betrekking hebben op de wijze waarop de gemaakte afspraken en de resultaten daarvan gezamenlijk met de betreffende zorggroep en/of GEZ-groep worden geëvalueerd. Als het niet lukt om met één of enkele samenwerkingsverbanden tot afspraken te komen, dan moet u Achmea melden waarom dit niet is gelukt. 42 Inhoud < Vorige volgende> Inkoopbeleid 2015 2. Registreert u per 1 januari 2015 in het eigen primaire registratiesysteem (EPD) de e-diabetes kernset voor volwassen patiënten met diabetes type 1 en 2? 3. Registreert uw instelling voor 95% van de RT-CGM-patiënten in Basisstructuur Innovatief Diabetes Onderzoek Nederland (Bidon)? Doelstellingen 1. Registreert u per 1 januari 2015 in het eigen primaire registratiesysteem (EPD) de tweejaarlijkse screening van de schildklierfunctie en minstens driemaal per jaar een HbA1c-meting voor kinderen met diabetes type 1? 2. Kunt u per 1 januari 2015 de geregistreerde gegevens (e-diabetes kernset) voor patiënten met diabetes type 1 en type 2 uit het systeem extraheren ten behoeve van monitoring van de geleverde zorg? 3. Levert u de gegevens over 2015 aan ten behoeve van een nog te realiseren landelijke registratie diabeteszorg waarin de gegevens worden bewerkt tot indicatoren waarmee de kwaliteit van de diabeteszorg inzichtelijk wordt? 4. Opent u geen DOT voor het uitsluitend schrijven van een recept voor GLP-1-analogen? 5. Kunt u per 1 januari 2015 de geregistreerde gegevens (screening schildklierfunctie en HbA1c-meting) uit het primaire registratiesysteem extraheren? 6. Levert u de gegevens over 2015 aan ten behoeve van een nog te realiseren landelijke registratie diabeteszorg waarin de gegevens worden bewerkt tot indicatoren waarmee de kwaliteit van de diabeteszorg inzichtelijk wordt? 7. Is er binnen uw instelling minimaal 36 uur per week een kinderdiabetesverpleegkundige beschikbaar of bereikbaar die ook inzage heeft in de patiëntgegevens en kan rapporteren in het elektronisch patiëntendossier? Pluscertificaatcriterium Voldoet uw instelling aan alle eerder genoemde doelstellingen en voorwaarden? medisch specialistische zorg Inhoud 13. Heup/knievervanging Instapvoorwaarde Bent u zeer terughoudend in het gebruik van hyaluronzuurinjecties in de knie? Doelstellingen 1. Bent u zeer terughoudend in het opereren van meniscusscheuren in de lengterichting bij patiënten boven de 55 jaar tenzij er een beklemming is? 2. Voert u in eigen beheer PROM-metingen heup- en knieoperaties uit conform het NOV-advies en levert u de resultaten aan bij de LROI? 3. Bent u zeer terughoudend in het uitvoeren van diagnostiek en behandeling van primaire osteoporose in de tweede lijn? 14. Wervelkolom Doelstelling Is uw instelling gevisiteerd door de NVA-sectie Pijngeneeskunde? 15. Morbide obesitas (bariatrie) Instapvoorwaarde Levert u alle indicatoren van al uw patiënten per 1-1-2015 volledig, juist en tijdig aan de DATO-registratie aan? 16. Oncologie Instapvoorwaarde Registreert u 95% van de patiënten in de Dutch Lungcancer Surgical Audit (DLSA)? < Vorige volgende> 43 Doelstellingen 1. Registreert u 95% van de patiënten in de National Breast Cancer Audit (NBCA)? 2. Registreert u 100% van de patiënten in de Dutch Lungcancer Surgical Audit (DLSA)? 3. Maakt u de een- en tweejaarsoverleving van alle longkankerpatiënten transparant op uw eigen website per 1-1-2015? 4. Zijn er minimaal twee dedicated longartsen werkzaam binnen uw instelling met als specialisatie oncologie? 5. Registreert u alle zes mogelijke complicaties (afkomstig uit Zorg voor Uitkomst longkanker 2013) na resectie van longkanker? 6. Registreert u van alle coloscopieën (bevolkingsonderzoek darmkanker en reguliere coloscopieën) de uitkomstindicatoren in uw eigen primaire registratiesysteem en registreert u 100% van de patiënten in de DICA (DGEA), zo gauw beschikbaar? 7. Geeft uw instelling er toestemming voor dat de benodigde data worden opgevraagd bij bestaande registraties en worden gebruikt voor het berekenen van het percentage carcinomen na coloscopie en dat deze uitkomsten worden gerapporteerd via DICA (DGEA)? 8. Registreert u in 2015 de door NVU en NVRO geaccordeerde set uitkomstindicatoren bij 100% van de patiënten? 9. Wijst u per 1-1-2015 patiënten die worden gediagnosticeerd met kanker, bij diagnose op het gebruik van het zelfmanagementtool OncoKompas? 10.Is in het adherentiegebied van uw instelling binnen uw organisatiestructuur één aanspreekpunt voor oncologienazorg ingebed met als doel systematische detectie van fysieke en psychosociale nazorgbehoeften? 17. Varices Geen specifieke inkoopspecificaties. 44 Inhoud < Vorige 18. Cataract Instapvoorwaarde Bent u bereid bij een significant slechtere ervaren effectscore in de PROM-meting Cataract van Miletus verbeterafspraken met Achmea te maken? 19. Geboortezorg Instapvoorwaarde Functioneert uw verloskundig samenwerkingsverband (VSV) minimaal op niveau 1? Doelstellingen 1. Behaalt u minimaal twee punten op het preventiebeleid van Achmea (naast verplichte voorlichtingsavond over de bevalling)? 2. Heeft uw instelling transmurale afspraken gemaakt over de volgende onderwerpen: –– niet-vorderende ontsluiting; –– > 24 uur < 48 uur gebroken vliezen; –– BMI > 40; –– diabetes gravidarum; –– sociale indicatie (B-D); –– integraal pijnprotocol? 3. Draagt u zorg voor één-op-éénbegeleiding tijdens de bevalling (conform kwaliteitskader vervroegde inzet)? 4. Heeft u minstens één verbeterafspraak binnen uw organisatie gebaseerd op uw spiegelinformatie uit de PRN Insight dan wel uit Achmeaspiegelinformatie? 5. Is uw instelling voorbereid op het ontvangen van het bericht acute overdracht (PWD)? 6. Heeft uw instelling transmurale afspraken gemaakt over de volgende onderwerpen: –– pijnbestrijding (lachgas); –– telemonitoring? volgende> Inkoopbeleid 2015 7. Functioneert uw VSV minimaal op niveau 2? Zijn er afspraken met de kraamzorg? En zijn er afspraken met verloskundigen over pijnvoorlichting en pijnbestrijding? 8. Bespreekt u samen met Achmea en uw ketenpartners uit de eerste lijn uw spiegelinformatie op de ketenuitkomstindicator Adverse Outcome Index en maakt u indien nodig verbeterafspraken? 5. Voldoet de instelling aan de door de DON, NVDG, DSSR, VSOP, Achmea, VGZ en CZ afgesproken inkoopcriteria naar aanleiding van de zorgstandaard? 6. Levert de instelling zorg volgens het stepped-careprincipe? Dit betekent dat er geen WPN 1- en slechts zeer incidenteel WPN 2-indicaties behandeld worden. 7. Levert de instelling zorg conform de CBO-richtlijn Diagnostiek, behandeling en zorg voor patiënten met een beroerte? 20. Galstenen Pluscertificaatcriteria 1. Gebruikt de instelling het VRA- of VERENSO-triage-instrument? 2. Hoeveel uren oefentherapie, onder leiding van een fysiotherapeut, krijgt een klinisch opgenomen CVA-patiënt gemiddeld per dag, uitgesplitst naar ASAklasse en leeftijd per patiënt? 3. Hoeveel uren vrij oefenen, in de oefenzaal, krijgt een klinisch opgenomen CVA-patiënt gemiddeld per dag, uitgesplitst naar ASA-klasse en leeftijd per patiënt? Geen specifieke inkoopspecificaties. Transparantie ten behoeve van de inkoop 2015 Doelstelling Registreert uw instelling 100% van de patiënten in de landelijke registraties voor de ziekte van Parkinson, cystische fibrose, geboortezorg, perifeer arterieel vaatlijden, coronairlijden en artrose? Geeft u Achmea inzage in de geregistreerde gegevens? Categorale instellingen: revalidatie Doelstellingen 1. Zijn binnen de stroke service geformaliseerde afspraken gemaakt tussen de revalidatiearts en de specialist ouderengeneeskunde over hoe de triage uitgevoerd wordt in het ziekenhuis? 2. Biedt u de mogelijkheid aan CVA-patiënten, conform programma ZonMw (oefenen/zelfmanagement), zich voor te bereiden op de terugkeer naar huis? 3. Beschikt u uiterlijk 1-1-2015 over een VMS? 4. Levert de instelling zorg conform de in maart 2013 uitgebrachte Zorgstandaard Dwarslaesie? medisch specialistische zorg Inhoud < Vorige volgende> 45 Bijlage 2: Algemene kwaliteitsvoorwaarden Toelichting In het navolgende staan de algemene kwaliteitsvoorwaarden van Achmea beschreven. Indien de zorginstelling gedurende het contractjaar niet meer voldoet aan een of meerdere algemene kwaliteitsvoorwaarden, dan is de zorgaanbieder verplicht Achmea hier in een zo vroeg mogelijk stadium over te informeren. Onderstaande aandoeningspecifieke artikelen zijn alleen van toepassing indien de zorgaanbieder deze zorg ook daadwerkelijk levert. Artikel 1 Patiëntveiligheid 1. De zorgaanbieder beschikt over een geaccrediteerd/gecertificeerd integraal kwaliteitssysteem; dit kan zijn: NIAZ/JCI of een gelijkwaardig kwaliteitssysteem (vooraf af te stemmen met de zorgverzekeraar). De accreditatie/certificering is geldig gedurende de gehele contractperiode. 2. De instelling heeft een geaccrediteerd/gecertificeerd veiligheidsmanagementsysteem (VMS). De accreditatie/certificering is geldig gedurende de gehele contractperiode. 3. In uw instellingen zijn de interventies voor de tien VMS-thema’s (en het elfde thema: veilige zorg voor zieke kinderen; voor zover van toepassing) op alle relevante afdelingen ingevoerd en geborgd in het beleid en de bedrijfsvoering van de organisatie. De resultaten van de interventies worden gemeten en geanalyseerd voor gebruik ten behoeve van verbeteracties volgens de PDCA-methodiek. 46 Inhoud < Vorige 4. In uw instelling zijn de richtlijnen over pre-, peri- en postoperatief traject ingevoerd en geborgd in het beleid en de bedrijfsvoering van de organisatie. 5. Bij introductie van nieuwe medische interventies (nieuwe techniek, procedure, interventie of implantaat) wordt een prospectieve risico-inventarisatie uitgevoerd. 6. In uw instelling is de WIP-richtlijn Bijzonder resistente micro-organismen (BRMO, versie 28-06-2012) en de WIP-richtlijn MRSA-ziekenhuis (versie 09-01-2013) ingevoerd en geborgd in het beleid en de bedrijfsvoering van de organisatie. 7. Uw instelling neemt deel aan het landelijk resistentiesurveillanceonderzoek BRMO ISIS-AR. 8. U meldt verheffingen BRMO conform daartoe geldende afspraken aan het Signaleringsoverleg ziekenhuisinfecties en antimicrobiële resistentie. 9. In uw instelling zijn de bepalingen opgenomen in de Handreiking Verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg (KNMG) ingevoerd en geborgd in het beleid en de bedrijfsvoering van de organisatie. 10. Uw instelling is, indien u chronische dialysezorg biedt, gecertificeerd op basis van het HKZ-certificatieschema dialysecentra, versie 2009. 11. In uw instelling is de functionele integratie van de afdelingen microbiologie en infectiepreventie, (volgens norm KRIZ-richtlijn 2.0) afgerond, en de afstemming en samenwerking zijn geborgd in het beleid en de bedrijfsvoering van de organisatie. 12. Voor zelfstandige behandelcentra (ZBC’s) met OK geldt: ZKN-certificering voor ZKN-leden; voor niet-ZKN-leden geldt een geaccrediteerd/gecertificeerd kwaliteitssysteem (norm HKZ/NIAZ of JCI). volgende> Inkoopbeleid 2015 13. In uw instelling is de portefeuille patiëntveiligheid op een duidelijke en herkenbare wijze belegd binnen de raad van bestuur, raad van toezicht, en het stafbestuur (op naam en met beschrijving van activiteiten). 14. Indien uw instelling een locatie met maximaal twee OK’s in bedrijf heeft, en met een aanwezigheid tijdens kantooruren van één anesthesioloog, worden de bepalingen van het verenigingstandpunt Electieve ingrepen kleine locaties (versie 20-11-2012) van de NVA toegepast. Artikel 2 Cardiologie 1. U bent opgenomen op de ‘witte lijst’ van de NVVC indien u in aanmerking wilt komen voor contractering van PCI’s en ICD’s. 2. De zorgaanbieder handelt in overeenstemming met het geldende indicatie protocol TAVI van 15 november 2011, opgesteld door de NVVC en NVT. In een multidisciplinair overleg wordt vastgesteld of een verzekerde een verhoogd operatierisico heeft en zo ja, of dit risico als onaanvaardbaar hoog wordt beschouwd. Het definitieve besluit voor transkatheteraortaklep implantatie (TAVI), chirurgische behandeling of conservatieve behandeling, volgt eerst na uitgebreid aanvullend onderzoek, waaronder ook een beoordeling door de anesthesioloog. De zorgaanbieder registreert het aantal TAVI’s in de NCDR-database conform de landelijk vereiste THI minimale dataset. De zorgaanbieder geeft eenmaal per halfjaar inzicht in de uitkomsten van de TAVI’s en bespreekt deze met de adviserend geneeskundige van de zorgverzekeraar. Artikel 3 Heup/knievervanging 1. U implanteert alleen implantaten uit categorie 1A of 1B van de NOV-lijst. Een uitzondering hierop kan zijn een multicenter wetenschappelijk onderzoek. 2. Artroscopieën van de knie worden alleen gedaan conform indicatiestelling beschreven in de richtlijn. Afwijken van de richtlijn wordt gemotiveerd in de status. medisch specialistische zorg Inhoud < Vorige volgende> 47 3. Er worden geen routinecontroles (standaardcontroles zonder dat daar een specifieke aanleiding voor is) tussen één en vijf jaar na de operatie uitgevoerd. Een uitzondering hierop vormen de in het verleden geplaatste prothesen die geen levensduur van tien jaar hebben of die in onderzoeksverband hebben plaatsgevonden. 4. In 2015 worden alle postoperatieve wondinfecties geregistreerd volgens de methodiek en definities die worden gebruikt voor PREZIES. Deze registratie kan in PREZIES of in een ander gevalideerd registratiesysteem. U levert Achmea een uitdraai uit de infectieregistratie (PREZIES of ander) aan met de percentages diepe wondinfecties in 2013 en 2014 voor heup en knie. 5. Alle gebruikte typen prothesen worden geregistreerd onder product- en lotnummer in de LROI en u levert Achmea de totale aantallen aan van de in 2014 geïmplanteerde implantaten verdeeld per categorie 1A en 1B. Artikel 4Morbide obesitas (bariatrie) 1. De zorgaanbieder beschikt over een prospectieve risico-inventarisatie voor het gehele proces van de bariatrische chirurgie. 2. De zorgaanbieder voldoet aan de algemene en specifieke kwaliteitseisen en minimumnormen voor de bariatrische chirurgie van de NVvH (september 2011). 3. De zorgaanbieder levert – eventueel samen met anderen in een medical clinical network – het totale zorgtraject voor de patiënt die bariatrische chirurgie ondergaat. Artikel 5 Spataderen (varices) 1. Voor aanvang van de behandeling van varices is een verwijzing van de huisarts noodzakelijk. 2. Het duplexonderzoek is onderdeel van de diagnostiek. Het beeldmateriaal dient reproduceerbaar te zijn. 3. Alleen behandeling vanaf CEAP-klasse C3 valt binnen de basisverzekering. 48 Inhoud < Vorige volgende> Inkoopbeleid 2015 4. De behandeling van eerste keus van varices is endovasculair. 5. Indien aanvullend sclerocompressietherapie (SCT) wordt toegepast, dan wordt dit met duidelijke onderbouwing geregistreerd in de status. SCT kan niet apart gedeclareerd worden indien nabehandeling na endoveneuze lasertherapie (EVLT) zonder nog bestaande C3 (of hoger), maar maakt dan onderdeel uit van de DOT van de hoofdbehandeling. Bij een uitzonderlijke medische situatie waarbij de SCT de enige behandelmogelijkheid is, wordt dit voorzien van medische onderbouwing vermeld in de status. Bij voorkeur blijkt dit al uit het initiële (of herhaal)duplexonderzoek. 2. 3. 4. 5. 6. Artikel 6 Ketenzorg CVA 1. De zorgaanbieder is aangesloten bij het Kennisnetwerk CVA Nederland (KNCN). vergoeding van Real Time - Continue Glucose Monitoring van de Nederlandse Diabetes Federatie. In uw instelling is het aantal kinderen met diabetes type 1 met een insulinepomp minimaal vijftig per jaar. In uw instelling is het aantal kinderen met diabetes type 1 minimaal 150 per jaar. In uw instelling is het aantal volwassen patiënten met diabetes type 1 met een insulinepomp minimaal zestig per jaar. In uw instelling is het aantal volwassen patiënten met diabetes type 1 minimaal 150 per jaar. Uw instelling levert per jaar het aantal verstrekte CGM’s per verzekerde aan Achmea aan. Dit geldt alleen voor de volwassen patiënten. Artikel 9 Wervelkolom Artikel 7 Geboortezorg 1. Uw instelling houdt zich bij de toepassing van radiofrequente denervatie van aspecifieke lagerugklachten aan het protocol zoals dat geldt in de MinT-studie (zie ook www.mintstudie.nl). 1. U voldoet in uw ziekenhuis op dit moment aan de volgende tijdsnormen: –– Een gynaecoloog is 24/7 bereikbaar en beschikbaar voor acute verloskundige zorg. –– De behandeling kan binnen 45 minuten na het binnenkomen van de vraag starten. Artikel 10 Ouderenzorg Artikel 8 Diabetes mellitus: real time – continue glucose monitoring (RT-CGM) Toelichting: uitzondering op artikel 8.2 en 8.3 kan zijn een op schrift vastgesteld samenwerkingsverband met omringende instellingen, zoals overeengekomen tussen uw instelling en de medisch adviseur van Achmea. 1. U garandeert dat wordt voldaan aan de gestelde criteria voor een gekwalificeerd diabetescentrum conform het protocol Indicatiecriteria voor medisch specialistische zorg Inhoud 1. Er bestaat in uw instelling een standaardproces om bij het vermoeden van kwetsbaarheid bij oudere patiënten een screening af te nemen. 2. In uw instelling is er bij elke patiënt van 70 jaar of ouder gedurende de opname en bij ontslag aandacht voor het bespreken van het medicatiegebruik. Artikel 11 IVF/IUI Toelichting: zorgverzekeraars hebben in ZN-verband kwaliteitseisen gesteld aan IVF- en IUI -behandelingen. Deze eisen zijn opgenomen in dit artikel. De afspraak is dat iedere zorgverzekeraar deze afspraken overneemt voor het contract. < Vorige volgende> 49 1. IVF- en IUI-behandelingen worden toegepast bij paren die voldoen aan de criteria die zijn vastgelegd in de multidisciplinaire netwerkrichtlijn Onverklaarde subfertiliteit (2010). 2. De zorgaanbieder registreert de behandelgegevens over embryotransfers en zwangerschappen en levert deze gegevens eenmaal per jaar aan de zorgverzekeraar. Artikel 12 Dataregistraties Toelichting: zorgverzekeraars hebben in ZN-verband eisen gesteld aan dataregistratie. Deze eisen zijn opgenomen in navolgend artikel. De afspraak is dat iedere zorgverzekeraar deze afspraken overneemt voor het contract. 1. De zorgaanbieder neemt deel aan de lopende DICA-registraties: a. DBCA voor borstkanker; b. DUCA voor maag/slokdarmkanker; c. DGOA voor gynaecologische oncologie; d. DSSR voor wervelkolomchirurgie; e. bariatrische chirurgie; f.vaatchirurgie. Artikel 13 Kaakchirurgie: machtigingen 1. Voor hulp onder artikel 2.7 lid 5 sub a van de Zorgverzekeringswet kan de kaakchirurg zonder voorafgaande machtiging van Achmea verzekerden behandelen, tenzij in dit artikel anders is overeengekomen. 2. Voor kinderen tot en met 18 jaar kan machtigingsvrij behandeld worden met uitzondering van implantologie. 3. Voor de behandeling van volwassenen moet Achmea u vooraf toestemming hebben gegeven voor: 50 Inhoud < Vorige –– implantologie en pre-implantologische chirurgie; –– osteotomie behalve voor een obstructieveslaapapneusyndroom (OSAS); –– kinplastiek als zelfstandige verrichting; –– plastische chirurgie. 4. Extracties onder narcose mogen alleen plaatsvinden op zwaarwegende medische gronden. Totaalextractie van het melkgebit bij de jeugd is machtigingsvrij. 5. Voor ophoging van de bodem van de bijholte en kaakverbreding en/of verhoging kan alleen aanspraak op grond van de Zorgverzekeringswet worden gemaakt als de bijbehorende implantaten daar ook onder vallen. 6. Voor het plaatsen van botankers ten behoeve van een orthodontische behandeling kan alleen aanspraak op grond van de Zorgverzekeringswet worden gemaakt als er sprake is van orthodontie in het kader van de bijzondere tandheelkunde. 7. De zorgaanbieder stelt de verzekerde voorafgaande aan de zorgverlening ten aanzien van de zorg als bedoeld in voorgaande leden op de hoogte van de machtigingseis en meldt tevens dat zonder machtiging de verzekerde de kosten van de zorgverlening zelf zal moeten dragen. 8. Wanneer er twijfel bestaat of voor de behandeling aanspraak kan worden gemaakt op grond van de Zorgverzekeringswet, vraagt de zorgaanbieder een machtiging aan bij de zorgverzekeraar. 9. Machtigingen worden ingediend via het machtigingenportaal van VECOZO (www.vecozo.nl). 10. Machtigingsaanvragen dienen voorzien te zijn van de volledige patiëntgegevens: een behandelplan en begroting met aan te vragen prestatiecodes, hoogte van de techniekkosten, eventuele foto’s en relevante dossiers. 11. Achmea garandeert dat machtigingen binnen drie weken na ontvangst worden afgehandeld, tenzij nadere beoordeling op het spreekuur van de adviserend tandarts noodzakelijk is. 12. Bij onenigheid tussen de kaakchirurg en de verzekerde over het recht op een aanspraak verwijst de kaakchirurg de verzekerde naar Achmea. volgende> Inkoopbeleid 2015 medisch specialistische zorg Inhoud < Vorige volgende> 51 De digitale versie van het Inkoopbeleid 2015 Medisch Specialistische Zorg is terug te vinden op: www.achmeazorg.nl onder Medisch Specialistische Zorg - Contractering. Achmea divisie Zorg & Gezondheid Leusden, april 2014 www.achmeazorg.nl Vormgeving: Achmea Creatieve Diensten 180100417 Aan deze tekst kunnen geen rechten worden ontleend. Inhoud < Vorige
© Copyright 2024 ExpyDoc